U kunt IPSec pas gebruiken voor gecodeerde communicatie als u beleidsinstellingen voor beveiliging hebt geregistreerd. Een dergelijke
beleidsinstelling bestaat uit de hieronder beschreven groepen met instellingen. U kunt maximaal 10 beleidsinstellingen registreren. Als u
klaar bent met de instellingen, geeft u de volgorde aan waarin u de beleidsinstellingen wilt toepassen.
Selector
De beleidsinstelling Selector definieert voorwaarden waaraan IP-pakketten moeten voldoen om met IPSec-communicatie te worden
uitgewisseld. Voorbeelden van voorwaarden zijn IP-adressen en poortnummers van de machine en van de apparaten waarmee wordt
gecommuniceerd.
IKE
De beleidsinstelling IKE configureert de IKEv1 die wordt gebruikt voor het protocol voor het uitwisselen van sleutels. De instructies
verschillen naargelang de geselecteerde verificatiemethode.
[Gedeelde sleutelmethode]
U kunt een sleutel van maximaal 24 alfanumerieke tekens delen met de andere apparaten. Geef deze verificatiemethode pas op nadat
u SSL hebt ingeschakeld voor de UI op afstand (
Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand).
[Methode digitale handtekening]
Het apparaat en de andere apparaten verifiëren elkaar door elkaars digitale handtekening te controleren. U moet het sleutelpaar
vooraf genereren of installeren (
Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten).
AH/ESP
Geef de instellingen op voor AH/ESP, die tijdens IPSec-communicatie worden toegevoegd aan pakketten. AH en ESP kunnen
tegelijkertijd worden gebruikt. U kunt ook aangeven of u PFS wilt inschakelen voor een nog betere beveiliging.
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Beveiligingsinstellingen] [IPSec-instellingen].
Klik op [Bewerken...].
IPSec-instellingen configureren
1
2
3
4
㻠㻠㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Schakel het selectievakje [Gebruik IPSec] in en klik op [OK].
Als het apparaat alleen pakketten mag ontvangen die voldoen aan een van de beleidsinstellingen die u hieronder definieert,
schakelt u het selectievakje [Ontvangst non-policy pakketten] uit.
Klik op [Nieuw beleid registreren...].
Geef de beleidsinstellingen op.
1
Typ in het vak [Policy-naam] maximaal 24 alfanumerieke tekens als naam voor de set met beleidsinstellingen.
2
Schakel het selectievakje [Beleid inschakelen] in.
Geef de instellingen voor het beleid Selector op.
5
6
7
8
㻠㻠㻞㻌㻛㻌㻢㻤㻠
[Lokaal adres]
Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van het apparaat waarop u het beleid wilt toepassen.
[Alle IP-
adressen]
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten.
[IPv4-adres]
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv4-adres van het
apparaat worden verstuurd.
[IPv6-adres]
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv6-adres van het
apparaat worden verstuurd.
[Adres op afstand]
Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van de andere apparaten waarop u het beleid wilt toepassen.
[Alle IP-
adressen]
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten.
[Alle IPv4-
adressen]
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar IPv4-adressen van de
andere apparaten worden verstuurd.
[Alle IPv6-
adressen]
Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar IPv6-adressen van de
andere apparaten worden verstuurd.
[Handmatige
instellingen
IPv4]
Selecteer deze optie om een specifiek IPv4-adres of een bereik van IPv4-adressen op te geven waarvoor u
IPSec wilt gebruiken. Typ het IPv4-adres (of het bereik van adressen) in het vak [Adressen om handmatig
in te stellen].
[Handmatige
instellingen
IPv6]
Selecteer deze optie om een specifiek IPv6-adres of een bereik van IPv6-adressen op te geven waarvoor u
IPSec wilt gebruiken. Typ het IPv6-adres (of het bereik van adressen) in het vak [Adressen om handmatig
in te stellen].
[Adressen om handmatig in te stellen]
Als [Handmatige instellingen IPv4] of [Handmatige instellingen IPv6] is geselecteerd bij [Adres op afstand], typt u het IP-adres
waarop het beleid moet worden toegepast. U kunt ook een bereik van adressen opgeven door een afbreekstreepje te typen tussen
de adressen.
OPMERKING:
IP-adressen invoeren
BeschrijvingVoorbeeld
Een specifiek
adres invoeren
IPv4:
Gebruik een punt als scheidingsteken.
192.168.0.10
IPv6:
Gebruik een dubbele punt als scheidingsteken tussen alfanumerieke tekens.
fe80::10
㻠㻠㻟㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Een bereik van
adressen
opgeven
Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen.
192.168.0.10-
192.168.0.20
Een bereik van
adressen
opgeven met
een voorvoegsel
(alleen IPv6)
Typ het adres, gevolgd door een schuine streep en een getal dat de lengte van
het voorvoegsel aangeeft.
fe80::1234/64
[Subnetinstellingen]
Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken. Voer het subnetmasker
in en gebruik punten om getallen te scheiden (bijvoorbeeld:"255.255.255.240").
[Lokale poort]/[Poort op afstand]
Als u voor elk protocol afzonderlijke beleidsinstellingen wilt opgeven, bijvoorbeeld voor HTTP en SMTP, voert u hier het
poortnummer van het protocol in als daarvoor IPSec moet worden gebruikt.
BELANGRIJK
IPSec wordt niet toegepast op de volgende pakketten
Loopback-, multicast- en broadcast-pakketten
IKE-pakketten (via UDP op poort 500)
Pakketten voor 'neighbor solicitation' en 'neighbor advertisement' van ICMPv6
Geef de IKE-instellingen op.
[IKE-modus]
Hier ziet u de modus die wordt gebruikt voor het protocol voor het uitwisselen van sleutels. Het apparaat ondersteunt de
hoofdmodus, niet de agressieve modus.
[Authentificatiemethode]
Selecteer [Gedeelde sleutelmethode] of [Methode digitale handtekening] als methode voor het verifiëren van het apparaat.
Selecteer [Gedeelde sleutelmethode] (
Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand) pas nadat u
SSL hebt ingeschakeld voor de UI op afstand. Genereer of installeer een sleutelpaar voordat u [Methode digitale handtekening]
selecteert (
Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten).
[Geldig voor]
Geef aan hoe lang een sessie duurt voor IKE SA (ISAKMP SA). Geef de tijd op in minuten.
[Authentificatie]/[Encryptie]/[DH groep]
Selecteer een algoritme in de vervolgkeuzelijst. Alle algoritmen worden gebruikt bij het uitwisselen van de sleutels.
[Authentificatie]Selecteer het hash-algoritme.
[Encryptie]Selecteer het coderingsalgoritme.
[DH groep]Selecteer de Diffie-Hellman-groep, die bepalend is voor de sterkte van de sleutel.
Een gedeelde sleutel gebruiken voor verificatie
1
Selecteer het keuzerondje [Gedeelde sleutelmethode] bij [Authentificatiemethode] en klik op [Instellingen
gedeelde sleutel...].
