643383
43
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/48
Next page
©2015 CADEL srl | All rights reserved – tutti i diritti riservati
nl
PELLETKACHEL
handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
KRISS
3
- EVO
3
- TECNA
3
- ELISE
3
- SHELL
3
2
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Overzicht
1 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN ...... 3
2 BESTE KLANT .........................................................3
3 WAARSCHUWINGEN ............................................3
4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................. 4
5 GARANTIEVOORWAARDEN .................................5
6 RESERVEONDERDELEN .........................................6
7 AANWIJZINGEN VOOR EEN CORRECTE
VERWIJDERING VAN HET PRODUCT ...........................6
8 EXCLUSIEF VOOR BENELUX .................................6
9 VERPAKKING EN VERPLAATSING ........................ 7
9.1 VERPAKKING ....................................................7
9.2 VERPLAATSING VAN DE KACHEL ....................7
10 ROOKKANAAL .....................................................7
10.1 INLEIDING ........................................................7
10.2 ROOKKANAAL .................................................7
10.3 TECHNISCHE KENMERKEN ..............................8
10.4 HOOGTE-ONDERDRUK ...................................9
10.5 ONDERHOUD ..................................................9
10.6 SCHOORSTEENPOT .........................................9
10.7 ONDERDELEN VAN DE SCHOORSTEEN .......10
10.8 BUITENLUCHTINLAAT .....................................10
10.9
INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE
MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER ........................
11
10.10 AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL ........ 12
10.11
VOORBEELDEN VAN CORRECTE INSTALLATIE ...
13
11 BRANDSTOF ........................................................ 15
11.1 BRANDSTOF ...................................................15
12 INSTALLATIE ........................................................15
12.1 INLEIDING ......................................................15
12.2 RUIMTEBESLAG ..............................................16
12.3 ALGEMENE INSTALLATIE ................................18
12.4 MONTAGE/DEMONTAGE HAARDDEUR ......19
12.5 MONTAGE EVO
3
ZIJPANELEN ......................19
12.6
DEMONTAGE VAN DE TECNA
3
ZIJPANELEN
... 20
12.7
DEMONTAGE VAN DE KRISS
3
ZIJPANELEN ....
21
12.8 DEMONTAGE VAN DE ELISE
3
ZIJPANELEN ...21
12.9
DEMONTAGE VAN DE SHELL
3
ZIJPANELEN ...
22
12.10 ELEKTRISCHE AANSLUITING ......................... 22
12.11 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT ......23
12.12 VENTILATIE ....................................................23
13 GEBRUIK ..............................................................23
13.1 INLEIDING ......................................................23
13.2 DISPLAY BEDIENINGSPANEEL .......................24
13.3 HOOFDMENU ................................................24
13.4 MENU SELECTIE ..............................................24
13.5 MENU INFO .................................................... 26
13.6 STARTEN .........................................................26
13.7 GEEN ONTSTEKING ........................................27
13.8 UITSCHAKELING (OP HET PANEEL: OFF MET
KNIPPERENDE VLAM) ............................................27
13.9 GEEN ENERGIE ..............................................27
13.10 MENU INSTELLINGEN ....................................27
13.11
GEPROGRAMMEERDE MODUS (TIMER) - HOOFDMENU ....
28
13.12
VOORBEELDEN VAN PROGRAMMERING: ......
28
13.13
OPMERKINGEN VOOR DE WERKING VAN DE TIMER ....
29
13.14 WERKWIJZE AUTO ECO (ZIE PUNTEN F-G MENU
SELECTIE OP PAG. 24) ............................................29
13.15 SLEEP-FUNCTIE (HOOFDMENU) ..................29
13.16 PELLETRECEPT (ZIE PUNTEN H MENU SELECTIE
OP PAG. 24) ........................................................... 30
13.17 WIJZIGING TPM ROOKGASSEN (ZIE PUNTEN I
MENU SELECTIE OP PAG. 24) ................................30
13.18 FUNCTIE SCHOORSTEENVEGER (ALLEEN
VOOR MET ONDERHOUD BELASTE WERKNEMERS) -
ZIE PUNTEN K MENU SELECTIE OP PAG. 24 ...........30
13.19
AFSTELLING KACHEL EN METING ONDERDRUK ....
30
13.20 PELLETS BIJVULLEN .......................................31
13.21 TIMER OM PELLETS BIJ TE VULLEN ...............31
13.22 AFSTANDSBEDIENING ..................................32
14 BEVEILIGINGEN EN ALARMEN ...........................32
14.1 DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ................ 32
14.2 DRUKSCHAKELAAR .......................................33
14.3 TEMPERATUURSONDE ROOK ........................33
14.4
CONTACTTHERMOSTAAT IN DE BRANDSTOFVOORRAADBAK ...
33
14.5 ELEKTRISCHE BEVEILIGING ............................33
14.6 ROOKGASVENTILATOR .................................33
14.7 REDUCTIEMOTOR .......................................... 33
14.8 TIJDELIJKE SPANNINGSONDERBREKING ......33
14.9 GEEN ONTSTEKING ........................................33
14.10
BLACKOUT MET INGESCHAKELDE KACHEL
... 33
14.11 SIGNALERING ALARMEN .............................33
14.12 RESETTEN ALARM .........................................34
15 ONDERHOUD ......................................................34
15.1 INLEIDING ......................................................34
15.2 DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING ONDER
DE ZORG VAN DE GEBRUIKER ..............................35
15.3 VÓÓR IEDERE INSCHAKELING .....................35
15.4 REINIGING VAN DE ASLA ............................35
15.5
REINIGING VOORRAADBAK EN TRANSPORTSCHROEF.....
36
15.6 REINIGING ROOKLEIDING ............................36
15.7 REINIGING KAMER VAN DE ROOKGASSEN EN
ROOKDOORGANGEN ..........................................37
15.8 REINIGING ONDERSTE RUIMTE .....................38
15.9
JAARLIJKSE REINIGING VAN DE ROOKGASSENLEIDINGEN .....
38
15.10 ALGEMENE REINIGING ................................38
15.11
REINIGING VAN GELAKTE METALEN ONDERDELEN ...
38
15.12 REINIGING VAN DE MAJOLICA EN STEEN
ONDERDELEN .........................................................38
15.13 VERVANGING VAN DE PAKKINGEN .......... 39
15.14 REINIGING VAN HET GLAS .......................... 39
16 IN GEVAL VAN ONGEMAKKEN .........................39
16.1 OPLOSSING VAN DE PROBLEMEN ................39
17 TECHNISCHE GEGEVENS ...................................42
17.1 INFORMATIE VOOR DE REPARATIE ..............42
17.2 KENMERKEN ...................................................43
3
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
1
IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
De iconen met de mannetjes geven aan tot wie het in de paragraaf behandelde onderwerp gericht is
(gebruiker en/of geautoriseerde technicus en/of kachel- en schoorsteenspecialist).
De AANDACHTS-symbolen duiden op een belangrijke opmerking.
GEBRUIKER
GEAUTORISEERDE TECHNICUS
(moet UITSLUITEND opgevat worden als: of de fabrikant van de kachel,
of de geautoriseerde technicus van de technische assistentiedienst die
door fabrikant van de kachel erkend is)
GESPECIALISEERDE INSTALLATEUR
LET OP:
LEES DE OPMERKING MET AANDACHT
LET OP:
MOGELIJKHEID VAN GEVAAR OF ONHERSTELBARE SCHADE
2
BESTE KLANT
onze producten zijn ontworpen en geconstrueerd met inachtneming van de normen EN13240 voor
houtkachels, EN 14785 voor pelletkachels, EN 13229 voor haarden, EN12815 voor houtgestookte fornuizen,
C.P.R. 305/2011 voor te construeren producten, EG-verordening1935/2004 voor materialen en voorwerpen
die in aanraking met levensmiddelen komen, Richtlijn 2006/95/EEG voor laagspanning, Richtlijn 2004/108/EG
voor elektromagnetische compatibiliteit.
Lees de instructies die in deze handleiding staan met aandacht om de beste prestaties te verkrijgen.
Deze handleiding met instructies maakt integraal deel uit van het product: controleer of de handleiding zich
altijd bij het apparaat bevindt, ook als dit van eigenaar verandert. Bent u de handleiding kwijtgeraakt, vraag
dan een kopie aan bij de technische assistentiedienst bij u in de buurt.
In Italië wordt voor de installatie van systemen met een biomassa van minder dan 35 kW
naar Ministerieel Besluit D.M. 37/08 verwezen en iedere gekwaliceerde installateur die aan
de daarvoor gestelde eisen voldoet moet de conformiteitsverklaring van het geïnstalleerde
systeem afgeven (met "systeem" wordt bedoeld: kachel + schoorsteen + luchtinlaat).
Volgens de Verordening (EU) nr. 305/2011, de "Prestatieverklaring" is online beschikbaar aan de internetsite:
- www.cadelsrl.com
- www.free-point.it
3
WAARSCHUWINGEN
Alle afbeeldingen die in de handleiding staan, zijn van louter verhelderende en indicatieve aard en kunnen
dus enigszins afwijken van het apparaat dat u in bezit heeft.
Het apparaat waarnaar verwezen wordt, is het apparaat dat u gekocht heeft.
In geval van twijfel, als u iets niet begrijpt, of wanneer zich problemen voordoen die niet door deze handleiding
behandeld worden, verzoeken wij u zo snel mogelijk contact op te nemen met uw distributeur of installateur.
4
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De installatie, de elektrische aansluiting, de controle van de werking en het onderhoud
mogen uitsluitend door gekwaliceerd en bevoegd personeel uitgevoerd worden.
Elektrische onderdelen onder spanning: U moet het product van de 230V voeding
loskoppelen vooraleer onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. U mag het product
pas voeden nadat de assemblage is voltooid.
Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend uitgevoerd worden door
gekwaliceerd en geautoriseerd personeel.
Alle plaatselijke reglementen, met inbegrip van de reglementen die naar nationale,
Europese normen verwijzen, moeten op het moment van installatie van het apparaat
in acht genomen worden.
De fabrikant stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor een installatie die niet
conform de van kracht zijnde wetten is, voor een onjuiste luchtverversing in de
vertrekken, voor een elektische aansluiting die niet conform de voorschriften is en
voor een oneigenlijk gebruik van het apparaat.
Het is verboden de kachel te installeren in slaapkamers, badkamers en
douches, in ruimtes die als magazijn van verbrandingsmateriaal dienst doen en in
eenkamerwoningen.
Het is toegestaan de kachel in eenkamerwoningen te installeren als de kachel
een hermetisch gesloten kamer heeft.
De kachel mag in geen geval geïnstalleerd worden in ruimtes die hem blootstellen
aan contact met water, en helemaal niet aan waterspetters, omdat dit het risico op
brandwonden en korsluiting kan veroorzaken.
Controleer of de vloer een adequate capaciteit heeft om de last te dragen. Als
de bestaande constructie niet aan deze eis voldoet, moeten passende maatregelen
getroffen worden (bijvoorbeeld een plaat voor de verdeling van het gewicht).
Voor de veiligheidsvoorschriften op het gebied van de brandpreventie moeten
de afstanden ten opzichte van ontvlambare of hittegevoelige objecten in acht
genomen worden (banken, meubels, houten bekleding, enz....).
Bij zeer ontvlambare objecten (gordijnen, vloerbedekking, enz...) moeten al deze
afstanden bijkomend met 1 meter verlengd worden.
De elektrische kabel mag nooit in aanraking met de rookgassenafvoerpijp komen
en ook niet met ongeacht welk ander deel van de kachel.
Voordat ongeacht welke handeling uitgevoerd wordt, moet de gebruiker of een
ieder die met het product gaat werken de volledige inhoud van deze handleiding
voor installatie en gebruik gelezen en begrepen hebben. Fouten of slechte instellingen
kunnen gevaarlijke situaties en/of een onregelmatige werking veroorzaken.
Het type brandstof dat gebruikt moet worden is enkel en alleen pellets.
Gebruik het apparaat niet als afvalverbrander.
Laat geen wasgoed op het product drogen. Eventuele droogrekken of dergelijke
moeten op voldoende afstand van het product geplaatst worden. Brandgevaar.
Het is verboden om het product in werking te stellen als de deur open staat of het
glas stuk is.
Het is verboden niet geautoriseerde wijzigingen op het apparaat aan te brengen.
Gebruik tijdens de inschakeling geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine,
petroleum, enz...).
Na een mislukte ontsteking moeten de opeengehoopte pellets uit de vuurpot
gehaald worden alvorens de kachel opnieuw te starten.
De voorraadbak van de pellets moet altijd met het deksel afgesloten zijn.
Alvorens ongeacht welke ingreep uit te voeren, dient men het vuur in de
verbrandingskamer volledig uit te laten gaan, tot de kamer volledig koel is, en moet
de stekker altijd uit het stopcontact getrokken worden.
Het toestel mag gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en door mensen met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of zonder ervaring of de
nodige kennis, mits zij onder toezicht staan of nadat ze instructies hebben gekregen
betreffende het veilige gebruik van het toestel en het begrip van de gevaren die
inherent aan het toestel zijn. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. De reiniging
en het onderhoud dat door de gebruiker moet worden uitgevoerd, mag niet door
kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
5
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
De verpakkingen zijn geen speelgoed, ze kunnen het risico op verstikking of wurging
en andere gevaren voor de gezondheid veroorzaken! Mensen (met inbegrip van
kinderen) met verminderde geestelijke of motorische bekwaamheden, of zonder
ervaring en kennis, dienen ver van de verpakkingen gehouden te worden. De kachel
is geen speelgoed.
Kinderen moeten constant onder toezicht staan om er zeker van te zijn dat ze niet
met het apparaat spelen.
Tijdens de werking kan de kachel hoge temperaturen bereiken: houd kinderen en
dieren op afstand en gebruik geschikte, vuurvaste, persoonlijke beschermingsmiddelen,
zoals hittebestendige handschoenen.
Als de transportschroef door een onbekend voorwerp geblokkeerd wordt (zoals
bijvoorbeeld spijkers), moet hij gereinigd worden. Verwijder de handenbescherming
niet en raak de transportschroef niet aan). Neem contact met de technische
assistentiedienst.
