e
ru
saanw
z
ng
5
Bi-directionele kalibratie uitvoeren
1. Houd in de digitale kompasfunctie
൴
gedurende
ongeveer twee seconden ingedrukt totdat de
magnetische declinatie hoekwaarde begint te
knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
2. Druk twee keer op
൳
om het bi-directionele
kalibratiescherm te selecteren.
T egelijkertijd knippert de indicatie van het
magnetische noorden op de 12-uur positie om te
laten zien dat het horloge klaar is voor de kalibratie
van de eerste richting.
3. Plaats het horloge in elke gewenste richting op een vlak oppervlak en druk op
Ꭿ
om de eerste richting te kalibreren.
T erwijl de kalibratiebediening plaatsvindt, wor dt --- op het display getoond.
Wanneer de kalibratie van de eerste richting succesvol is afger ond verschijnt
OK
en -2- op het display en knippert de magnetisch-noorden-wijzer op de
6-uur -positie. Dit geeft aan dat het horloge klaar is voor kalibratie van de tweede
richting.
4. Draai het horloge 180 graden.
5. Druk nogmaals op
Ꭿ
om de tweede richting te kaliberen.
Op het display wordt --- getoond terwijl de kalibratie wordt uitgevoer d. Als de
kalibratie succesvol is afgerond, wordt
OK
op het display getoond en verschijnt
het digitaal-kompas-functiescherm (waarop de hoekwaarde getoond wor dt).
Als --- op het kalibratiescherm verschijnt en vervolgens verandert naar
ERR
(fout), betekent dit dat er een sensorfout heeft plaatsgevonden. Probeer als
ERR
na ongeveer een seconde verdwijnt nogmaals de kalibratie uit te voeren. Neem als
ERR
blijft verschijnen contact op met uw CASIO-dealer om het horloge te laten
controleren.
De noordelijke kalibratie uitvoeren
1. Houd in de digitaal-kompas-functie
൴
gedurende
ongeveer twee seconden ingedrukt ingedrukt totdat
de magnetische declinatie hoekwaarde en hoekrich-
tingwaarden beginnen te knipperen, wat aangeeft dat
het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk twee keer op
൳
om het noordelijke kalibratie-
scherm te laten verschijnen.
3. Plaats het horloge op een vlak oppervlak en
positioneer deze zo dat de 12-uur zijde naar het
noorden (zoals door een ander kompas gemeten)
wijst.
4. Druk op
Ꭿ
om de kalibratiebediening te starten.
Op het display wordt --- getoond terwijl de kalibratie wordt uitgevoer d. Als de
kalibratie succesvol is afgerond, wordt
OK
op het display getoond en verschijnt
het digitaal-kompas-functiescherm (waarop 0º als hoekwaarde getoond wor dt).
Als --- op het kalibratiescherm verschijnt en vervolgens verandert naar
ERR
(fout), betekent dit dat er een sensorfout heeft plaatsgevonden. Probeer als
ERR
na ongeveer een seconde verdwijnt nogmaals de kalibratie uit te voeren. Neem als
ERR
blijft verschijnen contact op met uw CASIO-dealer om het horloge te laten
controleren.
De digitale kompasfunctie tijdens bergbeklimmen of wandelen gebruiken
In deze sectie worden drie praktische toepassingen voor gebruik van het digitale
kompas vermeld.
Een kaart positioneren en uw huidige locatie bepalen.
Tijdens bergbeklimmen of wandelen is het belangrijk een idee van uw huidige
locatie te hebben. Hiertoe dient u uw kaart te positioneren, wat inhoudt dat de op
de kaart aangegeven richtingen overeen moeten komen met de richtingen van uw
locatie. Dit houdt in dat u de noordelijke richting van de kaart lijnt met de
noordelijke richting van uw horloge.
De richting naar een doel ijken
De richting naar een doel op een kaart bepalen en in die richting lopen
Een kaart positioneren en uw huidige locatie
bepalen
1. Positioneer het horloge, terwijl u deze om uw pols
draagt, zo dat de bovenzijde horizontaal is.
2. Druk in de tijd-, digitale-kompas-, luchtdruk/
thermometer - of hoogtemeterfunctie op
Ꭿ
om een
richtingmeting uit te voeren.
De meting verschijnt na ongeveer twee seconden
op het display .
3. Draai de kaart zonder het horloge te bewegen totdat
de op de kaart aangegeven noordelijke richting
overeenkomt met de op het horloge aangegeven
noordelijke richting.
Lijn als het horloge is ingesteld om het magneti-
sche noorden aan te geven het magnetische
noorden van de kaart met de noordelijke richting
van het horloge. Lijn als een declinatie is ingesteld
om het werkelijke noorden te corrigeren het
werkelijke noorden van de kaart met de noordelijke
richting van het horloge.
Hierdoor wordt de kaart over eenkomstig uw
huidige locatie gepositoneerd.
4. Bepaal uw locatie terwijl u de geografische contouren
om uw heen bekijkt.
De richting naar een doel ijken
1. Positioneer de kaart zodat de noordelijke richting lijnt
met de op het horloge aangegeven noordelijke
richting en bepaal uw huidige locatie.
Zie “Een kaart positioneren en uw huidige locatie
bepalen” voor informatie hoe bovenstaande stap
uitgevoerd kan worden.