2
Typ maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de gedeelde sleutel en klik op [OK].
9
㻠㻠㻠㻌㻛㻌㻢㻤㻠
3
Geef instellingen op voor [Geldig voor] en [Authentificatie]/[Encryptie]/[DH groep].
Een sleutelpaar en vooraf geïnstalleerde CA-certificaten gebruiken voor verificatie
1
Selecteer het keuzerondje [Methode digitale handtekening] bij [Authentificatiemethode] en klik op [Sleutel en
certificaat...].
2
Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken.
OPMERKING
Details weergeven van een sleutelpaar of certificaat
U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder
[Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat.
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren
3
Geef instellingen op voor [Geldig voor] en [Authentificatie]/[Encryptie]/[DH groep].
Geef de IPSec-instellingen op.
[PFS gebruiken]
Schakel dit selectievakje in om PFS (Perfect Forward Secrecy) in te schakelen voor sleutels van IPSec-sessies. Als u PFS
inschakelt, wordt de beveiliging verbeterd maar wordt de communicatie ook extra belast. Zorg ervoor dat PFS ook is ingeschakeld
voor de andere apparaten.
[Geef tijd op]/[Geef formaat op]
Geef hier de voorwaarden op voor het beëindigen van een sessie voor IPSec SA. IPSec SA wordt gebruikt als een
communicatietunnel. Schakel beide selectievakjes in of één van de twee, naargelang de voorwaarden die u wilt instellen. Als u
beide selectievakjes inschakelt, wordt de IPSec SA-sessie beëindigd als aan één van de beide voorwaarden wordt voldaan.
[Geef tijd op]Typ het aantal minuten voor de tijdsduur van een sessie.
[Geef formaat
op]
Typ een grootte in MB om aan te geven hoeveel gegevens er in een sessie kunnen worden
getransporteerd.
10
㻠㻠㻡㻌㻛㻌㻢㻤㻠
[Selecteer algoritme]
Schakel het selectievakje [ESP], [ESP (AES-GCM)] en/of [AH (SHA1)] in, afhankelijk van de gebruikte IPSec-header en algoritme.
AES-GCM is een algoritme voor zowel verificatie als codering. Als [ESP] is geselecteerd, moet u ook algoritmen voor verificatie en
codering selecteren in de vervolgkeuzelijsten [ESP-authentificatie] en [ESP encryptie].
[ESP-
authentificatie]
Als u ESP-verificatie wilt inschakelen, selecteert u [SHA1] als het hash-algoritme. Selecteer [Niet
gebruiken] als u ESP-verificatie wilt uitschakelen.
[ESP encryptie]
Selecteer het coderingsalgoritme voor ESP. U kunt [NULL] selecteren als u het algoritme niet wilt opgeven
of selecteer [Niet
gebruiken] als u ESP-codering wilt uitschakelen.
[Verbindingsmodus]
Hier wordt de verbindingsmodus van IPSec weergegeven. Het apparaat biedt ondersteuning voor de transportmodus, waarin de
payloads van IP-pakketten worden gecodeerd. De tunnelmodus is niet beschikbaar. In deze modus worden complete IP-pakketten
(headers en payloads) ingekapseld.
Klik op [OK].
Als u nog een beveiligingsbeleid wilt registreren, gaat u terug naar stap 6.
Bepaal de volgorde van de beleidsinstellingen onder [Geregistreerde IPSec-beleidslijnen].
De bovenste set met beleidsinstellingen (ook wel beleidslijnen genoemd) wordt als eerst toegepast, dan de volgende in de lijst,
enzovoort. Klik op [Boven] of [Oml.] om een instelling één positie omhoog of omlaag te verplaatsen.
OPMERKING:
Een instelling bewerken
Klik op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Policy-naam] voor het bewerkingsscherm.
Een beleid verwijderen
Klik op [Verwijderen] bij de beleidsnaam die u wilt verwijderen
klik op [OK].
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
OPMERKING
U kunt de IPSec-communicatie in- of uitschakelen vanaf .Gebruik IPSec
KOPPELINGEN
Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten
IPSec-beleidslijst
11
12
13
㻠㻠㻢㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0A4
IEEE 802.1X-verificatie configureren
De machine kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. Een doorsnee 802.1X-netwerk bestaat uit een
RADIUS-server (verificatieserver), een LAN-switch (authenticator) en clientapparaten met verificatiesoftware (supplicants). Als een
apparaat probeert verbinding te maken met het 802.1X-netwerk, moeten de gebruikersgegevens worden geverifieerd om er zeker van te
zijn dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een bevoegde gebruiker. Hiertoe worden verificatiegegevens verzonden naar en
gecontroleerd door een zogenaamde RADIUS-server, die op basis van het verificatieresultaat communicatie met het netwerk toestaat of
weigert. Als de verificatie mislukt, wordt de externe toegang tot het netwerk geblokkeerd door een LAN-switch (of een toegangspunt).
Selecteer een verificatiemethode uit de onderstaande opties. Installeer of registreer indien nodig een sleutelpaar of CA-certificaat voordat
u verificatie met IEEE 802.1X gaat configureren (
Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken).
TLS
De machine en de verificatieserver verifiëren elkaar door de wederzijdse certificaten te controleren. Een sleutelpaar uitgegeven door
een certificeringsinstantie (CA) is vereist voor de clientverificatie (voor het verifiëren van de machine). In het geval van de
serververificatie kan een CA-certificaat worden gebruikt dat is geïnstalleerd via de UI op afstand, samen met een CA-certificaat dat
vooraf op de machine is geïnstalleerd. De TLS-methode kan niet gelijktijdig worden gebruikt met TTLS of PEAP.
TTLS
Bij deze verificatiemethode wordt de clientverificatie uitgevoerd met een gebruikersnaam en wachtwoord, en de serververificatie met
een CA-certificaat. U kunt MSCHAPv2 of PAP selecteren als het interne protocol. TTLS kan gelijktijdig worden gebruikt met PEAP.
Configureer deze verificatiemethode pas nadat u SSL hebt ingeschakeld voor de UI op afstand (
Met SSL gecodeerde
communicatie inschakelen voor de UI op afstand).
PEAP
De vereiste instellingen zijn bijna gelijk aan die van TTLS. MS-CHAPv2 wordt gebruikt als het interne protocol. Configureer deze
verificatiemethode pas nadat u SSL hebt ingeschakeld voor de UI op afstand (
Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen
voor de UI op afstand).
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Netwerkinstellingen] [IEEE 802.1X-instellingen].
1
2
3
㻠㻠㻣㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Klik op [Bewerken...].
Schakel het selectievakje [Gebruik IEEE 802.1X] in, typ de aanmeldingsnaam in het vak [Loginnaam] en geef
de vereiste instellingen op.
[Gebruik IEEE 802.1X]
Schakel dit selectievakje in om verificatie met IEEE 802.1X mogelijk te maken.
[Loginnaam]
Typ maximaal 24 alfanumerieke tekens als de naam (EAP-identiteit) die wordt gebruikt voor het identificeren van de gebruiker.