De handenbescherming mag uitsluitend door een geautoriseerde technicus
weggenomen worden.
Het rookkanaal moet altijd schoon zijn omdat de aanslag van roet of onverbrande
olie de doorsnede verkleint en de trek blokkeert. In grote hoeveelheden kan deze
aanslag in brand raken.
Als de pellets van slechte kwaliteit zijn (ze bevatten lijm, olie, lak, residu van
plastic of zijn kruimig), kan tijdens de werking een residu langs de pelletafvoerleiding
gevormd worden. Is de kachel eenmaal uitgeschakeld dan kan dit residu hele kleine
gloeiende kooltjes vormen die opwaarts langs de leiding de pellets in de voorraadbak
kunnen bereiken, deze kunnen doen verkolen en zo een dichte, schadelijke rook in
het vertrek kunnen veroorzaken. Houd de voorraadbak altijd afgesloten met diens
deksel. Mocht de buis vuil blijken te zijn, reinig deze dan.
Mocht het nodig zijn het vuur te moeten doven dat zich buiten de kachel of het
rookkanaal verspreidt, gebruik dan een blusser of bel de brandweer. Gebruik nooit
water om het vuur in de vuurpot te doven.
5
GARANTIEVOORWAARDEN
Het bedrijf geeft garantie op het product, met uitzondering van de elementen onderhevig aan normale slijtage
zoals hierna vermeld, gedurende 2 (twee) jaar vanaf de datum van aankoop, wat wordt aangetoond door:
een bewijsdocument (factuur en/of scaal bewijs) dat de naam van de verkoper en de datum vermeldt
waarop de verkoop plaatsvond;
de verzending van het garantiecerticaat, ingevuld binnen 8 dagen na de aankoop.
Opdat de garantie verder zou geldig worden en effectief zijn, mag de installatie volgens de regels van de kunst
en de inwerkingstelling van het toestel uitsluitend door gekwaliceerd personeel worden uitgevoerd, dat in de
voorziene gevallen aan de gebruiker een gelijkvormigheidsattest van de installatie en verklaring van goede
werking van het toestel moet overhandigen.
Wij raden aan om de werkingstest van het toestel uit te voeren vooraleer de voltooiing met de desbetreffende
afwerkingen (bekledingen, kleurafwerking van de wanden, enz.) te doen.
Installaties die niet overeenkomen met de geldende normen doen de garantie van het product vervallen,
evenals oneigenlijk gebruik en het niet uitvoeren van het onderhoud zoals door de fabrikant voorzien.
De garantie is van kracht op voorwaarde dat de aanwijzingen en waarschuwingen worden nageleefd in de
handleiding voor gebruik en onderhoud dat bij het toestel zit, zodat een zo correct mogelijk gebruik mogelijk is.
De vervanging van het hele toestel of de reparatie van een van zijn onderdelen zorgen niet voor verlenging van
de garantie, die ongewijzigd blijft.
Met garantie wordt de gratis vervanging of reparatie bedoeld van delen die als defect worden erkend als
gevolg van fabricatiefouten.
Om zich op de garantie te kunnen beroepen wanneer er zich een defect voordoet, moet de eigenaar het
garantiecerticaat bewaren en dit samen met het aankoopbewijs aan de technische dienst voor assistentie
voorleggen.
Alle slechte werkingen en/of schade aan het toestel die aan de volgende oorzaken te wijten zijn, zijn van deze
garantie uitgesloten:
Schade veroorzaakt door transport en/of verplaatsing.
Alle delen die defect blijken door verwaarlozing of onachtzaamheid tijdens het gebruik, door foutief
onderhoud, door een installatie die niet conform is met wat door de fabrikant is aangegeven (raadpleeg
altijd de handleiding voor installatie en gebruik die bij het toestel zit).
Foutieve dimensionering in verhouding tot het gebruik of defecten tijdens de installatie of het niet toepassen
van de nodige maatregelen om een uitvoering volgens de regels van de kunst te verzekeren.
Onjuiste oververhitting van het toestel, namelijk door gebruik van brandstoffen die niet conform zijn met het
type en met de hoeveelheden aangegeven in de meegeleverde instructies.
Andere schade veroorzaakt door foutieve interventies van de gebruiker wanneer die probeert om het
oorspronkelijke defect zelf op te lossen.
6
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Verergering van de schade veroorzaakt door het toestel verder te gebruiken nadat het defect zich voordeed.
Eventuele corrosie, aanslag of breuken veroorzaakt door zwerfstroom, condens, agressiviteit of zuurheid van het
water, onjuist uitgevoerde aanslagwerende behandelingen, watertekort, bezinksel van modder of kalkaanslag.
Inefciëntie van de schoorstenen, rookgaskanalen of delen van de installatie waarvan het toestel afhangt.
Schade toegebracht door het openbreken van het toestel, weersinvloeden, natuurrampen, vandalisme,
elektrische schokken, brand, defecten aan de elektrische en/of hydraulische installatie.
Wanneer de jaarlijkse reiniging van de kachel door een erkende technicus of door gekwaliceerd personeel
niet wordt uitgevoerd, verliest u de garantie.
Bovendien is het volgende van deze garantie uitgesloten:
Onderdelen onderhevig aan normale slijtage, zoals pakkingen, ruiten, bekledingen en roosters in gietijzer,
gelakten verchroomde of vergulde onderdelen, de handgrepen en elektrische kabels, lampen, verlichte
controlelampjes, draaiknoppen en alle delen van de vuurhaard die weggenomen kunnen worden.
De kleurwijzigingen van de gelakte delen en de delen van keramiek/serpentijn, alsook barstjes in de keramiek,
omdat dit natuurlijke kenmerken van het materiaal en van het gebruik van het product zijn.
Metselwerk.
Onderdelen van de installatie (indien aanwezig) die niet door de fabrikant zijn geleverd.
Eventuele technische interventies op het toestel om voornoemde defecten en daaruit voortvloeiende schade
weg te nemen, moeten bijgevolg met de technische dienst voor assistentie worden overeengekomen. Deze
dienst behoudt zich het recht voor om de betreffende opdracht al of niet te aanvaarden en de opdracht wordt
in ieder geval niet in garantie uitgevoerd, maar wel als technische assistentie geleverd onder eventuele speciek
overeengekomen voorwaarden en volgens de tarieven die van kracht zijn voor de uit te voeren werken.
Bovendien worden de kosten nodig om foutieve technische interventies uitgevoerd door de gebruiker te
corrigeren, om forceringen te herstellen of alle andere schadelijke factoren die niet te herleiden zijn tot
oorspronkelijke defecten, ten laste van de gebruiker zijn.
Met uitzondering van de beperkingen die door de wetten of reglementeringen worden opgelegd, blijft verder
iedere garantie uitgesloten voor atmosferische en akoestische vervuiling.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die, rechtstreeks of onrechtstreeks,
te wijten is aan personen, dieren of voorwerpen als gevolg van het niet respecteren van alle voorschriften
die aangeduid worden in deze handleiding, en vooral diegene betreffende de installatie, het gebruik en het
onderhoud van het toestel.
6
RESERVEONDERDELEN
Voor iedere reparatie of jnafstelling die nodig mochten zijn, dient u zich te wenden tot de concessionaris die de
verkoop verricht heeft, of tot de technische assistentiedienst bij u in de buurt, onder vermelding van:
Model van het apparaat
Serienummer
Type ongemak
Gebruik alleen originele reserveonderdelen die u altijd bij onze assistentiecentra vindt.
7
AANWIJZINGEN VOOR EEN CORRECTE VERWIJDERING VAN HET PRODUCT
De afbraak en het verwijderen van het product is uitsluitend ten laste van en op verantwoordelijkheid van de
eigenaar, die moet handelen in naleving van de geldende wetten in zijn land inzake veiligheid en milieubehoud.
Aan het einde van de nuttige levensduur mag het product niet samen met het gewone huishoudafval worden
verwerkt.
Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of
naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het gedifferentieerd verwijderen van het product voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en
de gezondheid die door een ongeschikte verwijdering ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit
het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en
grondstoffen te verkrijgen.
8
EXCLUSIEF VOOR BENELUX
Geachte klant,
Indien uw kachel is geïnstalleerd in de Benelux is het aangeraden om uw toestel te registreren op www.fero.be/
registratie
Waarom zou u uw product registreren?
Bij Fero (invoerder voor de Benelux van uw toestel) eindigt de service niet bij uw aankoop! Onze gecertieerde
dealers alsook Fero Service staan garant voor een onberispelijke werking van uw pelletkachel, en aldus jarenlang
stookplezier.
Door uw kachel te registreren kan u rekenen op een feilloze dienst na verkoop en garantieafhandeling en
kunnen wij u op de hoogte houden van eventuele nieuwsjes over uw toestel.
Registratie is enkel mogelijk voor pelletkachels van de merken MCZ/RED/CADEL/SERGIO LEONI. Het toestel dienst
geregistreerd te worden binnen de 6 weken na aankoop.
Wij wensen u veel stookplezier,
Team Fero
7
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
9
VERPAKKING EN VERPLAATSING
9.1 VERPAKKING
De verpakking bestaat uit een recyclebare kartonnen doos volgens de RESY-normen, recyclebare inzetstukken
van geëxpandeerd EPS en houten pallets.
Alle verpakkingsmaterialen kunnen voor een gelijkaardig gebruik hergebruikt worden of eventueel als
stadsafval, met inachtneming van de van kracht zijnde normen, weggegooid worden.
Controleer de intacte staat van het product na de verpakking te hebben weggenomen.
9.2 VERPLAATSING VAN DE KACHEL
Zowel voor de verpakte als voor de uitgepakte kachel is het noodzakelijk de volgende instructies voor de
verplaatsing en het transport van de kachel zelf in acht te nemen, vanaf het moment van aankoop tot het
bereiken van het punt van gebruik en voor iedere andere toekomstige verplaatsing:
verplaats de kachel met geschikte werktuigen en let op de normen die van kracht zijn op het gebied van
de veiligheid;
leg de kachel niet op één zijde en/of kantel hem niet maar houd hem verticaal of hoe dan ook overeenkomstig
de aanwijzingen van de fabrikant;
als de kachel onderdelen van majolica, steen, glas, of hoe dan ook van bijzonder delicate materialen bevat,
verplaats het geheel dan zeer voorzichtig.
10
ROOKKANAAL
10.1 INLEIDING
Dit hoofdstuk Rookkanaal is opgesteld in samenwerking met Assocosma (www.assocosma.org) en is gebaseerd
op de Europese normen (EN 15287 - EN 13384 - EN 1856 - EN 1443) en UNI 10683:2012.
Het hoofdstuk verstrekt aanwijzingen over de goede en correcte totstandkoming van het rookkanaal maar
dient in geen geval als vervanging van de van kracht zijnde normen te gelden, die in het bezit van de fabrikant/
gekwaliceerde installateur moeten zijn.
10.2 ROOKKANAAL
Fig. 1 - Rookkanalen
LEGENDA Fig. 1 op pag. 7
1 Rookkanaal met geïsoleerde inox-buizen
2 Rookkanaal op bestaande schoorsteen
3 Inspectiedop
4 Inspectieluikje
8
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
LEGENDA Fig. 1 op pag. 7
5 ≥ 3,5 m.
Het rookkanaal of de schoorsteen zijn zeer belangrijk voor de goede werking van een verwarmingsapparaat.
Het is van essentieel belang dat het rookkanaal volgens de regels van het vak geconstrueerd is en altijd
perfect efciënt gehouden wordt.
Het rookkanaal moet enkelvoudig zijn (zie Fig. 1 op pag. 7 met geïsoleerde inox-buizen (1) of op een
bestaand rookkanaal (2).
Beide oplossingen moeten een inspectiedop (3) en/of een inspectieluikje (4) bezitten.
10.3 TECHNISCHE KENMERKEN
Fig. 2 - Schuin dak
LEGENDA Fig. 2 op pag. 8
1 Hoogte boven de nok van het dak = 0,5 m
2 Helling dak ≥ 10°
3 90°
4 Gemeten afstand op 90° van het oppervlak van het dak = 1,3 m.
Het rookkanaal moet rookdicht zijn.
Het moet een verticaal verloop hebben, zonder knikken, en moet van materialen gemaakt zijn die
ondoordringbaar zijn voor rook en condens, die thermisch geïsoleerd zijn en geschikt zijn om door de tijd
heen bestand te zijn tegen normale mechanische belastingen.
Het rookkanaal moet extern geïsoleerd zijn ter vermijding van condensvorming en moet het
effect van koeling van de rookgassen verlagen.
Het moet zich door middel van een luchtbuffer of isolatiemateriaal op afstand van brandbare of gemakkelijk
ontvlambare materialen bevinden. Controleer deze afstand bij de producent van de schoorsteen.
De opening van de schoorsteen moet zich in dezelfde ruimte bevinden waarin het apparaat geïstalleerd is,
of op zijn minst in de aangrenzende ruimte. Onder de opening moet een opvangruimte voor vast materiaal
en condens aanwezig zijn, die via het metalen, hermetisch gesloten deurtje toegankelijk is.
Extra afzuigsystemen mogen noch langs de schoorsteen noch op de schoorsteenpot geïnstalleerd zijn.
De binnendoorsnede van het rookkanaal kan rond zijn (het best), of vierkant, waarbij de op elkaar aangesloten
zijden een minimumstraal van 20 mm hebben.
De grootte van de doorsnede is:
minimaal Ø100 mm (voor kachels tot 8,5 kw)
minimaal Ø120 mm (voor kachels van 9 kW en hoger)
aanbevolen maximale Ø180 mm
Laat de efciëntie van het rookkanaal door een ervaren kachel- en schoorsteenspecialist nakijken en bedek
het rookkanaal zo nodig met materiaal dat aan de van kracht zijnde normen voldoet.
De afvoer van de verbrandingsproducten moet plaatsvinden op het dak.
Het rookkanaal moet het CE-plaatje bezitten volgens de norm EN 1443. Hieronder een voorbeeldplaatje:
9
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 3 - Voorbeeld van een plaatje
10.4 HOOGTE-ONDERDRUK
De onderdruk (trek) van een rookkanaal is ook afhankelijk van diens hoogte. Controleer de onderdruk met de
waarden die vermeld worden bij KENMERKEN op pag. 42. Minimum hoogte 3,5 meter.
