461146
20
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/38
Next page
Notice d’emploi et manuel
d’installation
Gebruiksaanwijzing en
Installatiehandleiding
Opalia C 16 E
CHAUFFE-BAIN À GAZ - BADVERWARMER
37
Gebruiksaanwijzing
Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
Algemene informatie
...............................................................
..........
38
1
Aanwijzingen bij de documentatie
..............................................
38
1.1
Bewaren van de documenten
...............................................................
38
1.2
Gebruikte symbolen
...............................................................
...............
38
1.3
CE-aanduiding
...............................................................
.......................
38
1.4
Toesteltype
...............................................................
.............................
39
2
Veiligheid
...............................................................
.....................39
2.1
Wat te doen in geval van nood
.............................................................
39
2.2
Veiligheidsvoorschriften
...............................................................
......... 39
2.3
Opstelling en instelling
...............................................................
...........
40
3
Aanwijzingen bij installatie en gebruik
........................................
40
3.1
Fabrieksgarantie en aansprakelijkheid
.................................................
40
3.2
Gebruik volgens de bestemming
..........................................................
41
3.3
Vereisten aan de plaats van opstelling
.................................................
41
3.4
Onderhoud
...............................................................
.............................
41
3.5
Recycling en afvoer
...............................................................
...............
41
4
Bediening
...............................................................
....................
42
4.1
Overzicht bedieningselementen
............................................................
42
4.2
Maatregelen voor de ingebruikneming
..................................................
42
4.3
Ingebruikneming
...............................................................
....................
42
4.4
Wamwaterbereiding
...............................................................
...............
43
4.5
Verhelpen van storingen
...............................................................
........
44
4.6
Buitenbedrijfstelling
...............................................................
................
45
4.7
Vorstbeveiliging
...............................................................
....................
46
4.8
Onderhoud en klantendienst
...............................................................
46
Hinweis!
Montage und Bedienungsanleitungen sind verfügbar in der
deutschen Sprache.
38
3
Gebruiksaanwijzing
Algemene informatie
De badverwarmer Opalia C 16 E is
aansluitklaar. Hij moet enkel nog met de
buisleidingen, het rookgasafvoersysteem
en het wisselstroomnet verbonden
worden. Hij dient om een of meerdere
aftappunten, b.v. wastafels, douches
en badkuipen van warm water te
voorzien. Het toestel moet op een
rookgasafvoersysteem met natuurlijk
luchtafvoerkanaal (schoorsteen)
aangesloten worden.
Hij beschikt over een automatische
ontstekings- en bewakingsinrichting
voor de hoofdbrander, daarvoor valt
het gasverbruik van een permanent
brandende ontstekingsvlam weg.
De badverwarmer is met een rookgasb
ewakingsinrichting (TTB) uitgerust die
bij storingen van de rookgasgeleiding de
gastoevoer naar de brander onderbreekt.
De badverwarmeris verder met een
veiligheidstemperatuurbegrenzer
uitgerust die bij oververhitting van het
verwarmingselement het verdere gebruik
van het toestel verhindert.
Het ombouwen mag enkel gebeuren door
bulex service.
1 Aanwijzingen bij de
documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een
wegwijzer door de volledige documentatie.
In combinatie met deze
gebruiksaanwijzing en
installatievoorschriften zijn andere
documenten geldig.
Voor schade die door het niet naleven van
deze handleidingen ontstaat, kunnen we
niet aansprakelijk gesteld worden.
Geldende documenten
voor de gebruiker van de installatie:
• Gebruiksaanwijzing
• Garantiekaart
voor de vakman:
• Installatiehandleiding
1.1 Bewaren van de documenten
Gelieve deze gebruiksaanwijzing alsook
alle andere belangrijke documenten
zodanig te bewaren dat ze direct ter
beschikking staan.
Geef de documenten bij verhuis of
verkoop van het toestel aan de volgende
eigenaar.
1.2 Gebruikte symbolen
Gelieve bij de bediening van het
toestel de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing in acht te nemen!
Gevaar!
Onmiddellijk gevaar voor leven en
goed!
Attentie!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor
product en milieu!
Aanwijzing!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
• Symbool voor vereiste activiteit.
1.3 CE-aanduiding
Met de CE-aanduiding wordt
gedocumenteerd dat de toestellen
conform het typeoverzicht aan de
fundamentele vereisten van de volgende
richtlijnen voldoen:
• Gastoestelrichtlijn (richtlijn 90/396/EEG
van de Raad)
• Richtlijn over de elektromagnetische
compatibiliteit met de grenswaardeklasse
B (richtlijn 89/336/EEG van de Raad)
• Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 73/23/
EEG van de Raad)
2
39
Gebruiksaanwijzing
1.4 Toesteltype
U kunt het geïnstalleerde toesteltype
vaststellen aan de hand van de
informatie in het hoofdstuk 9 in de
installatiehandleiding, die de installateur
na de installatie daar vermeld heeft.
2 Veiligheid
2.1 Wat te doen in geval van nood
Gevaar!
Gasgeur! Vergiftigings- en
explosiegevaar door defecten!
Gelieve bij gasgeur als volgt te handelen:
• Geen licht in-/uitschakelen
• Geen andere elektrische schakelaars
bedienen.
• Geen telefoon in de gevarenzone
gebruiken.
• Geen open vuur gebruiken (b.v.
aansteker, lucifer).
• Niet roken.
• Gasafsluitkraan sluiten.
• Ramen en deuren openen.
• Medebewoners waarschuwen.
• Huis verlaten.
• Gasmaatschappij of uw erkend technicus
op de hoogte brengen.
2.2 Veiligheidsvoorschriften
Neem absoluut de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht.
Gevaar!
Ontplofngsgevaar door
ontvlambare gas-lucht-mengsels!
Explosieve of licht ontvlambare
stoffen (b.v. benzine, verf etc.) niet
in de opstellingsruimte van het
toestel gebruiken of opslaan.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxide!De rookgasbew
akingsinrichting (rookgassensor)
mag in geen geval uit bedrijf
gesteld worden. Anders kunnen bij
permanent ongunstige luchtafvoer
omstandigheden in de schoorsteen
rookgassen ongecontroleerd uit de
schoorsteen in de opstellingsruimte
terugstromen.
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar
door defecten!De
veiligheidsinrichtingen mogen
in geen geval uit bedrijf gesteld
worden en er mogen ook geen
manipulaties aan deze inrichtingen
uitgevoerd worden, waardoor de
goede werking ervan in gevaar kan
komen.
Daarom geen veranderingen uitvoeren:
• aan het toestel
• in de omgeving van het toestel
• aan de toevoerleidingen voor gas,
toevoerlucht, water en stroom
• alsook aan de afvoerleidingen voor
rookgas
Het veranderingsverbod geldt eveneens
voor bouwconstructies in de omgeving
van het toestel, voor zover die een invloed
op de bedrijfsveiligheid van het toestel
kunnen hebben.
Voorbeelden hiervoor zijn:
• Beluchtings- en ontluchtingsopeningen in
deuren, plafonds, ramen en wanden mag
u niet afsluiten, ook niet tijdelijk. Bedek
bijvoorbeeld geen ventilatieopeningen
met kledingstukken e.d. Bij het plaatsen
van vloerbekledingen mogen de
ventilatieopeningen aan de onderkanten
van de deuren niet afgesloten of verkleind
worden.
• De ongehinderde toevoer van lucht naar
40
5
Gebruiksaanwijzing
het toestel mag u niet hinderen. Let hierop
vooral bij het eventueel opstellen van
kasten, rekken of dergelijke onder het
toestel. Een kastachtige bekleding van
het toestel valt onder de betreffende uitv
oeringsvoorschriften. Vraag hierover om
informatie bij uw gespecialiseerde rma,
als u een dergelijke bekleding wenst.
• Openingen voor toevoerlucht en
rookgas moet u vrijhouden. Let erop dat
b.v. afdekkingen van de openingen bij
werkzaamheden aan de buitenfacade
opnieuw verwijderd worden.
• De toestellen mogen niet in ruimtes
geïnstalleerd worden, van waaruit
ventilatie-installaties of warmeluchtverw
armingsinstallaties lucht met behulp van
ventilatoren afzuigen (b.v. wasemkappen,
droogtrommels).
• Bij het inbouwen van voegdichte
vensters moet u er in samenspraak
met uw erkende gespecialiseerde rma
voor zorgen dat er voldoende toevoer
van verbrandingslucht naar het toestel
gegarandeerd is.
Voor wijzigingen aan het toestel of
in de omgeving ervan moet u in elk
geval een beroep doen op de erkende
gespecialiseerde rma die hiervoor
bevoegd is.
Attentie!
Beschadigingsgevaar door
ondeskundige veranderingen!Voer
in geen geval zelf wijzigingen
of manipulaties aan de
badverwarmerof aan andere delen
van de installatie uit.Probeer nooit
om onderhoud of reparaties aan het
toestel zelf uit te voeren.
• Vernietig of verwijder geen loodjes
van componenten. Enkel erkende vaklui
en de klantendienst van de fabriek zijn
geautoriseerd om gelode componenten te
veranderen.
Gevaar!
Verbrandingsgevaar.Het water uit
de waterkraan kan heet zijn.
Attentie!
