ebruiksaanwijzing 5028
3
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
=
De automatische-herhaling-aan-indicator ( ) wordt op het aftelscherm getoond
als deze functie is ingeschakeld.
=
V eelvuldig gebruik van automatische herhaling verkort de levensduur van de
batterij.
Alarmen
U kunt voor drie onafhankelijke multi-functie-alarmen
het uur , de minuten, maand en dag instellen. Als een
alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm als de alarmtijd
bereikt is. Een van de alarmen kan worden ingesteld
als een wekalarm of een eenmalig alarm terwijl de
andere twee eenmalige alarmen zijn. U kunt ook een
uursignaal inschakelen waarna het horloge elk heel uur
twee keer een signaal geeft.
=
Er zijn drie alarmschermen genummerd 1 tot en
met
3. U kunt alarm 1 als wekalarm of eenmalig
alarm instellen. Alarmen
2 en 3 kunnen uitsluitend
als eenmalige alarmen gebruikt worden.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
in de alarmfunctie, die u selecteert door op
Ꭿ
te
drukken.
Alarmtypes
Het alarmtype wordt bepaald door de door u gemaakte instellingen, zoals hieronder
beschreven.
=
Dagelijks alarm
Stel uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het alarm elke dag
op de door u ingestelde tijd.
=
Datumalarm
Stel maand, dag, uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het
alarm op de door u ingestelde datum op de ingestelde tijd.
=
1-Maand-alarm
Stel maand, uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het alarm
elke dag op de door u ingestelde tijd, uitsluitend in de ingestelde maand.
=
Maandelijks alarm
Stel dag, uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het alarm elke
maand op de ingestelde dag op de door u ingestelde tijd.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
൳
om door de alarm
schermen te bladeren totdat het alarm waarvan u de
tijd wilt instellen getoond wordt.
=
Laat het scherm van alarm 2 of 3 verschijnen
om een eenmalig alarm in te stellen en scherm
1
om het wekalarm in te stellen.
2. Houd nadat u een alarm geselecteerd heeft
Ꭽ
ingedrukt totdat de uurcijfers van
de alarmtijd beginnen te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
=
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op
Ꭿ
om het knipperen in de hieronder getoonde volgor de te verplaatsen
om andere instellingen te selecteren.
4. Gebruik terwijl een instelling knippert
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om deze te wijzigen.
=
Stel x in voor de maand om een alarm zonder een maand (dagelijks of
maandelijks alarm) in te stellen. Gebruik terwijl de maandinstelling knippert
൳
e n
Ꭾ
totdat x verschijnt (tussen 12 en 1).
=
Stel x x in voor de dag om een alarm zonder een dag (dagelijks of 1-maand
alarm) in te stellen. Gebruik terwijl de daginstelling knippert
൳
en
Ꭾ
totdat
x
x verschijnt (tussen de laatste dag van de maand en 1).
=
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave, let er dan
op dat u de tijd correct als ochtendtijd (A indicator) of middag/avondtijd
(P indicator) instelt.
5. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden, ongeacht in
welke functie het horloge is. In het geval van een wekalarm wordt de alarmoperatie
elke vijf minuten, in totaal zeven keer , uitgevoerd, totdat u het alarm uitschakelt of
wijzigt in een eenmalig alarm.
=
Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
=
Door een van de volgende bedieningen uit te voeren gedur ende een
5-minuten-interval tussen wekalarmen stopt de huidige wekalarmoperatie.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen.
Het alarm-1-instelscherm tonen.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
൳
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Alarmen
2
en
3
en het uursignaal in- en uitschake-
len
1. Gebruik in de alarmfunctie
൳
om een eenmalig
alarm (alarmnummer
2
of
3
) of het uursignaal
(
:00
) te selecteren.
2. Druk op
Ꭽ
om het alarm in of uit te schakelen.
=
Door een eenmalig alarm (
2
of
3
) in te schakelen,
wordt de alarm-aan-indicator op het scherm getoond.
=
Als het uursignaal is ingeschakeld, wordt de
uursignaal-aan-indicator getoond.
=
De alarm-aan-indicator (ALM ) en de uursignaal-aan-
indicator (SIG ) worden in alle functies getoond.
De werking van alarm 1 selecteren
1. Gebruik in de alarmfunctie
൳
om alarm 1 te selecteren.
2. Druk op
Ꭽ
om in de hieronder getoonde volgorde door de beschikbar e
instellingen te bladeren.
