618164
21
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/227
Next page
884-T01
XC6119-051
0308
Printed in Taiwan
BORDUURMACHINE
PR-600
BEDIENINGSHANDIEIDING
PR600 Dut H1-H4
i
Belangrijke veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van deze machine altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen in
acht:
Lees voor gebruik alle instructies.
GEVAAR - Beperk het risico op een elektrische schok:
1. Laat de machine nooit onbeheerd aangesloten op het stroomnet. Haal altijd na gebruik en
voordat u de machine gaat schoonmaken de stekker uit het stopcontact.
WAARSCHUWING - Beperk het risico op brandwonden, brand, een
elektrische schok of persoonlijk letsel:
1. De machine mag nooit als speelgoed worden gebruikt. Blijf in de buurt wanneer de machine
wordt gebruikt door kinderen en let op als er kinderen in de buurt zijn.
2. Gebruik de machine alleen zoals bedoeld volgens de beschrijvingen in deze handleiding.
Gebruik uitsluitend accessoires die door de fabrikant in deze handleiding worden aanbevolen.
3. Gebruik de machine nooit wanneer het snoer of de stekker beschadigd is, wanneer de machine
niet goed werkt, wanneer de machine gevallen of beschadigd is of met water in contact is
gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde erkende dealer of een servicecentrum als
deze moet worden nagekeken of gerepareerd of als er elektrische of mechanische afstellingen
nodig zijn.
4. Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de
ventilatieopeningen van de machine vrij van pluisjes, stof en losse stukken stof.
5. Stop geen voorwerpen in openingen en voorkom dat er voorwerpen in kunnen vallen.
6. Gebruik de machine niet buiten.
7. Gebruik de machine niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of op plaatsen waar
zuurstof wordt toegediend.
8. Als u de machine wilt loskoppelen, zet u de hoofdschakelaar op{’ (uit) en haalt u de stekker uit
het stopcontact.
9. Trek hierbij niet aan het snoer. Pak de stekker vast, niet het snoer.
10. Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naald.
11. Gebruik altijd de juiste naaldplaat. Met een verkeerde plaat kan de naald breken.
12. Gebruik geen verbogen naalden.
13. Zet de hoofdschakelaar op ‘{ wanneer u een handeling uitvoert in de buurt van de naald, zoals
de naald verwisselen.
14. Haal de stekker altijd uit het stopcontact wanneer u de machine smeert of andere vormen van
onderhoud uitvoert die in de bedieningshandleiding worden beschreven.
15. Deze machine is niet bedoeld om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of minder
bekwame personen.
16. Let op dat jonge kinderen niet met deze machine spelen.
17. Steek geen vingers in openingen van de machine, zoals in de buurt van de wagen, dit kan letsel
veroorzaken.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
Sapphire_nl.book Page i Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ii
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË, IERLAND,
MALTA EN CYPRUS
Als deze machine is uitgerust met een driepotige vaste BS-stekker, lees dan de volgende mededeling.
BELANGRIJK
Wanneer er geen geschikt stopcontact is voor de stekker van deze machine, kunt u de stekker
afsnijden en een geschikte driepotige stekker bevestigen. Gebruikt u een andere stekker, dan moet u
een goedgekeurde zekering in de stekker monteren.
LET OP
Vernietig de afgesneden stekker. Een stekker met losse draden kan levensgevaarlijk zijn wanneer
deze in een stopcontact wordt gestoken. Als u de stekkerzekering moet vervangen, gebruikt u een
zekering die is goedgekeurd door ASTA voor BS 1362 (met het -teken) met de sterkte die op de
stekker is aangegeven.
Vervang altijd de zekeringkap, gebruik nooit zekeringen waar deze ontbreekt.
WAARSCHUWING
SLUIT GEEN STROOMDRAAD AAN OP DE AARDE DIE IS GEMARKEERD MET DE LETTER ‘E’, HET
AARDESYMBOOL OF GROEN OF GROEN/GEEL IS GEKLEURD.
De draden in dit netsnoer hebben de volgende kleuren:
Blauw Nulleider
Bruin Stroom
Wanneer de kleuren van de draden in het netsnoer niet overeenkomen met de kleurmarkering op de
aansluiting in de stekker, gaat u als volgt te werk.
De blauwe draad moet worden aangesloten op de aansluiting met de letter ‘N’, of met de kleur zwart
of blauw.
De bruine draad moet worden aangesloten op de aansluiting met de letter ‘L’, of met de kleur rood of
bruin.
Sapphire_nl.book Page ii Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
iii
GEFELICITEERD MET DE AANSCHAF VAN DEZE MACHINE
Dit is een van de meest geavanceerde gecomputeriseerde huishoudborduurmachines. Als u volledig
wilt profiteren van alle functies, raden wij u aan de handleiding zorgvuldig te lezen alvorens u de
machine in gebruik neemt.
LEES DIT VOORDAT U DE MACHINE GEBRUIKT
Voor veilig gebruik
1. Houd uw oog op de naald terwijl u borduurt. Raak het handwiel, de draadophaalhendel, de
naald of andere bewegende delen niet aan.
2. Zet altijd de hoofdschakelaar uit en neem de stekker uit het stopcontact wanneer:
u klaar bent met borduren;
u de naald of andere onderdelen verwisselt of verwijdert;
tijdens het gebruik een stroomstoring optreedt;
u onderhoud pleegt aan de machine;
u de machine onbeheerd laat.
3. Sluit de machine rechtstreeks op een wandstopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
Voor een langere levensduur
1. Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of met een hoge vochtigheidsgraad.
Gebruik of plaats de machine niet in de buurt van een verwarming, strijkijzer, halogeenlamp of
andere warme voorwerpen.
2. Gebruik voor het reinigen van de behuizing alleen neutrale zeep of reinigingsmiddelen.
Benzeen, thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en
mogen nooit worden gebruikt.
3. Laat de machine niet vallen en sla niet op de machine.
4. Raadpleeg altijd de bedieningshandleiding wanneer u onderdelen, de naald of andere delen gaat
verwisselen of installeren.
Voor reparatie of bijstellingen
Als de machine een defect vertoont of moet worden afgesteld, controleert u eerst aan de hand van
het overzicht voor probleemoplossing achter in deze gebruiksaanwijzing of u de reparatie of
afstelling zelf kunt uitvoeren. Als u het probleem niet kunt verhelpen, raadpleegt u uw plaatselijke
erkende Brother-dealer.
Meer productinformatie en updates vindt u op onze website www.brother.com
Sapphire_nl.book Page iii Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
iv
Gebruiksrechtovereenkomst
Deze machine bevat gegevens, software en/of documentatie (verder te noemen ‘INHOUD’) die het
eigendom zijn van Brother Industries, Ltd. (‘BROTHER’). DOOR DE INHOUD TE GEBRUIKEN,
ACCEPTEERT DE KLANT DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST.
BROTHER behoudt het eigendom van alle rechten over de INHOUD en de kopieën van de
INHOUD in dit pakket. Voor de INHOUD wordt aan u (‘KLANT’) een licentie verstrekt (niet
verkocht) onder de voorwaarden en bepalingen van deze overeenkomst.
Onder deze licentie wordt de KLANT toegestaan:
de INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine om borduurwerk te maken;
de INHOUD te gebruiken in combinatie met de machine die de KLANT in eigendom heeft of
gebruikt, aangenomen dat de INHOUD op niet meer dan een (1) machine tegelijk wordt
gebruikt.
Tenzij anders aangegeven, wordt de KLANT niet toegestaan:
op enig moment meer dan één kopie van de INHOUD beschikbaar te hebben;
de INHOUD te reproduceren, te wijzigen, te publiceren, te verspreiden, te verkopen, te
verhuren, in sublicentie te geven of op andere wijze aan derden beschikbaar te stellen;
de mediakaart of de INHOUD te verspreiden, te verhuren, in sublicentie te geven, te leasen, te
verkopen, over te dragen of toe te wijzen;
de INHOUD te decompileren, disassembleren of anderszins onderwerpen aan reverse
engineering of anderen te helpen dit te doen;
de INHOUD of een deel ervan te wijzigen, te vertalen, te veranderen of aan te passen voor
zakelijke, commerciële of industriële doeleinden;
BORDUURWERK te verkopen of anderszins te verspreiden dat is gemaakt met de INHOUD DIE
OORSPRONKELIJK EEN BEPAALDE EIGENDOMSAANDUIDING BEVAT ONDER DE NAAM
VAN EEN DERDE ANDERS DAN BROTHER (bijvoorbeeld ‘©DISNEY’).
BROTHER behoudt alle rechten die hierin niet uitdrukkelijk aan de KLANT zijn toegewezen.
Niets in deze overeenkomst vormt een verklaring van afstand van de rechten van BROTHER volgens
welk recht dan ook. Deze overeenkomst zal worden beheerst door het Japanse recht.
Als u vragen hebt over deze overeenkomst, kunt u deze schriftelijk stellen en naar het volgende
adres sturen: Brother Industries, Ltd., 1-1-1 Kawagishi, Mizuho-ku, Nagoya 467-8562, Japan, ter
attentie van: P&H company Sales and Marketing Dept.
Sapphire_nl.book Page iv Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
v
Waarschuwingsetiketten
Op de machine treft u de volgende waarschuwingsetiketten aan.
Neem de voorzorgsmaatregelen die op de labels worden beschreven in acht.
1
2
Doe elke dag wat olie op
de haak voordat u de
machine gebruikt.
Locatie van de labels
Sapphire_nl.book Page v Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
vi
Voorzorgsmaatregelen
Optionele borduurkaarten
Demonteer of verander de borduurkaarten niet.
Buig of kras de borduurkaarten niet, laat ze niet vallen en plaats er geen zware voorwerpen op.
Zorg dat borduurkaarten niet nat worden van water, oplosmiddelen, dranken of andere
vloeistoffen.
Bewaar en gebruik de borduurkaarten niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan sterke
statische elektriciteit of elektrische interferentie.
Bewaar en gebruik borduurkaarten niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan trillingen
of stoten, direct zonlicht, veel stof (of pluisjes), hoge temperaturen, hoge vochtigheid, sterke
temperatuurwisselingen of sterke magnetische velden (zoals van luidsprekers).
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan trillingen of stoten als gegevens worden
opgehaald van de borduurkaarten en probeer niet ondertussen de borduurkaart uit de machine
te verwijderen.
Bewaar borduurkaarten in hun beschermdoosjes.
Als andere borduurkaarten worden gebruikt dan de oorspronkelijke kaarten, kan het zijn dat de
machine niet naar behoren functioneert. Zorg dat u alleen aanbevolen borduurkaarten gebruikt.
Sommige borduurkaarten waarop gebruiksrecht is verleend, kunnen niet worden gebruikt met
deze machine.
Buitenlandse borduurkaarten kunnen niet met deze machine worden gebruikt.
Plaats of verwijder borduurkaarten alleen wanneer op het scherm wordt weergegeven
of wanneer de machine is uitgezet (zie pagina 109).
Sapphire_nl.book Page vi Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
vii
CompactFlash-kaarten
Gebruik alleen 32 MB, 64 MB of 128 MB CompactFlash-kaarten.
Demonteer of verander de CompactFlashkaarten niet.
Buig of kras de CompactFlash-kaarten niet, laat ze niet vallen en plaats er geen zware
voorwerpen op.
Zorg dat CompactFlash-kaarten niet nat worden van water, oplosmiddelen, dranken of andere
vloeistoffen.
Bewaar en gebruik de CompactFlash-kaarten niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan
sterke statische elektriciteit of elektrische interferentie.
Bewaar en gebruik CompactFlash-kaarten niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan
trillingen of stoten, direct zonlicht, veel stof (of pluisjes), hoge temperaturen, hoge vochtigheid,
sterke temperatuurwisselingen of sterke magnetische velden (zoals van luidsprekers).
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan trillingen of stoten als gegevens worden
opgeslagen op of opgehaald van de CompactFlash-kaarten en probeer niet ondertussen de
CompactFlash-kaart uit de machine te verwijderen.
Gegevens op CompactFlash-kaarten kunnen verloren gaan of beschadigen als gevolg van een
defect of ongeluk. Wij raden u aan reservekopieën te maken van belangrijke gegevens.
Plaats of verwijder CompactFlash-kaarten alleen wanneer op het scherm wordt
weergegeven of wanneer de machine is uitgezet (zie pagina 114).
De CompactFlash-kaart is geformatteerd bij de fabricage van deze machine. Wij raden u aan de
kaart niet opnieuw te formatteren.
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikshandleiding die bij de CompactFlash-kaart wordt
geleverd.
Floppydisks
Als u gebruik wilt maken van floppydisks bij een model dat geen ingebouwd floppydiskstation heeft,
moet u het floppydiskstation afzonderlijk aanschaffen.
Gebruik alleen 2HD-floppydisks, geformatteerd voor Windows.
Demonteer geen floppydisks. Open het schuifje op de floppydisk niet en raak de schijf niet
rechtstreeks aan.
Buig of kras de floppydisks niet, laat ze niet vallen en plaats er geen zware voorwerpen op.
Zorg dat floppydisks niet nat worden van water, oplosmiddelen, dranken of andere vloeistoffen.
Plaats floppydisks niet in de buurt van magnetische voorwerpen, zoals floppydiskstations.
Bewaar en gebruik floppydisks niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan trillingen of
stoten, direct zonlicht, veel stof (of pluisjes), hoge temperaturen, hoge vochtigheid, sterke
temperatuurwisselingen of magnetische velden (zoals in de buurt van een televisietoestel of van
magneten).
Zorg dat de machine niet wordt blootgesteld aan trillingen of stoten als gegevens worden
opgeslagen op of opgehaald van de floppydisks en probeer niet de floppydisk ondertussen uit de
machine te verwijderen.
Gegevens op floppydisks kunnen verloren gaan of beschadigd raken als gevolg van een defect of
ongeluk. Wij raden u aan reservekopieën te maken van belangrijke gegevens.
Bewaar floppydisks in een stofvrij beschermdoosje.
Als de magneetkop vuil is, kunnen gegevens op de floppydisk niet goed worden gelezen. Wij
raden u het gebruik van een schoonmaakfloppydisk aan om de magneetkop regelmatig schoon
te maken (zie pagina 188).
Zorg ervoor dat de floppydisks niet tegen schrijven beveiligd zijn wanneer u borduurpatronen
wilt opslaan.
Plaats of verwijder floppydisks alleen wanneer op het scherm wordt weergegeven of
wanneer de borduurmachine is uitgezet (zie pagina 116).
*CompactFlash
TM
is een gedeponeerd handelsmerk van SanDisk Corporation in de Verenigde Staten
en een gebruiksrecht is verleend aan de CompactFlash
TM
Association (CFA).
