696851
70
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/72
Next page
©2019 CADEL srl | All rights reserved – tutti i diritti riservati
nl
PELLETTHERMOKACHEL
handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
IDRO PRINCE
3
12 - IDRO PRINCE
3
16 - AQUOS
3
16 - IDRON 16 AIRTIGHT - MIRA 16 -
TESIS 16 AIRTIGHT - IDRO PRINCE
3
23 - AQUOS
3
23 - IDRON 22 AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8 - MIRA
22 - TESIS 22 AIRTIGHT - IDRO PRINCE
3
23 H
2
O - AQUOS
3
23 H
2
O - IDRO PRINCE 30 -
IDRO PRINCE 30 H
2
O
C
A
M
E
R
A
S
T
A
G
N
A
-
C
H
A
M
B
R
E
É
T
A
N
C
H
E
-
S
E
A
L
E
D
C
H
A
M
B
E
R
-
E
S
T
A
N
C
A
-
H
E
R
M
E
T
I
S
C
H
G
E
S
L
O
T
E
N
K
A
M
E
R
-
C
Â
M
A
R
A
E
S
T
A
N
Q
U
E
-
Σ
Φ
Ρ
Α
Γ
Ι
Σ
Μ
Έ
Ν
Ο
Σ
Θ
Ά
Λ
Α
Μ
Ο
Σ
-
T
E
S
T
E
D
5
0
P
A
-
E
N
1
6
5
1
0
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
2
OVERZICHT
1 LEIDING .......................................................3
1.1 HERZIENINGEN VAN DE UITGAVE ............................3
1.2 ZORG VOOR DE HANDLEIDING EN RAADPLEGING ... 3
1.3 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN .........3
2 WAARSCHUWINGEN EN
GARANTIEVOORWAARDEN ............................4
2.1 WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID .............4
2.2 INFORMATIE ............................................................5
2.3 GEBRUIKSBESTEMMING .........................................5
2.4 GARANTIEVOORWAARDEN .....................................5
2.5 WAARSCHUWINGEN VOOR DE CORRECTE AFDANKING
VAN HET PRODUCT ............................................................7
3 INSTALATIE ..................................................7
3.1 NORMEN VOOR DE INSTALLATIE .............................7
3.2 DE PELLETS .............................................................7
3.3 INLEIDING ...............................................................8
3.4 MINIMALE AFSTANDEN ...........................................9
3.5 INLEIDING ...............................................................9
3.6 ROOKKANAAL .......................................................10
3.7 TECHNISCHE KENMERKEN ....................................10
3.8 DIMENSIONERING .................................................13
3.9 ONDERHOUD .........................................................13
3.10 SCHOORSTEENPOT ................................................13
3.11 ONDERDELEN VAN DE SCHOORSTEEN ................... 14
3.12 BUITENLUCHTINLAAT ............................................15
3.13 AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL ....................16
3.14 VOORBEELDEN VAN CORRECTE INSTALLATIE ........17
4 TEKENINGEN EN TECHNISCHE KENMERKEN ..18
4.1 AFMETINGEN IDRO PRINCE
3
12 .............................18
4.2 AFMETINGEN IDRO PRINCE
3
16  23  23 H
2
O ........ 19
4.3 AFMETINGEN IDRO PRINCE 30  30 H
2
O ................20
4.4 AFMETINGEN AQUOS
3
16  23  23 H
2
O .................21
4.5
DIMENSIONI STUFA IDRON 1622 AIRTIGHT  HIDROFIRE
22.8  MIRA 1622  TESIS 1623 AIRTIGHT
........................22
4.6 TECHNISCHE KENMERKEN ....................................23
5 INSTALLATIE EN MONTAGE ..........................28
5.1 VOORBEREIDEN EN UITPAKKEN ............................28
5.2 MONTAGE LIJST IDRO PRINCE
3
12162323 H
2
O30
30 H
2
O  MIRA 1622  TESIS 1623 AIRTIGHT .................29
5.3 MONTAGE ZIJPANELEN AQUOS
3
162323 H
2
O......30
5.4 MONTAGE ZIJPANELEN IDRON 1622 AIRTIGHT/
HIDROFIRE 22.8 ...............................................................30
6 PELLETS LADEN ..........................................31
6.1 PELLETS LADEN ..................................................... 31
6.2 VEILIGHEID ............................................................32
6.3 VORMING VAN DE GEBRUIKERS ............................32
7 HYDRAULISCHE AANSLUITING .....................33
7.1 AANSLUITING HYDRAULISCHE INSTALLATIE ........33
7.2 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE
3
12..................33
7.3 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE
3
1623 , AQUOS
3
16
23 , IDRON 1622 AIRTIGHT, HIDROFIRE 22.8  MIRA
1622  TESIS 1623 AIRTIGHT ..............................34
7.4 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE 30 ...................35
7.5 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE
3
23 H
2
O, AQUOS
3
23
H
2
O ....................................................................... 36
7.6 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE 30 H
2
O ...........37
7.7 AFVOERKLEP 3 BAR ............................................... 37
7.8 AANSLUITING VAN DE INSTALLATIE ......................38
7.9 DE INSTALLATIE WASSEN ......................................38
7.10 DE INSTALLATIE VULLEN .......................................38
7.11 KENMERKEN VAN HET WATER ...............................39
8 ELEKTRISCHE AANSLUITING ........................39
8.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL .......39
8.2 VOEDING VAN DE KACHEL .....................................40
9
WAARSCHUWINGEN VOOR DE ONTSTEKING
....40
9.1 ALGEMENE WAARSCHUWINGEN ........................... 40
10 BEDIENINGSPANEEL ...................................41
10.1 DISPLAY BEDIENINGSPANEEL ...............................41
10.2 HOOFDMENU .........................................................42
11 OPTIES VAN HET WERKINGSMENU ...............42
11.1 GEPROGRAMMEERDE MODUS TIMER 
HOOFDMENU .........................................................42
11.2 OPMERKINGEN VOOR DE WERKING VAN DE TIMER 43
11.3 SLEEPFUNCTIE HOOFDMENU ............................ 44
11.4 MENU INSTELLINGEN ............................................ 44
11.5 MENU INSTELLINGEN ............................................ 44
11.6 WERKWIJZE AUTO ECO ZIE PUNTEN FG ............48
11.7 CONFIGURATIE INSTALLATIE .................................49
11.8 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS EN
OMGEVINGSSONDE ...............................................49
11.9 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS EN
OMGEVINGSTHERMOSTAAT ..................................50
11.10 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS,
OMGEVINGSSONDE EN BOILER SWW ..................51
11.11 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS,
OMGEVINGSSONDE EN BOILER SWW ...................52
11.12 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL EN PUFFER .....53
11.13 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL, PUFFER EN
NOODKETEL MUUR ............................................. 53
11.14 WERKINGSMODALITEITEN ....................................54
11.15 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN .............................55
11.16 WERKING ..............................................................56
11.17 AFGIFTE VAN VERMOGEN ...................................... 56
12 BEVEILIGINGEN EN ALARMEN .....................56
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
3
12.1 DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN .........................56
12.2 DRUKSCHAKELAAR ...............................................56
12.3 TEMPERATUURSONDE ROOK.................................56
12.4
CONTACTTHERMOSTAAT IN DE BRANDSTOFVOORRAADBAK
......56
12.5 CONTACTTHERMOSTAAT IN DE KETEL ...................56
12.6 WATERTEMPERATUURSENSOR .............................56
12.7 ELEKTRISCHE BEVEILIGING ...................................57
12.8 ROOKGASVENTILATOR ..........................................57
12.9 REDUCTIEMOTOR ..................................................57
12.10 TIJDELIJKE SPANNINGSONDERBREKING ............... 57
12.11 GEEN ONTSTEKING ................................................57
12.12 ANTIVRIESFUNCTIE ...............................................57
12.13 ANTIBLOKKEERFUNCTIE POMP .............................57
12.14 SIGNALERING ALARMEN ....................................... 57
12.15 RESET ALARM .......................................................58
12.16 NORMALE UITSCHAKELING OP HET PANEEL: OFF
MET KNIPPERENDE VLAM ..............................................59
12.17 BLACKOUT MET INGESCHAKELDE KACHEL ............59
12.18 BLACKOUT LANGER DAN 10 MET KACHEL IN FASE
VAN UITSCHAKELING .......................................................59
13
AANBEVELINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
..... 59
14 REINIGING EN ONDERHOUD ........................60
14.1 DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING TEN LASTE
VAN DE GEBRUIKER .........................................................60
14.2 REINIGING VAN DE RUIT ........................................ 61
14.3 REINIGING VAN DE WISSELAAR EN VAN DE RUIMTE
ONDER DE VUURPOT OM DE 2/3 DAGEN ..........................61
14.4 REINIGING BUIZENBUNDELS .................................62
14.5 REINIGING RUIMTE ROOKAFVOERSYSTEEM .........62
14.6 REINIGING VAN HET ROOKAFVOERSYSTEEM EN
CONTROLES IN HET ALGEMEEN .......................................63
14.7
PERIODIEKE CONTROLE WERKING SLUITING DEUR
....63
14.8 BUITENBEDRIJFSTELLING EINDE SEIZOEN .........64
14.9 VERVANGING VAN DE OVERDRUKAFVOER VOOR DE
VERBRANDINGSKAMER ...................................................64
14.10 CONTROLE VAN DE INTERNE COMPONENTEN .......65
15 ELEKTRONISCHE KAART ..............................69
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
4
1 LEIDING
Geachte Klant,
onze producten zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de Europese referentienormen voor de bouwproducten
(EN13240 houtkachels, EN14785 pellettoestellen, EN13229 schoorstenen/inbouwhaarden op hout, EN12815 kookfornuizen op
hout, met materialen van hoogwaardige kwaliteit en een grondige ervaring met de omzettingsprocessen. De producten weerspie-
gelen verder de essentiële vereisten van de richtlijn 2006/95/EG (Laagspanning) en de Richtlijn 2004/108/EG (Elektromagnetische
Compatibiliteit).
Lees de instructies die in deze handleiding staan met aandacht om de beste prestaties te verkrijgen.
Deze handleiding voor de installatie en het gebruik maakt wezenlijk deel uit van het product: waak erover dat hij altijd bij het
apparaat hoort, ook wanneer het overgedragen wordt aan een andere eigenaar. In geval van verlies, vraag een kopie aan de tech-
nische dienst in uw zone of download hem rechtstreeks van de website van het bedrijf.
Alle plaatselijke reglementen, met inbegrip van de reglementen die naar nationale, Europese normen verwijzen, moeten op het
moment van installatie van het apparaat in acht genomen worden.
In Italië wordt voor de installatie va systemen met biomassa van minder dan 35KW verwezen naar het ministerieel besluit 37/08
en elke gekwalificeerde installateur die hiertoe bevoegd is moet de conformiteitsverklaring van de installatie afleveren. (Met
installatie wordt bedoeld Kachel+Schoorsteen+Ventilatie).
1.1 HERZIENINGEN VAN DE UITGAVE
De inhoud van deze handleiding is van strikt technische aard en het eigendom van CADEL srl.
Geen enkel deel van deze handleiding mag in een andere taal vertaald worden en/of geheel of gedeeltelijk aangepast en/of ge-
reproduceerd worden in een andere vorm, en/of mechanisch, elektronisch middel, door fotokopieën, registraties of op een andere
wijze, zonder voorgaande schriftelijke autorisatie van CADEL srl daarvoor ontvangen te hebben.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om op ieder gewenst moment en zonder voorgaande kennisgeving eventuele wijzigingen
op het product aan het brengen. Het bedrijf dat eigenaar is beschermt haar rechten volgens de wettelijke voorschriften.
1.2 ZORG VOOR DE HANDLEIDING EN RAADPLEGING
Bewaar deze handleiding op een plek die snel en makkelijk kan bereikt worden.
Mocht deze handleiding verloren gaan of vernietigd worden, vraag uw verkoper of de geautoriseerde technische assistentie-
dienst dan om een kopie.
1.3 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
LET OP:
lees en begrijp het betreffende bericht met aandacht omdat de veronachtzaming ervan
het product ernstige schade kan berokkenen en de persoonlijke veiligheid van de gebruiker
op het spel kan zetten.
INFORMATIE:
de veronachtzaming ervan zal het gebruik van het product compromitteren.
SEQUENTIE VAN DE WERKING:
sequentie van knoppen die ingedrukt moeten worden om het menu te bereiken of om
instellingen uit te voeren.
HANDLEIDING
raadpleeg deze handleiding of de bijbehorende instructies met aandacht.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
5
2 WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
2.1 WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
De installatie, de elektrische aansluiting, de controle van de werking en het onderhoud moeten uitsluitend door
geautoriseerd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Installeer het product volgens alle lokale, nationale voorschriften en de normen van kracht op de plaats, in de
regio of het land.
Een verkeerd gebruik van het product of een verkeerd onderhoud kunnen ernstige risico‘s van explosie in de
verbrandingskamer inhouden.
Gebruik uitsluitend de brandstof aanbevolen door de producent. Het product mag niet als verbrandingsoven gebruikt worden. Het
is streng verboden vloeibare brandstof te gebruiken.
Doe in het reservoir geen brandstof verschillend van houtpellets.
Voor een correct gebruik van het product en de elektronische apparatuur die ermee verbonden is en om ongelukken te voorkomen,
moeten altijd de indicaties in deze handleiding gebruikt worden.
De apparaat mag gebruikt worden door kinderen van minstens 8 jaar oud en personen met lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke beperkingen of die niet in het bezit zijn van de nodige ervaring of kennis, op voorwaarde dat ze onder
het toezicht staan van of de nodige instructies gekregen hebben voor het gebruik van het apparaat en zich bewust
zijn van de gevaren die ermee verbonden zijn. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en on-
derhoud die de gebruiker moet uitvoeren mag niet door kinderen uitgevoerd worden die niet onder toezicht staan.
Vooraleer te werk te gaan, moet de gebruiker of wie het product gaat gebruiken de hele inhoud van deze handleiding voor in-
stallatie en gebruik gelezen en begrepen hebben. Fouten en verkeerde instellingen kunnen gevaarlijk zijn en/of leiden tot een
onregelmatige werking.
Gebruik het product niet als ladder of structuur om op te steunen.
Laat geen wasgoed drogen op het product. Eventuele wasrekken of gelijkaardige voorwerpen moeten op een correcte afstand van
het product gehouden worden. Brandgevaar.
Elke verantwoordelijkheid voor een oneigenlijk gebruik van het product is volledig ten laste van de gebruiker en ontheft de produ-
cent van elke burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Elk type van wijziging of vervanging van niet-originele onderdelen van het product dat niet geautoriseerd is kan gevaarlijk zijn
voor de gebruiker en ontheft het bedrijf van elke burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
De meeste oppervlakken van het product zijn heel warm (deur, handgreep, ruit, afvoerbuizen rookgassen, enz.) Men komt dus
het beste niet contact met deze onderdelen zonder gepaste beschermingskleding of -middelen zoals thermische
veiligheidshandschoenen of inschakelsystemen van het type “koude hand“.
Het is verboden het product te laten functioneren met de deur open of de ruit gebroken.
Het product moet elektrisch aangesloten worden op een installatie voorzien van een efficiënt aardingssysteem.
Schakel het product uit in geval van een defect of slechte werking.
De accumulatie van onverbrande pellets in de brander na elke “mislukte inschakeling“ moet verwijderd worden vooraleer over
te gaan tot een nieuwe ontsteking. Controleer of de brander schoon en goed gepositioneerd is vooraleer opnieuw aan te zetten.
In geval van een defect of slechte werking, schakel de kachel uit en contacteer onmiddellijk de gespecialiseerde technicus.
Vul de brander niet manueel met pellets, omdat dit verkeerd gedrag een abnormale hoeveelheid onverbrand gas
kan genereren, met het gevolg van een risico voor explosie in de kamer.
De accumulatie van onverbrande pellets in de brander na elke “mislukte inschakeling“ moet verwijderd worden
vooraleer over te gaan tot een nieuwe poging tot inschakeling.
Als de vuurpot niet schoongemaakt of onderhouden wordt, kunnen zich defecten en explosies voordien in de kachel. Waak erover
dat elk spoor van materiaal of afzettingen verwijderd wordt van de openingen in de vuurpot en maak ze schoon telkens wanneer
de kachel vrijgemaakt wordt van de as of wanneer men niet kan ontsteken. Zorg ervoor dat de grootte van de openingen van de
vuurpot niet kleiner wordt, omdat dit een negatieve invloed zou hebben op de veilige prestaties van de kachel.
Was het product niet met water. Het water kan in de eenheid sijpelen en de elektrische isolaties aantasten en zo elektrische
schokken veroorzaken.
In geval van brand in het rookkanaal, schakel de kachel uit, koppel hem los van de stroomtoevoer en open de deur niet. Contacteer
de bevoegde instanties.
Bij een defect aan het ontstekingssysteem, de kachel niet laten functioneren met ontvlambaar materiaal.
Ga niet voor een lange periode voor het werkende product staan. Verwarm de ruimte waarin men verblijft en waarin het product
geïnstalleerd is niet te veel. Dit kan de fysische condities beschadigen en problemen aan de gezondheid veroorzaken.
Installeer het product in ruimten zonder gevaar voor brand en waar alle nodige voedingsbronnen (lucht en elektriciteit) en ro-
okgasafvoeren aanwezig zijn.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
6
In geval van brand in de schoorsteen, zet het apparaat uit, koppel het los van het net en open de deur in geen geval. Contacteer
de bevoegde instanties.
De opslag van het product en de bekleding moeten plaatsvinden in ruimten die vrij zijn van vocht en ze mogen niet blootgesteld
worden aan weer en wind.
Men raadt aan de steunvoetjes van het product op de vloer niet te verwijderen om borg te staan voor een correcte isolatie, vooral
wanneer vloer van een ontvlambaar materiaal is.
Bij een defect aan het ontstekingssysteem, de ontsteking niet forceren aan de hand van ontvlambaar materiaal.
De handelingen voor het buitengewoon onderhoud moeten enkel door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Beoordeel de statische condities van het vlak waarop het gewicht van het product rust en voorzien een gepaste isolatie indien het
van een ontvlambaar materiaal gemaakt is (zoals hout, vasttapijt, plastic).
Elektrische onderdelen onder spanning: voed het product enkel na de assemblage voltooid te hebben.
Koppel het product los van de 230V-voeding vooraleer onderhoud te plegen.
INDIEN ER ROOK VRIJKOMT IN DE RUIMTE OF ER EEN EXPLOSIE PLAATSVINDT DIE HET APPARAAT BESCHADIGT, ZET HET
UIT, VERLUCHT DE RUIMTE EN CONTACTEER ONMIDDELLIJK DE INSTALLATEUR/TECHNICUS VAN DE ASSISTENTIE.
2.2 INFORMATIE
Bij problemen, contacteer de verkoper of een gekwalificeerd geautoriseerd technicus van Cadel; vraag voor reparaties om
originele wisselonderdelen te gebruiken.
Gebruik uitsluitend het type van brandstof aanbevolen door Cadel (voor Italië, pellets met een diameter van 6 mm en voor
de andere Europese landen pellets met een diameter van 6-8 mm), die enkel aan de hand van een automatisch vulsysteem
ingebracht mag worden.
Controleer en reinig periodiek de afvoer van de rookgassen (aansluiting op het rookkanaal).
