Het aangeven van de tijd en datum van de belangste steden over de wereld
Druk knop M en stel het horloge op de TME- of CAL-modus in. Druk op de knoppen A of C om de tijd en datum van de
gewenste stad te kunnen zien.
Gebruik van de zone-instelling
De zone-instelfunktie zorgt ervoor dat alleen die stad of steden worden weergegeven die u daarvoor hebt uitgekozen.
Druk knop M en zet het horloge op de SET-modus. Door middel van de knoppen A of C gaat u naar de stad die u
aangegeven wilt hebben. Trek knop M uit. De naam van de betreffende stad en het woord „SET“ beginnen te knipperen.
Door middel van knop B kunt u de stad laten weergeven („SET“) of niet laten weergeven („OFF“). Na beeindiging van
de instelling voor iedere stad, drukt u knop M weer in.
Gebruik van de Racing-Timer (R-1/R-2)
Dit horloge is voorzien van 2 soorten race-timers, zoals hieronder omschreven, die voor regatta’s en andere wedstrijden
kunnen worden gebruikt.
1.Racing Timer 1 (R-1)
Deze timer is van een automatische herhaalfunktie voorzien, die de tijdopname van de ingestelde periode voor 3 cycli
automatisch herhaalt. Dit is bijzonder praktisch indien de start etc. herhaaldelijk wordt geoefend.
2.Racing Timer 2 (R-2)
Deze timer is voorzien van een automatische chronograaffunktie die de chronograafmeting na afloop van de ingestelde
periode automatisch start. Deze funktie is nuttig om de voor een wedstrijd benodigde tijd te bestemmen.
Het instellen van de racetimer (gelijk voor R-1 en R-2)
De racing-timer kan op tijden van 10 tot 60 minuten in 5-min.-intervallen, en ook op 1, 3, 5 of 6 min. worden
ingesteld. Druk knop M en zet het horloge op de R-1- of R-2-modus en trek knop M uit. De minutenpositie op het
digitale display begint te knipperen. Druk nu knop C om de gewenste tijdperiode in te stellen. Druk knop M weer in.
Timer pieptoon
Na afloop van de ingestelde tijdperiode klinkt een pieptoon voor ongeveer 5 sec. Bovendien klinkt tegen het einde
van de ingestelde periode iedere minuut, als de resterende tijd binnen de 10 min. ligt, en ook bij 50, 40, 30, 20, 10, 5,
4, 3, 2 en 1 sec. voor afloop een pieptoon.
Tijdens de timermeting en de automatische chronograafmeting worden deze tijden zowel digitaal als analoog
weergegeven. De maximale analoge weergave van de chronograafmeting bedraagt 59 min. en 59 sec. De seconden-
wijzer en funktiewijzer stoppen na deze tijd op 0 min. en 0 sec.
Gebruik van de timerfunktie (R-1)
Herhaalt de tijdmeting automatisch voor 3 cycli
De racingtimer meet de tijd van de ingestelde tijdperiode achter elkaar voor 3 cycli. Na herhalen van de meting voor
de bovenstaande 3 cycli keert de timer op de ingestelde tijdperiode terug en stopt. Als knop wordt gedrukt begint de
timer met de tijdmeting van de tijd vanaf de instelde tijd. De timer kan tijdens de tijdmeting door het drukken op knop
A worden gestopt en door opnieuw in te drukken weer worden gestart. Als de timet stopt wordt deze door het
drukken van knop C op de ingestelde tijd teruggezet.
Timer-herstartfunktie
Als knop C tijdens de tijdmeting wordt gedrukt, keert de timer op de ingestelde tijd terug, waarbij een herstart
automatisch wordt uitgevoerd.
Gebruik van de timerfunktie (R-2)
Deze racing timer is voorzien van een automatische chronograaffunktie, die tegelijk met de timer-tijdmeting
automatisch op de chronograafmeting schakelt. De automatische chronograaffunktie meet de tijd voor 24 uur; na
beeindiging van de chronograaffunktie keert de timer op de ingestelde tijdperiode terug en stopt.
Met het drukken van knop A start de timer met de tijdmeting vanaf de ingestelde tijd. De timer kan tijdens de timer-
tijdmeting of de tijdmeting door de automatische chronograaffunktie door het drukken van knop A gestopt worden.
Door dan weer op knop A te drukken wordt de tijdmeting weer hervat. Indien de timer of de aut. chronograaf gestopt
is wordt de timer door het drukken van knop C op de ingestelde tijd teruggezet. De tijdmeting met de aut. chronograaf
start automatisch met het aflopen van de voor de timer ingestelde tijd.
Gebruik van de chronograaf (CHR)
De chronograaf kan de tijd in eenheden van 1/100 sec. meten en aangeven tot maximaal 23uur, 59 min, 59 sec. Na het
bereiken van deze tijd keert de chronograag op de teruggestelde status terug en stopt. Hij kan ook voor het meten van
tussentijden worden gebruikt. Tijdens de chronograafmeting worden de tijden zowel analoog als digitaal weergegeven.
De maximale analoge weergave bedraagt 23 uur, 59 min. en 59 sec. Na het bereiken van deze tijd stoppen de seconden-
en funktiewijzers automatisch op 0 min. en 0 sec.
Meting van de afgelopen tijd.
De chronograaf wordt met knop A gestart en gestopt. Dit kan zo vaak herhaald worden als men wil door knop A
