694393
33
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/35
Next page
NL
©2019 CADEL srl | All rights reserved - Tutti i diritti riservati
INSTALLATEUR HANDLEIDING
Pelletkachel
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
2
OVERZICHT
1 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN ..3
2 VERPAKKING EN VERPLAATSING .................... 3
2.1 VERPAKKING ...........................................................3
2.2 VERPLAATSING VAN DE KACHEL .............................3
3 ROOKKANAAL .............................................4
3.1 INLEIDING ...............................................................4
3.2 ROOKKANAAL .........................................................4
3.3 TECHNISCHE KENMERKEN ......................................5
3.4 HOOGTEONDERDRUK ............................................6
3.5 ONDERHOUD ...........................................................6
3.6 SCHOORSTEENPOT ..................................................6
3.7 ONDERDELEN VAN DE SCHOORSTEEN .....................7
3.8 AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL ...................... 7
3.9 VOORBEELDEN VAN CORRECTE INSTALLATIE ..........8
4 VERBRANDINGSLUCHT ...............................10
4.1 BUITENLUCHTINLAAT ............................................10
4.2 INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE
MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER ..............................11
4.3 INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE
MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER ..............................11
5 INSTALLATIE ..............................................12
5.1 INLEIDING .............................................................12
5.2 RUIMTEBESLAG .....................................................12
5.3 ALGEMENE INSTALLATIE .......................................16
5.4 MONTAGE/DEMONTAGE HAARDDEUR ..................16
5.5 MONTAGE VAN DE LIJST GRACE
3
...........................17
5.6 DEMONTAGE LIJST
SPIRIT
3
 MADISONTABLA ....
19
5.7 DEMONTAGE PANELEN ATRIUM  ROXY ...........19
5.8 BOVENAFVOER GRACE
3
........................................20
5.9 MONTAGE SOKKEL GRACE
3
OPTIONAL ...............20
5.10
INSTALLATIE TEGEN DE MUUR GRACE
3
OPTIONAL
...... 21
5.11 ELEKTRISCHE AANSLUITING .................................23
5.12 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT SPIRIT
3
GRACE
3
...........................................................................23
5.13 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT ATRIUM 
ROXY  MADISON  TABLA ..............................................23
5.14 AFSTELLING KACHEL EN METING ONDERDRUK ....24
6 BUITENGEWOON ONDERHOUD ....................24
6.1 INLEIDING .............................................................24
6.2 REINIGING ROOKLEIDING ......................................25
6.3 REINIGING ROOKGASSENDOORGANG ...................25
6.4 REINIGING OMGEVINGSVENTILATOR ....................26
6.5
JAARLIJKSE REINIGING VAN DE ROOKGASSENLEIDINGEN
....27
6.6 VERVANGING VAN DE PAKKINGEN ........................27
7 IN GEVAL VAN ONGEMAKKEN ......................27
7.1 OPLOSSING VAN DE PROBLEMEN .......................... 27
8 TECHNISCHE GEGEVENS ..............................31
8.1 INFORMATIE VOOR DE REPARATIE ........................31
8.2 KENMERKEN .......................................................... 32
3
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
1 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
GEBRUIKER
GEAUTORISEERDE TECHNICUS
(moet UITSLUITEND opgevat worden als: of de fabrikant van de kachel, of
de geautoriseerde technicus van de technische assistentiedienst die door
fabrikant van de kachel erkend is)
GESPECIALISEERDE INSTALLATEUR
LET OP:
LEES DE OPMERKING MET AANDACHT
LET OP:
MOGELIJKHEID VAN GEVAAR OF ONHERSTELBARE SCHADE
De iconen met de mannetjes geven aan tot wie het in de paragraaf behandelde onderwerp gericht is (gebruiker en/of geauto-
riseerde technicus en/of kachel- en schoorsteenspecialist).
De AANDACHTS-symbolen duiden op een belangrijke opmerking.
2 VERPAKKING EN VERPLAATSING
2.1 VERPAKKING
De verpakking bestaat uit een recyclebare kartonnen doos volgens de RESY-normen, recyclebare inzetstukken van geëxpan-
deerd EPS en houten pallets.
Alle verpakkingsmaterialen kunnen voor een gelijkaardig gebruik hergebruikt worden of eventueel als stadsafval, met inacht-
neming van de van kracht zijnde normen, weggegooid worden.
Controleer de intacte staat van het product na de verpakking te hebben weggenomen.
2.2 VERPLAATSING VAN DE KACHEL
Zowel voor de verpakte als voor de uitgepakte kachel is het noodzakelijk de volgende instructies voor de verplaatsing en het
transport van de kachel zelf in acht te nemen, vanaf het moment van aankoop tot het bereiken van het punt van gebruik en voor
iedere andere toekomstige verplaatsing:
verplaats de kachel met geschikte werktuigen en let op de normen die van kracht zijn op het gebied van de veiligheid;
leg de kachel niet op één zijde en/of kantel hem niet maar houd hem verticaal of hoe dan ook overeenkomstig de aanwijzingen
van de fabrikant;
als de kachel onderdelen van majolica, steen, glas, of hoe dan ook van bijzonder delicate materialen bevat, verplaats het
geheel dan zeer voorzichtig.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
4
3 ROOKKANAAL
3.1 INLEIDING
Dit hoofdstuk Rookkanaal is opgesteld in samenwerking met Assocosma (www.assocosma.org) en is gebaseerd op de Europese
normen (EN 15287 - EN 13384 - EN 1856 - EN 1443) en UNI 10683:2012.
Het hoofdstuk verstrekt aanwijzingen over de goede en correcte totstandkoming van het rookkanaal maar dient in geen geval als
vervanging van de van kracht zijnde normen te gelden, die in het bezit van de fabrikant/gekwalificeerde installateur moeten zijn.
3.2 ROOKKANAAL
Fig. 1 - Rookkanalen
LEGENDA Fig. 1
1 Rookkanaal met geïsoleerde inox-buizen
2 Rookkanaal op bestaande schoorsteen
3 Inspectiedop
4 Inspectieluikje
5 ≥ 3,5 m.
Het rookkanaal of de schoorsteen zijn zeer belangrijk voor de goede werking van een verwarmingsapparaat.
Het is van essentieel belang dat het rookkanaal volgens de regels van het vak geconstrueerd is en altijd perfect efficiënt gehou-
den wordt.
Het rookkanaal moet enkelvoudig zijn (zie Fig. 1)met geïsoleerde inox-buizen (1) of op een bestaand rookkanaal (2).
Beide oplossingen moeten een inspectiedop (3) en/of een inspectieluikje (4) bezitten.
5
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
3.3 TECHNISCHE KENMERKEN
Fig. 2 - Schuin dak
LEGENDA Fig. 2
1 Hoogte boven de nok van het dak = 0,5 m
2 Helling dak ≥ 10°
3 90°
4 Gemeten afstand op 90° van het oppervlak van het dak = 1,3 m.
Het rookkanaal moet rookdicht zijn.
Het moet een verticaal verloop hebben, zonder knikken, en moet van materialen gemaakt zijn die ondoordringbaar zijn voor
rook en condens, die thermisch geïsoleerd zijn en geschikt zijn om door de tijd heen bestand te zijn tegen normale mechani-
sche belastingen.
Het rookkanaal moet extern geïsoleerd zijn ter vermijding van condensvorming en moet het effect van koeling
van de rookgassen verlagen.
Het moet zich door middel van een luchtbuffer of isolatiemateriaal op afstand van brandbare of gemakkelijk ontvlambare
materialen bevinden. Controleer deze afstand bij de producent van de schoorsteen.