De accumulatie van onverbrande pellets in de brander na een reeks van “mislukte inschakelingen“ moet verwijderd worden
vooraleer over te gaan tot een nieuwe poging tot inschakeling.
De pelletkachel is geen apparaat om voedsel te bereiden.
Houd de brandstoftank dus altijd afgesloten met het deksel.
Bewaar deze handleiding gedurende de hele levensduur van de kachel, want hij maakt wezenlijk deel uit van de kachel. Bij
een doorverkoop of overdracht van de kachel aan een andere gebruiker, zorg ervoor dat het boekje er altijd bij zit.
Bij verlies, contacteer Cadel of de geautoriseerde verkoper om een kopie te krijgen.
Volgens de bepaling EU nr. 305/2011, is de "Prestatieverklaring" beschikbaar online op de sites :
www.cadelsrl.com / www.free-point.it.
2.3 GEBRUIKSBESTEMMING
Het product werkt uitsluitend op houten pellets en moet binnenshuis geïnstalleerd worden.
2.4 GARANTIEVOORWAARDEN
Het bedrijf garandeert het product, met uitzondering van de elementen die onderhevig zijn aan normale slijtageen die
hieronder staan, gedurende 2 (twee) jaar vanaf de aankoopdatum die vermeld staat op:
een bewijsdocument (factuur en/of kasticket) waarop de naam van de verkoper staat en de datum waarop de verloop plaatsge-
vonden heeft;
het garantiecertificaat moet binnen de 8 dagen na de aankoop opgestuurd worden.
Opdat de garantie geldig zou zijn, moet de installatie volgens de regels van de kunst uitgevoerd worden en moet het apparaat
uitsluitend door gekwalificeerd personeel in bedrijf gesteld worden. Aan de gebruiker moet een conformiteitsverklaring en verkla-
ring van goede werking van de installatie overhandigd worden.
Men raadt aan het product te testen vooraleer de afwerkingen aan te brengen (bekledingen, verven muren, enz.).
De installaties die niet voldoen aan de voorschriften zullen de garantie op het product doen vervallen, net zoals bij een oneigenlijk
gebruik en het niet onderhouden zoals voorgeschreven door de constructeur.
De garantie is werkzaam op voorwaarde dat de indicaties en voorschriften in deze handleiding voor gebruik en onderhoud die
geleverd wordt met het apparaat waargenomen worden, zodat het apparaat op correcte wijze gebruikt kan worden.
De vervanging van het hele apparaat of de reparatie van een deel ervan zal de garantie niet verlengen.
Met garantie worden de vervanging of de kosteloze reparatie van de delen bedoeld, die als oorspronkelijk defect be-
schouwd worden wegens fabricagedefecten.
Om de garantie in te roepen in geval zich een defect voordoet moet de koper het garantiecertificaat bijhouden en het, samen met
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
7
het document afgeleverd op het moment van de aankoop, voorleggen aan het Centrum voor Technische Assistentie.
Deze garantie sluit alle storingen en/of schade aan het apparaat uit in geval van een van de volgende oorzaken:
De schade veroorzaakt door het transport en/of de verplaatsing.
Alle onderdelen die defect blijken omwille van nalatigheid of verzuim tijdens het gebruik, een verkeerd onderhoud, een ver-
keerde installatie die niet voldoet aan wat de producent voorschrijft (raadpleeg altijd de handleiding voor de installatie en het
gebruik geleverd samen met het apparaat).
Verkeerde dimensionering ten opzichte van het gebruik of gebreken in de installatie of het niet respecteren van de nodige
voorzorgsmaatregelen om de uitvoering volgens de regels van de kunst te garanderen.
Oneigenlijke oververhitting van het apparaat, oftewel het gebruik van brandstoffen die niet voldoen aan de types en hoeve-
elheden aangegeven in de meegeleverde instructies.
Verdere schade veroorzaakt door verkeerde interventies door de gebruiker zelf in een poging om het gebrek te verhelpen.
Verergering van de schade door een verder gebruik van het apparaat vanwege de gebruiker eens het gebrek zich voorgedaan heeft.
In aanwezigheid van een ketel eventuele corrosie, afzettingen of breuken veroorzaakt door zwerfstroom, condens, bijtend of
zuur water, verkeerd uitgevoerde procedures om te ontkalken, het gebrek aan water, afzettingen van slib of kalk.
De inefficiëntie van schoorstenen, rookkanalen of delen van de installatie waarvan het apparaat afhankelijk is.
Schade die berokkend is door het onklaar maken van het apparaat, de weersomstandigheden, natuurrampen, vandalistische
handelingen, elektrische ontladingen, brand, defecten van de elektrische en/of hydraulische installatie.
Het niet uitvoeren van de jaarlijkse reiniging van de kachel vanwege een geautoriseerd technicus of gekwalificeerd personeel,
houdt het verlies van de garantie in.
Verder sluit de garantie uit:
De delen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals pakkingen, de ruiten, bekledingen en onderdelen van gietijzer, ge-
lakte, verchroomde, vergulde onderdelen, de majolica, de handgrepen, de elektrische kabels en alle van de vuurhaard ver-
wijderbare onderdelen.
De kleurveranderingen van de gelakte en keramiekdelen/slang, alsmede de haarscheurtjes van het keramiek, omdat het na-
tuurlijke kenmerken van het materiaal en van het gebruik van het product zijn.
Metselwerken.
Kenmerken van de installatie (indien aanwezig) niet geleverd door de producent.
Eventuele technische interventies aan het product voor de eliminatie van de gebreken en schade, moeten overeengekomen wor-
den met de Technische Assistentie, die zich het recht voorbehoud om de interventie al dan niet te leveren en in elk geval niet
aanspraak makend op de garantie. Hier is dan sprake van technische assistentie te leveren aan de condities eventueel en specifiek
overeengekomen en volgens de tarieven van kracht voor de uit te voeren werken.
Verder zijn ten laste van de gebruiker de kosten die eventueel verschuldigd zijn voor het herstellen van verkeerde technische inter-
venties, wijzigingen of in elk geval factoren die schadelijk zijn voor het apparaat en niks te maken hebben met de aanvankelijke
gebreken.
Behalve de limieten opgelegd door de wet of voorschriften, houdt de garantie geen rekening met de milieuvervuiling of geluidsoverlast.
Het bedrijf stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor eventuele schade die rechtstreeks of onrechtstreeks be-
rokkend kan worden aan mensen, dieren of voorwerpen als gevolg van de veronachtzaming van alle voorschriften
die in de handleiding staan, met name als deze betrekking hebben op de waarschuwingen op het gebied van in-
stallatie, gebruik en onderhoud van het apparaat.
WISSELONDERDELEN
In geval van storingen van het product moet men zich wenden tot de verkoper die de oproep moet doorverwijzen naar de tech-
nische assistentie.
Gebruik uitsluitend originele wisselonderdelen. De verkoper of de assistentie kan alle indicaties leveren die nuttig zijn voor de
wisselonderdelen.
Men raadt aan niet te wachten tot de onderdelen versleten zijn door het gebruik vooraleer ze te vervangen; het is nuttig de perio-
dieke onderhoudscontroles te verrichten.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden indien het product of een accessoire ervan gebruikt wordt op
oneigenlijke manier of zonder autorisatie gewijzigd wordt.
Voor elke vervanging mogen enkel originele wisselonderdelen gebruikt worden.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
8
2.5 WAARSCHUWINGEN VOOR DE CORRECTE AFDANKING VAN HET PRODUCT
De ontmanteling en de afdanking van de kachel zijn uitsluitend ten laste van de eigenaar die moet handelen in overeenstemming
met de wetgevingen van kracht in eigen Land inzake de veiligheid, het respect en de instandhouding van het milieu.
Op het einde van de nuttige levensduur dient het product niet samen met het gewoon afval weggegooid te worden.
Het kan naar een centrum voor gescheiden afvalverzameling gebracht worden in de eigen gemeente, of bij de verkopers die deze dienst
leveren. Ga over tot de gescheiden afvalverzameling om negatieve effecten op het milieu en de gezondheid te voorkomen omwille van
een ongepaste afdanking en om de materialen waaruit het apparaat bestaat te sorteren om zo energie en hulpmiddelen te besparen.
3 INSTALATIE
De indicaties bevat in dit hoofdstuk verwijzen uitdrukkelijk naar de Italiaanse installatienorm UNI 10683.
Respecteer altijd de normen van kracht in het land van installatie.
3.1 NORMEN VOOR DE INSTALLATIE
Het product in kwestie is een kachel voor de werking op houtpellets.
Hierna volgen Europese referentienormen voor de installatie van het product:
EN 12828 Ontwerp installatie verwarming.
IEC 64-8 Elektrische installaties werkend op nominale spanning van niet meer dan 1000 V met wisselstroom en 1500 V met ge-
lijkstroom.
EN 1443 Algemene norm schoorstenen
EN 1856-1 metalen rookkanalen
EN 1856-2 metalen rookleidingen
EN 1457 schoorstenen - Interne leidingen van aardwerk/ keramiek
EN 13384-1 Schoorstenen - Methoden thermische en vloeistofdynamische berekening - Deel 1: Schoorstenen toegewezen aan
een enkel apparaat
Hierna sommige referentienormen voor Italië:
UNI 10683:2012 Warmtegeneratoren gevoed met hout of andere vaste biobrandstoffen - Controle, installatie, tests en onderhoud
(voor thermochemisch vermogen aan de vuurhaard minder dan 35kW)
UNI/TS 11278 algemene technische norm voor de keuze van het rookkanaal/de rookleiding
UNI 10847:2000 Afzonderlijke rookinstallaties voor generatoren gevoed met vloeibare en vaste brandstoffen - Onderhoud en
controle - Richtlijnen en procedures
UNI 8065 waterzuivering in burgerlijke installaties.
UNI 9182 Installaties voor de toevoer en distributie van koud en warm water (sanitair).
De procedure voor de installatie vergt het schema van de verwarmingsinstallatie, opgesteld volgens de normen en plaatselijke
aanbevelingen.
Respecteer in elk geval:
Voor de verwarmingsinstallatie -
Lokale vereisten voor de aansluiting op de schoorsteen.
Lokale vereisten voor de brandbestrijdingsnormen.
Voor de elektrische onderdelen - EN 60335 Veiligheid van de elektrische apparaten voor huishoudelijk gebruik en
gelijkaardig”
Deel 1 - Algemene vereisten
Deel 2 - Bijzondere normen voor apparaten met branders op gas, diesel en vaste brandstof voorzien van elektrische aansluitingen.
3.2 DE PELLETS
De pellets worden verkregen uit het vezeltrekproces van zaagsel tijdens de bewerking van natuurlijk gedroogd hout (zonder verf).
De compactheid van het materiaal wordt gegarandeerd door lignine dat zich in het hout zelf bevindt, waardoor de productie van
pellets zonder lijm of bindmiddelen kan verkregen worden.
Op de markt zijn verschillende types pellets verkrijgbaar, met kenmerken die variëren op basis van de gebruikte houtmengsels. De
diameter varieert van 6 tot 8 mm, met een standaardlengte tussen 5 en 30 mm. Pellets zijn van goede kwaliteit als ze een densiteit
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
9
van 600 tot meer dan 750 kg/m³ hebben, met een watergehalte tussen 5% en 8% van hun gewicht.
Pellets zijn een ecologische brandstof omdat ze de houtresten maximaal benutten, zodat een schonere brandstof wordt verkregen
dan die, die geproduceerd wordt met fossiele brandstoffen. Pellets hebben eveneens technische voordelen.
Een goede houtsoort heeft een warmtevermogen van 4,4 kW/kg (15% vochtigheid, na een droogperiode van 18 maanden) terwijl
pellets een warmtevermogen van 4,9 kW/kg hebben. Om een goede verbranding te garanderen, moeten de pellets bewaard
worden in een vochtvrije plaats en moeten ze beschermd worden tegen vuil. Pellets worden gewoonlijk geleverd in zakken van
15 kg, dus is de opslag zeer praktisch.
Pellets van goede kwaliteit garanderen een correcte verbranding en beperken de schadelijke emissie in de atmosfeer.
Fig. 1 - Pellletszak
Als de brandstof van slechte kwaliteit is, zullen de vuurpot en de verbrandingskamer eerder gereinigd moeten
worden.
De belangrijkste kwaliteitscertificaten voor pellets die op de Europese markt aanwezig zijn, zijn bijvoorbeeld DINplus, Ö-Norm
M7135, Pellet gold, en garanderen dat de volgende kenmerken in acht genomen worden:
warmtevermogen: 4,9 kWh/kg.
Watergehalte: max. 10% van het gewicht.
Aspercentage: max. 0,5% van het gewicht.
Diameter: 5 – 6 mm.
Lengte: max 30 mm.
Inhoud: 100% onbehandeld hout, zonder toevoeging van bindmiddelen (schorspercentage max. 5%).
Verpakking: in zakken bestaande uit ecologisch compatibel of biologisch afbreekbaar materiaal.
Het bedrijf raadt aan om voor haar producten gecertificeerde brandstof te gebruiken (DINplus, Ö-Norm
M7135, Pellet Gold).
Het gebruik van slechte of niet-conforme pellets, volgens de eerder aangeduide informatie, schaadt de wer-
king van uw product en kan de garantie doen vervallen, evenals de aansprakelijkheid van het bedrijf.
3.3 INLEIDING
De positie van de montage moet gekozen worden op grond van de omgeving, de afvoer en het rookkanaal. Controleer bij de
plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben op de inlaat van de verbrandingslucht, de rookafvoerin-
stallatie, het rookkanaal en de schoorsteenpot. De fabrikant stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor een installatie die niet
conform de van kracht zijnde wetten is, voor een onjuiste luchtverversing in de vertrekken, voor een elektrische aansluiting die
niet conform de voorschriften is en voor een oneigenlijk gebruik van het apparaat. De installatie moet uitgevoerd worden door een
gekwalificeerde technicus die de koper een conformiteitsverklaring van het systeem verstrekt en die de volledige verantwoording
voor de definitieve installatie en voor de daaruitvolgende goede werking van het product op zich neemt.
In het bijzonder moet men controleren of:
de opening voor de verbrandingslucht voldoende groot is, in overeenstemming met de typologie van product dat geïnstalleerd is
er geen andere kachels of inrichtingen geïnstalleerd zijn die het vertrek waar het product geïnstalleerd is in onderdruk brengen
(enkel voor hermetische apparaten is een maximale onderdruk van 15 Pa toegelaten)
er geen rook terugstroomt in het vertrek wanneer het product aan is
de rook op volledig veilige manier afgevoerd wordt (dimensionering, dichtheid rook, afstanden tot ontvlambaar materiaal,...).
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
10
Men raadt aan in het bijzonder te controleren op het kenplaatje van het rookkanaal de veiligheidsafstanden die
gerespecteerd moeten worden in aanwezigheid van brandbaar materiaal en de typologie van isolatiemateriaal
dat gebruikt moet worden. Deze voorschriften moeten altijd nauwgezet gerespecteerd worden om ernstige scha-
de aan de gezondheid van de personen en de integriteit van de woning te voorkomen. De installatie van het apparaat
moet een gemakkelijke toegang voor de reiniging van het apparaat, de rookafvoerleidingen en het rookkanaal garanderen. Het
is verboden de kachel te installeren in ruimten met brandgevaar. De installatie in studio‘s, slaapkamers en badka-
mers is enkel toegelaten voor waterdichte apparaten of afgesloten apparaten voorzien van een gepaste afvoer
van de verbrandingslucht rechtstreeks naar buiten toe. Bewaar altijd een gepaste veiligheidsafstand om te voor-
komen dat het product in contact komt met water.
Indien meer apparaten geïnstalleerd zijn moet de ventilatieopening naar buiten toe voldoende groot zijn.
3.4 MINIMALE AFSTANDEN
Het is verplicht de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtdoorgang om een doel-
treffende koeling van het apparaat mogelijk te maken, alsmede een goede verspreiding van de warmte in het vertrek. Respecteer
de afstanden tot ontvlambare of voor warmte gevoelige voorwerpen (zetels, meubels, bekledingen in hout,...) zoals aangegeven
hieronder. De frontale afstand tot ontvlambare materialen moet minstens zo groot zijn als aangegeven is in de tabel met techni-
sche gegevens van het product.
In aanwezigheid van voorwerpen die bijzonder delicaat geacht worden zoals meubels, gordijnen, zetels, moet de kachel verderaf
geplaatst worden.
In aanwezig van een houten vloer wordt aangeraden een vloerbescherming te plaatsen en in elk geval de
normen van kracht in het land te volgen.
Fig. 2 - Veiligheidsafstanden
MODEL NIET-ONTVLAMBARE WANDEN ONTVLAMBARE WANDEN
IDRO PRINCE
3
12 A = 5 cm / B = 5 cm A = 20 cm / B = 20 cm
IDRO PRINCE
3
16-23-23 H2O A = 5 cm / B = 5 cm A = 20 cm / B = 20 cm
IDRO PRINCE 30-30 H2O A = 5 cm / B = 5 cm A = 20 cm / B = 20 cm
AQUOS
3
16-23-23 H2O A = 5 cm / B = 5 cm A = 20 cm / B = 20 cm
IDRON 16-22 AIRTIGHT A = 5 cm / B = 5 cm A = 20 cm / B = 20 cm
HIDROFIRE 22.8 A = 5 cm / B = 5 cm A = 20 cm / B = 20 cm
Als de vloer bestaat uit brandbaar materiaal, wordt aangeraden een bescherming te gebruiken in onbrandbaar materiaal (staal,
glas...) om ook de voorzijde te beschermen tegen eventueel gemorste brandstof tijdens de reiniging.
Het apparaat moet geïnstalleerd worden op een vloer met een gepast draagvermogen.
Als de bestaande constructie niet aan deze eis voldoet, moeten passende maatregelen getroffen worden (bijvoorbeeld een plaat
voor de verdeling van het gewicht).
3.5 INLEIDING
Het onderhavige hoofdstuk Rookkanaal is opgesteld volgens de voorschriften van de Europese richtlijnen (EN13384 - EN1443 -
EN1856 - EN1457).
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
11
Het hoofdstuk verstrekt aanwijzingen over de goede en correcte totstandkoming van het rookkanaal maar dient in geen geval als
vervanging van de van kracht zijnde normen te gelden, die in het bezit van de gekwalificeerde fabrikant moeten zijn. Controleer
bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben op de inlaat van de verbrandingslucht, de roo-
kafvoerinstallatie, het rookkanaal of de schoorsteenpot.
De firma stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor de slechte werking van de kachel als die te wijten is aan het gebruik van
een rookkanaal met verkeerde afmetingen dat niet aan de van kracht zijnde normen voldoet.
3.6 ROOKKANAAL
Het rookkanaal of de schoorsteen is bijzonder belangrijk voor de correcte werking van een verwarmingsapparaat met vaste bran-
dstof en gedwongen trek, gezien de moderne verwarmingstoestellen een hoog rendement hebben met koudere rook en bijgevolg
minder trek. Het is dus van essentieel belang dat de het rookkanaal gebouwd is volgens de regels van de kunst en altijd perfect
efficiënt is. Een rookkanaal van een apparaat op pellets/hout moet minstens van de categorie T400 (of hoger zijn als het apparaat
dit vereist) zijn en bestand zijn tegen vuur en roet. De rookafvoer moet plaatsvinden via een enkel rookkanaal met buizen in geïso-
leerd staal (A) of een bestaand rookkanaal en conform het voorzien gebruik (B).