TLS instellen
1
Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [Sleutel en certificaat...].
2
Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken voor de clientverificatie.
4
5
㻠㻠㻤㻌㻛㻌㻢㻤㻠
OPMERKING
Details weergeven van een sleutelpaar of certificaat
U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder
[Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat.
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren
TTLS/PEAP instellen
1
Schakel het selectievakje [Gebruik TTLS] of [Gebruik PEAP] in.
OPMERKING:
Intern protocol voor TTLS
U kunt MSCHAPv2 of PAP selecteren. Als u PAP wilt gebruiken, selecteert u het keuzerondje [PAP].
2
Klik op [Wijzig Gebruikersnaam/Wachtwoord].
Als u een andere gebruikersnaam wilt opgeven dan de aanmeldingsnaam, schakelt u het selectievakje [Gebruik
inlognaam als gebruikersnaam] uit. Schakel het selectievakje in als u de aanmeldingsnaam wilt gebruiken als de
gebruikersnaam.
3
Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op[OK].
㻠㻠㻥㻌㻛㻌㻢㻤㻠
[Gebruikersnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam.
[Wijzig wachtwoord]
Als u het wachtwoord wilt instellen of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u maximaal 24 tekens voor het
nieuwe wachtwoord in de vakken [Wachtwoord] en [Bevestigen].
Klik op [OK].
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
OPMERKING
U kunt IEEE 802.1X-verificatie in- of uitschakelen vanaf .IEEE 802.1X-instellingen
KOPPELINGEN
Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten
6
7
㻠㻡㻜㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0A5
Instellingen configureren voor sleutelparen en digitale certificaten
Om de communicatie te coderen met een extern apparaat, moet vooraf een coderingssleutel worden verzonden en ontvangen via een
onbeveiligd netwerk. Dit probleem wordt opgelost door cryptografie met openbare sleutels. Cryptografie met openbare sleutels
garandeert een veilige uitwisseling door belangrijke en waardevolle gegevens te beschermen tegen aanvallen, zoals sniffing, spoofing en
het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden.
Sleutelpaar
Een sleutelpaar bestaat uit een openbare sleutel en een geheime sleutel. Beide sleutels zijn nodig voor het coderen of
decoderen van gegevens. Aangezien gegevens die zijn gecodeerd met een van de sleutels uit het sleutelpaar niet
kunnen worden hersteld zonder de andere sleutel, kan met dit type cryptografie een veilige uitwisseling van gegevens
over het netwerk worden gegarandeerd. U kunt maximaal vijf sleutelparen opslaan (
Door een CA uitgegeven
sleutelparen en digitale certificaten gebruiken). Voor SSL-gecodeerde communicatie kunt u een sleutelpaar
genereren voor het apparaat (
Sleutelparen genereren).
CA-certificaat
Digitale certificaten zoals CA-certificaten zijn vergelijkbaar met andere vormen van identificatie, zoals een rijbewijs.
Een digitaal certificaat bevat een digitale handtekening en stelt het apparaat in staat spoofing of het manipuleren van
gegevens te detecteren. Het is extreem moeilijk voor derden om digitale certificaten te misbruiken. Een digitaal
certificaat dat een openbare sleutel van een certificeringsinstantie (CA) bevat, wordt een CA-certificaat genoemd. CA-
certificaten worden gebruikt voor het verifiëren van het apparaat waarmee het apparaat communiceert voor functies
zoals afdrukken met Google Cloudprinter of IEEE 802.1X-verificatie. U kunt maximaal 10 CA-certificaten registreren,
inclusief de vijf certificaten die vooraf zijn geïnstalleerd op het apparaat (
Door een CA uitgegeven sleutelparen
en digitale certificaten gebruiken).
Vereisten voor sleutels en certificaten
Het certificaat in een sleutelpaar dat is gegenereerd met het apparaat voldoet aan X.509v3. Als u een sleutelpaar of een CA-certificaat
installeert vanaf een computer, zorg er dan voor dat het onderdeel voldoet aan deze vereisten:
Indeling
Sleutelpaar: PKCS#12
CA-certificaat: X.509v1 of X.509v3, DER (gecodeerd binair)
Bestandsextensie
Sleutelpaar: ".p12" of ".pfx"
CA-certificaat: ".cer"
Algoritme openbare sleutel
(en sleutellengte)
RSA (512 bits, 1024 bits, 2048 bits of 4096 bits)
Algoritme voor handtekening certificaatSHA1-RSA, SHA256-RSA, SHA384-RSA, SHA512-RSA, MD5-RSA of MD2-RSA
Algoritme voor vingerafdruk certificaatSHA1
De vereisten voor het certificaat in een sleutelpaar komen overeen met die voor CA-certificaten.
SHA384-RSA en SHA512-RSA zijn alleen beschikbaar wanneer de RSA-sleutel 1024 bits of langer is.
OPMERKING
Het apparaat biedt geen ondersteuning voor het gebruik van een certificaatintrekkingslijst (CRL).
*1
*2*2
*1
*2
㻠㻡㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0A6
Sleutelparen genereren
U kunt een sleutelpaar genereren met de machine als dit nodig is voor gecodeerde communicatie via SSL (Secure Sockets Layer). U kunt
SSL gebruiken wanneer u de machine gebruikt via de UI op afstand. U kunt maximaal vijf sleutelparen opslaan op de machine.
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen Sleutel en certificaat].
Klik op [Sleutel aanmaken...].
OPMERKINGEN:
Een sleutelpaar verwijderen
Klik op [Verwijderen] bij het sleutelpaar dat u wilt verwijderen
klik op [OK].
U kunt een sleutelpaar niet verwijderen als dit momenteel in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer SSL of IEEE 802.1X wordt
weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval moet u de functie uitschakelen of het sleutelpaar vervangen voordat u het
sleutelpaar kunt verwijderen.
Geef instellingen op voor de sleutel en het certificaat.
1
2
3
4
5
㻠㻡㻞㻌㻛㻌㻢㻤㻠
[Sleutelinstellingen]
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar. Kies een naam die u eenvoudig kunt
terugvinden in lijsten.
[Handtekeningalgoritme]
Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst.
[Sleutelalgoritme]
RSA wordt gebruikt om een sleutelpaar te genereren. Selecteer de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst. Hoe groter het
aantal is voor de sleutellengte, hoe trager de communicatie verloopt. De beveiliging echter is krachtiger.
OPMERKING:
[512bit] kan niet worden geselecteerd voor de sleutellengte als [SHA384] of [SHA512] is geselecteerd voor
[Handtekeningalgoritme].
[Certificaatinstellingen]
[Begindatum geldigheid (JJJJ MM/DD)]
Voer de begindatum in voor de geldigheidsperiode van het certificaat, tussen 01/01/2000 en 31/12/2037.
