Problemen
Wat zou de reden kunnen zijn voor…
Defecten die u zelf kunt oplossen
Voordat u de Service voor technisch advies belt, kunt u de volgende controlelijst afgaan. Er zullen
voorrijkosten in rekening worden gebracht als blijkt dat de machine werkt of dat de machine niet juist werd
geïnstalleerd of gebruikt. Als het probleem zich na de aanbevolen controles nog steeds voordoet, belt u Gias
Service, zodat zij u telefonisch kunnen helpen.
104
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSING
De stekker zit niet in het stopcontact.
De machine is niet aangezet.
De stroom is uitgevallen.
Een zekering is doorgeslagen.
De deur staat open.
Het RCD is ingeschakeld (uitschakelmechanisme).
Er is een vertraagde start geprogrammeerd.
Zie oorzaak 1.
De waterkraan is dicht.
De programmaselector is niet juist ingesteld.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Er bevinden zich voorwerpen in het filter.
De machine werd niet juist aangesloten.
Een lekkende sluitring tussen de kraan en de vulslang.
Een reepje stof of wat vuil tussen de deurverzegeling
en het deurglas.
Onjuist aangesloten.
Het water staat nog in de trommel.
De optie ‘centrifugefunctie annuleren’ werd gekozen
(alleen voor bepaalde modellen).
Onevenwichtige lading.
De wasmachine staat niet horizontaal.
De lading is niet evenwichtig verdeeld.
De vervoersbeugels werden niet verwijderd.
U moet twee minuten wachten na afloop van het
programma.
–
Er wordt geen water opgenomen.
Er wordt geen water afgevoerd.
De machine zit te vol met water.
1. De machine functioneert
op geen enkel programma
2. De machine neemt geen
water op
3. Het water wordt niet
afgevoerd
4. Er ligt water op de vloer
rond de wasmachine
5. De machine centrifugeert
niet
6. De machine trilt erg
tijdens het centrifugeren
7. De deur gaat niet open
8.
Op het display staat de
volgende fout: 0, 1, 5, 7, 8, 9
9. Op het display staat fout 2
10. Op het display staat fout 3
11.Op het display staat fout 4
Steek de stekker in het stopcontact.
Zet de machine aan.
Lees het hoofdstuk ‘Stroomstoring’.
Controleren.
Sluit de deur.
De RCD opnieuw instellen.
Controleren.
Controleren.
De waterkraan opendraaien.
De programmaselector juist instellen.
De afvoerslang recht trekken.
Zie het hoofdstuk ‘Schoonmaken en onderhoudsbeurten’.
Controleer de installatie.
Vervang de sluitring en draai de verbinding aan.
Stop de lading opnieuw in de machine en houd kleding
weg van de rubberen deurverzegeling en het deurglas.
Controleer de wateraansluiting.
Wacht een paar minuten voordat de machine het water
afvoert.
Controleren.
Plaats de lading evenwichtig in de trommel.
De speciale instelbare voetjes afstellen.
De was gelijkmatig verdelen.
Verwijder de vervoersbeugels. (Zie het hoofdstuk
‘Installeren’.)
Wacht twee minuten.
Bel de reparatiedienst.
Controleer of de waterkraan open is.
Controleer of de afvoer niet verstopt is.
Controleer of de afvoerslang niet geknikt is.
Zet de watertoevoer naar de machine uit. Bel de
reparatiedienst.
De machine maakt tijdens het
centrifugeren een ander geluid. Dit komt
door de aanwezigheid van de meerfasen
motor die betere prestaties mogelijk
maakt.
Het is onwaarschijnlijk dat het water in de
trommel zichtbaar is! Dit komt door de
moderne technologie, waarmee dezelfde
was- en spoelresultaten verkregen worden,
met een veel lager waterverbruik.
105
Technische informatie
■
Max. lading met droge was
■ Waterdruk
Afmetingen
■ Breedte
■ Diepte
■ Hoogte
N.B.: Informatie over de elektrische specificaties staat op de plaat op de voorkant van de
wasmachine (bij de deur). U heeft de gegevens op die plaat nodig als u contact op neemt
met Gias Service.
Dit apparaat voldoet aan de EEC richtlijnen 89/336, 73/23 en eventuele wijzigingen.
Opmerking:
Het gebruik van milieuvriendelijke, fosfaatvrije wasmiddelen (lees de informatie op de
verpakking) kan de volgende gevolgen hebben:
– Het afvalwater kan troebeler zijn vanwege de aanwezigheid van een wit poeder (zeoliten)
dat in het water zit, zonder dat de spoelprestatie hierdoor negatief wordt beïnvloed.
– De aanwezigheid van een wit poeder op de schone was, die niet door het materiaal wordt
geabsorbeerd en die de kleur van het materiaal niet wijzigt.
– De aanwezigheid van schuim in het laatste spoelwater is niet noodzakelijkerwijs een
indicatie van een slechte spoelfunctie.
– In dergelijke gevallen brengt een extra spoelcyclus geen oplossing.
Fig. 2
5 kg
0,05 ÷ 0,8 MPa
60 cm
52 cm
85 cm
5 kg
6 kg
6 kg
0,05 ÷ 0,8 MPa
60 cm
54 cm
85 cm