Beschadigingsgevaar!Gebruik
geen sprays, oplosmiddelen,
chloorhoudende reinigingsmiddelen,
verf, lijm enz. in de omgeving van
het toestel. Deze stoffen kunnen
onder ongunstige omstandigheden
tot corrosie ook in het
rookgassysteem leiden.
2.3 Opstelling en instelling
Het toestel mag enkel door een erkende
technicus geïnstalleerd worden. Die is
ook verantwoordelijk voor de deskundige
installatie en ingebruikneming.
Deze technicus is eveneens voor
inspectie/onderhoud en reparatie van het
toestel alsook voor wijzigingen van de
ingestelde gashoeveelheid bevoegd.
3 Aanwijzingen bij installatie en
gebruik
3.1 Fabrieksgarantie en
aansprakelijkheid
De plaatsing en de installatie mogen
enkel worden uitgevoerd door
een erkend installateur die op zijn
verantwoordelijkheid de bestaande
normen en het installatievoorschrift
naleeft.
De installatie dient uitgevoerd te worden
in overeenstemming met de volgende
normen, voorschriften en richtlijnen :
• de Belgische norm NBN D 51003 voor
binneninstallaties voor aardgas
• alle bestaande voorschriften van de
4
41
Gebruiksaanwijzing
plaatselijke watermaatschapij en van
BELGAQUA
• de ARAB voorschriften
• de toestellen moeten geplaatst worden
op een onontvlambare muur of schutsel
• bij de eerste imdienstelling moet
de installateur zowel de gas- als de
wateraansluitingen van de installatie en
het toestel op dichtheid controleren
3.2 Gebruik volgens de bestemming
De renova bulex badverwarmers
van de serie Opalia zijn volgens
de modernste technieken en de
erkende veiligheidstechnische regels
geconstrueerd. Toch kunnen er bij het
ondeskundige of niet-reglementaire
gebruik gevaren voor leven en goed van
de gebruiker of derden of beschadigingen
aan het toestel en andere voorwerpen
ontstaan.
De badverwarmerszijn speciaal voor de
warmwaterbereiding met gas bestemd.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik
geldt als niet volgens de voorschriften.
Voor hieruit resulterende schade kan de
fabrikant/leverancier niet aansprakelijk
gesteld worden. Het risico draagt alleen
de gebruiker.
Tot het gebruik volgens de bestemming
horen ook het in acht nemen
van de gebruiksaanwijzing en de
installatievoorschriften alsook alle andere
geldende documenten en het naleven van
de inspectie- en onderhoudsvoorschriften.
Attentie!
Elk misbruik is verboden.
De badverwarmermoet door een
gekwaliceerde technicus geïnstalleerd
worden, die voor de naleving van de
bestaande voorschriften, regels en
richtlijnen verantwoordelijk is.
3.3 Vereisten aan de plaats van
opstelling
De badverwarmersworden aan een
muur, bij voorkeur in de buurt van
het regelmatige aftappunt en van de
rookgasschoorsteen geïnstalleerd.
Ze kunnen in b.v. woningen,
kelderruimtes, bergruimtes of polyvalente
ruimtes geïnstalleerd worden. Vraag
uw technicus welke geldende nationale
voorschriften in acht genomen moeten
worden.
De opstellingsplaats moet permanent
vorstvrij zijn. Als u dit niet kunt
garanderen, neem dan de vermelde vorstb
eveiligingsmaatregelen in acht.
Aanwijzing!
Een afstand van het toestel
tot componenten van
brandbare materialen of tot
brandbare bestanddelen is niet
vereist, omdat bij nominaal
warmtevermogen van het toestel
aan het behuizingsoppervlak
een lagere temperatuur optreedt
dan de max. toegestane van
85°C. Om de regelmatige
onderhoudswerkzaamheden
mogelijk te maken, dient u een
zijdelingse minimumafstand van 50
mm tot het toestel in acht te nemen.
3.4 Onderhoud
• Reinig de bekleding van uw toestel met
een vochtige doek en een beetje zeep.
Aanwijzing!Gebruik geen schurende of
reinigingsmiddelen die de bekleding of
de bedieningselementen van kunststof
kunnen beschadigen.
3.5 Recycling en afvoer
Uw badverwarmerbestaat voor het
grootste deel uit recyclebaar materiaal.
3.5.1 Toestel
Uw badverwarmeralsook alle toebehoren
horen niet in het huishoudelijke afval
thuis. Zorg ervoor dat het oude toestel
42
7
Gebruiksaanwijzing
en evt. voorhanden toebehoren op een
deskundige manier afgevoerd worden.
3.5.2 Verpakking
Het afvoeren van de transportverpakking
laat u het best over aan de
especialiseerde rma die het toestel
geïnstalleerd heeft.
Aanwijzing!
Gelieve de geldende nationale
wettelijke voorschriften in acht te
nemen.
4 Bediening
4.1 Overzicht bedieningselementen
1
6
7
5
2
3
4
Afb. 4.1 Overzicht
1 Hoofdschakelaar aan/uit
2 Temperatuurkeuzeknop (ingestelde
temperatuur/storingscode)
3 Koudwateraansluiting
4 Gasaansluiting
5 Warmwateraansluiting
6 Display
7 Kijkglas
4.2 Maatregelen voor de
ingebruikneming
3
4
Afb. 4.2 Afsluitinrichtingen
• Open het afsluitventiel aan de
gasaansluiting (4) van het toestel door de
greep in te drukken en naar links tot aan
de aanslag te draaien (kwartdraai).
• Open het afsluitventiel aan de
koudwateraansluiting (3) van het toestel.
• Controleer of de badverwarmer van
stroom voorzien is.
4.3 Ingebruikneming
1
Afb. 4.3 Ingebruikneming
• Draai de hoofdschakelaar (1) op AAN (I).
De badverwarmer gaat in stand-by. Op het
indicatie-element verschijnt de ingestelde
temperatuur. Na ca. 10 sec. wisselt de
weergave op On.
6
43
Gebruiksaanwijzing
Aanwijzing!
Gelieve bij eventuele ondichtheden
in de warmwaterleiding tussen
toestel en aftappunten onmiddellijk
het koudwaterafsluitventiel aan
het toestel aan te sluiten, zie afb.
4.6 Buiten bedrijf stellen. Laat
ondichtheden door uw erkende
gespecialiseerde firma verhelpen.
4.4 Wamwaterbereiding
4.4.1 Warm water tappen
Gevaar!
Loreros etummy nos dolore tissim
exercip uscidunt lam doloreet la
faccum i.
Verbrandingsgevaar.Het water uit de
waterkraan kan heet zijn.
• Draai de warmwaterkraan aan het
aftappunt, b.v. wastafel, gootsteen
naar links, zo treedt de badverwarmer
automatisch in werking en wordt er warm
water geleverd.
Met een blik door de kijkopening (7) kunt
u bij gebruik de brandervlammen zien. Is
dit niet het geval, zie dan hoofdstuk 4.5
Verhelpen van storingen.
Aanwijzing!
Als uw badverwarmer bij het
tappen van warm water niet in
werking treedt, controleer dan of
het voor de waterkraan ingebouwde
afsluitventiel volledig geopend is
en de hoofdschakelaar op AAN (I)
staat.
Aanwijzing!
Verder kan de in de waterkraan
ingebouwde zeef vervuild zijn. U
kunt de zeef demonteren om hem
schoon te maken. Bij verkalking
raden we u aan om de zeef met
een kalkoplossend middel (b.v.
azijn) te behandelen.
• De badverwarmer gaat automatisch uit
gebruik als u de warmwaterkraan sluit.
4.4.2 Watertemperatuur instellen
2
Afb. 4.4 Instellen van de watertemperatuur
Het toestel levert een constante
watertemperatuur, onafhankelijk van de
getapte hoeveelheid en de koudwaterinloo
ptemperatuur.
Met de temperatuurkeuzeknop (2) kunt u
de watertemperatuur variëren:
• Draai de temperatuurkeuzeknop naar
rechts : Temperatuur hoger.
• Draai de temperatuurkeuzeknop naar
links : Temperatuur lager.
Als u aan de temperatuurregelaar draait,
wordt de ingestelde temperatuur 10
sec. weergegeven, daarna wisselt de
weergave op On. Als de brander voor de
warmwaterbereiding ontsteekt, wordt de
temperatuur opnieuw weergegeven.
U kunt de watertemperatuur ook
veranderen terwijl u warm water tapt.
44
9
Gebruiksaanwijzing
4.5 Verhelpen van storingen
Een ”storing” wordt optisch door een F gevolgd door een getal, b.v. F1, gesignaleerd.
Als gebruiker mag u enkel de volgende storingen proberen te verhelpen. Als er andere
storingsmeldingen zijn dan de hierna vermeld zijn, moet u contact opnemen met bulex
service.
Storingsmelding Oorzaak Oplossing
Geen weergave (tijdelijke)
Onderbreking van
de netspanning
Controleer of de netspanningskabel niet gebroken is en
of het toestel correct op de netspanningsvoorziening
aangesloten is. Het toestel schakelt bij het terugkeren
van de netspanning automatisch opnieuw in.
Geen
brandervlammen
in de kijkopening
te zien
Brander ontsteekt
niet. Gastoevoer
of netspanning
onderbroken.