[Einddatum geldigheid (JJJJ MM/DD)]
Voer de einddatum in voor de geldigheidsperiode van het certificaat, tussen 01/01/2000 en 31/12/2037. U kunt hier geen
datum opgeven die voorafgaat aan [Begindatum geldigheid (JJJJ MM/DD)].
[Land/Regio]
Selecteer het keuzerondje [Selecteer land/regio] en selecteer uw land/regio in de vervolgkeuzelijst. U kunt ook het
keuzerondje [Voer internetlandencode in] selecteren en een landcode invoeren, zoals NL voor Nederland.
[Staat]/[Plaats]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de locatie.
[Organisatie]/[Afdeling]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van de organisatie.
[Standaardnaam]
Gebruik maximaal 48 alfanumerieke tekens voor de algemene naam (Common Name) van het certificaat. "Common Name"
wordt vaak afgekort tot "CN".
Klik op [OK].
Het genereren van een sleutelpaar kan 10 tot 15 minuten duren.
Het gegenereerde sleutelpaar wordt automatisch opgeslagen op de machine.
KOPPELINGEN
Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren
Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand
IPSec-instellingen configureren
6
㻠㻡㻟㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0A7
Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken
Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze
bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Zorg ervoor dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de
vereisten van het apparaat (
Vereisten voor sleutels en certificaten). U kunt maximaal vijf sleutelparen en tien CA-certificaten
registreren (inclusief de vijf vooraf geïnstalleerde certificaten).
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen Sleutel en certificaat] (voor sleutelparen) of [Instellingen
CA-certificaat] (voor CA-certificaten).
Klik op [Sleutel en certificaat registreren] of [Registreer CA-certificaat].
OPMERKING:
Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen
Klik op [Verwijderen] naast het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt verwijderen
en klik vervolgens op [OK]. De vooraf
geïnstalleerde CA-certificaten kunt u niet verwijderen.
U kunt een sleutelpaar niet verwijderen als dit momenteel in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer [SSL] of [IEEE 802.1X] wordt
weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval moet u de functie uitschakelen of het sleutelpaar vervangen voordat u het
sleutelpaar kunt verwijderen. Het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat kan niet worden verwijderd.
1
2
3
4
㻠㻡㻠㻌㻛㻌㻢㻤㻠
De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten uit- of inschakelen
Klik op [Uitschakelen] naast het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat dat u wilt uitschakelen. Als u het certificaat weer wilt
inschakelen, klikt u nogmaals op [Inschakelen] naast het certificaat.
Klik op [Installeren...].
OPMERKING:
Een sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen
Klik op [Verwijderen] naast het bestand dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK].
Klik op [Bladeren...], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie].
Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat.
Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
Een sleutelpaar registreren
1
Klik op [Registreren] naast het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
2
Voer de naam van het sleutelpaar en het wachtwoord in en klik op [OK].
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
[Wachtwoord]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de privésleutel die is ingesteld voor het bestand dat
u wilt opslaan.
Een CA-certificaat registreren
Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan.
5
6
7
㻠㻡㻡㻌㻛㻌㻢㻤㻠
KOPPELINGEN
Sleutelparen genereren
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren
Met SSL gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand
IPSec-instellingen configureren
IEEE 802.1X-verificatie configureren
㻠㻡㻢㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0A8
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren
Als u sleutelparen en CA-certificaten hebt geregistreerd, kunt u de gegevens van deze onderdelen bekijken of hun geldigheid en
handtekening controleren.
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Beveiligingsinstellingen] [Instellingen Sleutel en certificaat] (voor sleutelparen) of [Instellingen
CA-certificaat] (voor CA-certificaten).
Klik op het pictogram voor het sleutelpaar of certificaat dat u wilt controleren.
De certificaatgegevens kunt u bekijken op dit scherm.
Klik op [Certificaatverificatie].
1
2
3
4
5
㻠㻡㻣㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Het resultaat van het verifiëren van het certificaat wordt zoals hieronder weergegeven.
KOPPELINGEN
Sleutelparen genereren
Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken
㻠㻡㻤㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0A9
De UI op afstand gebruiken
Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of
de status van het apparaat controleren. U kunt ook enkele instellingen uitvoeren, zoals het opslaan van het adresboek. U hoeft uw
bureau dus niet te verlaten om systeembeheertaken uit te voeren.
Functies van de UI op afstand
Documenten beheren en de status van de machine controleren
Menuopties instellen via de UI op afstand
Geregistreerde gegevens opslaan/laden
Adresboek wijzigen via de UI op afstand (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Basisbeginselen van de UI op afstand
De UI op afstand starten
Schermen van de UI op afstand
Systeemvereisten
U kunt de UI op afstand gebruiken in de volgende omgeving. Stel de webbrowser bovendien zo in dat cookies zijn ingeschakeld.
Windows
Windows XP/Vista/7/8
Microsoft Internet Explorer 7.0 of hoger
Macintosh
Mac OS 10.4.9 of hoger (met uitzondering van de Classic environment)
Safari 3.2.1 of hoger
㻠㻡㻥㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AA
De UI op afstand starten
Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand
opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld (
Netwerkinstellingen weergeven). Als u vragen hebt,
neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
Start de webbrowser.
Typ "http://(het IP-adres van de machine)/" in het adresveld en druk op [Enter].
Als u een IPv6-adres wilt gebruiken, typt u dit adres tussen haakjes (voorbeeld: http://[fe80::2e9e:fcff:fe4e:dbce]/).
OPMERKING:
Als er een waarschuwing wordt weergegeven
Er kan een waarschuwing worden weergegeven als de communicatie van de UI op afstand geëncrypteerd is (
Met SSL
gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand). Als de certificaatinstellingen of SSL-instellingen geen fouten
bevatten, bladert u verder op de website.
Meld u aan op de UI op afstand.
Wanneer Afdelings-id beheer is uitgeschakeld
Selecteer [Systeembeheerder-modus] of [Eindgebruiker-modus].
[Systeembeheerder-modus]
U kunt alle bewerkingen en instellingen van de UI op afstand uitvoeren. Typ een ID bij [Systeembeheerder-ID] en een pincode
bij [Systeembeheerder-PIN] (
De systeembeheerders-id instellen). Als [Systeembeheerder-ID] niet is ingesteld
(standaardinstellingen), moet u niets invoeren.
[Eindgebruiker-modus]
U kunt de status van documenten of van de machine controleren. Daarnaast kunt u enkele instellingen aanpassen. Als u
afdrukdocumenten wilt verwijderen, typt u de gebruikersnaam van de documenten in het vak [Gebruikersnaam]. De
gebruikersnaam wordt automatisch ingesteld om documenten af te drukken op basis van gegevens zoals uw computernaam of
aanmeldingsnaam voor de computer.
Wanneer Afdelings-id beheer is ingeschakeld
Typ een ID bij [Afdeling-ID] en een pincode bij [PIN] (Afdeling-ID beheer configureren).
Klik op [Aanmelden].
De portaalpagina (hoofdpagina) wordt weergegeven. Schermen van de UI op afstand
1
2
3
4
㻠㻢㻜㻌㻛㻌㻢㻤㻠
㻠㻢㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AC
Schermen van de UI op afstand
In dit gedeelte worden de belangrijkste schermen van de UI op afstand beschreven.