10.5 ONDERHOUD
De rookafvoerleidingen (rookleiding + rookkanaal + schoorsteenpot) moeten altijd door een ervaren
schoorsteenveger gereinigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming met de plaatselijke
regelgeving, met aanduiding van de producent van de schoorsteen en met de richtlijnen van uw
verzekeringsmaatschappij.
Pas in geval van twijfel altijd de strengste regels toe.
Laat het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar door een ervaren schoorsteenveger
controleren en reinigen. De schoorsteenveger moet een schriftelijke verklaring afgeven waarin staat dat het
systeem veilig is.
Het niet reinigen compromitteert de veiligheid.
10.6 SCHOORSTEENPOT
Fig. 4 - Windbestendige schoorsteenpotten
De schoorsteenpot heeft een belangrijke functie voor de goede werking van de verwarmingsapparatuur:
Er wordt geadviseerd een windbestendige schoorsteenpot te gebruiken, zie Fig. 4 op pag. 9.
De zone van de gaten voor de afvoer van de rookgassen moet twee keer zo groot zijn als de zone van het
rookkanaal en zo gevormd zijn dat de afvoer van de rook ook in geval van wind verzekerd wordt.
Deze zone moet voorkomen dat regen, sneeuw en eventueel dieren de schoorsteen binnendringen.
De hoogte waarop de rookgassen in de atmosfeer uitgestoten worden, moet buiten de zone van terugstroming
liggen. Deze terugstroming wordt veroorzaakt door de vorm van het dak of door obstakels die zich in de
nabijheid bevinden (zie Fig. 2 op pag. 8).
10
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
10.7 ONDERDELEN VAN DE SCHOORSTEEN
Fig. 5 - Onderdelen van de schoorsteen
LEGENDA Fig. 5 op pag. 10
1 Schoorsteenpot
2 Uitstroomweg
3 Rookkanaal
4 Thermische isolatie
5 Buitenmuur
6 Aansluiting van de schoorsteen
7 Rookleiding
8 Warmtegenerator
9 Inspectieluikje
10 T-aansluiting met inspectiedop
10.8 BUITENLUCHTINLAAT
Fig. 6 - Directe luchttoevoer
LEGENDA Fig. 6 op pag. 10
1 Te ventileren vertrek
2 Buitenluchtinlaat
Het is verplicht om voor buitenluchtrecirculatie te zorgen ten behoeve van een goed welzijn in het vertrek.
De luchttoevoer tussen de buitenlucht en het vertrek kan zowel direct plaatsvinden, via een opening in de
11
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
buitenmuur van het vertrek (zie Fig. 6 op pag. 10).
Vertrekken als slaapkamers, berghokken, garages, magazijnen voor brandbaar materiaal mogen hiervoor
niet in aanmerking komen.
De luchtinlaatopening moet in zijn totaal een minimum netto oppervlak van 80 cm2 hebben genoemd
oppervlak moet vergroot worden als er andere actieve generatoren in het vertrek aanwezig zijn (bijvoorbeeld:
een elektroventilator voor de extractie van verzadigde lucht, een keukenafzuigkap, andere kachels, enz,,,).
die het vertrek in onderdruk brengen.
Het is noodzakelijk te laten nakijken - wanneer alle apparatuur ingeschakeld is - of de drukval tussen het
vertrek en de buitenlucht niet groter is dan 4,0 Pa: vergroot de opening van de luchtinlaat zo nodig (EN
13384).
De luchtinlaat moet tot stand gebracht worden op een hoogte vlakbij de vloer, met een extern rooster dat
bescherming tegen vogels biedt, en op een wijze dat het door geen enkel object belemmerd wordt.
De luchtinlaat is niet nodig in het geval van een hermetisch gesloten installatie.
10.9 INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER
Controleer bij de KENMERKEN op pag. 42 of de aangekochte kachel een hermetisch gesloten kamer heeft. Als
de kachel een hermetisch gesloten kamer heeft en u wilt dat de gehele installatie hermetisch gesloten is, volg
dan onderstaande aanwijzingen:
Het is noodzakelijk dat de lucht die voor de verbranding nodig is rechtstreeks van buitenaf opgenomen
wordt.
Gebruik een buis met minimaal Ø60 mm en een maximumlengte van 2 meter. Zie voor de aansluiting de
achterzijde van de kachel.
De Franse norm laat de installatie in een schoorsteenpijp met dubbele wand toe (concentrisch systeem). De
verbrandingslucht wordt opgenomen uit de dubbele wand.
Het is noodzakelijk om tijdens de installatiefase de minimumafstanden die voor de verbrandingsluchtinlaat
nodig zijn te laten nakijken, omdat (bijvoorbeeld) een geopende raam of deur een werveling veroorzaken
die de benodigde verbrandingslucht aan de kachel kan onttrekken (zie het schema hieronder).
Het is nodig op de buitenmuur een bocht van 90° te installeren om de toevoer van de verbrandingslucht te
beschermen tegen de effecten van de wind: richt de opening van de bocht omlaag, zie Fig. 7 op pag. 11.
Voorzie de bocht van een extern beschermrooster tegen vogels en op een wijze dat het door geen enkel
object belemmerd wordt.
Controleer bij de plaatselijke overheden of er beperkende normen zijn die op de inlaat van
verbrandingslucht betrekking hebben: is dat het geval dan moeten deze in acht genomen
worden.
In enkele landen en/of streken is de installatie met hermetisch gesloten kamer verplicht:
houd u in geval van twijfel altijd aan de strengste regels.
Fig. 7 - Luchtinlaat voor installatie met hermetisch gesloten kamer
LEGENDA Fig. 7 op pag. 11
1 ≥ 1,5 m.
2 ≥ 0,3 m.
12
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
LEGENDA Fig. 7 op pag. 11
3 Aanzicht dwarsdoorsnede
4 Beschermrooster
5 Opening van de bocht die omlaag gericht moet worden
Plaats de koppeling N op de luchttoevoerbuis I
Sluit N met Q aan met behulp van een exibele of stijve buis met een diameter van 60 mm en met een
maximale lengte van 2 meter (zie Fig. 8 op pag. 12).
Fig. 8 - Verbindingen
Procedure voor de aansluiting met de kachel in een afgedichte kamer met concentrisch systeem:
Verbind de koppeling N met de luchttoevoerbuis I (zie Fig. 9 op pag. 12 en Fig. 10 op pag. 12). Sluit N
met Q aan met behulp van een exibele buis die weerstand biedt aan 100 °C (een exibele aluminium buis
is aanbevolen).
De max. toegelaten hoogte voor de installatie van de schoorsteenpijp met verticale afvoer (dak) HV = 6 m
(zie Fig. 11 op pag. 12).
De max. toegelaten hoogte voor de installatie van de schoorsteenpijp met horizontale afvoer HO = 2,6 m (zie
Fig. 11 op pag. 12).
Fig. 9 - Flexibele buis Fig. 10 - Verbindingen Fig. 11 - Verbindingen schoorsteenpijp
LEGENDA Fig. 10 op pag. 12 - Fig. 11 op pag. 12
I Ingang verbrandingslucht diameter 40 mm
N Rubberen koppeling diameter 40/60 mm
R Flexibele buis in aluminium
Q Aansluiting verbrandingslucht coaxiale buis
Y Ingang verbrandingslucht coaxiale buis
HO Hoogte coaxiale schoorsteenpijp met horizontale afvoer (muur).
HV Hoogte coaxiale schoorsteenpijp met verticale afvoer (dak)
10.10 AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De pelletkachel werkt door de trek van rook die gestuwd wordt door een ventilator. Het is verplicht te controleren
of alle leidingen volgens de regels van het vak tot stand gekomen zijn, volgens de normen EN 1856-1, EN 1856-2
13
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
en UNI/TS 11278 inzake de keuze van de materialen. Het geheel moet in ieder geval gerealiseerd worden door
gespecialiseerde bedrijven of personeel volgens UNI 10683:2012.
De aansluiting tussen het apparaat en het rookkanaal moet kort zijn om de trek te bevorderen en
condensvorming in de leidingen te voorkomen.
Het rookkanaal moet groter of gelijk zijn aan de afvoerpijp (Ø 80 mm).
Enkele modellen kachels hebben de afvoer aan de zijkant en/of de achterkant. Controleer of de ongebruikte
afvoer gesloten wordt met de bijgeleverde dop.
TYPE SYSTEEM BUIS Ø80 mm BUIS Ø100 mm
Minimum verticale lengte 1,5 m. 2 m.
Maximum lengte (met 1 aansluiting) 6,5 m. 10 m.
Maximum lengte (met 3 aansluitingen) 4,5 m. 8 m.
Maximum aantal aansluitingen 3 3
Horizontale delen (minimum helling 3%) 2 m. 2 m.
Installatie op een hoogte van meer dan 1200 meter n.a.p. NEE Verplicht
Gebruik specieke buizen van plaatstaal voor rookkanalen met Ø80 mm of Ø100 mm, afhankelijk van het
type systeem, met siliconen pakkingen.
Het is verboden buigzame metalen buizen van vezelcement of aluminium te gebruiken.
Om van richting te veranderen is het verplicht altijd van aansluitingen gebruik te maken (met hoek > 90°),
met inspectiedop, zodat het gemakkelijk is om een periodieke reiniging van de leidingen uit te voeren.
Controleer na de reiniging altijd of de inspectiedoppen opnieuw hermetisch en met de eigen efciënte
pakking gesloten worden.
Het is verboden meer apparaten op hetzelfde rookkanaal aan te sluiiten.
Het is verboden om de rookafvoer van zich erboven bevindende afzuigkappen in hetzelfde rookkanaal te voeren.
Het is verboden de verbrandingsproducten rechtstreeks via de muur naar buiten af te voeren, of naar
gesloten ruimtes, ook wanneer deze onoverdekt zijn.
Het is verboden om andere apparaten van ongeacht welk type aan te sluiten (houtkachels, afzuigkappen,
ketels, enz...).
Het rookkanaal moet zich op een afstand van minstens 500 mm van ontvlambare constructie-elementen of
hittegevoelige elementen bevinden.
10.11 VOORBEELDEN VAN CORRECTE INSTALLATIE
Fig. 12 - Voorbeeld 1
LEGENDA Fig. 12 op pag. 13
1 Isolatie
2 Verkleining van Ø100 tot Ø80 mm
3 Inspectiedop
4 Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
Installatie rookkanaal Ø100/120 mm met boring voor de passage van de grotere buis.
14
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 13 - Voorbeeld 2
LEGENDA Fig. 13 op pag. 14
1 Isolatie
2 Inspectiedop
3 Inspectieluikje schoorsteen
4 Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
5 Helling ≥ 3°
6 Horizontaal deel ≤ 1 m.
Oud rookkanaal, minimaal Ø100/120 mm buisinbreng, met de tot standkoming van een extern luikje voor de
reiniging van de schoorsteen.
Fig. 14 - Voorbeeld 3
LEGENDA Fig. 14 op pag. 14
1 Isolatie
2 Inspectiedop
3 Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
Extern rookkanaal dat tot stand gebracht is met uitsluitend geïsoleerde inox-buizen, dus met dubbele wand
minimaal Ø100/120 mm: Het geheel is goed aan de muur verankerd. Met windbestendige schoorsteenpot
(zie Fig. 4 op pag. 9).
Kanaliseringssysteem via T-aansluitingen die een gemakkelijke reiniging zonder demontage van de buizen
mogelijk maken.
Er wordt geadviseerd de in acht te nemen veiligheidsafstanden en het type isolatiemateriaal
samen met de producent van het rookkanaal te controleren. De vorige regels gelden ook
voor gaten die in de muur gemaakt worden (EN 13501 - EN 13063 - EN 1856 - EN 1806 - EN
15827).
15
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
11
BRANDSTOF
11.1 BRANDSTOF
Gebruik pellets van kwaliteit omdat dit aanzienlijk van invloed is op het warmtevermogen en op het asresidu.
De kenmerken van de pellets zijn: afmetingen Ø6-7mm (Klasse D06), maximum lengte 40 mm, warmtevermogen
5kWh/kg, vochtgehalte 10%, asresidu 0,7%, de pellet moet goed geperst en weinig kruimig zijn en moet
geen resten van lijm, hars en diverse additieven bevatten (er wordt geadviseerd pellets te gebruiken volgens
de norm EN14961-2 type ENplus-A1 ).
Het gebruik van ongeschikte pellets veroorzaakt een slechte verbranding, veelvuldige verstoppingen
van de vuurpot, verstoppingen van de afvoerpijp, een verhoging van het verbruik, een verlaging van de
warmteopbrengst, bevuiling van het glas en een verhoging van de hoeveelheid as en onverbrande korrels.
Vochtige pellets van ongeacht welk type veroorzaken een slechte verbranding en een
slechte werking. Controleer daarom of de pellets bewaard worden in een droge ruimte, op
minstens één meter afstand van de kachel en/of van iedere andere warmtebron.
Er wordt geadviseerd verschillende soorten pellets te proberen die in de markt verkrijgbaar zijn en om de
pellets te kiezen die de beste prestaties leveren.
Het gebruik van slechte pellets kan de kachel schade berokkenen en de garantie en de aansprakelijkheid
van de fabrikant doen vervallen.
Voor al onze producten worden materialen van de hoogsgte kwaliteit gebruikt, zoals roestvast staal,
gietijzer, enz... Deze materialen worden in het laboratorium getest voordat ze in omloop gebracht worden.
Desondanks kunnen op de onderdelen die de pelletstroom regelen (transportschroef) kleine verschillen in
het gebruikte materiaal aanwezig zijn, zoals ruwheid en porositeit, die natuurlijke afwijkingen van de toevoer
van de brandstof (pellets) tot gevolg kunnen hebben en daardoor een verhoging van de vlam kunnen
veroorzaken, dan wel een verlaging, met een mogelijke uitschakeling op de lagere vermogens als gevolg.
Afhankelijk van het type pellets kan het mogelijk zijn de parameters te moeten ijken. Wend u dan tot een
erkend assistentiecentrum.