De opening van de schoorsteen moet zich in dezelfde ruimte bevinden waarin het apparaat geïstalleerd is, of op zijn minst in
de aangrenzende ruimte. Onder de opening moet een opvangruimte voor vast materiaal en condens aanwezig zijn, die via het
metalen, hermetisch gesloten deurtje toegankelijk is.
Extra afzuigsystemen mogen noch langs de schoorsteen noch op de schoorsteenpot geïnstalleerd zijn.
De binnendoorsnede van het rookkanaal kan rond zijn (het best), of vierkant, waarbij de op elkaar aangesloten zijden een
minimumstraal van 20 mm hebben.
De grootte van de doorsnede is:
minimaal Ø100 mm
aanbevolen maximale Ø180 mm
Laat de efficiëntie van het rookkanaal door een ervaren kachel- en schoorsteenspecialist nakijken en bedek het rookkanaal zo
nodig met materiaal dat aan de van kracht zijnde normen voldoet.
De afvoer van de verbrandingsproducten moet plaatsvinden op het dak.
Het rookkanaal moet het CE-plaatje bezitten volgens de norm EN 1443. Hieronder een voorbeeldplaatje:
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
6
Fig. 3 - Voorbeeld van een plaatje
3.4 HOOGTEONDERDRUK
De onderdruk (trek) van een rookkanaal is ook afhankelijk van diens hoogte. Controleer de onderdruk met de waarden die vermeld
worden bij KENMERKEN a pag. 32. Minimum hoogte 3,5 meter.
3.5 ONDERHOUD
De rookafvoerleidingen (rookleiding + rookkanaal + schoorsteenpot) moeten altijd door een ervaren schoorsteenveger gerei-
nigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, met aanduiding van de produ-
cent van de schoorsteen en met de richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij.
Pas in geval van twijfel altijd de strengste regels toe.
Laat het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar door een ervaren schoorsteenveger controleren en reini-
gen. De schoorsteenveger moet een schriftelijke verklaring afgeven waarin staat dat het systeem veilig is.
Het niet reinigen compromitteert de veiligheid.
3.6 SCHOORSTEENPOT
Fig. 4 - Windbestendige schoorsteenpotten
De schoorsteenpot heeft een belangrijke functie voor de goede werking van de verwarmingsapparatuur:
Er wordt geadviseerd een windbestendige schoorsteenpot te gebruiken, zie Fig. 4.
De zone van de gaten voor de afvoer van de rookgassen moet twee keer zo groot zijn als de zone van het rookkanaal en zo
gevormd zijn dat de afvoer van de rook ook in geval van wind verzekerd wordt.
Deze zone moet voorkomen dat regen, sneeuw en eventueel dieren de schoorsteen binnendringen.
De hoogte waarop de rookgassen in de atmosfeer uitgestoten worden, moet buiten de zone van terugstroming liggen. Deze
terugstroming wordt veroorzaakt door de vorm van het dak of door obstakels die zich in de nabijheid bevinden (zie Fig. 2).
7
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
3.7 ONDERDELEN VAN DE SCHOORSTEEN
Fig. 5 - Onderdelen van de schoorsteen
LEGENDA Fig. 5
1 Schoorsteenpot
2 Uitstroomweg
3 Rookkanaal
4 Thermische isolatie
5 Buitenmuur
6 Aansluiting van de schoorsteen
7 Rookleiding
8 Warmtegenerator
9 Inspectieluikje
10 T-aansluiting met inspectiedop
3.8 AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De pelletkachel werkt door de trek van rook die gestuwd wordt door een ventilator. Het is verplicht te controleren of alle leidingen
volgens de regels van het vak tot stand gekomen zijn, volgens de normen EN 1856-1, EN 1856-2 en UNI/TS 11278 inzake de keuze
van de materialen. Het geheel moet in ieder geval gerealiseerd worden door gespecialiseerde bedrijven of personeel volgens UNI
10683:2012.
De aansluiting tussen het apparaat en het rookkanaal moet kort zijn om de trek te bevorderen en condensvorming in de lei-
dingen te voorkomen.
Het rookkanaal moet groter of gelijk zijn aan de afvoerpijp (Ø 80 mm).
Enkele modellen kachels hebben de afvoer aan de zijkant en/of de achterkant. Controleer of de ongebruikte afvoer gesloten
wordt met de bijgeleverde dop.
TYPE SYSTEEM BUIS Ø80 mm BUIS Ø100 mm
Minimum verticale lengte 1,5 m. 2 m.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
8
TYPE SYSTEEM BUIS Ø80 mm BUIS Ø100 mm
Maximum lengte (met 1 aansluiting) 6,5 m. 10 m.
Maximum lengte (met 3 aansluitingen) 4,5 m. 8 m.
Maximum aantal aansluitingen 3 3
Horizontale delen (minimum helling 3%) 2 m. 2 m.
Installatie op een hoogte van meer dan 1200 meter n.a.p. NEE Verplicht
Gebruik specifieke buizen van plaatstaal voor rookkanalen met Ø80 mm of Ø100 mm, afhankelijk van het type systeem, met
siliconen pakkingen.
Het is verboden buigzame metalen buizen van vezelcement of aluminium te gebruiken.
Om van richting te veranderen is het verplicht altijd van aansluitingen gebruik te maken (met hoek > 90°), met inspectiedop,
zodat het gemakkelijk is om een periodieke reiniging van de leidingen uit te voeren.
Controleer na de reiniging altijd of de inspectiedoppen opnieuw hermetisch en met de eigen efficiënte pakking gesloten worden.
Het is verboden de verbrandingsproducten rechtstreeks via de muur naar buiten af te voeren, of naar gesloten ruimtes, ook
wanneer deze onoverdekt zijn.
Het rookkanaal moet zich op een afstand van minstens 500 mm van ontvlambare constructie-elementen of hittegevoelige
elementen bevinden.
Het is verboden om meerdere toestellen op hout/pellet (*) of van een ander type aan te sluiten (ontluchtingskappen...) op
hetzelfde rookkanaal.
(*) tenzij er nationale uitzonderingen zijn (bijv. in Duitsland), die in passende omstandigheden de installatie van meer dan één ap-
paraat in dezelfde schoorsteen toelaten; hoe dan ook moeten de product-/installatie-eisen, die beoogd worden door de betreffende
normen/wetgeving die in dat land van kracht zijn, strikt in acht genomen worden.
3.9 VOORBEELDEN VAN CORRECTE INSTALLATIE
Fig. 6 - Voorbeeld 1
LEGENDA Fig. 6
1 Isolatie
2 Verkleining van Ø100 tot Ø80 mm
3 Inspectiedop
4 Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
Installatie rookkanaal Ø100/120 mm met boring voor de passage van de grotere buis.
9
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
Fig. 7 - Voorbeeld 2
LEGENDA Fig. 7
1 Isolatie
2 Inspectiedop
3 Inspectieluikje schoorsteen
4 Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
5 Helling ≥ 3°
6 Horizontaal deel ≤ 1 m.
Oud rookkanaal, minimaal Ø100/120 mm buisinbreng, met de tot standkoming van een extern luikje voor de reiniging van de
schoorsteen.
Fig. 8 - Voorbeeld 3
LEGENDA Fig. 8
1 Isolatie
2 Inspectiedop
3 Minimum veiligheidsafstand = 0,5 m.
Extern rookkanaal dat tot stand gebracht is met uitsluitend geïsoleerde inox-buizen, dus met dubbele wand minimaal
Ø100/120 mm: Het geheel is goed aan de muur verankerd. Met windbestendige schoorsteenpot (zie Fig. 4).