*Alle andere bedrijfs- en productnamen die bij dit product of in deze bedieningshandleiding worden
gebruikt, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven. De
uitleg van symbolen zoals
®
en
TM
wordt echter niet uitgebreid aangegeven in de tekst.
Sapphire_nl.book Page vii Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
——————————————————————————————————————————————————————————————
viii
Structuur en functies van de machine
Machinaal borduren met
zes naalden
Deze machine kan borduren met meerdere kleuren
draad door automatisch een van de zes naalden te
selecteren. Elke naald bevat een andere kleur draad.
Het mechanisme dat de naalden op en neer
beweegt, wordt de naaldstang genoemd. De
naaldstangen bevinden zich in de naaldstanghouder.
De naaldstangen worden van rechts naar links
geteld: naaldstang 1, naaldstang 2, naaldstang 3,
naaldstang 4, naaldstang 5 en naaldstang 6.
1 Naaldstang 1
2 Naald 1
3 Naaldstanghouder
De machine wijst automatisch kleuren draad toe aan
de naalden. Als naalden zijn ingeregen met dezelfde
kleuren draad die ook in het volgende patroon
worden geborduurd, zal de machine die naalden
automatisch toewijzen aan de juiste kleuren om het
aantal draadwisselingen te beperken. De machine
wijst dus niet altijd kleuren toe op naaldnummer. De
machine wijst kleuren toe op basis van de ingeregen
kleuren.
Memo
Het naaien gebeurt niet noodzakelijkerwijs
in de volgorde van de nummering van de
naaldstangen.
De kleuren draad die aan de naaldstangen zijn
toegewezen, worden op het scherm weergegeven.
Rijg de naaldstangen zoals aangegeven.
1 Illustratie van de ingeregen draden op de
naaldstangen
De kloshouders, draadspanningstoetsen,
draadophaalhendels en draadpaden die worden
genoemd bij het inrijgen van de bovendraad,
worden aangegeven op basis van het bijbehorende
naaldstangnummer.
3
1
2
Sapphire_nl.book Page viii Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Structuur en functies van de machine ix
De zes naalden kunnen niet gelijktijdig borduren. De
machine verplaatst telkens een enkele naald naar de
borduurpositie. De naaldstanghouder wordt, volgens
de borduurvolgorde, naar links of rechts verplaatst
zodat de machine de naaldstang en de naalddraad
van de gewenste kleur naar de borduurpositie kan
verplaatsen.
1 Naald in de borduurpositie
De naald bevindt zich boven het gat in de
naaldplaat 2.
Bij het starten van de machine gaat de persvoet
automatisch omlaag. Het patroon wordt geborduurd,
waarbij de opgegeven handelingen aan het begin en
het einde van het stikken worden uitgevoerd en de
kleur draad wordt gewisseld door de juiste naald
naar de borduurpositie te verplaatsen. Wanneer het
borduurwerk af is, stopt de machine. Wanneer het
patroon zeven of meer kleuren draad nodig heeft,
stopt de machine op het moment dat de
draadklossen moeten worden verwisseld en
verschijnen de benodigde instructies op het LCD-
scherm.
Verschillen met machines
met een enkele naald
Deze machine kan patronen borduren met zes
kleuren of minder zonder draadklossen te
hoeven verwisselen
Bij machines met een enkele naald moet de
draadklos telkens worden verwisseld als een
andere kleur draad wordt gebruikt. Bij deze
machine is het niet nodig de draadklos te
verwisselen of een nieuwe draad in te rijgen bij
patronen met zes kleuren of minder. Wanneer het
patroon minder dan zes kleuren heeft en het
totale aantal draadkleurwisselingen is meer dan
zeven, keert de machine terug naar de naald die
al is gebruikt en wordt de kleur automatisch
opnieuw geborduurd.
Automatisch naaien en borduren bespaart tijd.
De machine werkt automatisch door zodra deze
eenmaal is gestart, tenzij een patroon zeven of
meer kleuren bevat en de draadklossen moeten
worden verwisseld. De automatische werking
omvat alle handelingen, van het neerlaten van de
persvoet tot het uitvoeren van de opgegeven
handelingen aan het begin- en eindpunt en het
verwisselen van de kleuren draad. U bespaart tijd,
omdat de machine van draad kan wisselen en kan
afhechten.
Houdt automatisch de uiteinden van de draad
onder de stof aan het begin en het einde van het
borduren
De machine trekt automatisch de bovendraad
onder de stof bij het begin van een kleur en trekt
de bovendraad uit de stof bij het afknippen van de
draad. U hebt dus verder geen omkijken naar de
uiteinden van de bovendraad.
Verplaatst het borduurraam automatisch naar de
borduurpositie
Bij machines met een enkele naald is in veel
gevallen het patroon in het midden van het
borduurraam geplaatst en moet de stof op de
juiste wijze in het borduurraam worden geplaatst,
waarbij het midden van de gewenste
borduurpositie overeen moet komen met het
midden van het borduurraam. Bij deze machine
wordt het borduurraam echter verschoven om de
borduurpositie te bepalen, waarbij het
eenvoudiger wordt om het patroon op elke positie
in het raam te borduren. Bovendien kan de
borduurpositie worden bepaald nadat de stof is
gespannen en het borduurraam aan de machine is
bevestigd, ongeacht hoe de stof in het
borduurraam is geplaatst.
1
2
Sapphire_nl.book Page ix Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
——————————————————————————————————————————————————————————————
x
Overige kenmerken
Eenvoudig te gebruiken en af te lezen LCD-scherm
Op het grote LCD-scherm kunnen
borduurpatronen vooraf in kleur worden bekeken
via een realistische afbeelding. Aangezien het
LCD-scherm een aanraakscherm is, kunt u op de
weergegeven toetsen drukken om eenvoudig
handelingen uit te voeren.
Veiligheidsmechanisme
De machine is voorzien van een
veiligheidsmechanisme dat letsel voorkomt bij
onbedoeld gebruik. De machine kan alleen
worden gestart nadat deze is ontgrendeld. De
kleur van de start/stop-knop verandert om aan te
geven of de machine wel of niet is vergrendeld.
Breed scala aan ingebouwde informatie over
kleuren draad
Er is informatie aanwezig over draad van
verschillende fabrikanten, zodat u eenvoudig de
juiste kleur kunt kiezen.
Uitgebreide draadkleurweergave, zodat
draadkleuren in bijna ware kleuren worden
weergegeven
De kleuren en kleurnummers van de draden zijn
opgeslagen in het geheugen van de machine. Uit
deze databank van kleuren draad kunt u kleuren
selecteren om uw eigen kleurenpalet samen te
stellen. Als de patroonkleuren met behulp van dit
palet worden veranderd, kan het patroon worden
weergegeven met de kleuren die u hebt.
Bovendien kan het borduurpatroon worden
weergegeven zoals het eruit zal zien nadat het is
geborduurd.
Automatisch naaldinrijgmechanisme
Met behulp van het automatische
naaldinrijgmechanisme kan de naald eenvoudig
van een draad worden voorzien.
Licht rood Knippert groen
De machine is
vergrendeld.
De machine kan
worden gestart.
Sapphire_nl.book Page x Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Structuur en functies van de machine xi
CompactFlash-kaartopening en USB-
poortconnector standaard bijgeleverd
Borduurpatronen kunnen worden opgeslagen op
en opgehaald van CompactFlash-kaarten.
Bovendien kunnen borduurpatronen ook worden
opgeroepen van een computer als deze met de
meegeleverde USB-kabel met de machine is
verbonden.
Opmerking
CompactFlash-kaarten en lees-/
schrijfeenheden zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels en computerzaken.
Beschikbare functies
U kunt ontwerpen van maximaal 200 mm (H) ×
300 mm (B) (7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
borduren. Met het optionele petraam kunt u ook op
petten borduren.
Diverse ingebouwde patronen
Naast de vele letter-, borduur- en raampatronen
die in de machine zijn ingebouwd, zijn er nog
vele andere borduurpatronen beschikbaar bij
gebruik van een optionele borduurkaart.
Borduurpatronen bewerken
U kunt letter- en borduurpatronen combineren of
tekst instellen om de patronen te rangschikken.
De machine kan ook worden ingesteld om
hetzelfde patroon te herhalen.
Sapphire_nl.book Page xi Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
——————————————————————————————————————————————————————————————
xii
Opzet van de handleiding
Deze handleiding is als volgt ingedeeld.
Lees dit voor gebruik
Hoofdstuk 1: Voorbereidingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de
borduurmachine moet instellen en de diverse
voorbereidingen die u moet treffen voordat u kunt
beginnen met naaien.
Hoofdstuk 2: Beknopte borduurhandleiding
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor
het borduren beschreven, van het starten van de
machine en het borduren van een patroon tot de
afwerking. Volg de stappen in deze beknopte
handleiding om een patroon te borduren en bekend
te raken met de bediening van deze machine.
Hoofdstuk 3: Andere basisprocedures
In dit hoofdstuk worden andere handelingen
beschreven dan die in hoofdstuk 2 zijn behandeld,
zoals het borduren van een patroon met zeven of
meer kleuren en andere noodzakelijke handelingen,
zoals het vervangen van een naald.
Extra informatie
Hoofdstuk 4: Borduurinstellingen
In dit hoofdstuk worden de diverse
borduurinstellingen beschreven waarmee het
bewerken van patronen heel eenvoudig wordt.
Hoofdstuk 5: Patronen selecteren/bewerken/
opslaan
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het
selecteren, bewerken en opslaan van
borduurpatronen.
Hoofdstuk 6: Basisinstellingen en helpfunctie
In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de
instellingentoets, de bedieningshandleidingstoets en
de helptoets beschreven. Er wordt uitgelegd hoe u
wijzigingen kunt aanbrengen in de basisinstellingen
van de machine en hoe de bediening wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Hoofdstuk 7: Bijlage
In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van
verschillende borduurtechnieken, tips voor het
maken van prachtig borduurwerk en informatie over
onderhoud en probleemoplossing.
Informatie zoeken
Zoeken in de handleiding
Op titel
Bekijk de beschrijvingen aan de linkerkant voor
de inhoud van ieder hoofdstuk en bekijk
vervolgens de inhoudsopgave.
Raadpleeg voor basishandelingen de lijst met
titels op de eerste pagina van hoofdstuk 2. Zoek
de juiste pagina met behulp van de tabs aan de
rand van de pagina’s.
Op trefwoord
Zoek in de index achter in deze handleiding.
Zoek het gewenste trefwoord en kijk vervolgens
op de betreffende pagina.
Op scherm
In de tabellen op de pagina’s 48 tot en met 56
vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere
informatie die op het LCD-scherm wordt
weergegeven. Kijk op de betreffende pagina voor
meer informatie.
Op foutmelding
Diverse foutmeldingen en de bijbehorende
handelingen worden beschreven op pagina 57.
Kijk op de betreffende pagina voor meer
informatie.
Zoeken op de machine
Deze machine is voorzien van een helpfunctie.
Informatie over het uitvoeren van handelingen
Druk op de bedieningshandleidingstoets van de
machine en zoek de gewenste informatie. Zie
pagina 151 voor meer informatie over de
bedieningshandleidingstoets van de machine.
Informatie over het gebruik van een
schermfunctie
Druk op de helptoets en zoek de gewenste
informatie. Zie pagina 153 voor meer informatie
over de helptoets.
