16
Telefoon
U kunt op verschillende manieren een gesprek starten. U kunt een nummer intoetsen of een
nummer selecteren uit uw contactpersonenlijst of een tekstbericht. Als u aan het bellen bent
kunt u inkomende gesprekken beantwoorden of deze naar uw voicemail doorsturen. U kunt ook
een conferentiegesprek opzetten met twee extra personen, indien deze optie door uw netwerk
ondersteund wordt.
Een gesprek starten
Om een gesprek te starten toetst u een nummer in of selecteert u een nummer uit Namen of
Recente oproepen.
NB: Let er op dat u de microfoon niet met uw vingers blokkeert. De microfoon bevindt zich aan
de voorkant tussen de 0 en de # toets en bij de cameralens op de achterzijde van de telefoon,
Een gesprek starten met het toetsenblok
1. Gebruik het toetsenblok op het hoofdscherm om het nummer in te toetsen
2. Druk op Zenden/Beantwoorden.
3. Als het gesprek is afgelopen drukt u op Beëindig gesprek/Aan/uit-toets om op te
hangen.
Een gesprek starten vanuit Namen
1. Druk op Namen op het hoofdscherm.
2. Selecteer de juiste contactpersoon in de Telefoonlijst en druk op
Zenden/Beantwoorden.
3. Als het gesprek is afgelopen drukt u op Beëindig gesprek/Aan/uit-toets om op te
hangen.
Een gesprek starten vanuit Recente oproepen
1. Klik op het hoofdscherm op Zenden/Beantwoorden. Het tabblad Recente oproepen
verschijnt.
2. U kunt rechts of links schuiven om Alle oproepen, Gemiste oproepen, of Ontvangen
oproepen weer te geven.
3. Kies onder het juiste tabblad het nummer dat u wilt bellen en druk op
Zenden/Beantwoorden.
4. Als het gesprek is afgelopen drukt u op Beëindig gesprek/Aan/uit-toets om op te
hangen.
Het beantwoorden of weigeren van oproepen
Om een gesprek te beantwoorden klikt u op de Zendtoets/Beantwoorden. Het scherm toont
de nummerweergave.
