29
WERKOMGEVING
• Gebruik dit apparaat niet en laad het niet op in een stofge, vochtige en vuile omgeving of een omgeving met magnetische
velden. Dit kan anders tot een storing in het circuit leiden.
• Het apparaat voldoet aan de RF-specicaties als het apparaat nabij uw oor gebruikt wordt of op een afstand van 1,0 cm
van uw lichaam. Zorg ervoor dat accessoires, zoals een apparaatomhulsel en -houder, niet zijn samengesteld uit metalen
onderdelen. Houd uw apparaat 1,0 cm van uw lichaam om aan de hiervoor genoemde eis te voldoen.
• Gebruik uw apparaat niet tijdens het opladen op een stormachtige dag met onweer om gevaar veroorzaakt door bliksem
te voorkomen.
• Raak de antenne niet aan tijdens het bellen. Het aanraken van de antenne heeft invloed op de kwaliteit van het gesprek
en resulteert in een hoger stroomverbruik. Hierdoor kan de beltijd en de standby-tijd verminderen.
• Terwijl u het apparaat gebruikt, volg de lokale wet- en regelgeving en respecteer de privacy en wettelijke rechten van
anderen.
• Houd de omgevingstemperatuur tussen –25 °C en 55 °C terwijl het apparaat opgeladen wordt. Houd
deomgevingstemperatuur tussen –10 °C en 45 °C als het apparaat op batterijstroom draait.
PREVENTIE VAN GEHOORVERLIES
Het gebruik van een koptelefoon op hoog volume kan uw gehoor beschadigen. Om het risico van schade aan het gehoor
teverminderen, moet u het volume van de koptelefoon verlagen tot een veilig en comfortabel niveau.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
Voldoe aan alle veiligheidsmaatregelen ten aanzien van kinderen. Het is vanwege het verstikkingsgevaar gevaarlijk om een
kind met uw apparaat of accessoires te laten spelen (inclusief onderdelen die van het apparaat los kunnen raken). Houd
kleine kinderen uit de buurt van het apparaat en accessoires.
ACCESSOIRES
Kies alleen batterijen, opladers en accessoires die door de fabrikant van het apparaat goedgekeurd zijn voor gebruik met dit
model. Het gebruik van een andere soort oplader of accessoire kan leiden tot vervallen van de garantie voor het apparaat,
kan in strijd zijn met lokale regels of wetgeving en kan gevaarlijk zijn. Neem contact op met uw verkoper voor informatie over
de beschikbaarheid van goedgekeurde batterijen, opladers en accessoires in uw omgeving.
BATTERIJ EN OPLADER
• Trek de stekker van de oplader uit het stopcontact en trek de kabel van de oplader uit het apparaat als deze niet gebruikt
wordt.
• De batterij kan honderden keren opgeladen en ontladen worden voordat deze versleten is.
• Gebruik de wisselstroomvoeding die in de specicaties van de oplader staat. Een onjuist voltage kan brand of verkeerd
functioneren van de oplader veroorzaken.
• Als elektrolyt uit de batterij lekt, moet u ervoor zorgen dat de elektrolyt niet in contact komt met uw huid en ogen. Als
de elektrolyt in contact komt met uw huid of in uw ogen spat, moet u uw huid of ogen onmiddellijk wassen met schoon
water en een dokter raadplegen.
• Als de batterij vervormt, de kleur verandert of als de batterij extreem warm wordt, moet u onmiddellijk het apparaat niet
langer gebruiken. Anders kan de batterij gaan lekken of oververhit raken of er kan zich een explosie of brand voordoen.
• Als de USB-stroomkabel beschadigd is (de kabel is bijvoorbeeld gebroken) of als de stekker los zit, moet u onmiddellijk
de kabel niet langer gebruiken. Anders bestaat het risico op een elektrische schok, kortsluiting van de oplader of brand.
• Verbrand het apparaat niet omdat dit kan ontploffen. Batterijen kunnen ook ontploffen als ze beschadigd zijn.