Sapphire_nl.book Page xii Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
xiii
Inhoudsopgave
Belangrijke veiligheidsinstructies...........................................................................................i
Gebruiksrechtovereenkomst................................................................................................iv
Waarschuwingsetiketten ...................................................................................................... v
Voorzorgsmaatregelen ........................................................................................................ vi
Optionele borduurkaarten................................................................................................................................. vi
CompactFlash-kaarten...................................................................................................................................... vii
Floppydisks ...................................................................................................................................................... vii
Structuur en functies van de machine ............................................................................... viii
Machinaal borduren met zes naalden ............................................................................................................. viii
Verschillen met machines met een enkele naald ............................................................................................... ix
Overige kenmerken............................................................................................................................................ x
Beschikbare functies ......................................................................................................................................... xi
Opzet van de handleiding .................................................................................................. xii
Lees dit voor gebruik........................................................................................................................................ xii
Extra informatie............................................................................................................................................... xii
Informatie zoeken ............................................................................................................................................ xii
Inhoudsopgave .................................................................................................................. xiii
VOORBEREIDINGEN 1
Machineonderdelen en hun functie......................................................................................2
Vooraanzicht ..................................................................................................................................................... 2
Rechterkant/achteraanzicht ................................................................................................................................ 3
Bedieningspaneel............................................................................................................................................... 3
Meegeleverde accessoires ....................................................................................................4
Accessoires ........................................................................................................................................................ 4
Optionele accessoires...........................................................................................................5
De machine instellen............................................................................................................6
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer .............................................................................................. 6
Installatielocatie ................................................................................................................................................. 7
De machine installeren ...................................................................................................................................... 8
Het bedieningspaneel afstellen........................................................................................................................... 9
De draadgeleider voorbereiden........................................................................................................................ 10
De kloshouder in positie zetten........................................................................................................................ 11
De borduurraamhouder bevestigen .................................................................................................................. 11
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING 13
Voorzorgsmaatregelen .......................................................................................................14
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening ....................................................................................................... 14
Voorzorgsmaatregelen naalden ........................................................................................................................ 15
De naald controleren ....................................................................................................................................... 15
Voorzorgsmaatregelen spoel ............................................................................................................................ 15
Aanbevelingen voor de bovendraad................................................................................................................. 16
Aanbevelingen voor te gebruiken stof .............................................................................................................. 16
Aanbevelingen voor het LCD-scherm............................................................................................................... 16
Basisprocedures..................................................................................................................17
De spoel plaatsen ...............................................................................................................18
Het spoelhuis verwijderen................................................................................................................................ 18
De spoel plaatsen............................................................................................................................................. 19
Het spoelhuis plaatsen ..................................................................................................................................... 19
De machine aanzetten........................................................................................................20
Uitleg van het scherm ...................................................................................................................................... 21
Schermoverzicht .............................................................................................................................................. 22
Een borduurpatroon selecteren ..........................................................................................23
Een borduurpatroon selecteren......................................................................................................................... 24
Sapphire_nl.book Page xiii Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
——————————————————————————————————————————————————————————————
xiv
Het borduurpatroon bewerken...........................................................................................25
Naar het borduurinstellingenscherm ................................................................................................................ 25
Borduurinstellingen opgeven..............................................................................................26
Een voorbeeldweergave bekijken .......................................................................................27
Een voorbeeldweergave controleren ................................................................................................................ 27
De stof in het borduurraam spannen..................................................................................28
De stof in het borduurraam spannen ................................................................................................................ 28
Het borduurraam aan de machine bevestigen....................................................................30
Het borduurraam bevestigen ............................................................................................................................ 30
Het borduurvlak controleren..............................................................................................32
Naar het borduurscherm .................................................................................................................................. 32
De bovendraad inrijgen......................................................................................................33
De naaldstangen en kleuren draad controleren ................................................................................................ 33
De bovendraad inrijgen ................................................................................................................................... 35
De naald inrijgen ............................................................................................................................................. 39
Het patroon borduren ........................................................................................................41
Beginnen met borduren.................................................................................................................................... 41
Het borduren stoppen ...................................................................................................................................... 43
De draadspanning controleren...........................................................................................44
Borduurraam en stof verwijderen.......................................................................................45
Het borduurraam verwijderen .......................................................................................................................... 45
De stof verwijderen .......................................................................................................................................... 45
De machine uitzetten .........................................................................................................46
Beknopte bedieningsgids voor het scherm..........................................................................48
Toetsschermen ................................................................................................................................................. 48
Algemene schermtoetsen ................................................................................................................................. 48
Het patroontypekeuzescherm........................................................................................................................... 49
Het patroonlijstscherm ..................................................................................................................................... 50
Het patroonbewerkingsscherm ......................................................................................................................... 51
Het borduurinstellingenscherm ........................................................................................................................ 53
Het borduurscherm .......................................................................................................................................... 55
Vraag en antwoord.............................................................................................................57
TECHNISCHE TERMEN.................................................................................................................................... 57
PATRONEN ..................................................................................................................................................... 58
BORDUREN .................................................................................................................................................... 58
ANDERE BASISPROCEDURES 59
Verdergaan met de handeling die werd uitgevoerd voordat de machine werd uitgezet. ....60
De naald vervangen............................................................................................................61
De naald vervangen ......................................................................................................................................... 61
De borduurramen gebruiken..............................................................................................63
Typen borduurramen en toepassingen.............................................................................................................. 63
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof ..............................................................64
De stof spannen..................................................................................................................65
De stof in het extra grote of grote borduurraam spannen .................................................................................. 65
Het borduurvel gebruiken ................................................................................................................................ 66
Grote/kleine stukken stof .................................................................................................................................. 67
Positie en beweging van het borduurraam .........................................................................68
De borduurpositie wijzigen................................................................................................70
De hoek aanpassen .......................................................................................................................................... 71
Een patroon borduren met zeven of meer kleuren .............................................................73
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld .................................................................................. 73
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met zeven of meer kleuren.................................75
Melding draadklos verwisselen ........................................................................................................................ 75
Draadklossen eenvoudig verwisselen ............................................................................................................... 76
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt. ..................................77
Als de bovendraad breekt................................................................................................................................. 77
Als de spoeldraad breekt of opraakt ................................................................................................................. 78
Sapphire_nl.book Page xiv Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
xv
Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon ..................................................79
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet ....................................................81
De draadspanning afstellen ................................................................................................83
De spanning van de spoeldraad afstellen ......................................................................................................... 83
De spanning van de bovendraad afstellen ........................................................................................................ 84
Borduurinstellingen 85
Instelling automatische stiksteken ......................................................................................86
Instellingen voor begin- en eindpositie...............................................................................87
Een patroon herhalen langs een diagonaal ....................................................................................................... 88
Instelling voor maximale snelheid ......................................................................................89
De machine zo instellen dat deze stopt bij kleurwisselingen..............................................90
De machine stoppen bij de volgende kleurwisseling ........................................................................................ 90
Pauzelocaties opgeven vóór het borduren ........................................................................................................ 90
Instelling voor tijdelijke naaldstang....................................................................................92
Instellingen voor gereserveerde naaldstang........................................................................94
Patronen selecteren/bewerken/opslaan 97
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ...........................................................................98
Een borduurpatroon selecteren ..........................................................................................99
Algemene patroonselectie ................................................................................................................................ 99
Borduurpatronen ............................................................................................................................................ 101
Renaissance-alfabetpatronen.......................................................................................................................... 102
Bloemletterpatronen....................................................................................................................................... 103
Appliqué-alfabetpatronen............................................................................................................................... 104
Kaderpatronen ............................................................................................................................................... 105
Alfabetpatronen ............................................................................................................................................. 106
Borduurpatronen in het geheugen van de machine ........................................................................................ 108
Borduurkaarten (optioneel)............................................................................................................................. 109
Computer (USB) ............................................................................................................................................. 111
CompactFlash-kaarten (in de vakhandel verkrijgbaar) .................................................................................... 114
Floppydisks (in de handel verkrijgbaar) .......................................................................................................... 116
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm)............................................118
Patronen combineren ..................................................................................................................................... 118
Het patroon selecteren dat moet worden bewerkt .......................................................................................... 119
Een patroon verplaatsen ................................................................................................................................. 119
Een patroon horizontaal draaien .................................................................................................................... 120
Een patroon verticaal draaien......................................................................................................................... 120
De grootte van een patroon wijzigen ............................................................................................................. 120
Een patroon draaien ....................................................................................................................................... 121
De tekstindeling van een teken wijzigen ........................................................................................................ 122
De afstand tussen de tekens wijzigen ............................................................................................................. 123
De draaddichtheid wijzigen (alleen bij sommige teken- en kaderpatronen).................................................... 124
Meerkleurentekst opgeven ............................................................................................................................. 125
De kleuren van het patroon wijzigen ............................................................................................................. 126
Een patroon verwijderen ................................................................................................................................ 127
Het borduurpatroon bewerken (Borduurinstellingenscherm)...........................................128
Het gehele patroon draaien............................................................................................................................ 128
Een zich herhalend patroon maken ................................................................................................................ 129
De kleuren van het patroon wijzigen ............................................................................................................. 130
Een gecombineerd patroon bewerken ..............................................................................131
Borduurpatronen opslaan.................................................................................................135
Als het borduurpatroon niet kan worden opgeslagen...................................................................................... 136
Basisinstellingen en helpfunctie 139
De instellingentoets gebruiken .........................................................................................140
Het instellingenscherm................................................................................................................................... 140
Sapphire_nl.book Page xv Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
——————————————————————————————————————————————————————————————
xvi
De helderheid van het LCD-scherm aanpassen .............................................................................................. 142
De zoemer in- of uitschakelen ....................................................................................................................... 142
De taal wijzigen............................................................................................................................................. 143
De maateenheden wijzigen............................................................................................................................ 143
De schermhulplijnen wijzigen ....................................................................................................................... 143
De draadkleurgegevens wijzigen.................................................................................................................... 145
Uitgebreide draadkleur weergeven................................................................................................................. 146
Instellingen eigen palet .................................................................................................................................. 147
DST-draadknippen opgeven........................................................................................................................... 149
Korte steken verwijderen ................................................................................................................................ 150
De resterende draadlengte opgeven ............................................................................................................... 150
De bedieningshandleidingstoets gebruiken.......................................................................151
De helptoets gebruiken ....................................................................................................153
Bijlage 155
Applicaties naaien ............................................................................................................156
Applicatiepatronen......................................................................................................................................... 156
Applicaties maken met een raampatroon (1) .................................................................................................. 157
Applicaties maken met een raampatroon (2) .................................................................................................. 158
Handige tips voor de bediening van de PR-600................................................................160
Draadspanning van ingebouwde patronen controleren .................................................................................. 160
Een patroon borduren dat is uitgelijnd met een markering op de stof .............................................................161
Kleurenpalet................................................................................................................................................... 163
Kleuren van Tajima-borduurgegevens (.dst).................................................................................................... 163
Prachtig borduurwerk maken...........................................................................................164
Draden........................................................................................................................................................... 164
Steunstoffen (onderlagen) ............................................................................................................................... 165
Spantechnieken.............................................................................................................................................. 166
Compatibiliteitstabel stof/steunstof ................................................................................................................. 167
OPTIONELE ACCESSOIRES 168
Een optioneel borduurraam bevestigen voor industriële machines...................................168
Het optionele petraam gebruiken.....................................................................................169
Petraam en accessoires .................................................................................................................................. 169
Het gebruik van het petraam voorbereiden .................................................................................................... 170
Het petraam bevestigen.................................................................................................................................. 173
De borduurraamhouder bevestigen ................................................................................................................ 176
De optionele spoelopwinder gebruiken............................................................................178
Voorzorgsmaatregelen ................................................................................................................................... 178
Optionele spoelopwinder met bijbehorende accessoires................................................................................ 178
De optionele spoelopwinder installeren ......................................................................................................... 179
De AC-adapter aansluiten .............................................................................................................................. 179
De spoel opwinden........................................................................................................................................ 180
Onderhoud.......................................................................................................................183
Het LCD-scherm reinigen............................................................................................................................... 183
De buitenkant van de machine reinigen......................................................................................................... 183
De haak reinigen............................................................................................................................................ 183
Reinigen rondom de naaldplaat ..................................................................................................................... 184
Het spoelhuis reinigen ................................................................................................................................... 185
De machine oliën .......................................................................................................................................... 186
De magneetkop van het floppydiskstation reinigen ........................................................................................ 188
Problemen oplossen .........................................................................................................189
Problemen oplossen via het scherm ............................................................................................................... 189
Problemen oplossen....................................................................................................................................... 190
Foutmeldingen ............................................................................................................................................... 198
Als het LCD-scherm niet kan worden afgelezen ............................................................................................. 204
Als de machine niet reageert wanneer u op een toets drukt............................................................................ 204
Specificaties .....................................................................................................................206
Specificaties van de machine ......................................................................................................................... 206
Index ................................................................................................................................207
Sapphire_nl.book Page xvi Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
1 VOORBEREIDINGEN
Nadat u de PR-600 hebt uitgepakt, raadpleegt u ‘Meegeleverde accessoires’ op
pagina 4 en controleert u of alle vermelde accessoires zijn meegeleverd. Nadat u hebt
gecontroleerd of alle accessoires zijn meegeleverd, kan de machine worden ingesteld.
Het instellen van de PR-600 en de diverse voorbereidingen die nodig zijn voordat u
kunt beginnen, worden beschreven in dit hoofdstuk.
Machineonderdelen en hun functie...........................................................................2
Vooraanzicht / 2 Rechterkant/achteraanzicht / 3
Bedieningspaneel / 3
Meegeleverde accessoires .........................................................................................4
Accessoires / 4
Optionele accessoires ...............................................................................................5
De machine instellen.................................................................................................6
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer / 6 Installatielocatie / 7
De machine installeren / 8 Het bedieningspaneel afstellen / 9
De draadgeleider voorbereiden / 10 De kloshouder in positie zetten / 11
De borduurraamhouder bevestigen / 11
Sapphire_nl.book Page 1 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————————
2
Machineonderdelen en hun functie
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees de beschrijvingen
zorgvuldig door, zodat u de namen van de onderdelen kent voordat u de machine gaat gebruiken.
Vooraanzicht
1 Draadspanningsknoppen
Regelt de spanning van de draad.
2 Draadgeleiderpen
3 Naaldstanghouder
De houder beweegt naar links en naar rechts om de
naald naar de borduurpositie te verplaatsen.
4 Wagen
Bevestig het borduurraam aan de wagen. Wanneer de
machine wordt aangezet of wanneer de machine
borduurt, beweegt de wagen vooruit, achteruit, naar
links en naar rechts.
5 Haakklepje/haak
Open het haakklepje en plaats het spoelhuis op de haak.
6 Draadgeleider
7 Draadgeleidersteun
8 Kloshouder
Plaats 6 draadklossen om te borduren.
9 Bedieningspaneel
0 Voetjes
Gebruik de voetjes om de hoogte van de poten af te stellen.
1
2
3
4
6
7
8
9
123456
0
5
Sapphire_nl.book Page 2 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Machineonderdelen en hun functie 3
1
Rechterkant/achteraanzicht
Modellen met ingebouwd floppydiskstation
1 Opening voor floppydisk
Plaats de floppydisks (in de handel verkrijgbaar) in de
floppydiskopening.
Modellen zonder ingebouwd floppydiskstation
2 Locatie bevestiging floppydiskstation
Bevestig het optionele floppydiskstation op deze locatie.
3 Aansluitpunt floppydiskstation
4 Opening voor borduurkaart
Plaats de borduurkaarten (los verkrijgbaar) in de
borduurkaartopening.
5 Opening voor CompactFlash-kaart
Plaats de CompactFlash-kaarten (in de handel
verkrijgbaar) in de CompactFlash-kaartopening.
6 Handwiel
Draai het handwiel om de naald op en neer te bewegen.
U moet het handwiel tegen de wijzers van de klok in
draaien.
7 USB-poortconnector
Wanneer u patronen vanaf een computer naar de
machine wilt verzenden, plaatst u de USB-kabel van de
computer in de USB-poortconnector.
8 Netsnoeraansluiting
Plaats de stekker van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting.
9 Hoofdschakelaar
Gebruik de hoofdschakelaar om de machine AAN (I) en
UIT (
{) te zetten.
0 Ventilatieopeningen
Bedieningspaneel
1 Start/stop-knop
Druk op de start/stop-knop om de machine te starten of
te stoppen. Afhankelijk van de handeling die door de
machine wordt uitgevoerd, veranderen de kleur en de
wijze van oplichten van de knop.
Licht rood op
: de machine is niet gereed voor gebruik
Knippert groen : de machine is gereed voor
gebruik
Licht groen op : de machine naait/borduurt
Uit : de machine is uitgezet
2 Draadknipknop
Druk op de draadknipknop om zowel de bovendraad
als de spoeldraad af te knippen.
3 Automatische naaldinrijgknop
Druk op de automatische naaldinrijgknop om de naald
van een nieuwe draad te voorzien.
4 LCD-aanraakscherm
Druk op de toetsen die op het aanraakscherm worden
weergegeven om patronen te selecteren en te bewerken
en om informatie te bevestigen.
Modellen met ingebouwd floppydiskstation
Modellen zonder ingebouwd floppydiskstation
0
4
5
9
8
6
7
Onderaanzicht
4
1
2
3
Sapphire_nl.book Page 3 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————————
4
Meegeleverde accessoires
Open de doos en controleer of de volgende accessoires zijn meegeleverd. Wanneer een artikel ontbreekt of
beschadigd is, neemt u contact op met de vertegenwoordiger.
Accessoires
De onderstaande accessoires worden met de machine meegeleverd. U moet altijd de bijgesloten accessoires
gebruiken.
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
10. 11. 12.
13. 14. 15.
16. 17. 18.
19. 20. 21.
22. 23. 24.
25. 26. 27.
28. 29. 30.
31.