Controleer of de gasafsluitkraan aan het toestel
geopend is. Controleer of de weergave On op het
weergave-element te zien is. Is aan beide voorwaarden
voldaan, stel het toestel dan door het verdraaien van de
hoofdschakelaar buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw
in bedrijf (I). Is de storing verholpen, dan gaat het
toestel automatisch opnieuw in bedrijf. Is de storing niet
verholpen, neem dan contact op met bulex service of uw
installateur.
F1 Lucht in de
gastoevoer of
onderbreking van
de gastoevoer.
Controleer of de gasafsluitkraan aan het toestel
geopend is. Stel het toestel door het verdraaien van de
hoofdschakelaar buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw
in bedrijf (I). Is de storing verholpen, dan gaat het
toestel automatisch opnieuw in bedrijf. Is de storing niet
verholpen, neem dan contact op met bulex service of uw
installateur.
F2
F3
Gedeeltelijke
of volledige
verstoppen van
de rookgasbuis
of van de
schoorsteen.
Het toestel is gedurende ca. 15 minuten afkoeltijd
vergrendeld. Controleer bij herhaalde storing de
rookgasbuis en de schoorsteen op natuurlijke
luchtdoorgang en vrije doorgang en reinig hem evt. of
laat de schoorsteen vegen. Controleer of er voldoende
luchttoevoer in de opstellingsruimte mogelijk is. Stel
het toestel door het verdraaien van de hoofdschakelaar
buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw in bedrijf (I). Als
de storing na 3 pogingen nog blijft bestaan, schakelt
het toestel automatisch uit en wordt het opnieuw
vergrendeld. Op het indicatie-element verschijnt de
storingsmelding F3. Neem contact op met bulex service
of uw installateur.
F4 Onderbreking van
de gastoevoer.
Controleer of de gasafsluitkraan aan het toestel
geopend is. Stel het toestel door het verdraaien van de
hoofdschakelaar buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw
in bedrijf (I). Is de storing verholpen, dan gaat het
toestel automatisch opnieuw in bedrijf. Is de storing niet
verholpen, neem dan contact op met bulex service of uw
installateur.
8
45
Gebruiksaanwijzing
F5 Sterke
verkalking van
de buisleidingen
of interne
functiestoring van
het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
Tab. 4.1 Verhelpen van storingen
Als de storing verholpen is, verschijnt
op het indicatie-element de ingestelde
temperatuur. Na ca. 10 sec. wisselt de
weergave op On. De badverwarmer gaat
automatisch opnieuw in bedrijf. Gaat het
toestel meermaals in storing, laat het dan
door een technicus controleren.
Attentie!
Beschadigingsgevaar door
ondeskundige veranderingen!Voer
in geen geval zelf wijzigingen of
manipulaties aan de badverwarmer
of aan andere delen van de
installatie uit.
Probeer nooit om onderhoud of reparaties
aan het toestel zelf uit te voeren.
Neem de badverwarmer pas opnieuw in
gebruik als de storing door een technicus
verholpen werd.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxide. De rookgasbewa
kingsinrichting (rookgassensor) mag
in geen geval buiten bedrijf gesteld
worden en er mogen ook geen
manipulaties aan deze inrichting
uitgevoerd worden, waardoor de
goede werking ervan in gevaar
kan komen. Anders kunnen bij
permanent ongunstige luchtafvoer
omstandigheden in de schoorsteen
rookgassen ongecontroleerd uit de
schoorsteen in de opstellingsruimte
terugstromen.
4.6 Buitenbedrijfstelling
1
3
4
Afb. 4.5 Buitenbedrijfstelling
• Draai de hoofdschakelaar (1) op UIT (0).
De gastoevoer naar de brander van de
badverwarmer is nu afgesloten.
• Sluit het afsluitventiel aan de
gasaansluiting (4) van het toestel door de
greep naar rechts tot aan de aanslag te
draaien (kwartdraai).
• Sluit het afsluitventiel aan de
koudwateraansluiting (3) van het toestel
door de greep naar rechts tot aan de
aanslag te draaien.
46
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
1
1
4.7 Vorstbeveiliging
Bij vorstgevaar is het nodig dat u uw
badverwarmer leegt. Dit is b.v. het
geval als uw waterleidingen dreigen te
bevriezen. Ga hierbij als volgt te werk, zie
Afb. 4.5 Buitenbedrijfstelling:
• Draai de hoofdschakelaar (1) op UIT (0).
• Sluit de afsluitventielen aan
de gasaansluiting (4) en aan de
koudwateraansluiting (3) van het toestel
door de greep naar rechts tot aan de
aanslag te draaien.
• Schroef de koudwatertoevoerleiding aan
de toestelaansluiting voor koud water af.
• Open alle aan de badverwarmer
aangesloten warmwaterkranen, zodat
toestel en leiding volledig leeglopen.
• Laat de waterkranen geopend en de
koudwaterleiding afgeschroefd, tot u
het toestel opnieuw kunt vullen als het
vorstgevaar geweken is.
Aanwijzing!
Neem bij het latere vullen van de
badverwarmer de badverwarmer
pas opnieuw in gebruik als na het
openen van het afsluitventiel aan
de koudwateraansluiting van het
toestel water aan de geopende
warmwaterkranen naar buiten komt.
Hierdoor is gegarandeerd dat de
badverwarmer reglementair met
water gevuld is.
4.8 Onderhoud en klantendienst
Voorwaarde voor de permanente
inzetbaarheid en veiligheid,
betrouwbaarheid en lange levensduur is
een jaarlijkse inspectie/jaarlijks onderhoud
van het toestel door de technicus.
Gevaar!
Beschadigingsgevaar
door ondeskundige
bediening!Probeer nooit om zelf
onderhoudswerkzaamheden of
reparaties aan uw badverwarmer uit
te voeren.
Geef de opdracht hiertoe aan bulex
service. We raden u aan om een
onderhoudscontract af te sluiten.
Te weinig onderhoud kan de
bedrijfsveiligheid van het toestel
beïnvloeden en materiële schade en
lichamelijk letsel veroorzaken.
12
10
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
47
Installatiehandleiding
Inhoudsopgave
1 Aanwijzingen bij de documentatie............................................49
1.1 Bewaren van de documenten .............................................................49
1.2 Gebruikte symbolen ............................................................................49
2.1 Typeplaatje..........................................................................................49
2.2 CE-aanduiding ....................................................................................50
2.3 Gebruik volgens de bestemming ........................................................50
2.4 Aansluitingen ......................................................................................51
2.5 Bouwgroepen......................................................................................51
3 Veiligheidsinstructies en voorschriften .....................................51
3.1 Veiligheidsinstructies...........................................................................51
3.2 Voorschriften .......................................................................................53
4 Montage ...................................................................................53
4.1 Omvang van de levering ........................................................................53
4.2 Vereisten aan de plaats van opstelling ...............................................53
4.3 Afmetingen..........................................................................................55
4.4 Toestelmontage...................................................................................55
5 Installatie .................................................................................57
5.1 Aansluiting aan de gastoevoer............................................................57
5.2 Aansluiting aan de watertoevoer.........................................................57
5.3 Aansluiting op het rookgassysteem ....................................................57
5.4 Elektrische aansluiting ........................................................................59
6 Ingebruikneming.......................................................................60
6.1 Gasinstelling controleren ....................................................................60
6.2 Gasinsteltabellen ................................................................................62
6.3 Toestelfunctie controleren ...................................................................62
6.4 Overdracht aan de gebruiker ..............................................................63
6.5 Aanpassing aan andere gassoort ......................................................63
48
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
1
3
7 Inspectie en onderhoud............................................................63
7.1 Voorbereiden van het onderhoud........................................................63
7.2 Brander reinigen .................................................................................64
7.3 Verwarmingselement reinigen en ontkalken .......................................64
7.4 Werking van de TTB controleren ........................................................66
7.5 Proefgebruik en heringebruikneming ..................................................67
7.6 Reserveonderdelen.............................................................................67
8 Verhelpen van storingen ..........................................................67
9 Technische gegevens...............................................................70
Hinweis!
Montage und Bedienungsanleitungen sind verfügbar in der
deutschen Sprache.
12
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
49
1 Aanwijzingen bij de
documentatie
De volgende aanwijzingen zijn een
wegwijzer door de volledige documentatie.
In combinatie met deze
gebruiksaanwijzing en
installatievoorschriften zijn andere
documenten geldig.
Voor schade die door het niet naleven van
deze handleidingen ontstaat, kunnen we
niet aansprakelijk gesteld worden.
Geldende documenten
voor de gebruiker van de installatie:
• Gebruiksaanwijzing
• Garantiekaart
voor de vakman:
• Installatiehandleiding
1.1 Bewaren van de documenten
Gelieve deze gebruiksaanwijzing
en installatiehandleiding alsook alle
geldende documenten en evt. benodigde
hulpmiddelen aan de gebruiker van de
installatie te geven. Die zorgt voor de
bewaring, zodat de handleidingen en
hulpmiddelen indien nodig ter beschikking
staan.
1.2 Gebruikte symbolen
Gelieve bij de installatie van het toestel
de veiligheidsvoorschriften in deze
installatiehandleiding in acht te nemen!
Gevaar!
Onmiddellijk gevaar voor leven en
goed!
Attentie!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor
product en milieu!
Aanwijzing!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
• Symbool voor vereiste activiteit.