Een eenvoudige tussenruimte in cement moet correct van een buis voorzien worden. Beide oplossingen voorzien in een inspectie-
dop (AT) en/of inspectiedeurtje (AP) - FIG.1.
Het is verboden om meer pellet-/houtkachels of ongeacht welk ander type apparaat (afzuigkappen) op hetzelfde rookkanaal aan
te sluiten.
(*) tenzij er nationale voorschriften in afwijking hierop bestaan (vb. in Duitsland), die in bepaalde condities toelaten meer dan één
apparaat aan te sluiten op dezelfde schoorsteen; in elk geval moeten de voorschriften van het product/de installatie bepaald door de
relatieve normen/wetgevingen van kracht in dat land strikt nageleefd worden
min.3,5 metri
AT
(A)
AP
(B)
Fig. 3 - Rookkanaal
3.7 TECHNISCHE KENMERKEN
Laat de efficiëntie van het rookkanaal nakijken door een gekwalificeerd technicus.
Het rookkanaal moet rookdicht zijn. Het moet een verticaal verloop hebben, zonder knikken, en moet van materialen gemaakt
zijn die ondoordringbaar zijn voor rook en condens, die thermisch geïsoleerd zijn en geschikt zijn om door de tijd heen bestand te
zijn tegen normale mechanische belastingen (men raadt aan schoorstenen in A/316 of vuurvast met dubbele geïsoleerde kamer
met ronde doorsnede). Het rookkanaal moet extern geïsoleerd zijn ter vermijding van condensvorming en moet het effect van
koeling van de rookgassen verlagen. Het moet zich door middel van een luchtbuffer of isolatiemateriaal op afstand van brandbare
of gemakkelijk ontvlambare materialen bevinden: controleer de afstand aangegeven door de producent van de schoorsteen vol-
gens EN1443. De opening van de schoorsteen moet zich in dezelfde ruimte bevinden waarin het apparaat geïnstalleerd is, of op
zijn minst in de aangrenzende ruimte. Onder de opening moet een opvangruimte voor roet en condens aanwezig zijn, die via het
metalen, hermetisch gesloten deurtje toegankelijk is.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
12
A
B
C
D
E
Fig. 4 - Plat dak
LEGENDA Fig. 4
A 0,50 meter
B afstand > 2 meter
C afstand < 2 meter
D 0,50 meter
E technisch volume
A
B
C
D
15°
E
F
Fig. 5 - Dak 15°
LEGENDA Fig. 5
A min. 1,00 meter
B afstand > 1,85 meter
C afstand < 1,85 meter
D 0,50 meter boven de nok
E 0,50 meter
F refluxzone
A
B
C
D
E
30°
F
Fig. 6 - Dak 30°
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
13
LEGENDA Fig. 6
A min. 1,30 meter
B afstand > 1,50 meter
C afstand < 1,50 meter
D 0,50 meter boven de nok
E 0,80 meter
F refluxzone
A
B
D
60°
E
C
F
Fig. 7 - Dak 60°
LEGENDA Fig. 7
A min. 2,60 meter
B afstand > 1,20 meter
C afstand < 1,20 meter
D 0,50 meter boven de nok
E 2,10 meter
F refluxzone
Fig. 8 - Dak 45°
LEGENDA Fig. 8
A min. 2,00 meter
B afstand > 1,30 meter
C afstand < 1,30 meter
D 0,50 meter boven de nok
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
14
LEGENDA Fig. 8
E 1,50 meter
F refluxzone
3.8 DIMENSIONERING
De onderdruk (trek) van een rookkanaal is ook afhankelijk van diens hoogte. Controleer de onderdruk met de waarden die vermeld
worden in de technische kenmerken. De minimale hoogte van de schoorsteen is 3,5 meter.
De binnendoorsnede van het rookkanaal kan rond zijn (het best), vierkant of rechthoekig (waarbij de verhouding van de binnen-
zijden </-1,5 bedraagt) met de op elkaar aansluitende zijden met straal van minstens 20 mm. De grootte van de doorsnede is
minimaal Ø100 mm.
De doorsneden/lengten van de schoorstenen moet in elk geval correct gedimensioneerd worden volgens de algemene rekenme-
thode van UNI EN13384-1 of andere bewezen methoden.
Hierna volgen voorbeelden van rookkanalen die op de markt verkrijgbaar zijn:
UITSTEKEND GOED SLECHT SCHAARS
Schoorsteen in staal AISI 316
met dubbele kamer geïso-
leerd met keramiekvezel of
gelijkaardig, bestand tegen
400°C.
Schoorsteen in vuurvast
materiaal met dubbele
geïsoleerde kamer en om-
manteling in cementagglo-
meraat verlicht met kleiachtig
celmateriaal.
Traditionele schoorsteen in
klei met vierkante doorsnede
en lege isolerende inserts.
Vermijd schoorstenen met
interne rechthoekige doors-
nede waarbij de verhouding
tussen de langste zijde en de
kortste zijde groter is dan 1,5
(vb. 20x40 of 15x30).
3.9 ONDERHOUD
Het rookkanaal moet altijd schoon zijn omdat de aanslag van roet of onverbrande olie de doorsnede verkleint en de trek blokkeert,
wat de goede werking van de kachel in het gedrang brengt. In grote hoeveelheden kan deze aanslag in brand raken. Het is ver-
plicht het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens een keer per jaar te laten reinigen en controleren door een gekwalificeerde
schoorsteenveger, en op het einde van de controle/onderhoud een ondertekend verslag te laten afleveren waarmee verklaard
wordt dat de installatie veilig is.
Het niet reinigen brengt de veiligheid van de installatie in het gedrang.
3.10 SCHOORSTEENPOT
SCHOORSTEENPOT :
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
15
Fig. 9 - Voorbeelden van schoorsteenpotten
De zone van de gaten voor de afvoer van de rookgassen moet twee keer zo groot zijn als de zone van het rookkanaal/buizen-
systeem en zo gevormd zijn dat de afvoer van de rook ook in geval van wind verzekerd wordt. Deze zone moet voorkomen dat
regen, sneeuw en eventueel dieren de schoorsteen binnendringen. De hoogte waarop de rookgassen in de atmosfeer uitgestoten
worden, moet buiten de zone van terugstroming (refluxzone) liggen. Deze terugstroming wordt veroorzaakt door de vorm van het
dak of door obstakels die zich in de nabijheid bevinden (zie Fig. 4, Fig. 5, Fig. 6, Fig. 7 en Fig. 8).
3.11 ONDERDELEN VAN DE SCHOORSTEEN
1
9
9
2
3
4
5
6
7
8
9
Fig. 10 - Onderdelen van de schoorsteen
LEGENDA Fig. 10
1 Schoorsteenpot
2 Uitstroomweg
3 Rookkanaal
4 Thermische isolatie
5 Buitenmuur
6 Aansluiting van de schoorsteen
7 Rookleiding
8 Warmtegenerator
9 Inspectieluikje
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
16
3.12 BUITENLUCHTINLAAT
Het is verplicht te voorzien in een gepaste buitenluchtinlaat die borg staat voor de aanbreng van verbrandingslucht, nodig voor de
correcte werking van het product. De uitwisseling van lucht tussen de buitenomgeving en de installatieruimte kan plaatsvinden
rechtstreeks, door de opening in een buitenwand van de ruimte (zie "Oplossing 1" Fig. 11); of onrechtstreeks, door de afname
van lucht uit belendende ruimten en die permanent communiceren met de installatieruimte (zie "Oplossing 2" Fig. 12). Als be-
lendende ruimte moet men slaapkamers, badkamers, parkeerplaatsen, garages en over het algemeen lokalen met brandgevaar
uitsluiten. In de installatiefase moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om lucht van buiten af te nemen.
Hou rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen die de correcte luchtstroming naar de kachel kunnen belemmeren (zie
schema hierna).
De luchtinlaat moet een totale netto-oppervlakte hebben van minstens 80 cm
2
: deze oppervlakte moet vergroot worden indien er
in de ruimte andere actieve generatoren aanwezig zijn (vb. elektrische ventilatoren voor de afvoer van de oude lucht, afzuigkap-
pen van keukens, andere kachels, enz.) die de ruimte in onderdruk kunnen brengen. Men moet controleren of met alle apparatuur
ingeschakeld de drukval tussen de ruimte en de buitenomgeving niet groter is dan de waarde van 4 Pa (ook voor de apparatuur
in hermetische kamer wanneer de brandstoflucht niet correct naar buiten afgeleid is). Indien nodig wordt de doorsnede van de
luchtinlaat vergroot. De luchtinlaat moet gerealiseerd worden op een hoogte dicht bij de vloer en beschermd met een rooster om
te voorkomen dat vogels binnen kunnen vliegen en dat er geen voorwerp in kan komen.
Fig. 11 - Oplossing 1 = rechtstreeks van buitenaf Fig. 12 - Oplossing 2 = onrechtstreeks vanuit een belendende ruimte
LEGENDA Fig. 11 - Fig. 12
A Luchtinlaat
B Te ventileren vertrek
C Vergroting van de ruimte onder de deur
Het is mogelijk de lucht die nodig is voor de verbranding rechtstreeks af te nemen aan de buitenluchtinlaat met een buis met een
diameter van minstens Ø50 mm, met maximale lengte van 3 lineaire meters; elke bocht van de buis moet gelijkgesteld worden
met een lineaire meter. Voor de aansluiting van de buis, zie de achterkant van de kachel.
Voor de kachels geïnstalleerd in studio‘s, slaapkamers en badkamers (waar toegelaten), is de verbinding tussen de verbran-
dingslucht en de buitenomgeving verplicht. In het bijzonder, voor de hermetische kachels is het noodzakelijk dat deze aansluiting
hermetisch gerealiseerd wordt, om de totale dichtheid van het systeem niet in het gedrang te brengen.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
17
MIN.1,5 m MIN.1,5 m
MIN.1,5 m
MIN.0,3 m
Fig. 13 - Voorbeeld
AFSTAND (meters) DE LUCHTINLAAT MOET EEN AFSTAND HEBBEN VAN:
1,5 m ONDER Deuren, ramen, rookafvoeren, tussenruimten,...
1,5 m HORIZONTAAL Deuren, ramen, rookafvoeren, tussenruimten,...
0,3 m BOVEN Deuren, ramen, rookafvoeren, tussenruimten,...
1,5 m VER van rookuitlaten
3.13 AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De aansluiting tussen het apparaat en het rookkanaal moet gerealiseerd worden met een rookkanaal conform EN 1856-2. Het stuk
van de aansluiting mag maximum 4m lang zijn in horizontale projectie, met een helling van minstens 3% en maximaal 3 bochten
van 90° (inspecteerbaar - de T-verbinding bij de uitgang van het apparaat telt niet mee).
De diameter van het rookkanaal moet gelijk zijn aan of groter zijn dan de uitgang van het apparaat (Ø 80 mm).
TYPE SYSTEEM ROOKLEIDING
Minimum verticale lengte 1,5 meter
Maximale lengte (met 1 bocht van 90°, inspecteerbaar) 6,5 meter
Maximale lengte (met 3 bochten van 90°, inspecteerbaar) 4,5 meter
Maximaal aantal bochten 90°, inspecteerbaar 3
Horizontale delen (minimumhelling 3%) 4 meter
Kies voor een rookleiding die voldoet aan de normen van kracht in het land van installatie en compatibel is met de eigenschappen van het
product en de installatie ervan. De temperatuurklasse van de rookleiding moet groter zijn dan de bedrijfstemperatuur van het apparaat.
Het is verboden om meer apparaten of de afvoer afkomstig van bovenliggende kappen aan te sluiten op dezelfde rookleiding. Het
is verboden de verbrandingsproducten naar gesloten ruimtes af te voeren, ook wanneer deze onoverdekt zijn.
Met name wordt aangeraden de veiligheidsafstanden te controleren op het identificatieplaatje van het rookkanaal, die in acht
moeten worden genomen in aanwezigheid van brandbaar materiaal en de typologie van het isolatiemateriaal dat gebruikt moet
worden. Deze voorschriften moeten altijd nauwgezet worden gerespecteerd om ernstige schade aan de gezondheid van personen
en de integriteit van de woning te voorkomen.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
18
3.14 VOORBEELDEN VAN CORRECTE INSTALLATIE
1. Installatie rookkanaal Ø120mm met boring voor de passage van de grotere buis:
minstens 100mm rond de buis indien die communiceert met niet-ontvlambare delen zoals cement, bakstenen,... of minstens
300mm rond de buis (of zoals voorgeschreven op het kenplaatje) indien die communiceert met ontvlambare delen zoals hout, enz.
In beide gevallen moet tussen het rookkanaal en de bovenzijde een gepast isolatiemateriaal aangebracht worden.
Men raadt aan de gegevens van het rookkanaal te controleren en te respecteren, in het bijzonder de veiligheidsafstanden tot
brandbare materialen.
De vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur gemaakt worden.
2. Oud rookkanaal, minimaal Ø100mm mm buisinbreng, met de totstandkoming van een extern luikje voor de reiniging van de
schoorsteen.
3. Extern rookkanaal dat tot stand gebracht is met uitsluitend geïsoleerde inox-buizen, dus met dubbele wand minimaal Ø100mm
mm: alles goed bevestigd aan de muur. Met windbestendige schoorsteenpot (zie Fig. 9 type A).
4. Kanaliseringssysteem via T-aansluitingen die een gemakkelijke reiniging zonder demontage van de buizen mogelijk maken.
T
I
S
I
U
B
A
P
U
I
I
C
4
3
D
2
I
E
V
U
1
F
Fig. 14 - Voorbeeld van een correcte installatie
LEGENDA Fig. 14
U Isolatie
V Eventuele reductie van 100 tot 80 mm
I Inspectiedop
S Inspectieluikje
P Luchtinlaat
T T-aansluiting met inspectiedop
A Minstens 40 mm
B Maximum 4 m
C Minimum 3°
D Minstens 400 mm
E Doorsnede gat
F Zie TECHNISCHE KENMERKEN a pag. 11
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
19
4 TEKENINGEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
4.1 AFMETINGEN IDRO PRINCE
3
12
Fig. 15 - Idro Prince
3
12
LEGENDA Fig. 15
1 52 cm
2 52,7 cm
3 100 cm
4 22,3 cm
5 15,5 cm
6 33,5 cm
7 20,8 cm
8 Rookgasafvoer d.8 cm
9 Inlaat verbrandingslucht d.5 cm
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
20
4.2 AFMETINGEN IDRO PRINCE
3
16  23  23 H
2
O
Fig. 16 - Idro Prince
3
16-23-23 H
2
O
LEGENDA Fig. 16
1 52 cm
2 52,7 cm
3 109,8 cm
4 22,3 cm
5 15,5 cm
6 33,5 cm
7 20,8 cm
8 Rookgasafvoer d.8 cm
9 Inlaat verbrandingslucht d.5 cm
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
21
4.3 AFMETINGEN IDRO PRINCE 3030 H
2
O
Fig. 17 - Idro Prince 30-30 H
2
O
LEGENDA Fig. 17
1 69 cm
2 68,5 cm
3 135,5 cm
4 42,8 cm
5 15,1 cm
6 48,6 cm
7 25,2 cm
8 Rookgasafvoer d.10 cm
9 Inlaat verbrandingslucht d.8 cm
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
22
4.4 AFMETINGEN AQUOS
3
16  23  23 H
2
O
Fig. 18 - Aquos
3
16-23-23 H
2
O
LEGENDA Fig. 18
1 54,6 cm
2 57,5 cm
3 109,5 cm
4 23 cm
5 17,3 cm
6 34 cm
7 22,5 cm
8 Rookgasafvoer d.8 cm
9 Inlaat verbrandingslucht d.5 cm
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
23
4.5 DIMENSIONI STUFA IDRON 1622 AIRTIGHT  HIDROFIRE 22.8  MIRA 1622  TESIS 1623
AIRTIGHT
Fig. 19 - Idron 16-22 Airtight / Hidrore 22.8 / Mira 16-22 /Tesis16-23
LEGENDA Fig. 19
1 52,5 cm
2 51,5 cm
3 109 cm
4 23 cm
5 14,5 cm
6 34 cm
7 20 cm
8 Rookgasafvoer d.8 cm
9 Inlaat verbrandingslucht d.5 cm
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
24
4.6 TECHNISCHE KENMERKEN
BESCHRIJVING IDRO PRINCE
3
12 IDRO PRINCE
3
16 AQUOS
3
16
Nominaal nuttig vermogen
11,8 kW (10.148 kcal/h) 16,2 kW (13.932 kcal/h) 16,2 kW (13.932 kcal/h)
Nominaal nuttig vermogen (H
2
O)
10,2 kW (8.772 kcal/h) 12,9 kW (11.094 kcal/h) 12,9 kW (11.094 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen
3,2 kW (2.752 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen (H
2
O)
2,2 KW (1.892 kcal/h) 3,1 KW (2.666 kcal/h) 3,1 KW (2.666 kcal/h)
Rendement bij Max
91,8% 93,3% 93,3%
Rendement bij Min
92,4% 96,5% 96,5%
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Max
114°C 118°C 118°C
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Min
64°C 60°C 60°C
Deeltjes / OGC / Nox (13%O
2
)
18 mg/Nm
3
– 1,5 mg/Nm
3
-
109 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 2,2 mg/Nm
3
-
109 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 2,2 mg/Nm
3
- 109 mg/Nm
3
CO 13% O
2
bij Min en Max
0,038 — 0,003% 0,011 — 0,006% 0,011 — 0,006%
CO
2
bij Min en Max
4,7% – 9,8% 7,7% – 11,7% 7,7% – 11,7%
Massa rookgassen
9,4 g/sec 10,5 g/sec 10,5 g/sec
Maximale bedrijfsdruk
2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa
Aanbevolen trek bij vermogen Max***
0,12 mbar – 12 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa***
Minimaal toegelaten trek bij vermogen Min
0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa
Capaciteit voorraadbak
31 litri 40 litri 40 litri
Type pelletbrandstof
Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm
Uurverbruik pellets (min ~ max)
0,7 kg/h * ~ 2,6 kg/h * 1,0 kg/h * ~ 3,5 kg/h * 1,0 kg/h * ~ 3,5 kg/h *
Autonomie (min ~ max)
29 h * ~ 8 h * 29 h * ~ 8 h * 29 h * ~ 8 h *
Verwarmbaar volume m
3
254/40 – 290/35 – 338/30 ** 348/40 – 398/35 – 464/30 ** 348/40 – 398/35 – 464/30 **
Luchtinlaat voor de verbranding
Ø 50 mm Ø 50 mm Ø 50 mm
Uitgang rookgassen
Ø 80 mm Ø 80 mm Ø 80 mm
Luchtinlaat
80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1)
75W (max 390W) 115W (max 370W) 115W (max 370W)
Voedingsspanning en -frequentie
230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht
141 kg 151,5 kg 136 - 145 - 181 kg
Gewicht met verpakking
156 kg 167,5 kg 149 - 158 - 195 kg
Afstand tot brandbaar materiaal
(achterkant/zijkant/onderkant)
200 mm / 200 mm / 0 mm 200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm
Afstand tot brandbaar materiaal (pla-
fond/voorzijde)
750 mm / 1000 mm 750 / 1000 mm 750 / 1000 mm
* Gegevens die kunnen variëren in functie van het type pellets dat gebruikt wordt
** verwarmbaar volume in functie van het gevraagd vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
*** Waarde aanbevolen door de fabrikant (niet bindend) voor de optimale werking van het product
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese richtlijn inzake Bouwproducten (EU 305/2011)