Portaalpagina (hoofdpagina)
Pagina [Status monitor/Annuleren]
Pagina [Instellingen/Registratie]
Pagina [Adresboek] (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
[Afmelden]
Hiermee meldt u zich af bij de UI op afstand. UI staat trouwens voor User Interface, ofwel gebruikersinterface in het Nederlands.
De aanmeldingspagina wordt vervolgens weergegeven.
[Mailen naar Systeembeheerder]
Hiermee opent u een venster waarmee u een e-mail kunt opstellen voor de systeembeheerder die is opgegeven bij
[Systeembeheerderinformatie] onder [Systeembeheer].
[Help]
Hiermee geeft u in een afzonderlijk venster Help-informatie weer voor de huidige pagina.
Pictogram Vernieuwen
Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina.
Basisgegevens over het apparaat
Hier ziet u de huidige status van de machine en foutgegevens. Als er een fout is opgetreden, wordt er een koppeling weergegeven
naar de pagina Foutgegevens.
Informatie over verbruikseenheden
Hier ziet u informatie over het papier en de resterende hoeveelheid toner.
Ondersteuningskoppeling
Hier ziet u de koppeling voor ondersteuning die is opgegeven bij [Apparaatinformatie] onder [Systeembeheer].
[Status monitor/Annuleren]
Hiermee geeft u de status weer van de huidige afdruktaken en de geschiedenis van afdruktaken en kopieertaken, en van
verzonden en ontvangen documenten. U kunt ook de status van de machine controleren.
[Instellingen/Registratie]
Geeft de pagina [Instellingen/Registratie] weer. Wanneer u zich hebt aangemeld in de systeembeheerdersmodus, kunt u de
instellingen van de opties wijzigen en de geregistreerde gegevens opslaan/laden.
Menuopties instellen via de UI op afstand
[Adresboek] (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Hiermee geeft u de codes voor verkort kiezen en de favorietenlijst weer die in het adresboek zijn geregistreerd. U kunt het
adresboek ook opslaan of wijzigen als u zich hebt aangemeld in de systeembeheerdersmodus.
Adresboek wijzigen via de UI
op afstand (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Portaalpagina (hoofdpagina)
㻠㻢㻞㻌㻛㻌㻢㻤㻠
[Naar portaal]
Keert terug naar de portaalpagina (hoofdpagina).
Menu
Klik op een item en de inhoud wordt weergegeven op de rechterpagina.
Documenten beheren en de status van de machine
controleren
Navigatiepad
De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven.
Pictogram Vernieuwen
Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina.
Pictogram Boven
Hiermee verplaatst u het schuifvak naar het begin van de pagina als u naar beneden hebt gebladerd.
[Naar portaal]
Keert terug naar de portaalpagina (hoofdpagina).
Menu
Klik op een item en de inhoud wordt weergegeven op de rechterpagina.
Menuopties instellen via de UI op afstand
Navigatiepad
De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven.
Pictogram Boven
Hiermee verplaatst u het schuifvak naar het begin van de pagina als u naar beneden hebt gebladerd.
Pagina [Status monitor/Annuleren]
Pagina [Instellingen/Registratie]
㻠㻢㻟㻌㻛㻌㻢㻤㻠
OPMERKING
Systeembeheer instellingen
U kunt alleen [Instellingen Systeembeheer] opgeven als u bent aangemeld in de systeembeheerdersmodus.
Als u zich hebt aangemeld in de eindgebruikersmodus, wordt alleen de optie [Systeembeheer] weergegeven.
[Naar portaal]
Geeft de portaalpagina (hoofdpagina) weer.
[Favorieten]
Hiermee geeft u de favorietenlijst weer.
Opslaan in het adresboek (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn /
MF8280Cw)
[Kiescode]
Hiermee geeft u de lijst met codes voor verkort kiezen weer.
Opslaan in het adresboek (Alleen de MF8580Cdw /
MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Navigatiepad
De reeks van pagina's die u hebt geopend om bij de huidige pagina te komen. U kunt hier zien welke pagina wordt weergegeven.
Lijstnummer
Geeft het bereik van nummers voor verkort kiezen op dat op de pagina wordt weergegeven. U kunt Lijstnummer niet weergeven
in Favorieten.
Pictogram Boven
Hiermee verplaatst u het schuifvak naar het begin van de pagina als u naar beneden hebt gebladerd.
OPMERKING
Het adresboek opslaan/bewerken
U kunt het adresboek opslaan of wijzigen als u zich hebt aangemeld in de systeembeheerdersmodus.
Pagina [Adresboek] (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
㻠㻢㻠㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AE
Documenten beheren en de status van de machine controleren
De huidige status van afdruktaken controleren
Taakgeschiedenis controleren
Foutgegevens controleren
Apparaatspecificaties controleren
Gegevens van systeembeheerder controleren
Totaal aantal afdrukken controleren
OPMERKING
De bestandsnaam van het document geeft slechts 32 tekens weer. De afgedrukte toepassingsnaam kan aan de bestandsnaam
worden toegevoegd.
U kunt een lijst weergeven met de documenten die worden afgedrukt of die wachten om te worden afgedrukt.
Meld u aan bij de UI op afstand (
De UI op afstand starten) [Status monitor/Annuleren] [Opdrachtstatus]
U kunt een afdruktaak verwijderen door op [Annuleren] te klikken.
OPMERKING
Ongeacht de instelling van Afdeling-ID beheer, bevat de lijst alle afdruktaken die worden afgedrukt en die wachten op
afdrukken.
Als u een gebruikersnaam hebt ingevoerd tijdens het aanmelden in de eindgebruikersmodus, wordt uw gebruikersnaam
alleen weergegeven op de documenten die u hebt afgedrukt.
Klik op [Opdrachtnummer] op de gepauzeerde documenten en de beveiligde documenten om gedetailleerde informatie weer
te geven. U kunt de gebruikersnaam en de paginatelling van het afgedrukte document controleren.
U kunt voor maximaal 128 taken een overzicht weergeven van de documenten die zijn afgedrukt of gekopieerd, de faxen en e-mails die
zijn verzonden, en de faxen die zijn ontvangen.
Meld u aan bij de UI op afstand (
De UI op afstand starten) [Status monitor/Annuleren] [Opdrachtlog]
De huidige status van afdruktaken controleren
Taakgeschiedenis controleren
㻠㻢㻡㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Als er een fout optreedt, kunt u deze pagina weergeven door op de portaalpagina (hoofdpagina) op het bericht te klikken onder
[Foutgegevens].
Portaalpagina (hoofdpagina)
Meld u aan bij de UI op afstand (
De UI op afstand starten) [Status monitor/Annuleren] [Foutgegevens]
U kunt de maximale afdruksnelheid en de geheugencapaciteit voor beveiligd afdrukken weergeven.