2.1 Typeplaatje
U vindt het typeplaatje aan de achterkant
van het bedieningsbord, dat naar voren
naar onderen geklapt kan worden. Om het
bedieningsbord naar onderen te klappen,
gaat u als volgt te werk:
1.
2.
3.
Afb. 2.1 Demonteren van het voorpanneel
• Draai twee schroeven aan de onderkant
van de badverwarmer uit.
• Trek het voorpanneel naar voren af en til
het naar boven uit de beide houders.
• Klap het bedieningsbord naar voren naar
onderen.
De gegevens op het typeplaatje van het
toestel hebben de volgende betekenis:
Aanduiding = Betekenis
Opalia = Productreeks
C 16 E = Soort
rookgasgeleiding en
verbrandingsluchttoevoer
type
schoorsteenaansluiting;
toestelvermogen in l/min;
zonder waakvlam
l2E + l3+ = Aanduiding van de
gassoort:Meergastoestel
voor aardgas en
vloeibaar gas
BE/LU = Landaanduiding voor
België/Luxemburg
B11 BS = Ruimteluchtafhankelijk
gastoestel met een
stromingsbeveiliging in
het rookgastraject zonder
ventilator met rookgasbe
wakingsinichting
50
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
1
5
Pmin. – max. = Minimaal – maximaal
warmtevermogen in kW
Qmin. – max. = Minimale – maximale
warmtebelasting in kW
VAR = Automatische
vermogensaanpassing
G 20/
25ofG30/31
= Bruikbare gassoort,
waarmee het toestel
na aanpassing aan de
gassoort gebruikt kan
worden.
2E+ G 20/25
20/25 mbar
of
3+ G 30/31
28-30/37
mbar
= Fabrieksinstelling
pw max. = Maximaal toegestane
waterdruk in bar
pw min. = Minimaal toegestane
waterdruk in bar
230V˜ 50Hz
60 W
= Voedingsspanning/
verbruik
IPX4D = Elektrische
beschermingsgraad
CE 0049 = Certificerende instantie
CE-
1312B03952
= Nummer van het CE-
certificaat
00A00000 = Serienummer
xx/xxxx = Fabricatiedatum
Tab. 2.1 Typeplaatje
Attentie!
Het toestel mag enkel met de
gassoort gebruikt worden die op het
typeplaatje vermeld is.
• Vermeld absoluut het toesteltype en de
gassoort waarmee het toestel gebruikt
wordt in het hoofdstuk 9.
• Klap het bedieningsbord opnieuw
omhoog en sluit de behuizing opnieuw.
2.2 CE-aanduiding
Met de CE-aanduiding wordt
gedocumenteerd dat de toestellen
conform het typeoverzicht aan de
fundamentele vereisten van de volgende
richtlijnen voldoen:
• Gastoestelrichtlijn (richtlijn 90/396/EEG
van de Raad)
• Richtlijn over de elektromagnetische
compatibiliteit met de grenswaardeklasse
B (richtlijn 89/336/EEG van de Raad)
• Laagspanningsrichtlijn (richtlijn 73/23/
EEG van de Raad)
2.3 Gebruik volgens de bestemming
De badverwarmers van de serie Opalia
zijn volgens de modernste technieken
en de erkende veiligheidstechnische
regels geconstrueerd. Toch kunnen er bij
het ondeskundige of niet-reglementaire
gebruik gevaren voor leven en goed van
de gebruiker of derden of beschadigingen
aan het toestel en andere voorwerpen
ontstaan.
De badverwarmerszijn speciaal voor de
warmwaterbereiding met gas bestemd.
Een ander of daarvan afwijkend gebruik
geldt als niet volgens de voorschriften.
Voor hieruit resulterende schade kan de
fabrikant/leverancier niet aansprakelijk
gesteld worden. Het risico draagt alleen
de gebruiker.
Tot het gebruik volgens de bestemming
horen ook het in acht nemen
van de gebruiksaanwijzing en de
installatievoorschriften alsook alle andere
geldende documenten en het naleven van
de inspectie- en onderhoudsvoorschriften.
Attentie!
Elk misbruik is verboden.
De badverwarmer moet door een
gekwaliceerde technicus geïnstalleerd
worden, die voor de naleving van de
bestaande voorschriften, regels en
richtlijnen verantwoordelijk is.
14
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
51
2.4 Aansluitingen
Toestelaansluitingen:
Water 3/4“
Gas 1/2“
Netaansluiting 230 V 50 Hz sinusvormig,
toevoerleiding min. 3 x 1,5 mm2 ,
zekering 16 A
• Na het vastleggen van de standplaats
van het toestel moet u gas- en
waterleidingen aan de aansluitpunten van
het toestel plaatsen.
Voor het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden aan het
toestel raden we u aan om een minimale
afstand van 50 mm tussen de zijdelingse
toestelwand en de wand van de
opstellingsruimte in acht te nemen.
2.5 Bouwgroepen
15
16
17
12
2
1
4
5
7
9
6
8
3
10
11
Afb. 2.2 Opalia C16 E
Legende
1 Thermische terugslagbeveiliging (TTB)
2 Stromingsbeveiliging
3 Warmtewisselaar
(verwarmingselement)
4 Verbrandingskamer
5 Ontstekingselektrode
6 Brander
7 Elektronische ontsteker
8 Gasblok
9 Doorstromingssensor
10 Koudwateraansluiting
11 Gasaansluiting
12 Warmwateraansluiting
15 Temperatuursensor
16 Ionisatielektrode
17 Oververhittingsbeveiligimg
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxideDe rookgassensor
mag in geen geval buiten bedrijf
gesteld worden. Anders kunnen bij
permanent ongunstige luchtafvoer
omstandigheden in de schoorsteen
rookgassen, ongecontroleerd uit de
schoorsteen in de opstellingsruimte
terugstromen.
Als b.v. de rookgasgeleiding helemaal
of gedeeltelijk verstopt is of als de
plaatselijke luchtdrukverhoudingen aan
het gebouw de perfecte rookgasgeleiding
beperken, stelt de rookgassensor een
stijging van de rookgastemperatuur vast
en onderbreekt de gastoevoer.
3 Veiligheidsinstructies en
voorschriften
3.1 Veiligheidsinstructies
3.1.1 Montage
Attentie!
Monteer de badverwarmer niet
boven een toestel waarvan het
gebruik de badverwarmer zou
kunnen beschadigen (b.v. boven
een fornuis, waar vetdampen
52
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
1
7
kunnen opstijgen) of in een ruimte
met agressieve of sterk stofge
atmosfeer.
3.1.2 Installatie
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische
schokken.Bij een ondeskundige
installatie bestaat er gevaar
voor elektrische schokken en
beschadiging van het toestel.
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar,
verbrandingsgevaar. Let er bij de
installatie van de aansluitingen
op dat alle afdichtingen correct
geplaatst worden, zodat lekken aan
gas- en waterinrichting uitgesloten
worden.
3.1.3 Ingebruikneming
Gevaar!
Hoge koolstofmonoxideconcen
traties door niet-reglementaire
verbranding zijn levensgevaarlijk.
Het ombouwen van het toestel
op een andere gassoort mag
enkel door bulex service worden
uitgevoerd.
Gevaar!
Levensgevaar door uitstromend
gas bij defecten door ongeschikte
gaspitten.Het ombouwen van het
toestel op een andere gassoort
mag enkel door bulex service
worden uitgevoerd
Attentie!
Bij te hoge aansluitdruk mag
u het toestel niet in gebruik
nemen. Neem contact op met de
gasmaatschappij als u de oorzaak
voor deze fout niet kunt verhelpen.
3.1.4 Inspectie en onderhoud
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar
door defecten!De
veiligheidsinrichtingen mogen in
geen geval buiten bedrijf gesteld
worden en er mogen ook geen
manipulaties aan deze inrichtingen
uitgevoerd worden, waardoor de
goede werking ervan in gevaar kan
komen.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxideDe rookgasbew
akingsinrichting (rookgassensor)
mag in geen geval buiten bedrijf
gesteld worden. Anders kunnen bij
permanent ongunstige luchtafvoero
mstandigheden in de schoorsteen,
rookgassen ongecontroleerd uit de
schoorsteen in de opstellingsruimte
terugstromen.
Attentie!
Let er bij het demonteren
en inbouwen van het
verwarmingselement op dat de
verbrandingskamer niet gebogen
wordt.Schade leidt tot vroegtijdige
slijtage van het toestel.
Attentie!
Gebruik in geen geval
draadborstels of andere
16
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
53
gelijkaardige harde borstels om het
verwarmingselement te reinigen.
Schade leidt tot vroegtijdige slijtage
van het toestel.
3.1.5 Verhelpen van storingen
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxide! Bij een defecte
rookgassensor en gedeeltelijk of
volledig verstopte rookgasbuis of
schoorsteen kunnen bij permanent
ongunstige luchtafvoeromsta
ndigheden in de schoorsteen,
rookgassen ongecontroleerd uit de
schoorsteen in de opstellingsruimte
terugstromen.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxide!De
veiligheidsuitschakeling van het
toestel kan voor het verhelpen van
storingen tijdelijk buiten werking
gesteld zijn.
3.2 Voorschriften
De badverwarmer mag enkel door een
erkende technicus geïnstalleerd worden.
Die is ook verantwoordelijk voor de
deskundige installatie en de eerste
ingebruikneming.
