Bescherming tegen beschadigingen
Onderschat niet de straalwerking van de hogedrukreiniger. Wanneer u een gevoe-
lig oppervlak wilt bewerken, adviseren wij de vlakke straal (zie Instelling van de
spuitstraal in het hoofdstuk Gebruik) Bij lakken of geïsoleerde gevels begint u op
een grote afstand. Ga al naargelang de mate van verontreiniging langzaam dichter-
bij staan. Controleer de resultaten van uw werk met korte tussenpozen om op tijd
schade te kunnen voorkomen. Richt de hogedrukstraal nooit op mensen, die-
ren, het apparaat of elektrische onderdelen!
Gebruik
Aansluiting
1. Verbind de wateraansluiting (3) door middel van een slang met de watervoorzi-
ening.
2. Open de watertoevoer en let op optredende lekkages. Een gering waterverlies
aan de pomp is normaal.
3. Sluit de netsteker (9) aan.
4. Schakel de hoofdschakelaar (1) in.
Werken met een handspuitpistool (8)
Inschakelen: los de vergrendeling (10) en trek aan de hendel van het pistool.
Voorzichtig! Terugslag
Uitschakelen: laat de hendel los. Borg de handspuitpistool (8) tijdens werkpauzes
door middel van de vergrendeling (10) .
Instelling van de spuitstraal
Door aan het mondstuk (5) te draaien, kunt u de spuitstraal van punt- tot vlakke
straal variëren.
Uitwisselen van het toebehoren
1. Schakel het apparaat aan de hoofdschakelaar (1) uit.
2. Laat de nog voorhanden druk ontwijken door de hendel aan het handspuitpi-
stool (8) te bedienen.
3. Monteer het gewenste toebehoren en neem het apparaat weer in bedrijf.
Opmerking:
wanneer u de reinigingsmiddelencontainer gebruikt, werkt u zonder hoge druk.
Aan het einde van het gebruik
1. Schakel het apparaat aan de hoofdschakelaar (1) uit.
2. Trek de netsteker (9) uit de contactdoos.
3. Sluit de watertoevoer.
4. Laat de nog voorhanden druk ontwijken door de hendel aan hete handspuitpi-
stool (8) te bedienen.
16
NL