Kanaliseringssysteem via T-aansluitingen die een gemakkelijke reiniging zonder demontage van de buizen mogelijk maken.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
10
Er wordt geadviseerd de in acht te nemen veiligheidsafstanden en het type isolatiemateriaal samen met de
producent van het rookkanaal te controleren. De vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur gemaakt
worden (EN 13501 - EN 13063 - EN 1856 - EN 1806 - EN 15827).
4 VERBRANDINGSLUCHT
4.1 BUITENLUCHTINLAAT
Fig. 9 - Directe luchttoevoer
LEGENDA Fig. 9
1 Te ventileren vertrek
2 Buitenluchtinlaat
Het is verplicht om voor buitenluchtrecirculatie te zorgen ten behoeve van een goed welzijn in het vertrek.
De luchttoevoer tussen de buitenlucht en het vertrek kan zowel direct plaatsvinden, via een opening in de buitenmuur van het
vertrek (zie Fig. 9).
Vertrekken als slaapkamers, berghokken, garages, magazijnen voor brandbaar materiaal mogen hiervoor niet in aanmerking komen.
De luchtinlaatopening moet in zijn totaal een minimum netto oppervlak van 80 cm2 hebben genoemd oppervlak moet vergro-
ot worden als er andere actieve generatoren in het vertrek aanwezig zijn (bijvoorbeeld: een elektroventilator voor de extractie
van verzadigde lucht, een keukenafzuigkap, andere kachels, enz,,,). die het vertrek in onderdruk brengen.
Het is noodzakelijk te laten nakijken - wanneer alle apparatuur ingeschakeld is - of de drukval tussen het vertrek en de buiten-
lucht niet groter is dan 4,0 Pa: vergroot de opening van de luchtinlaat zo nodig (EN 13384).
De luchtinlaat moet tot stand gebracht worden op een hoogte vlakbij de vloer, met een extern rooster dat bescherming tegen
vogels biedt, en op een wijze dat het door geen enkel object belemmerd wordt.
De luchtinlaat is niet nodig in het geval van een hermetisch gesloten installatie.
11
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
4.2 INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER
Fig. 10 - Luchtinlaat voor installatie met hermetisch gesloten kamer
LEGENDA Fig. 10
1 ≥ 1,5 m.
2 ≥ 0,3 m.
3-3 Aanzicht dwarsdoorsnede
4 Beschermrooster
5 Opening van de bocht die omlaag gericht moet worden
Controleer of de aangekochte kachel een hermetisch gesloten kamer heeft. Als de kachel een hermetisch gesloten kamer heeft en
u wilt dat de gehele installatie hermetisch gesloten is, volg dan onderstaande aanwijzingen:
Het is noodzakelijk dat de lucht die voor de verbranding nodig is rechtstreeks van buitenaf opgenomen wordt.
Gebruik een buis met minimaal Ø60 mm en een maximumlengte van 2 meter. Zie voor de aansluiting de achterzijde van de kachel.
De Franse norm laat de installatie in een schoorsteenpijp met dubbele wand toe (concentrisch systeem). De verbrandingslucht
wordt opgenomen uit de dubbele wand.
Het is noodzakelijk om tijdens de installatiefase de minimumafstanden die voor de verbrandingsluchtinlaat nodig zijn te laten
nakijken, omdat (bijvoorbeeld) een geopende raam of deur een werveling veroorzaken die de benodigde verbrandingslucht
aan de kachel kan onttrekken (zie het schema hieronder).
Het is nodig op de buitenmuur een bocht van 90° te installeren om de toevoer van de verbrandingslucht te beschermen tegen
de effecten van de wind: richt de opening van de bocht omlaag, zie Fig. 10.
Voorzie de bocht van een extern beschermrooster tegen vogels en op een wijze dat het door geen enkel object belemmerd wordt.
Controleer bij de plaatselijke overheden of er beperkende normen zijn die op de inlaat van verbrandingslucht
betrekking hebben: is dat het geval dan moeten deze in acht genomen worden.
In enkele landen en/of streken is de installatie met hermetisch gesloten kamer verplicht: houd u in geval van
twijfel altijd aan de strengste regels.
4.3 INLAAT VERBRANDINGSLUCHT VOOR INSTALLATIE MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER
Procedure voor de aansluiting met de kachel in een afgedichte kamer met concentrisch systeem:
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
12
Fig. 11 - Fase 1
Sluit de luchtinlaatpijp aan op de verbrandingsluchtpijp van de kachel en draai het geheel vast met een klem (zie Fig. 11).
5 INSTALLATIE
5.1 INLEIDING
De positie van de montage moet gekozen worden op grond van de omgeving, de afvoer en het rookkanaal.
Controleer bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben op de inlaat van de verbran-
dingslucht, de inlaat voor de ventilatie van het vertrek, de rookafvoerinstallatie, het rookkanaal en de schoorsteenpot.
Controleer of de inlaat voor verbrandingslucht aanwezig is.
Controleer de eventuele aanwezigheid van andere kachels of apparaten die de kamer in onderdruk kunnen brengen.
Controleer met ingeschakelde kachel of er geen CO in het vertrek aanwezig is.
Controleer of de schoorsteen de benodigde trek heeft.
Controleer of tijdens de trek van de rook alles in veilige staat verkeert (eventuele rooklekken en afstanden ten opzichte van
ontvlambaar materiaal, enz...).
De installatie van het apparaat moet een gemakkelijke toegang voor de reiniging van het apparaat, de rookafvoerleidingen en
het rookkanaal garanderen.
De installatie moet een gemakkelijke toegang tot de elektrische voedingsstekker garanderen (zie ELEKTRISCHE AANSLUI-
TING a pag. 23).
Om meer apparaten te kunnen installeren, moet de buitenluchtinlaat de daarvoor geschikte afmetingen krijgen (zie KENMER-
KEN a pag. 32).
5.2 RUIMTEBESLAG
Fig. 12 - Algemene afmetingen: Spirit
3
13
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
LEGENDE Fig. 12
1 60 cm
2 95,5 cm
3 27,5 cm
4 12,5 cm
5 5,9 cm
6 30,6 cm
7 17 cm
8 31,5 cm
9 6,6 cm
10 76 cm
11 13,2 cm
12 Rookgasafvoer d.8 cm
13 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
Fig. 13 - Algemene afmetingen: Grace
3
LEGENDE Fig. 13
1 69 cm
2 98,7 cm
3 27,5 cm
4 12,4 cm
5 14,4 cm
6 34,1 cm
7 17,3 cm
8 79,5 cm
9 6,6 cm
10 76 cm
11 13,2 cm
12 Rookgasafvoer d.8 cm
13 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
Fig. 14 - Algemene afmetingen: Atrium
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
14
LEGENDE Fig. 14
1 64,5 cm
2 94 cm
3 27,7 cm
4 13,7 cm
5 8,8 cm
6 29,8 cm
7 19,7 cm
8 31,5 cm
9 8,8 cm
10 76 cm
11 13,2 cm
12 Rookgasafvoer d.8 cm
13 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
Fig. 15 - Algemene afmetingen: Roxy
LEGENDE Fig. 15
1 72,7 cm
2 94,5 cm
3 27,4 cm
4 13,5 cm
5 17,1 cm
6 29,8 cm
7 19,7 cm
8 76 cm
9 17,3 cm
10 76 cm
11 13,2 cm
12 Rookgasafvoer d.8 cm
13 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
Fig. 16 - Algemene afmetingen: Madison
15
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
LEGENDE Fig. 16
1 60 cm
2 95,5 cm
3 27,5 cm
4 12,5 cm
5 6 cm
6 30 cm
7 17,5 cm
8 31,5 cm
9 6,5 cm
10 76 cm
11 13,2 cm
12 Rookgasafvoer d.8 cm
13 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
Fig. 17 - Algemene afmetingen: Tabla
LEGENDE Fig. 17
1 71 cm
2 95,5 cm
3 27,5 cm
4 12,5 cm
5 14,5 cm
6 30 cm
7 18,7 cm
8 76 cm
9 16,5 cm
10 76 cm
11 13,2 cm
12 Rookgasafvoer d.8 cm
13 Inlaat verbrandingslucht d.6 cm
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
16
5.3 ALGEMENE INSTALLATIE
Fig. 18 - Algemene installatie
LEGENDE Fig. 18
1 Inzetelement
2 Minimum zij-afstand = 300 mm
3 Minimum achterafstand = 40 mm
4 Minimum voorafstand = 1000 mm
Het is verplicht de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtdoorgang van 300 mm
rondom de zijkanten en van 40 mm aan de achterkant, om een doeltreffende koeling van het apparaat mogelijk te maken,
alsmede een goede verspreiding van de warmte in het vertrek (zie Fig. 18).