De elektrische installatie mag enkel
door een daarvoor opgeleide technicus
uitgevoerd worden.
Voor het installeren van de badverwarmer
moet de stellingname van de
gasmaatschappij gekend zijn.
De badverwarmer mag enkel in een
voldoende geventileerde ruimte opgesteld
worden.
Voor de installatie moeten vooral de
volgende wetten, verordeningen,
technische regels, normen en bepalingen
in de geldige versie in acht genomen
worden:
De plaatsing en de installatie mogen
enkel worden uitgevoerd door
een erkend installateur die op zijn
verantwoordelijkheid de bestaande
normen en het installatievoorschrift
naleeft.
De installatie dient uitgevoerd te worden
in overeenstemming met de volgende
normen, voorschriften en richtlijnen :
- de Belgische norm NBN D 51003 voor
binneninstallaties voor aardgas
- alle bestaande voorschriften van de
plaatselijke watermaatschapij en van
BELGAQUA
- de ARAB voorschriften
- de toestellen moeten geplaatst worden
op een onontvlambare muur of schutsel
- bij de eerste imdienstelling moet
de installateur zowel de gas- als de
wateraansluitingen van de installatie en
het toestel op dichtheid controleren
4 Montage
4.1 Omvang van de levering
- Aansluitstuk gas met afsluitventiel
• Flexibele aansluitslang koud water
• Waterhoeveelheidsbegrenzer koud water
• Waterlter koud water
• Flexibele aansluitslang warm water
Afdichtingen
• Inlaatmondstuk
- Ophangbeugel
4.2 Vereisten aan de plaats van
opstelling
Gelieve bij de keuze van de
opstellingsplaats de volgende
aanwijzingen in acht te nemen:
– De badverwarmer mag enkel in een
voldoende geventileerde ruimte opgesteld
worden.
– De wand, waaraan de badverwarmer
54
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
1
9
gemonteerd wordt, moet voldoende stevig
zijn om het gewicht van de bedrijfsklare
badverwarmer te kunnen dragen.
– Voor de vereiste bevestigingselementen
moet zelf gezorgd worden.– De
opstellingsplaats moet permanent vorstvrij
zijn. Als u dit niet kunt garanderen, neem
dan de vermelde vorstbeveiligingsmaatreg
elen in acht.
– De opstellingsplaats moet zodanig
gekozen worden, dat de leidingen
(gastoevoer, watertoe- en afvoer) goed
geplaatst kunnen worden.
Attentie!
Monteer de badverwarmer niet
boven een toestel waarvan het
gebruik de geiser zou kunnen
beschadigen (b.v. boven een
fornuis, waar vetdampen kunnen
opstijgen) of in een ruimte met
agressieve of sterk stofge
atmosfeer.
– De badverwarmer moet met een buis
van minstens 139 mm diameter aan
een rookgasafvoerbuis met natuurlijke
luchtafvoer aangesloten worden.
Aanwijzing!
Een afstand van het toestel
tot componenten van
brandbare materialen of tot
brandbare bestanddelen is niet
vereist, omdat bij nominaal
warmtevermogen van het toestel
aan het behuizingsoppervlak
een lagere temperatuur optreedt
dan de max. toegestane van
85 °C. Om de regelmatige
onderhoudswerkzaamheden
mogelijk te maken, dient u een
zijdelingse minimumafstand van 50
mm tot het toestel in acht te nemen.
• Leg deze vereisten aan de klant uit.
18
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
55
4.3 Afmetingen
E
A
B
C
DE
20
21
22
12
11
10
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
Afb. 4.1 Maattekening
Legende
20 Rookgasbuisaansluiting
21 Ophangbeugel
22 Behuizing
12 Warmwateraansluiting
11 Gasaansluiting
10 Koudwateraansluiting
Afmeting mm Afmeting mm
A 320 I 807
B 143 J 828
C 200 K 16
D 450 L 62
E 30 M 207
F 362 N 222
G 227 O 376
H 745
4.4 Toestelmontage
Voor de montage en het onderhoud
van de badverwarmer moet u eerst het
voorpanneel en daarna de zijpanelen
van de behuizing nemen en na de
56
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
2
1
werkzaamheden moet u ze opnieuw
aanbrengen.
4.4.1 Voorpanneel afnemen en
opzetten
1.
2.
3.
Afb. 4.2 Demonteren van het voorpanneel
• Draai twee schroeven aan de onderkant
van de badverwarmer uit.
• Trek het voorpanneel naar voren af en til
het naar boven uit de beide houders.
• Monteer het voorpanneel na het
beëindigen van de montage- en
onderhoudswerkzaamheden opnieuw in
de omgekeerde volgorde.
4.4.2 Zijdelen afnemen en opzetten
Afb. 4.3 Demonteren van de zijpanelen
• Klap het bedieningsbord naar voren naar
onderen.
• Demonteer de draagkabel aan het
bedieningsbord.
• Draai telkens twee schroeven ter
bevestiging van de zijpanelen uit.
• Klap de zijpanelen een beetje opzij en
trek ze naar voren toe af.
• Monteer de zijdelen na het
beëindigen van de montage- en
onderhoudswerkzaamheden opnieuw in
de omgekeerde volgorde.
Aanwijzing!
Let er bij de hermontage op dat de
zijpanelen in alle houders zitten.
4.4.3 Ophangbeugel monteren
Om het toestel aan de muur op te hangen,
dient de bijgeleverde ophangbeugel
waarin de badverwarmer gehangen wordt.
• Leg de opstellingsplaats vast, zie
hoofdstuk 4.2 Vereisten aan de plaats van
opstelling.
• Boor de gaten voor de
bevestigingsschroeven conform de
maatgegevens van de afbeelding in het
hoofdstuk 4.3 Afmetingen.
• Schroef de ophangbeugel met het
geschikte bevestigingsmateriaal vast aan
de muur.
4.4.4 Badverwarmer inhangen
• Positioneer de badverwarmer boven
de ophangbeugel en laat hem op de
ophangelementen neer.
20
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
57
5 Installatie
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar,
verbrandingsgevaar. Let er bij de
installatie van de aansluitingen
op dat alle afdichtingen correct
geplaatst worden, zodat lekken aan
gas- en waterinrichting uitgesloten
worden.
23
27
24
23
23
25
28
26
24
Afb. 5.1 Aansluitstukken
Legende
23 Afdichting
24 Flexibele aansluitslang (warm en koud
water)
25 Aansluitstuk gas met afsluitventiel
26 Waterhoeveelheidsbegrenzer koud
water
27 Waterlter koud water
28 Inlaatmondstuk
5.1 Aansluiting aan de gastoevoer
• Zorg voor de spanningvrije
verbinding tussen wandaansluiting
en toestelaansluiting met behulp van
het bijgeleverde gasaansluitstuk met
afsluitventiel.
• Draai de wartelmoer van het
gasaansluitstuk op de gasaansluiting van
het toestel.
• Controleer het toestel op ondichtheden
en dicht ze evt. af.
5.2 Aansluiting aan de watertoevoer
• Zorg voor de spanningvrije koud- en
warmwateraansluitingen.
• Draai de wartelmoeren van de exibele
aansluitslangen op de wateraansluitingen
(koud en warm) van het toestel.
• Controleer het toestel op ondichtheden
en dicht ze evt. af.
5.3 Aansluiting op het
rookgassysteem
30
29
20
Afb. 5.2 Rookgasaansluiting
Legende
30 Rookgasbuis
29 Rookgasbuisadapter (optioneel)
20 Buisopening van de
stromingsbeveiliging
5.3.1 Werking van de rookgassensor
controleren
Controleer voor de montage van de roo-
kgasbuis de correcte werking van de roo-
kgassensor. Ga hierbij als volgt te werk:
• Sluit de rookgasweg af.
2
Afb. 5.3 Instellen van de maximale temperatuur
58
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
2
3
• Draai de temperatuurkeuzeknop (2) naar
rechts op maximale temperatuur.
• Open een warmwaterkraan.
De rookgassensor moet binnen 2 minuten
automatisch de gastoevoer onderbreken
en het toestel vergrendelen.
• Sluit alle warmwaterkranen.
U kunt het toestel na het afkoelen van
de rookgassensor (ten vroegste na 15
minuten) opnieuw in gebruik nemen.
Afb. 5.4 Ontgrendelen van het toestel
• Ontgrendel hiervoor het toestel door
de hoofdschakelaar (1) op UIT (0) en
opnieuw op AAN (I) te draaien.
• Open een warmwaterkraan.
Sluit de rookgassensor niet binnen de
genoemde tijd:
• Neem contact op met bulex service of
uw installateur.
• Neem het toestel buiten bedrijf.
5.3.2 Rookgasbuis monteren
• Plaats de rookgasbuis (30) in de
rookgasbuisaansluiting (20) aan de
stromingsbeveiliging, zie Afb. 5.2
Rookgasaansluiting.