Meld u aan bij de UI op afstand (
De UI op afstand starten) [Status monitor/Annuleren] [Apparaatfuncties]
U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. Deze informatie is ingesteld bij [Systeembeheer] op de pagina
[Instellingen/Registratie].
Instellingen Systeembeheer
Foutgegevens controleren
Apparaatspecificaties controleren
Gegevens van systeembeheerder controleren
㻠㻢㻢㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Meld u aan bij de UI op afstand (De UI op afstand starten) [Status monitor/Annuleren] [Apparaatinformatie]
U kunt controleren hoeveel pagina's er in totaal zijn afgedrukt, gekopieerd en als fax zijn ontvangen.
Meld u aan bij de UI op afstand (
De UI op afstand starten) [Status monitor/Annuleren] [Controleer tellerstand]
KOPPELINGEN
Schermen van de UI op afstand
Totaal aantal afdrukken controleren
㻠㻢㻣㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AK
Menuopties instellen via de UI op afstand
U kunt verschillende instellingen van de machine wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het
bedieningspaneel van de machine worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand.
OPMERKING
U kunt de instellingen onder de [Instellingen Systeembeheer] alleen wijzigen als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus.
Start de UI op afstand. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op de menuoptie die u wilt instellen.
Raadpleeg de onderstaande items voor meer informatie over het instellingenmenu
Menu-itemsReferenten
Voorkeuren
Papierinstellingen
Het type en formaat papier opgeven
Volumeregeling / Weergave-
instellingen
Voorkeuren
Tijdklokinstellingen
Tijdklokinstellingen
Functie-instellingen
Algemene instellingen
Algemene instellingen
Kopieerinstellingen
Kopieerinstellingen
Faxinstellingen
Faxinstellingen(Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8280Cw)
Scaninstellingen
Scaninstellingen
Inst. Geheugenmedia afdrukken
Inst. Geheugenmedia afdrukken
1
2
3
㻠㻢㻤㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Printerinstellingen
Printerinstellingen
Rapportinstellingen
Rapporten en lijsten afdrukken
Systeembeheer instellingen
Systeembeheer
Instellingen Systeembeheer
Afdeling ID beheer
Afdeling-ID beheer configureren
Netwerkinstellingen
Netwerk
Beveiligingsinstellingen
Beveiliging
Communicatiebeheerinstellingen
/ Instellingen voor doorsturen
Instellingen Systeembeheer
Importeren/Exporteren
Geregistreerde gegevens opslaan/laden
Initialiseer instellingsgegevens
Menu initialiseren
KOPPELINGEN
Schermen van de UI op afstand
㻠㻢㻥㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AF
Geregistreerde gegevens opslaan/laden
Vermeldingen in het adresboek of instellingen van menuopties die op het apparaat zijn opgeslagen, kunt u overbrengen naar uw
computer (exporteren). Omgekeerd kan ook. Gegevens die zijn opgeslagen op uw computer kunnen worden overgebracht naar het
apparaat (importeren). U kunt de bestemmingen in het adresboek gemakkelijk kopiëren naar meerdere apparaten. Om deze functies te
gebruiken, moet u aangemeld zijn in de systeembeheerdersmodus.
Afhankelijk van het model kunt u het adresboek dat van het apparaat is geëxporteerd, niet importeren. Als u hetzelfde model gebruikt, kunt u menu-opties
en andere gegevens importeren en exporteren, behalve het adresboek.
Het adresboek opslaan of laden (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Instellingen opslaan/laden
BELANGRIJK
Schakel het apparaat niet uit tijdens een import- of exportbewerking.
Een dergelijke bewerking kan enkele minuten duren. Als u het apparaat uitschakelt tijdens de bewerking, kan dit beschadiging
van gegevens of van het apparaat tot gevolg hebben.
Bedien het apparaat niet tijdens een import- of exportbewerking.
Ga pas gegevens exporteren of importeren nadat u hebt gecontroleerd of er geen bewerkingen worden uitgevoerd, zoals het
afdrukken van documenten.
*
*
㻠㻣㻜㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AH
Het adresboek opslaan of laden (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn /
MF8540Cdn / MF8280Cw)
U kunt geregistreerde adresboekgegevens opslaan op uw computer of adresboekgegevens op uw computer overbrengen naar het
apparaat. Andere apparaten kunnen de opgeslagen inhoud importeren die van dit apparaat is geëxporteerd en omgekeerd.
Dit is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model.
Het adresboek opslaan
Het adresboek laden
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Importeren/Exporteren] [Adresboek].
Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, voert u de [PIN] in en klikt u op [OK]. Een pincode
instellen voor het adresboek
Klik op [Start exporteren].
*
*
Het adresboek opslaan
1
2
3
4
㻠㻣㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Volg de aanwijzingen op het scherm om de locatie op te geven voor het geëxporteerde adresboek.
Het adresboek wordt opgeslagen.
BELANGRIJK
Bedien het apparaat niet totdat het proces is voltooid.
Het scherm blijft hetzelfde tijdens de exportbewerking. Gebruik de UI op afstand pas weer als onder aan het scherm het bericht
[The (file name) download has completed.] (Het downloaden van (bestandsnaam) is voltooid.) wordt weergegeven.
BELANGRIJK
Als u een adresboek importeert, worden de bestaande gegevens in het adresboek op het apparaat overschreven.
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
Klik op [Instellingen/Registratie].
Klik op [Importeren/Exporteren] [Adresboek].
Het adresboek laden
5
1
2
3
㻠㻣㻞㻌㻛㻌㻢㻤㻠
Als u wordt gevraagd een pincode voor het adresboek in te voeren, voert u de [PIN] in en klikt u op [OK]. Een pincode
instellen voor het adresboek
Klik op [Importeren].
Geef aan welk adresboekbestand u wilt importeren en klik op [Start importeren].
U kunt aangeven welk bestand u wilt importeren door op [Bladeren...] te klikken en het bestand te selecteren. U kunt ook bij
[Bestandspad] de locatie van het bestand opgeven, samen met de bestandsnaam.
Klik op [OK].
De gegevens uit het geselecteerde adresboek worden geïmporteerd op de machine.
KOPPELINGEN
Schermen van de UI op afstand
Adresboek wijzigen via de UI op afstand (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Opslaan in het adresboek (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
Adresboeklijst (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn / MF8280Cw)
4
5
6
㻠㻣㻟㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0AJ
Instellingen opslaan/laden
U kunt de instellingen van menuopties opslaan op uw computer of de geregistreerde gegevens opslaan op het apparaat. De
geëxporteerde gegevens kunnen worden geïmporteerd. Als u hetzelfde model gebruikt, kunnen andere apparaten de gegevens
importeren die van dit apparaat zijn geëxporteerd en omgekeerd. Deze bewerkingen kunt u alleen uitvoeren als u zich hebt aangemeld in
de systeembeheerdersmodus.
Instellingen opslaan
Instellingen laden
OPMERKING
Instellingen die u niet kunt importeren of exporteren
Trek de lege tonercartridge recht omhoog uit de houder.
