KOPLAMPUNIT VOOR
Dimlichten
Grootlicht
Parkeerlichten
Richtingaanwijzer
N.b. :
Onder bepaalde gebruiks-
omstandigheden kan zich op
het koplampglas een dun laagje
condens vormen.
N.b. : Verwijder, indien nodig, bij
de koplamp rechtsvoor de kap
door op de twee klemmen te
drukken.
Vervang de halogeenlampen nadat de koplampen minstens
enkele minuten gedoofd zijn
(om te voorkomen dat u uw vingers ernstig brandt).
Raak de nieuwe lamp niet met de blote vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Voor het behoud van de kwaliteit van de koplampen,
is het essentieel dat u uitsluitend anti-UV-gloeilampen gebruikt.
V E R V A N G E N VA N D E L A M P E N
Grootlicht
Verwijder de rubber doppen.
Neem de stekker los.
Druk de houderveer in.
Neem de lamp uit.
Lamp:
H1 Voor auto’s zonder
xenonlampen.
Dimlichten
Verwijder de rubber doppen.
Neem de stekker los.
Druk de houderveer in.
Neem de lamp uit.
Lamp:
H7
N.b.:
Voor de motoren HDi 90 pk
en 110 pk: verwijder de kap om
de koplamp linksvoor te kunnen
bereiken.