22
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
59
5.4 Elektrische aansluiting
CTN 2
CTN 3
K11
FA
+
18V
s
Vm
M
EVS
Db
AL
FL
L
N
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
2
1
1
3
1
H2
H8
H4
F1
4
3
2
230 V
J1
S1
2
1
J13
J2
21 3 4 5
R
L
K4
TRA
Afb. 5.5 Aansluitschema
Legende
CTN2 = Temperatuursensor
EVS = Gasveiligheidsventiel
K4 = Veiligheidstemperatuurbeg
renzer
K11 = Rookgassensor
Vm = Gasblok
Db = Doorstromingssensor
J13 = Aansluiting interfacekaart
AL = Elektronische ontsteking
FL = Ionisatieelektrode
FA = Ontstekingselektrode
H8 = Aansluiting hoofdschakelaar
F1 = Zekering hoofdprintplaat
TRA = Transformator
De elektrische aansluiting mag enkel door
een geautoriseerd vakman uitgevoerd
worden.
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische
schokken.Bij een ondeskundige
installatie bestaat er gevaar
voor elektrische schokken en
beschadiging van het toestel.
60
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
2
5
Aanwijzing!
De stroomvoorziening moet
sinusvormig zijn.
De badverwarmer is aansluitklaar bedraad
en moet via een vaste aansluiting en een
scheidingsinrichting (b.v. zekeringen,
contactverbrekers) aangesloten worden.
Aansluitkabellengte ca. 1m.
6 Ingebruikneming
De eerste ingebruikneming en de
bediening van het toestel alsook het
instrueren van de gebruiker moet door
een gekwaliceerd vakman uitgevoerd
worden.Meer informatie over de
ingebruikneming/bediening vindt u zoals
beschreven in de gebruiksaanwijzing in
hoofdstuk 4.3 Ingebruikneming.
6.1 Gasinstelling controleren
Vergelijk hiervoor de tabellen in het
hoofdstuk 6.2 Gasinsteltabellen.
6.1.1 Gasinstelling met gastoevoer
vergelijken
Vergelijk de gegevens over de
toesteluitvoering (categorie en ingestelde
gassoort) op het typeplaatje met de
plaatselijk voorhanden gassoort.
Informatie krijgt u bij de plaatselijke
gasmaatschappij.
Geen overeenstemming:
• Stel het toestel op de voorhanden
gassoort af (zie hoofdstuk 6.5 Aanpassing
aan andere gassoort).
6.1.2 Gasaansluitdruk controleren
Afb. 6.1: Meetstukken gasaansluitdruk
De gasaansluitdruk kunt u met een
waterkolom (resolutie minstens 0,1 mbar)
meten. Ga hierbij als volgt te werk:
• Sluit de gasafsluitkraan.
• Schroef de afdichtingsschroef van het
aansluitdrukmeetstuk uit (zie Afb. 6.1
Meetstukken gasaansluitdruk).
• Sluit een waterkolom aan.
• Sluit de gasafsluitkraan.
• Neem het toestel conform de gegevens
in de gebruiksaanwijzing in gebruik en tap
warm water.
• Meet de aansluitdruk (gasstroomdruk).
Gasfamilie Toegestaan
gasaansluitdrukbereik
in mbar
Aardgas E+
G 20
G 25
17 – 25
20 - 30
Vloeibaar gas 3+
G 30
28 – 37
Tab. 6.1 Gasaansluitdrukbereik België
Gasfamilie Toegestaan
gasaansluitdrukbereik
in mbar
Aardgas E
G 20
17 – 25
24
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
61
Vloeibaar gas 3P
G 31
42,5 – 57,5
Tab. 6.2 Gasaansluitdrukbereik Luxemburg
Attentie!
Bij te hoge aansluitdruk mag
u het toestel niet in gebruik
nemen. Neem contact op met de
gasmaatschappij als u de oorzaak
voor deze fout niet kunt verhelpen.
• Neem het toestel buiten bedrijf.
• Sluit de gasafsluitkraan.
• Sluit een waterkolom aan.
• Schroef de afdichtingsschroef van het
aansluitdrukmeetstuk opnieuw in.
• Sluit de gasafsluitkraan.
• Controleer het meetstuk op dichtheid.
6.1.3 Warmtebelasting controleren
Ter controle van de warmtebelasting moet
u de branderdruk (branderdrukmethode)
controleren.
Afb. 6.2: Meetstuk branderdruk
• Schroef de afdichtingsschroef van het
branderdrukmeetstuk uit, zie Afb. 6.2
Meetstuk branderdruk.
• Sluit een waterkolom aan
2
Afb. 6.3 Instellen van de maximale temperatuur
• Neem het toestel volgens de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in
gebruik en zet de temperatuurkeuzeknop
(2) door naar rechts te draaien op
maximale temperatuur.
• Tap warm water met volledig geopende
waterkraan. Hierbij moet de nominale
waterhoeveelheid stromen, zie hoofdstuk
Technische gegevens.
• Voor de vereiste branderdruk in mbar,
zie Tab. Branderdruk België resp. Tab.
Branderdruk Luxemburg.
• Vergelijk de gemeten druk met de
tabelwaarde.
Belastingsafwijkingen van ± 10 % zijn
toegestaan.
• Neem het toestel buiten bedrijf.
• Sluit een waterkolom aan.
• Schroef de afdichtingsschroef van het
branderdrukmeetstuk opnieuw in.
• Controleer de afdichtingsschroef op
dichtheid.
Overschrijden de afwijkingen de
opgegeven grenzen:
62
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
2
7
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
120
32
31
34
33
Afb. 6.4 Gaspitten
Legende
31 Spuitstukhouder
32 Spuitstuk
33 Luchtgeleidingsplaat
34 Brander
• Controleer of de juiste spuitstukken
ingezet zijn. Vergelijk hiervoor de
aanduiding op de gemonteerde
spuitstukken met de gegevens in de
tabel in hoofdstuk Technische gegevens.
Hiervoor moet u evt. de brander
demonteren, zie hoofdstuk 7.2 Brander
reinigen.
• Zijn de gasspuiten niet de oorzaak voor
de afwijking, neem dan contact op met de
klantendienst. U mag het toestel niet in
gebruik nemen.
• Neem het toestel buiten bedrijf.
6.2 Gasinsteltabellen
Toesteluit-
voering
voor
Aardgassen Vloeibare
gassen
Aanduiding
op het
typeplaatje
l2E+, G 20/25
20/25 mbar
I3+ , G 30/31
28-30/37 mbar
Instelling af
fabriek
G 20 G 30
Justering
van de
instelling af
fabriek
Inlaatmondstuk Inlaatmondstuk
Tab. 6.3: Gasinstelling af fabriek België
Gasfamilie Branderdruk
bij nominale
warmtebelasting
in mbar
Aardgas l2E+
G 20
G 25
12
15
Vloeibaar gas I3+
G 30
G 31
22,5
28,7
Tab. 6.4: Branderdruk België
Toesteluit-
voering
voor
Aard-
gassen
Vloeibare
gassen
Aanduiding
op het
typeplaatje
l2H , G 20–
20 mbar
I3P , G 31 – 50
mbar
Instelling af
fabriek
G 20 G 31
Justering
van de
instelling af
fabriek
Inlaatmondstuk
Tab. 6.5: Gasinstelling af fabriek Luxemburg
Gasfamilie Branderdruk
bij nominale
warmtebelasting in
mbar
Aardgas l2H
G 20
12
Vloeibaar gas I3P
G 31
28,7
Tab. 6.6: Branderdruk Luxemburg
6.3 Toestelfunctie controleren
• Controleer de werking van het toestel
aan de hand van de gebruiksaanwijzing.
• Controleer het toestel op dichtheid op
het vlak van gas en water.
• Controleer de perfecte rookgasgeleiding
aan de stromingsbeveiliging, b.v. met een
dauwspiegel.
• Controleer de werking van de
26
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
63
rookgassensor, zie hoofdstuk 5.3
• Laat de elektrische aansluiting door een
elektrotechnicus controleren.
• Vermeld absoluut het toesteltype en de
gassoort waarmee het toestel gebruikt
wordt in de tab. Tab. Gaswaarden m.b.t.
de ingestelde gassoort in het hoofdstuk 9
Technische gegevens.
• Monteer alle behuizingsdelen opnieuw
aan het toestel.
6.4 Overdracht aan de gebruiker
De gebruiker van het toestel moet over
het gebruik en de werking van zijn
badverwarmer geïnstrueerd worden.
• Maak de klant met de bediening van het
toestel vertrouwd. Neem samen met de
gebruiker de gebruiksaanwijzing door en
beantwoord eventueel zijn vragen.
• Geef de gebruiker alle voor
hem bestemde handleidingen en
toestelpapieren, zodat hij ze kan bewaren.
• Wijs de gebruiker erop dat u het
toesteltype en de gassoort, waarmee het
toestel gebruikt worden, in de tab. Tab. 5.2
Gaswaarden m.b.t. de ingestelde gassoort
in het hoofdstuk Technische gegevens
opgenomen hebt
• Geef de gebruiker uitleg over
de getroffen maatregelen voor de
verbrandingsluchttoevoer en de
rookgasgeleiding en benadruk dat deze
maatregelen niet veranderd mogen
worden.
• Wijs de gebruiker vooral op de
veiligheidsvoorschriften die hij in acht
moet nemen.
• Wijs de gebruiker op de noodzaak van
het regelmatig controleren/onderhouden
van de installatie. Raad hem aan om een
inspectie/onderhoudscontract af te sluiten.
• Wijs de gebruiker erop dat de
handleidingen in de buurt van de
badverwarmer moeten blijven.
• Wijs de gebruiker er nadrukkelijk op
dat ruimtelijke veranderingen enkel
in samenspraak met de erkende
gespecialiseerde rma uitgevoerd mogen
worden.