Als de wanden van ontvlambaar materiaal zijn, controleer dan de veiligheidsafstanden (zie Fig. 18).
Controleer op het maximum vermogen of de temperatuur van de muren nooit hoger is dan 80°C. Installeer zo nodig een vuur-
vaste plaat op de muren in kwestie.
In enkele landen worden de gemetselde draagmuren ook als ontvlambare muren beschouwd.
5.4 MONTAGE/DEMONTAGE HAARDDEUR
DEMONTAGE DEUR
Voor bepaalde ingrepen (zoals de montage van de zijpanelen en het reinigen) moet de deur van de haard gedemonteerd worden.
Om de deur te verwijderen, als volgt te werk gaan:
De deur openen.
Met behulp van een schroevendraaier de hendel in de richting van de pijl draaien (zie Fig. 19).
De deur heffen zodat de deurpinnen uit de beugels van de structuur komen (zie Fig. 20).
De deur op een veilige plaats zetten tot ze weer wordt gebruikt.
Fig. 19 - Verwijdering van de schroeven Fig. 20 - Verwijdering van de deur
MONTAGE VAN DE DEUR
Om de deur te monteren moeten de deurpinnen in de gaten van de beugel gestoken worden, aanwezig op de structuur.
Nadat de deur is gemonteerd de hendel omhoog doen zodat de deur geblokkeerd blijft.
17
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
5.5 MONTAGE VAN DE LIJST GRACE
3
METAAL
Verwijder de deur (zie het desbetreffende hoofdstuk).
Laat de gekleurde panelen rusten op een vlak (zie Fig. 21).
Zet de 4 panelen aan elkaar met de meegeleverde schroeven (zie Fig. 22 en Fig. 23).
Fig. 21 - Panelen op vlak Fig. 22 - Bevestiging panelen 1 Fig. 23 - Bevestiging panelen 2
Wanneer u de lijst hebt samengesteld (zie Fig. 24), haakt u deze op de kachel vast via de daarvoor bestemde uitstulpingen
(zie Fig. 25).
Blokkeer de lijst met 2 schroeven (zie Fig. 26).
Ga voor de demontage in omgekeerde volgorde te werk.
Fig. 24 - Voltooide lijst Fig. 25 - Bevestiging lijst op de kachel Fig. 26 - Bevestiging schroeven
STEEN
Bevestig de onderste steunbeugels (zie Fig. 27) en de bovenste steunbeugels (zie Fig. 28) van de steen.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
18
Fig. 27 - Bevestiging onderste beugel Fig. 28 - Bevestiging bovenste beugel
Draai de schroeven aan op de steen (zie Fig. 29), de kop van de schroef moet ongeveer 1,5 mm uitsteken (zie Fig. 30).
Fig. 29 - Draai de schroeven aan Fig. 30 - De schroef moet uitsteken
Neem de stenen en pas de schroefkop in het schroefgat in de beugels (zie Fig. 31 en Fig. 32).
Ga zo te werk voor alle stenen (zie Fig. 33).
Ga voor de demontage in omgekeerde volgorde te werk.
Fig. 31 - Koppel de steen vast Fig. 32 - Detail van het aankoppelen Fig. 33 - Koppel alle stenen vast
19
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
5.6 DEMONTAGE LIJST  SPIRIT
3
 MADISON  TABLA
Verwijder de deur (zie het desbetreffende hoofdstuk).
Draai de 2 schroeven los waarmee de lijst aan de structuur is bevestigd (zie Fig. 34).
Koppel de lijst los (zie Fig. 35).
Ga voor de montage in omgekeerde volgorde te werk.
Fig. 34 - Verwijder de schroeven Fig. 35 - Koppel de lijst los
5.7 DEMONTAGE PANELEN ATRIUM  ROXY
Verwijder de deur (zie het desbetreffende hoofdstuk).
Verwijder de 2 schroeven van de frontplaten die onder en boven de deur geplaatst zijn (zie Fig. 36 en Fig. 37) en trek ze
vervolgens los (zie Fig. 38).
Fig. 36 - Verwijdering schroeven 1 Fig. 37 - Verwijdering schroeven 2 Fig. 38 - Verwijdering frontplaten
Draai de 3 schroeven los waarmee de lijst aan de structuur is bevestigd (zie Fig. 39).
Draai de 3 schroeven achter de kachel los (zie Fig. 40) en verwijder het paneel (zie Fig. 41).
Ga voor de montage in omgekeerde volgorde te werk.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
20
Fig. 39 - Verwijdering schroeven 3 Fig. 40 - Verwijdering schroeven 4 Fig. 41 - Verwijdering paneel
5.8 BOVENAFVOER GRACE
3
Ga voor de installatie van de GRACE
3
met de bovenafvoer van rookgassen als volgt te werk:
Maak met een tang het rooster in de nabijheid van de afvoer kapot (zie Fig. 42). Onder het rooster bevinden zich voorperfora-
ties die het verwijderen ervan vergemakkelijken.
Wanneer de doorgang is geopend, plaatst u de pijp met een diameter van 80 mm van de rookgasafvoer (zie Fig. 43).
Fig. 42 - Verwijder het rooster Fig. 43 - Plaats de pijp
5.9 MONTAGE SOKKEL GRACE
3
OPTIONAL
Ga voor de montage van de sokkel als volgt te werk:
Leg de kachel met het achterpaneel op de grond.
Laat de gaten van de sokkel overeenkomen met de gaten op de basis van de kachel (zie Fig. 44).
Blokkeer met de 2 zeskantschroeven en de bijbehorende bouten(zie Fig. 45) de sokkel op de basis (zie Fig. 46).
21
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
Fig. 44 - Plaats de sokkel Fig. 45 - Zeskantschroef en bout Fig. 46 - Blokkeer de schroeven
Zet de kachel rechtop en blokkeer de sokkel met 2 schroeven op het achterpaneel (zie Fig. 47).