Haal de nieuwe tonercartridge uit de beschermende verpakking.
Schud de tonercartridge 5 of 6 keer heen en weer zoals hieronder aangegeven om de toner in de cartridge
gelijkmatig te verdelen. Leg de cartridge vervolgens op een vlakke ondergrond.
Verwijder nog niet de beschermklep van de drum ().
Trek de afdichtingstape recht uit de cartridge.
De afdichtingstape is ongeveer 50 cm lang.
1
2
3
4
5
6
㻢㻜㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠
BELANGRIJK:
Bij het verwijderen van de afdichtingstape
Als er tape achterblijft in een tonercartridge, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van afdrukken, inclusief faxen. Het is
trouwens niet mogelijk om een fax opnieuw af te drukken, aangezien de faxgegevens direct na het afdrukken automatisch worden
verwijderd.
Trek de afdichtingstape niet schuin of onder een hoek uit de cartridge. Als de tape scheurt, kunt u misschien niet meer alle tape
verwijderen.
Als de tape vast komt te zitten tijdens het verwijderen, blijf dan trekken aan de tape tot deze volledig is verwijderd.
Verwijder de beschermklep van de drum.
Installeer de tonercartridge.
Elke kleur tonercartridge heeft een eigen sleuf in de cartridgehouder, aangegeven met een kleurenlabel (). Plaats de
tonercartridge in de juiste sleuf.
Zorg ervoor dat de drum niet in aanraking komt met het frame van de cartridgehouder. De onderzijde van de cartridge is
namelijk open.
Duw de cartridgehouder terug in de machine en sluit de klep aan de voorkant.
Er wordt nu direct een automatische correctie uitgevoerd (Snelle aanpassing). Als u een correctie of aanpassing voor hogere
kwaliteit wilt uitvoeren, kiest u voor een volledige aanpassing (
Volledige aanpassing).
7
8
9
㻢㻜㻞㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0E6
Informatie over vervangende tonercartridges
De gemiddelde capaciteit van de tonercartridges ziet u in de onderstaande tabel. Koop tonercartridges bij een erkende Canon-dealer.
Voor een optimale printkwaliteit worden originele tonercassettes van Canon aanbevolen. Neem contact op met de Canon-helpdesk om
een dealer bij u in de buurt te zoeken. Hanteer de onderstaande voorzorgsmaatregelen voor het hanteren en opslaan van tonercartridges
(
Verbruiksartikelen).
De gemiddelde capaciteit is gebaseerd op de standaard "ISO/IEC 19798" (de wereldwijde standaard die door de ISO (International Organization for
Standardization) is uitgegeven met betrekking tot de methode voor het bepalen van het verbruik van tonercartridges voor kleurenprinters en multifunctionele
apparaten die printeronderdelen bevatten) bij het afdrukken op papier van A4-formaat met de standaardinstelling voor afdrukdichtheid.
MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn
Canon Genuine-tonercartridge
Gemiddelde capaciteit
van tonercartridge
Canon Cartridge 718 Black (zwart)3.400 vellen
Canon Cartridge 718 Yellow (geel)
Canon Cartridge 718 Magenta (magenta)
Canon Cartridge 718 Cyan (cyaan)
Samengesteld Y (geel), M (magenta) en C (cyaan): 2.900 vellen
MF8280Cw / MF8230Cn
Canon Genuine-tonercartridge
Gemiddelde capaciteit
van tonercartridge
Canon Cartridge 731 Black (zwart)
Canon Cartridge 731H Black (zwart)
1.400 vellen
2.400 vellen
Canon Cartridge 731 Yellow (geel)
Canon Cartridge 731 Magenta (magenta)
Canon Cartridge 731 Cyan (cyaan)
Samengesteld Y (geel), M (magenta) en C (cyaan): 1.500 vellen
OPMERKING
Gebruik de bovenstaande tabel met gemiddelde capaciteiten als richtlijn voor het vervangen van tonercartridges.
Afhankelijk van de installatieomgeving, het papierformaat of de papiersoort, bestaat echter de kans dat u een
tonercartridge eerder dan aangegeven moet vervangen.
Als u een periode voor automatisch uitschakelen opgeeft die korter is dan de standaardinstelling (4 uur), bestaat de kans
dat u een tonercartridge eerder dan aangegeven moet vervangen.
*
*
*
㻢㻜㻟㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0E7
De machine verplaatsen
Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedures als u het apparaat gaat verplaatsen om lichamelijk letsel te voorkomen.
Lees ook altijd de veiligheidsvoorschriften voordat u aan de slag gaat.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Schakel het apparaat en de computer uit.
Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd. Faxen die zijn ontvangen met de functie
Geheugenontvangst, faxen die wachten op verzending en rapporten die na het verzenden en ontvangen van faxen automatisch
worden afgedrukt, worden niet verwijderd.
Koppel de kabels en het netsnoer van het apparaat los in de numerieke volgorde zoals weergegeven in de
onderstaande afbeelding.
De kabels gemarkeerd met "*" zijn niet in alle configuraties van toepassing.
MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn
Stekker
Netsnoer
USB-kabel
LAN-kabel
Telefoonkabel
Kabel externe telefoon
Kabel van handset
MF8280Cw / MF8230Cn
Verwijder de tonercartridges als u de machine over een grotere afstand gaat transporteren. Tonercartridges
vervangen
Trek de papierlade uit.
BELANGRIJK:
Houd de papierlade met twee handen vast en trek deze voorzichtig uit het apparaat. Als u dat niet doet, kan de lade beschadigd
raken wanneer u deze laat vallen omdat de lade te snel naar buiten schuift.
Sluit alle geopende kleppen en breng de machine naar de nieuwe gebruikslocatie.
De machine is zwaar (Apparaatspecificaties). Verplaats de machine altijd met twee of meer mensen.
Pak de machine vast bij de handgrepen als u de machine gaat optillen. Als u beschikt over de MF8580Cdw / MF8550Cdn /
MF8540Cdn en de optionele lade hebt geplaatst, laat u deze op de grond liggen en verplaatst u de lade afzonderlijk nadat u de
machine hebt verplaatst.
MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn
*
*
*
*
*
1
2
3
4
5
㻢㻜㻠㻌㻛㻌㻢㻤㻠
MF8280Cw / MF8230Cn
Zet het apparaat voorzichtig neer op de nieuwe gebruikslocatie.
Zie Het apparaat instellen voor informatie over het installeren van het apparaat nadat u dit hebt verplaatst.
6
㻢㻜㻡㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0E8
Afdrukkwaliteit handhaven en verbeteren
Als de afdrukresultaten te wensen overlaten, zoals een lage beeldkwaliteit, slechte reproduceerbaarheid of onjuiste afdrukkleuren,
probeert u de onderstaande correcties.
Automatische gradatie-aanpassing
Als de dichtheid of helderheid van kleuren verschilt in afdrukken en originelen, voert u de optie <Autom. gradatie-aanpassing> uit om de
kleuren nauwkeuriger te reproduceren. Er zijn drie soorten aanpassingen: <Volledige aanpassing>, <Snelle aanpassing> en <Afb.
kopiëren aanpassen>.
