e
ru
saanw
z
ng
9
Bij een stadscodetijd tussen standaard- en zomertijd
wisselen
1. Gebruik in de wereldtijdfunctie
Ꭽ
(oost) en
Ꭿ
(west)
om de stadscode (tijdzone) te tonen waarvoor u de
standaardtijd/zomertijd-instelling wilt wijzigen.
2. Houd
൴
ingedrukt om tussen zomertijd (DST
indicator getoond) en standaardtijd (DST indicator
niet getoond) te wisselen.
De DST indicator verschijnt op het display wanneer u
een stadscode toont waarvoor zomertijd is
ingeschakeld.
U kunt niet tussen zomertijd en standaardtijd
wisselen als de getoonde stadscode
UTC
is.
Onthoud dat de zomertijd/standaardtijd-instelling
alleen de huidig getoonde stadscode betreft. Andere
stadscodes worden niet aangepsast.
Alarmen
U kunt vijf onafhankelijke, dagelijkse alarmen instellen.
Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm als de
alarmtijd bereikt is. U kunt tevens een uursignaal
inschakelen waarna het horloge elke heel uur twee keer
een signaal geeft.
Het alarmnummer (AL1 tot en met AL5 ) geeft een
alarmscherm aan. SIG verschijnt als het uursignaal-
scherm getoond wordt.
Als u de alarmfunctie selecteert, verschijnen eerst de
gegevens die u bekeek toen u de de laatste keer de
functie verliet.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de alarmfunctie, die u selecteert door op
൳
te
drukken.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie
Ꭽ
en
Ꭿ
om door de
alarmschermen te bladeren totdat het alarm getoond
wordt waarvoor u de tijd wilt instellen.
2. Houd
൴
ingedrukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd beginnen te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
Door deze bediening wordt het alarm automatisch ingeschakeld.
3. Druk op
൳
om het knipperen tussen de instellingen van de uren en de minuten te
verplaatsen.
4. Gebruik als een instelling knippert
Ꭽ
(+) en
Ꭿ
(-) om deze te wijzigen.
Let er als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van de 12-uur weergave op
dat u de tijd juist instelt als ochtendtijd (geen indicator) of middag/avondtijd (P
indicator).
5. Druk op
൴
om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt in alle functies op de instelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden of
totdat u deze stop door op een willekeurige knop te drukken.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie
Ꭽ
ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Een alarm en het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie
Ꭽ
en
Ꭿ
om een alarm of het uursignaal te selecteren.
1. Druk als het gewenste alarm of het uursignaal geselecteerd is op
Ꭾ
om deze in
(
ON) of uit ( OF) te schakelen.
Geeft aan dat het alarm is ingeschakeld.
Geeft aan dat het uursignaal is ingeschakeld.
De alarm-aan-indicator ( ) en de uursignaal-aan-indicator ( ) wor den in alle
functies op het display getoond als het alarm en het uursignaal zijn ingeschakeld.
Als een willekeurig alarm is ingeschakeld, wordt de alarm-aan-indicator in alle
functies op het display getoond.
V erlichting
De verlichting maakt gebruik van een elektronisch
paneel waardoor het gehele display verlicht wordt voor
een gemakkelijke aflezing in het donker . De automati-
sche lichtschakelaar activeert automatisch de verlichting
als u het horloge naar uw gezicht draait.
De automatische lichtschakelaar moet worden
ingeschakeld (aangegeven door de automatische-
lichtschakelaar -aan-indicator) om geactiveerd te
kunnen worden.
Zie “V erlichting voorzorgsmaatregelen” voor ander e
belangrijke informatie over het gebruik van de
verlichting.
De verlichting handmatig inschakelen
Druk in een willekeurige functie op
ൻ
om het display gedurende ongeveer een
seconde te verlichten.
Bij de bovenstaande bediening wordt de verlichting automatisch geactiveerd,
ongeacht de huidige instelling van de automatische lichtschakelaar .
De verlichting is buiten gebruik tijdens een tijdkalibratie-signaalontvangst, het
instellen van sensormeetfuncties en de kalibratie van de ijksensor .
Over de automatische lichtschakelaar
Als u de automatische lichtschakelaar inschakelt, wordt de verlichting geactiveerd
wanneer u uw pols, in een willekeurige functie, als hieronder beschreven positioneert.
Onthoud dat het horloge is voorzien van een volautomatische, elektronische
verlichting waardoor de automatische lichtschakelaar alleen maar wordt geactiveer d
als het beschikbare licht beneden een bepaald niveau is. De verlichting wordt niet
ingeschakeld bij helder licht.
De automatische lichtschakelaar is altijd buiten gebruik, ongeacht de aan/
uit-instelling, tijdens een van de volgende condities.
