BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING
I25
V O O R S T O E L E N
Programmeren met de afstandsbediening
Alleen wanneer u de portieren met de afstandsbediening ontgrendeld kunnen eerder vastgelegde rijpositie-
instellingen worden opgeroepen en worden eventuele wijzigingen aan de instellingen in het geheugen
geregistreerd.
Per individuele afstandsbediening kunnen specieke instellingen worden geprogrammeerd. Bij het vergrendelen
van de portieren met de afstandsbediening worden de instellingen van de bestuurdersstoel en van de buitenspiegels
vastgelegd.
Wanneer met diezelfde afstandsbediening de portieren worden ontgrendeld, nemen de bestuurderstoel en de
buitenspiegels de geprogrammeerde instellingen aan, ook wanneer die tussentijds zijn gewijzigd.
Programmeren met behulp van de toetsen
Het vastleggen van de instellingen met behulp van de toetsen op de zijkant van de stoel gaat als volgt:
- draai de contactsleutel in de contactstand (2e stand ),
- stel de stoel en de spiegels in,
- druk op de toets M en vervolgens meteen op de toets 1 «eerste rijpositie» of op de toets 2 «tweede rijpositie».
Zodra de instellingen zijn vastgelegd klinkt er een geluidssignaal om dit te bevestigen. Bij elke nieuwe instelling
wordt de vorige automatisch gewist.
Oproepen van een geprogrammeerde rijpositie-instelling
Bij stilstaande auto (contact aan of draaiende motor)
- Druk kort op de toets 1 of 2 om de corresponderende instelling op te roepen.
Opmerking: na vijf keer oproepen van een rijpositie-instelling wordt de functie uitgeschakeld tot de motor
opnieuw wordt gestart.
Rijdende auto
- Houd de toets 1 of 2 ingedrukt om de corresponderende rijpositie-instelling op te roepen.
Vastleggen rijpositie-instellingen
U kunt vier rijpositie-instellingen programmeren in het
geheugen:
- één voor elk van de twee afstandsbedieningen (twee
gebruikers)
- twee met behulp van de toets M/1 en M/2.