Nr. Onderdeelnaam
Modelnaam Onderdeelcode
1 Accessoirehouder XC6482-051
2 Naaldenset (2 stuks)
PRHA1BR11
XC6469-001
3
Vooromwikkelde spoel
(6 stuks)
XC6368-051
4 Klosnetje (6 stuks) S34455-000
5 Tornmesje X54243-001
6 Schaar 184783-001
7 Pincet XC6542-051
8 Aanraakstift XA9940-001
9
Naaldwisselhulp (naaldinrijger)
XC4957-051
10 Naaldafstandsplaat XC6499-051
11 Kruiskopschroevendraaier XC6543-051
12 Standaardschroevendraaier X55468-051
13 Inbussleutel XC5159-051
14 Haakse schroevendraaier XC6545-051
15
Schijfvormige
schroevendraaier
XC1074-051
16 Moersleutel 13 x 10 XC6159-051
17 Oliespuit XC6547-051
18 Schoonmaakborsteltje X59476-051
19 Gewicht XC5974-051
20 USB-kabel XC5910-051
21
Borduurraam (extra groot)
200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
PRH300
XC6284-052
22
Borduurraam (groot)
130 mm (H) × 180 mm (B)
(5-1/8 inch (H) × 7-1/8 inch (B))
PRH180
XC6285-052
23
Borduurraam (middelgroot)
100 mm (H) × 100 mm (B)
(4 inch (H) × 4 inch (B))
PRH100
XC6286-052
24
Borduurraam (klein)
40 mm (H) × 60 mm (B)
(1-1/2 inch (H) × 2-3/8 inch (B))
PRH60
XC6287-052
25
Borduurvel (extra groot)
200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
XC5704-051
26
Borduurvel (groot)
130 mm (H) × 180 mm (B)
(5-1/8 inch (H) × 7-1/8 inch (B))
XC5721-051
27
Borduurvel (middelgroot)
100 mm (H) × 100 mm (B)
(4 inch (H) × 4 inch (B))
XC5759-051
28
Borduurvel (klein)
40 mm (H) × 60 mm (B)
(1-1/2 inch (H) × 2-3/8 inch (B))
XC5761-051
29 Bedieningshandleiding XC6119-051
30 Beknopte bedieningsgids XC7141-051
31 Klosmat XC7134-051
Sapphire_nl.book Page 4 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Optionele accessoires 5
1
Optionele accessoires
De volgende accessoires zijn optioneel verkrijgbaar.
Memo
Neem contact op met een speciaalzaak in de buurt om extra onderdelen en optionele accessoires te
bestellen. Geef bij het bestellen de juiste onderdeelnummers op.
1. 2. 3.
4.
1. Petraamset
Modelnaam: PRCF1
Onderdeelcode: XC6288-052
2. Petraam
Modelnaam:
PRCFH1
Onderdeelcode:
XC6958-052
3. Floppydiskstationset
Modelnaam: PRFD1
Onderdeelcode:
XC6289-052
4. Spoelopwinderset
Modelnaam: PRBW1
Onderdeelcode: XC6290-052
5. Borduurkaart
Opmerking
Buitenlandse borduurkaarten zijn niet
compatibel met deze borduurmachine.
Nr. Onderdeelnaam
Modelnaam
Onderdeelcode
1 Alfabet SA298 X58317-001
2 Bloem SA299 X58321-001
10 Monogramembleem SA307 X59567-001
11 Kader SA311 XA0257-001
12 Vervoer SA312 XA0275-001
13 Sportembleem SA313 XA0517-001
14 Groot boeket SA314 XA1223-001
16 Honden en katten SA316 XA1406-001
19 Zeevaart SA319 XA2452-001
20 Kleine versiersels SA320 XA2869-001
25 Paard SA325 XA3791-001
27 Vogels SA327 XA4289-001
28 Kerstmis SA328 XA4502-001
29 Kantwerk SA329 XA4664-001
30 Wilde dieren SA330 XA4771-001
31 Grote bloem II SA331 XA5037-001
32 Muziekinstrument SA332 XA5386-001
33 Bomen SA333 XA5567-001
35 Honden en katten II SA335 XA5629-001
36 Groenten en fruit SA336 XA5659-001
37 Appliqué-alfabet SA337 XA5753-001
38 Engeltje SA338 XA5781-001
39 Poppengezicht SA339 XA5978-001
40 Sport 3 SA340 XA6111-001
Nr. Onderdeelnaam
Modelnaam
Onderdeelcode
41 Renaissance-alfabet SA341 XA6586-001
42 Boerderij SA342 XA6733-001
43 Victoriaans SA343 XA6769-001
44 Kantwerk 2 SA344 XA6849-001
45 Fantasie SA345 XA7770-001
47 Vlinder SA347 XA8206-001
49 Folklore SA349 XA8348-001
50 Elfje met bloemen SA350 XA8414-001
51 Aankleedpoppen SA351 XC8563-001
52 Beertjes SA352 XA8511-001
53 Landschap SA353 XA8936-001
54 Theetijd SA354 XA9129-001
55 Tuinieren SA355 XA9348-001
56 Aziatisch SA356 XC0025-001
57 Kerstmis groot SA357 XC0057-001
58 Nieuwe quilttechnieken SA358 XC0861-001
60 Zomerpret SA360 XC1168-001
61 Bloesversiering SA361 XC1304-001
62 Horoscooptekens SA362 XC1502-001
63 Konijntje SA363 XC1646-001
64 Grootmoeder SA364 XC2176-001
65 Rood borduurwerk SA365 XC4220-001
66 Pop-mix SA366 XC4819-001
Sapphire_chapt1.fm Page 5 Wednesday, August 27, 2003 8:47 AM
VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————————
6
De machine instellen
Hieronder wordt beschreven hoe u de machine moet instellen. Als de machine niet juist wordt ingesteld, kan de
machine gaan schudden of veel geluid gaan maken en zal het borduurwerk niet goed worden uitgevoerd. Er is
tevens een aparte tafel voor de machine verkrijgbaar.
Voorzorgsmaatregelen voor installatie en vervoer
De temperatuur in de ruimte waar de machine wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C en de
40 °C liggen. Als de ruimte waar de machine wordt gebruikt te koud of te warm is, kan het
gebeuren dat de machine niet naar behoren werkt.
Gebruik de machine niet op een locatie waar deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld om
te voorkomen dat de machine niet naar behoren werkt.
Zorg dat de vier voetjes van de machine volledig contact hebben met het werkblad of de tafel,
zodat de machine waterpas staat.
Zorg dat er zich niets onder de borduurmachine bevindt dat de ventilatieopeningen aan de
onderzijde kan blokkeren en dat er geen pluisjes of stof in ophopen, anders kan de machine
oververhit raken, hetgeen kan leiden tot brand of beschadiging van de machine.
De machine weegt ongeveer 37 kg. Het vervoeren en installeren van de machine moet door
twee personen worden gedaan.
Til bij het verplaatsen de machine met twee mensen op bij de bodem op de aangegeven
plaatsen. Wanneer u bij het verplaatsen de machine op een andere plek vasthoudt, kan de
machine beschadigen of vallen. Dit zou letsel tot gevolg kunnen hebben.
Zet de machine bij onweer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Bliksem kan ertoe leiden
dat de machine niet naar behoren werkt.
Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact als de machine volledig is
geïnstalleerd. Het kan voorkomen dat de start/stop-knop per ongeluk wordt ingedrukt en de
machine begint te werken.
Draag bij het smeren van de machine een veiligheidsbril en handschoenen om te voorkomen
dat olie of vet in uw ogen of op uw huid terechtkomt. Zorg dat er geen olie of vet in uw mond
terechtkomt. Houd olie en vet buiten bereik van kinderen.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 6 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De machine instellen 7
1
Installatielocatie
Installeer de machine op een locatie waarbij u rekening houdt met de volgende vereisten:
Plaats de machine minimaal 50 mm (2 inch) van de muur.
Zorg voor voldoende ruimte rondom de machine.
Plaats geen objecten binnen het bereik van het borduurraam.
Plaats de machine in de buurt van een stopcontact.
Gebruik een stabiele ondergrond (waterpas), bijvoorbeeld een bureau.
Gebruik een ondergrond die het gewicht van de machine (ca. 37 kg) kan dragen.
Zorg voor voldoende ruimte rondom de ventilatieopeningen aan de onderzijde (achterkant).
Stel de machine niet bloot aan de volgende omstandigheden om beschadiging of niet naar
behoren functioneren te voorkomen.
Meer dan
50 mm
(2 inch)
Meer dan
350 mm
(13-3/4 inch)
Meer dan
250 mm
(9-7/8 inch)
512 mm
(20-5/32 inch)
Meer dan
250 mm
(9-7/8 inch)
770 mm
(30-5/16 inch)
589 mm
(23-3/16 inch)
VOORZICHTIG
Direct zonlicht
Veel stof
Onvoldoende ruimte
Een instabiele ondergrond
Aansluiting op
verlengsnoeren of
meerdere adapters
Zeer hoge of zeer lage temperaturen (de temperatuur in de ruimte waarin
de machine wordt gebruikt, moet tussen de 5 °C en de 40 °C liggen)
Vloeistoffen, zoals water
Verstopte
ventilatieopeningen
Objecten binnen het
bereik van het
borduurraam
Sapphire_nl.book Page 7 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————————
8
.
De machine installeren
Stel bij het installeren van de machine de pootjes zo
af dat de machine stabiel staat.
1
Zorg dat al het verpakkingsmateriaal en het
plakband van de machine is verwijderd.
2
Plaats de machine en zorg dat er voldoende
ruimte rondom de machine is.
3
Stel de pootjes zo af dat de machine stabiel staat.
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de
borgmoer los te draaien van het pootje dat u
wilt afstellen.
1 Borgmoer
2 Verstelbare moer van voetje
X Het voetje kan worden gedraaid.
4
Gebruik de meegeleverde moersleutel om de
verstelbare moer van het voetje te draaien.
Door de moer in de richting 1 te draaien,
wordt het pootje langer; door de moer in de
richting 2 te draaien, wordt het pootje korter.
1 Verstelbare moer van voetje
Stel de vier pootjes zo af dat de voetjes
volledig contact hebben met het werkblad of
de tafel.
5
Draai nadat u de pootjes op de gewenste
lengte hebt afgesteld de moeren weer aan met
de meegeleverde moersleutel.
1 Borgmoer
6
Druk op alle hoeken van de machine om te
controleren of deze stabiel staat.
Als de machine niet stabiel staat, herhaalt u de
stappen
3 tot en met 5 om de pootjes
opnieuw af te stellen.
Meer dan
50 mm
(2 inch)
Meer dan
350 mm
(13-3/4 inch)
512 mm
(20-5/32 inch)
Meer dan
250 mm
(9-7/8 inch)
589 mm
(23-3/16
inch)
Meer dan
250 mm
(9-7/8 inch)
2
1
1
2
1
1
Sapphire_nl.book Page 8 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De machine instellen 9
1
Het bedieningspaneel
afstellen
Stel de stand en de hoek van het bedieningspaneel
zo af dat dit eenvoudig kan worden bediend.
1
Draai de duimschroef los om het
bedieningspaneel naar voren te draaien.
1 Duimschroef
2
Zet het bedieningspaneel in een dusdanige
positie dat u het eenvoudig kunt bedienen.
Draai vervolgens de duimschroef aan.
3
Het bedieningspaneel in de juiste stand
zetten.
Draai de duimschroef los, zet het
bedieningspaneel in een dusdanige stand dat
het eenvoudig is af te lezen en draai de
duimschroef aan.
1 Duimschroef
4
De hoek van het bedieningspaneel afstellen.
Draai de duimschroef los, zet het
bedieningspaneel in een dusdanige hoek dat
het eenvoudig is af te lezen en draai de
duimschroef aan.
1 Duimschroef
Opmerking
Draai de duimschroef los en vervolgens
weer stevig aan met de meegeleverde
schijfvormige schroevendraaier.
1
1
1
Sapphire_nl.book Page 9 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————————
10
De draadgeleider
voorbereiden
Zet de draadgeleider omhoog. Houd de
meegeleverde kruiskopschroevendraaier bij de hand.
1
Draai de schroeven aan de linkerkant van de
draadgeleider los met de
kruiskopschroevendraaier, zodat deze
omhoog kan worden gezet.
Verwijder schroef 1 en draai vervolgens schroef 2
drie of vier keer om deze los te draaien.
1 Verwijder de schroef.
2 Draai de schroef drie of vier keer om deze los te
draaien.
2
Breng de draadgeleider omhoog in de juiste
positie en draai de schroeven aan de linker- en
rechterkant van de draadgeleider vast.
3
Gebruik de kruiskopschroevendraaier om de
schroeven aan de linker- en rechterzijde van
de draadgeleider los te draaien en zet de
draadgeleider omhoog zodat deze waterpas
staat.
1 Schroeven losdraaien
4
Draai de schroeven aan de linker- en
rechterzijde van de draadgeleider vast.
Opmerking
Als de schroeven niet los genoeg zijn
gedraaid, kan het verplaatsen van de
draadgeleider en de draadgeleidersteun
lastig zijn. Oefen geen kracht uit om de
draadgeleider en de draadgeleidersteun te
verplaatsen. Controleer of de schroeven los
genoeg zijn gedraaid voordat u deze
onderdelen verplaatst.
Controleer of iedere schroef vast genoeg is
aangedraaid zodat de draadgeleider en de
draadgeleidersteun stevig vastzitten.
1
Sapphire_nl.book Page 10 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De machine instellen 11
1
De kloshouder in positie
zetten
Zet de kloshouder vast in de borduurstand.
1
Draai de duimschroef los en open de
kloshouder naar links en naar rechts.
1 Duimschroef
2 Kloshouder
2
Draai de duimschroef weer vast als de
kloshouder helemaal is geopend.
X Zet de kloshouder in geopende stand vast.
De borduurraamhouder
bevestigen
Bevestig de borduurraamhouder aan de wagen.
1
Verwijder de twee duimschroeven van de
borduurraamhouder.
1 Duimschroeven
2
Lijn de gaten in de borduurraamhouder uit
met de pennen op de raambevestigingsplaat
van de wagen.
1 Pennen op raambevestigingsplaat
2 Gaten in borduurraamhouder
2
1
Sapphire_nl.book Page 11 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————————
12
3
Zet de borduurraamhouder vast met de twee
duimschroeven.
1 Gebruik hiervoor de duimschroeven die u hebt
verwijderd in stap
1.
Opmerking
Draai de duimschroef stevig aan met de
meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
De machine is nu klaar voor gebruik.
Sapphire_nl.book Page 12 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
2 BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het borduren beschreven, van het
starten van de machine en het borduren van een patroon tot de afwerking. Volg de
stappen in deze beknopte handleiding om een patroon te borduren en bekend te
raken met de bediening van deze machine.
