104
De opnamestand selecteren
De opnamestand wijzigen
Druk op de DRIVE MODE-toets om te wisselen tussen de opnamestanden.
De instelling verandert telkens wanneer u de toets indrukt.
Continu-opnamen/continu-opnamen met hoge snelheid
Druk de PHOTO-toets in en houd deze ingedrukt.
Zolang u de PHOTO-toets ingedrukt houdt, wordt een serie foto's gemaakt.
❍ Maximaal aantal continu-opnamen per keer:
* Deze cijfers zijn bij benadering gegeven en variëren al naargelang de opname-
omstandigheden en onderwerpen.
Er is voldoende ruimte op de geheugenkaart vereist. Continu-opnamen stopt wanneer de
kaart vol is.
❍ Het aantal beeldjes per seconde kan lager zijn wanneer (cameratrillings-
waarschuwing) op het scherm wordt weergegeven.
Continu-opnamen
Opnemen met
hoge snelheid
AEB
(reeksopnamen)
Enkelvoudig
Maakt snel een serie foto's terwijl u de PHOTO-toets ingedrukt
houdt (3 beeldjes per seconde).
Maakt snel een serie foto's terwijl u de PHOTO-toets ingedrukt
houdt (5 beeldjes per seconde).
De camcorder maakt een foto met drie verschillende
belichtingen (donker, normaal, licht in stappen van 1/2 EV),
waarna u de opname met de beste belichting kunt kiezen.
Maakt een foto wanneer u de PHOTO-toets indrukt.
1280 × 960 3 beeldjes 5 beeldjes 10 beelden
640 × 480 3 beeldjes 5 beeldjes 60 beelden
fotoformaat
Maximaal aantal
continu-opnamen
Aantal beeldjes per seconde
Normale snelheid
Hoge snelheid