12
INSTALLATIE
12.1 INLEIDING
De positie van de montage moet gekozen worden op grond van de omgeving, de afvoer en het rookkanaal.
Controleer bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben op de inlaat van
de verbrandingslucht, de inlaat voor de ventilatie van het vertrek, de rookafvoerinstallatie, het rookkanaal
en de schoorsteenpot.
Controleer of de inlaat voor verbrandingslucht aanwezig is.
Controleer de eventuele aanwezigheid van andere kachels of apparaten die de kamer in onderdruk kunnen brengen.
Controleer met ingeschakelde kachel of er geen CO in het vertrek aanwezig is.
Controleer of de schoorsteen de benodigde trek heeft.
Controleer of tijdens de trek van de rook alles in veilige staat verkeert (eventuele rooklekken en afstanden ten
opzichte van ontvlambaar materiaal, enz...).
De installatie van het apparaat moet een gemakkelijke toegang voor de reiniging van het apparaat, de
rookafvoerleidingen en het rookkanaal garanderen.
De installatie moet een gemakkelijke toegang tot de elektrische voedingsstekker garanderen (zie ELEKTRISCHE
AANSLUITING op pag. 22).
Om meer apparaten te kunnen installeren, moet de buitenluchtinlaat de daarvoor geschikte afmetingen
krijgen (zie KENMERKEN op pag. 42).
16
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
12.2 RUIMTEBESLAG
Fig. 15 - Algemene afmetingen: Tecna
3
LEGENDE Fig. 15 op pag. 16
1 49,1 cm
2 96,1 cm
3 48,8 cm
4 23,8 cm
5 32,5 cm
6 16 cm
7 Rookgasafvoer d.8 cm
8 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
9 20 cm
Fig. 16 - Algemene afmetingen: Evo
3
LEGENDE Fig. 16 op pag. 16
1 52,8 cm
2 94,1 cm
3 52,8 cm
4 23,8 cm
5 32,5 cm
6 17,3 cm
7 Rookgasafvoer d.8 cm
8 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
9 21,5 cm
17
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 17 - Algemene afmetingen: Kriss
3
LEGENDE Fig. 17 op pag. 17
1 52,8 cm
2 94,1 cm
3 52,8 cm
4 23,8 cm
5 32,5 cm
6 17,3 cm
7 Rookgasafvoer d.8 cm
8 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
9 21,5 cm
Fig. 18 - Algemene afmetingen: Elise
3
LEGENDE Fig. 18 op pag. 17
1 62 cm
2 100 cm
3 52 cm
4 23,8 cm
5 32,5 cm
6 22,5 cm
7 Rookgasafvoer d.8 cm
8 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
9 26,3 cm
18
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 19 - Algemene afmetingen: Shell
3
LEGENDE Fig. 19 op pag. 18
1 53,4 cm
2 99,5 cm
3 52,2 cm
4 23,8 cm
5 32,5 cm
6 14,2 cm
7 Rookgasafvoer d.8 cm
8 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
9 21,8 cm
12.3 ALGEMENE INSTALLATIE
Fig. 20 - Algemene installatie
LEGENDE Fig. 20 op pag. 18
1 Inzetelement
2 Minimum zij-afstand = 200 mm
3 Minimum achterafstand = 200 mm
4 Minimum voorafstand = 1000 mm
Het is verplicht de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtdoorgang van
200 mm rondom de zijkanten en van 200 mm aan de achterkant, om een doeltreffende koeling van het apparaat
mogelijk te maken, alsmede een goede verspreiding van de warmte in het vertrek (zie Fig. 20 op pag. 18).
Als de wanden van ontvlambaar materiaal zijn, controleer dan de veiligheidsafstanden (zie Fig. 20 op pag. 18).
Controleer op het maximum vermogen of de temperatuur van de muren nooit hoger is dan 80°C. Installeer zo
nodig een vuurvaste plaat op de muren in kwestie.
In enkele landen worden de gemetselde draagmuren ook als ontvlambare muren beschouwd.
19
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
12.4 MONTAGE/DEMONTAGE HAARDDEUR
DEMONTAGE DEUR
Voor bepaalde ingrepen (zoals de montage van de zijpanelen en het reinigen) moet de deur van de haard
gedemonteerd worden.
Om de deur te verwijderen, als volgt te werk gaan:
De deur openen.
Met behulp van een schroevendraaier de hendel in de richting van de pijl draaien (zie Fig. 21 op pag. 19).
De deur heffen zodat de deurpinnen uit de beugels van de structuur komen (zie Fig. 22 op pag. 19).
De deur op een veilige plaats zetten tot ze weer wordt gebruikt.
Fig. 21 - Verwijdering van de schroeven Fig. 22 - Verwijdering van de deur
MONTAGE VAN DE DEUR
Om de deur te monteren moeten de deurpinnen in de gaten van de beugel gestoken worden, aanwezig op
de structuur.
Nadat de deur is gemonteerd de hendel omhoog doen zodat de deur geblokkeerd blijft.
12.5 MONTAGE EVO
3
ZIJPANELEN
Het deksel verwijderen: de bovenste 4 schroeven losdraaien (zie Fig. 23 op pag. 19).
Met de vinger de bovenste tongetjes op de zwarte proelen naar buiten plooien (zie Fig. 24 op pag. 19).
Breng de zijpanelen van bovenaf op de daarvoor bestemde geleiders aan en laat ze langzaam volledig
omlaag schuiven (zie Fig. 25 op pag. 20).
Het deksel opnieuw op de tanden plaatsen (zie Fig. 26 op pag. 20).
Fig. 23 - Verwijdering van de schroeven Fig. 24 - De tongetjes plooien
20
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 25 - De zijpanelen invoegen Fig. 26 - Het deksel plaatsen
12.6 DEMONTAGE VAN DE TECNA
3
ZIJPANELEN
Demonteer de panelen achteraan om bij de interne onderdelen te komen zoals hierna wordt beschreven:
De schroeven 4 achterste schroeven losdraaien (zie Fig. 27 op pag. 20).
De achterste zijpanelen losmaken (zie Fig. 28 op pag. 20).
Voor de montage gaat u in omgekeerde zin te werk.
Fig. 27 - Verwijder de schroeven Fig. 28 - De zijpanelen losmaken
De voorste zijpanelen demonteren zoals hierna wordt beschreven:
De deur verwijderen (zie MONTAGE/DEMONTAGE HAARDDEUR op pag. 19).
De 4 schroeven losdraaien en de zwarte proelen onder en boven de deur verwijderen (zie Fig. 29 op pag.
21).
De voorste zijpanelen losmaken (zie Fig. 30 op pag. 21).
Voor de montage gaat u in omgekeerde zin te werk.
21
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 29 - Verwijdering proelen Fig. 30 - De zijpanelen losmaken
12.7 DEMONTAGE VAN DE KRISS
3
ZIJPANELEN
Demonteer de zijpanelen om bij de interne onderdelen te komen zoals hierna wordt beschreven:
De deur verwijderen (zie MONTAGE/DEMONTAGE HAARDDEUR op pag. 19). (NB: De deur moet niet
gedemonteerd worden om het rechtse zijpaneel te verwijderen).
Draai de 6 schroeven achteraan los (zie Fig. 31 op pag. 21).
Draai de 6 schroeven vooraan los en verwijder de zijpanelen (zie Fig. 32 op pag. 21 en Fig. 33 op pag. 21).
Voor de montage gaat u in omgekeerde zin te werk.
Fig. 31 - Draai de schroeven los Fig. 32 - Verwijder de schroeven Fig. 33 - Verwijdering zijpanelen
12.8 DEMONTAGE VAN DE ELISE
3
ZIJPANELEN
Demonteer de zijpanelen om bij de interne onderdelen te komen zoals hierna wordt beschreven:
De zijpanelen van onder naar boven losmaken (zie Fig. 34 op pag. 21).
Voor de montage in omgekeerde zin te werk gaan. De frontpanelen kunnen zowel verticaal als horizontaal
geregeld worden zodat ze overeenstemmen met de zijpanelen (zie Fig. 35 op pag. 21 en Fig. 36 op pag. 21).
Fig. 34 - Verwijdering zijpa-
nelen
Fig. 35 - Tanden Fig. 36 - Regelingen
22
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
12.9 DEMONTAGE VAN DE SHELL
3
ZIJPANELEN
Demonteer de zijpanelen om bij de interne onderdelen te komen zoals hierna wordt beschreven:
Het deksel verwijderen: de bovenste 4 schroeven losdraaien (zie Fig. 37 op pag. 22).
Het deksel verwijderen (zie Fig. 38 op pag. 22).
De zijpanelen losmaken (zie Fig. 39 op pag. 22).
Voor de montage gaat u in omgekeerde zin te werk.
Fig. 37 - Verwijder de schroeven Fig. 38 - Verwijdering van de afdekking Fig. 39 - De zijpanelen losmaken
12.10 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Belangrijk: het apparaat moet door een geautoriseerd technicus geïnstalleerd worden!
De elektrische aansluiting vindt plaats met een kabel met stekker op een elektrisch stopcontact dat geschikt
is om de lading en de specieke spanning van ieder afzonderlijk model te verdragen, zoals aangeduid wordt
in de tabel met technische gegevens (zie KENMERKEN op pag. 42).
De stekker moet gemakkelijk toegankelijk zijn wanneer het apparaat geïnstalleerd is.
Controleer bovendien of het elektriciteitsnet over een doeltreffende aardverbinding beschikt: als die niet
aanwezig of niet efciënt is, zorg dan voor een aardverbinding in overeenstemming met de wettelijke
voorschriften.
Sluit de voedingskabel eerst op de achterkant van de kachel aan (zie Fig. 40 op pag. 22) en daarna op
een elektrisch wandstopcontact.
Fig. 40 - Elektrisch stopcontact met hoofdschakelaar
De O/I-hoofdschakelaar (zie Fig. 40 op pag. 22) mag alleen geactiveerd worden om de kachel in te
schakelen. Het is raadzaam de hoofdschakelaar in alle andere gevallen uitgeschakeld te laten.
Gebruik geen verlengsnoer.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door een geautoriseerd technicus vervangen worden.
Wanneer de kachel gedurende lange tijd niet gebruikt zal worden, is het raadzaam de stekker uit het
elektrische wandstopcontact te halen.
23
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
12.11 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT
De kachel is reeds werkzaam via een thermostaatsonde die zich binnenin de kachel zelf bevindt. Als u dat wenst
kan de kachel op een externe omgevingsthermostaat aangesloten worden. Deze handeling moet door een
geautoriseerd technicus uitgevoerd worden.
De kabels die van de externe thermostaat komen met de klem "Term opt" op de kaart N100 aansluiten, aanwezig
op de kachel. De externe thermostaat zoals volgt activeren (fabrieksinstelling OFF):
Op de "menutoets" drukken.
Met de pijltjes scrollen tot bij “Selectie”.
Op "menu" drukken.
Opnieuw met de pijltjes scrollen tot bij "Ext.Thermostaat".
Op "menu" drukken.
Op de toetsen - + drukken.
Om de externe thermostaat te activeren "On" kiezen.
Op de "menutoets" drukken om te bevestigen.
12.12 VENTILATIE
De kachel is met ventilatie uitgerust.
De lucht die door de ventilatoren aangeduwd wordt, handhaaft het apparaat op een laag temperatuursregime
zodat een overmatige belasting op het materiaal waaruit de kachel bestaat vermeden wordt.
Sluit de openingen voor de uitlaat van de warme lucht met geen enkel voorwerp af anders raakt de kachel
oververhit!
De kachel is niet geschikt om voedsel op te koken.
Fig. 41 - Bedek de luchtopeningen niet
13
GEBRUIK
13.1 INLEIDING
Voor het beste rendement met het laagste verbruik moeten onderstaande aanwijzingen opgevolgd worden.
De inschakeling van de pellets vindt heel gemakkelijk plaats als de installatie correct is en het rookkanaal
efciënt werkt.
Schakel de kachel gedurende minstens 2 uur in op Vermogen 1 om het materiaal waaruit de ketel en de
vuurhaard bestaat in staat te stellen zich aan te passen aan de interne elastische krachten die uitgeoefend
worden.
Door gebruik van de kachel kan de lak vanbinnen in de verbrandingskamer veranderingen ondergaan.
Dit fenomeen kan aan verschillende oorzaken worden toegeschreven: overmatige oververhitting van de
kachel, chemische stoffen die in minderwaardige pellets aanwezig zijn, slechte trek van de schoorsteen, enz.
Bijgevolg kan de hechting van de lak in de verbrandingskamer niet worden gegarandeerd.
De vetresten van de fabricage en de lakken kunnen tijdens de eerste uren werking geuren
en rook verspreiden: er wordt geadviseerd het vertrek te luchten omdat deze geuren en
rook schadelijk voor mens en dier kunnen zijn.
De programmeringswaarden van 1 tot 5 zijn van tevoren door de fabrikant ingesteld en
kunnen alleen door een geautoriseerd technicus veranderd worden.
24
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
13.2 DISPLAY BEDIENINGSPANEEL
Onderdelen van het menu.
Fig. 42 - Display bedieningspaneel Fig. 43 - Display
LEGENDA Fig. 42 op pag. 24 - Fig. 43 op pag. 24
1 Inschakeling/uitschakeling ketel (ESC)
2 Afnemend langslopen van het programmeermenu
3 Menu
4 Toenemend langslopen van het programmeermenu
5 Verlaagt temperatuurset / programmeringsfuncties
6 Verhoogt temperatuurset / programmeringsfuncties
7 Display
8 Uur
9 Staat
10 Temperatuur ingesteld door de gebruiker
11 Momenteel vermogen
12 Kamertemperatuur
13 Indien "." aanwezig is = 0.5 °C (29.° = 29.5°)
13.3 HOOFDMENU
Dit menu is toegankelijk door op toets 3 (menu) te drukken. Men verkrijgt toegang tot de volgende items:
Datum/Uur
Timer
Sleep (alleen met ingeschakelde kachel)
Selectie
Info
Instelling datum en tijd.
Handel als volgt voor het instellen van de datum en de tijd:
Druk op de toets “menu”.
