14
Voor de montage
Luchtafvoer naar boven:
❑
Daarvoor opening maken in het plafond
van de bovenkast met uitsparing voor
elektrische aansluitkabel.
– Sjabloon
O
I is meegeleverd –.
Luchtafvoer rechtstreeks naar
achteren:
– binnen de bovenkast –.
❑
Daarvoor opening maken in de achter-
wand van de bovenkast met uitsparing
voor elektrische aansluitkabel.
Voorbereiden bovenkast
ṇ Minimumafstand tussen de kookzones
of branders en de afzuigkap van 650 mm
(bij gasfornuis) of 430 mm. (bij elektrisch
fornuis) in acht nemen.
Deze afzuigkap is bedoeld om te worden
ingebouwd in een bovenkast met de
volgende afmetingen:
Breedte: 600 mm
Diepte: 280 tot 350 mm
Hoogte: min. 280 mm.
Voorbereiden:
1. Kastbodem, indien aanwezig,
verwijderen.
ṇ De stabiliteit van de kast moet zijn
gewaarborgd.
2. Zowel rechts als links twee
bevestigingspunten aan de binnenzijden
van de kast aftekenen en met een priem
insteken.
Wanneer er wordt geboord:
l 2 mm – max. 10 mm diep.
Voor het aftekenen van de bevestiging-
spunten de meegeleverde sjabloon
O
II
gebruiken.
Let op:
❑
De bevestigingspunten op de sjabloon
zijn zo bepaald dat een 20 mm dikke
handgreeprand aansluitend op de kast
kan worden gemonteerd.
❑
Wanneer geen handgreeprand wordt
gemonteerd, moeten de bevestiging-
spunten 20 mm naar voren worden
verplaatst.
Bij kastdiepten van meer dan 280 mm
kan het apparaat naar achteren worden
verplaatst,
. . . wanneer de lichtlijst van de inbouw-
. . . keuken naar achteren is verplaatst.
. . . wanneer de handgreeprand meer
. . . dan 20 mm dik is.
Voor een optimaal vermogen van de
afzuigkap:
❑
Korte, gladde afvoerpijp.
❑
Zo weinig mogelijk pijpbochten.
❑
Zo groot mogelijke pijpdiameter
(optimaal l 120 mm ) en grote
pijpbochten.
Gebruik van lange, ruwe luchtafvoer-
buizen, veel buisbochten of kleine
buisdiameters vermindert de
afzuigcapaciteit en veroorzaakt
bovendien hardere geluiden.
❑
Ronde buizen.
Wij raden
binnendiameters van minstens 120 mm
aan.
❑
Niet-ronde kanalen moeten een bin-
nendiameter hebben die gelijkwaardig is
aan die van ronde buizen met een
inwendige diameter van 100 of 120 mm.
Ze dienen geen scherpe bochten te
hebben.
l 100 mm ca. 078 cm
2
l 120 mm ca. 113 cm
2
.
Bij afwijkende buisdiameters:
❑
Afdichtstrip inzetten.
❑
Bij gebruik met luchtafvoer
altijd zorgen voor voldoende toevoer van
lucht.
Aansluiting afvoerbuis:
Buisdiameter: 100 of 120 mm:
❑
Meegeleverde afvoeraansluiting inzetten
en tot aan de aanslag indraaien.
❑
Bij buisdiameter 120 mm het binnenste
gedeelte van de afvoeraansluiting
uitsnijden.