19
FR
CHAPITRE 8
SELECTION
Pour traiter les divers types
de tissus et les différents
degrés de salissures, la
machine a 4 niveaux de
programmes qui se
différencient par le type de
lavage, la température et la
durée (voir le tableau des
programmes de lavage).
1 Tissus résistants
Les programmes sont
conçus pour optimiser les
résultats de lavage.
Des phases d’essorage qui
garantissent un rinçage
parfait.
2 Tissus mixtes et
synthétiques
Le lavage et le rinçage sont
optìmisés dans les rythmes
de rotation du tambour et
dans les niveaux d’eau.
L’ essorage à action délicate
assure une formation de plis
réduite sur les tissus.
3 Tissus extrêmement
délicats
Il s’agit d’un nouveau
concept de lavage qui
alterne des moments de
brassage et de trempage
du linge; ce processus est
particulièrement indiqué
pour le lavage de tissus
extrêmement délicats
comme la Pure Laine Vierge.
Le lavage et le rinçage sont
effectués à pleine eau afin
d’obtenir les meilleures
prestations.
NL
HOOFDSTUK 8
KIEZEN VAN HET
PROGRAMMA
Voor de verschillende
soorten weefsels en
afhankelijk van de graad
van vervuiling van het
wasgoed heeft de
wasautomaat 4
verschillende
hoofdgroepen: (zie het
overzicht van de
wasprogramma’s).
1 Sterke weefsels
Deze programma’s zijn
bestemd om grondig te
wassen. De verschillende
spoelgangen, die
tussendoor gecentrifugeerd
worden, zorgen dat er
perfect gespoeld wordt. Bij
de laatste centrifugegang
wordt het water optimaal
verwijderd.
2 Gemengde en
synthetische weefsels
Dankzij een speciale
trommelbeweging en het
hogere waterniveau wordt
er tijdens de hoofdwas en
de spoeling de beste
resultaten behaald. Er wordt
met een laag toerental
gecentrifugeerd om kreuken
te voorkomen.
3 Bijzonder gevoelige
weefsels
Dit is een nieuw
wasprogramma waarbij om
beurten wordt gewassen en
geweekt en is in het
bijzonder geschikt voor zeer
gevoelige weefsels zoals
zuiver scheerwol. Het wassen
en spoelen worden
uitgevoerd met een hoog
waterniveau om tot het
beste resultaat te komen.
STERKE WEEFSELS
SYNTHETISCH
DELICAAT
18
FR
CHAPITRE 7
TIROIR A LESSIVE
Le tiroir à lessive est divisé en
4 petits bacs:
- le compartiment "I" a
été conçu pour la
lessive du prélavage.
-le deuxième II sert pour
les produits de lavage
et pour le programme
32 minutes.
Pour les produits liquides il
faut utiliser le bac special
fourni avec l’appareil et
l’introduire dans le bac (voir
dessin).
ATTENTION:
NOUS RAPPELONS QUE
CERTAINS PRODUITS
SONT DES DIFFICULTES A
ETRE EVACUES; DANS
CE CAS NOUS VOUS
CONSEILLONS D’UTILISER
LE GODET QUI VA
DIRECTEMENT DANS LE
TAMBOUR.
-le troisième sert pour
le produit blanchissant
(eau de javel)
ATTENTION:
DANS LE TROISIEME ET LE
QUATRIEME BAC
N’INTRODUIRE QUE DES
PRODUITS LIQUIDES.
-le quatrième ✿✿ sert
pour des additifs
spéciaux: adoucisseurs,
parfums, amidon,
produits pour l’azurage,
etc.
NL
HOOFDSTUK 7
WASMIDDELBAKJE
bestaat uit 4 afzonderlijke
vakjes:
- Het eerste “I” is voor een
voorwasmiddel.
- Het tweede II voor het
hoofdwasmiddel of voor
het 32 minuten
programma.
Voor vloeibare wasmiddelen
het bijgeleverde zeep bakje
gebruiken en plaatsen zoals
aangegeven op de
tekening.
BELANGRIJK:
U DIENT ER REKENING
MEE TE HOUDEN DAT
SOMMIGE
WASMIDDELEN MOEILIJK
TE VERWIJDEREN ZIJN. IN
DAT GEVAL RADEN WIJ U
AAN OM EEN
WASBOLLETJE IN DE
TROMMEL TE
GEBRUIKEN.
-Het derde is voor
een bleekmiddel
BELANGRIJK:
HET DERDE EN VIERDE
VAKJE ZIJN ALLEEN
BESTEMD VOOR
VLOEIBARE STOFFEN.
- Het vierde ✿✿ is voor
speciale toevoegingen,
verzachters,
geurmiddelen, stijfsel,
bleekwater, enz.