Selecteer “Datum/Uur”.
Bevestig dit door op “menu” te drukken
Loop het met de pijlen langs en selecteer een voor een de te wijzigen variabelen: Dag, Uren, Min, Dag num.,
Maand, Jaar.
Selecteer “menu” om te bevestigen.
Wijzig met de toetsen + -.
Druk tenslotte op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
Instelling Timer (zie het betreffende hoofdstuk)
Instelling Sleep (zie het betreffende hoofdstuk)
13.4 MENU SELECTIE
Het menu SELECTIE stelt u in staat om in te grijpen op de werkwijzen van de kachel:
a - Taal
b - Reiniging (alleen weergegeven bij uitgeschakelde kachel)
c - Lading Worm (alleen weergegeven bij uitgeschakelde kachel)
d - Geluidstoon
e - Ext.Thermostaat (activering)
f - Auto-Eco (activering)
g - Uitschakeltijd (default 10 minuten)
h - Pellet Recept
i - Rpm Rookgasvent.
j - Test Bestanddeel (alleen weergegeven bij uitgeschakelde kachel)
k - Functie Schoorsteenveger (alleen activeerbaar bij ingeschakelde kachel, voor de controle van de emissies
25
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
in het veld)
l - Tech. Menu
a - Taal
Handel als volgt om de taal te selecteren:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Taal”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer met de toetsen + - de betreffende taal (IT/EN/DE/FR/ES/NL/PL/DA/SL)
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
b - Reiniging
Handel als volgt om “Reiniging” te selecteren (alleen met uitgeschakelde kachel):
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Reiniging”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer “On” met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
c - Lading Worm
Handel als volgt om “Lading Worm” te selecteren (alleen met uitgeschakelde kachel):
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Lading Worm”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer “Geactiveerd” met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
d - Geluidstoon
Deze functie is als default uitgeschakeld, handel dus als volgt om hem in te schakelen:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Geluidstoon”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer “On” met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
e - Ext.Thermostaat (zie het betreffende hoofdstuk)
f - Auto-Eco
Handel als volgt om de functie Auto-Eco te selecteren:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Auto-Eco”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer “On” met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
g - Uitschakeltijd
Handel als volgt om de functie "Uitschakeltijd" te selecteren:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Uitschakeltijd”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Voer de minuten in met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
h - Pellet Recept
Handel als volgt om het recept te wijzigen:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Pellet Recept”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Wijzig het % met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
26
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
i - Rpm Rookgasvent.
Handel als volgt om de parameter te wijzigen:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Rpm Rookgasvent.”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Wijzig het % met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
j - Test Bestanddeel
Handel als volgt om de functie “Test Bestanddeel” te activeren (alleen met uitgeschakelde kachel):
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Test Bestanddeel”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer de uit te voeren test met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
k - Functie Schoorsteenveger
Handel als volgt om de functie “Schoorsteenveger” te activeren:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Functie Schoorsteenveger”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer “On” (default is Off) met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
l - Tech. Menu
Om toegang tot het technisch menu te verkrijgen, dient u een assistentiecentrum te bellen omdat u een
password nodig heeft om het binnen te gaan.
Handel als volgt om in te grijpen op het “Tech. Menu”:
Druk op de toets “menu”.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Selectie”
Druk op “menu” om te bevestigen.
Loop het met de pijlen langs en selecteer “Tech. Menu”.
Druk op “menu” om te bevestigen.
Selecteer met de toetsen + - “Product Type”, “Service", “Geheugenstatus”, “Parameters”.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
13.5 MENU INFO
Product Type
Firmware Version
Software info
Tot.aant. uren
Opstart N.
Rpm Rook
T.Rookgassen
Spanning Wisselaar
Lading Worm
Vlam
13.6 STARTEN
Wij herinneren u eraan dat de eerste inschakeling door gekwaliceerd en geautoriseerd technisch personeel
uitgevoerd moet worden, dat controleert of alles volgens de van kracht zijnde normen geïnstalleerd is en dat
de werking controleert.
Als in de verbrandingskamer boekjes, handleidingen enz..... aanwezig zijn, verwijder deze dan.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Controleer of de stekker in het elektrische stopcontact gestoken is.
Controleer voordat u de kachel inschakelt of de vuurpot schoon is.
Om de kachel te starten de toets P1 enkele ogenblikken ingedrukt houden tot "ON" met een knipperende
vlam op de zijkant verschijnt. De voorverwarming van de weerstand begint. Na enkele seconden begint de
vijzel pellets te laden en vervolgt de verwarming van de weerstand. Wanneer de temperatuur voldoet (na
ong. 5-8 minuten) wordt de inschakeling als voltooid beschouwd.
Na de inschakelingsfase start de werkfase van de kachel en wordt het gekozen warmtevermogen, de
kamertemperatuur en de grote vlam weergegeven (zie Fig. 44 op pag. 27).
Als de waarde van de kamertemperatuur de bepaalde limiet overschrijdt, ingesteld via het toetsenbord in
temperatuurinstelling, daalt het warmtevermogen tot op het minimum en wordt kleine vlam weergegeven
(zie Fig. 45 op pag. 27). Wanneer de kamertemperatuur weer onder de ingestelde temperatuur daalt,
keert de kachel weer op het ingesteld vermogen.
27
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 44 - Grote vlam Fig. 45 - Kleine vlam
13.7 GEEN ONTSTEKING
Als de pellets niet ontstoken worden, wordt dit gesignaleerd door het alarm A01 "Geen Ontsteking".
Als de kamertemperatuur lager is dan 5°C, is het mogelijk dat de weerstand niet voldoende opwarmt om de
pellets te kunnen ontsteken. Verwijder de onverbrande pellets uit de vuurpot en herhaal de inschakeling.
Teveel pellets in de vuurpot, of vochtige pellets, of een vuile vuurpot, maken het ontsteken moeilijk, veroorzaken
witte, dichte rook die schadelijk voor de gezondheid is en kunnen explosies in de verbrandingskamer tot
gevolg hebben. Men dient daarom tijdens de ontstekingsfase niet voor de kachel te blijven staan als witte,
dichte rook waargenomen wordt.
Als de vlam na enkele maanden zwak is en/of oranje van kleur, of als het glas de neiging
vertoont steeds erg zwart te worden, of de vuurpot de neiging vertoont een aanslag te
vormen, reinig dan de kachel, reinig de rookleiding en reinig het rookkanaal.
13.8 UITSCHAKELING (OP HET PANEEL: OFF MET KNIPPERENDE VLAM)
Wanneer de uitschakeltoets ingedrukt wordt, of een alarmsignalering aanwezig is, gaat de kachel de thermische
uitschakelfase binnen waarbij de volgende fasen automatisch uitgevoerd worden:
Het laden van de pellets wordt onderbroken.
De kamerventilator blijft werken tot de vereiste temperatuur wordt bereikt.
De rookgasventilator wordt op het maximum ingesteld en blijft op het maximum tot de vereiste temperatuur
wordt bereikt, plus 10 minuten voor de veiligheid. Als vervolgens de temperatuur van de rookgassen onder
de inschakelingsdrempel is gedaald, zal hij denitief uitgaan, anders vervolgt de koelfase.
Als de kachel regelmatig is uitgegaan.
13.9 GEEN ENERGIE
Na een black-out van de elektrische energie van minder dan 10 seconden, keert de kachel terug naar het
vermogen waarop hij ingesteld was.
Na een black-out van de elektrische energie van meer dan 10 seconden, treedt de kachel de fase binnen.
Na aoop van de koelfase gaat de kachel automatisch opnieuw van start met de diverse fasen.
13.10 MENU INSTELLINGEN
Handel als volgt om in te grijpen op het instellingenmenu:
Druk op de toetsen + -
Loop het met de pijlen < > langs en selecteer “Kamertemp.Inst” of “Snelheid Conv. Vent.” of "Vlam"
Druk op “menu” om de gekozen optie binnen te gaan.
Wijzig met de toetsen + -.
Druk op “menu” om te bevestigen en op “esc” om te verlaten.
Kamertemp.Inst - met deze functie kan in de kamer waarin de kachel is geïnstalleerd de gewenste
kamertemperatuur ingesteld worden van een minimum van 5°C tot een maximum van 35°C. Als deze temperatuur
wordt bereikt, zal de kachel overgaan tot een minimum verbruik (vlam en ventilatorsnelheid warme lucht op
het minimum). Als de temperatuur onder de ingestelde drempel daalt zal de kachel opnieuw de ingestelde
temperatuur proberen te bereiken (zie Fig. 46 op pag. 27).
Fig. 46 - Display
NB: Het punt rechts van de kamertemperatuur op de display (rechtsboven) van het bedieningspaneel duidt de
halve graad aan (bv. 23.° stemt overeen met 23.5°C).
Snelheid Conv. Vent. - met deze functie kan de snelheid van de kamerventilators gekozen worden van 1 tot 5 of
A . A betenkent automatisch, de ventilatie volgt het vermogen, aanbevolen instelling (zie Fig. 47 op pag. 28).
Op 1 zijn de ventilators uit.
28
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 47 - Display
Vlam - met deze functie kan het vermogen van de vlam ingesteld worden van 1 tot 5. De vermogenniveaus
stemmen overeen met een verschillend verbruik van de brandstof. Dor 5 in te stellen zal de kamer op kortere tijd
opgewarmd worden. Door 1 in te stellen blijft de temperatuur in de kamer een langere tijd constant. De set vlam
wordt automatisch op het minimum ingesteld wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt.
Als enkel een streepje wordt weergegeven, is de kachel in het vermogen vlam 1.
Als 5 streepjes verschijnen, is de kachel in vlamvermogen 5.
Als de streepjes knipperen is echter een automatische reiniging in uitvoering.
Fig. 48 - Display Fig. 49 - Vermogenniveaus
13.11 GEPROGRAMMEERDE MODUS (TIMER) - HOOFDMENU
De instelling van de huidige dag en tijd is fundamenteel voor de correcte werking van de
timer.
Er kunnen zes TIMER-programma’s ingesteld worden en de gebruiker kan voor ieder het tijdstip van inschakeling
en van uitschakeling selecteren alsmede de dagen van de week waarop hij actief moet zijn.
Wanneer een of meer programma’s actief zijn, toont het paneel afwisselend de status van de kachel en TIMER
“n” waar “n” het nummer is dat op de geactiveerde timerprogramma’s betrekking heeft, die met een streepje
van elkaar gescheiden worden.
Voorbeeld:
TIMER 1 Timerprogramma 1 actief.
TIMER 1-4 Timerprogramma 1 en 4 actief.
TIMER 1-2-3-4-5-6 Alle timerprogramma’s actief.
VOORBEELD VAN PROGRAMMERING
Met in- of uitgeschakelde kachel:
ga het MENU binnen,
begeef u met de pijlen <> naar het item TIMER,
druk op de toets “Menu”
het systeem stelt “P1” voor (druk op de toetsen <> voor de volgende timers P2, P3, P4, P5, P6)
druk voor het activeren van “P1” op de toets “Menu”
druk op + - en selecteer “ON”
bevestig met de de toets “Menu”
Nu zal als vertrektijd 00:00 getoond worden. regel met de toets + - de vertrektijd en druk op de toets “menu” om
te bevestigen.
De volgende stap toont als tijdstip van uitschakeling een tijd die 10 minuten verder ligt dan de tijd die voor de
inschakeling ingesteld is: druk op de toets +, stel de tijd van uitschakeling in en bevestig met de toets “menu”.
Vervolgens zullen de dagen van de week getoond worden waarop u de net ingestelde timer al dan niet wilt
activeren. Accentueer met de toets - of + met een witte ondergrond de dag waarop u de timer wilt activeren
en bevestig met de toets “menu”. Als geen enkele dag van de week als actief bevestigd wordt, zal het
timerprogramma niet actief blijken te zijn op het statusscherm.
Ga verder met de programmering van de daarop volgende dagen of druk op “ESC” om te verlaten. Herhaal
de procedure om de andere timers te programmeren.
13.12 VOORBEELDEN VAN PROGRAMMERING:
P1 P2
on off day on off day
08:00 12:00 mon 11:00 14:00 mon
Kachel ingeschakeld van 08:00 tot 14:00
29
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
P1 P2
on off day on off day
08:00 11:00 mon 11:00 14:00 mon
Kachel ingeschakeld van 08:00 tot 14:00
on off day on off day
17:00 24:00 mon 00:00 06:00 tue
Kachel ingeschakeld van maandag 17:00 tot dinsdag 06:00
13.13 OPMERKINGEN VOOR DE WERKING VAN DE TIMER
Het vertrek van de timer vindt altijd plaats met de laatst ingestelde temperatuur en ventilatie (of met de
default-instellingen van 20°C en V3 indien deze nooit zijn gewijzigd).
De tijd van inschakeling loopt van 00:00 a 23:50
Als de tijd van uitschakeling nog niet bewaard is, wordt het tijdstip van inschakeling op + 10 minuten gezet.
Een timerprogramma schakelt de kachel om 24:00 van een dag uit en een ander programma schakelt hem
op 00:00 van de dag daarop in. de kachel blijft ingeschakeld.
Een programma stelt een inschakeling en een uitschakeling voor op tijden die in een ander timerprogramma
liggen: als de kachel al ingeschakeld is, zal de start geen enkel effect hebben, terwijl OFF de kachel zal
uitschakelen.
Wanneer u in de status van ingeschakelde kachel en actieve timer op de toets OFF drukt, zal de kachel
worden uitgeschakeld en zal automatisch opnieuw ingeschakeld worden op het volgende tijdstip dat door
de timer voorzien wordt.
Wanneer u in de status van uitgeschakelde kachel en actieve timer op de toets ON drukt, wordt de kachel
ingeschakeld en zal worden uitgeschakeld op het door de actieve timer voorziene tijdstip.
13.14 WERKWIJZE AUTO ECO (ZIE PUNTEN F-G MENU SELECTIE OP PAG. 24)
Zie voor de activering van de werkwijze “Auto-Eco” en de instelling van de tijd, MENU SELECTIE op pag. 24.