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................................14
Basisprocedures ......................................................................................................17
Beknopte bedieningsgids voor het scherm ..............................................................48
Vraag en antwoord..................................................................................................57
De spoel plaatsen
De machine aanzetten
Een borduurpatroon selecteren
Het borduurpatroon bewerken
Borduurinstellingen opgeven
Een voorbeeldweergave bekijken
De stof in het borduurraam spannen
Het borduurraam aan de machine bevestigen
Het borduurvlak controleren
De bovendraad inrijgen
Het patroon borduren
De draadspanning controleren
Borduurraam en stof verwijderen
De machine uitzetten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sapphire_nl.book Page 13 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
14
Voorzorgsmaatregelen
Hieronder worden de maatregelen beschreven die in acht moeten worden genomen om de juiste werking van
de machine te garanderen.
Voorzorgsmaatregelen stroomvoorziening
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de stroomvoorziening.
Gebruik uitsluitend gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Door een andere
stroomvoorziening te gebruiken, kunt u brand, een elektrische schok of schade aan de
machine veroorzaken.
Indien een van de volgende situaties zich voordoet, zet u de machine uit en haalt u de stekker
uit het stopcontact om brand, een elektrische schok of schade aan de machine te voorkomen.
U bevindt zich niet in de buurt van de machine.
U bent klaar met het gebruik van de machine.
Tijdens het gebruik van de machine vindt er een stroomstoring plaats.
De machine werkt niet naar behoren, bijvoorbeeld als gevolg van een losse of verbroken
aansluiting.
Het onweert.
Gebruik deze machine niet met een verlengsnoer of een stekkerdoos waarop veel andere
apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Raak de stekker van het netsnoer niet aan met natte handen. Hierdoor kan een elektrische
schok ontstaan.
Zet eerst de machine uit voordat u de stekker van het netsnoer uit het contact haalt. Pak het
netsnoer altijd bij de stekker vast. Wanneer u aan het snoer zelf trekt, kan dit beschadigd
raken of brand of een elektrische schok veroorzaken.
Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd raakt, stevig wordt gebogen, er aan
wordt getrokken, wordt gedraaid of wordt samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op
het snoer en stel het snoer niet bloot aan hitte. Hierdoor kan het snoer beschadigd raken en
kunnen brand of een elektrische schok ontstaan. Als het netsnoer of de stekker beschadigd
zijn, brengt u de machine voor reparatie naar de dichtstbijzijnde erkende dealer voordat u de
machine weer gebruikt.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine lange tijd niet gebruikt, anders kan er
brand ontstaan.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 14 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Voorzorgsmaatregelen
15
2
Voorzorgsmaatregelen naalden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het kiezen van de juiste naalden voor uw machine.
De naald controleren
Het is uiterst gevaarlijk om te naaien met een verbogen naald, omdat de naald dan kan breken terwijl u aan het
werk bent.
Leg de vlakke kant van de naald op een vlakke ondergrond en controleer of de afstand tussen de naald en de
ondergrond overal gelijk is. Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald
vervangen. (Zie ‘De naald vervangen’ op pagina 61.)
Voorzorgsmaatregelen spoel
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voor de spoel.
Gebruik alleen machinenaalden voor huishoudelijk gebruik. De naald ‘HAX 130 EBBR
(Organ) wordt aanbevolen. Schmetz 130/705 H-E naalden kunnen eventueel ook worden
gebruikt. Het gebruik van andere naalden kan resulteren in het breken van de draad of de
naald, het draadinrijgmechanisme kan beschadigen of het kan letsel tot gevolg hebben.
Gebruik nooit verbogen naalden. Verbogen naalden kunnen gemakkelijk breken, wat letsel
tot gevolg kan hebben.
Gebruik alleen vooromwikkelde spoelen (COATS type ‘L’/TRU-SEW POLYESTER ‘Filaments’)
of spoelen die speciaal zijn ontwikkeld voor deze machine. Het gebruik van een andere spoel
kan letsel tot gevolg hebben of schade aan de machine veroorzaken.
Gebruik een spoeldraad die op de juiste manier is opgewonden, anders kan de naald breken
of de draadspanning onjuist zijn.
Gebruik voor het opwinden van de spoel katoen of gesponnen polyester spoeldraad
(tussen 74 dtex / 2 en 100 dtex / 2).
VOORZICHTIG
Goede naald
Slechte naald
Als de afstand tussen de naald en de vlakke
ondergrond niet gelijk is, dan is de naald
verbogen. Gebruik geen verbogen naald.
Markering
naaldtype
Vlakke
kant
Vlakke ondergrond
Vlakke ondergrond
VOORZICHTIG
COATS
Polyester
L
Sapphire_nl.book Page 15 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
16
Aanbevelingen voor de bovendraad
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor de te gebruiken bovendraad.
Opmerking
Aanbevolen wordt het gebruik van borduurdraad van rayon of polyester (120 den x 2 / 135 dtex x 2 /
gewicht van 40 (in VS en Europa) / #50 (in Japan)).
Aanbevelingen voor te gebruiken stof
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor de te gebruiken stof.
Opmerking
Stof tot 1 mm (3/8 inch) dik kan worden geborduurd. Als de stof dikker is, kan de naald
verbuigen of breken.
Wanneer overlappende steken worden gemaakt, kan de naald moeilijk door de stof komen,
wat kan leiden tot het verbuigen of breken van de naald.
Opmerking
Breng steunstoffen aan op dunne stoffen of stretchstoffen. (Zie ‘Opstrijksteunstof (onderlaag)
bevestigen aan stof’ op pagina 64 voor meer informatie.)
Zorg dat bij het borduren van grote stukken stof deze niet vast komt te zitten in de wagen.
Aanbevelingen voor het LCD-scherm
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van het LCD-scherm.
Opmerking
Druk alleen op het scherm met uw vinger of de meegeleverde aanraakstift. Gebruik geen
balpen, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. Oefen niet te veel kracht uit op
het LCD-scherm, anders kunt u dit beschadigen.
Als gevolg van temperatuurverschillen kan het voorkomen dat het scherm (geheel of
gedeeltelijk) lichter of donker wordt. Dit duidt niet op een defect. Als het scherm moeilijk is
af te lezen, past u de helderheid aan. (Zie ‘Als het LCD-scherm niet kan worden afgelezen’ op
pagina 204.)
• Het scherm kan donker zijn als de machine net is aangezet. Dit is het gevolg van tegenlicht
en duidt niet op een defect. Na ongeveer 10 minuten zal het scherm de normale helderheid
hebben.
• Als u niet recht voor het scherm zit, kunnen de kleuren vervormd worden weergegeven of
kan het scherm moeilijk af te lezen zijn. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Zorg dat
u recht voor het scherm zit als u het gebruikt.
Sapphire_nl.book Page 16 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisprocedures
17
2
Basisprocedures
Hieronder wordt een aantal basisprocedures van het borduren beschreven.
Lees deze zorgvuldig voordat u met de machine gaat werken.
(Voorbeeld) Borduurpatroon De handelingen om het hier links getoonde patroon te borduren, worden
op de volgende pagina’s beschreven.
Hoewel het borduren kan worden uitgevoerd zonder dat het patroon wordt
bewerkt of borduurinstellingen worden opgegeven, verwijzen wij naar
pagina 118 voor informatie over het bewerken van patronen en naar
pagina 85 voor informatie over het opgeven van borduurinstellingen.
In de tabellen op de pagina’s 48 tot en met 56 vindt u beschrijvingen van
de toetsen en andere informatie die op het LCD-scherm wordt
weergegeven. Gebruik deze tabellen om snel een verwijzing te vinden.
De verschillende voorzorgsmaatregelen die in acht moeten
worden genomen tijdens de basisprocedures worden
beschreven op pagina’s 14 tot en met 16. Deze
voorzorgsmaatregelen moeten strikt in acht worden
genomen om de machine goed te laten functioneren. Lees
deze voorzorgsmaatregelen zorgvuldig.
Procedure
Handeling
Pagina
beknopte
handleiding
Pagina
bedieningsp
rocedures
1 De spoel plaatsen. p. 18 p. 15
2 De machine aanzetten. p. 20 p. 14, 16
3 Selecteer een borduurpatroon. p. 23
4 Een borduurpatroon bewerken. p. 25
5 De borduurinstellingen opgeven. p. 26
6 De voorbeeldweergave controleren. p. 27
7 De stof in het borduurraam spannen. p. 28 p. 16
8 Het borduurraam aan de machine bevestigen. p. 30
9 Het borduurvlak controleren. p. 32
10 De bovendraden inrijgen. p. 33 p. 15
11
Drukken op start/stop-knop om te beginnen met borduren.
(Als de machine klaar is met borduren, stopt deze automatisch.)
p. 41
12 De draadspanning controleren. p. 44
13
Het borduurraam verwijderen en vervolgens de stof uit het
raamwerk verwijderen.
p. 45
14 De machine uitzetten. p. 46
Sapphire_nl.book Page 17 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
18
1. De spoel plaatsen
Het spoelhuis wordt voorzien van een spoel omwikkeld met spoeldraad. Verwijder het spoelhuis met de spoel
uit de machine, controleer de hoeveelheid draad op de spoel en plaats het spoelhuis met de spoel weer terug.
Zie pagina 15 voor voorzorgsmaatregelen voor de spoel.
Opmerking
Deze machine heeft geen functie die
aangeeft hoeveel spoeldraad zich nog op de
spoel bevindt. U moet de hoeveelheid
spoeldraad dan ook controleren voordat u
begint te borduren.
Reinig het spoelhuis telkens wanneer u de
spoel verwisselt. Zie ‘Het spoelhuis reinigen’
op pagina 185 voor meer informatie over het
reinigen van het spoelhuis.
Het spoelhuis verwijderen
1
Open het haakklepje.
Trek het haakklepje naar u toe.
2
Trek het draadhaakje naar u toe.
1 Draadhaakje
Trek het draadhaakje naar voren om goed bij
het spoelhuis te kunnen komen.
Opmerking
Het draadhaakje houdt de draad vast
wanneer de machine begint te borduren of
wanneer de draad wordt afgeknipt.
3
Pak de grendel van het spoelhuis vast en
verwijder het spoelhuis.
1 Grendel
4
Sluit de grendel en verwijder de spoel uit het
spoelhuis.
1 Spoel
5
Controleer de hoeveelheid spoeldraad.
De machine oliën
Breng olie aan op de machine nadat u het
spoelhuis hebt verwijderd. Het loophuis moet
worden geolied. Zie ‘De machine oliën’ op
pagina 186 voor meer informatie over het oliën
van de machine.
Opmerking
Olie het loophuis van de haak iedere dag
dat u de machine gebruikt.
Het draadhaakje kan slechts binnen een
bepaald bereik worden bewogen. Oefen
er niet te veel kracht op uit.
1
VOORZICHTIG
1
1
Sapphire_nl.book Page 18 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De spoel plaatsen
19
2
De spoel plaatsen
1
Plaats de spoel in het spoelhuis.
Opmerking
Controleer of de draad met de klok mee op
de spoel is gewonden (zie afbeelding). Als
de spoel zo wordt geplaatst dat de draad in
tegengestelde richting wordt afgewonden,
zal het borduurwerk niet goed worden
uitgevoerd.
2
Haal de draad door de draadgleuf en onder de
spanveer door.
1 Draadgleuf
2 Spanveer
3
Haal de draad door de opening in de
spanveer.
1 Trek ongeveer 50 mm (2 inch) draad los.
Het spoelhuis plaatsen
1
Plaats het spoelhuis op de haak.
Plaats het spoelhuis terwijl u het lipje op het
spoelhuis uitlijnt met de inkeping in de haak
(zie afbeelding).
1 Lipje
2 Inkeping
Plaats het spoelhuis op de haak tot het op
zijn plaats klikt.
2
Sluit het haakklepje.
Memo
Deze machine is niet voorzien van een
spoelopwinder. Gebruik vooromwikkelde
spoelen (type L).
De optionele (onafhankelijke) spoelopwinder
en optionele metalen spoelen kunnen ook
worden gebruikt. (Zie pagina 5, 168.)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
2
1
1
1
2
Sapphire_nl.book Page 19 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
20
2. De machine aanzetten
Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de machine aan. Zie pagina 14 voor voorzorgsmaatregelen voor de
stroomvoorziening.
1
Steek het netsnoer in de machine.
2
Steek de stekker van het netsnoer in een
normaal stopcontact.
3
Zet de hoofdschakelaar aan de achterzijde
van de machine op ‘I’.
X De zoemer piept eenmaal en het LCD-
scherm gaat aan.
4
Wanneer het hieronder getoonde scherm
wordt weergegeven, drukt u op .
X Het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven en de start/stop-knop licht
rood op.
5
De wagen wordt naar de beginpositie verplaatst.
Als naaldstang 1 zich niet al in de
borduurpositie bevindt, beweegt de
naaldstanghouder en wordt naaldstang 1
verplaatst naar de borduurpositie.
Memo
Als de machine wordt uitgezet tijdens het
borduren, slaat de machine automatisch de
patroonpositie op wanneer deze weer wordt
aangezet. U wordt dan gevraagd of u het
borduren wilt afmaken of dat u een nieuwe
handeling wilt uitvoeren. (Zie ‘Verdergaan
met borduren nadat de machine is uitgezet
op pagina 81.)
Houd uw handen en andere voorwerpen
uit de buurt van de wagen om letsel te
voorkomen.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 20 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De machine aanzetten
21
2
Uitleg van het scherm
Wanneer u de machine aanzet en op drukt, wordt het patroontypekeuzescherm weergegeven. De
volgende handelingen kunnen worden opgegeven via het bedieningspaneel. Zie pagina 16 voor
voorzorgsmaatregelen voor het aanraakscherm.
Het scherm dat wordt weergegeven als de machine wordt aangezet, kan verschillen, afhankelijk van de manier
waarop de machine is uitgezet. (Zie pagina 60.)
*De hierboven beschreven toetsen, met uitzondering van de instellingentoets, worden normaalgesproken
weergegeven in de schermen die verderop worden beschreven. De instellingentoets kan echter niet worden
gebruikt in het borduurscherm.
Nr. Scherm Toetsnaam Functie Pagina
1 Instellingentoets
Druk op deze toets om de instellingen van de machine te
wijzigen.
p. 140
2
Bedieningshand-
leidingstoets
Druk op deze toets om informatie te lezen over een
handeling van de machine.
p. 151
3 Nieuwtoets
Druk op deze toets om alle voorgaande handelingen te
annuleren en terug te keren naar het eerste
patroongroepkeuzescherm.
4 Helptoets
Druk op deze toets om oplossingen te bekijken als er een
handeling wordt uitgevoerd die u niet kent.
p. 153
5
Patroonweergave-
vlak
Dit vlak geeft het geselecteerde patroon weer. De lijn 6
geeft het borduurvlak weer voor het extra grote
borduurraam. De borduurraamindicators, de rasterlijnen en
andere scherminstellingen kunnen worden ingesteld via het
machine-instellingenscherm.
p. 143
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sapphire_nl.book Page 21 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
22
Schermoverzicht
Hieronder wordt de volgorde van de basishandelingen weergegeven.
