1 Opname-inschakelingsknop: als u de START/
STOP-knop of ZOOM-knoppen gebruikt, dient
u deze knop tegelijk met de betreffende knop
in te drukken.
2 PHOTO-knop (foto) (A 179)
3 SHOT1-knop (opnamemarkering 1) (A 107, 141)
4 CANCEL-knop (annuleren) (A 25)
5 SET-knop (instellen) (A 25)
6 INDEX-knop (indexschermen) (A 132)
7 Ò-knop (afspelen/onderbreken) (A 133)
8 Ñ-knop (stoppen) (A 133)
9 START/STOP-knop (opnamen maken starten/
stoppen) (A 42)
10 ZOOM-knoppen (zoomen)
T: telelens/W: groothoek (A 72)
11 á/â/à/ß-knoppen
12 MENU-knop (menu) (A 25)
13 Ø/×-knoppen (versneld achteruit/
vooruit afspelen) (A 135)
14 Ô/Ó-knoppen (beeldje voor beeldje vooruit/
achteruit) (A 135)