Draadloos netwerk
Hiermee kunt u het draadloze netwerk in- of uitschakelen. Selecteer
de gewenste optie:
Inschakelen
Uitschakelen
Naam draadloos netwerk (SSID)
Hier kunt u een naam voor uw draadloze netwerk invoeren of de
standaardwaarde gebruiken. De waarde die u hier invoert, is
zichtbaar op computers en andere draadloze clientapparaten als de
naam van het draadloze netwerk.
Opmerking: De in de fabriek ingestelde SSID (Service Set Identifier)
is gewoonlijk gelijk aan de laatste 6 tekens van het CM MAC-adres.
Het CM MAC-adres is te vinden op het classificatielabel dat aan uw
draadloze gateway is bevestigd.
Draadloze beveiligingsmodus
Hiermee kunt u een modus voor draadloze beveiliging selecteren,
zodat uw netwerk beter beveiligd is. Als u Uitschakelen selecteert, is
uw draadloze netwerk niet beveiligd en kan elk draadloos apparaat
binnen het bereik ervan er verbinding mee maken. Zie Draadloos >
Draadloze beveiliging (op pagina 46) voor gedetailleerde
beschrijvingen van draadloze beveiligingsmodi.
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de draadloze
beveiligingsmodus is WPA-Personal of
WPA2-Personal.
Versleuteling
Hiermee kunt u een versleutelingsniveau selecteren op basis van de
draadloze beveiligingsmodus die u kiest. Zie Draadloos > Draadloze
beveiliging (op pagina 46) voor gedetailleerde beschrijvingen van
versleuteling.
Vooraf gedeelde sleutel
De vooraf gedeelde sleutel voor het apparaat. De sleutel is tussen 8
en 63 tekens lang. De in de fabriek ingestelde vooraf gedeelde sleutel
is gelijk aan het serienummer van 9 cijfers van uw gateway. Het
serienummer is te vinden op het classificatielabel dat aan uw
draadloze gateway is bevestigd.
Opmerking: Uw serviceprovider voorziet u mogelijk van een
draadloze configuratiekaart die SSID en configuratiegegevens voor
draadloze beveiliging bevat voor uw thuisnetwerk die mogelijk
afwijken van wat hierboven beschreven staat.