76
De stand van de
afstandsbedieningssensor wijzigen
De afstandsbedieningssensor kan in twee standen worden ingesteld en kan worden
uitgeschakeld zodat de camcorder niet onbedoeld reageert op andere
afstandsbedieningen van Canon die in de directe omgeving worden gebruikt.
De afstandsbedieningssensor uitschakelen.
Open het menu en selecteer [SYSTEM]. Selecteer [WL.
REMOTE], stel dit in op [OFF B] en sluit het menu.
“B“ verschijnt.
De stand van de afstandsbedieningssensor wijzigen
1. Open het menu op de camcorder en selecteer
[SYSTEM]. Selecteer [WL. REMOTE], stel dit in op
[A 2] en sluit het menu.
De geselecteerde stand wordt enkele seconden lang getoond.
2. Druk op de REMOTE SET-toets van de
afstandsbediening en houd deze ingedrukt. Druk op
de ZOOM-toets T voor stand 2. Houd de toets
gedurende meer dan 2 seconden ingedrukt.
Als u de camcorder heeft ingesteld op stand 1, druk dan op de
ZOOM-toets W voor stand 1.
❍ De draadloze afstandsbediening keert terug naar stand 1
wanneer u de batterijen vervangt. Wijzig de stand indien nodig.
❍ Zorg ervoor dat de camcorder en de draadloze afstandsbediening op dezelfde
stand ingesteld staan. De stand van de camcorder wordt weergegeven als u op
een willekeurige toets van de afstandsbediening drukt (met uitzondering van
de REMOTE SET-toets). Stel de afstandsbedieningssensor in op dezelfde stand.
Vervang de batterijen als de afstandsbediening nog steeds niet werkt.
AUDIO DUB.
SELF T. D.EFFECTS