2. Positioneer de kaart zodat de richting waarin u op de
kaart wilt reizen recht voor u wijst.
3. Positioneer het horloge, terwijl u deze om uw pols
draagt, zo dat de bovenzijde horizontaal is.
4. Druk in de tijd-, digitale-kompas-, luchtdruk/
thermometer - of hoogtemeterfunctie op
Ꭿ
om een
richtingmeting uit te voeren.
De meting verschijnt na ongeveer twee seconden
op het display .
5. Draai, terwijl u de kaart voor u houdt, uw lichaam
totdat het door het horloge aangegeven noorden lijnt
met de noordelijke richting op de kaart.
Hierdoor wordt de kaart over eenkomstig uw huidige
locatie gepositioneerd, zodat uw doel zich recht voor
u bevindt.
De richting naar een doel op een kaart bepalen en in
die richting lopen
Noot
De volgende bediening is uitsluitend mogelijk als het
horloge over een draairing beschikt.
1. Neem een kompasmeting en positioneer de kaart
zodat de noordelijke richting lijnt met de op het
horloge aangegeven noordelijke richting en bepaal
uw huidige locatie.
Zie “Een kaart positioneren en uw huidige locatie
bepalen” voor informatie hoe bovenstaande stap
uitgevoerd kan worden.
2. Wijzig, zoals getoond in de illustratie links, uw positie
zodat u (en de 12-uur positie van het horloge) naar
het doel gericht bent, terwijl u de kaart met de op het
horloge getoonde richting gelijnd houdt.
Als u het moeilijk vindt om bovenstaande stap uit
te voeren terwijl u alles gelijnd houdt, beweeg u
dan eerst naar de juiste positie (12-uur zijde van
het horloge gericht naar het doel) zonder u om de
richting van de kaart zorgen te maken. V oer
vervolgens nogmaals stap 1 uit om de kaart te
positioneren.
3. Druk in de tijd-, digitale-kompas-, luchtdruk/
thermometer - of hoogtemeterfunctie op
Ꭿ
om een
richtingmeting uit te voeren.
De meting (hoekwaarde, richtingindicator en vier
wijzers gebaseerd op de 12-uur positie van het
horloge) verschijnt na ongeveer twee seconden op
het display .
De kompasmetinginformatie blijven gedurende
ongeveer 20 seconden nadat u op
Ꭿ
heeft gedrukt
op het display getoond en verdwijnt vervolgens. Druk
als dit gebeurt nogmaals op
Ꭿ
om een nieuwe
meting te starten en informatie weer te laten tonen.
4. Draai de ring zodanig dat de “N” (Noorden) indicator op de ring met de bij stap 3
verkregen noord-indicator lijnt.
5. Loop in de richting waarnaar de 12-uur positie wijst om de weg naar uw doel te
vervolgen.
Noot
Ga wanneer bepaalde omstandigheden of geografische contouren het onmogelijk
maken in een rechte lijn te blijven lopen, terug naar stap 1 en sla een nieuwe
richting naar het doel op.
Luchtdruk/thermometer
Dit horloge maakt gebruik van een druksensor om de luchtdruk te meten en een
temperatuursensor om de temperatuur te meten.
U kunt de temperatuursensor en de luchtdruksensor kalibreren als u vermoedt dat
de aflezingen niet juist zijn.
Luchtdruk- en temperatuurmetingen uitvoeren
Als u in de tijdfunctie of in een van de andere meetfunc-
ties op
Ꭾ
drukt, selecteert u de luchtdruk/thermometer -
v functie en start het horloge automatisch een
luchtdruk- en temperatuurmeting.
Het kan vier tot vijf seconden duren voordat de
luchtdrukwaarde verschijnt nadat u de luchtdruk/
temperatuurfunctie selecteert.
De luchtdruk wordt getoond met stappen van 1hPa
(of 0,05 inHg).
Op het display wordt ---- hPa (of inHg) getoond als
de gemeten luchtdruk buiten het bereik van 260 hPa
tot en met 1100 hPa (7,65 inHg tot en met 32,45
inHg) valt. De luchtdrukwaarde wordt weer getoond
zodra de gemeten waarde binnen het toegestane
meetbereik is.
De temperatuur wordt getoond met stappen van 0,1 °C (of 0,2 °F).
De getoonde temperatuurwaarde verandert naar --- °C (of °F) als de gemeten
temperatuur buiten het bereik van –10,0 °C tot en met 60,0 °C (14,0 °F tot en met
140,0 °F) is. De temperatuurwaarde wordt weer getoond zodra de meetwaar de
binnen het toegestane bereik is.
In sommige landen wordt luchtdruk uitgedrukt in millibar (mb) in plaats van
hecto-pascal (hPa). Dit maakt echter geen verschil aangezien 1 hPa = 1 mb.
V oor de displayeenheid van de gemeten luchtdruk kunt u hecto-pascal (hPa) of
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
l
Noorden aangegeven
op kaart
Noorden aangegeven door
noord-wijzer
Huidige
locatie
N
N
12-uur
positie
N
N
Huidige
Locatie
Doel
12-uur positie
N
N
Huidige
locatie
Doel
12-uur positie
Richting huidige
meting
Noorden-
wijzer
T e mperatuur
Luchtdruk
Luchtdruk-
grafiek
Drukverschil-
wijzer