e
ru
saanw
z
ng
12
Getij-ontwikkelingen
Getij is de periodieke toename en afname van het water van oceanen, zeeën, baaien
en andere waterpartijen, grotendeels ver oorzaakt door de zwaartekracht-interactie
tussen de aarde, maan en zon. Het tij neemt elke zes uur toe en af. De getijgrafiek van
dit horloge geeft de getij-ontwikkeling aan gebaseerd op de beweging van de maan
over een meridiaan en het maaninterval. De getijgrafiek berekent en toont de huidige
getijcondities in uw woonplaats of een havenstad in de nabijheid van uw woonplaats,
gebaseerd op de in het horloge voor geprogrammeerde geografische lengte, maandag-
lengte en maaninterval en de door u gespecificeerde hoogwater -tijden.
Getijgrafiek
De getijgrafiek toont huidige getijconditie middels een van de drie hieronder getoonde
patronen die springtij, tussentij en doodtij en repr esenteren.
De getijgrafiek knippert zoals hieronder getoond om het getijbereik aan te geven.
De segmenten aan de buitenzijden van de getijgrafiek knipperen gedurende hoog
tij.
Maaninterval
Theoretisch gezien, vindt hoogwater plaats als de maan over de meridiaan beweegt
en laagwater zes uur later . In werkelijkheid vindt hoog tij iets later plaats, dankzij
factoren als viscositeit, wrijving en onderwater -topografie. Het tijdverschil tussen de
beweging van de maan over de meridiaan tot hoog tij en de beweging van de maan
over de meridiaan tot laagwater wordt het “maaninterval” genoemd.
Automatische terugkeerfuncties
Als u in de getij/maangegevens-, alarm-, ontvangst-, digitale-kompas- of luchtdruk/
thermometerfunctie gedurende twee tot drie minuten geen knopbediening uitvoert,
keert het horloge automatisch terug naar de tijdfunctie.
Als u in de hoogtemeterfunctie geen knop indrukt, keert het horloge automatisch na
negen of tien uur terug naar de tijdfunctie.
Als u bij een scherm waarop cijfers knipperen gedur ende twee of drie minuten geen
knop indrukt, verlaat het horloge automatisch het instelscherm.
Initiële schermen
Wanneer u de wer eldtijd- of alarmfunctie selecteert, worden eerst de gegevens
getoond die u bekeek toen u de laatste keer de functie verliet.
Bladeren
Bij het instelscherm bladert u met de knoppen
Ꭽ
en
Ꭿ
door de gegevens op het
display . In de meeste gevallen bladert u versneld door de gegevens als u deze
knoppen ingedrukt houdt.
Indicator gebrekkig functioneren sensor
Als het horloge aan een sterke klap/stoot wordt blootgesteld, kan dit ertoe leiden dat
de sensor gebrekkig functioneert of een interne storing plaatsvindt. Als dit gebeurt,
verschijnt
ERR
(fout) op het display en kunnen geen sensorbedieningen worden
uitgevoerd.
Start als de boodschap
ERR
verschijnt terwijl in de sensorfunctie een meetbedie-
ning wordt uitgevoerd de meting opnieuw . Als
ERR
weer op het display
verschijnt, kan dit betekenen dat er iets mis is met de sensor .
Zelfs als de batterijsterkte op niveau 1 of 2 is, kan de sensor van de digitale- kom-
pas-, luchtdruk/thermometer - of hoogtemeterfunctie buiten gebruik zijn als er niet
genoeg spanning is om deze goed te laten functioneren. In dit geval verschijnt de
boodschap
ERR
op het display . Dit duidt niet op een gebrekkig functioneren van
het horloge en de werking van de sensor dient weer te hervatten als de bat-
terijspanning naar een normaal niveau terugkeert.
Als
ERR
tijdens metingen blijft verschijnen, kan dit betekenen dat er een
probleem is met de specifieke sensor .
Als de sensor niet juist meer functioneert, ga dan zo snel mogelijk met het horloge
naar uw CASIO-dealer .
Knopbedieningssignaal
Het knopbedieningssignaal klinkt telkens wanneer u op
een horlogeknop drukt. U kunt het knopbedieningssig-
naal desgewenst in- of uitschakelen.
Zelfs als u het knopbedieningssignaal uitschakelt,
blijven het alarm, uursignaal en timeralarm normaal
functioneren.
Het knopbedieningssignaal in- en uitschakelen
Houd in een willekeurige functie (behalve als een
instelscherm getoond wor dt)
൳
ingedrukt om het
knopbedieningssignaal in (
niet getoond) of
uit (
getoond) te schakelen.
Aangezien
൳
ook gebruikt wordt om van functie te veranderen, wijzigt tevens de
huidige functie wanneer u deze knop ingedrukt houdt om het knopbedieningssig-
naal in of uit te schakelen.
De indicator wor dt in alle functies getoond als het knopbedieningssignaal is
uitgeschakeld.
Energiespaarfunctie
Indien de energiespaarfunctie is ingeschakeld, gaat het
horloge automatisch naar een slaapstand als het
gedurende een bepaalde tijd op een donkere plek wor dt
bewaard. De tabel hieronder toont hoe de functies van
het horloge worden beïnvloed door de ener giespaar-
functie.
