Trefwoorde nlijst
36 Installatiehandleiding M iPro R 0020243678_01
Trefwoordenl ijst
A
Aansturingsomker ing van de cascade active ren ................. 13
Aansturingsvolgord e van de cascade active ren .................. 13
Aansturingsvolgord e van de cascade afleze n ..................... 14
Aanvoertemperatu ur CV-circuit aflezen .............................. 16
Aanvoertemperatu ur warmwatercircu it aflezen ........ ........... 15
Actortest uitbreidingsmodule selecteren ............................. 21
Actueel dauwpunt a flezen ................................................... 11
Actuele doorstroming a flezen ................................ .............. 20
Actuele kamerluchtv ochtigheid aflezen .. ............................ . 11
Adaptieve stooklijn activ eren ................................... ............ 11
aflezen, status zoneklep .................................. .................... 18
Afstandsbediening z one toewijzen ............ .......................... 18
Afvoer, verpakking .................................. ........................... .. 23
Alternatiefpunt instellen .......................... ............................ . 11
Automatische koeling a ctiveren................................ ........... 11
B
Batterij vervangen ................................... ............................ 2 2
Bedienings- en weergavefuncties .................................. ..... 10
Bepalen van de ontvang ststerkte van de buiten voeler,
voorwaarde................................................ ............................ 6
Binnencompensat ie activeren ..................... ........................ 16
Bivalentiepunt verwarming instellen . ............................ ....... 11
Bivalentiepunt warm w ater instellen ............... ..................... 11
Boiler instellen ........................................ ............................ . 15
Boiler, maximale laadtijd ins tellen ....................................... 12
Boilerlaadpomp, status aflezen ....................... .................... 15
Boilerlading activeren ............................. ............................ . 12
Boilerlading, hystere instellen............................... ............... 13
Boilertemperatuur bu ffertank beneden aflez en ................... 15
Boilertemperatuur bu ffertank boven aflezen ..................... .. 15
Boilertemperatuurs ensor beneden, waa rde aflezen ... ........ 20
BT koelen beëind. ins tellen ....................... ........................ 18
BT koelen starten inst ellen ........................ ........................ 12
Buffertank voor CV-c ircuit, offset voor lading ...................... 13
Buitentemperatuur , gemiddelde aflezen........................... ... 11
Buitenvoeler in gebruik ne men ............................... ............... 7
Buitenvoeler opsteken ............................................ ............... 7
Buitenvoeler vernietigen ......................................... ............. 22
Buitenvoeler vervangen............................................. .......... 22
Buitenvoeler, ontvangststerkte aflezen ......... ...................... 21
Buitenvoeler, opstelplaats bepalen ................... .................... 6
Buitenvoeler, voorwaarde ontvangststerkte .......................... 6
C
CE-markering ..................................................... ................... 5
Circulatiepomp, status aflezen ......................... ................... 15
Collectortemperatu ur aflezen ......................... ..................... 19
Collectortemperatu ur instellen ................................ ............. 20
Componenten deactiveren ............................................ ...... 12
Configuratie CV-circuittype.......................................... ........ 15
Configuratie MU van de RED‑ 3 .................. ......................... 14
Configuratie MU van de RED‑ 5 .................. ......................... 14
Configuratie multifunc tionele uitgang van de RED‑ 3 .......... 14
Configuratie multifunc tionele uitgang van de RED‑ 5 .......... 14
Configuratie RED‑ 3 .... ............................ ............................ . 14
Configuratie RED‑ 5 .... ............................ ............................ . 14
Configuratie systeemschema ............. ............................ ..... 12
CV-circuitmengklep , status aflezen ................................. .... 16
CV-installatie, in gebruik n emen..................................... ....... 9
CV-keteltype vastleggen ................. ............................ ........ 11
CV-pomp, status aflezen ............... ............................ .......... 16
D
Dauwpunt aflezen ................................. ........................... .... 11
Dauwpunt, offset ins tellen .......... ............................ ............. 18
Dauwpuntbewak ing activeren ........................... .................. 17
Defecte buitenvoeler vernietigen ......................................... 22
Documenten ......... ............................ ............................ ......... 5
Doorstromingshoe veelheid instellen, zonnecircuit ......... ..... 19
E
Extra CV-ketel, uitgang svermogen instellen ....................... 14
F
Foutmeldingen weergeven, lijst ........................................... 22
G
Gemiddelde aflezen, buitentemperatuur ............................. 11
Gereedschap ..................................... ............................ ........ 4
Gewenste aanvoer temperaatur laag inste llen ..................... 16
Gewenste aanvoer temperatuur hoog inst ellen ................... 16
Gewenste aanvoe rtemperatuur instelle n, koelen ................ 18
Gewenste aanvoe rtemperatuur instelle n, maximaal ........... 17
Gewenste aanvoe rtemperatuur instelle n, minimaal ............ 17
Gewenste boilertem peratuur instellen, wa rmwaterboiler .... 15
H
Hybridemanager vastleggen ............................................... 11
Hysterese instellen, boilerlading ............................. ............. 13
I
In gebruik nemen, buiten voeler ............................................. 7
Ingebruikneming .............................. ............................ .......... 9
Ingebruikneming CV-installatie............................... ............... 9
Ingebruikneming, voorafgaande werkzaamheden ................ 9
Inschakelverschil v astleggen, tweede te mperatuurversch il-
regeling .................................. ........................... ................... 20
Inschakelverschil v astleggen, zonnelad ing ......................... 20
Installateur ................................................ ............................ . 4
Instelwaarden terugzetten .................. ............................ ..... 10
K
Kamerluchtvochtig heid aflezen ............................ ............... 11
Kamertemperatuu r aflezen ................................. ................. 18
Koelen activeren ....................................... ........................... 1 7
Koelen, gewenste aa nvoertemperatuu r instellen ................ 18
Koelstarttemperatu ur instellen ................................. ............ 12
Koelstoptemperatu ur instellen ............................................. 18
Kwalificatie ............................. ............................ ................... 4
L
Lading warmwaterb oiler, offset vastlegge n ......................... 13
Legionellabeveiliging vastleggen, dag................................. 13
Legionellabeveiliging vastleggen, tijd .................................. 1 3
Leidingen, keuze ............................ ........................... ............ 5
Leidingen, maximale lengte ....................................... ............ 5
Leidingen, minimumdoorsnede ................................ ............. 5
Looptijd aflezen, zonnepomp .............................................. 1 9
Looptijd terugzetten, zonnepomp .. ............................ .......... 19
M
Maximale gewenste a anvoertemperatuu r instellen ............. 17
Maximale laadtijd instelle n, boiler.................................... .... 12
Maximale temperatuur instellen .............................. ............ 21
Minimale gewenste aa nvoertemperatuur in stellen .............. 17
Minimale temperatuur instellen ................................. .......... 20
Modus instellen .......................................... ......................... 15
Montage, ontvange r aan de wand ......................................... 6
Montage, systeemt hermostaat aan de oph angbeugel .......... 8
Montageplaats systeemthermostaat bepalen ....................... 7
MU van de RED‑ 3 configure ren ....................................... ... 14