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
25
BESCHRIJVING IDRON 16 AIRTIGHT MIRA 16 TESIS 16 AIRTIGHT
Nominaal nuttig vermogen 16,2 kW (13.932 kcal/h) 16,2 kW (13.932 kcal/h) 16,2 kW (13.932 kcal/h)
Nominaal nuttig vermogen (H
2
O) 12,9 kW (11.094 kcal/h) 12,9 kW (11.094 kcal/h) 12,9 kW (11.094 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen (H
2
O) 3,1 KW (2.666 kcal/h) 3,1 KW (2.666 kcal/h) 3,1 KW (2.666 kcal/h)
Rendement bij Max 93,3% 93,3% 93,3%
Rendement bij Min 96,5% 96,5% 96,5%
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Max
118°C 118°C 118°C
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Min
60°C 60°C 60°C
Deeltjes / OGC / Nox (13%O
2
)
19 mg/Nm
3
– 2,2 mg/
Nm
3
- 109 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 2,2 mg/Nm
3
- 109 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 2,2 mg/
Nm
3
- 109 mg/Nm
3
CO 13% O
2
bij Min en Max 0,011 — 0,006% 0,011 — 0,006% 0,011 — 0,006%
CO
2
bij Min en Max 7,7% – 11,7% 7,7% – 11,7% 7,7% – 11,7%
Massa rookgassen 10,5 g/sec 10,5 g/sec 10,5 g/sec
Maximale bedrijfsdruk 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa
Aanbevolen trek bij vermogen Max*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa***
Minimaal toegelaten trek bij vermogen Min
0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa
Capaciteit voorraadbak 40 litri 40 litri 40 litri
Type pelletbrandstof Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm
Uurverbruik pellets (min ~ max) 1,0 kg/h * ~ 3,5 kg/h * 1,0 kg/h * ~ 3,5 kg/h * 1,0 kg/h * ~ 3,5 kg/h *
Autonomie (min ~ max) 26 h * ~ 8 h * 26 h * ~ 8 h * 26 h * ~ 8 h *
Verwarmbaar volume m
3
348/40 – 398/35 – 464/30 ** 348/40 – 398/35 – 464/30 ** 348/40 – 398/35 – 464/30 **
Luchtinlaat voor de verbranding Ø 50 mm Ø 50 mm Ø 50 mm
Uitgang rookgassen Ø 80 mm Ø 80 mm Ø 80 mm
Luchtinlaat 80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1)
115W (max 370W) 115W (max 370W) 115W (max 370W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 140 kg 140 kg 140 kg
Gewicht met verpakking 150 kg 150 kg 150 kg
Afstand tot brandbaar materiaal (achter-
kant/zijkant/onderkant)
200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm
Afstand tot brandbaar materiaal (pla-
fond/voorzijde)
750 / 1000 mm 750 / 1000 mm 750 / 1000 mm
* Gegevens die kunnen variëren in functie van het type pellets dat gebruikt wordt
** verwarmbaar volume in functie van het gevraagd vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
*** Waarde aanbevolen door de fabrikant (niet bindend) voor de optimale werking van het product
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese richtlijn inzake Bouwproducten (EU 305/2011)
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
26
BESCHRIJVING
IDRO PRINCE
3
23-23 H2O
AQUOS
3
23-23 H2O IDRON 22 AIRTIGHT
Nominaal nuttig vermogen 22,8 kW (19.608 kcal/h) 22,8 kW (19.608 kcal/h) 22,8 kW (19.608 kcal/h)
Nominaal nuttig vermogen (H
2
O) 18,7 kW (16.082 kcal/h) 18,7 kW (16.082 kcal/h) 18,7 kW (16.082 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen (H
2
O) 3,1 kW (2.666 kcal/h) 3,1 kW (2.666 kcal/h) 3,1 kW (2.666 kcal/h)
Rendement bij Max 91,3% 91,3% 91,3%
Rendement bij Min 96,5% 96,5% 96,5%
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Max
150°C 150°C 150°C
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Min
60°C 60°C 60°C
Deeltjes / OGC / Nox (13%O
2
)
19 mg/Nm
3
– 3 mg/Nm
3
– 114 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 3 mg/Nm
3
– 114 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 3 mg/Nm
3
– 114 mg/Nm
3
CO 13% O
2
bij Min en Max 0,011 — 0,014% 0,011 — 0,014% 0,011 — 0,014%
CO
2
bij Min en Max 7,7% – 12,5% 7,7% – 12,5% 7,7% – 12,5%
Massa rookgassen 13,9 g/sec 13,9 g/sec 13,9 g/sec
Maximale bedrijfsdruk 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa
Aanbevolen trek bij vermogen Max*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa***
Minimaal toegelaten trek bij vermogen Min
0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa
Capaciteit voorraadbak 40 litri 40 litri 40 litri
Type pelletbrandstof Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm
Uurverbruik pellets (min ~ max) 1,0 kg/h ~ 5,0 kg/h * 1,0 kg/h ~ 5,0 kg/h * 1,0 kg/h ~ 5,0 kg/h *
Autonomie (min ~ max) 26 h * ~ 5 h * 26 h * ~ 5 h * 26 h * ~ 5 h *
Verwarmbaar volume m
3
490/40 – 560/35 – 654/30 ** 490/40 – 560/35 – 654/30 ** 490/40 – 560/35 – 654/30 **
Luchtinlaat voor de verbranding Ø 50 mm Ø 50 mm Ø 50 mm
Uitgang rookgassen Ø 80 mm Ø 80 mm Ø 80 mm
Luchtinlaat 80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN
60335-1)
115W (max 370W) 115W (max 370W) 115W (max 370W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 151,5 kg 136 - 145 - 181 kg 140 kg
Gewicht met verpakking 167,5 kg 149 - 158 - 195 kg 150 kg
Afstand tot brandbaar materiaal (achter-
kant/zijkant/onderkant)
200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm
Afstand tot brandbaar materiaal (pla-
fond/voorzijde)
750 / 1000 mm 750 / 1000 mm 750 / 1000 mm
* Gegevens die kunnen variëren in functie van het type pellets dat gebruikt wordt
** verwarmbaar volume in functie van het gevraagd vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
*** Waarde aanbevolen door de fabrikant (niet bindend) voor de optimale werking van het product
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese richtlijn inzake Bouwproducten (EU 305/2011)
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
27
BESCHRIJVING IDROFIRE 22.8 MIRA 22 TESIS 23 AIRTIGHT
Nominaal nuttig vermogen 22,8 kW (19.608 kcal/h) 22,8 kW (19.608 kcal/h) 22,8 kW (19.608 kcal/h)
Nominaal nuttig vermogen (H
2
O) 18,7 kW (16.082 kcal/h) 18,7 kW (16.082 kcal/h) 18,7 kW (16.082 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h) 4,7 kW (4.042 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen (H
2
O) 3,1 kW (2.666 kcal/h) 3,1 kW (2.666 kcal/h) 3,1 kW (2.666 kcal/h)
Rendement bij Max 91,3% 91,3% 91,3%
Rendement bij Min 96,5% 96,5% 96,5%
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Max
150°C 150°C 150°C
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Min
60°C 60°C 60°C
Deeltjes / OGC / Nox (13%O
2
)
19 mg/Nm
3
– 3 mg/Nm
3
– 114 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 3 mg/Nm
3
– 114 mg/Nm
3
19 mg/Nm
3
– 3 mg/Nm
3
– 114 mg/Nm
3
CO 13% O
2
bij Min en Max 0,011 — 0,014% 0,011 — 0,014% 0,011 — 0,014%
CO
2
bij Min en Max 7,7% – 12,5% 7,7% – 12,5% 7,7% – 12,5%
Massa rookgassen 13,9 g/sec 13,9 g/sec 13,9 g/sec
Maximale bedrijfsdruk 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa
Aanbevolen trek bij vermogen Max*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa***
Minimaal toegelaten trek bij vermogen Min
0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa
Capaciteit voorraadbak 40 litri 40 litri 40 litri
Type pelletbrandstof Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm
Uurverbruik pellets (min ~ max) 1,0 kg/h *~ 5,0 kg/h * 1,0 kg/h *~ 5,0 kg/h * 1,0 kg/h *~ 5,0 kg/h *
Autonomie (min ~ max) 26 h * ~ 5 h * 26 h * ~ 5 h * 26 h * ~ 5 h *
Verwarmbaar volume m
3
490/40 – 560/35 – 654/30 ** 490/40 – 560/35 – 654/30 ** 490/40 – 560/35 – 654/30 **
Luchtinlaat voor de verbranding Ø 50 mm Ø 50 mm Ø 50 mm
Uitgang rookgassen Ø 80 mm Ø 80 mm Ø 80 mm
Luchtinlaat 80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1)
115W (max 370W) 115W (max 370W) 115W (max 370W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 140 kg 136 - 145 - 181 kg 140 kg
Gewicht met verpakking 150 kg 149 - 158 - 195 kg 150 kg
Afstand tot brandbaar materiaal (achter-
kant/zijkant/onderkant)
200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm 200 / 200 / 0 mm
Afstand tot brandbaar materiaal (pla-
fond/voorzijde)
750 / 1000 mm 750 / 1000 mm 750 / 1000 mm
* Gegevens die kunnen variëren in functie van het type pellets dat gebruikt wordt
** verwarmbaar volume in functie van het gevraagd vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
*** Waarde aanbevolen door de fabrikant (niet bindend) voor de optimale werking van het product
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese richtlijn inzake Bouwproducten (EU 305/2011)
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
28
BESCHRIJVING IDROPRINCE 30 IDROPRINCE 30 H2O
Nominaal nuttig vermogen 28,62 kW (19.608 kcal/h) 28,62 kW (19.608 kcal/h)
Nominaal nuttig vermogen (H
2
O) 26,99 kW (16.082 kcal/h) 26,99 kW (16.082 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen 7,76 kW (4.042 kcal/h) 7,76 kW (4.042 kcal/h)
Minimaal nuttig vermogen (H
2
O) 6,28 kW (2.666 kcal/h) 6,28 kW (2.666 kcal/h)
Rendement bij Max 93,68% 93,68%
Rendement bij Min 94,79% 94,79%
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Max
88,7°C 88,7°C
Temperatuur rookgassen bij uitgang bij Min
56,8°C 56,8°C
Deeltjes / OGC / Nox (13%O
2
)
17,2 mg/Nm
3
– 0,9 mg/Nm
3
– 82,1 mg/Nm
3
17,2 mg/Nm
3
– 0,9 mg/Nm
3
– 82,1 mg/Nm
3
CO 13% O
2
bij Min en Max 0,018 — 0,008% 0,018 — 0,008%
CO
2
bij Min en Max 4,71% – 8,05% 4,71% – 8,05%
Massa rookgassen 25,2 g/sec 25,2 g/sec
Maximale bedrijfsdruk 2,5 bar – 250 kPa 2,5 bar – 250 kPa
Aanbevolen trek bij vermogen Max*** 0,10 mbar – 10 Pa*** 0,10 mbar – 10 Pa***
Minimaal toegelaten trek bij vermogen Min
0,02 mbar – 2 Pa 0,02 mbar – 2 Pa
Capaciteit voorraadbak 72 litri 72 litri
Type pelletbrandstof Ø 6 mm 3÷40 mm Ø 6 mm 3÷40 mm
Uurverbruik pellets (min ~ max) 1,7 kg/h * ~ 6,33 kg/h * 1,7 kg/h * ~ 6,33 kg/h *
Autonomie (min ~ max) 28 h * ~ 7 h * 28 h * ~ 7 h *
Verwarmbaar volume m
3
613/40 – 700/35 – 817/30 ** 613/40 – 700/35 – 817/30 **
Luchtinlaat voor de verbranding Ø 80 mm Ø 80 mm
Uitgang rookgassen Ø 100 mm Ø 100 mm
Luchtinlaat 100 cm
2
100 cm
2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1)
92W (max 380W) 92W (max 380W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 265 kg 265 kg
Gewicht met verpakking 287 kg 287 kg
Afstand tot brandbaar materiaal (achter-
kant/zijkant/onderkant)
150 / 200 / 0 mm 150 / 200 / 0 mm
Afstand tot brandbaar materiaal (pla-
fond/voorzijde)
750 / 1000 mm 750 / 1000 mm
* Gegevens die kunnen variëren in functie van het type pellets dat gebruikt wordt
** verwarmbaar volume in functie van het gevraagd vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
*** Waarde aanbevolen door de fabrikant (niet bindend) voor de optimale werking van het product
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese richtlijn inzake Bouwproducten (EU 305/2011)
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
29
5 INSTALLATIE EN MONTAGE
5.1 VOORBEREIDEN EN UITPAKKEN
De verpakking bestaat uit een recyclebare kartonnen doos volgens de RESY-norm en een houten pallet. Alle verpakkingsmateria-
len kunnen voor een gelijkaardig gebruik hergebruikt worden of eventueel als stadsafval, met inachtneming van de van kracht
zijnde normen, weggegooid worden.
Controleer de intacte staat van het product na de verpakking te hebben weggenomen.
Voer alle verplaatsingen uit met gepaste middelen en let op de normen die van kracht zijn op het gebied van
de veiligheid. Draai de verpakking niet om en ga heel voorzichtig te werk met de onderdelen in majolica.
De kachels worden geleverd in een enkele verpakking met panelen in keramiek of zijkanten in staal verpakt samen met de struc-
tuur en gepositioneerd erboven of ernaast. Open de verpakking, verwijder het karton, het piepschuim en eventuele riempjes.
Positioneer de kachel op de gekozen installatieplaats en let erop dat die voldoet aan de vereisten.
De kachel of het monoblok moet altijd verticaal verplaatst worden en uitsluitend met heftrucks. Men moet goed letten opdat de
deur en de ruit beschermd zijn tegen mechanische stoten die de integriteit ervan in het gedrang kunnen brengen.
De kachel indien mogelijk uitpakken dichtbij de installatieplaats.
Het verpakkingsmateriaal is noch toxisch, noch schadelijk.
Om de kachels te verwijderen van de pallet is het noodzakelijk de twee schroeven “U” te verwijderen en de plaat “S” van de voet
van de kachel te halen. Er zijn vier beugels “S” (zie hieronder).
Fig. 20 - Verwijdering bevestigingsbeugels
Positioneer de kachel en sluit aan op het rookkanaal. Zoek aan de hand van de regeling van de 4 voetjes (J) het juiste niveau zodat
de afvoer van de rookgassen en de buis coaxiaal zijn.
Als de kachel aangesloten moet worden op een afvoerbuis die doorheen de achterste wand gaat (om uit te monden in een rookka-
naal), let op om de invoer niet te forceren.
Als de rookgasafvoer van de kachel geforceerd of oneigenlijk gebruikt wordt om de kachel te heffen of te posi-
tioneren, zal de werking ervan onherroepelijk in het gedrang gebracht worden.
Draai de voetjes rechtsom om de kachel te verlagen. Draai de voetjes linksom om de kachel te verhogen (zien hieronder).
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
30
Fig. 21 - Regeling van de voetjes
5.2 MONTAGE LIJST IDRO PRINCE
3
12162323 H
2
O3030 H
2
O  MIRA 1622  TESIS 1623 AI
RTIGHT
Voor de montage van de lijst, als volgt te werk gaan:
Fig. 22 - Bevestiging van het opstaand element Fig. 23 - Bevestiging van de rooster Fig. 24 - Positionering van de lijst
Zet het opstaand element vast met de schroeven (zie Fig. 22). Voer het werk uit boven een tafel.
Bevestig de rooster met de schroeven in het bovenste frontaal element (zie Fig. 23).
Haak de lijst vast aan de kachel (zie Fig. 24).
Fig. 25 - Bevestiging lijst Fig. 26 - Invoering onderste deurtje Fig. 27 - Sluit het deurtje
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
31
Bevestig de lijst aan de onderkant van de kachel (zie Fig. 25).
Bevestig het onderste deurtje door de pennen in de relatieve gaten te voeren (zie Fig. 26).
Draai het deurtje en sluit het (zie Fig. 27).
5.3 MONTAGE ZIJPANELEN AQUOS
3
162323 H
2
O
Voor de montage van de zijpanelen, als volgt te werk gaan:
Fig. 28 - Verwijdering van de afdekking Fig. 29 - Verwijdering van de compensator Fig. 30 - Aanbrenging afwerking
Draai de schroeven van het deksel los en verwijder het (zie Fig. 28).
Haal de compensator van het zijpaneel (zie Fig. 29).
Monteer de verniste panelen / majolica / steen door ze langs de geleiders te laten schuiven (zie Fig. 30).
Fig. 31 - Plooi de steunen Fig. 32 - Positioneer de compensator Fig. 33 - Bevestig de compensator
Wanneer de afwerkingen aangebracht worden, buig de steunen die de eventuele spelingen van het paneel van metaal/majo-
lica/steen compenseren licht. Deze steunen zijn gegroefd langs de geleiders (zie Fig. 31).
Herpositioneer de compensator in het zijpaneel (zie Fig. 32).
Bevestig de compensator (zie Fig. 33) en plaats het deksel terug met de schroeven.
5.4 MONTAGE ZIJPANELEN IDRON 1622 AIRTIGHT / HIDROFIRE 22.8
Voor de montage van de zijpanelen, als volgt te werk gaan:
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
32
Fig. 34 - Verwijdering van de schroeven Fig. 35 - Maak het zijpaneel los
Draai de schroeven van het deksel los en verwijder het (zie Fig. 34).
Haak de uitstulpingen van het zijpaneel vast in de toegewijde uitsparingen (zie Fig. 35).
Fig. 36 - Bevestiging vooraan zijpaneel Fig. 37 - Bevestiging achteraan zijpaneel
Bevestig het zijpaneel vooraan (zie Fig. 36).
Bevestig het zijpaneel aan de achterkant van de kachel (zie Fig. 37).
Het deksel terugplaatsen met de schroeven.
6 PELLETS LADEN
6.1 PELLETS LADEN
De brandstof wordt geladen aan de bovenzijde van de kachel door het deurtje te openen. Giet de pellets in het reservoir.
Om de procedure te vergemakkelijken, voer deze handeling in twee fasen uit:
Giet de helft van de inhoud in het reservoir en wacht tot de brandstof zich afzet op de bodem.
Voltooi de handeling door de tweede helft erin te gieten.
Indien de pellets toegevoegd worden terwijl de kachel in werking is, open het deurtje van het reservoir m.b.v.
de koude hand geleverd samen met de kachel.
Vermijd dat de zak pellets in contact komt met warme oppervlakken.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
33
Verwijder nooit de beschermrooster in het reservoir.
Doe in het reservoir nooit een ander type van brandstof dat geen pellet is, conform de eerder genoemde spe-
cificiteiten.
Bewaar de reservebrandstof op een gepaste veiligheidsafstand.
Giet de pellets niet rechtstreeks in de vuurpot maar enkel in het reservoir.
Tijdens de werking en de uitschakeling zijn de meeste oppervlakken van de kachel heel warm (deur, handgre-
ep, ruit, buizen rookafvoer,...). Raak deze onderdelen niet aan.