Fig. 47 - Bevestig de schroeven
5.10 INSTALLATIE TEGEN DE MUUR GRACE
3
OPTIONAL
De kachel is ook geschikt om tegen een muur geïnstalleerd te worden. Er wordt op gewezen dat de muur een gemetselde dra-
agmuur moet zijn (GEEN gipsplaat, hout, enz...) die geschikt is om het gewicht van de gehele kachel te verdragen.
Fig. 48 - Installatie tegen de muur
LEGENDE Fig. 48
1 Inzetelement
2 Minimum zij-afstand = 300 mm
4 Minimum voorafstand = 1000 mm
5 Afstand houder = 40 mm
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
22
Het is verplicht de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtdoorgang van 300 mm
rondom de zijkanten, om een doeltreffende koeling van het apparaat mogelijk te maken, alsmede een goede verspreiding van
de warmte in het vertrek (zie Fig. 48).
In enkele landen worden de gemetselde draagmuren ook als ontvlambare muren beschouwd.
Als men de kachel tegen een draagmuur van niet ontvlambaar materiaal wilt installeren, moet de houder aan de muur bevestigd
worden (optional cod. 5019009).
Neem contact op met een competente technicus die de gaten voor de rookgasafvoer en de verbrandingslucht zal gereedmaken.
INSTALLATIEVOORBEELD VAN DE KACHEL OP 8 CM VAN DE GROND:
Boor gaten in de muur voor de afvoer van de rookgassen (ref. 1) en de verbrandingslucht (ref. 2) zoals vermeld wordt in Fig. 49.
Bevestig de houder (ref. 3) aan de muur met de metalen pluggen (ref. 4) die geschikt zijn om het gewicht van de kachel te
verdragen.
Bevestig de blokkeerbeugel (ref. 5) op de achterkant van de kachel. Gebruik de schroeven die al aanwezig zijn op de achterkant
(zie Fig. 50).
Til de kachel op en haak hem aan de houder (zie Fig. 51). Sluit in deze fase ook de buizen van de rook en de verbrandingslucht aan.
Blokkeer het geheel met de schroef (ref. 6).
Ga voor de demontage in omgekeerde volgorde te werk.
Fig. 49 - Step 1 Fig. 50 - Step 2 Fig. 51 - Step 3
LEGENDE GRACE
3
1 Gat d.120 mm voor rookgasafvoer
2 Gat d.80 mm voor inlaat verbrandingslucht
3 Houder voor muur
4 Metalen pluggen
5 Blokkeerbeugel
6 Schroef
23
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
5.11 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Belangrijk: het apparaat moet door een geautoriseerd technicus geïnstalleerd worden!
De elektrische aansluiting vindt plaats met een kabel met stekker op een elektrisch stopcontact dat geschikt is om de lading en
de specifieke spanning van ieder afzonderlijk model te verdragen, zoals aangeduid wordt in de tabel met technische gegevens
(zie KENMERKEN a pag. 32).
De stekker moet gemakkelijk toegankelijk zijn wanneer het apparaat geïnstalleerd is.
Controleer bovendien of het elektriciteitsnet over een doeltreffende aardverbinding beschikt: als die niet aanwezig of niet
efficiënt is, zorg dan voor een aardverbinding in overeenstemming met de wettelijke voorschriften.
Sluit de voedingskabel eerst op de achterkant van de kachel aan (zie Fig. 52 e Fig. 53) en daarna op een elektrisch wan-
dstopcontact.
Fig. 52 - Elektrisch stopcontact met hoofdschakelaar Fig. 53 - stekker aangesloten
Gebruik geen verlengsnoer.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door een geautoriseerd technicus vervangen worden.
Wanneer de kachel gedurende lange tijd niet gebruikt zal worden, is het raadzaam de stekker uit het elektrische wandstopcon-
tact te halen.
5.12 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT SPIRIT
3
 GRACE
3
De kachel is reeds werkzaam via een thermostaatsonde die zich binnenin de kachel zelf bevindt. Als u dat wenst kan de kachel op een
externe omgevingsthermostaat aangesloten worden. Deze handeling moet door een geautoriseerd technicus uitgevoerd worden.
De kabels die van de externe thermostaat komen met de klem "Term opt" op de kaart aansluiten, aanwezig op de kachel. De
externe thermostaat zoals volgt activeren (fabrieksinstelling OFF):
Op de "menutoets" drukken.
Met de pijltjes scrollen tot bij Selectie”.
Op "menu" drukken.
Opnieuw met de pijltjes scrollen tot bij "Ext.Thermostaat".
Op "menu" drukken.
Op de toetsen - + drukken.
Om de externe thermostaat te activeren "On" kiezen.
Op de "menutoets" drukken om te bevestigen.
5.13 AANSLUITING EXTERNE THERMOSTAAT ATRIUM  ROXY  MADISON  TABLA
De kachel is reeds werkzaam via een thermostaatsonde die zich binnenin de kachel zelf bevindt. Als u dat wenst kan de kachel op een
externe omgevingsthermostaat aangesloten worden. Deze handeling moet door een geautoriseerd technicus uitgevoerd worden.
De kabels die van de externe thermostaat komen met de klem "Term opt" op de kaart aansluiten, aanwezig op de kachel. De
externe thermostaat zoals volgt activeren (fabrieksinstelling OFF):
Druk enkele seconden op de toets MENU (1).
Druk meermaals op de toets P2 totdat M8-IJKINGEN TECHNICUS "M8 SEt tEcHnic verschijnt".
Druk op de toets P3 om te selecteren.
Stel het password in met de toetsen P1 of P2 (door de toets ingedrukt te houden wordt de instelling versneld).
Druk op de toets P3 om te bevestigen.
Druk op de toetsen P1 of P2 tot de weergave M8-2 DIVERSE IJKINGEN "M8-2 SEt GEnErAL".
Bevestig met P3.
Scrol met de toets P3 tot: Pr46 INSCHAKELEN AFSTAND "Pr46 rEMotE EnABLEd "
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
24
Druk op de toets P1 of P2 om de status te wijzigen.
Bevestig met de toets P3.
Scrol met de toets P1 of P2 tot aan MB-Verlaten "Mb EScAPE ".
Bevestig met de toets P3.
5.14 AFSTELLING KACHEL EN METING ONDERDRUK
Deze kachel is voorzien van een opnamepunt op de voorraadbak om de onderdruk in de verbrandingskamer te kunnen meten en
om de correcte werking ervan te controleren.
Handel als volgt om dit uit te voeren:
Het detectiepunt van de onderdruk bevindt zich achter de pelletvoorraadbak.
Sluit een digitale drukregelaar aan met behulp van een slangetje om de onderdruk te meten (zie Fig. 54).
Laad de transportschroef via de voorziene functie.
Start de kachel en stel “Vlam op vermogen 1 in (het starten van deze kachel duurt 8 tot 10 minuten om een minimale trek te
garanderen).
Vergelijk de gemeten waarden met de waarden in de tabel.
Wijzig het vermogen iedere 10 minuten en wacht tot die zich stabiliseert.
Open het menu van de gebruiker en wijzig de parameters indien nodig.
Fig. 54 - Carter verwijderen
GEGEVEN P1 P2 P3 P4 P5
Onderdruk - tem-
peratuur kachel
4,9 kW
18 Pa - 140°C 25 Pa - 155°C 31 Pa - 170°C 38 Pa - 185°C 45 Pa - 200°C
Onderdruk - tem-
peratuur kachel
7 kW
20 Pa - 130°C 27 Pa - 145°C 35 Pa - 165°C 44 Pa - 200°C 50 Pa - 220°C
NB: voor een goede verbranding moeten de onderdrukwaarden begrepen zijn tussen + - 5 Pa en de temperatuurwaarden tussen
+ - 10°C.