T erwijl een alarm klinkt
Tijdens een sensormeting
T erwijl in de digitale kompasfunctie een ijksensorkalibratie wordt uitgevoerd
T erwijl in de ontvangstfunctie een ontvangstoperatie plaatsvindt
Tijdens een getijgegevensberekening
Waarschuwing!
V erzeker u ervan dat u op een veilige plaats bent als u het display van het
horloge afleest, gebruikmakend van de automatische lichtschakelaar . W ees
extra zorgvuldig als u rent of bij een activiteit betrokken bent die kan
resulteren in een ongeluk of verwonding. V ermijd ook dat door de plotselinge
verlichting door de automatische lichtschakelaar anderen om u heen verrast
of afgeleid worden.
Let er als u het horloge draagt op dat de automatische lichtschakelaar is
uitgeschakeld voordat u van een fiets, motor of ander voertuig gebruik maakt.
Plotselinge of ongeplande werking van de automatische lichtschakelaar kan u
afleiden met een verkeersongeluk en ernstige persoonlijke verwondingen als
gevolg.
De automatische lichtschakelaar in- en uitschakelen
Houd in de tijdfunctie
ൻ
gedurende ongeveer drie seconden ingedrukt om de
automatische lichtschakelaar in (A.EL getoond) of uit (A.EL niet getoond) te schakelen.
De automatische-lichtschakelaar -aan-indicator (A.EL ) wordt in alle functies op het
display getoond terwijl de automatische lichtschakelaar is ingeschakeld.
De automatische lichtschakelaar wordt automatisch uitgeschakeld als de
batterijsterkte naar niveau 4 daalt.
Het kan zijn dat de verlichting niet gelijk wordt geactiveerd als u het horloge naar
uw gezicht draait terwijl een luchtdruk- of hoogtemeting in voortgang is.
V ragen en antwoorden
Vraag: W at veroorzaakt onjuiste richtingmetingen?
Antwoord:
Onjuiste bi-directionele kalibratie. V oer bi-directionele kalibratie uit.
Sterke magnetische omgevingsbronnen, zoals huishoudelijke apparaten, een grote
stalen brug, een stalen balk, hoogspanningskabels, etc., of een poging om een
richtingmeting uit te voeren in een trein, boot, etc. Ga weg van gr ote metalen
objecten en probeer het opnieuw . Onthoud dat een digitale kompasbediening niet
kan worden uitgevoerd in een tr ein, boot, etc.
Vraag: Hoe komt het dat bij verschillende richtingmetingen op dezelfde locatie
verschillende resultaten worden verkr egen?
Antwoord: Door nabije hoogspanningskabels gegenereer d magnetisme interfereert
met de detectie van aards magnetisme. Ga weg van de hoogspanningska-
bels en probeer het opnieuw .
Vraag: W aarom heb ik problemen met het binnenshuis uitvoer en van digitale
kompasbedieningen?
Antwoord: TV , computers, luidspr ekers en sommige andere objecten interfer eren met
de detectie van aards magnetisme. Ga weg van het object dat de
interferentie veroorzaakt of voer de digitale kompasbediening buitenshuis
uit. Digitale kompasbedieningen binnenshuis zijn met name moeilijk
binnenin gebouwen van gewapend beton. Onthoud dat u geen digitale
kompasbedieningen kunt uitvoeren in treinen, vliegtuigen, etc.
Vraag: Hoe werkt de luchtdrukmeter?
Antwoord: De luchtdruk geeft veranderingen in de atmosfeer aan en door deze
veranderingen te analyseren kunt u het weer met een redelijke nauwkeurig-
heid voorspellen. Een stijgende luchtdruk duidt op goed weer en een
dalende luchtdruk op verslechterende weersomstandigheden. De
luchtdruk die u in de krant en op het weerbericht op TV ziet, zijn metingen
die zijn gecorrigeerd naar waarden gemeten op zeeniveau.
Vraag: Hoe werkt de hoogtemeter?
Antwoord: Normaal gesproken wor den de luchtdruk en temperatuur lager als de
hoogte toeneemt. Dit horloge baseert de hoogtemetingen op International
Standard Atmosphere (ISA) waar den uitgegeven door de International Civil
Aviation Or ganization (ICAO). Deze waarden definiëren de relaties tussen
hoogte, luchtdruk en temperatuur .
DST-indicator
Alarmtijd
(Uren : Minuten)
Alarmnummer
Huidige tijd
Alarm-aan-
indicator
Aan/Uit
status
AL1 AL2 AL3
SIG AL5 AL4
Automatische-
lichtschakelaar-
aan-indicator
Door het horloge in een positie te houden die evenwijdig is met de grond en
daarna meer dan 40° naar u toe te draaien, zal de verlichting ingeschakeld
worden.
•Draag het horloge aan de bovenzijde van uw pols.
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
P arallel to
ground
More than
40
°