Selecteer een patroon in het
patroontypekeuzescherm. (Zie pagina 24,
49.)
1 Druk op deze toets om naar het
patroonbewerkingsscherm te gaan Deze
toets wordt alleen weergegeven als u een
patroon hebt geselecteerd.
Bewerk bij een gecombineerd patroon het gehele
patroon, geef de borduurinstellingen op en controleer
het borduurvlak in het
borduurinstellingenscherm
.
(Zie pagina
26, 53
.)
1 Druk op deze toets om de huidige
handeling af te breken en terug te keren
naar het patroontypekeuzescherm.
2
Druk op deze toets om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm
.
3
Druk op deze toets om naar het
borduurscherm
te
gaan.
Bewerk het patroon in het
patroonbewerkingsscherm. (Zie pagina 25,
51.)
1 Druk op deze toets om terug te keren naar
het patroontypekeuzescherm en voeg een
ander patroon toe.
2 Druk op deze toets om naar het
borduurinstellingenscherm te gaan.
Selecteer het patroon in het
patroonlijstscherm. (Zie pagina 23, 50.)
1 Druk op deze toets om terug te keren naar
het patroontypekeuzescherm.
2 Druk op deze toets om naar het
patroonbewerkingsscherm te gaan.
Controleer in het
borduurscherm
de kleuren draad die aan de
naaldstangen zijn toegewezen en plaats vervolgens de bovendraden.
Druk op de ontgrendelingstoets zodat de start/stop-knop
groen gaat knipperen en de machine klaar is voor gebruik. Nadat het
patroon is geborduurd, wordt het
borduurinstellingenscherm
weergegeven. (Zie pagina
33, 55
.)
1 Druk op deze toets om terug te keren naar
het borduurinstellingenscherm.
Sapphire_nl.book Page 22 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 23
2
3. Een borduurpatroon selecteren
Als voorbeeld wordt het patroon rechts geselecteerd op de laatste pagina van de
borduurpatronen.
Kies een patrooncategorie (type) in het patroontypekeuzescherm.
Patroontypekeuzescherm (Zie pagina 49 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Patroontypetoetsen 2 Op modellen zonder ingebouwd
floppydiskstation worden deze alleen
weergegeven wanneer het optionele
floppydiskstation is geïnstalleerd.
Zoek in het patroonlijstscherm naar het gewenste patroon en druk vervolgens op de toets voor het patroon.
Patroonlijstscherm (Zie pagina 50 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Patroontoetsen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sapphire_nl.book Page 23 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
24
Een borduurpatroon selecteren
In dit voorbeeld wordt een bloem geselecteerd op de
tweede pagina.
1
Druk op om de categorie
borduurpatronen te selecteren.
X De lijst met borduurpatronen wordt
weergegeven.
2
Druk op en totdat de gewenste
pagina wordt weergegeven.
Voor dit voorbeeld selecteert u de laatste pagina.
Voor het selecteren van een andere categorie
dan de borduurpatronen, drukt u op de
1 Annulerentoets
Het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven.
Wanneer er meerdere pagina’s zijn, wordt
het volgende weergegeven:
2 Huidig paginanummer
3 Totaal aantal paginas
4 Volgende-paginatoets
Druk op deze toets om de volgende pagina
weer te geven. Als u de toets voor de
volgende pagina indrukt terwijl de laatste
pagina wordt weergegeven, wordt de eerste
pagina weergegeven.
5 Vorige-paginatoets
Druk op deze toets om de vorige pagina
weer te geven. Als u de toets voor de vorige
pagina indrukt terwijl de eerste pagina wordt
weergegeven, wordt de laatste pagina
weergegeven.
3
Druk op het gewenste patroon.
In dit voorbeeld drukt u op .
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Nadat een patroon is geselecteerd, wordt het
volgende weergegeven:
1 Verticale lengte van het patroon
2 Horizontale breedte van het patroon
3 Aantal draadkleurwisselingen
en de toetsen aangegeven door 4, die
kunnen worden gebruikt om de grootte van
het patroon te wijzigen of het patroon in
spiegelbeeld te zetten. Welke functies
kunnen worden gebruikt, is afhankelijk van
het geselecteerde patroontype. (Zie ‘De
grootte van het patroon wijzigen’ op
pagina 100.)
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
4
Druk op om het volgende scherm weer
te geven.
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 24 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken
25
2
4. Het borduurpatroon bewerken
Wanneer u op het patroonlijstscherm indrukt, wordt het patroonbewerkingsscherm weergegeven. Via dit
scherm kunt u het patroon bewerken.
Patroonbewerkingsscherm (Zie pagina 51 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Markeert de grootte van borduurramen die
kunnen worden gebruikt om het geselecteerde
patroon te borduren
2 Geeft de grootte weer van het geselecteerde
borduurpatroon
De bovenste waarde geeft de hoogte aan en de
onderste waarde de breedte.
3 Geeft het aantal draadkleurwisselingen weer voor
het geselecteerde borduurpatroon
4 Druk op deze toets om het patroon te
verwijderen als het verkeerde patroon is
geselecteerd. Er is geen patroon geselecteerd en
het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven.
5 Naar het volgende scherm
6 Toont een voorbeeldweergave
7 Druk hierop om het patroon te bewerken.
In dit voorbeeld wordt het patroon niet bewerkt. Zonder een bewerking uit te voeren, gaat u naar het volgende scherm.
Naar het
borduurinstellingenscherm
1
Druk op .
X Het borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven.
Memo
Als een handeling in het
patroonbewerkingsscherm wordt
onderbroken en de machine wordt uitgezet,
kan de handeling worden voortgezet nadat
de machine weer is aangezet. Wanneer de
machine weer is aangezet, wordt u
gevraagd of u de vorige handeling wilt
voortzetten of een nieuwe handeling wilt
uitvoeren. (Zie ‘Verdergaan met de
handeling die werd uitgevoerd voordat de
machine werd uitgezet.’ op pagina 60.)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sapphire_nl.book Page 25 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
26
5. Borduurinstellingen opgeven
Wanneer u op in het patroonbewerkingsscherm drukt, wordt het borduurinstellingenscherm
weergegeven. Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen opgeven. Bovendien
kunt u de borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik.
Borduurinstellingenscherm (Zie pagina 53 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Start opnieuw vanaf het begin
2 Keert terug naar het patroonbewerkingsscherm
3 Toont een voorbeeldweergave
4 Druk hierop om het borduurvlak te controleren.
5 Naar het volgende scherm
6 Druk hierop om het patroon te bewerken.
7 Druk op deze toetsen om aan te geven hoe het
patroon moet worden geborduurd.
8 Druk hierop om het patroon op te slaan.
9 In het borduurinstellingenscherm geeft de
hulplijn van het borduurraam in het
patroonweergavevlak de grootte aan van het
bevestigde borduurraam.
In dit voorbeeld worden geen borduurinstellingen opgegeven. Ga verder met de volgende handeling.
Memo
Als het borduurraam niet correct is geplaatst
wanneer u naar het
borduurinstellingenscherm gaat, wordt het
borduurraam naar de correcte positie
verplaatst op het moment dat het
borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven. (Zie ‘Positie en beweging van
het borduurraam’ op pagina 68.)
Memo
Als een handeling in het
borduurinstellingenscherm wordt
onderbroken en de machine wordt uitgezet,
kan de handeling worden voortgezet nadat
de machine weer is aangezet. Wanneer de
machine weer is aangezet, wordt u
gevraagd of u de vorige handeling wilt
voortzetten of een nieuwe handeling wilt
uitvoeren. (Zie ‘Verdergaan met de
handeling die werd uitgevoerd voordat de
machine werd uitgezet.’ op pagina 60.)
Sapphire_nl.book Page 26 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een voorbeeldweergave bekijken
27
2
6. Een voorbeeldweergave bekijken
U kunt een voorbeeldweergave bekijken van het voltooide patroon binnen het borduurraam.
Een voorbeeldweergave
controleren
Geef de voorbeeldweergave weer om te controleren
of het patroon wordt geborduurd zoals gewenst.
1
Druk op .
X De voorbeeldweergave wordt getoond.
1 Druk op deze toetsen om het patroon in diverse
borduurraamgrootten weer te geven. U kunt de
borduurramen die in wit-op-grijze toetsen
worden weergegeven niet selecteren.
2 Druk op deze toets om een vergrote weergave
van het patroon te bekijken.
2
Druk op om terug te keren naar het
vorige scherm.
Memo
De voorbeeldweergave kan ook worden
bekeken via het patroonbewerkingsscherm.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sapphire_nl.book Page 27 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
28
7. De stof in het borduurraam spannen
Nadat u het te borduren patroon hebt geselecteerd, controleert u welke borduurramen kunnen worden gebruikt
om het patroon te borduren. Selecteer het geschiktste raam en span de stof en de steunstof in het borduurraam.
(Zie ‘Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof’ op pagina 64.) Zie pagina 16 voor voorzorgsmaatregelen
voor de stof.
Opmerking
Als de stof niet strak is gespannen, kan het
patroon scheeftrekken of kunnen er in de
stof plooien ontstaan. Volg de volgende
procedure om de stof strak in het
borduurraam te spannen zodat de stof niet
lubbert. Gebruik een vlak oppervlak
wanneer u de stof in het borduurraam
spant.
De stof in het borduurraam
spannen
1
Selecteer een borduurraam.
Selecteer een borduurraam aan de hand van
de grootten die in het scherm worden
aangegeven.
Borduurramen die kunnen worden gebruikt,
worden donkerder weergegeven ( ),
borduurramen die niet kunnen worden
gebruikt, worden lichter weergegeven ( ).
Typen borduurramen
Borduurramen zijn verkrijgbaar in vier grootten.
Zie ‘De borduurramen gebruiken’ op pagina 63
voor meer informatie over het gebruik van elk
raam.
Opmerking
De borduurraamindicators geven alle
borduurraamgrootten weer waarin het
patroon kan worden geborduurd. Gebruik
een borduurraam met de geschiktste grootte.
Als een te groot raam wordt gebruikt, kan het
patroon scheeftrekken of kunnen er in de stof
plooien ontstaan. (Zie ‘De borduurramen
gebruiken’ op pagina 63.)
Pictog
ram
Naam Borduurvlak
Extra groot
borduurraam
200 mm (H)
×
300 mm (B)
(7-7/8 inch (H)
×
11-3/4 inch (B))
Groot
borduurraam
130 mm (H)
×
180 mm (B)
(
5-1/8
inch (H)
×
7-1/8
inch (B))
Middelgroot
borduurraam
100 mm (H)
×
100 mm (B)
(
4
inch (H)
×
4
inch (B))
Klein
borduurraam
40 mm (H) × 60 mm (B)
(1-1/2 inch (H)
×
2-3/8 inch (B))
Als een ander dan een van de vier
meegeleverde borduurramen wordt
gebruikt, kan het borduurraam de
persvoet raken. Dit kan letsel
veroorzaken.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 28 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De stof in het borduurraam spannen
29
2
De stof in het kleine borduurraam spannen
De procedure voor het spannen van de stof in het
kleine borduurraam wordt hieronder beschreven.
Dezelfde procedure is van toepassing op het
spannen van de stof in het middelgrote
borduurraam.
Zie ‘De stof spannen’ op pagina 65 voor
informatie over het spannen van stof in het grote
en extra grote borduurraam.
2
Draai de schroef op het buitenraam los.
1 Schroef
3
Plaats de stof met de goede kant boven op het
buitenraam.
Het buitenraam heeft geen voor- of
achterzijde. Beide zijden kunnen als
voorzijde worden gebruikt.
4
Druk het binnenraam in het buitenraam.
Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten
nadat deze in het borduurraam is gespannen.
5
Draai de schroef iets vast en trek vervolgens
aan de randen van de stof.
6
Draai de schroef stevig vast en controleer
vervolgens of de stof strak staat.
Als de stof goed is gespannen, maakt deze
een trommelgeluid als u erop tikt.
Klem het binnen- en het buitenraam stevig
tegen elkaar zodat de onderkant van het
binnenraam lager is dan de onderkant van
het buitenraam.
1 Binnenraam
2 Buitenraam
3 Onderzijde van het binnenraam
Gebruik de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier en draai de schroef stevig
aan.
1 Schijfvormige schroevendraaier
De mate waarin de stof wordt gespannen en de
hoeveelheid steunstof zijn afhankelijk van de soort
stof waarop wordt geborduurd. Probeer
verschillende methoden om het beste
borduurresultaat te behalen. (Zie ‘Spantechnieken’
op pagina 166.)
Memo
Deze machine kan ook worden gebruikt
met de optionele petramen. (Zie ‘Het
optionele petraam gebruiken’ op
pagina 169.)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
1
1
2
3
1
Sapphire_nl.book Page 29 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
30
8. Het borduurraam aan de machine bevestigen
Nadat u de stof in het borduurraam hebt gespannen, bevestigt u deze aan de machine.
Opmerking
Controleer voordat u het borduurraam bevestigt of er genoeg draad op de klos zit.
Het borduurraam bevestigen
Stel de breedte van de borduurraamhouder af op de borduurraamgrootte en bevestig het raam aan de machine.
Als voorbeeld wordt hieronder de procedure voor het bevestigen van het kleine borduurraam beschreven.
Als het borduurraam niet correct wordt bevestigd, kan het borduurraam de persvoet raken.
Dit kan letsel veroorzaken.
De start/stop-knop moet rood oplichten wanneer u het borduurraam bevestigt. Als de start/
stop-knop groen knippert, kan de machine beginnen met borduren. Als de machine per
ongeluk begint te werken, kan dit letsel veroorzaken.
Wanneer u het borduurraam aan de machine bevestigt, mag het borduurraam geen andere
delen van de machine raken.
VOORZICHTIG
Afstelopeningen
Borduurraam
Gaten
Linkerarm van de borduurraamhouder
Beweeg de arm van de borduurraamhouder naar links of naar rechts
om deze af te stellen op de grootte van het borduurraam.
Afstelpen
Klem de borduurraamhouder vast.
Plaats het borduurraam in de clips op de
borduurraamhouder.
Sapphire_nl.book Page 30 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurraam aan de machine bevestigen
31
2
1
Draai de twee duimschroeven los op de
borduurraamhouder.
Als een schroef te stevig is vastgedraaid,
gebruikt u de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
1 Linkerarm
2 Duimschroeven
X De linkerarm van de borduurraamhouder
kan worden verplaatst.
Draai de duimschroeven maximaal 2 slagen
tegen de klok in los. Verwijder de schroeven
niet.
2
Beweeg de linkerarm om de schroef aan de
rechterkant uit te lijnen met de markering
voor het borduurraam dat moet worden
geplaatst en draai vervolgens de
duimschroeven aan.
In dit voorbeeld lijnt u uit met markering 5.