6 BUITENGEWOON ONDERHOUD
6.1 INLEIDING
Voor een lange levensduur van de kachel moet regelmatig een algehele reiniging uitgevoerd worden zoals vermeld wordt in
onderstaande paragrafen.
De rookafvoerleidingen (rookleiding + rookkanaal + schoorsteenpot) moeten altijd door een geautoriseerde specialist gerei-
nigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving, met aanduiding van de fabri-
kant en met de richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij.
Het is bovendien nodig om de verbrandingskamer minstens één keer per jaar te laten reinigen en de pakkingen na te laten
25
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
kijken, de motoren en de ventilatoren te laten reinigen en het elektrische gedeelte te laten controleren.
Al deze werkzaamheden moeten tijdig geprogrammeerd worden in overleg met de geautoriseerde technische
assistentiedienst.
Na een lange periode van onbruik dient men te controleren of de rookgassenafvoerpijp geen obstructies bevat, alvorens de
kachel in te schakelen.
Als de kachel op continue en intense wijze gebruikt wordt, moet het gehele systeem (met inbegrip van de schoorsteen) vaker
gereinigd en gecontroleerd worden.
Voor de eventuele vervanging van beschadigde delen dient u de geautoriseerde verkoper om originele vervangingsonderdelen
te vragen.
6.2 REINIGING ROOKLEIDING
Reinig het afvoersysteem iedere maand.
Fig. 55 - Reiniging rookleiding
Verwijder de inspectie stekker van de T (zie Fig. 55).
Zuig de as die is opgebouwd binnen.
Voer na de reiniging de werkzaamheden in omgekeerde volgorde uit en controleer de intacte staat en de efficiëntie van de
pakking. Vervang deze indien nodig.
Het is belangrijk de dop hermetisch te sluiten anderS zullen schadelijke rookgassen in het vertrek verspreid
worden.
6.3 REINIGING ROOKGASSENDOORGANG
Reinig jaarlijks de rookgassendoorgangen.
Fig. 56 - Verwijder de inspectiedop Fig. 57 - Zuig de as op
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
26
Verwijder de deur en het voorpaneel (zie de betreffende hoofdstukken).
Draai de schroeven los en verwijder de inspectiedop (zie Fig. 56).
Zuig de as op die zich binnenin heeft opgehoopt (zie Fig. 57).
Fig. 58 - Verwijder de schroef 1 Fig. 59 - Verwijder de schroef 2 Fig. 60 - Reinig met pijpenwisser
Om de doorgang van de rookgassen in de verbrandingskamer te reinigen, draait u de 2 schroeven los (zie Fig. 58 en Fig. 59)
en verplaatst u de rechterwand zodanig dat u er met een pijpenwisser bij kunt (zie Fig. 60).
Reinig en zuig de as op die zich binnenin heeft opgehoopt.
Voer na het reinigen de procedure in omgekeerde volgorde uit en controleer of de pakking intact en efficiënt is; vervang deze
indien nodig door originele reserveonderdelen.
6.4 REINIGING OMGEVINGSVENTILATOR
Reinig de omgevingsventilator jaarlijks en verwijder de as of het stof die een onbalans van de schoepen veroorzaken, alsmede een
grotere geluidsemissie.
MODELLEN (SPIRIT3 - ATRIUM - MADISON)
Verwijder de zijflanken.
Zuig as en stof op die zich binnenin opeengehoopt hebben (zie Fig. 61).
Fig. 61 - Reiniging omgevingsventilator
MODELLEN (GRACE3 - ROXY - TABLA)
Verwijder de deur en het voorpaneel (zie de betreffende hoofdstukken).
De omgevingsventilator is bevestigd op het achterpaneel van de kachel, draai de 4 schroeven achter de kachel los om het
paneel te verwijderen (zie Fig. 62).
Verwijder de ventilator en zuig de as en het stof op die zich in de ventilator hebben opgehoopt (zie Fig. 63).
27
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
Fig. 62 - Verwijder de schroeven Fig. 63 - Reiniging omgevingsventilator
6.5 JAARLIJKSE REINIGING VAN DE ROOKGASSENLEIDINGEN
Reinig deze jaarlijks en verwijder het roet met gebruik van borstels.
De reiniging moet door een kachel- en schoorsteenspecialist uitgevoerd worden die de rookleiding, het rookkanaal en de schoor-
steenpot reinigt, de efficiëntie ervan nakijkt en een schriftelijike verklaring afgeeft waarin vermeld wordt dat het systeem veilig is.
Deze werkzaamheden moeten minstens één keer per jaar uitgevoerd worden.
6.6 VERVANGING VAN DE PAKKINGEN
Mochten de pakkingen van de vuurdeur, de voorraadbak of de rookgassenkamer versleten raken, dan moeten ze vervangen wor-
den door een gautoriseerde technicus om de goede werking van de kachel te garanderen.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
7 IN GEVAL VAN ONGEMAKKEN
7.1 OPLOSSING VAN DE PROBLEMEN
Vóór iedere test en/of ingreep van de geautoriseerde technicus heeft deze technicus zelf de plicht te controleren
of de parameters van de elektronische kaart overeenkomen met de referentietabel die hij in bezit heeft.
In geval van twijfel omtrent het gebruik van de kachel dient u ALTIJD de geautoriseerde technicus te contacte-
ren om onherstelbare schade te voorkomen.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
28
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING INGREEP
Het controledi-
splay wordt niet
ingeschakeld
De kachel is zonder
voeding
Controleer of de stekker in het net gestoken is.
De veiligheidszeke-
ring van de
contactdoos is
doorgebrand
Vervang de veiligheidszekering in de contactdoos (3,15A-
250V).
Het controledisplay
is defect
Vervang het controledisplay.
De flat-kabel is
defect.
Vervang de flat-kabel.
De elektronische
kaart is defect
Vervang de elektronische kaart.
Er komen geen
pellets de verbran-
dingskamer binnen
De voorraadbak is
leeg
Vul de voorraadbak.
Deur van de haard
of deur van de
pellets open.
Sluit de deur van de haard en van de pellets en controleer
of geen pelletkorrels in overeenstemming met de pakking
aanwezig zijn.
De kachel is
verstopt
Reinig de kamer van de rookgassen
De transportschro-
ef is geblokkeerd
door een onbekend
object (zoals
spijkers)
Reinig de transportschroef.
De reductiemotor
van de tran-
sportschroef is
kapot
Vervang de reductiemotor.
Controleer of het
display niet een
actief alarm toont
"ALARM ACTIEF"
Voer een revisie van de kachel uit.
29
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING INGREEP
Het vuur dooft en
de kachel stopt
De voorraadbak is
leeg
Vul de voorraadbak.
De transportschro-
ef is geblokkeerd
door een onbekend
object (zoals
spijkers)
Reinig de transportschroef.
Slechte pellets Probeer andere soorten pellets uit.
De waarde van
de lading van de
pellets is te laag
"fase 1"
Regel de lading van de pellets.
Controleer of het
display niet een
actief alarm toont
"ALARM ACTIEF"
Voer een revisie van de kachel uit.
De vlammen zijn
zwak en oranje van
kleur, de pellets
branden niet
correct en het glas
wordt vuil zwart
Er is onvoldoende
verbrandingslucht
Controleer de volgende punten: eventuele obstructies voor de
inlaat van de verbrandingslucht via de achter- of onderkant
van de kachel; regel of verwijder de eventuele PVC-dop met
register in de luchtinlaatbuis; verstopte gaten van het rooster
van de vuurpot en/of de ruimte van de vuurpot met overmati-
ge hoeveelheden as; laat de schoepen van de afzuiger en het
slakkenhuis daarvan reinigen.