De mogelijkheid om “Uitschakeltijd” in te stellen, komt voort uit de noodzaak om een correcte werking in de
vele verschillende vertrekken te verkrijgen waarin de kachel geïnstalleerd kan worden en om het continu in- en
uitschakelen van de kachel te vermijden wanneer de omgevingstemperatuur vaak verandert (luchtstromen,
slecht geïsoleerde ruimtes, enz.).
De uitschakelingsprocedure in ECO wordt automatisch geactiveerd wanneer het vermogen eisende apparaat
is voldaan (kamersonde +1°C of externe thermostaat met open contact, zie Fig. 50 op pag. 29). De tijdafname
“Uitschakeltijd” begint (fabrieksinstelling 5 minuten, zie Fig. 51 op pag. 29, wijzigbaar in het menu “Instellingen”).
Tijdens deze fase worden op het paneel afwisselend ON met kleine vlam en Chrono weergegeven (indien
actief) - Eco actief.
Fig. 50 - Eco actief 1 Fig. 51 - Eco actief 2 Fig. 52 - Eco actief 3
Bovenaan de display worden de minuten weergegeven die de aftelrocedure van Eco Stop aanduiden. De
vlam volgt P1 tot de geprogrammeerde tijd "Uitschakeltijd" is verlopen en als de voorwaarden aanwezig zijn start
de uitschakelingsfase. De telling voor de uitschakeling in ECO wordt gereset wanneer een van de apparaten
opnieuw vermogen vereist.
Op het ogenblik dat de uitschakeling begint, verschijnt op het paneel: Off - Eco Actief - kleine vlam knipperend
(zie Fig. 52 op pag. 29).
Als de toestand "kachel uit" wordt bereikt, verschijnt op het paneel OFF_ECO Actief met het symbool van de
uitgeschakelde vlam.
Voor een nieuwe inschakeling in ECO moeten de volgende voorwaarden voldaan worden:
Kamersonde -1°C of externe thermostaat met gesloten contact (minstens 20” om valse oproepen te
vermijden).
5 minuten na het begin van de uitschakeling.
13.15 SLEEP-FUNCTIE (HOOFDMENU)
De Sleep wordt alleen met ingeschakelde kachel geactiveerd en stelt u in staat snel een tijdstip in te stellen
waarop het product uitgeschakeld moet worden.
Handel als volgt om Sleep in te stellen:
Ga het MENU binnen
Begeef u met de pijlen <> naar het item SLEEP
Druk op Menu
Selecteer met de toetsen + - het gewenste tijdstip van uitschakeling.
Het paneel toont een tijdstip van uitschakeling dat 10 minuten later is dan de huidige tijd, instelbaar met toets 4
30
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
tot de volgende dag (u kunt de uitschakeling dus verlaten tot maximaal 23 uur en 50 minuten).
Fig. 53 - Sleep
Als de SLEEP-functie actief is met actieve TIMER, dan heeft de eerste voorrang zodat de kachel niet uitgeschakeld
wordt op het door de timer voorziene tijdstip maar op het tijdstip dat door sleep vastgesteld is, ook al is dit later
dan de uitschakeling die door de timer beoogd wordt.
13.16 PELLETRECEPT (ZIE PUNTEN H MENU SELECTIE OP PAG. 24)
Deze functie dient ervoor de kachel aan te passen aan de gebruikte pellets. Omdat inderdaad zeer veel soorten
pellets in de handel verkrijgbaar zijn, is de werking van de kachel sterk afhankelijk van de hogere of lagere
kwaliteit van de brandstof. Als de pellets de neiging vertonen om een verstopping in de vuurpot te veroorzaken
wegens een teveel aan brandstof, of indien de vlam altijd hoog blijkt te staan, ook bij de lage vermogens, en
vice versa als de vlam laag is, is het mogelijk de pellettoevoer in de vuurpot te verlagen/verhogen.
De beschikbare waarden zijn:
-30 = Afname van 30% t.o.v. de fabrieksinstelling.
-25 = Afname van 25% t.o.v. de fabrieksinstelling.
-20 = Afname van 20% t.o.v. de fabrieksinstelling.
-15 = Afname van 15% t.o.v. de fabrieksinstelling.
-10 = Afname van 10% t.o.v. de fabrieksinstelling.
-5 = Afname van 5% t.o.v. de fabrieksinstelling.
0 = Geen wijziging.
+5 = Toename van 5% t.o.v. de fabrieksinstelling.
+10 = Toename van 10% t.o.v. de fabrieksinstelling.
+15 = Toename van 15% t.o.v. de fabrieksinstelling.
13.17 WIJZIGING TPM ROOKGASSEN (ZIE PUNTEN I MENU SELECTIE OP PAG. 24)
Als de installatie problemen heeft met de afvoer van de rookgassen (geen trek, of zelfs geen druk in de leiding)
kan de afvoersnelheid van de rookgassen en de as versneld worden. Met deze wijziging kunnen ook alle
mogelijke verstoppingsproblemen door pellets in de vuurpot, en het vormen van aanslag op de bodem van
de vuurpot zelf, die ontstaan door een slechte verbranding, of omdat er veel as ontstaat, op optimale wijze
verholpen worden. De beschikbare waarden gaan van -27% tot +27% met wijzigingen van 10 punten per keer.
De negatieve wijziging kan dienen als de vlam te laag is.
13.18 FUNCTIE SCHOORSTEENVEGER (ALLEEN VOOR MET ONDERHOUD BELASTE WERKNEMERS)
- ZIE PUNTEN K MENU SELECTIE OP PAG. 24
Deze functie kan alleen met ingeschakelde kachel geactiveerd worden en bij afgifte van vermogen en
werkkracht op verwarming met de parameters P5, met ventilator (indien aanwezig) op V5. De eventuele
percentuele correcties van lading/ventilatie rookgassen moeten in overweging genomen worden. De duur van
deze status is 20 minuten en het paneel toont de countdown. De technicus kan deze fase op ieder moment
onderbreken door snel op de toets on/off te drukken.
13.19 AFSTELLING KACHEL EN METING ONDERDRUK
Deze kachel is voorzien van een opnamepunt op de voorraadbak om de onderdruk in de verbrandingskamer
te kunnen meten en om de correcte werking ervan te controleren.
Handel als volgt om dit uit te voeren:
Verwijder de inspectiecarter "C" aan de rugzijde van de carter (zie Fig. 54 op pag. 31).
Schroef de moer "D" los die onderin de voorraadbak zit, nabij de drukregelaar.
Sluit een digitale drukregelaar aan met behulp van een slangetje om de onderdruk te meten (zie Fig. 55 op
pag. 31).
Laad de transportschroef via de voorziene functie.
Start de kachel en stel “Vlam” op vermogen 1 in (het starten van deze kachel duurt 8 tot 10 minuten om een
minimale trek te garanderen).
Vergelijk de gemeten waarden met de waarden in de tabel.
Wijzig het vermogen iedere 10 minuten en wacht tot die zich stabiliseert.
Open het menu van de gebruiker en wijzig de parameters indien nodig.
31
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 54 - Carter verwijderen Fig. 55 - Aansluiting digitale drukregelaar
GEGEVEN P1 P2 P3 P4 P5
Onderdruk -
temperatuur
kachel 7 kW
19/21 Pa - 110°C 32/35 Pa - 125°C 48/50 Pa - 145°C 52/54 Pa - 160°C 63/65 Pa - 165°C
Onderdruk -
temperatuur
kachel 8,5 kW
19/21 Pa - 110°C 32/35 Pa - 125°C 49/51 Pa - 155°C 63/65 Pa - 165°C 68/70 Pa - 180°C
Onderdruk -
temperatuur
kachel 9 kW
19/21 Pa - 110°C 32/35 Pa - 125°C 49/51 Pa - 155°C 63/65 Pa - 165°C 73/75 Pa - 190°C
NB: voor een goede verbranding moeten de onderdrukwaarden begrepen zijn tussen + - 5 Pa en de
temperatuurwaarden tussen + - 10°C.
13.20 PELLETS BIJVULLEN
Fig. 56 - Slechte opening de pelletszak Fig. 57 - Correct opening de pelletszak
Vermijd het om de verzamelbak met pellets te vullen als de kachel in werking is.
Breng de zak met brandstof niet in aanraking met de warme delen van de kachel.
Giet geen brandstofresten (onverbrande kool) - het afval van inschakelingen in de vuurpot - in de voorraadbak.
13.21 TIMER OM PELLETS BIJ TE VULLEN
Deze kachel is voorzien van een veiligheidstimer die geactiveerd wordt nadat het deurtje van de pelletvoorraadbak
tijdens het bijvullen gedurende 90 seconden open is gebleven (zie Fig. 58 op pag. 32). Na deze 90 seconden
gaat de kachel in alarm onderdruk “A05” en wordt overgegaan naar de fase om uit te schakelen.
U moet dus wachten tot het einde van de uitschakeling en vervolgens de kachel opnieuw inschakelen.
32
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Fig. 58 - Deurtje open Fig. 59 - Timer: 90 seconden
Voor een correcte werking moet de kachel werken met het deurtje om pellets bij te vullen
altijd gesloten; wanneer dit deurtje langer dan 90 seconden open blijft, wordt de kachel
uitgeschakeld.
13.22 AFSTANDSBEDIENING
De kachel kan bediend worden met de afstandsbediening.
Voor de werking heeft men 1 batterij van het type Lithium battery CR 2025 nodig.
De gebruikte batterijen bevatten - voor de omgeving - schadelijke metalen en moeten dus in
speciale batterijbakken geëlimineerd worden.
Fig. 60 - Afstandsbediening
LEGENDA Fig. 60 op pag. 32
Toets 1 Verhoogt de gewenste temperatuur
Toets 2 Verlaagt de gewenste temperatuur
Toets 3 On / off
Toets 4 Menu
Toets 5 Verlaagt het vermogensniveau van 5 tot 1
Toets 6 Verhoogt het vermogensniveau van 1 tot 5
14
BEVEILIGINGEN EN ALARMEN
14.1 DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het product is uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen.
33
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
14.2 DRUKSCHAKELAAR
Controleert de druk in het rookgaskanaal. Zij zal in de volgende situaties de vijzel blokkeren die de pellets laadt:
- afvoer verstopt
- aanzienlijke tegendruk (wind)
- rookdoorgangen verstopt
- tank voor het laden van de pellets open
- deur van de vuurhaard open of pakkingen versleten of beschadigd.
14.3 TEMPERATUURSONDE ROOK
Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft toestemming om het product te starten, of stopt het als de
temperatuur van de rookgassen onder de van te voren ingestelde waarde daalt.
14.4 CONTACTTHERMOSTAAT IN DE BRANDSTOFVOORRAADBAK
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van de ketel onmiddellijk
gestopt.
14.5 ELEKTRISCHE BEVEILIGING
De ketel wordt door een hoofdzekering beveiligd tegen sterke stroomschommelingen. Deze zekering bevindt
zich in het voedingspaneeltje op de achterkant van de ketel. Er zijn andere zekeringen voor de beveiliging van
de elektronische kaarten op deze kaarten zelf gesitueerd.
14.6 ROOKGASVENTILATOR
Als de ventilator stopt, blokkeert de elektronische kaart onmiddellijk de pellettoevoer en wordt een alarmbericht
weergegeven.
14.7 REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stopt met werken, blijft de ketel functioneren tot de vlam door gebrek aan brandstof
uitgaat en het minimum koelniveau wordt bereikt.
14.8 TIJDELIJKE SPANNINGSONDERBREKING
Als de elektrische spanning korter dan 10” uitvalt, keert de kachel terug naar de vorige werkstatus; duurt de
onderbreking langer, dan wordt een cyclus van koeling/herinschakeling uitgevoerd.
14.9 GEEN ONTSTEKING
Als er bij de ontsteking geen vlam ontstaat, komt de ketel op de alarmstand te staan.
14.10 BLACKOUT MET INGESCHAKELDE KACHEL
Bij afwezigheid van netspanning (BLACKOUT) gedraagt de kachel zich als volgt:
Blackout korter dan 10”: de in uitvoering zijnde werking wordt hervat;
Indien een verlies van voeding optreedt dat langer dan 10” duurt, met ingeschakelde kachel, of tijdens de
inschakelfase, dan zal de kachel wanneer de voeding weer hervat wordt, de vorige werkwijze aannemen
door uitvoering van de volgende procedure:
1) Voert een maximale koeling fase;
2) Voert verlichting.
Tijdens fase 1 toont het paneel ON BLACK OUT.
Tijdens fase 2 toont het paneel Inschakeling.
Als de kachel tijdens fase 1 opdrachten van het paneel ontvangt die door de gebruiker manueel verstrekt zijn,
eindigt de kachel met het uitvoeren van de resetfase wegens een blackout en gaat over tot inschakeling of
uitschakeling, al naargelang de verstrekte opdracht.
14.11 SIGNALERING ALARMEN
Wanneer zich een andere dan de bedoelde werksituatie voor de gewone werking van de kachel voordoet,
treedt een alarmsituatie op.
Het bedieningspaneel geeft aanwijzingen over het huidige alarm.
34
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
SIGNALERING
PANEEL
TYPE PROBLEEM OPLOSSING
A01 Mislukte ontsteking van het vuur.
Controleer de reiniging van de vuurpot / het niveau
van de pellets in de voorraadbak.
Het niveau van de pellets in de tank controleren.
Controleren of de vuurpot correct in zijn zitting is
geplaatst en geen afzettingen of onverbrande resten
aanwezig zijn.
Controleer of het deksel van de pellets en de deur
van de haard correct zijn gesloten.
Schoorsteenpijp verstopt
A02 Abnormaal doven van het vuur.
Controleer het niveau van de pellets in de
voorraadbak.
A03 Alarm
thermostaten
De temperatuur van de voorraadbak voor
de pellets of de temperatuur van het water
overschrijdt de voorziene veiligheidslimiet.
Wacht tot de afkoelfase voorbij is, annuleer het alarm
en schakel de kachel weer in door de lading van
de brandstof op de minimumstand te zetten (menu
SELECTIE - Pellet Recept).
Controleer op de achterzijde van de kachel of het
stof de ventilatieroosters niet verstopt.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact
op met de assistentiedienst. Controleer of de
omgevingsventilator correct werkt (indien aanwezig).