1 Markering voor extra groot borduurraam
2 Markering voor groot borduurraam
3 Markering voor middelgroot borduurraam
4 Markering voor borduurraam voor industriële
machines. (Wanneer borduurramen worden
gebruikt voor industriële machines, HERKENT DE
MACHINE HET BORDUURVLAK VAN HET
RAAM NIET. Gebruik de testfunctie om te
controleren of het patroon in het borduurvlak
past. Als een borduurraam voor een industriële
machine is bevestigd, moet de rechterarm van de
borduurraamhouder ook worden verplaatst. Zie
pagina 168 voor meer informatie.)
5 Markering voor klein borduurraam
6 Lijn de schroef uit met de markering.
Opmerking
Draai de twee duimschroeven stevig vast met
de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier. Als de twee schroeven niet
goed zijn vastgedraaid, herkent de machine
niet de juiste raamgrootte.
X Het borduurraam kan in de
borduurraamhouder worden geplaatst.
3
Houd het borduurraam horizontaal en lijn
vervolgens tegelijkertijd de linker- en
rechterrand uit met de
borduurraamhouderklemmen.
Het binnenraam moet bovenop liggen.
Opmerking
Onjuiste raamplaatsing.
4
Plaats het borduurraam totdat het op zijn
plaats klikt.
1 Zorg dat de pennen aan de linker- en
rechterarmen van de borduurraamhouder in de
afstelopeningen en het gat van het borduurraam
passen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
2
1
6
1
2
3
4
5
1
Sapphire_nl.book Page 31 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
32
9. Het borduurvlak controleren
Controleer het borduurvlak om er zeker van te zijn dat het patroon op de gewenste locatie wordt geborduurd,
niet scheeftrekt en dat het borduurraam de persvoet niet raakt.
Als het borduurraam niet correct is geplaatst, wordt dit verplaatst naar de correcte positie en wordt vervolgens
de borduurpositie aangegeven.
1
Druk op .
X Er wordt een melding weergegeven met de
waarschuwing dat het borduurraam wordt
verplaatst.
2
Druk op .
X Het borduurraam wordt verplaatst naar de
correcte positie.
3
Druk opnieuw op .
X De persvoet komt omlaag en het
borduurraam wordt verplaatst om het
borduurvlak te tonen.
4
De hoeken van de achthoek die het
borduurvlak voor het patroon weergeven,
worden met naaldindrukken aangegeven.
Bekijk de bewegingen van het borduurraam en
controleer of het patroon op de gewenste
plaats wordt geborduurd en of het
borduurraam de persvoet niet raakt.
Controleren met gestopt borduurraam/Stoppen
met controleren
Het borduurraam kan tijdelijk worden gestopt op
een gewenste positie en ook het controleren van
het borduurvlak kan worden gestopt.
5
Als het borduurraam de gewenste positie
heeft bereikt, drukt u opnieuw op
.
X Het borduurraam stopt en het volgende
scherm wordt weergegeven.
1 Druk hierop om het raam verder te laten gaan.
2 Druk hierop om het controleren van het
borduurvlak te stoppen.
6
Als u wilt dat het borduurraam verdergaat,
drukt u op . Als u het controleren van
het borduurvlak wilt stoppen, drukt u op
.
Naar het borduurscherm
Nadat u de benodigde handelingen in het
borduurinstellingenscherm hebt uitgevoerd, gaat u
naar het borduurscherm.
1
Druk op .
X Het borduurscherm wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 32 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De bovendraad inrijgen
33
2
10. De bovendraad inrijgen
Controleer het borduurscherm op informatie over welke naaldstangen met welke kleuren draad moeten worden
ingeregen en rijg vervolgens de bovendraden in.
De naaldstangen en kleuren draad controleren
Druk in het borduurinstellingenscherm op om het borduurscherm weer te geven en de melding dat de
naaldstangen moeten worden ingeregen (de draadklossen van de vorige keer moeten worden verwisseld).
Controleer de kleuren draad in het scherm.
Borduurscherm (Zie pagina 55 voor informatie over de toetsen en andere gegevens op het scherm.)
1 Informatie over draad voor eerste naaldstang
2 Informatie over draad voor tweede naaldstang
3 Informatie over draad voor derde naaldstang
4 Informatie over draad voor vierde naaldstang
5 Informatie over draad voor vijfde naaldstang
6 Informatie over draad voor zesde naaldstang
7 Als geen naam van de kleur draad wordt
weergegeven, wordt die naaldstang niet gebruikt.
8 Melding draadklos verwisselen (zie pagina 75).
Deze melding wordt weergegeven wanneer de
draadklossen moeten worden verwisseld. Als u
niet op 9 drukt om de melding af te
sluiten, kan het borduren niet worden voortgezet.
De draad met de kleurnaam die bij iedere
naaldstangnummer wordt weergegeven, moet op die
naaldstang worden ingeregen. In het weergegeven
scherm
1: Limoengroen
2: Mosgroen
3: Oranje
4: Rood
5: Geel
Als er geen naam naast een naaldstangnummer
wordt weergegeven, wordt die naaldstang niet
gebruikt. In dit voorbeeld wordt naaldstang 6 niet
gebruikt.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Naam kleur
draad
Nummer
naaldstang
Draad
draad
Sapphire_nl.book Page 33 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
34
1
Druk op .
X Het scherm met de melding dat de klossen moeten worden verwisseld, wordt gesloten.
Naast het controleren van de kleuren draad, kunt u informatie over het aantal steken en de borduurtijd
bekijken en diverse borduurinstellingen in het borduurscherm opgegeven.
1 Geeft de borduurvolgorde weer van de kleuren
draad.
2 Geeft het naaldstangnummer aan waaraan de
kleur draad links is toegewezen.
3 Geeft het aantal draadkleurwisselingen aan, het
aantal steken, de borduurtijd en de tijdsduur
voordat de draadklossen moeten worden
verwisseld.
4 Druk op een toets om de geselecteerde
naaldstang te verplaatsen naar de borduurpositie.
Doe dit wanneer de naald wordt ingeregen met
behulp van het automatische
naaldinrijgmechanisme.
5 Gebruik deze toetsen om diverse
borduurinstellingen op te geven of om terug te
keren naar het borduurinstellingenscherm.
6 Als u de machine wilt starten, drukt u op deze
toets om de machine te ontgrendelen. Druk
vervolgens op de start/stop-knop.
Wanneer u in het borduurscherm op (ontgrendelingstoets) drukt, gaat de start/stop-
knop groen knipperen en kan de machine beginnen met borduren. Zorg dat de machine niet
per ongeluk wordt gestart als de bovendraden of de naald worden ingeregen. Dit kan letsel
veroorzaken.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 34 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De bovendraad inrijgen
35
2
De bovendraad inrijgen
Gebruik borduurdraad om de naaldstangen op volgorde in te rijgen, te beginnen bij naaldstang 1.
Druk op →→ om een video van de handeling weer te geven op
het LCD-scherm (zie pagina 151).
Opmerking
Aanbevolen wordt het gebruik van
borduurdraad van rayon of polyester (120
den x 2 / 135 dtex x 2 / gewicht van 40 (in
VS en Europa) / #50 (in Japan)).
Memo
Het pad voor het inrijgen van de draad door
de machine, is op de machine met een lijn
aangegeven. Zorg dat u de draad inrijgt
zoals aangegeven.
Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies zorgvuldig op. Als de bovendraad
niet correct wordt ingeregen, kan de draad breken of verward raken. Hierdoor kan de naald
verbuigen of breken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 35 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
36
1
Plaats op kloshouder 1 de klos met de kleur
draad die voor naaldstang 1 is aangegeven
(limoengroen).
Zorg dat de kloshouder is geopend in een
V-vorm.
Wanneer u kleine draadklossen gebruikt,
plaatst u de meegeleverde klosmat op de
kloshouder voordat u de spoel op de houder
plaatst.
1 Klosmat
2 Kleine klos
2
Haal de draad door gat 1 in de draadgeleider
net boven de klos en laat de draad vervolgens
door gat 1 in de draadgeleider naar de
voorzijde van de machine lopen.
1 Gat 1 in de draadgeleider boven de klos
2 Gat 1 in de draadgeleider bij de voorzijde van de
machine
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
1
2
34
5
6
1
2
34
5
6
1256
De nummers geven het inrijgpad aan voor elk van de genummerde naaldstangen. Zorg dat de
naaldstangen correct worden ingeregen.
2
1
Sapphire_nl.book Page 36 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De bovendraad inrijgen
37
2
3
Haal de draad door het gat in
bovendraadgeleider 1.
Haal de draad naar u toe vanuit de binnenkant
van de draadgeleider.
1 Gat in bovendraadgeleider
4
Haal de draad door bovendraadgeleider 1.
Houd de draad met beide handen vast en leid
deze van rechts onder de geleider door.
1 Bovendraadgeleider
5
Wikkel de draad met de klok mee eenmaal
rond draadspanningsschijf 1.
1 Draadspanningsschijf
Zorg dat de draad goed door de
draadspanningsschijf en langs de juiste
draadgeleiderpennen loopt.
Opmerking
De draad loopt door alle
draadspanningsschijven met de klok mee.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
1
1
123456
1
23456
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
Leid hierdoor.
Sapphire_nl.book Page 37 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
38
6
Leid de draad langs het draadpad dat is
aangegeven op de machine en leid deze door
de middelste draadgeleider 1.
1 Middelste draadgeleider
2 Draadgeleiderpen
Het pad van de bovendraadgeleider langs de
draadspanningsschijf naar de middelste
draadgeleider (stap
5 tot en met 6) kan
afhankelijk van het klosnummer afwijken.
De draad moet van links naar rechts door de
draadgeleiderpennen worden geleid om te
voorkomen dat de draad verward raakt.
Voorzie iedere naaldstang van een draad
(zie afbeelding).
7
Leid de draad langs opening 1 om deze van
rechts door het gat in ophaalhendel 1 te halen.
1 Draadophaalhendel
8
Leid de draad door de opening in de
draadgeleider en vervolgens door het gat in de
lage draadgeleider 1.
1 Gat in lage draadgeleider
9
Gebruik de meegeleverde naaldinrijger om de
draad door de draadgeleider van naaldstang 1
te leiden.
1 Draadgeleider van naaldstang
2 Naaldwisselhulp (naaldinrijger)
1
2
1
1
Sapphire_nl.book Page 38 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De bovendraad inrijgen
39
2
De naald inrijgen
Gebruik het automatische naaldinrijgmechanisme
om de naald van een draad te voorzien.
Druk op →→
om een video van de handeling weer te
geven op het LCD-scherm (zie pagina 151).
1
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
X De haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme gaat door het oog
van de naald.
Opmerking
Wanneer u het handwiel draait, is het
mogelijk dat het automatische
naaldinrijgmechanisme terugkeert naar de
vorige positie om beschadiging te
voorkomen.
Het automatische naaldinrijgmechanisme
kan een naald in de borduurpositie inrijgen.
Zorg dat de naaldstang die u wilt inrijgen
zich in de borduurpositie bevindt wanneer
dit mechanisme wordt gebruikt, anders
functioneert het naaldinrijgmechanisme niet
bij de juiste naald. Als de naaldstang zich
niet in de borduurpositie bevindt, verplaatst
u deze daar naartoe. (Zie pagina 40.)
2
Trek ongeveer 15 cm (6 inch) draad los. Trek
vervolgens de draad vanaf rechts door de vork
van het automatische naaldinrijgmechanisme
(zie afbeelding) en leid de draad eerst door de
geleider van de persvoet en dan door de
draadafsnijder om deze af te knippen.
1 Haak
2 Vork
3 Geleider op persvoet
4 Draadafsnijder
Als niet genoeg draad is losgetrokken, kan
de draad niet door de draadafsnijder worden
geleid.
3
Druk op de automatische naaldinrijgknop.
De naaldinrijger verplaatst zich naar
achteren, van de naald af. De draad wordt
door het oog geleid.
De draadwisser komt naar buiten en pakt de
draad tussen de naald en de naaldinrijger.
De naaldinrijger keert terug naar de
oorspronkelijke beginpositie.
Het inrijgen van de bovendraad voor
naaldstang 1 is klaar.
Draai niet aan het handwiel terwijl de
haak van het automatische
naaldinrijgmechanisme door het oog van
de naald gaat, anders kan het
automatische naaldinrijgmechanisme
beschadigd raken.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
VOORZICHTIG
2
4
1
3
Sapphire_nl.book Page 39 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
40
Rijg de overige naaldstangen op dezelfde wijze
in. Als de naaldstang die moet worden
ingeregen echter niet naar de borduurpositie is
verplaatst, kan de naald niet met het
automatische naaldinrijgmechanisme worden
ingeregen. Voer voor de overige naaldstangen
de volgende handeling uit om de naaldstang
naar de borduurpositie te verplaatsen voordat
u de naald inrijgt.
De in te rijgen naaldstang naar de borduurpositie
verplaatsen
1
Druk op de toets voor de naaldstang die u wilt
inrijgen.
X De geselecteerde naaldstang wordt
verplaatst naar de borduurpositie.
Opmerking
Als de draad niet strak staat, kan deze uit de
draadspanningsschijf komen. Controleer
nadat het inrijgen van de bovendraden is
voltooid of de draad door de
draadspanningsschijf loopt. (Zie stap
5 op
pagina 37.)
Memo
Wanneer u een van de bovendraadkleuren
wisselt, kunt u eenvoudig opnieuw inrijgen
door de draad die nu wordt gebruikt, af te
knippen tussen de klos en de draadgeleider.
Plaats de nieuwe klos op de kloshouder en
knoop het uiteinde van de nieuwe draad
aan de oude draad vast. Trek vervolgens de
draad door de naald. (Zie pagina 76.)
Het klosnetje gebruiken
Plaats het meegeleverde klosnetje voordat u gaat
borduren over de klos als u metalliek draad of een
andere sterke draad gebruikt.
Als het klosnetje te lang is, vouwt u dit eenmaal
voordat u het over de klos plaatst, zodat het even
groot is als de klos.
Wanneer u het klosnetje gebruikt, is het wellicht
nodig dat u de draadspanning aanpast.
1 Klosnetje
2 Draad
2
1
Sapphire_nl.book Page 40 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het patroon borduren
41
2
11. Het patroon borduren
De machine is nu klaar om te borduren.
Wanneer de machine begint te borduren, gaat de persvoet automatisch omlaag, de nodige handelingen voor het
afknippen van draden na afloop van het borduren worden uitgevoerd, de draden worden gewisseld terwijl het
patroon wordt geborduurd en de machine stopt als het patroon klaar is.
Veiligheidsmechanisme
Uit veiligheidsoverwegingen is deze machine voorzien van een vergrendelingsfunctie.
