II II
B o o rd c om p u te r
Waarschuwing snelheidsoverschrijding
Bewaking van een gekozen maximumsnelheid (zie "weergave mel-
dingen"). Bij overschrijding van de ingestelde snelheid, verschijnt
de melding "SNELHEIDSWAARSCHUWING INGESTELD OP
***KM/H" en klinkt er een geluidssignaal.
• Wanneer het display de melding "SNELHEIDSWAARSCHUWING UIT" geeft, kunt u terugkeren naar het begin-
scherm door kort tegen het uiteinde van de bedieninghendel te drukken.
Om deze functie te activeren, dient u wat langer tegen het uiteide van de bedieningshendel te drukken: op het
display verschijnt "SNELHEIDSBEWAKING AAN".
Om de waarschuwingssnelheid te wijzigen of op te slaan, drukt u kort tegen het uiteinde van de bedie-
ningshendel, waarna de melding "SNELHEIDSWAARSCHUWING INGESTELD OP" verschijnt. Druk vervolgens,
zodra de gewenste snelheid is bereikt, wat langer tegen het uiteinde van de bedieningshendel.
• Indien het display de melding geeft "SNELHEIDSWAARSCHUWING AAN" en u kort op het uiteinde van de bediening
drukt, verschijnt op het display de melding "SNELHEIDSWAARSCHUWING INGESTELD OP" en kunt u de snelheid
als hierboven omschreven wijzigen.
• Wilt u de functie uitschakelen, druk dan, wanneer het scherm de melding geeft: "SNELHEIDSWAARSCHUWING
AAN" enkele seconden tegen het uiteinde van de bediening. Dit is alleen mogelijk wanneer de snelheid onder de
waarschuwingssnelheid ligt.
Voor de nulstelling van de boordcomputer drukt u drie seconden op het
uiteinde van de bediening.
De nulstelling van de boordcomputer is niet mogelijk wanneer de functie waar-
schuwing snelheidsoverschreiding is ingeschakeld.
Wanneer de accu enige tijd losgenomen is geweest, lichten, zodra de boordcomputer weer onder spanning komt, alle
streepjes en symbooltjes op het display op.
Indien tijdens het rijden op het display horizontale streepjes in plaats van cijfers verschijnen, dient u een
CITROËN erkend bedrijf te raadplegen.
47