A04 Temperatuuroverschrijding rookgassen.
De ingestelde limiet van de rookgassen is
overschreden. Verlaag de lading van de pellets
(menu SELECTIE - Pellet Recept).
A05 Alarm
drukschakelaars
Tussenkomst van de pressostaat rookgassen.
Controleer of de schouw is verstopt /de deur van de
haard open is, de pellettank open is, de pakkingen goed
afdichten, de zijdelingse rookgaskanalen zuiver zijn.
A08 Afwijkende werking van de rookventilator.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
A09 Defect van de rookgassensonde.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
SERVICE
Waarschuwing periodiek onderhoud (niet
blokkerend).
Wanneer deze knipperende tekst verschijnt tijdens
de inschakeling, betekent dit dat het van tevoren
vastgestelde aantal werkuren tot het onderhoud
verstreken is. Bel het assistentiecentrum.
14.12 RESETTEN ALARM
Om het alarm te resetten moet u enkele ogenblikken de toets 1 (ESC) ingedrukt houden. De kachel voert een
controle uit om te bepalen of de oorzaak van het alarm al dan niet aanhoudt.
In het eerste geval wordt het alarm opnieuw weergegeven, in het tweede geval wordt OFF weergegeven.
Als het alarm aanhoudt, contact opnemen met een servicecenter.
15
ONDERHOUD
15.1 INLEIDING
Voor een lange levensduur van de kachel moet regelmatig een algehele reiniging uitgevoerd worden zoals
vermeld wordt in onderstaande paragrafen.
De rookafvoerleidingen (rookleiding + rookkanaal + schoorsteenpot) moeten altijd door een geautoriseerde
specialist gereinigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
met aanduiding van de fabrikant en met de richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij.
Bij afwezigheid van plaatselijke voorschriften en richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij is het nodig de
reiniging van de rookleiding, het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar te laten uitvoeren.
Het is bovendien nodig om de verbrandingskamer minstens één keer per jaar te laten reinigen en de
pakkingen na te laten kijken, de motoren en de ventilatoren te laten reinigen en het elektrische gedeelte te
laten controleren.
35
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
Al deze werkzaamheden moeten tijdig geprogrammeerd worden in overleg met de
geautoriseerde technische assistentiedienst.
Na een lange periode van onbruik dient men te controleren of de rookgassenafvoerpijp geen obstructies
bevat, alvorens de kachel in te schakelen.
Als de kachel op continue en intense wijze gebruikt wordt, moet het gehele systeem (met inbegrip van de
schoorsteen) vaker gereinigd en gecontroleerd worden.
Voor de eventuele vervanging van beschadigde delen dient u de geautoriseerde verkoper om originele
vervangingsonderdelen te vragen.
15.2 DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING ONDER DE ZORG VAN DE GEBRUIKER
Fig. 61 - Voorbeeld van een schone vuurpot Fig. 62 - Voorbeeld van een vuile vuurpot
15.3 VÓÓR IEDERE INSCHAKELING
Reinig de vuurpot door as en eventuele afzettingen weg te nemen die de luchtdoorgangsgaten zouden kunnen
belemmeren.
Als geen pellets meer aanwezig zijn in de voorraadbak kunnen onverbrande pellets een opeenhoping in de
vuurpot vormen.
Maak de vuurpot steeds leeg voordat opnieuw wordt ingeschakeld.
Controleer of niet te veel as onder de vuurpotruimte aanwezig is. Wij adviseren om de as op te zuigen indien
meer dan 2 cm as aanwezig is.
ALLEEN EEN CORRECT GEPLAATSTE EN GEREINIGDE VUURPOT KAN EEN OPTIMALE
INSCHAKELING EN WERKING VAN UW PELLETPRODUCT GARANDEREN.
Voor een doeltreffende reiniging van de vuurpot moet hij compleet uit de zitting gehaald worden, en moeten alle
openingen en het rooster op de bodem goed gereinigd worden. Bij het gebruik van pellets van goede kwaliteit is
een kwast doorgaans voldoende om de werking van de component weer in optimale staat te brengen.
15.4 REINIGING VAN DE ASLA
Trek de asla "B" uit en verwijder de as. Verwijder de as uit de behuizing alvorens de asla weer op zijn plaatst te zetten.
De frequentie van de reiniging wordt bepaald door de kwaliteit van de pellets en uw ervaring met de kachel.
Fig. 63 - Reiniging
36
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
LEGENDA Fig. 63 op pag. 35
C Asla
B Vuurpot
V Behuizing vuurpot
15.5 REINIGING VOORRAADBAK EN TRANSPORTSCHROEF
Bij iedere bijvulling met pellets moet de eventuele aanwezigheid van poeder/zaagsel of ander afval op de
bodem van de voorraadbak gecontroleerd worden. Is dergelijk afval aanwezig, dan moet het verwijderd
worden met behulp van een alleszuiger (zie Fig. 64 op pag. 36).
Fig. 64 - Reiniging van de voorraadbak en transportschroef
Het rooster dat de handen bescherming biedt, mag nooit uit zijn zitting verwijderd worden.
Reinig de bodem van de voorraadbak en het zichtbare deel van de transportschroef
grondig en uitsluitend zoals op de foto getoond wordt (zie Fig. 64 op pag. 36).
15.6 REINIGING ROOKLEIDING
Reinig het afvoersysteem iedere maand.
Fig. 65 - Reiniging rookleiding
Verwijder de inspectie stekker van de T (zie Fig. 65 op pag. 36).
Zuig de as die is opgebouwd binnen.
Voer na de reiniging de werkzaamheden in omgekeerde volgorde uit en controleer de intacte staat en de
efciëntie van de pakking. Vervang deze indien nodig.
Het is belangrijk de dop hermetisch te sluiten anderS zullen schadelijke rookgassen in het
vertrek verspreid worden.
37
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
15.7 REINIGING KAMER VAN DE ROOKGASSEN EN ROOKDOORGANGEN
Reinig de rookgassenkamer ieder seizoen (of 1500 uur werk).
Verwijder de zijpanelen van de kachel naargelang het model (zie relatieve hoofdstukken).
Als de kachel koud is, de deur openen en de plaat "F" verwijderen door de twee schroeven te verwijderen
(zie Fig. 66 op pag. 37).
Om de plaat "G" te verwijderen moet de deur verwijderd worden (zie relatief hoofdstuk).
Nadat de platen werden verwijderd met de meegeleverde borstel de wanden van de warmtewisselaar
afschrapen zodat de as naar beneden valt.
De bovenste deector verwijderen (zie Fig. 67 op pag. 37), eventueel de as opzuigen en de wanden van
de verbrandingskamer reinigen.
Na het reinigen de procedure in omgekeerde zin uitvoeren en controleren of de pakking intact en efciënt
is. Laat ze indien nodig door een geautoriseerde technicus vervangen.
Fig. 66 - Verwijdering van de platen Fig. 67 - Reiniging
Na de reiniging van de bovenste warmtewisselaar, moeten de vier schroeven verwijderd worden die de plaat
“C” aan de structuur bevestigen. Verwijder de pakking “D” en reinig de onderste ruimte waar het vuil van de
vorige reinigingen zich ophoopt (zie Fig. 68 op pag. 37). Verwijder de schroeven die de plaat "E" met de
structuur bevestigen en reinig de ventilator met de meegeleverde borstel. Zuig eventueel de resten op (zie Fig.
69 op pag. 37). Vervang indien nodig de pakking "D".
Controleer de afdichting van de keramische vezelpakkingen, aanwezig op de deur van de kachel. Bestel indien
nodig de nieuwe pakkingen bij de leverancier of neem contact op met een erkend servicecenter.
Fig. 68 - Verwijdering van de plaat Fig. 69 - Reiniging
De frequentie waarmee de installatie voor rookafvoer moet worden gereinigd, is afhankelijk
van het gebruik van de kachel en van het type installatie. Wij adviseren om het onderhoud
en de seizoenreiniging te laten uitvoeren door een erkend servicecenter zodat ook een
algemene controle wordt uitgevoerd.
38
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
15.8 REINIGING ONDERSTE RUIMTE
Na de reiniging van de verbrandingskamer, adviseren we om te vervolgen met het reinigen van het rooster "G"
op de achterzijde van de kachel (zie Fig. 70 op pag. 38) en de ventilators "V" Verwijder eventueel stof en vuil
om de prestaties te behouden (zie Fig. 71 op pag. 38).
Reinig jaarlijks de kamerventilator en verwijder de as of het stof die onbalans en luidruchtigheid van de schoepen
veroorzaken.
Fig. 70 - Achterste rooster Fig. 71 - Ventilators
LEGENDA Fig. 70 op pag. 38 - Fig. 71 op pag. 38
G Ventilatierooster
V Ventilators
15.9 JAARLIJKSE REINIGING VAN DE ROOKGASSENLEIDINGEN
Reinig deze jaarlijks en verwijder het roet met gebruik van borstels.
De reiniging moet door een kachel- en schoorsteenspecialist uitgevoerd worden die de rookleiding, het
rookkanaal en de schoorsteenpot reinigt, de efciëntie ervan nakijkt en een schriftelijike verklaring afgeeft waarin
vermeld wordt dat het systeem veilig is. Deze werkzaamheden moeten minstens één keer per jaar uitgevoerd
worden.
15.10 ALGEMENE REINIGING
Voor de reiniging van de externe en interne delen van de kachel dient u geen gebruik te maken van staalsponsjes,
zoutzuur of andere corroderende en schurende producten.
15.11 REINIGING VAN GELAKTE METALEN ONDERDELEN
Voor de reiniging van de gelakte metalen onderdelen dient u een zachte doek te gebruiken. Gebruik nooit
ontvettende substanties zoals alcohol, verdunners, aceton of benzine omdat deze de lak op onherstelbare wijze
beschadigen.
15.12 REINIGING VAN DE MAJOLICA EN STEEN ONDERDELEN
Enkele modellen kachel hebben een externe bekleding van majolica o steen. Deze zijn ambachtelijk gemaakt
en het is dan ook haast overmijdelijk dat ze barstjes, putjes en schaduwen vertonen.
Voor de reiniging van de majolica o steen gebruikt u een zachte, droge doek. Als ongeacht welk reinigingsmiddel
gebruikt wordt, zal dit in de barstjes sijpelen en deze beter doen uitkomen.
39
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
15.13 VERVANGING VAN DE PAKKINGEN
Mochten de pakkingen van de vuurdeur, de voorraadbak of de rookgassenkamer versleten raken, dan moeten
ze vervangen worden door een gautoriseerde technicus om de goede werking van de kachel te garanderen.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
15.14 REINIGING VAN HET GLAS
Het keramische glas van de vuurdeur is bestand tegen 700°C maar niet tegen temperatuurschommelingen.
De eventuele reiniging met in de handel verkrijgbare producten voor glas moet plaatsvinden wanneer het glas
koud is om te voorkomen dat het kan exploderen.
Er wordt geadviseert de glas van de vuurdeur alle dagen te reinigen!
16
IN GEVAL VAN ONGEMAKKEN
16.1 OPLOSSING VAN DE PROBLEMEN
Vóór iedere test en/of ingreep van de geautoriseerde technicus heeft deze technicus zelf
de plicht te controleren of de parameters van de elektronische kaart overeenkomen met
de referentietabel die hij in bezit heeft.
In geval van twijfel omtrent het gebruik van de kachel dient u ALTIJD de geautoriseerde
technicus te contacteren om onherstelbare schade te voorkomen.
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING INGREEP
Het
controledisplay
wordt niet
ingeschakeld
De kachel is
zonder voeding
Controleer of de stekker in het net gestoken is.
De veili-
gheidszekering
van de con
-
tactdoos is door-
gebrand
Vervang de veiligheidszekering in de contactdoos
(3,15A-250V).
Het
controledisplay is
defect
Vervang het controledisplay.
De at-kabel is
defect.
Vervang de at-kabel.
De elektronische
kaart is defect
Vervang de elektronische kaart.
40
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING INGREEP
Er komen geen
pellets de
verbrandingska
-
mer binnen
De voorraadbak
is leeg
Vul de voorraadbak.
Deur van de
haard of deur van
de pellets open.
Sluit de deur van de haard en van de pellets en controleer
of geen pelletkorrels in overeenstemming met de pakking
aanwezig zijn.
De kachel is
verstopt
Reinig de kamer van de rookgassen
De
transportschroef is
geblokkeerd door
een onbekend
object (zoals
spijkers)
Reinig de transportschroef.
De reductiemotor
van de
transportschroef is
kapot
Vervang de reductiemotor.
Controleer of het
display niet een
actief alarm toont
"ALARM ACTIEF"
Voer een revisie van de kachel uit.
Het vuur dooft en
de kachel stopt
De voorraadbak
is leeg
Vul de voorraadbak.
De
transportschroef is
geblokkeerd door
een onbekend
object (zoals
spijkers)
Reinig de transportschroef.
Slechte pellets Probeer andere soorten pellets uit.
De waarde van
de lading van de
pellets is te laag
"fase 1"
Regel de lading van de pellets.
Controleer of het
display niet een
actief alarm toont
"ALARM ACTIEF"
Voer een revisie van de kachel uit.
41
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING INGREEP
De vlammen zijn
zwak en oranje
van kleur, de
pellets branden
niet correct en
het glas wordt vuil
zwart
Er is onvoldoende
verbrandingslucht
Controleer de volgende punten: eventuele obstructies
voor de inlaat van de verbrandingslucht via de achter- of
onderkant van de kachel; regel of verwijder de eventuele
PVC-dop met register in de luchtinlaatbuis; verstopte
gaten van het rooster van de vuurpot en/of de ruimte
van de vuurpot met overmatige hoeveelheden as; laat
de schoepen van de afzuiger en het slakkenhuis daarvan
reinigen.
De afvoer is
verstopt
De afvoerschoorsteen is gedeeltelijk of geheel verstopt.
Bel een ervaren kachel- en schoorsteenspecialist die een
controle van de kachelafvoer tot en met de schoorsteenpot
uitvoert. Zorg dat onmiddellijk een reiniging plaatsvindt.
De kachel is
verstopt
Zorg voor een interne reiniging van de kachel.