De afvoer is ver-
stopt
De afvoerschoorsteen is gedeeltelijk of geheel verstopt. Bel
een ervaren kachel- en schoorsteenspecialist die een controle
van de kachelafvoer tot en met de schoorsteenpot uitvoert.
Zorg dat onmiddellijk een reiniging plaatsvindt.
De kachel is
verstopt
Zorg voor een interne reiniging van de kachel.
De rookgasse-
nafzuiger is kapot
De pellets kunnen ook branden dankzij de onderdruk van het
rookkanaal, zonder behulp van de afzuiger. Laat de rookgas-
senafzuiger onmiddellijk vervangen. Het kan schadelijk voor
de gezondheid zijn om de kachel zonder afzuiger te laten
werken.
De ventilator-
warmtewisselaar
blijft draaien, ook
al is de kachel
afgekoeld
De tempera-
tuursonde van
de rookgassen is
defect
Vervang de rookgassensonde.
De elektronische
kaart is defect
Vervang de elektronische kaart.
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
30
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING INGREEP
Er bevindt zich as
rondom de kachel
De deurpakkingen
zijn defect of kapot
Vervang de pakkingen.
De buizen van de
rookleiding zijn
niet hermetisch
gesloten
Raadpleeg een kachel- en schoorsteenspecialist die de aanslu-
itingen onmiddellijk met siliconenkit voor hoge temperaturen
zal verzegelen en/of de buizen zelf zal vervangen door buizen
die aan de van kracht zijnde normen voldoen. De kanalisering
van de rookgassen is niet hermetisch gesloten en kan de
gezondheid schade berokkenen.
De kachel staat op
max. vermogen
maar verwarmt
niet.
De omgevingstem-
peratuur is bereikt
De kachel gaat op het minimum staan. De kamertemperatuur
verhogen.
De kachel werkt
op snelheid en
het display toont
"Overtempuratuur
Rookga"
De limiettempera-
tuur voor de uitlaat
van de rookgassen
is bereikt
De kachel gaat op het minimum staan. GEEN ENKEL PROBLE-
EM!
In het rookkanaal
van de kachel
wordt condens
gevormd
Lage temperatuur
rookgassen
Controleer of het rookkanaal niet verstopt is
Verhoog het vermogen van de kachel op het minimum (val
van de pellets en toerental van de ventilator)
Installeer een condensopvangbeker
De kachel werkt
op snelheid en
het display toont
"SERVICE"
Waarschuwing pe-
riodiek onderhoud
(niet blokkerend)
Wanneer deze knipperende tekst verschijnt tijdens de inscha-
keling, betekent dit dat het van tevoren vastgestelde aantal
werkuren tot het onderhoud verstreken is. Bel het assistentie-
centrum.
31
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
8 TECHNISCHE GEGEVENS
8.1 INFORMATIE VOOR DE REPARATIE
Wij verstrekken hier enige aanwijzingen voor de geautoriseerde technicus die hij dient op te volgen om toegang tot de mechani-
sche delen van de kachel te krijgen.
Gebruik voor de vervanging van de zekeringen in het elektrische stopcontact achter de kachel een schroevendraaier voor schro-
even met inkeping. Steek deze in het deurtje en gebruik hem als hefboom (zie Fig. 64) Trek de te vervangen zekeringen
vervolgens naar buiten.
Fig. 64 - Deurtje met te verwijderen zekeringen
Handel als volgt:
Verwijder de zijpanelen (zie desbetreffende hoofdstukken).
Na deze handelingen kunt u bij de volgende onderdelen komen: reductiemotor, inschakelbougie, omgevingsventilator, ro-
okgassenafzuiger, omgevingssonde, rookgassensonde, thermostaat, elektronische kaart, drukschakelaar.
Voor de vervanging en/of de reiniging van de transportschroef voor het laden met pellets dient men de drie bouten van de
reductiemotor los te schroeven en de reductiemotor los te halen : draai de twee schroeven onder de motorreductor van de
transportschroef los (zie Fig. 65) , verwijder de handbescherming binnenin de voorraadbak en schroef vervolgens de bout
binnenin de transportschroef los. Ga voor de hermontage in omgekeerde volgorde te werk (zie Fig. 66).
Fig. 65 - Verwijder de schroeven Fig. 66 - Verwijdering schroef
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
32
8.2 KENMERKEN
BESCHRIJVING SPIRIT
3
ATRIUM MADISON
BREEDTE 60 cm 64,5 cm 60 cm
DIEPTE 27,5 cm 27,7 cm 27,5 cm
HOOGTE 95,8 cm 94 cm 95,5 cm
GEWICHT 55 kg 59 kg 55 kg
INGEVOERD THERMISCH VERMOGEN (Min/Max) 2,8 - 5,5 kW 2,8 - 5,5 kW 2,8 - 5,5 kW
NOMINAAL THERMISCH VERMOGEN (Min/Max) 2,5 - 4,9 kW 2,5 - 4,9 kW 2,5 - 4,9 kW
EFFICIËNTIE (Min/Max) 91,5 - 90 % 91,5 - 90 % 91,5 - 90 %
TEMPERATUUR ROOKGASSEN (Min/Max) 105 - 156 °C 105 - 156 °C 105 - 156 °C
MAXIMUM DEBIET VAN DE ROOKGASSEN (Min/Max) 2,7 - 4,0 g/s 2,7 - 4,0 g/s 2,7 - 4,0 g/s
CO-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 0,0188 - 0,0053 % 0,0188 - 0,0053 % 0,0188 - 0,0053 %
OGC-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 7 - 4 mg/Nm
3
7 - 4 mg/Nm
3
7 - 4 mg/Nm
3
NO
X
-EMISSIES (13% O
2
) (Max) 130 mg/Nm
3
130 mg/Nm
3
130 mg/Nm
3
Gemiddeld CO-GEHALTE bij 13% O
2
(Min/Max) 235 - 67 mg/Nm
3
235 - 67 mg/Nm
3
235 - 67 mg/Nm
3
Gemiddeld DEELTJESGEHALTE bij 13% O
2
(Max) 18 mg/Nm
3
18 mg/Nm
3
18 mg/Nm
3
ONDERDRUK SCHOORSTEEN (Min/Max) 11 Pa 11 Pa 11 Pa
OP GEDEELD ROOKKANAAL NO NO NO
DIAMETER AFVOERPIJP ROOKGASSEN Ø80 mm Ø80 mm Ø80 mm
BRANDSTOF Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm
WARMTEVERMOGEN PELLETS 5 kWh/kg 5 kWh/kg 5 kWh/kg
VOCHTGEHALTE PELLETS ≤ 10% ≤ 10% ≤ 10%
VERWARMBAAR VOLUME 18/20°C Coëff. 0,045 kW (Min/Max) 60 - 118 m
3
60 - 118 m
3
60 - 118 m
3
UURVERBRUIK (Min/Max) 0,57 - 1,17 kg/h 0,57 - 1,17 kg/h 0,57 - 1,17 kg/h
CAPACITEIT VOORRAADBAK 12 kg 12 kg 12 kg
AUTONIMOE (Min/Max) 21,1 - 10,3 h 21,1 - 10,3 h 21,1 - 10,3 h
VOEDING 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz
GEABSORBEERD VERMOGEN (Max) 345 W 345 W 345 W
GEABSORBEERD VERMOGEN INSCHAKELWEERSTAND 300 W 300 W 300 W
MINIMUM BUITENLUCHTINLAAT (laatste nuttige doorsnede) 80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
KACHEL MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER SI SI SI
BUITENLUCHTINLAAT VOOR 60 mm 60 mm 60 mm
AFSTAND TOT BRANDBAAR MATERIAAL (achterkant/zijkant/
onderkant)
40 / 300 / 0 mm 40 / 300 / 0 mm 40 / 300 / 0 mm
AFSTAND TOT BRANDBAAR MATERIAAL (plafond/voorzijde) - / 1000 mm - / 1000 mm - / 1000 mm
33
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
BESCHRIJVING GRACE
3
ROXY TABLA
BREEDTE 69 cm 72,7 cm 71 cm
DIEPTE 27,5 cm 27,4 cm 27,5 cm
HOOGTE 98,7 cm 94,5 cm 95,5 cm
GEWICHT 63,5 - 80 kg 63 kg 60 kg
INGEVOERD THERMISCH VERMOGEN (Min/Max) 2,8 - 7,82 kW 2,8 - 7,82 kW 2,8 - 7,82 kW
NOMINAAL THERMISCH VERMOGEN (Min/Max) 2,7 - 7 kW 2,7 - 7 kW 2,7 - 7 kW
EFFICIËNTIE (Min/Max) 93 - 89,5 % 93 - 89,5 % 93 - 89,5 %
TEMPERATUUR ROOKGASSEN (Min/Max) 87 - 182 °C 87 - 182 °C 87 - 182 °C
MAXIMUM DEBIET VAN DE ROOKGASSEN (Min/Max) 3 - 4,9 g/s 3 - 4,9 g/s 3 - 4,9 g/s
CO-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 0,0146 - 0,0103 % 0,0146 - 0,0103 % 0,0146 - 0,0103 %
OGC-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 7 - 4 mg/Nm
3
7 - 4 mg/Nm
3
7 - 4 mg/Nm
3
NO
X
-EMISSIES (13% O
2
) (Max) 116 mg/Nm
3
116 mg/Nm
3
116 mg/Nm
3
Gemiddeld CO-GEHALTE bij 13% O
2
(Min/Max) 183 - 129 mg/Nm
3
183 - 129 mg/Nm
3
183 - 129 mg/Nm
3
Gemiddeld DEELTJESGEHALTE bij 13% O
2
(Max) 14 mg/Nm
3
14 mg/Nm
3
14 mg/Nm
3
ONDERDRUK SCHOORSTEEN (Min/Max) 11 Pa 11 Pa 11 Pa
OP GEDEELD ROOKKANAAL NO NO NO
DIAMETER AFVOERPIJP ROOKGASSEN Ø80 mm Ø80 mm Ø80 mm
BRANDSTOF Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm Pellet Ø6-7 mm
WARMTEVERMOGEN PELLETS 5 kWh/kg 5 kWh/kg 5 kWh/kg
VOCHTGEHALTE PELLETS ≤ 10% ≤ 10% ≤ 10%
VERWARMBAAR VOLUME 18/20°C Coëff. 0,045 kW (Min/Max) 65 - 168 m
3
65 - 168 m
3
65 - 168 m
3
UURVERBRUIK (Min/Max) 0,61 - 1,7 kg/h 0,61 - 1,7 kg/h 0,61 - 1,7 kg/h
CAPACITEIT VOORRAADBAK 12 kg 12 kg 12 kg
AUTONIMOE (Min/Max) 19,7 - 7,1 h 19,7 - 7,1 h 19,7 - 7,1 h
VOEDING 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz 230 V - 50 Hz
GEABSORBEERD VERMOGEN (Max) 345 W 345 W 345 W
GEABSORBEERD VERMOGEN INSCHAKELWEERSTAND 300 W 300 W 300 W
MINIMUM BUITENLUCHTINLAAT (laatste nuttige doorsnede) 80 cm
2
80 cm
2
80 cm
2
KACHEL MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER SI SI SI
BUITENLUCHTINLAAT VOOR 60 mm 60 mm 60 mm
AFSTAND TOT BRANDBAAR MATERIAAL (achterkant/zijkant/
onderkant)
40 / 300 / 0 mm 40 / 300 / 0 mm 40 / 300 / 0 mm
AFSTAND TOT BRANDBAAR MATERIAAL (plafond/voorzijde) - / 1000 mm - / 1000 mm - / 1000 mm
GRACE
3
- SPIRIT
3
- MADISON - TABLA - ROXY - ATRIUM
34
BESCHRIJVING SPIRIT
3
- 5kW .
BREEDTE 60 cm
DIEPTE 27,5 cm
HOOGTE 95,8 cm
GEWICHT 55 kg
INGEVOERD THERMISCH VERMOGEN (Min/Max) 2,9 - 5,8 kW
NOMINAAL THERMISCH VERMOGEN (Min/Max) 2,5 - 5,2 kW
EFFICIËNTIE (Min/Max) 91,5 - 89,5 %
TEMPERATUUR ROOKGASSEN (Min/Max) 105 - 166 °C
MAXIMUM DEBIET VAN DE ROOKGASSEN (Min/Max) 2,7 - 4,1 g/s
CO-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 0,0188 - 0,0113 %
OGC-EMISSIES (13% O
2
) (Min/Max) 7 - 4 mg/Nm
3
NO
X
-EMISSIES (13% O
2
) (Max) 123 mg/Nm
3
Gemiddeld CO-GEHALTE bij 13% O
2
(Min/Max) 248 - 141 mg/Nm
3
Gemiddeld DEELTJESGEHALTE bij 13% O
2
(Max) 17 mg/Nm
3
ONDERDRUK SCHOORSTEEN (Min/Max) 10 Pa
OP GEDEELD ROOKKANAAL NO
DIAMETER AFVOERPIJP ROOKGASSEN Ø80 mm
BRANDSTOF Pellet Ø6-7 mm
WARMTEVERMOGEN PELLETS 5 kWh/kg
VOCHTGEHALTE PELLETS ≤ 10%
VERWARMBAAR VOLUME 18/20°C Coëff. 0,045 kW (Min/Max) 60 - 125 m
3
UURVERBRUIK (Min/Max) 0,62 - 1,24 kg/h
CAPACITEIT VOORRAADBAK 12 kg
AUTONIMOE (Min/Max) 19,4 - 9,7 h
VOEDING 230 V - 50 Hz
GEABSORBEERD VERMOGEN (Max) 345 W
GEABSORBEERD VERMOGEN INSCHAKELWEERSTAND 300 W
MINIMUM BUITENLUCHTINLAAT (laatste nuttige doorsnede) 80 cm
2
KACHEL MET HERMETISCH GESLOTEN KAMER SI
BUITENLUCHTINLAAT VOOR 60 mm
AFSTAND TOT BRANDBAAR MATERIAAL (achterkant/zijkant/
onderkant)
40 / 300 / 0 mm
AFSTAND TOT BRANDBAAR MATERIAAL (plafond/voorzijde) - / 1000 mm
CADEL srl
31025 S. Lucia di Piave - TV
Via Foresto sud, 7 - Italy
Tel. +39.0438.738669
Fax +39.0438.73343
www.cadelsrl.com
www.free-point.it
Rev. 02 - 2019
33


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Cadel Atrium at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Cadel Atrium in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 5,18 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Cadel Atrium

Cadel Atrium User Manual - French - 35 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info