II II
M u lt i f u nc t i o ne e l d i s p la y
Bediening black
panel.
Verlichte functies:
- Snelheidsmeter.
- Controlelampjes.
- Brandstofmeter (wanneer het ni-
veau minder is dan 1/3 van de
tankinhoud)
De andere functies zijn niet verlicht.
N.b.:
Automatisch oplichten van de func-
ties bij:
- Waarschuwingsmeldingen.
- Bediening van een van de dis-
playtoetsen.
- Selectie autoradio.
Koelwatertemperatuurmeter
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
Onder normale omstandigheden kan de weergegeven
koelwatertemperatuur oplopen tot 100°C.
Bij een combinatie van zware gebruiksomstandigheden en warm weer kan
de aanwijzing het rode gebied naderen.
Mocht het lampje gaan branden, stop dan onmiddellijk en zet het contact af.
Het kan zijn dat de koelventilator in zo’n geval nog enige tijd blijft wer-
ken. Laat de motor afkoelen en neem de voorzorgsmaatregelen die te vin-
den zijn in hoofdstuk - Onderhoud – "Niveaus, controles".
Deze temperatuurverhoging kan verscheidene oorzaken hebben. Waar-
schuw het dichtstbijzijnde CITROËN erkende bedrijf
.
Stop onmiddellijk en zet de motor af wanneer dit lampje tijdens het rijden
gaat branden (zie hoofdstuk – Onderhoud – "Niveaus").
Blijft het lampje ondanks een correct niveau branden, waarschuw dan het
dichtstbijzijnde CITROËN erkende bedrijf.
Brandstofmeter
Zodra dit lampje permanent brandt, terwijl de auto zich
op een horizontale en vlakke ondergrond bevindt, zit er
nog ongeveer acht liter brandstof in de tank in geval van
een benzinemotor, en vijf liter in geval van een diesel-
motor.
42