De rookgasse-
nafzuiger is kapot
De pellets kunnen ook branden dankzij de onderdruk
van het rookkanaal, zonder behulp van de afzuiger. Laat
de rookgassenafzuiger onmiddellijk vervangen. Het kan
schadelijk voor de gezondheid zijn om de kachel zonder
afzuiger te laten werken.
De ventilator-
warmtewisselaar
blijft draaien, ook
al is de kachel
afgekoeld
De tempera
-
tuursonde van
de rookgassen is
defect
Vervang de rookgassensonde.
De elektronische
kaart is defect
Vervang de elektronische kaart.
Er bevindt zich as
rondom de kachel
De deurpakkingen
zijn defect of
kapot
Vervang de pakkingen.
De buizen van de
rookleiding zijn
niet hermetisch
gesloten
Raadpleeg een kachel- en schoorsteenspecialist die
de aansluitingen onmiddellijk met siliconenkit voor hoge
temperaturen zal verzegelen en/of de buizen zelf zal
vervangen door buizen die aan de van kracht zijnde normen
voldoen. De kanalisering van de rookgassen is niet hermetisch
gesloten en kan de gezondheid schade berokkenen.
De kachel
staat op max.
vermogen maar
verwarmt niet.
De omgeving
-
stemperatuur is
bereikt
De kachel gaat op het minimum staan. De kamertemperatuur
verhogen.
De kachel werkt
op snelheid en
het display toont
"Overtempuratuur
Rookga"
De
limiettemperatuur
voor de
uitlaat van de
rookgassen is
bereikt
De kachel gaat op het minimum staan. GEEN ENKEL
PROBLEEM!
In het rookkanaal
van de kachel
wordt condens
gevormd
Lage temperatuur
rookgassen
Controleer of het rookkanaal niet verstopt is
Verhoog het vermogen van de kachel op het minimum (val
van de pellets en toerental van de ventilator)
Installeer een condensopvangbeker
42
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
17
TECHNISCHE GEGEVENS
17.1 INFORMATIE VOOR DE REPARATIE
Wij verstrekken hier enige aanwijzingen voor de geautoriseerde technicus die hij dient op te volgen om toegang
tot de mechanische delen van de kachel te krijgen.
Gebruik voor de vervanging van de zekeringen in het elektrische stopcontact achter de kachel een
schroevendraaier voor schroeven met inkeping. Steek deze in het deurtje en gebruik hem als hefboom (zie
Fig. 72 op pag. 42). Trek de te vervangen zekeringen vervolgens naar buiten.
Fig. 72 - Deurtje met te verwijderen zekeringen
Handel als volgt:
Schroef het deksel los. Maak de linker en rechter zijpanelen los en trek ze uit hun zittingen.
Hierna kunt u bij de volgende onderdelen: reductiemotor, bougies, kamerventilator, rookgaszuiger,
kamersonde, rooksonde, thermostaat, elektronische kaart, pressostaat.
Voor de vervanging en/of de reiniging van de vijzel de drie bouten van de reductiemotor losdraaien en de
motor verwijderen. De twee schroeven onder de reductiemotor van de vijzel losdraaien, de bescherming
voor de handen in de tank verwijderen en vervolgens de bout in de vijzel losdraaien. Voor de montage in
omgekeerde zin te werk gaan.
43
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
17.2 KENMERKEN
BESCHRIJVING KRISS
3
- 7 kW EVO
3
- 7 kW .
BREEDTE 52,8 cm 51,5 cm
DIEPTE 52,8 cm 48,5 cm
HOOGTE 94,1 cm 94,5 cm
GEWICHT 88 kg 81-92-126 kg
INGEVOERD THERMISCH VERMOGEN
(Min/Max)
2,53 - 7,98 kW 2,53 - 7,98 kW
NOMINAAL THERMISCH VERMOGEN
(Min/Max)
2,33 - 7,19 kW 2,33 - 7,19 kW
EFFICIËNTIE (Min/Max) 92,2 - 90 % 92,2 - 90 %
TEMPERATUUR ROOKGASSEN 102.2 - 180,8 °C 102.2 - 180,8 °C
MAXIMUM DEBIET VAN DE
ROOKGASSEN (Min/Max)
2,22 - 4,24 g/s 2,22 - 4,24 g/s
CO-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 0,011 - 0,032 % 0,011 - 0,032 %
OGC-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 5,5 - 1,1 mg/Nm
3
5,5 - 1,1 mg/Nm
3
NO
X
-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 77,6 - 79 mg/Nm
3
77,6 - 79 mg/Nm
3
Gemiddeld CO-GEHALTE bij 13% O
2
(Min/Max)
410 - 142 mg/Nm
3
410 - 142 mg/Nm
3
Gemiddeld DEELTJESGEHALTE bij 13%
O
2
(Max)
27,5 mg/Nm
3
27,5 mg/Nm
3
ONDERDRUK SCHOORSTEEN (Max) 8,52 - 11,73 Pa 8,52 - 11,73 Pa
MINIMUM VEILIGHEIDSAFSTAND van
ontvlambaar materiaal
200 cm 200 cm
OP GEDEELD ROOKKANAAL NO NO
DIAMETER AFVOERPIJP ROOKGASSEN Ø80 mm Ø80 mm
BRANDSTOF Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm
WARMTEVERMOGEN PELLETS 5 kWh/kg 5 kWh/kg
VOCHTGEHALTE PELLETS ≤ 10% ≤ 10%
VERWARMBAAR VOLUME 18/20°C
Coëff. 0,045 kW (Min/Max)
56 - 173 m
3
56 - 173 m
3
UURVERBRUIK (Min/Max) 0,52 - 1,63 kg/h 0,52 - 1,63 kg/h
CAPACITEIT VOORRAADBAK 18 kg 18 kg
AUTONIMOE (Min/Max) 34,6 - 11 h 34,6 - 11 h
VOEDING 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz
GEABSORBEERD VERMOGEN (Max) 350 W 350 W
GEABSORBEERD VERMOGEN
INSCHAKELWEERSTAND
300 W 300 W
MINIMUM BUITENLUCHTINLAAT (laatste
nuttige doorsnede)
80 cm
2
80 cm
2
KACHEL MET HERMETISCH GESLOTEN
KAMER
JA JA
BUITENLUCHTINLAAT VOOR 60 mm 60 mm
44
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
BESCHRIJVING KRISS
3
- 8,5 kW EVO
3
- 8,5 kW TECNA
3
- 8,5 kW
BREEDTE 52,8 cm 51,5 cm 49,1 cm
DIEPTE 52,8 cm 48,5 cm 48,8 cm
HOOGTE 94,1 cm 94,5 cm 96,1 cm
GEWICHT 88 kg 81-92-126 kg 89 kg
INGEVOERD THERMISCH VERMOGEN
(Min/Max)
2.,53 - 9,70 kW 2.,53 - 9,70 kW 2.,53 - 9,70 kW
NOMINAAL THERMISCH VERMOGEN
(Min/Max)
2,33 - 8,62 kW 2,33 - 8,62 kW 2,33 - 8,62 kW
EFFICIËNTIE (Min/Max) 92,2 - 88,9 % 92,2 - 88,9 % 92,2 - 88,9 %
TEMPERATUUR ROOKGASSEN 102,2 - 208,8 °C 102,2 - 208,8 °C 102,2 - 208,8 °C
MAXIMUM DEBIET VAN DE
ROOKGASSEN (Min/Max)
2,22 - 4,72 g/s 2,22 - 4,72 g/s 2,22 - 4,72 g/s
CO-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 0,014 - 0,032 % 0,014 - 0,032 % 0,014 - 0,032 %
OGC-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 5,5 - 2,8 mg/Nm
3
5,5 - 2,8 mg/Nm
3
5,5 - 2,8 mg/Nm
3
NO
X
-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 77,6 - 80,6mg/Nm
3
77,6 - 80,6mg/Nm
3
77,6 - 80,6mg/Nm
3
Gemiddeld CO-GEHALTE bij 13% O
2
(Min/Max)
410 - 177 mg/Nm
3
410 - 177 mg/Nm
3
410 - 177 mg/Nm
3
Gemiddeld DEELTJESGEHALTE bij 13%
O
2
(Max)
29,4 mg/Nm
3
29,4 mg/Nm
3
29,4 mg/Nm
3
ONDERDRUK SCHOORSTEEN (Max) 8,52 - 11,63 Pa 8,52 - 11,63 Pa 8,52 - 11,63 Pa
MINIMUM VEILIGHEIDSAFSTAND van
ontvlambaar materiaal
200 mm 200 mm 200 mm
OP GEDEELD ROOKKANAAL NO NO NO
DIAMETER AFVOERPIJP ROOKGASSEN Ø80 mm Ø80 mm Ø80 mm
BRANDSTOF Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm
WARMTEVERMOGEN PELLETS 5 kWh/kg 5 kWh/kg 5 kWh/kg
VOCHTGEHALTE PELLETS ≤ 10% ≤ 10% ≤ 10%
VERWARMBAAR VOLUME 18/20°C
Coëff. 0,045 kW (Min/Max)
56 - 207 m
3
56 - 207 m
3
56 - 207 m
3
UURVERBRUIK (Min/Max) 0,52 - 1,98 kg/h 0,52 - 1,98 kg/h 0,52 - 1,98 kg/h
CAPACITEIT VOORRAADBAK 18 kg 18 kg 18 kg
AUTONIMOE (Min/Max) 34,6 - 9 h 34,6 - 9 h 34,6 - 9 h
VOEDING 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz
GEABSORBEERD VERMOGEN (Max) 350 kW 350 kW 350 kW
GEABSORBEERD VERMOGEN
INSCHAKELWEERSTAND
300 W 300 W 300 W
MINIMUM BUITENLUCHTINLAAT (laatste
nuttige doorsnede)
80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
KACHEL MET HERMETISCH GESLOTEN
KAMER
JA JA JA
BUITENLUCHTINLAAT VOOR 60 mm 60 mm 60 mm
45
KRISS
3
- TECNA3 - EVO
3
- ELISE
3
- SHELL
3
NL
BESCHRIJVING ELISE
3
- 8,5 kW SHELL
3
- 8,5 kW KRISS
3
- 9 kW
BREEDTE 62 cm 53,4 cm 52,8 cm
DIEPTE 52 cm 52,2 cm 52,8 cm
HOOGTE 100 cm 99,5 cm 94,1 cm
GEWICHT 95 kg 88 kg 88 kg
INGEVOERD THERMISCH VERMOGEN
(Min/Max)
2.,53 - 9,70 kW 2.,53 - 9,70 kW 2,53 - 10,64 kW
NOMINAAL THERMISCH VERMOGEN
(Min/Max)
2,33 - 8,62 kW 2,33 - 8,62 kW 2,33 - 9,35 kW
EFFICIËNTIE (Min/Max) 92,2 - 88,9 % 92,2 - 88,9 % 92,2 - 87,9 %
TEMPERATUUR ROOKGASSEN 102,2 - 208,8 °C 102,2 - 208,8 °C 102,2 - 220 °C
MAXIMUM DEBIET VAN DE
ROOKGASSEN (Min/Max)
2,22 - 4,72 g/s 2,22 - 4,72 g/s 2,22 - 5,22 g/s
CO-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 0,014 - 0,032 % 0,014 - 0,032 % 0,007 - 0,032 %
OGC-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 5,5 - 2,8 mg/Nm
3
5,5 - 2,8 mg/Nm
3
5,5 - 4,5 mg/Nm
3
NO
X
-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 77,6 - 80,6mg/Nm
3
77,6 - 80,6mg/Nm
3
77,6 - 63,6 mg/Nm
3
Gemiddeld CO-GEHALTE bij 13% O
2
(Min/Max)
410 - 177 mg/Nm
3
410 - 177 mg/Nm
3
410 - 90 mg/Nm
3
Gemiddeld DEELTJESGEHALTE bij 13%
O
2
(Max)
29,4 mg/Nm
3
29,4 mg/Nm
3
28,7 mg/Nm
3
ONDERDRUK SCHOORSTEEN (Max) 8,52 - 11,63 Pa 8,52 - 11,63 Pa 8,52 - 11,74 Pa
MINIMUM VEILIGHEIDSAFSTAND van
ontvlambaar materiaal
200 mm 200 mm 200 mm
OP GEDEELD ROOKKANAAL NO NO NO
DIAMETER AFVOERPIJP ROOKGASSEN Ø80 mm Ø80 mm Ø80 mm
BRANDSTOF Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm
WARMTEVERMOGEN PELLETS 5 kWh/kg 5 kWh/kg 5 kWh/kg
VOCHTGEHALTE PELLETS ≤ 10% ≤ 10% ≤ 10%
VERWARMBAAR VOLUME 18/20°C
Coëff. 0,045 kW (Min/Max)
56 - 207 m
3
56 - 207 m
3
56 - 224 m
3
UURVERBRUIK (Min/Max) 0,52 - 1,98 kg/h 0,52 - 1,98 kg/h 0,52 - 2,19 kg/h
CAPACITEIT VOORRAADBAK 15 kg 15 kg 18 kg
AUTONIMOE (Min/Max) 28,8 -7,6 h 28,8 -7,6 h 34,6 - 8,2 h
VOEDING 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz
GEABSORBEERD VERMOGEN (Max) 350 kW 350 kW 350 kW
GEABSORBEERD VERMOGEN
INSCHAKELWEERSTAND
300 W 300 W 300 W
MINIMUM BUITENLUCHTINLAAT (laatste
nuttige doorsnede)
80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
KACHEL MET HERMETISCH GESLOTEN
KAMER
JA JA JA
BUITENLUCHTINLAAT VOOR 60 mm 60 mm 60 mm
NOTE
NOTE
pelletkachels· houtkachels· houtkeukens
thermokachel· open haard pellets
CADEL srl
FREEPOINT by Cadel
Via Foresto Sud, 7
31025 Santa Lucia di Piave (TV) - ITALY
tel. +39.0438.738669
fax +39.0438.73343
www.cadelsrl.com
Partner of:
Rev.03 - 2015
43


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Cadel EVO3 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Cadel EVO3 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 9,33 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Cadel EVO3

Cadel EVO3 User Manual - French - 48 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info