Vierkante haakjes [ ] worden
gebruikt om te verwijzen naar
knoppen en menu-opties die
u selecteert op het scherm
en naar andere berichten en
gegevens op het scherm.
Deze pictogrammen geven de bedieningsstand van de camcorder aan en of een functie
in die stand beschikbaar is.
: geeft aan of de camcorder in
de opnamestand (CAMERA) of afspeelstand
(MEDIA) staat. In dit voorbeeld is de functie
alleen beschikbaar in de stand .
Raadpleeg De camcorder aan- en uitzetten
(A 23) voor meer informatie.
: geeft de cameramodus aan.
Raadpleeg De cameramodus instellen
(A 24) voor meer informatie.
De pijl > wordt gebruikt om menukeuzes af
te korten. Raadpleeg Gebruik van de menu’s
(A 27) voor meer informatie over het
gebruik van de menu’s. Raadpleeg de bijlage
Menuopties (A 101) voor een overzicht van
de beschikbare menuopties en instellingen.