66
Gebruik van
alle mogelijkheden
Ne
Gebruik van het meerbeeldenscherm
Het meerbeeldenscherm legt bewegende onderwerpen vast in een stilbeelden-
reeks van 4, 9 of 16 opnamen en geeft ze in één keer weer. Geluid wordt opge-
nomen. Deze functie kan worden gebruikt in de stand CAMERA en PLAY (VCR).
Stel de overgangssnelheid in waarmee het onderwerp moet worden vastgelegd.
U kunt kiezen uit handmatig [MANUAL], snel [FAST] (elke 4 beelden), gemiddeld
[MOD.] (elke 6 beelden*) of langzaam [SLOW] (elke 8 beelden*).
* In het programma Low Light: middelmatig (elke 8 beelden), langzaam (elke
12 beelden)
Het meerbeeldenscherm selecteren
1. Zet de programmakeuzeschakelaar op Q.
2. Druk op de DIGITAL.EFFECTS-toets.
[D.EFFECTS |], [FADER], [EFFECT] en [MULTI-S] verschijnen.
3. Selecteer [MULTI-S].
[S.SPEED] en [S.SPLIT] verschijnen.
4. Selecteer [S.SPEED].
[MANUAL], [FAST], [MOD.] en [SLOW] verschijnen.
5. Selecteer de overgangssnelheid.
6. Selecteer nogmaals [MULTI-S].
[S.SPEED] en [S.SPLIT] verschijnen.
7. Selecteer [S.SPLIT].
De instellingen [4], [9] en [16] verschijnen.
8. Selecteer een beeldenreeks.
9. Druk op de DIGITAL EFFECTS-toets.
[MULTI-S] gaat knipperen.