=
De van toepassing zijnde alarm-aan-indicator (SNZ ALM ) wordt in alle functies
getoond als een alarm is ingeschakeld.
=
De SNZ indicator knippert gedur ende de 5-minuten-intervallen tussen de alarmen.
=
Als u het alarm-1-instelscherm toont terwijl het wekalarm is ingeschakeld, wordt
het wekalarm automatisch uitgeschakeld (waardoor alarm 1 een eenmalig alarm
wordt).
T weede tijd
De tweede tijd maakt het mogelijk dat u de tijd in een andere tijdzone volgt. U kunt
standaardtijd of zomertijd voor de tweede tijd selecteren.
=
De secondetelling in de tweede-tijdfunctie is gesynchroniseer d met de
secondetelling in de digitale tijdfunctie.
De tweede tijd instellen
1. Druk op
Ꭿ
om de tweede-tijdfunctie te selecteren.
2. Houd in de tweede-tijdfunctie
Ꭽ
ingedrukt totdat
DST begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
3. Druk op
Ꭿ
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
4. Gebruik
Ꭾ
en
൳
als de instelling die u wilt wijzigen knippert om deze zoals hier
onder beschreven te wijzigen.
5. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
=
De DST indicator in de tweede-tijdfunctie geeft aan dat DST ingeschakeld is voor
de tweede-tijdfunctie-tijd.
V erlichting
Het display van het horloge wordt verlicht door een
elektronisch verlichtingspaneel voor een gemakkelijke
aflezing in het donker .
=
Zie "V erlichting voorzorgsmaatregelen" voor meer
belangrijke informatie.
De verlichting inschakelen
Druk in een willekeurige functie (behalve als een
instelscherm op het display is) op
Ꭾ
om het display te
verlichten.
=
U kunt de hieronder beschreven bediening gebruiken
om een verlichtingsduur van 1,5 of 3 seconden te
selecteren. Als u op
Ꭾ
drukt, blijft de verlichting
gedurende 1,5 of 3 seconden ingeschakeld,
afhankelijk van de instelling van de verlichtingsduur
op dat moment.
De verlichtingsduur specificeren
1. Houd in de tijdfunctie
Ꭽ
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
Ꭾ
als de seconden knipperen, om tussen
een verlichtingsduur van 1,5 seconden (x ) en 3
seconden (
x
x
x
) te wisselen.
3.
Druk twee keer op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
Referentie
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de werking van
het horloge. T evens bevat deze sectie belangrijke voorzor gsmaatregelen en noten
over de verschillende kenmerken en functies van dit horloge.
Maanfase indicator
De maanfase-indicator van dit horloge geeft de huidige fase van de maan aan zoals
hieronder getoond.
=
De maanfase-indicator toont de maan zoals bekeken om 12 uur ’ s middags vanuit
een positie op het noordelijk halfrond naar het zuiden kijkend. Let er op dat op
bepaalde tijden in uw gebied het beeld zoals getoond door de maanfase-indicator
van de daadwerkelijke maan kan verschillen.
=
De links-rechts ontwikkeling van de maanfase is tegenover gesteld als u de maan
op het zuidelijk halfrond of dichtbij de evenaar bekijkt.
Uren Minuten
Maand Dag
Alarm-aan-indicator
Uursignaal-aan-indicato
Alarm aan
Alarm uit
Wekalarm
aan
Tweede tijd
(Uren : Minuten)
Tijdfunctie-tijd
DST-indicator
DST Uren
Minuten
Scherm
DST
A
Om dit te doen:
Wissel tussen zomertijd ( ) en
standaardtijd ( )
Verander de uren of minuten
Doe dit:
Druk op ൳.
Gebruik knoppen ൳ (+) en Ꭾ (-).
Maanfase-
indicator
Maanstatus
0.0 - 1.8
27 . 7 - 29 . 5
Nieuwe
maan
Eerste
kwartier
(Wassen)
Volle
maan
Laatste
kwartier
(Afname)
1.9 - 5.5 5.6 - 9.2 9.3 - 12.9 13.0 - 16.6 16.7 - 20.2 20.3 - 23.9 24.0 - 27.6
Maanfase
Maanfase (zichtbare gedeelte) (Niet zichtbare gedeelte)
Alarmtijd
(Uur : Minuten)
Alarmnummer
Alarmdatum
(Maand – Dag)