Fig. 38 - De pellets laden
6.2 VEILIGHEID
PROCEDURE DIE GEVOLGD MOET WORDEN IN GEVAL VAN HET VRIJKOMEN VAN ROOK IN HET VERTREK OF EXPLOSIE DIE DE INRICH-
TING BESCHADIGT: SCHAKEL HEM UIT, VERLUCHT HET VERTREK EN CONTACTEER ONMIDDELLIJK DE INSTALLATEUR/TECHNICUS VAN
DE ASSISTENTIE.
6.3 VORMING VAN DE GEBRUIKERS
De technicus belast met de installatie en de inbedrijfstelling MOET ALTIJD de eigenaar/eindgebruiker informeren
over de inrichting. De volgende thema‘s moeten grondig aangekaart worden opdat de eindgebruiker tevreden is.
Anders riskeert men een onveilig gebruik van de inrichting:
Uitleg bij de inrichting en de werking ervan
Noodzaak om de inrichting geventileerd te houden en problemen die zich anders kunnen voordoen
Gebruik en toevoer van de brandstof
Hoe de inrichting veilig aanzetten
Wat te doen als er geen ontsteking is
Wat te doen bij een alarm (in het bijzonder alarmen gegenereerd door de afwezigheid van brandstof in de inrichting)
Hoe de inrichting correct onderhouden en het belang van de maandelijkse interventies
Het is een goed idee een datum vast te leggen voor de eerste jaarlijkse assistentie
Bespreek het gebruik van een eventuele secundaire verwarmingsinstallatie
Leg de werking uit van de afstandsbediening of de thermostaat en hun optimale plaatsing
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
34
7 HYDRAULISCHE AANSLUITING
7.1 AANSLUITING HYDRAULISCHE INSTALLATIE
BELANGRIJK!
De aansluiting van de kachel op de hydraulische installatie dient UITSLUITEND uitgevoerd te worden door
gespecialiseerd personeel dat de installatie perfect volgens de regels van het vak kan uitvoeren met inachtne-
ming van de wettelijek bepalingen die van kracht zijn in het land van installatie.
De producent wijst elke aansprakelijkheid af in geval van materiële schade of persoonlijk letsel, of bij een
slechte werking, indien bovenstaande aanbevelingen niet nageleefd werden.
7.2 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE
3
12
Fig. 39 - Aansluitschema
LEGENDA Fig. 41
A1 Toevoer water verwarming 3/4“M
A2 Retour water verwarming 3/4“M
A3 Vullen installatie
A4 Afvoer installatie
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
35
BELANGRIJK!!!
WAS DE HELE INSTALLATIE VOORALEER DE KACHEL AAN TE SLUITEN OM RESIDUEN EN AFZETTINGEN TE ELIMINEREN
Installeer stroomopwaarts van de kachel altijd afsluiters om de kachel te isoleren van de waterinstallatie indien
het nodig is te verwijderen of te verplaatsen, voor het uitvoeren van gewoon en/of buitengewoon onderhoud.
Sluit de kachel aan m.b.v. soepele leidingen om de kachel niet overdreven vast te zetten aan de installatie en om
lichte verplaatsingen mogelijk te maken.
7.3 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE
3
1623 , AQUOS
3
1623 , IDRON 1622 AIRTIGHT, HIDROFIRE
22.8  MIRA 1622TESIS 1623 AIRTIGHT
Fig. 40 - Aansluitschema
LEGENDA Fig. 40
A1 Toevoer water verwarming 3/4“M
A2 Retour water verwarming 3/4“M
A3 Vullen installatie
A4 Afvoer installatie
B=139 - C=330 Aquos 3-16-23
B=120 - C=312 Idroprince 3-16-23
B=106,5 - C=298,7 Idron 16-22 Airtight
B=106,5 - C=298,7 Tesis 16-23 Airtight
B=106,5 - C=298,7 Mira 16-22
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
36
BELANGRIJK!!!
WAS DE HELE INSTALLATIE VOORALEER DE KACHEL AAN TE SLUITEN OM RESIDUEN EN AFZETTINGEN TE ELIMINEREN
Installeer stroomopwaarts van de kachel altijd afsluiters om de kachel te isoleren van de waterinstallatie indien
het nodig is te verwijderen of te verplaatsen, voor het uitvoeren van gewoon en/of buitengewoon onderhoud.
Sluit de kachel aan m.b.v. soepele leidingen om de kachel niet overdreven vast te zetten aan de installatie en om
lichte verplaatsingen mogelijk te maken.
7.4 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE 30
Fig. 41 - Aansluitschema
LEGENDA Fig. 41
2 Válvula de seguridad
3 Grifo de llenado
6 Retorno calefacción
7 Impulsión calefacción
8 Entrada agua de llenado de la instalación
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
37
BELANGRIJK!!!
WAS DE HELE INSTALLATIE VOORALEER DE KACHEL AAN TE SLUITEN OM RESIDUEN EN AFZETTINGEN TE ELIMINEREN
Installeer stroomopwaarts van de kachel altijd afsluiters om de kachel te isoleren van de waterinstallatie indien
het nodig is te verwijderen of te verplaatsen, voor het uitvoeren van gewoon en/of buitengewoon onderhoud.
Sluit de kachel aan m.b.v. soepele leidingen om de kachel niet overdreven vast te zetten aan de installatie en om
lichte verplaatsingen mogelijk te maken.
7.5 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE
3
23 H
2
O, AQUOS
3
23 H
2
O
A1A2A3 A5
32
3115
52 52
232
1/2”
3/4”
3/4”
1/2”
A4
Fig. 42 - Aansluitschema
LEGENDA Fig. 42
A1 Toevoer water verwarming 3/4“M
A2 Retour water verwarming 3/4“M
A3 Vullen installatie / Ingang sanitair koud water
A4 Afvoer installatie
A5 Uitgang sanitair warm water
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
38
7.6 AANSLUITSCHEMA IDRO PRINCE 30 H
2
O
Fig. 43 - Aansluitschema
LEGENDA Fig. 43
2 Veiligheidsklep
3 Vulling
4 Uitgang sanitairwater
5 Ingang sanitairwater
6 Retour verwarming
7 Toevoer water verwarming
7.7 AFVOERKLEP 3 BAR
Aan de achterzijde van de kachel, onder de pomp, bevindt zich de inspecteerbare veiligheidsklep. HET IS VERPLICHT op de veili-
gheidsafvoer een rubberen buis aan te sluiten die bestand is tegen een temperatuur van 110°C (niet meegeleverd) en naar buiten
af te voeren voor een eventuele afvoer van het water.
De constructeur van het apparaat kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele overstromingen vero-
orzaakt door de interventie van de veiligheidskleppen indien deze niet correct aangesloten worden buiten het
product en op een correct systeem voor de opvang en afvoer.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
39
Fig. 44 - Afvoerklep
LEGENDA Fig. 44
A Veiligheidsklep 3 bar CE PN10, TMAX 110°C
B LET OP: 110°C !!
7.8 AANSLUITING VAN DE INSTALLATIE
Voer de aansluitingen uit op de overeenkomstige punten geïllustreerd in het schema op de vorige pagina en let erop spanning op
de leidingen en onderdimensionering te voorkomen.
MEN RAADT STERK AAN DE HELE INSTALLATIE TE WASSEN VOORALEER DE KACHEL AAN TE SLUITEN OM RESI-
DUEN EN AFZETTINGEN TE ELIMINEREN.
Installeer stroomopwaarts van de kachel altijd afsluiters om de kachel te isoleren van de waterinstallatie in-
dien het nodig is te verwijderen of te verplaatsen, voor het uitvoeren van gewoon en/of buitengewoon on-
derhoud. Sluit de kachel aan m.b.v. soepele leidingen om de kachel niet overdreven vast te zetten aan de
installatie en om lichte verplaatsingen mogelijk te maken.
De drukafvoerklep (C) moet altijd aangesloten worden op een buis voor de afvoer van het water. De buis moet
geschikt zijn om de hoge temperatuur en de druk van het water te verdragen.
7.9 DE INSTALLATIE WASSEN
Alle aansluitingen moeten makkelijk losgekoppeld kunnen worden met draaikoppelingen.
Monteer gepaste afsluiters op de leidingen van de verwarmingsinstallatie. Het is verplicht een veiligheidsklep te monteren op de
installatie.
Om de verwarmingsinstallatie te beschermen tegen corrosie, afzettingen of vuil, is het heel belangrijk om voor de installatie van
het apparaat over te gaan op het wassen van de installatie in overeenstemming met de norm UNI 8065 (behandeling van het
water van de verwarmingsinstallaties voor burgerlijk gebruik), met behulp van geschikte producten.
7.10 DE INSTALLATIE VULLEN
Om de installatie te vullen kan de kachel uitgerust worden met een terminal (optie) met keerklep (D) voor de manuele vulling
van de verwarmingsinstallatie (indien deze optie niet aanwezig is wordt het kraantje van de hoofdketel gebruikt). Tijdens deze
handeling wordt de eventuele lucht aanwezig in de installatie afgelaten via de automatische ontluchtingsklep onder de top.
Om te kunnen ontluchten, wordt aangeraden de grijze dop een toer los te draaien en de rode dop vastgedraaid te laten (zie figuur).
De druk om de installatie te vullen KOUD bedraagt 1 bar. Indien de druk tijdens de werking van de installatie daalt (omwille van
de verdamping van de gassen opgelost in het water) tot waarden onder het minimum dat eerder aangegeven is, moet de gebru-
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
40
iker de waarde herstellen aan de hand van de vulkraan.
Voor een correcte werking van de kachel WARM, moet de druk in de kachel gelijk zijn aan 1.5 bar.
Om de druk van de installatie te monitoreren, is de terminal (optie) voorzien van een manometer (M).
Om te vullen, sluit altijd het kraantje.
Het is normaal dat er lawaai en geluidjes te horen zijn zolang alle lucht niet afgelaten is uit de installatie.
Fig. 45 - Terminal met vulkraan (D) en manome-
ter (M)
Fig. 46 - Manuele ontluchtingsklep (onder de top)
Idro Prince
3
16-23-23 H2O, Aquos
3
16-23-23 H2O,
Idron 16-22 Airtight, Hidrore 22.8
Fig. 47 - Manuele ontluchtingsklep (onder de top)
Idro Prince
3
30-30 H2O
7.11 KENMERKEN VAN HET WATER
De kenmerken van het water waarmee u de installatie vult , zijn zeer belangrijk om te vermijden dat zich minerale zouten afzetten
en dat kalkafzetting ontstaat in de leidingen, in de ketel en in de warmtewisselaars.
Wij verzoeken u dus om UW LOODGIETER TE RAADPLEGEN IN VERBAND MET:
De hardheid van het water dat door de installatie loopt, om problemen met ketelsteen en kalkaanslag te
voorkomen, vooral in de warmtewisselaar van het sanitairwater. (> 25° Franse hardheid).
Installatie van een waterverzachter (als de waterhardheid hoger is dan 25° Franse hardheid).
De installatie vullen met behandeld (gedemineraliseerd) water.
Eventueel voorzien van een anticondensatiecircuit.
Aanbrengen van hydraulische schokdempers over de hele lengte van de aansluitingen en slangen om het
fenomeen van “drukstoten” te voorkomen.
Voor zeer grote installaties (met grote watercapaciteit) of waarvan het systeem vaak bijgevuld moet worden, wordt het gebruik
van waterverzachters geadviseerd.
Houd er rekening mee dat kalkaanslag de prestaties enorm verlaagt omdat deze aanslag zeer weinig
warmtegeleidend is.
8 ELEKTRISCHE AANSLUITING
8.1 ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL
Sluit de voedingskabel eerst op de achterkant van de kachel aan en daarna op een elektrisch wandstopcontact.
De hoofdschakelaar mag alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen. Het is raadzaam de hoofdschakelaar in alle
andere gevallen uitgeschakeld te laten.
Wanneer de kachel niet gebruikt wordt, wordt aangeraden het voedingssnoer te verwijderen.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
41
Fig. 48 - Elektrische aansluiting van de kachel
8.2 VOEDING VAN DE KACHEL
Eens het voedingssnoer aangesloten is op de achterkant van de kachel, wordt de schakelaar aan de achterkant in de stand (I)
gebracht.
De verlichte knop van de schakelaar licht op.
De schakelaar op de achterkant van de kachel dient om het systeem in te schakelen.
Op de achterkant van de kachel bevindt zich een zekeringhouder, onder het stopcontact. Open het deksel van de zekeringhouder
met een schroevendraaier en vervang de zekeringen als dat nodig is (3,15 A vertraagd).
Fig. 49 - Schakelaar
LEGENDA Fig. 48
A Voeding kachel
B Schakelaar kachel On/Off
C Zekeringhouder
9 WAARSCHUWINGEN VOOR DE ONTSTEKING
9.1 ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Haal alle componenten die kunnen verbranden (handleiding, stickers allerhande en eventueel piepschuim) uit de vuurpot van het
product.
Controleer of de vuurpot correct gepositioneerd is en goed steunt op de basis.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
42
De eerste ontsteking kan mislukken, gezien de toevoerschroef leeg is en de vuurpot niet altijd op tijd kan vullen
met de nodige hoeveelheid pellets voor een correcte ontsteking van de vlam.
ANNULEER DE ALARMCONDITIE VAN AFWEZIGE ONTSTEKING. VERWIJDER DE PELLETS DIE IN DE VUURPOT GE-
BLEVEN ZIJN EN HERHAAL DE ONTSTEKING.
Als de vlam ook na verschillende mislukte ontstekingen nog niet verschenen is niettegenstaande een correcte toevoer van pel-
lets, controleer dan de correcte plaatsing van de vuurpot, die perfect in zijn zitting moet passen en vrij moet zijn van eventuele
asafzettingen. Als er bij deze controle niks abnormaals waargenomen wordt, betekent dit dat er een probleem kan zijn met de
componenten van het product of dat er een verkeerde installatie plaatsgevonden heeft.
VERWIJDER DE PELLETS UIT DE VUURPOT EN VRAAG DE INTERVENTIE VAN EEN GEAUTORISEERDE TECHNICUS.
Vermijd de kachel aan te raken tijdens de eerste ontsteking, omdat de verflaag in deze fase verhardt. Bij het
aanraken van de verf kan het oppervlak in staal te voorschijn komen.
Fris indien nodig de verflaag op met een spuitbus van dezelfde kleur.
Garandeer een efficiënte ventilatie van het vertrek tijdens de eerste ontsteking, omdat de kachel wat rook en
verfgeur zal afgeven.
LET OP!
Zorg ervoor dat de vuurpot geen pellets en as bevat die zich opgehoopt hebben omwille van een gebrekkige
ontsteking. Als de vuurpot niet schoongemaakt wordt voor een reset, riskeert men andere mislukte ontstekin-
gen en zelfs een explosie.
Blijf niet vlakbij de kachel staan en verlucht het vertrek. De rook en verfgeur verdwijnen na ongeveer een uur werking. Ze zijn in
elk geval niet schadelijk voor de gezondheid.
De kachel is onderhevig aan uitzetting en samentrekking tijdens de ontsteking en afkoeling, en daarom kan men lichte kraakge-
luidjes horen.
Dit verschijnsel is volkomen normaal omdat de structuur gemaakt is van gelaagd staal en dient niet als een defect gezien te worden.
Het is heel belangrijk de kachel niet meteen te oververhitten maar geleidelijk aan op temperatuur te brengen door de vermogens
aanvankelijk laag te houden.
Op die manier voorkomt men de tegels in keramiek of de slang, de lasnaden en de stalen structuur te beschadigen.
STREEF NIET METEEN NAAR DE VERWARMINGSPRESTATIES!!!
LET OP!
Als tijdens de werking of de eerste ontsteking rook vrijgegeven wordt in het vertrek door de inrichting of het
rookkanaal, zet de inrichting uit, verlucht het vertrek en contacteer onmiddellijk de installateur/de technicus
van de assistentie.
10 BEDIENINGSPANEEL
10.1 DISPLAY BEDIENINGSPANEEL
Onderdelen van het menu.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
43
Fig. 50 - Display
LEGENDA Fig. 50
1 Inschakeling/uitschakeling ketel
2 Afnemend langslopen van het programmeermenu.
3 Menu
4 Toenemend langslopen van het programmeermenu.
5 Verlaagt temperatuurset / programmeringsfuncties.
6 Verhoogt temperatuurset / programmeringsfuncties.
7 Display.
10.2 HOOFDMENU
Dit menu is toegankelijk door op toets 3 (menu) te drukken. Men verkrijgt toegang tot de volgende items:
Datum en Tijd
Timer
Sleep (alleen met ingeschakelde kachel)
Instellingen
Info
Instelling datum en tijd.
Handel als volgt voor het instellen van de datum en de tijd:
Druk op de toets “menu.
Selecteer “Datum en Tijd”.
Bevestig dit door op “menu te drukken
Loop het met de pijlen langs en selecteer een voor een de te wijzigen variabelen: Dag, Uren, Min, Dag num., Maand, Jaar.
Selecteer “menu om te bevestigen.
Wijzig met de toetsen + -.
Druk tenslotte op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
11 OPTIES VAN HET WERKINGSMENU
11.1 GEPROGRAMMEERDE MODUS TIMER  HOOFDMENU
De instelling van de huidige dag en tijd is fundamenteel voor de correcte werking van de timer.
Er kunnen zes TIMER-programmas ingesteld worden en de gebruiker kan voor ieder het tijdstip van inschakeling en van uitscha-
keling selecteren alsmede de dagen van de week waarop hij actief moet zijn.
Wanneer een of meer programmas actief zijn, toont het paneel afwisselend de status van de kachel en TIMER n waar “n het
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
44
nummer is dat op de geactiveerde timerprogramma’s betrekking heeft, die met een streepje van elkaar gescheiden worden.
Voorbeeld:
TIMER 1 Timerprogramma 1 actief.
TIMER 1-4 Timerprogramma 1 en 4 actief.
TIMER 1-2-3-4-5-6 Alle timerprogrammas actief.
VOORBEELD VAN PROGRAMMERING
Met in- of uitgeschakelde kachel:
ga het MENU binnen,
begeef u met de pijlen <> naar het item TIMER,
druk op de toets “Menu”
het systeem stelt “P1” voor (druk op de toetsen <> voor de volgende timers P2, P3, P4, P5, P6)
druk voor het activeren van “P1” op de toets “Menu”
druk op + - en selecteer “ON”
bevestig met de de toets “Menu
Nu zal als vertrektijd 00:00 getoond worden. regel met de toets + - de vertrektijd en druk op de toets “menu om te bevestigen.
De volgende stap toont als tijdstip van uitschakeling een tijd die 10 minuten verder ligt dan de tijd die voor de inschakeling inge-
steld is: druk op de toets +, stel de tijd van uitschakeling in en bevestig met de toets “menu.
Vervolgens zullen de dagen van de week getoond worden waarop u de net ingestelde timer al dan niet wilt activeren. Accentueer
met de toets - of + met een witte ondergrond de dag waarop u de timer wilt activeren en bevestig met de toets menu. Als geen
enkele dag van de week als actief bevestigd wordt, zal het timerprogramma niet actief blijken te zijn op het statusscherm.
Ga verder met de programmering van de daarop volgende dagen of druk op “ESC” om te verlaten. Herhaal de procedure om de
andere timers te programmeren.
