V V
S L EP E N - T A KE L EN
Slepen over de weg
De sleepogen bevinden zich aan
de voor- en achterzijde van de auto
en zijn afgedekt met een kapje.
Zorg ervoor dat de contactsleu-
tel in de stand A staat, teneinde
de werking van de stuurfunctie
te behouden.
Gebruik voor het slepen liefst een
sleepstang, die u dient te bevesti-
gen aan de sleepogen.
Advies
:
Alleen bij hoge uitzondering is het
toegestaan de auto over een kor-
te afstand en met lage snelheid
te slepen (informeer naar de wette-
lijke bepalingen).
Indien niet voldaan wordt aan
deze voorwaarden mag uw auto
uitsluitend op een autoambu-
lance worden getransporteerd.
VOORSCHRIFT SLEPEN UIT-
VOERINGEN MET AUTOMAAT
Zet de schakelhendel in de
stand N (neutrale stand).
Slepen met opgelichte vóór- of achterkant
Gebruik een geschikte sleepuitrusting bestaande uit een sleepstang en
sleepriemen.
Bevestig de haken aan de draagarmen.
Zorg ervoor dat noch de bumper noch de voor- of achterkant van de auto
beschadigd kan worden.
SLEEP DE AUTO NOOIT MET ALLEEN EEN OPGELICHTE VOOR- OF
ACHTERKANT.
Bij afgezette motor is noch de besturing,
noch het remsysteem bekrachtigd.
Zorg ervoor dat, wanneer u met deze auto een andere auto trekt, de
versnellingsbak van de getrokken auto in de vrijstand geschakeld staat.
120