6.5 Aanpassing aan andere gassoort
Gevaar!
Hoge koolstofmonoxide
concentraties door niet-
reglementaire verbranding zijn
levensgevaarlijk.Het ombouwen van
het toestel op een andere gassoort
mag u enkel met de af fabriek
leverbare ombouwsets uitvoeren.
Gevaar!
Levensgevaar door uitstromend
gas bij defecten door ongeschikte
gaspitten. Het ombouwen van het
toestel op een andere gassoort
mag u enkel met de af fabriek
leverbare ombouwsets uitvoeren.
Als de gassoort verandert, moet het
toestel aan de beschikbare gassoort
aangepast worden. Hiervoor moeten
bepaalde delen van het gastoestel
veranderd of vervangen worden.
Deze wijzigingen en de daardoor vereiste
nieuwe instellingen mogen enkel door
bulex service uitgevoerd worden.
7 Inspectie en onderhoud
7.1 Voorbereiden van het onderhoud
Voor het onderhoud van het toestel moet u
het voorpanneel en daarna de zijpanelen
demonteren.
.Leeg voor het uitvoeren van de hierna
beschreven onderhoudswerkzaamheden
eerst het toestel, zie hoofdstuk 4.7. in de
gebruiksaanwijzing.
Voor de reiniging van het toestel moet
u eerst de brander en daarna het
verwarmingselement demonteren.
Monteer na het beëindigen van de
64
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
2
9
onderhoudswerkzaamheden alle delen
opnieuw in de omgekeerde volgorde.
Reinig altijd zowel de brander alsook het
verwarmingselement.
Aanwijzing!
Vervang altijd alle gedemonteerde
afdichtingen door nieuwe
afdichtingen (afdichtingsets zie
hoofdstuk 7.6 Reserveonderdelen).
7.2 Brander reinigen
Voor de reiniging van de brander moet
u de brander eerst demonteren. Bij
stofafzettingen aan de brander moet u de
spuitstuk demonteren.
Afb. 7.1 Demonteren van de brander
• Demonteer de brander en de
luchtgeleidingsplaat door het verwijderen
van de 4 draadschroeven.
• Trek eerst de luchtgeleidingsplaat en
daarna de brander af.
• Verwijder eventuele verbrandingsresten
met een messing draadborstel.
Spuitstukken, mengbuizen en branderrails
moet u eventueel met een zacht penseel
reinigen en met perslucht (stof en vuil)
uitblazen. Bij sterke vervuiling wast u de
brander met zeeploog uit en spoelt u met
helder water na.
7.3 Verwarmingselement reinigen en
ontkalken
Voor het reinigen van het
verwarmingselement moet u
eerst de brander en daarna het
verwarmingselement demonteren.
Attentie!
Let er bij het demonteren
en inbouwen van het
verwarmingselement op dat de
verbrandingskamer niet gebogen
wordt. Schade leidt tot vroegtijdige
slijtage van het toestel.
Afb. 7.2 Steekcontacten veiligheidstemperat
uurbegrenzer
• Trek de steekcontacten aan de veiligheid
stemperatuurbegrenzer af.
28
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
65
Afb. 7.3 Schroefverbindingen van het
verwarmingselement
• Maak de schroefverbindingen
van de warm- en koudwatertoe- en
afvoerleidingen los.
Afb. 7.4 Demonteren van het
verwarmingselement
• Verwijder de plaatschroef aan de
stromingsbeveiliging.
• Verwijder twee plaatschroeven ter
bevestiging aan de achterwand.
• Trek het verwarmingselement naar voren
onderaan uit.
• Bij geringe vervuiling:Spoel de lamellen
van het verwarmingselement met een
scherpe waterstraal uit.
• Bij sterke vervuiling:Gebruik een zachte,
gewone borstel voor de reiniging van het
lamellenblok. Reinig het lamellenblok het
best van boven en onderen in een bak
met heet water om vet- en stofdelen te
verwijderen.
Aanwijzing!
Werk enkel met geringe
borsteldruk. De lamellen mogen in
geen geval gebogen worden!
• Spoel daarna het verwarmingselement
onder stromend water af.
• Bij vervuilingen met olieachtige of
vethoudende bestanddelen:Reinig het
verwarmingselement onder toevoeging
van vetoplossende
wasmiddelen in een heet waterbad.
• Bij verkalkingen: Gebruik een gewone
kalkoplosser. Neem de bijbehorende
gebruiksaanwijzingen in acht.
Aanwijzing!
We raden u aan om, naargelang
de waterkwaliteit, het
verwarmingselement periodiek te
ontkalken.
Attentie!
Gebruik in geen geval
draadborstels of andere
gelijkaardige harde borstels om het
verwarmingselement te reinigen.
Schade leidt tot vroegtijdige slijtage
van het toestel.
Aanwijzing!
Bij het reinigen is het mogelijk
dat de coating lichtjes afgesleten
wordt. De werking van het
verwarmingselement wordt hierdoor
echter niet gehinderd.
66
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
3
1
Aanwijzing!
Let er bij het opnieuw inbouwen
op dat de branderkamers
in het midden onder het
verwarmingselement gericht zijn.
• Monteer eerst opnieuw het verwarming-
selement en daarna de brander.
Afb. 7.5 Positie van de geleidingsplaat
(verwarmingselement)
Aanwijzing!
Let er bij het opnieuw inbouwen op
dat de achterste geleidingsplaat
binnen de stromingsbeveiliging
gepositioneerd is.
Afb. 7.6 Inbouw van de luchtgeleidingsplaat
(brander)
Aanwijzing!
Let er bij de hermontage op
dat de plaatkanten van de
luchtgeleidingsplaat in de
geleidingen van de brander steken.
Afb. 7.7 Steekcontacten veiligheidstemperat
uurbegrenzer
Aanwijzing!
Vergeet niet om de steekcontacten
aan de veilig-heidstemperatuurbegr
enzer opnieuw op te steken.
7.4 Werking van de TTB controleren
De badverwarmer is met een TTB
uitgerust. Bij een niet deskundig
geïnstalleerde rookgasinstallatie schakelt
die bij het uitstromen van rookgas
in de opstellingsruimte het toestel
vergrendelend uit.
Na het uitvoeren van inspectie/onderhoud
moet u de TTB op goede werking
controleren.
Ga hiervoor als volgt te werk:
• Sluit de rookgasweg af.
30
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
67
2
Afb. 7.8 Instellen van de maximale temperatuur
• Draai de temperatuurkeuzeknop (2 )
naar rechts op maximale temperatuur.
• Open een warmwaterkraan.
De TTB moet binnen 2 minuten
automatisch de gastoevoer onderbreken
en het toestel vergrendelen.
• Sluit alle warmwaterkranen.
U kunt het toestel na het afkoelen van
de TTB (ten vroegste na 15 minuten)
opnieuw in gebruik nemen.
1
Afb. 7.9 Ontgrendelen van het toestel
• Ontgrendel hiervoor het toestel door
de hoofdschakelaar (1) op UIT (0) en
opnieuw op AAN (I) te draaien.
• Open een warmwaterkraan.
Sluit de TTB niet binnen de genoemde tijd:
• Neem contact op met de klantendienst.
• Neem het toestel buiten bedrijf.
7.5 Proefgebruik en
heringebruikneming
Na het uitvoeren van inspectie/onderhoud
moet u het toestel op goede werking
controleren:
• Neem het toestel in gebruik.
• Controleer het toestel op ondichtheden
m.b.t. gas en water en dicht het evt. af.
• Controleer ontsteking en gelijkmatig
vlambeeld van de hoofdbrander.
• Controleer of de TTB in orde is
(dauwspiegel).
• Controleer de juiste instelling en
goede werking van alle besturings- en
bewakingsinrichtingen.
Attentie!
Houd er bij de controle van het
ionisatiesysteem rekening mee dat
de meetleidingen en meetklemmen
schoon moeten zijn en niet door
zeepoplossing (lekzoekspray) nat
mogen zijn.
7.6 Reserveonderdelen
Om alle functies van het toestel voor lange
duur te garanderen en om de toegestane
seriestand niet te veranderen, mogen
bij onderhoudswerkzaamheden enkel
originele reserveonderdelen van renova
bulex gebruikt worden.
Een opsomming van eventueel benodigde
reserveonderdelen vindt u in de geldige
renova bulex onderdelencatalogi.
Informatie krijgt u bij bulex service.
8 Verhelpen van storingen
De hierna vermelde storingen mogen
enkel door een gekwaliceerd vakman
verholpen worden.
• Gebruik voor reparaties enkel originele
reserveonderdelen.
• Controleer de juiste inbouw van de
delen alsook het in acht nemen van de
oorspronkelijke positie en richting.
68
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
3
3
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxide!Bij een defecte
rookgassensor en gedeeltelijk of
volledig verstopte rookgasbuis of
schoorsteen kunnen bij permanent
ongunstige luchtafvoeromsta
ndigheden in de schoorsteen
rookgassen ongecontroleerd uit de
schoorsteen in de opstellingsruimte
terugstromen.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door
koolstofmonoxide!De veiligheid-
suitschakeling van het toestel kan
voor het verhelpen van storingen
tijdelijk buiten werking gesteld zijn.
• Controleer na het verhelpen van elke
storing of de veiligheidsuitschakeling van
het toestel functioneert.
