Gebruiksaanwijzing 4335 / 4348
2
Woonplaatsgegevens
In de maanfase-, getijgrafiek- en getij/maangegevensfunctie worden gegevens niet
juist getoond tenzij de woonplaatsgegevens (UTC-verschil, geografische breedte en
maaninterval) juist zijn ingesteld.
=
Het UTC-verschil is het tijdverschil tussen de tijdzone waarin de plaats zich bevindt
en de tijd in Greenwich (Engeland).
=
UTC is de afkorting voor Universal Time Coordinated, de internationale weten-
schappelijke tijdstandaard gebaseerd op nauwkeurig onderhouden atoomklokken
die de tijd tot op de microseconde nauwkeurig bijhouden. Schrikkelseconden
worden zonodig toegevoegd of afgetrokken om de UTC-tijd gesynchr oniseerd met
de rotatie van de aarde te houden.
=
Het maaninterval is de verstreken tijd tussen de verplaatsing van de maan over een
meridiaan en het volgende hoge getij op die meridiaan. Zie “Maaninterval” voor
meer informatie.
=
Dit horloge toont de maanintervallen in uren en minuten.
=
De “Woonplaats/maaninterval gegevenslijst” verschaft informatie over het
UTC-verschil en de geografische lengte over de gehele wereld.
=
De volgende fabrieksinstellingen voor de woonplaatsgegevens (T okyo, Japan) zijn
van toepassing als u het horloge net heeft aangeschaft of de batterijen heeft laten
vervangen. V erander deze instellingen zodanig dat ze overeenkomen met het
gebied waar u het horloge normaliter gebruikt.
UTC-verschil (+9.0); Geografische lengte (oost 140 graden); Maaninterval
(5 uur en 20 minuten)
Woonplaatsgegevens instellen
1. Houd in de tijdfunctie
Ꭽ
ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
Ꭿ
om het UTC-verschil instelscherm te
selecteren en controleer of de instelling corr ect is.
=
Gebruik als het UTC-verschil niet juist is
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om deze te veranderen.
3. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm van de geografische
lengte te selecteren.
4. Druk op
Ꭿ
om het knipperen in de hieronder volgor de
te verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
5. Gebruik als de instelling die u wilt wijzigen knippert
൳
en
Ꭾ
om deze zoals
hieronder beschreven te wijzigen.
6. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
De analoge tijd instellen
V oer de hieronder beschreven bediening uit als de door de analoge wijzers aangege-
ven tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie zeven keer op
Ꭿ
om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd
Ꭽ
ingedrukt totdat de huidige digitale tijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
3. Gebruik
൳
om de instelling van de analoge tijd te veranderen.
=
Druk op
൳
om de wijzers 20 seconden vooruit te verplaatsen.
=
Houd
൳
ingedrukt om de analoge tijd versneld vooruit te verplaatsen.
=
Houd
൳
ingedrukt en druk vervolgens op
Ꭾ
om de versnelde verplaatsing te
vergr endelen. De wijzers blijven zich dan versneld verplaatsen gedurende een
volledige 12-uur cyclus of totdat u op een willekeurige knop drukt. De
verplaatsing stopt automatisch nadat de tijd 12 uur vooruit verplaatst is of een
alarm (dagelijks alarm, uursignaal of timersignaal) klinkt.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
=
Als u de instelfunctie verlaat zal de minutenwijzer zich aan de seconden aanpassen.
=
Druk op
Ꭿ
om terug te keren naar de tijdfunctie.
Getij-/maangegevens
In de getij-/maangegevensfunctie kunt u de maanstatus
en maanfase voor een specifieke datum, evenals
getijbewegingen voor een specifieke datum en tijd voor
uw woonplaats kunt bekijken.
=
Als u de getij-/maangegevensfunctie selecteert,
verschijnen eerst de gegevens voor 6 uur ’ s ochtends
op de huidige datum.
=
Als u om bepaalde redenen veronderstelt dat de getij-/maangegevens niet juist zijn,
controleer dan de tijdfunctiegegevens (tijd, datum en woonplaats) en maak de
benodigde aanpassingen.
=
Zie “Maanfase-indicator” voor informatie over de maanfase-indicator en
“Getijgrafiek” voor informatie over de getijgrafiek.
=
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de getij-/maangegevens-
functie die u selecteert door op
Ꭿ
te drukken.
Getij-/maangegevensschermen
Druk in de getij-/maangegevensfunctie op
Ꭽ
om tussen het getij- en maangegevens-
scherm te wisselen.
