Hoogteverstelling
Knijp de knop van de geleider in
en schuif deze omhoog of omlaag
(veiligheidsgordel bestuurdersstoel en
enkele passagiersstoel).
Vastmaken
Trek aan de gordel en steek de gesp in
de gordelsluiting.
Trek aan de gordel om de
vergrendeling van de gesp te
controleren.
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel bestuurder
De veiligheidsgordels zijn voorzien
van een oprolautomaat die ervoor
zorgt dat de lengte van de gordel
automatisch wordt aangepast aan
uw lichaamsbouw. De gordel wordt
automatisch opgerold als deze niet
wordt gebruikt.
Controleer zowel voor als na het
gebruik van de gordel of deze goed is
opgerold.
De gordelspanners van de
veiligheidsgordels vóór kunnen,
afhankelijk van de aard en de kracht
van de aanrijding, onafhankelijk van
de airbags afgaan. De gordelspanners
trekken de veiligheidsgordels direct
stevig tegen het lichaam van de
inzittenden.
Het afgaan van de gordelspanners
gaat gepaard met lichte onschadelijke
rookvorming en een geluid,
veroorzaakt door het activeren van de
pyrotechnische lading in het systeem.
De gordelkrachtbegrenzer beperkt de
kracht waarmee de gordel tegen het
lichaam van de inzittenden getrokken
wordt. De gordelspanners en
gordelkrachtbegrenzers werken alleen
als het contact is aangezet.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting
die in werking treedt bij een
aanrijding, een noodstop of het over
de kop slaan van de auto. U kunt de
veiligheidsgordel deblokkeren door
snel aan de riem te trekken en hem los
te laten.
Als de gordelspanners zijn geactiveerd,
gaat het verklikkerlampje airbag
branden. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk.
Losmaken
Druk op de rode knop.
Als de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt, gaat bij het
starten van de motor het
verklikkerlampje branden.
Gebruiksvoorschrift
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens
het rijden hun veiligheidsgordel dragen,
ook al betreft het een korte rit.