Storingsmelding Oorzaak Oplossing
Geen weergave (tijdelijke)
Onderbreking van de
netspanning
Controleer of de netspanningskabel niet
gebroken is en of het toestel correct op de
netspanningsvoorziening aangesloten is. Het toestel
schakelt bij het terugkeren van de netspanning
automatisch opnieuw in.
Geen
brandervlammen
in de kijkopening
te zien
Brander ontsteekt
niet. Gastoevoer
of netspanning
onderbroken.
Controleer of de gasafsluitkraan aan het toestel
geopend is. Controleer of de weergave On op
het weergave-element te zien is. Is aan beide
voorwaarden voldaan, stel het toestel dan door het
verdraaien van de hoofdschakelaar buiten bedrijf
(0) en daarna opnieuw in bedrijf (I). Is de storing
verholpen, dan gaat het toestel automatisch opnieuw
in bedrijf.
Is de storing niet verholpen, neem dan contact op met
bulex service of uw installateur.
F1 Lucht in de
gastoevoer of
onderbreking van de
gastoevoer.
Controleer of de gasafsluitkraan aan het toestel
geopend is. Stel het toestel door het verdraaien van de
hoofdschakelaar buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw
in bedrijf (I). Is de storing verholpen, dan gaat het
toestel automatisch opnieuw in bedrijf. Is de storing
niet verholpen, neem dan contact op met bulex service
of uw installateur.
F2
F3
Gedeeltelijk of
volledig verstoppen
van de rookgasbuis
of van de
schoorsteen.
Het toestel is gedurende 15 minuten afkoeltijd
vergrendeld.
Controleer bij herhaalde storing de rookgasbuis en
de schoorsteen op natuurlijke luchtdoorgang en vrije
doorgang en reinig hem evt. of laat de schoorsteen
vegen. Controleer of er voldoende luchttoevoer in de
opstellingsruimte mogelijk is.
Stel het toestel door het verdraaien van de
hoofdschakelaar buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw
in bedrijf (I). Als de storing na 3 pogingen nog blijft
bestaan, schakelt het toestel automatisch uit en wordt
het opnieuw vergrendeld. Op het indicatie-element
verschijnt de storingsmelding F3. Neem contact op
met bulex service of uw installateur.
32
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
69
F4 Onderbreking van de
gastoevoer.
Controleer of de gasafsluitkraan aan het toestel
geopend is. Stel het toestel door het verdraaien van de
hoofdschakelaar buiten bedrijf (0) en daarna opnieuw
in bedrijf (I). Is de storing verholpen, dan gaat het
toestel automatisch opnieuw in bedrijf. Is de storing
niet verholpen, neem dan contact op met bulex service
of uw installateur.
F5 Sterke verkalking van
de buisleidingen of
interne functiestoring
van het toestel.
Reinig bij verkalking het verwarmingselement. Is de
storing niet verholpen, neem dan contact op met bulex
service of uw installateur.
F7 Storing van de
temperatuursensor.
Interne functiestoring
van het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F8 Enkel Opaliafast
C16E+:Storing van
de verbindingsleiding
met de
temperatuursensor.
Interne functiestoring
van het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F11 Communicatiefout
tussen
hoofdprintplaat en
interfacekaart. Interne
functiestoring van het
toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F12 Communicatiefout
tussen interfacekaart
en hoofdprintplaat.
Interne functiestoring
van het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F13 Storing van de
hoofdprintplaat.
Interne functiestoring
van het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F14 Temperatuurover
schrijding. Interne
functiestoring van het
toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F15 Storing van de motor
van het gasblok.
Interne functiestoring
van het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F16 Storing van de
elektronica. Interne
functiestoring van het
toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
70
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
3
5
F17 Voedingsspanning
kleiner dan of gelijk
aan 170 V. Interne
functiestoring van het
toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F18 Storing van de
interfacekaart. Interne
functiestoring van het
toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F19 Storing van de
warmwatertempera
tuursensor. Interne
functiestoring van het
toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
F20 Interfacekaart
incompatibel met
de hoofdprintplaat.
Interne functiestoring
van het toestel.
Neem contact op met bulex service of uw installateur.
Tab. 8.1 Verhelpen van storingen
9 Technische gegevens
Badverwarmer, type B11 BS
• Gelieve absoluut de ingestelde gassoort in Tab. 5.2 Gaswaarden m.b.t. de ingestelde
gassoort aan te kruisen.
Kenmerk Eenheid Opalia C 16 E
BE/LU
Gascategorie l2E+ l3+
Nominale waterhoeveelheid l/min. 16
Minimale waterhoeveelheid l/min. 2,2
Maximale warmtebelasting (Qmax. ) (m.b.t. de
verwarmingswaarde Hi )
1)
kW 31,8
Minimale warmtebelasting (Qmin. ) kW 10,3
Maximaal warmtevermogen (Pmax. ) kW 28
Minimaal warmtevermogen (Pmin.. ) kW 8,3
Regelbereik kW 8,3 – 28
Warmwaterreservoir l -
Maximale warmwatertemperatuur 63
Minimale warmwatertemperatuur 38
Maximaal toegestane waterdruk pw max. bar 13
Minimaal toegestane waterdruk pw min. bar 0,3
34
Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs
71
Minimale warmwaterhoeveelheid l/min. 2,2
Rookgastemperatuur bij maximaal warmtevermogen 158
Rookgastemperatuur bij minimaal warmtevermogen 107
Maximale rookgasmassastroom g/s 22,1
Minimale rookgasmassastroom g/s 8,9
Minimale ventilatiedoorstroming m3/h 60,4
Afmetingen
Hoogte mm 807
Breedte mm 450
Diepte mm 362
Ø rookgasbuis mm 139
Gewicht ca. kg 23,4
Voedingsspanning V/Hz sinus-
vormig
230/50
Opgenomen vermogen W 60
Ingebouwde zekering A 2
Stroomsterkte A 10/16
Elektrische beschermingsgraad IPX 4D
CE-nummer 1312BO3951
Tab. 9.1 Toestelspecifieke technische gegevens
1) 15 °C, 1013,25 mbar, droog
Gaswaarde m.b.t. de ingestelde gassoort Eenheid Opalia C 16 E
BE/LU
◄ (aankruisen wat van toepassing is)
Aardgas G 20
Gasaansluitwaarde bij maximaal warmtevermogen m3 /h 3,362
Aansluitdruk (gasstroomdruk) pw voor het toestel
mbar 20
Spuitstuk mm 1,2
Branderdruk bij maximaal warmtevermogen mbar 12
Inlaatmondstuk voor maximaal vermogen mm 6,1
◄ (aankruisen wat van toepassing is)
Aardgas G 25
Gasaansluitwaarde bij maximaal warmtevermogen m3 /h 3,574
Aansluitdruk (gasstroomdruk) pw voor het toestel
mbar 25
Spuitstuk mm 1,2
72
Branderdruk bij maximaal warmtevermogen mbar 15
Inlaatmondstuk voor maximaal vermogen mm 6,1
◄ (aankruisen wat van toepassing is)
Vloeibaar gas G 30
Gasaansluitwaarde bij maximaal warmtevermogen kg/h 2,506
Aansluitdruk (gasstroomdruk) pw voor het toestel
mbar 29
Spuitstuk mm 0,73
Branderdruk bij maximaal warmtevermogen mbar 22,5
Inlaatmondstuk voor maximaal vermogen mm 5,2
◄ (aankruisen wat van toepassing is)
Vloeibaar gas G 31
Gasaansluitwaarde bij maximaal warmtevermogen kg/h 2,468
Aansluitdruk (gasstroomdruk) pw voor het toestel
mbar 37
Spuitstuk mm 0,73
Branderdruk bij maximaal warmtevermogen mbar 28,7
Inlaatmondstuk voor maximaal vermogen mm 5,2
Tab. 9.2 Gaswaarden m.b.t. de ingestelde gassoort
1) De spuitstukaanduiding komt overeen met een boringsdiameter vermenigvuldigd met 100.
4
0
/
1
0
-
2
0-
01
8
2
1
1
0
00
4
Site Internet : www.renovabulex.be
03 / 237.56.39
Fax 03 / 237.22.72
BRUXELLES 1070 BRUSSEL
Ch.de Mons 1425 Bergensesteenweg
02 / 555.13.33
Fax 02 / 555.13.34
9000 GENT
L.Van Houttestraat 55B
09 / 231.12.92
Fax 09 / 232.20.67
3500 HASSE
LT
Maastrichtersteenweg 139a
011 / 22.33.55
Fax 011 / 23.11.20
4030 GRIVEGNEE
Rue de Herve 128
04 / 365.80.00
Fax 04 / 365.56.08
5000 NAMUR
Rue St. Nicolas 78
081 / 22.43.12
Fax 081 / 22.43.41
L’entretien annuel doit être réalisé par un professionnel qualifié,
ad
ressez-vous à votre installateur ou á notre service
apr
ès-vente bulex service.
Het jaarlijks onderhoud moet gebeu
ren door een vakman;
gelieve U te wenden tot uw installateur of tot onze
na-verkoopdienst
bulex service.
2100 ANTWERPEN (DEURNE)
Middelmolenlaastraat 19/21
03/2004
20


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Bulex Opalia C 16 E at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Bulex Opalia C 16 E in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,4 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info