4. Onderhoud van de Cortina
4.1 VERVANGEN VAN DE ACCU
4.1.1 Indien de accu zwakker wordt of beschadigd is dient deze te worden
vervangen. De levensduur van de accu bedraagt 300 - 500
laadbeurten bij normaal gebruik.
4.1.2 De accu’s zijn gevuld met een bijtend zuur. Bij verkeerde
behandeling of kortsluiting kunnen ernstige verwondingen
ontstaan. Vervang alleen de totale accu op uw fiets. Ga terug
naar uw dealer om uw accu te vervangen. ( lees ook nog even
1.18 )
4.1.3 Verzekert u ervan dat het contact uit staat voordat u de accu
vervangt, de controller kan anders onherstelbaar beschadigd
worden.
4.1.4 De accu dient te allen tijde vervangen te worden door een zelfde
type. Open nooit zelf de accu bij storing maar ga direct terug naar
leverancier. Bij opening van de accu vervalt de garantie.
4.1.5 Voor het vervangen van de accu dient deze met de sleutel te
worden ontgrendeld, waarna de accu naar achteren kan worden
getrokken.
4.1.6 Indien u de fiets lange tijd niet gebruikt, moet de accu van de fiets
worden gehaald. Wij adviseren u de accu voor 50% geladen op te
slaan op een droge plaats en deze ieder 2 maanden minstens 2-3
uur op te laden. Hierdoor blijft de accu in een goede conditie. Indien
u niet minstens iedere 2 maanden de accu oplaadt volgens
schema, zal de accu overgaan in diepontlading, waardoor hij
stuk gaat. Dit is uitgesloten van garantie. HOUDT DUS GOED
UW SCHEMA BIJ wanneer u langere tijd niet fietst. De beste
temperatuur voor het opslaan is tussen 20-35 graden en een
luchtvochtigheid van 5- 65%RH.
4.1.7 Laad vervolgens de accu volgens procedure 3.5 voor u de fiets weer
in gebruik neemt.
4.1.8 Stuur de accu enkel en alleen op in een sterke kartonnen
verpakking bij vervoer om zware schokken/ beklemmingen op te
vangen. Dit om zware schade te voorkomen. Schades door
schokken/ beklemmingen vallen niet onder de garantie.
4.2 KETTING
4.2.1 Indien de ketting beschadigd of versleten is dient deze te worden
vervangen. Tevens dient deze regelmatig te worden gesmeerd.
4.3 REMKABELS
4.3.1 Indien de remkabels zichtbaar beschadigd zijn of niet meer soepel
werken dienen deze onmiddellijk vervangen te worden.
4.3.2 Controleer ook geregeld of schakelaars in de remhendels nog
functioneren. Dit doet u door tijdens het fietsen de remhendels een
voor een te testen. Indien u de remhendel indrukt, moet de fiets
stoppen met het ondersteunen. Indien dit niet gebeurt, raadpleeg
dan direct uw dealer.
4.4 BANDEN
4.4.1 De voorgeschreven bandenspanning bedraagt 2.8 bar.
4.4.2 Indien een band beschadigd is of als de profieldiepte minder als
0.5 mm is dient deze te worden vervangen.
4.5 SCHOONMAKEN
4.5.1 Reinig de fiets met een zachte vochtige doek of een borstel. Gebruik
in GÉÉN geval een hogedrukspuit, slang of overvloedig water, daar
deze kortsluiting in het elektrische circuit kan veroorzaken.
Behandel het chroom eens in de drie maanden met chroompoets
om roestvorming te voorkomen.
4.5.2 Plaats zoveel mogelijk, de fiets binnen. Dit voorkomt ook snellere
roestvorming en storingen in het elektrische circuit. Vermijd ook dat
de accu niet wordt blootgesteld aan langdurige zonnestralen.
Hierdoor loopt de temperatuur onnodig op in de accucel. Extreem
hoge temperaturen zijn schadelijk voor de accucel. Zorg er dan ook
voor indien u de fiets niet gebruikt en buiten laat staan, dat u
de accu van de fiets afhaalt en meeneemt. Hierdoor voorkomt u
diefstal van de accu, is de fiets minder interessant om te stelen en
voorkomt u dat de accu onnodig wordt blootgesteld aan de zon en
extreme warmte.
4.6 VERLICHTING
Het achterlicht bevat batterijen. Na gebruik dienen deze te worden
ingeleverd bij een daarvoor bestemd depot. De koplamp wordt
gevoedt door de naafdynamo in het voorwiel.