VOORBEELDEN VAN PROGRAMMERING:
P1 P2
on off day on off day
08:00 12:00 mon 11:00 14:00 mon
Kachel ingeschakeld van 08:00 tot 14:00
on off day on off day
08:00 11:00 mon 11:00 14:00 mon
Kachel ingeschakeld van 08:00 tot 14:00
on off day on off day
17:00 24:00 mon 00:00 06:00 tue
Kachel ingeschakeld van maandag 17:00 tot dinsdag 06:00
11.2 OPMERKINGEN VOOR DE WERKING VAN DE TIMER
Het vertrek van de timer vindt altijd plaats met de laatst ingestelde temperatuur en ventilatie (of met de default-instellingen
van 20°C en V3 indien deze nooit zijn gewijzigd).
De tijd van inschakeling loopt van 00:00 a 23:50
Als de tijd van uitschakeling nog niet bewaard is, wordt het tijdstip van inschakeling op + 10 minuten gezet.
Een timerprogramma schakelt de kachel om 24:00 van een dag uit en een ander programma schakelt hem op 00:00 van de dag
daarop in. de kachel blijft ingeschakeld.
Een programma stelt een inschakeling en een uitschakeling voor op tijden die in een ander timerprogramma liggen: als de
kachel al ingeschakeld is, zal de start geen enkel effect hebben, terwijl OFF de kachel zal uitschakelen.
Wanneer u in de status van ingeschakelde kachel en actieve timer op de toets OFF drukt, zal de kachel worden uitgeschakeld
en zal automatisch opnieuw ingeschakeld worden op het volgende tijdstip dat door de timer voorzien wordt.
Wanneer u in de status van uitgeschakelde kachel en actieve timer op de toets ON drukt, wordt de kachel ingeschakeld en zal
worden uitgeschakeld op het door de actieve timer voorziene tijdstip.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
45
11.3 SLEEPFUNCTIE HOOFDMENU
De Sleep wordt alleen met ingeschakelde kachel geactiveerd en stelt u in staat snel een tijdstip in te stellen waarop het product
uitgeschakeld moet worden.
Handel als volgt om Sleep in te stellen:
Ga het MENU binnen
Begeef u met de pijlen <> naar het item SLEEP
Druk op Menu
Selecteer met de toetsen + - het gewenste tijdstip van uitschakeling.
Het paneel toont een tijdstip van uitschakeling dat 10 minuten later is dan de huidige tijd, instelbaar met toets 4 tot de volgende
dag (u kunt de uitschakeling dus verlaten tot maximaal 23 uur en 50 minuten).
Als de SLEEP-functie actief is met actieve TIMER, dan heeft de eerste voorrang zodat de kachel niet uitgeschakeld wordt op het
door de timer voorziene tijdstip maar op het tijdstip dat door sleep vastgesteld is, ook al is dit later dan de uitschakeling die door
de timer beoogd wordt.
11.4 MENU INSTELLINGEN
Handel als volgt om in te grijpen op het instellingenmenu:
Druk op de toetsen + -
Loop het met de pijlen < > langs en selecteer “Set T Omg. of “Set T Water” of “Snh. Warmtewisselaar”
Druk op “menu om de gekozen optie binnen te gaan.
Wijzig met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
11.5 MENU INSTELLINGEN
Het menu INSTELLINGEN stelt u in staat om in te grijpen op de werkwijzen van de kachel:
A. Taal.
B. Reiniging (alleen weergegeven bij uitgeschakelde kachel).
C. Laden transportschroef (alleen weergegeven bij uitgeschakelde kachel).
D. Tonen.
E. Externe thermostaat (activering).
F. Auto Eco (activering).
G. T Uitschak-Eco (default 10 minuten).
H. T on pomp (default 50°C).
I. Hulpketel (default gedeactiveerd).
J. Pelletrecept.
K. Ventilatie % tpm rookgassen.
L. Maximumvermogen (1-5 - default 5).
M. Test componenten (alleen weergegeven bij uitgeschakelde kachel).
N. Functie “schoorsteenveger” (alleen activeerbaar bij ingeschakelde kachel, voor de controle van de emissies in het veld).
O. Configuratie installatie.
P. Seizoen.
Q. Technisch menu.
OPMERKING: Enkele hiervoor vermelde items kunnen in bepaalde “systeemconfiguraties” niet geactiveerd worden.
a - Taal
Handel als volgt om de taal te selecteren:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer Taal”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer met de toetsen + - de betreffende taal (IT/EN/DE/FR/ES/NL/PL/DA)
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
b - Reiniging
Handel als volgt om “Reiniging” te selecteren (alleen met uitgeschakelde kachel):
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
46
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Reiniging”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer “On” met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
c - Laden transportschroef
Maakt het mogelijk het laadsysteem van de pellets te vullen. Activeerbaar met uitgeschakelde kachel, toont een countdown van
180” aan het einde waarvan de transportschroef automatisch stopt, net als wanneer u het menu verlaat.
Handel als volgt om “Laden transportschroef te selecteren (alleen met uitgeschakelde kachel):
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Laden transportschroef.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer “Inschakelen met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
d - Tonen
Deze functie is als default uitgeschakeld, handel dus als volgt om hem in te schakelen:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer Tonen”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer “On” met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
e - Externe thermostaat (zie het betreffende hoofdstuk)
EXTERNE THERMOSTAAT (niet inbegrepen bij de ketel, is voor rekening van de gebruiker).
De temperatuur van de kachel kan ook worden bestuurd vanaf een externe omgevingsthermostaat. Indien deze laatste zich in het
midden bevindt met betrekking tot de ruimte waarin hij is geïnstalleerd, zal hij een zeer grote overeenkomst garanderen tussen
de vereiste verwarmingstemperatuur en die, die effectief wordt geleverd.
Sluit de kabels die van de extere thermostaat afkomstig zijn aan op de punten 1-2 van de klemmenstrook op de kachel.
Is de thermostaat eenmaal aangesloten, dan moet hij ingeschakeld worden.
Handel hiervoor als volgt:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs tot “Instellingen.
Selecteer dit door op “menu te drukken.
Loop het opnieuw met de pijlen langs tot “Externe thermostaat”.
Selecteer dit door op “menu te drukken.
Druk op de toetsen - +.
Selecteer “On” om de externe thermostaat te activeren.
Druk op de toets “menu om te bevestigen.
Druk op de toets esc om te verlaten.
f - Auto-Eco activering
Handel als volgt om de functie Auto-Eco te selecteren:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer Auto-Eco.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer “On” met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
47
g - t Uitschakeling Eco
Handel als volgt om de functie t uitschakeling - Eco te selecteren:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “t uitschakeling -Eco.
Druk op “menu om te bevestigen.
Voer de minuten in met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
h - T On Pomp
Dit menu-item maakt het mogelijk de activeringstemperatuur van de pomp te regelen.
Handel als volgt om de functie t On Pomp te selecteren:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer T On pomp”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Wijzig de °C met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
i - Hulpketel
Het is nodig een extra (optionele) module te installeren om de inschakeling van een hulpketel toe te staan als de kachel uitge-
schakeld is of op alarm staat. De fabrieksinstellingen voorzien dat deze functie gedeactiveerd is, activeer de functie zo nodig door
het instellingenmenu binnen te gaan.
j - Pelletrecept
Deze functie dient ervoor de kachel aan te passen aan de gebruikte pellets. Omdat inderdaad zeer veel soorten pellets in de handel
verkrijgbaar zijn, is de werking van de kachel sterk afhankelijk van de hogere of lagere kwaliteit van de brandstof. Als de pellets
de neiging vertonen om een verstopping in de vuurpot te veroorzaken wegens een teveel aan brandstof, of indien de vlam altijd
hoog blijkt te staan, ook bij de lage vermogens, en vice versa als de vlam laag is, is het mogelijk de pellettoevoer in de vuurpot te
verlagen/verhogen.
De beschikbare waarden zijn:
-3 = Afname van 30% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
-2 = Afname van 20% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
-1 = Afname van 10% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
0 = Geen enkele wijziging.
1 = Toename van 5% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
2 = Toename van 10% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
3 = Toename van 15% ten opzichte van de fabrieksinstelling.
Handel als volgt om het recept te wijzigen:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Pelletrecept”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Wijzig het % met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
k - Ventilatie % tpm rookgassen
Als de installatie problemen heeft met de afvoer van de rookgassen (geen trek, of zelfs geen druk in de leiding) kan de afvoer-
snelheid van de rookgassen en de as versneld worden. Met deze wijziging kunnen ook alle mogelijke verstoppingsproblemen door
pellets in de vuurpot, en het vormen van aanslag op de bodem van de vuurpot zelf, die ontstaan door een slechte verbranding, of
omdat er veel as ontstaat, op optimale wijze verholpen worden. De beschikbare waarden gaan van -30% tot +50% met wijzigin-
gen van 10 percentagepunten per keer. De negatieve wijziging kan dienen als de vlam te laag is.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
48
Handel als volgt om de parameter te wijzigen:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer Var.tpm rookgassen.
Druk op “menu om te bevestigen.
Wijzig het % met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
l - Maximumvermogen
Maakt het mogelijk de maximumlimiet van de vlam vast te zetten waarbij de kachel kan werken om de ingestelde temperatuur-
target de bereiken.
Handel als volgt om het vermogen te wijzigen:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Maximumvermogen.
Druk op “menu om te bevestigen.
Wijzig het vermogen van 01 tot 05 met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
m - Test componenten
Alleen uitvoerbaar met uitgeschakelde kachel, maakt het mogelijk de te testen componenten te selecteren:
Bougie: wordt gedurende een vaste tijd van 1 minuut ingeschakeld, gedurende welke het paneel de seconden van de
countdown toont.
Transportschoef: wordt gedurende een vaste tijd van 1 minuut gevoed, gedurende welke het paneel de seconden van de
countdown toont.
Afzuiger: wordt gedurende een vaste tijd van 1 minuut geactiveerd bij 2500 tpm, gedurende welke het paneel de seconden
van de countdown toont.
Warmtewisselaar: maakt het mogelijk de test in V5 gedurende een vaste tijd van 1 minuut uit te voeren, gedurende welke
het paneel de seconden van de countdown toont.
Pomp: wordt gedurende een vaste tijd van 10 seconden geactiveerd, gedurende welke het paneel de countdown toont.
3 drieweg: de driewegklep wordt gedurende een vaste tijd van 1 minuut geactiveerd, gedurende welke het paneel de secon-
den van de countdown toont.
Handel als volgt om de functie “Test componenten te activeren (alleen met uitgeschakelde kachel):
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer Test componenten.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer de uit te voeren test met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
n - Functie schoorsteenveger
Deze functie kan alleen met ingeschakelde kachel geactiveerd worden en bij afgifte van vermogen en werkkracht op verwar-
ming met de parameters P5, met ventilator (indien aanwezig) op V5. De eventuele percentuele correcties van lading/ventilatie
rookgassen moeten in overweging genomen worden. De duur van deze status is 20 minuten en het paneel toont de countdown.
Tijdens dit interval wordt niet gereageerd op eventuele thermostaat/puffer/setpoint omgeving/ setpoint H20 en blijft alleen de
veiligheidsuitschakeling bij 85°C actief.
De technicus kan deze fase op ieder moment onderbreken door snel op de toets on/off te drukken.
Handel als volgt om de functie “Schoorsteenveger” te activeren:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Functie schoorsteenveger”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer “On” (default is Off) met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
49
o - Configuratie installatie
Handel als volgt om de configuratie van de installatie te wijzigen:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Configuratie installatie.
Druk op “menu om te bevestigen.
Wijzig de configuratie van 01 tot 05 met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
p - Seizoen
In de configuraties 2 en 3 wordt door inschakeling van de functie “zomer” de omleiding van de driewegklep naar de verwar-
mingsinstallatie belemmerd om te vermijden dat de radiatoren verwarmd worden, de stroom gaat dus altijd naar warm sanitai-
rwater (WSW) - indien voorzien.
Door de optie “zomer” te activeren, wordt automatisch de auto-eco functie ingeschakeld (kan niet gedeactiveerd worden). Er
wordt niet gereageerd op de sondes van omgeving/externe thermostaat.
Handel als volgt om de functie te wijzigen:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Seizoen.
Druk op “menu om te bevestigen.
Wijzig “Zomer” of Winter met de toetsen + -.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
q - Technisch menu
Om toegang tot het technisch menu te verkrijgen, dient u een assistentiecentrum te bellen omdat u een password nodig heeft om
het binnen te gaan.
Handel als volgt om in te grijpen op het “technisch menu”:
Druk op de toets “menu.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Instellingen”
Druk op “menu om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer Technisch menu”.
Druk op “menu om te bevestigen.
Selecteer met de toetsen + - “Type product”, “Service, “Parameters”, “Par-WSW”, “Geheugens tellers” , “Inschakelen ventilator
en “Menu puffer.
Druk op “menu om te bevestigen en op esc om te verlaten.
11.6 WERKWIJZE AUTO ECO ZIE PUNTEN FG
Zie voor de activering van de werkwijze Auto Eco en de instelling van de tijd, zie punten f-g.
De mogelijkheid om “t uitschakeling ECO” in te stellen, komt voort uit de noodzaak om een correcte werking in de vele verschil-
lende vertrekken te verkrijgen waarin de kachel geïnstalleerd kan worden en om het continu in- en uitschakelen van de kachel te
vermijden wanneer de omgevingstemperatuur vaak verandert (luchtstromen, slecht geïsoleerde ruimtes, enz.).
De procedure van uitschakeling door ECO wordt automatisch geactiveerd wanneer aan alle inrichtingen die vermogensoproepen
doen, die voorzien worden door configuratie installatie“, voldaan wordt: omgevingssonde/externe thermostaat (configuraties
1-2-3), debietmeter, thermostaat/ntc (10 k ß3435) puffer of thermostaat/ntc (10 k ß3435) boiler. Als aan alle aanwezige in-
richtingen voldaan is, begint de aftelling van de tijd “t uitschakeling ECO” (de fabrieksinstelling van 10 minuten kan gewijzigd
worden in het menu “Instellingen”). Tijdens deze fase toont het paneeltje ON met een kleine vlam en afwisselend Chrono (indien
actief) - Eco actief. De bovenkant van het display toont de minuten om de countdown voor Eco Stop aan te duiden. De vlam gaat
op P1 staan, blijft daar tot de geprogrammeerde tijd van “t uitschakeling Eco” verstrijkt en gaat vervolgens over tot de fase van
uitschakeling als nog steeds aan de voorwaarden voldaan wordt. De telling van de uitschakeling door ECO wordt op nul gezet als
een van de inrichtingen opnieuw om vermogen vraagt.
Op het moment waarin de uitschakeling begint, verschijnt op het paneel: Off - Eco Actief - kleine knipperende vlam.
Zijn de voorwaarden van uitgeschakelde ketel eenmaal bereikt, dan toont het paneeltje OFF-ECO met het symbool van de uitge-
schakelde vlam.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
50
Voor het opnieuw inschakelen door ECO moet gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
Oproep vermogen
Er zijn minstens 5 minuten verstreken sinds het begin van de uitschakeling.
TH2O < TSetH2O.
Als de vermogensoproep warm sanitairwater (WSW) betreft - indien voorzien - worden de 5 minuten genegeerd en gaat de
kachel van start op grond van de behoefte.
OPMERKING: In configuraties 4 - 5 wordt de werkwijze Auto Eco automatisch ingeschakeld. Ook wanneer in configuratie 2 - 3
de functie “zomer” ingesteld wordt, wordt de werkwijze automatisch ingesteld. In de gevallen waarin voorzien wordt dat de
werkwijze actief is, is het niet mogelijk deze te deactiveren.
11.7 CONFIGURATIE INSTALLATIE
Op het moment van installatie moet het product ingesteld worden op grond van het type installatie, door de betreffende parame-
ter te selecteren in het menu “INSTELLINGEN”.
De volgende 5 configuraties zijn mogelijk:
CONFIGURATIE BESCHRIJVING
1
Beheer omgevingstemperatuur met sonde op de kachel of inschakeling externe omgevingsther-
mostaat.
2
2.1 Beheer omgevingstemperatuur met sonde op de kachel of inschakeling externe omgevings-
thermostaat; ogenblikkelijke productie SWW met wisselaar met platen.
2.2 Beheer omgevingstemperatuur met sonde op de kachel of door inschakeling externe omge-
vingsthermostaat; productie SWW voor boiler of accumulatie met thermostaat (optie).
KOPPEL EVENTUELE INTERNE 3-WEGSKLEP EN STROOMMETER LOS
3
Beheer omgevingstemperatuur met sonde op de kachel of door inschakeling externe omgevings-
thermostaat; productie SWW voor boiler met sonde ntc (10 k ß3435).
KOPPEL EVENTUELE INTERNE 3-WEGSKLEP EN STROOMMETER LOS
4 Beheer externe Puffer gestuurd door thermostaat.
5 Beheer externe Puffer gestuurd door sonde ntc (10 k ß3435).
11.8 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS EN OMGEVINGSSONDE
Instelbare set :
SET WAARDEN
OMGEVINGSTEMP. 5°C - 35°C
TEMP.WATER 30°C - 80°C
In te stellen parameters :
IMPOSTAZIONI WAARDEN
Configuratie 1
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
51
Hydraulisch schema :
2
1
3
Fig. 51 - Installatie met: pelletkachel rechtstreeks en omgevingssonde
LEGENDA Fig. 51
1 Ketel op Pellets
2 Klemmenbord achteraan
3 Anticondensklep
11.9 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS EN OMGEVINGSTHERMOSTAAT
Instelbare set :
SET WAARDEN
TEMP.WATER 30°C - 80°C
In te stellen parameters :
INSTELLINGEN WAARDEN
Configuratie 1
Externe thermostaat ON
Hydraulisch schema :
2
4
4
3
1
Fig. 52 - Installatie met: pelletkachel rechtstreeks en omgevingsthermostaat
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
52
LEGENDA Fig. 52
1 Ketel op Pellets
2 Klemmenbord achteraan
3 Anticondensklep
4 Omgevingsthermostaat
11.10 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS, OMGEVINGSSONDE EN BOILER SWW
Instelbare set :
SET WAARDEN
OMGEVINGSTEMP. 5° C - 35°C
TEMP.WATER 30° C - 80°C
TEMP.BOILER 30° C - 80°C
In te stellen parameters :
INSTELLINGEN WAARDEN
Configuratie 3
Hydraulisch schema :
7
4
5
2
6
5
1
6
3
Fig. 53 - Installatie met: pelletkachel rechtstreeks, omgevingssonde en boiler SWW
LEGENDA Fig. 53
1 Ketel op Pellets
2 Klemmenbord achteraan
3 Anticondensklep
4 Boiler SWW
5 Sonde boiler
6 3-wegsomleidklep
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
53
LEGENDA Fig. 53
7 Thermostaatklep SWW
11.11 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL RECHTSTREEKS, OMGEVINGSSONDE EN BOILER SWW
Instelbare set :
SET WAARDEN
TEMP.WATER 30° C - 80°C
TEMP.BOILER 30° C - 80°C
In te stellen parameters :
INSTELLINGEN WAARDEN
Configuratie 3
Externe thermostaat ON
Hydraulisch schema :
8
7
4
5
2
6
8
5
6
3
1
Fig. 54 - Installatie met: pelletkachel rechtstreeks, omgevingssonde en boiler SWW
LEGENDA Fig. 53
1 Ketel op Pellets
2 Klemmenbord achteraan
3 Anticondensklep
4 Boiler SWW
5 Sonde boiler
6 3-wegsomleidklep
7 Thermostaatklep SWW
8 Kamerthermostaat
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
54
11.12 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL EN PUFFER
Instelbare set :
SET WAARDEN
TEMP.PUFFER 55° C - 75°C
In te stellen parameters :
INSTELLINGEN WAARDEN
Configuratie 5
Hydraulisch schema :
7
6
4
5
2
1
5
3
Fig. 55 - Installatie met: pelletkachel en puer
LEGENDA Fig. 55
1 Ketel op Pellets
2 Klemmenbord achteraan
3 Anticondensklep
4 Puffer
5 Sonde puffer
6 Pomp installatie
7 Omgevingsthermostaat
11.13 INSTALLATIE MET: PELLETKACHEL, PUFFER EN NOODKETEL MUUR
Instelbare set :
SET WAARDEN
TEMP.PUFFER 55° C - 75°C
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
55
In te stellen parameters :
INSTELLINGEN WAARDEN
Configuratie 5
Hulpketel ON
Hydraulisch schema :
9
5
8
6
7
12
3
12
2
7
10
8
11
5
1
4
Fig. 56 - Installatie met: pelletkachel, puer en noodketel (muur)
LEGENDA Fig. 56
1 Ketel op Pellets
2 Klemmenbord achteraan
3 Anticondensklep
4 Puffer
5 Sonde Puffer
6 Noodketel
7 Wisselaar met platen
8 Pomp installatie
9 Thermostaat noodketel
10 Relais activering
11 Module aansluiting hulpketel
12 Keerklep
11.14 WERKINGSMODALITEITEN
De werkingsmodaliteit voor de kachels hydro is enkel AUTOMATISCH (de manuele modaliteit is niet voorzien). De modulatie van
de vlam wordt beheerd in functie van de “Configuratie van de installatie“ vanaf de omgevingssonde op de achterkant van het
apparaat (zie tekeningen hierna), vanaf de externe thermostaat, de temperatuur van het water in de ketel of de sondes NTC.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
56
1 2 3
4
5
6
7
8 9 10
Fig. 57 - Positie sonde Fig. 58 - Klemmenbord met 10 polen
11.15 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Contacten klemmenbord (zie Fig. 58):
CONTACTEN
POS.1-2 EXTERNE THERMOSTAAT/THERMOSTAAT PUFFER
POS.3-4 SONDE PUFFER/BOILER
POS.5 AARDING
POS.6-7 EXTRA KETEL
POS.8 NEUTRAAL DRIEWEGSKLEP
POS.9 FASE DRIEWEGSKLEP (sanitair)
POS.10 FASE DRIEWEGSKLEP (verwarming)
Om toegang te krijgen tot het klemmenbord “W”, verwijder de dop zoals aangeduid in deel 1 van de handleiding (in de paragraaf
gewijd aan de verwijdering van de achterzijde), draai de twee schroeven “z” los en verwijder het klemmenbord “W”. Voer de no-
dige aansluitingen uit en hermonteer het geheel.