De gradatie corrigeren
Correctie onjuiste afdrukkleur
Als de kleuren in afdrukken vaag worden, voert u de optie <Correctie onjuiste afdrukkleur> uit. Dit probleem kan het gevolg zijn van
onjuiste kleuren.
Onjuiste afdrukkleuren corrigeren
Zwarte tekst verwerken voor kleur
U kunt aangeven welke cartridges u wilt gebruiken om zwarte tekst af te drukken in kleurenafdrukken. Waarden aanpassen voor
reproduceerbaarheid van tekstkleur in kleurendocumenten
㻢㻜㻢㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0E9
De gradatie corrigeren
Gradatie verwijst naar de overgang van donker naar licht van de tinten van een kleur. Hoe meer tinten in de gradaties van kleuren die
worden afgedrukt, des te natuurlijker de afdrukken. Als de reproduceerbaarheid van kleuren slecht is en de dichtheid en helderheid van
afdrukken duidelijk afwijken van de originelen, kunt u een automatische aanpassing of correctie uitvoeren. Controleer voordat u de
gradatie gaat aanpassen of er nog voldoende toner is. Bij het aanpassen van de gradatie wordt namelijk nogal wat toner verbruikt
(
Het tonerniveau controleren). Er zijn drie soorten aanpassingen: Volledige aanpassing,Snelle aanpassing en Afb.
kopiëren aanpassen.
Minder tinten in de gradaties
Meer tinten in de gradaties
OPMERKING
Aanpassingen worden mogelijk niet goed uitgevoerd als er onvoldoende toner is.
Met dit type aanpassing wordt prioriteit gegeven aan de exacte reproductie van kleuren in kleurenafdrukken. Als de machine een volledige
aanpassing uitvoert, wordt informatie verkregen voor het optimaliseren van de reproduceerbaarheid van kleuren. Deze informatie wordt
opgeslagen op de machine totdat er een volgende volledige aanpassing wordt uitgevoerd. Bij een volledige aanpassing wordt een
zogenaamde correctieafbeelding twee keer afgedrukt en twee keer gescand. Dit type aanpassing kunt u niet uitvoeren als bepaalde
bewerkingen actief zijn, zoals scannen en afdrukken.
OPMERKING
Deze aanpassing is niet mogelijk wanneer <Alleen doorgaan met Zwart-wit-afdrukken> wordt geselecteerd op het scherm met
het bericht <Tonercartridge leeg>.
Druk op .
Druk op / om <Aanpassing/Onderhoud> te selecteren en druk vervolgens op .
De kopieersnelheid op enkelzijdig bedrukt normaal papier van het formaat A4 wordt gemeten tijdens continu kopiëren. Dit kan echter variëren afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden en de omgeving van het apparaat.
*1
*1
㻢㻡㻜㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0FF
Specificaties van de faxfunctie (Alleen de MF8580Cdw / MF8550Cdn /
MF8280Cw)
Gebruikte lijn
Openbaar telefoonnetwerk (PSTN)
Communicatiemodus
Super G3, G3
Compressiemethode
MH, MR, MMR, JBIG
Modemsnelheid
Super G3: 33,6 kbps, G3: 14,4 kbps
Automatische terugval
Transmissiesnelheid
Ongeveer 3 seconden/pagina
(ECM-JBIG, verzending vanuit het geheugen bij 33,6 Kbps)
Verzenden vanuit
geheugen/ontvangen
in geheugen
Max. ongeveer 512 pagina's (het totale aantal verzonden/ontvangen pagina's)
(Maximum aantal faxtaken dat vanuit het geheugen kan worden verstuurd: 10/Maximum aantal
faxtaken dat in het geheugen kan worden ontvangen: 90)
Faxresolutie
Normaal: 200 x 100 dpi
Fijn: 200 x 200 dpi
Foto: 200 x 200 dpi
Superfijn: 200 x 400 dpi
Ultrafijn: 400 x 400 dpi
Kiezen
Favorieten (19 bestemmingen)
Codes voor verkort kiezen (181 bestemmingen)
Groepskiezen (199 bestemmingen)
Adresboek
Gewoon kiezen (met numerieke toetsen)
Automatische nummerherhaling
Handmatig opnieuw kiezen
Groepsverzending (210 bestemmingen)
Ontvangen
Automatische ontvangst
Handmatige ontvangst
Ontvangst op afstand via telefoon (standaard-ID: 25)
Rapporten
Verzendresultaten
Verzendbeheerrapport
(standaard automatisch na 40 bestemmingen)
RX-resultaten
Type telefoon
Handset (optioneel)/Externe telefoon/Externe telefoon met ingebouwd antwoordapparaat/Datamodem
Afhankelijk van uw locatie of telefoonverbinding is gegevenscommunicatie wellicht onmogelijk. Neem in dat geval contact op met uw Canon-dealer of met de
Canon-helpdesk.
Gebaseerd op ITU-T (ITU Telecommunication Standardization Sector) -standaarddiagram nr. 1, JBIG-standaardmodus.
*1
*2
*2
*1
*2
㻢㻡㻝㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0FH
Specificaties van de scannerfunctie
Type
Kleurenscanner
Maximaal
scanformaat
Glasplaat: max. 216 x 297 mm
Invoer: maximaal216 x 356 mm
Scanresolutie
Optische resolutie
Glasplaat: maximaal 600 x 600 dpi
Invoer: maximaal 300 x 300 dpi
Softwarematige resolutie
9.600 x 9.600 dpi
Scansnelheid
(A4, 300 x 600 dpi)
Kleur: 10 vellen/minuut
Zwart-wit:20 vellen/minuut
Hostinterface
100BASE-TX
10BASE-T
Hi-Speed USB
USB
IEEE 802.11b/g/n (infrastructuurmodus)
Besturingssysteem
Windows XP/Vista/7/8
Stuurprogramma
TWAIN
WIA 1.0 (Windows XP)
WIA 2.0 (Windows Vista/7/8)
De communicatietijd is hier niet in opgenomen.
Alleen voor de MF8580Cdw / MF8280Cw.
*1
*2
*1
*2
㻢㻡㻞㻌㻛㻌㻢㻤㻠
0CSC-0FJ
Specificaties van de afdrukfunctie
Afdrukmethode
Indirect elektrostatisch systeem (fixeren op verzoek)
Papiercapaciteit
MF8580Cdw / MF8550Cdn / MF8540Cdn
Sleuf voor handmatige invoer: ongeveer 50 vellen (60 tot 90 g/m²)
Papierlade: ongeveer 250 vellen (60 tot 90 g/m²)
Cassette Feeding Unit-V1 (optioneel): ongeveer 250 vellen (60 tot 90 g/m²)
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Canon i-SENSYS MF8540Cdn at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Canon i-SENSYS MF8540Cdn in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 15,15 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.