45
1
2
3
SCHOONMAAK VAN DE
FILTERS
Het filtersysteem (figuur A “4”) bestaat uit:
Een centrale houder die de grotere
vuildeeltjes van de vaat trapsgewijs
sorteert.
Een platte zeef die het spoelwater
voortdurend filtert.
Een micro filter onder de platte zeef dat
de kleinste onzuiverheden uit het water
haalt en zorgt voor een perfecte spoeling.
■ Om optimale resultaten te bereiken
moeten de filters gecontroleerd worden
na elke was.
■ Om de filters te verwijderen, draai het
handvat tegen de klok in (fig. 1).
■ Om het schoonmaken te vergemakkelijken
is de centrale houder verwijderbaar
(fig. 2).
■ Verwijder de platte zeef (fig. 3) en spoel
het gehele onderdeel met water, indien
nodig kan hierbij een klein borsteltje
gebruikt worden.
■ Het zelfreinigende microfilter hoeft
maar een keer in de twee weken te
worden gecontroleerd. Niettemin is het
aan te raden na elke wasbeurt de
centrale houder en de zeef te controleren
op eventuele verstoppingen.
WAARSCHUWING!
Na het schoonmaken van de filters,
controleer of ze correct zijn schoongemaakt
en teruggeplaatst, voornamelijk de
zeef, of deze op de juiste plaats zit
onder in de vaatwasser.
Zorg dat het filter teruggedraaid is,
met de klok mee.
Niet goed teruggeplaatste onderdelen
kunnen een omgekeerd effect geven
op de werking.
BELANGRIJK
Gebruik de vaatwasser nooit zonder
de filters.
INVOER VAN GLANSSPOELMIDDEL
Glansspoelmiddel
Het glansspoelmiddel dat automatisch
wordt toegevoegd tijdens de laatste
spoeling voorkomt strepen op de vaat en
bevordert een snellere droging ervan.
Het reservoir voor glansspoelmiddel
Het reservoir voor glansspoelmiddel is
geplaatst naast het reservoir voor het
afwasmiddel (fig. A "3").
Om deze te openen dient tegelijkertijd de
markering te worden ingedrukt en het klepje
te worden opgelift. Het wordt aanbevolen
alleen glansspoelmiddel te gebruiken dat
ervoor bedoelt is om in afwasautomaten te
worden gebruikt. Controleer het niveau van
het reservoir door in het controleglaasje (C)
te kijken dat op het dekseltje is geplaatst.
Het afstellen van de
naglansmiddel injector van 1 tot 6
De instelling (D) zit onder de dop en kan
gedraaid worden m.b.v. een muntstuk. Wij
raden stand 4 aan.
De hoeveelheid aanwezige kalk in het
water bepaalt de mate van kalkafzetting en
drogingsgraad. Het is daarom belangrijk de
hoeveelheid toe te dienen naglansmiddel
te kunnen regelen om steeds optimale
resultaten te verkrijgen.
Mocht het vaatwerk aan het einde van het
programma strepen vertonen dan moet de
afstelling met één streep terug gebracht
worden. In het geval waarbij kringen of
witachtige vlekken te zien zijn dan de
afstelling met één streep verhogen.
44
VOL LEEG
donker licht
C
D