=
Als u de getij-/maangegevensfunctie selecteert, verschijnen eerst de
maangegevens (maanstatus en maanfase) voor de huidige datum in de tijdfunctie.
Maangegevens voor een specifieke datum bekijken
1. Druk in de getij-/maangegevensfunctie op
Ꭽ
om het maangegevensscherm te
selecteren.
2. Gebruik
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om de datum te selecteren waarvoor u de maangegevens
wilt bekijken.
=
U kunt een datum instellen in het bereik van 2000 tot en met 2099.
=
U kunt ook een datum specificeren voor getij- of maangegevens. Zie “Een datum
specificeren voor gedetailleerde informatie”.
Getijgegevens voor een specifieke datum bekijken
1. Druk in de getij-/maangegevensfunctie op
Ꭽ
om het getijgegevensscherm te
selecteren.
=
Allereerst wordt de getijgrafiek voor 6 uur ’ s ochtends getoond.
2. Gebruik
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om de tijd te selecteren waarvoor u de maangegevens wilt
bekijken.
Een datum specificeren
1. Houd in de getij-/maangegevensfunctie
Ꭽ
ingedrukt
totdat de jaarinstelling begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op
Ꭿ
om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert
൳
(+) en
Ꭾ
(-) om deze te wijzigen.
=
U kunt een datum instellen tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099.
4. Druk op
Ꭽ
om het instelscherm te verlaten.
5. Gebruik
Ꭽ
om het getij- of maangegevensscherm te laten verschijnen.
Thermometer
Het horloge maakt gebruik van een temperatuursensor om de temperatuur te meten.
Tijdens elke even minuut wordt een meting verricht en de laatst gemeten temperatuur
op het thermometerscherm getoond.
=
U kunt in de thermometerfunctie Celsius (ºC) of Fahrenheid (ºF) als eenheid
instellen. Zie “De temperatuureenheid specificeren) voor meer informatie.
=
Het bereik van de getoonde temperatuur is -10,0ºC tot en met 60,0ºC (of 14,0ºF tot
en met 140,0ºF).
=
U kunt de temperatuursensor kalibreren als u vermoedt dat de getoonde
temperatuur niet correct is. Zie “T emperatuursensor kalibr eren” voor meer informatie.
Belangrijk
=
T emperatuurmetingen worden beïnvloed door uw lichaamstemperatuur (als u het
horloge om uw pols draagt), direct invallend zonlicht en vocht. V erwijder voor een
zo nauwkeurig mogelijke meting het horloge van uw pols en plaats het in een goed
geventileerde ruimte buiten bereik van dir ect invallend zonlicht en veeg al het vocht
van de horlogekast. Het duurt ongeveer 20 tot 30 minuten voordat de horlogekast
de omgevingstemperatuur heeft bereikt.
T emperatuur ontwikkelingsgrafiek
Het horloge meet ook elk heel en half uur de temperatuur en slaat de resultaten in het
geheugen op om deze vervolgens voor de temperatuurontwikkelingsgrafiek te
gebruiken. Afhankelijk van de tijd in de tijdfunctie toont de temperatuurontwikkelingsgra-
fiek de gedurende de laatste 17 uur elk heel of half uur gemeten temperatuurverandering.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Geografische
lengtewaarde
Geografische
lengte (oost/west)
Maan status
uren
Maan status
minuten
Geografische
lengte (oost/west)
Geografische
lengtewaarde
Instelling
Geografische
lengtewaarde
Geografische
lengte (oost/west)
Maan status
uren, minuten
Knopbediening
Gebruik
(+) en
(-) om de instelling te wijzigen.
=
U kunt een waarde in het bereik van 0
°
tot en
met 180
°
in stappen van 1 graad instellen.
Gebruik om tussen oostelijke (
E
) en
westelijke geografische lengte (
W
) te wisselen.
Gebruik (+) en (-) om de instelling te
wijzigen.
Scherm
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Maand - Dag
Tijd
Getijgrafiek
Maanfase-indicator
Druk op .
Maangegevensscherm
Maanstatus
Maanfase-indicator
Getijgegevensscherm
Getijgrafiek
Tijd
Maand - Dag
Maand DagJaar
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Jaar
Maand - Dag
Druk op .
Thermometerscherm
hermometer
Temperatuurontwikkelingsscherm
Temperatuur-
ontwikkelings-
grafiek