6
Ⅴ. BEDIENING VAN DE KOELER
1) Sluit de voeding aan
Steek de stekker in een geschikt stopcontact. Het
stopcontact en de spanning moeten overeenkomen met de
informatie op het typeplaatje van de unit.
2) Instellen van de temperatuur
De temperatuur in de koelkast kan ingesteld worden aan de
bovenkant van de koelkast. Het temperatuurbereik in de
koelkast is 2—18℃, en voor een koelkast met een geheel
glazen deur 11—18℃. Als de temperatuur op een bepaald
punt is ingesteld en de temperatuur in de kast dit punt
bereikt, begint het automatische temperatuurregelsysteem
te werken en wordt de temperatuur constant gehouden. In
deze status verandert het stroomverbruik met het
veranderen van de temperatuur in de koelkast.