De aansluitingen op het klemmenbord moeten worden uitgevoerd met kabels met een lengte van maximaal 3
meter (ongeacht of het signaalkabels of vermogenskabels zijn).
z
W
Fig. 59 - Verbindingen
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
57
NB: VOOR DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN, RAADPLEEG HOOFDSTUK ELEKTRISCHE AANSLUI-
TING a pag. 40.
- De kabels van de waterdrukregelaar zijn ondergebracht in de ketel en moeten aangesloten
worden op de hydraulische kit (optie).
- De kabels van de debietregelaar zijn ondergebracht in de ketel voor de aansluiting op de
hydraulische kit (optie) met sanitair water.
11.16 WERKING
Druk op de toets 1 (esc) om de inschakeling te starten, de weergave op het paneeltje zal ON met knipperende vlam zijn. Wanneer
de vlam ophoudt met knipperen, zal de kachel de werkvoorwaarde voor “afgifte vermogen bereikt hebben.
De omgevingstemperatuur die in de fabriek ingesteld is, is 20°C, als u deze wenst te wijzigen handel dan zoals beschreven is in het
instellingenmenu; handel op dezelfde wijze om de temperatuur van het verwarmingswater en de snelheid van de omgevingsven-
tilator in te stellen (indien aanwezig). Zie de betreffende paragraaf om een eventuele externe thermostaat te activeren.
11.17 AFGIFTE VAN VERMOGEN
Nadat de inschakelfase voltooid is, zal de weergave op het paneeltje ON met vaste vlam op niveau 3 zijn. De volgende vlammo-
dulatie naar lagere of hogere vermogens wordt autonoom beheerd op grond van het bereiken van de temperaturen die ingesteld
zijn bij “Configuratie installatie.
12 BEVEILIGINGEN EN ALARMEN
12.1 DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het product is uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen.
12.2 DRUKSCHAKELAAR
Controleert de druk in het rookkanaal. Hij blokkeert de transportschroef van de pellets als de afvoer verstopt is of als er grote
tegendruk is. (wind)
12.3 TEMPERATUURSONDE ROOK
Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft toestemming om het product te starten, of stopt het als de temperatuur van de
rookgassen onder de van te voren ingestelde waarde daalt.
12.4 CONTACTTHERMOSTAAT IN DE BRANDSTOFVOORRAADBAK
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van de ketel onmiddellijk gestopt.
12.5 CONTACTTHERMOSTAAT IN DE KETEL
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van de ketel onmiddellijk gestopt.
12.6 WATERTEMPERATUURSENSOR
Als de watertemperatuur de blokkeertemperatuur nadert (85°C), verplicht de sonde de ketel de automatische uitschakeling “OFF
Standby” uit te voeren.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
58
12.7 ELEKTRISCHE BEVEILIGING
De ketel wordt door een hoofdzekering beveiligd tegen sterke stroomschommelingen. Deze zekering bevindt zich in het voe-
dingspaneeltje op de achterkant van de ketel. Er zijn andere zekeringen voor de beveiliging van de elektronische kaarten op deze
kaarten zelf gesitueerd.
12.8 ROOKGASVENTILATOR
Als de ventilator stopt, blokkeert de elektronische kaart onmiddellijk de pellettoevoer en wordt een alarmbericht weergegeven.
12.9 REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stopt met werken, blijft de ketel functioneren tot de vlam door gebrek aan brandstof uitgaat en het mini-
mum koelniveau wordt bereikt.
12.10 TIJDELIJKE SPANNINGSONDERBREKING
Als de elektrische spanning korter dan 10” uitvalt, keert de kachel terug naar de vorige werkstatus; duurt de onderbreking langer,
dan wordt een cyclus van koeling/herinschakeling uitgevoerd.
12.11 GEEN ONTSTEKING
Als er bij de ontsteking geen vlam ontstaat, komt de ketel op de alarmstand te staan.
12.12 ANTIVRIESFUNCTIE
Als de sensor in de ketel een watertemperatuur meet die lager is dan 5°C, wordt de circulatiepomp automatisch ingeschakeld om
te voorkomen dat de installatie bevriest.
12.13 ANTIBLOKKEERFUNCTIE POMP
Als de pomp langere tijd niet werkt, wordt hij met regelmatige tussenpozen enkele seconden ingeschakeld om te voorkomen dat
hij geblokkeerd raakt.
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN TE MANIPULEREN.
Indien het product NIET gebruikt wordt zoals in deze handleiding voorgeschreven wordt, wijst de fabrikant
alle aansprakelijkheid af inzake mogelijk persoonlijk letsel en materiële schade. Bovendien kan de fabrikant
niet aansprakelijk gesteld worden voor persoonlijk letsel of schade aan voorwerpen als de regels die in deze
handleiding staan niet in acht genomen worden en bovendien moeten de volgende punten nageleefd worden:
• Wanneer het onderhoud, reiniging en reparaties uitgevoerd worden, moeten alle maatregelen en/of
voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
• Maak de veiligheidsvoorzieningen niet onklaar.
• Verwijder de veiligheidsvoorzieningen niet.
• Sluit het product aan op een efficiënt werkend rookafvoersysteem.
• Controleer eerst of het vertrek waarin het product gemonteerd wordt, goed gelucht is.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer
ingeschakeld worden zodat de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing
zich voordeed, moet deze handleiding geraadpleegd worden; voor ieder alarmbericht dat door het product
weergegeven wordt, wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem te verhelpen.
12.14 SIGNALERING ALARMEN
Wanneer zich een andere dan de bedoelde werksituatie voor de gewone werking van de kachel voordoet, treedt een alarmsituatie op.
Het bedieningspaneel geeft aanwijzingen over het huidige alarm. De geluidssignalering is alleen voor de alarmen A01-A02 niet
aanwezig, om de gebruiker niet te storen als s nachts de pellets in de voorraadbak opgeraakt zijn.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
59
SIGNALERING
PANEEL
TYPE PROBLEEM OPLOSSING
A01 Het vuur wordt niet ontstoken.
Controleer de reiniging van de vuurpot / het niveau
van de pellets in de voorraadbak.
A02 Abnormaal doven van het vuur. Controleer het niveau van de pellets in de voorraadbak.
A03 Alarm thermo-
staten
De temperatuur van de voorraadbak voor de
pellets of de temperatuur van het water over-
schrijdt de voorziene veiligheidslimiet.
Wacht tot de afkoelfase voorbij is, annuleer het alarm
en schakel de kachel weer in door de lading van de
brandstof op de minimumstand te zetten (menu
INSTELLINGEN - Pelletrecept). Als het alarm aanhoudt,
neemt u contact op met de assistentiedienst. Contro-
leer of de omgevingsventilator correct werkt (indien
aanwezig).
A04 Temperatuuroverschrijding rookgassen.
De ingestelde limiet van de rookgassen is overschre-
den. Verlaag de lading van de pellets (menu INSTEL-
LINGEN - Pelletrecept).
A05 Alarm
drukschakelaars
Inwerkingtreding drukschakelaar rookgassen of
onvoldoende waterdruk.
Controleer obstructies in de schoorsteen / opening
deur of druk van het hydraulische systeem.
A08 Afwijkende werking van de rookventilator.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
A09 Defect van de rookgassensonde.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
A19 Defect van de watersonde. Watersonde los / onderbroken / defect / niet herkend.
A20 Alarm puffersonde. Puffersonde los / onderbroken / defect / niet herkend.
A21 Alarm Triac
De triac van de elektronische kaart is vastgelopen.
Vervang de kaart.
SERVICE
Waarschuwing periodiek onderhoud (niet
blokkerend).
Wanneer deze knipperende tekst verschijnt tijdens de
inschakeling, betekent dit dat het van tevoren vastge-
stelde aantal werkuren tot het onderhoud verstreken
is. Bel het assistentiecentrum.
12.15 RESET ALARM
Open NOOIT het deurtje van de kachel wanneer die aan het opstarten is of uitgeschakeld
wordt, omdat de pellets in deze fasen nog branden en er vluchtige stoffen aanwezig kunnen
zijn.
LET OP!
Als tijdens de werking of de eerste ontsteking rook vrijgegeven wordt in het vertrek door de
inrichting of het rookkanaal, zet de inrichting uit, verlucht het vertrek en contacteer onmid-
dellijk de installateur/de technicus van de assistentie.
Om het alarm te resetten moet u enkele ogenblikken de toets 1 (ESC) ingedrukt houden. De kachel voert een controle uit om te
bepalen of de oorzaak van het alarm al dan niet aanhoudt.
In het eerste geval wordt het alarm opnieuw weergegeven, in het tweede geval wordt OFF weergegeven.
Als het alarm aanhoudt, contact opnemen met een servicecenter.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
60
12.16 NORMALE UITSCHAKELING OP HET PANEEL: OFF MET KNIPPERENDE VLAM
Wanneer de uitschakeltoets ingedrukt wordt, of een alarmsignalering aanwezig is, gaat de kachel de thermische uitschakelfase
binnen waarbij de volgende fasen automatisch uitgevoerd worden:
Eindigt het laden van pellets
De omgevingsventilator (indien aanwezig) handhaaft de ingestelde snelheid tot T rookgassen de 100°C bereikt en stelt vervol-
gens automatisch de minimumsnelheid in, tot de temperatuur van uitschakeling bereikt wordt.
De rookgassenventilator stelt zich in op het maximum en blijft daar gedurende de vaste tijd van 10 minuten, aan het eind
waarvan, als T rookgassen onder de uitschakeldrempel gedaald is, de ventilator definitief uitgeschakeld wordt. Zo niet dan
wordt de minimumsnelheid ingesteld tot deze drempel bereikt wordt, om vervolgens uit te gaan.
Als de kachel normaal uitgeschakeld is maar de temperatuur van de rookgassen overschrijdt door thermische intertie opnieuw
de drempel, dan zal de uitschakelfase weer van start gaan bij de minimumsnelheid, tot de temperatuur opnieuw daalt.
12.17 BLACKOUT MET INGESCHAKELDE KACHEL
Bij afwezigheid van netspanning (BLACKOUT) gedraagt de kachel zich als volgt:
Blackout korter dan 10”: de in uitvoering zijnde werking wordt hervat;
Indien een verlies van voeding optreedt dat langer dan 10” duurt, met ingeschakelde kachel, of tijdens de inschakelfase, dan
zal de kachel wanneer de voeding weer hervat wordt, de vorige werkwijze aannemen door uitvoering van de volgende proce-
dure:
1) Een koeling, door activering van de rookgassenextractor op het minimum, gedurende een tijd van 10”, om over te gaan naar
het volgende punt;
1) De aanname van de werkwijze van de kachel die aan de blackout voorafging.
Tijdens fase 1 toont het paneel ON BLACK OUT.
Tijdens fase 2 toont het paneel Inschakeling.
Als de kachel tijdens fase 1 opdrachten van het paneel ontvangt die door de gebruiker manueel verstrekt zijn, eindigt de kachel
met het uitvoeren van de resetfase wegens een blackout en gaat over tot inschakeling of uitschakeling, al naargelang de verstrekte
opdracht.
12.18 BLACKOUT LANGER DAN 10 MET KACHEL IN FASE VAN UITSCHAKELING
Indien een spanningsuitval optreedt die LANGER duurt dan 10” terwijl de kachel in fase van uitschakeling is zal, wanneer de kachel
opnieuw gevoed wordt, de uitschakelwerkwizje van start gaan, ook als de temperatuur van de rookgassen ondertussen tot onder
de 45°C gedaald is.
Deze laatste fase kan overgeslagen worden door op toets 1 (esc) te drukken (gaat over naar inschakeling) en door er opnieuw op
te drukken (herkent dat de kachel uitgeschakeld is).
13 AANBEVELINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
ENKEL EEN CORRECTE INSTALLATIE EN EEN GEPAST ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPA-
RAAT KUNNEN BORG STAAN VOOR EEN CORRECTE WERKING EN EEN VEILIG GEBRUIK VAN HET
PRODUCT
We informeren u dat we op de hoogte zijn van gevallen van storingen aan huishoudtoestellen op pellets, die voornamelijk te
wijten zijn aan verkeerde installaties en onderhoud.
We willen u geruststellen dat al onze producten uiterst veilig zijn en gecertificeerd zijn volgens de Europese referentienormen.
Het ontstekingssysteem is grondig getest om de efficiëntie van de ontsteking te vergroten en problemen te vermijden, ook in de
slechtste gebruikscondities. In elk geval, zoals met elk ander product op pellets, moeten onze apparaten correct geïnstalleerd
worden en moeten regelmatige reinigings- en onderhoudsbeurten plaatsvinden, teneinde een veilige werking te garanderen.
Onze studies suggereren dat deze storingen voornamelijk te wijten zijn aan de combinatie van een deel of alle volgende factoren:
Gaten in de vuurpot verstopt of vuurpot vervormd, effect van een schaars onderhoud, condities die vertraagde ontstekingen
kunnen veroorzaken en de abnormale productie van onverbrand gas veroorzaken.
Ontoereikende verbrandingslucht te wijten aan een eng of verstopt luchtinlaatkanaal.
Gebruik van rookkanalen die niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor de installatie en die geen gepaste trek garanderen.
Deels verstopte schoorsteen, te wijten aan een schaars onderhoud, zodat de trek vermindert en de ontsteking moeilijker verloopt.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
61
Eindschoorsteenpot voldoet niet aan de indicaties in de handleiding en is dus niet geschikt om mogelijke verschijnselen van
omgekeerde trek te voorkomen.
Deze factor wordt doorslaggevend wanneer het product geïnstalleerd wordt in bijzonder winderige zones, zoals aan de kust.
De combinatie van een of meer van deze factoren kan belangrijke storingen veroorzaken.
Om deze mogelijkheid te voorkomen is het van fundamenteel belang het product te installeren conform de geldende voorschriften.
Het is verder fundamenteel de volgende eenvoudige regels te respecteren:
Na elke extractie voor de reiniging, moet de vuurpot correct geherpositioneerd worden in de werkpositie vooraleer elk gebruik
van het product, door het residueel vuil dat eventueel in de steunbasis gebleven is volledig te verwijderen
De pellets mogen nooit manueel in de vuurpot geladen worden, noch voor een ontsteking noch tijdens de werking.
De accumulatie van onverbrande pellets na een eventuele mislukte ontsteking moet verwijderd worden vooraleer het product
terug aan te steken. Controleer de correcte positionering en de regelmatige inlaat van verbrandingslucht/rookuitlaat.
Als het product de ontsteking regelmatig mislukt, raden we aan het gebruik van het product onmiddellijk te onderbreken en
een gekwalificeerd technicus te contacteren om de functionaliteit van het product te controleren.
Het naleven van deze indicaties is volkomen toereikend om borg te staan voor een regelmatige werking en om problemen met het
product te voorkomen.
Als de voornoemde voorzorgsmaatregelen niet gerespecteerd worden, en er bij de ontsteking te veel pellets in de vuurpot geladen
worden, met als gevolg een abnormale rookvorming in de verbrandingskamer, moeten de volgende indicaties aandachtig gere-
specteerd worden:
Koppel het product om geen enkele reden los van het elektriciteitsnet: dit zou de ventilator stoppen voor de aanzuiging van de
rookgassen, met als gevolg het vrijkomen van rook in de omgeving.
Open uit voorzorg de ramen om het installatievertrek te ventileren en eventuele rook af te voeren (de schoorsteen werkt mo-
gelijk niet normaal).
Open de vuurdeur niet: dit zou de correcte werking van het rookafvoersysteem naar de schoorsteen in het gedrang brengen.
Schakel de kachel gewoon uit door te drukken op de knop van het bedieningspaneel (niet de achterste knop van de stekker!)
en ga van het product weg staan in afwachting dat de rook volledig afgevoerd is.
Voor elke poging tot herinschakeling, reinig de vuurpot en de luchtgaten volledig om alle afzettingen en eventuele onverbran-
de pellets te verwijderen; herpositioneer de vuurpot en verwijder eventuele residuen van de steunbasis. Als het product de
ontsteking regelmatig mislukt, raden we aan het gebruik van het product onmiddellijk te onderbreken en een gekwalificeerd
technicus te contacteren om de functionaliteit van het product en de schoorsteen te controleren.
14 REINIGING EN ONDERHOUD
Fig. 60 - Voorbeeld van een schone vuurpot Fig. 61 - Voorbeeld van een vuile vuurpot
Enkel een gepast onderhoud en reiniging van het product kan borg staan voor de veilige en correcte werking ervan.
LET OP!