Er zijn twee slaapstandniveau’ s: ‘display-slaapstand’
en ‘functie-slaapstand’.
Als u het horloge onder uw mouw of kleding draagt, kan de slaapstand worden
geactiveerd.
Het horloge zal niet naar de slaapstand gaan als de digitale tijd tussen 6 uur ’ s
ochtends en 10 uur ’ s avonds is. Als het horloge al in de slaapstand is als de
digitale tijd 6 uur ’ s ochtends bereikt, zal deze echter in de slaapstand blijven.
Het horloge zal niet naar de slaapstand gaan als deze in de digitale kompas-,
luchtdruk/thermometer -, hoogtemeter-, ontvangst-, timer - of stopwatchfunctie is.
Als het horloge in een andere functie dan de timer - en stopwatchfunctie is, keert
het na een bepaalde periode automatisch terug naar de tijdfunctie. Als het
vervolgens gedurende de in de tabel hierboven aangegeven tijd in het donker blijft,
gaat het naar de slaapstand.
Van de slaapstand herstellen
V oer een van de volgende bedieningen uit.
Ga met het horloge naar een goed verlichte plek. Het kan tot twee seconden duren
voordat het display wordt geactiveer d.
Druk op een willekeurige knop.
Draai het horloge naar uw gezicht om deze af te lezen.
De energiespaarstand in- en uitschakelen
1. Houd in de tijdfunctie
൴
ingedrukt totdat de
stadscode begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
2. Druk negen keer op
൳
totdat het energiespaarstand-
aan/uit-scherm verschijnt.
3. Druk op
Ꭽ
om de energiespaarstand in (ON ) of uit
(
OFF) te schakelen.
4. Druk op
൴
om het instelscherm te verlaten.
De energiespaarstand-aan-indicator (PS ) wor dt in alle
functies op het display getoond terwijl de ener -
giespaarstand is ingeschakeld.
Radiogestuurde tijdfunctie voorzorgsmaatregelen
Sterke elektrostatische lading kan resulter en in een verkeerd ingestelde tijd.
Het tijdkalibratiesignaal wordt teruggekaatst in de ionosfeer . Derhalve kan het
signaalontvangstbereik door factoren zoals veranderingen in de r eflectie van de
ionosfeer en beweging van de ionosfeer naar hogere hoogtes dankzij seizoensin-
vloeden of de tijd op de dag, veranderen en de ontvangst tijdelijk onmogelijk zijn.
Zelfs als het tijdkalibratiesignaal goed is ontvangen, kunnen bepaalde omstandig-
heden ertoe leiden dat de tijdinstelling een seconde afwijkt.
De huidige tijdinstelling in overeenstemming met het tijdkalibratiesignaal heeft
prioriteit ten opzichte van elke zelf gemaakte tijdinstelling.
Het horloge is ontworpen om de datum en weekdag automatisch bij te houden voor
de periode 1 januari 2001 tot en met 31 december 2099. Het instellen van de datum
door middel van het tijdkalibratiesignaal is niet mogelijk vanaf 1 januari 2100.
Het horloge kan signalen ontvangen die onderscheid maken tussen schrikkeljaren
en niet-schrikkeljaren.
Alhoewel het horloge ontwikkeld is om zowel tijd- (uur , minuten, seconden) als
datumgegevens (jaar , maand, dag) te ontvangen, kunnen bepaalde omstandighe-
den ertoe leiden dat uitsluitend tijdgegevens worden ontvangen.
Als u zich in een gebied bevindt waar een goede tijdkalibratie-signaalontvangst
onmogelijk is, geeft het horloge de tijd weer met een nauwkeurigheid van ± 20
seconden per maand bij een normale temperatuur .
Controleer als u problemen ondervindt bij de tijdkalibratie-signaalontvangst of de
tijdinstelling incorrect is na een signaalontvangst de instellingen van uw huidige
stadscode, zomertijd en automatische ontvangst.
De woonplaatsinstelling gaat naar de standaardinstelling
TYO
(T okyo) als de
batterij naar niveau 5 daalt of u de oplaadbare batterij heeft laten vervangen.
V erander de woonplaats naar de gewenste instelling als dit gebeurt.
Groot verschil tussen hoog en
laag tij. Gebeurt een paar
dagen voor en na nieuwe
en volle maan.
Gemiddeld verschil tussen
hoog en laag tij.
Klein verschil tussen hoog en
laag tij. Gebeurt een paar
dagen voor en na het eerste
en laatste kwartier van een
halve maan.
Getij Grafiek Beschrijving
Springtij
Tussentij
Doodtij
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Hoog tij Hoog tij
Laag tij
Signaal-uit-indicator
Verstreken tijd in
het donker
60 tot 70 minuten
(display-slaapstand)
6 tot 7 dagen
(functie-slaapstand)
Display
Leeg waarbij
PS knippert
Leeg waarbij
PS niet knippert
Bediening
Display is uit maar alle functies
zijn in gebruik
Alle functies zijn buiten gebruik
maar de tijdfunctie loopt door
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Energie spaarstand-
aan-indicaor