Alle handelingen voor de reiniging van alle onderdelen moeten uitgevoerd worden wanneer het product vol-
ledig afgekoeld is en de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Koppel het product los van de 230V-voeding vooraleer onderhoud te plegen.
Het product vergt weinig onderhoud als gecertificeerde en kwaliteitsvolle pellets gebruikt worden.
14.1 DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING TEN LASTE VAN DE GEBRUIKER
Reiniging van de asla
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
62
Druk op het deurtje “H” rechtsonder en open het. Draai de handgreep van het deurtje “G naar rechts en open naar onder toe.
Trek de asla "D" uit en verwijder de as. Verwijder de as uit de behuizing alvorens de asla weer op zijn plaatst te zetten. De frequen-
tie van de reiniging wordt bepaald door de kwaliteit van de pellets en uw ervaring met de kachel. Het is in elk geval raadzaam niet
langer dan 2 tot 3 dagen te wachten.
Ter gelegenheid van de reiniging van de asla wordt aangeraden het onderdeel “C“ vlakbij de vuurpot te verwijderen en met de tuit
van de stofzuiger de eventuele accumulatie van as te verwijderen.
Fig. 62 - Verwijdering la Fig. 63 - Verwijdering vuurpot
14.2 REINIGING VAN DE RUIT
Voor de reiniging van het keramisch glas wordt aanbevolen om een droge kwast te gebruiken of, in geval van hardnekkig vuil, een
specifieke reinigingsspray door een kleine hoeveelheid op het glas te spuiten en dit vervolgens met een doek te reinigen.
LET OP!
Gebruik geen schurende producten en sproei het product voor de reiniging van het glas niet op de gelakte
delen en op de pakkingen van de deur (keramiekvezelkoord).
14.3 REINIGING VAN DE WISSELAAR EN VAN DE RUIMTE ONDER DE VUURPOT OM DE 2/3 DAGEN
De reiniging van de wisselaar en de ruimte onder de vuurpot is een eenvoudige handeling die evenwel heel belangrijk is om altijd
de aangegeven prestaties in stand te houden.
Men raadt daarom aan om de 2-3 dagen de interne wisselaar te reinigen, aan de hand van deze eenvoudige handelingen:
Activeer de functie “REINIGING - wanneer de ketel uit is, druk op de menutoets en selecteer “Instellingen“ met de pijlen
<> selecteer “Reiniging”, bevestig met “Menu, activeer de reiniging “ON” door te drukken op de toetsen +-. Deze procedu-
re activeert de ventilator voor de aanzuiging van de rookgassen op het maximaal vermogen, teneinde het roet dat loskomt
tijdens de reiniging van de wisselaar afgevoerd wordt.
Reinigen buizenbundel - Gebruik de hendel ”A, gepositioneerd onder het deksel van het reservoir, schud 5-6 keer de turbo-
latoren fel. Deze handeling verwijdert het roet dat zich afgezet heeft op de rookleidingen van de wisselaar tijdens de normale
werking van de ketel.
Deactiveer de functie “REINIGING” - deze functie deactiveert zich automatisch na twee minuten. Als de functie eerder
gestopt moet worden, druk op de toets “Esc“.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
63
Reinig de rookgasafvoer (fig. volgende pagina)
De ketel is uitgerust met een uitneembare asla voor de opvang van eventuele accumulaties van roet en as (vorige pagina).
Na de reiniging moeten het deksel en de asla gesloten worden.
Als deze reiniging niet plaatsvindt om de 2-3 dagen kan de kachel na verschillende uren in alarm treden door
een verstopping door assen.
Fig. 64 - Hendel voor reiniging turbolatoren (Idro Prince
3
16-23-23 H2O,
Aquos
3
16-23-23 H2O, Idron 16-22 Airtight, Hidrore 22.8)
Fig. 65 - Hendel voor reiniging turbolatoren (Idro Prince 30-30 H2O)
14.4 REINIGING BUIZENBUNDELS
Voor een beter rendement van de ketel is het noodzakelijk om 1 keer in de maand de buizen in de verbrandingskamer te reinigen.
Open de deur van de vuurhaard, neem de meegeleverde borstel en reinig de 5 buizen in de verbrandingskamer bovenaan. Voer
deze handeling meerdere keren uit opdat de as die zich afgezet heeft in deze buizen onderaan rond de vuurpot valt.
Zuig met de stofzuiger alle gevallen materiaal op.
Fig. 66 - Reiniging buizenbundel
14.5 REINIGING RUIMTE ROOKAFVOERSYSTEEM
In het gedeelte achter de asla “D“ bevindt zich de rookdop “E“ die verwijderd moet worden voor de reiniging van het rookafvoer-
systeem, dus:
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
64
draai de schroeven s“ los
verwijder de rookdop “E“
Gebruik de tuit van de stofzuiger om alle as en roet die zich inde onderste wisselaar aangeduid door de pijl afgezet heeft te ver-
wijderen. Vooraleer de dop “E“ te hermonteren wordt aangeraden de pakking “F“ te veranderen
Vooraleer de as te verwijderen met de stofzuiger, wordt aangeraden de binnenwanden van de kachel te reinigen met schraper.
Fig. 67 - Reiniging onderste ruimte
14.6 REINIGING VAN HET ROOKAFVOERSYSTEEM EN CONTROLES IN HET ALGEMEEN
Reinig het rookafvoersysteem, vooral vlakbij de T“-verbindingen, de bochten en de eventuele horizontale stukken van het ro-
okkanaal.
Voor de periodieke reiniging van het rookkanaal, wend u tot een gekwalificeerde schoorsteenveger.
Controleer de afdichting van de keramische vezelpakkingen, aanwezig op de deur van de kachel. Bestel indien nodig de nieuwe
pakkingen bij de leverancier of neem contact op met een erkend servicecenter.
LET OP:
De frequentie waarmee de installatie voor rookafvoer moet worden gereinigd, is afhankelijk van het gebruik
van de kachel en van het type installatie.
Wij adviseren om het onderhoud en de seizoenreiniging te laten uitvoeren door een erkend servicecenter zodat
ook een algemene controle wordt uitgevoerd.
14.7 PERIODIEKE CONTROLE WERKING SLUITING DEUR
Controleer of de sluiting van de deur een correcte afdichting garandeert (middels de test met een vel papier) en of bij gesloten
deur het portierblokje (X in afbeelding) niet uit de plaat steekt waaraan deze is bevestigd. Bij bepaalde producten is het nodig de
afwerking te demonteren om een eventuele afwijkende mate van uitsteken van het blokje bij gesloten deur te kunnen beoordelen.
Fig. 68 - Sluiting deur
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
65
14.8 BUITENBEDRIJFSTELLING EINDE SEIZOEN
Op het einde van elk seizoen, vooraleer het product uit te schakelen, word aangeraden alle pellets uit het reservoir te verwijderen
m.b.v. een stofzuiger met lange buis.
Men raadt aan de ongebruikte pellets uit het reservoir te verwijderen omdat ze vocht vasthouden. Koppel eventuele leidingen
van de verbrandingslucht die vocht in de verbrandingskamer kunnen brengen los, maar vooral, vraag aan de gespecialiseerde
technicus om de interne verflaag van de verbrandingskamer te verfrissen met aangewezen siliconenverf in spuitbus (verkrijgbaar
in om het even welk verkooppunt of centrum voor technische assistentie) ter gelegenheid van de geprogrammeerde jaarlijkse
onderhoudsbeurten op het einde van het seizoen. Op die manier beschermt de verflaag de binnenzijde van de verbrandingskamer
en wordt elk oxidatieproces tegengehouden.
In de periodes waarin het apparaat niet gebruikt wordt, moet het losgekoppeld worden van het elektriciteitsnet. Voor een grotere
veiligheid, vooral in aanwezigheid van kinderen, raden we aan het voedingssnoer te verwijderen.
Als de display van het bedieningspaneel bij de herinschakeling, door te drukken op de hoofdschakelaar op de zijkant van het
product, niet aangaat, betekent dit dat de dienstzekering mogelijk vervangen moet worden.
Op de achterkant van het product bevindt zich een zekeringhouder, onder het stopcontact. Na de stekker uit het stopcontact
gehaald te hebben, open het deksel van de zekeringhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen als dat nodig is
(3,15 A vertraagd).
14.9 VERVANGING VAN DE OVERDRUKAFVOER VOOR DE VERBRANDINGSKAMER
Het rubbertje “G“ van de overdruk in de verbrandingskamer (fig.A) kan verslijten en/of beschadigd worden Daarom moet het
vervangen worden een keer per jaar om borg te staan voor de correcte werking van het systeem.
Voor de vervanging, ga te werk zoals aangegeven hieronder:
Verwijder de top
Verwijder de eerste tegel van de laterale bekleding of het stalen paneel (afhankelijk van het type van kachel)
Draai de schroef-ring-rubber-rol getoond in fig. A/C los (aan weerszijden van het deksel). Monteer nu de nieuwe kit:
Neem de schroef-ring-rubber-rol uitgelijnd zoals getoond in fig. C en draai ze vast in de structuur.
Draai de schroef volledig vast.
Controleer of de compressie van het rubbertje correct is aan de hand van de sjabloon geleverd samen met de kit:
Leg de sjabloon op het deksel (fig.B); de kop van de schroef moet tegen de bovenste referentie komen. Als dit niet het geval is,
draai de schroef vast of los tot dit het geval is.
Fig. 69 - Rubbertje (Idro Prince
3
16-23-23 H2O, Aquos
3
16-23-23 H2O,
Idron 16-22 Airtight, Hidrore 22.8)
Fig. 70 - Rubbertje (Idro Prince
3
30-30 H2O)
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
66
14.10 CONTROLE VAN DE INTERNE COMPONENTEN
LET OP!
De controle van de interne elektrische-mechanische componenten moet uitsluitend uitgevoerd worden door
gekwalificeerd personeel dat over de nodige technische kennis beschikt relatief aan de verbranding en elektri-
citeit.
Men raadt aan dit jaarlijks periodiek onderhoud uit te voeren (met een contract van geprogrammeerde assistentie) voor de vi-
suele controle en werking van de interne componenten. Hierna worden alle interventies opgesomd voor de controle en/of het
onderhoud die nodig zijn voor de correcte werking van het product.
Reductiemotor
Waaier afvoer rook
Rookgassensonde
Bougie inschakeling
Thermostaat met automatische reset pellets/water
Sonde omgeving/water
Moederkaart
Zekeringen bescherming paneel-kaart
Bekabeling
ONDERDELEN/PERIODE DAGELIJKS WEKELIJKS 15 DAGEN 60-90 DAGEN ELK SEIZOEN
Reiniging van de vuurpot * X
Reiniging van de ruimte voor de
opvang van de assen met een
stofzuiger
X
Reiniging asla X
Reiniging vuurdeur en ruit X
Reiniging turbolatoren X
Reiniging onderste asla X
Reiniging “T“ afvoer (buiten de ketel) X
Reiniging wisselaars en verwijdering
assen en afzettingen
X
Reiniging rookaansluiting X
Controle circulatiepomp X
Controle waterlekken X
Controle afdichtingen deur X
Controle bougies ontsteking X
Werking sluiting deur X
* MET PELLETS VAN SCHAARSE KWALITEIT MOET DE FREQUENTIE VAN DE REINIGINGSBEURTEN OPGEDREVEN WORDEN.
LET OP: GIDS VOORBEHOUDEN AAN DE GESPECIALISEERDE TECHNICUS.
LET OP: Alle reparaties moeten uitsluitend door een gespecialiseerd technicus uitgevoerd worden wanneer de ketel uit is
en de stekker uit het stroomnet gehaald is. De handelingen aangegeven in het vet moeten uitsluitend door gespecialiseerd
personeel uitgevoerd worden.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden en de garantie vervalt indien deze conditie niet gerespecteerd wordt.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
67
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De pellets worden niet in de verbran-
dingskamer geladen
Het pelletreservoir is leeg Vul het pelletreservoir
De toevoerschroef is geblokkeerd
door zaagsel
Ledig het reservoir en blokkeer de
toevoerschroef door het zaagsel te
verwijderen met de hand
Reductiemotor defect Vervang de reductiemotor
De elektronische kaart is defect Vervang de elektronische kaart
Het vuur wordt gedoofd of de ketel
stopt automatisch
Het pelletreservoir is leeg Vul het pelletreservoir
De pellets worden niet geladen Zie het vorige probleem
De veiligheidssonde voor de tempe-
ratuur van de pellets is in werking
getreden
Laat de ketel afkoelen, reset de
thermostaat tot het blok uitschakelt
en zet de ketel weer aan; als het
probleem aanhoudt, contacteer de
technische assistentie
De deur is niet perfect gesloten of de
afdichtingen zijn versleten.
Sluit de deur en laat de afdichtingen
vervangen door andere originele
afdichtingen
Pellets niet geschikt
Verander het type van pellets en ge-
bruik een type dat aanbevolen wordt
door de constructeur
Schaarse aanbreng van pellets
Laat de toevoer van brandstof contro-
leren door de instructies in de handlei-
ding te raadplegen
Verbrandingskamer vuil
Reinig de verbrandingskamer volgens
de instructies in de handleiding
De afvoer is verstopt Reinig het rookkanaal
Motor rookafvoer defect
Controleer de motor en vervang hem
eventueel
Drukregelaar defect of slecht werkend Vervang de drukschakelaar
De ketel werkt enkele minuten en
gaat dan uit
De ontstekingsfase is niet voltooid Herbegin de ontstekingsfase
Tijdelijk gebrek aan elektrische
energie
Wacht tot de automatische herop-
starting
Rookkanaal verstopt Reinig het rookkanaal
Temperatuursondes defect of slecht
werkend
Controle en vervanging sondes
Storing bougie
Controle en eventuele vervanging
bougie
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
68
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De pellets hopen zich op in de vuur-
pot, de ruit van de deur wordt vuil en
de vlam is zwak
Er is onvoldoende verbrandingslucht
Reinig de vuurpot en controleer of
alle gaten open zijn. Voer een alge-
mene reiniging uit van de verbran-
dingskamer en het rookkanaal.
Controleer of de luchtinlaat niet
verstopt is.
Pellets vochtig of niet geschikt Verander het type van pellet
Motor aanzuiging rook defect
Controleer de motor en vervang hem
eventueel
De motor voor de aanzuiging van de
rook werkt niet
De ketel krijgt geen elektrische
stroom
Controleer de netspanning en de
veiligheidszekering
De motor is defect
Controleer de motor en de condensator
en vervang eventueel
De moederkaart is defect Vervang de elektronische kaart
Het bedieningspaneel is defect Vervang het bedieningspaneel
In de automatische positie werkt de
ketel altijd aan het maximaal vermo-
gen
Thermostaat ingesteld op het mini-
mum
Stel de temperatuur van de thermo-
staat opnieuw in.
Omgevingsthermostaat in positie
waar altijd koude gemeten wordt.
Wijzig de positie van de sonde
Sonde meting temperatuur defect. Controle en eventuele vervanging.
Bedieningspaneel defect of slecht
werkend.
Controle paneel en eventuele vervan-
ging.
De ketel start niet
Gebrek aan elektrische energie
Controleer of de stekker ingevoerd is
en of de hoofdschakelaar in de stand
“I“ staat.
Sonde pellets geblokkeerd
Deblokkeer aan de hand van de
achterste thermostaat, contacteer
de assistentie als het probleem zich
opnieuw voordoet.
Zekering defect Vervang de zekering.
Drukschakelaar defect (signalering
blokkering)
Schaarse waterdruk in de ketel
Afvoer of kanaal rook verstopt
Reinig de rookafvoer en/of het
rookkanaal
De sonde van de watertemperatuur is
in werking getreden
Contacteer de assistentie
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
69
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Geen toename van de temperatuur
wanneer de ketel in werking is
Verkeerde regeling van de verbran-
ding.
Controle recept en parameters.
Ketel / installatie vuil Controleer en reinig de ketel.
Vermogen ketel ontoereikend.
Controleer of de ketel voldoet aan de
vraag van de installatie.
Slecht type van pellets Gebruik kwaliteitsvolle pellets
Condens in de ketel
Verkeerde regeling van de tempera-
tuur
Stel de ketel op een hogere tempera-
tuur af
Ontoereikend brandstofverbruik.
Controle van het recept en/of de tech-
nische parameters.
Radiatoren koud in de winter
Omgevingsthermostaat (plaatselijk of
op afstand) te laag afgesteld. Als het
om een thermostaat op afstand gaat,
controleer of die defect is.
Stel hem af op een hogere tempera-
tuur, vervang eventueel. (indien op
afstand)
De circulator draai niet omdat hij
geblokkeerd is.
Deblokkeer de circulator door de dop te
verwijderen en laat de as draaien met
een schroevendraaier.
De circulator draait niet.
Controleer de elektrische aansluitingen
en vervang eventueel.
Lucht in de radiatoren Ontlucht de radiatoren
LET OP!
De handelingen aangegeven in schuine druk moeten uitsluitend door gespecialiseerd personeel uit-
gevoerd worden.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden en de garantie vervalt indien deze conditie niet
gerespecteerd wordt.
IDRO PRINCE
3
12-16-23-23 H
2
O - IDRO PRINCE 30-30 H
2
O - AQUOS
3
16-23-23 H
2
O - IDRON 16-22 AIRTIGHT - MIRA 16-22 -
TESIS 16-23
AIRTIGHT - HIDROFIRE 22.8
70
15 ELEKTRONISCHE KAART
Fig. 71 - Elektrische kaart
LEGENDA Fig. 71
1 ZEKERING
2 FASE KAART
3 NEUTRAAL KAART
4 WAAIER AFVOER ROOK
5 OMGEVINGSVENTILATOR
6 VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT PELLETS
7 THERMISCHE BEVEILIGING WATER
8 BOUGIE
9 DRUKSCHAKELAAR WATER HYDRAULISCHE KIT
10 DRUKSCHAKELAAR LUCHT
11 AANSLUITING EXTRA KETEL (KLEMMENBORD)
12 TRANSPORTSCHROEF
13 ROOKGASSENSONDE
14 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT (KLEMMENBORD)
15 INTERNE OMGEVINGSSONDE
16 AANSLUITING SONDE PUFFER/BOILER (KLEMMENBORD)
17 TEMPERATUURSONDE WATER KETEL
18 CONTROLE TOEREN WAAIER AFVOER ROOK
19 DRUKSCHAKELAAR (ALLEEN UITVOERNG MET WISSELAAR)
20 FASE 3-WEGSKLEP (VERWARMING)
21 FASE 3-WEGSKLEP (SANITAIR)
22 FASE POMP
23 NEUTRAAL POMP
24 NEUTRAAL 3-WEGSKLEP
25 BEDIENINGSPANEEL
NOTE
pelletkachels· houtkachels· houtkeukens
thermokachel· open haard pellets
CADEL srl
FREEPOINT by Cadel
Via Foresto Sud, 7
31025 Santa Lucia di Piave (TV) - ITALY
tel. +39.0438.738669
fax +39.0438.73343
www.cadelsrl.com
Partner of:
Rev.03 - 2017
70


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Cadel IDRON 22 AIRTIGHT at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Cadel IDRON 22 AIRTIGHT in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,71 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Cadel IDRON 22 AIRTIGHT

Cadel IDRON 22 AIRTIGHT User Manual - English - 72 pages

Cadel IDRON 22 AIRTIGHT User Manual - German - 76 pages

Cadel IDRON 22 AIRTIGHT User Manual - French - 72 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info