Normaalgesproken is de machine vergrendeld (en kan dus geen handelingen uitvoeren). Tenzij de machine
wordt ontgrendeld, kan deze niet borduren. Als u de machine niet binnen 10 seconden na het ontgrendelen
start, wordt deze automatisch opnieuw vergrendeld.
De start/stop-knop geeft aan of de machine is vergrendeld. Als de start/stop-knop rood oplicht, is de machine
vergrendeld. Als de start/stop-knop groen knippert, is de machine ontgrendeld.
Beginnen met borduren
Opmerking
Zorg dat er zich geen voorwerpen binnen
het bereik van het borduurraam bevinden.
Als het borduurraam een ander voorwerp
raakt, kan het patroon scheeftrekken.
1
Druk op om de machine te
ontgrendelen.
X De start/stop-knop begint groen te
knipperen en de machine kan worden
gestart.
Als u niet binnen 10 seconden na het
ontgrendelen van de machine op de start/
stop-knop drukt, wordt deze opnieuw
vergrendeld.
2
Druk op de start/stop-knop.
Druk op de start/stop-knop terwijl deze groen
knippert. Als de start/stop-knop weer rood
oplicht, herhaalt u deze procedure vanaf stap
1.
X De start/stop-knop licht groen op en de
machine begint de eerste kleur te borduren.
Uit veiligheidsoverweging moet u de machine niet onbeheerd achterlaten tijdens het
borduren.
Let goed op de plaats van de naald wanneer de machine in werking is. Houd uw handen uit de
buurt van bewegende onderdelen, zoals de naald, de naaldstanghouder, de
draadophaalhendel en de wagen, om letsel te voorkomen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 41 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
42
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Het rode kader rondom de informatie over de
draad geeft aan dat die naaldstang op dit moment
wordt gebruikt.
Terwijl de machine borduurt, wordt in het
patroonweergavevlak het gedeelte dat wordt
geborduurd, aangegeven met een groen
dradenkruis. Bovendien worden de tijd en
het aantal steken bijgehouden.
3
Nadat het borduren van de eerste kleur is
voltooid, stopt de machine automatisch en
wordt de draad afgeknipt. De
naaldstanghouder beweegt naar de plaats
voor de tweede kleur en het borduren van de
tweede kleur begint.
X De draadkleurweergave op het scherm gaat
naar de tweede kleur en de informatie over
de draad van de tweede naaldstang wordt
rood omkaderd.
4
Dit gaat zo door tot de laatste kleur is
geborduurd en de machine automatisch stopt.
X Het borduurinstellingenscherm wordt
opnieuw weergegeven.
X De start/stop-knop licht rood op.
Het is niet nodig de draad bij het begin van
en na afloop van het borduren af te knippen.
Doorgaan met borduren
Druk op . om hetzelfde patroon nogmaals te
borduren.
X Het borduurscherm wordt weergegeven
zodat hetzelfde patroon nogmaals kan
worden geborduurd.
Druk op of om een nieuw patroon
te selecteren.
X Het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven.
Opmerking
De instelling automatische stiksteken kan
worden ingesteld zodat deze worden
genaaid bij het begin van het borduren, na
een wisseling van draadkleur en na het
afknippen van de draad. (Zie ‘Instelling
automatische stiksteken’ op pagina 86.)
De snelheid kan worden gewijzigd, zelfs
tijdens het borduren van een patroon. (Zie
‘Instelling voor maximale snelheid op
pagina 89.)
Sapphire_nl.book Page 42 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het patroon borduren
43
2
Het borduren stoppen
De machine kan worden gestopt tijdens het
borduren.
Tijdelijk onderbreken
1
Druk op de start/stop-knop.
X De machine stopt en de start/stop-knop licht
rood op.
De draad wordt niet afgeknipt
Als u weer wilt doorgaan met borduren,
controleert u of de bovendraad strak staat,
drukt u op de ontgrendelingstoets en
vervolgens op de start/stop-knop.
Memo
Als u tijdens het borduren op de
onderbrekingstoets drukt, stopt de machine
voordat het borduren van de volgende kleur
begint. (Zie ‘De machine stoppen bij de
volgende kleurwisseling’ op pagina 90.)
Voordat u gaat borduren, kan de machine
zo worden ingesteld dat deze bij elke
draadkleurwisseling stopt. (Zie
‘Pauzelocaties opgeven vóór het borduren’
op pagina 90.)
Verdergaan met borduren nadat de machine was
uitgezet.
1
Druk op de start/stop-knop.
X De machine stopt en de start/stop-knop licht
rood op.
De draad wordt niet afgeknipt
2
Druk op de draadknipknop.
X De spoel- en bovendraad worden afgeknipt.
Zorg dat de draden zijn afgeknipt voordat u
de machine uitzet.
3
Zet de hoofdschakelaar op ‘{’.
X De machine wordt uitgezet en het scherm
en de indicator van de start/stop-knop gaan
uit.
Het borduren kan worden voortgezet nadat
de machine weer is aangezet. Ga een aantal
steken achteruit om de steken te laten
overlappen. Zie ‘Verdergaan met borduren
nadat de machine is uitgezet’ op pagina 81
voor meer informatie.
Memo
U kunt de machine te allen tijde stoppen,
zelfs terwijl deze aan het borduren is. Als de
machine wordt gestopt voor het wisselen
van de kleur draad, hoeft u niet een aantal
steken terug te gaan voordat u weer kunt
doorgaan. De machine kan zo worden
ingesteld dat deze stopt wanneer de kleur
draad wordt gewisseld. (Zie Pauzelocaties
opgeven vóór het borduren’ op pagina 90
voor meer informatie.)
Als de draad breekt tijdens het borduren
Als zich een probleem voordoet tijdens het
borduren, zoals het breken van de draad, stopt de
machine automatisch.
Rijg de gebroken draad opnieuw in, ga enkele
steken terug en ga verder met borduren. Zie ‘Als
de draad breekt of de spoeldraad tijdens het
borduren opraakt. op pagina 77 voor meer
informatie.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sapphire_nl.book Page 43 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
44
12. De draadspanning controleren
Controleer het borduurwerk om na te gaan of het met de juiste draadspanning is geborduurd. Als de
draadspanning niet juist is afgesteld, kunnen de steken ongelijkmatig zijn of kunnen er plooien in de stof komen.
Correcte draadspanning
Aan de achterkant van de stof moet de spoeldraad
zich op ongeveer één derde van de breedte van
de steek bevinden.
Als het borduurwerk eruitziet zoals hieronder
wordt weergegeven, is de draadspanning onjuist.
Pas de draadspanning aan.
De spanning van de bovendraad is te strak, zodat
de spoeldraad zichtbaar wordt aan de bovenkant
van de stof.
Draai de spanningsknop losser door deze tegen
de klok in te draaien.
De spanning van de bovendraad is te los, zodat
de te losse bovendraad in lussen en plukken aan
de bovenkant van de stof te zien is.
Draai de spanningsknop vaster door hem met de
klok mee te draaien.
Zie ‘De draadspanning afstellen’ op pagina 83
voor meer informatie over het aanpassen van de
draadspanning.
Opmerking
In deze beknopte handleiding werd de
draadspanning gecontroleerd nadat het
borduren was voltooid. Normaalgesproken
moet het borduren tijdelijk worden
onderbroken en moet de draadspanning
worden gecontroleerd nadat de eerste
honderd steken van elke kleur draad met
elke naaldstang zijn geborduurd.
Het borduurwerk kan er anders uitzien dan
verwacht, als gevolg van de dikte van de
stof of het type steunstof dat is gebruikt.
Naai daarom een proeflapje voordat u met
het echte werk begint.
Memo
In de ingebouwde borduurpatronen wordt
een patroon gebruikt om de draadspanning
te controleren. Zie ‘Draadspanning van
ingebouwde patronen controleren’ op
pagina 160 voor meer informatie.
(Bovenkant)
(Achterkant)
(Bovenkant)
(Achterkant)
(Bovenkant)
(Achterkant)
Sapphire_nl.book Page 44 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurraam en stof verwijderen
45
2
13. Borduurraam en stof verwijderen
Nadat het borduren is voltooid, verwijdert u het borduurraam en haalt u vervolgens de stof uit het raam.
Het borduurraam verwijderen
1
Pak met beide handen de linker- en
rechterarmen van de borduurraamhouder vast
en til het raam vervolgens iets op.
De pennen op de armen van de
borduurraamhouder komen uit de gaten aan
de zijkanten van het borduurraam.
2
Trek het borduurraam naar u toe.
De stof verwijderen
1
Draai de schroef op het buitenraam los.
X Als een schijfvormige schroevendraaier is
gebruikt om de schroef vast te draaien,
gebruikt u ook de meegeleverde
schijfvormige schroevendraaier om deze
weer los te draaien.
2
Verwijder het buitenraam en verwijder
vervolgens de stof.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Zorg dat de start/stop-knop rood oplicht
wanneer u het borduurraam verwijdert.
Als de start/stop-knop groen knippert,
kan de machine beginnen met borduren.
Als de machine per ongeluk begint te
werken, kan dit letsel veroorzaken.
Wanneer u het borduurraam verwijdert,
mag het borduurraam geen andere delen
van de machine raken.
Oefen niet te veel kracht uit bij het
optillen van de borduurraamhouder,
anders kan deze beschadigen.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 45 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
46
14. De machine uitzetten
Zet de machine uit nadat het borduren is voltooid.
1
Zet de hoofdschakelaar op ‘{’.
X De machine wordt uitgezet en het scherm en
de indicator van de start/stop-knop gaan uit.
2
Haal de stekker uit het stopcontact.
Pak het netsnoer bij de stekker vast wanneer u
het uit het stopcontact haalt.
3
Haal, indien nodig, het netsnoer uit de
machine.
Berg het netsnoer op een veilige plaats op.
Opmerking
Wanneer tijdens het gebruik van de
machine de stroom uitvalt, zet u de
naaimachine uit en haalt u de stekker uit het
stopcontact. Volg onderstaande procedure
om de machine weer op de juiste manier op
te starten. (Zie ‘De machine aanzetten’ op
pagina 20.)
Memo
Als de machine wordt uitgezet wanneer het
patroontypekeuzescherm of het
patroonlijstscherm wordt weergegeven
zonder dat een patroon is geselecteerd,
wordt het patroontypekeuzescherm
weergegeven wanneer de machine weer
wordt aangezet.
Als u niet op hebt gedrukt om
de selectie van een patroon te
bevestigen in het patroonlijstscherm,
wordt de keuze gewist als de machine
wordt uitgezet.
Na het beginscherm
Uitgezet
Aangezet
Sapphire_nl.book Page 46 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De machine uitzetten
47
2
Als de machine wordt uitgezet terwijl het
patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven, wordt de manier waarin het
patroon werd getoond voordat de machine
werd uitgezet, opgeslagen in het geheugen
van de machine. Wanneer de machine
weer wordt aangezet, wordt het
patroonbewerkingsscherm op dezelfde
manier weergegeven als voordat de
machine werd uitgezet. (Zie pagina 60.)
Als de machine wordt uitgezet terwijl het
borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven (voor of na het borduren) of
terwijl het borduurscherm wordt
weergegeven, wordt het
borduurinstellingenscherm voor het patroon
voordat de machine werd uitgezet,
opgeslagen in het geheugen van de
machine. Wanneer de machine weer wordt
aangezet, wordt het
borduurinstellingenscherm op dezelfde
manier weergegeven als voordat de
machine werd uitgezet. (Zie pagina 60).
Als de machine wordt uitgezet tijdens het
borduren, kunt u doorgaan met borduren
wanneer de machine weer is aangezet. (Zie
‘Verdergaan met borduren nadat de
machine is uitgezet’ op pagina 81.)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Na het beginscherm
Uitgezet
Aangezet
Na het beginscherm
Uitgezet
tijdens of na
het borduren
Aangezet
Na het beginscherm
Uitgezet
tijdens het
borduren
Aangezet
Sapphire_nl.book Page 47 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
48
Beknopte bedieningsgids voor het scherm
In de onderstaande tabellen vindt u beschrijvingen van de toetsen en andere informatie die op de schermen
worden weergegeven.
Toetsschermen
De weergave van de toetsen hebben de volgende betekenis:
Algemene schermtoetsen
De hieronder beschreven toetsen, met uitzondering van de instellingentoets, worden in alle schermen
weergegeven en kunnen altijd worden gebruikt. De instellingentoets kan echter niet worden gebruikt in het
borduurscherm.
(Normale weergave) : Deze toets is niet geselecteerd maar kan wel worden geselecteerd.
(Donkere weergave) : Deze toets is geselecteerd.
(Grijze weergave) : Deze toets kan niet worden geselecteerd.
Nr. Scherm Toetsnaam Functie Pagina
1 Instellingentoets
Druk op deze toets om de instellingen van de machine te
wijzigen.
p. 140
2
Bedieningshand-
leidingstoets
Druk op deze toets om informatie te lezen over een
handeling van de machine.
p. 151
3 Nieuwtoets
Druk op deze toets om alle voorgaande handelingen te
annuleren en terug te keren naar het eerste
patroongroepkeuzescherm.
4 Helptoets
Druk op deze toets om oplossingen te bekijken als er een
handeling wordt uitgevoerd die u niet kent.
p. 153
5
Patroonweergave-
vlak
Dit vlak geeft het geselecteerde patroon weer. De lijn 6
geeft het borduurvlak weer voor het extra grote
borduurraam. De borduurraamindicators, de rasterlijnen en
andere scherminstellingen kunnen worden ingesteld via het
machine-instellingenscherm.
p. 143
Sapphire_nl.book Page 48 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Beknopte bedieningsgids voor het scherm
49
2
Het patroontypekeuzescherm
Via dit scherm kunt u een patrooncategorie (type) selecteren.
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving Pagina
1
Ingebouwde patronen
Borduurpatroontoets
Het borduurpatroon voor een ontwerp kan
worden geselecteerd.
p. 101
2
Kaderpatronen
toets
Twaalf typen steken kunnen worden
gecombineerd met tien kadervormen, zoals
een cirkel of een vierkant.
p. 105
3 Alfabettoets
Hoofdletters, kleine letters, cijfers, symbolen
en speciale tekens uit dertien verschillende
lettertypen kunnen worden geselecteerd in
kleine, middelgrote en grote afmetingen.
p. 106
4
Renaissance-
alfabettoets
Letters in renaissancestijl, ontworpen in een
vlak van 50 x 50 mm
2
.
p. 102
5
Bloemletter-
toets
Onze originele alfabetpatronen, met
hoofdletters gedecoreerd met bloemen (130
mm (H) ~ 80 mm (B)).
p. 103
6 Appliqué-alfabettoets
Appliqué-alfabetpatronen, verkrijgbaar in
kleine, middelgrote en grote afmetingen.
p. 104
7
Toets voor
borduurpatronen in het
machinegeheugen
Haalt patronen op uit het geheugen van de
machine.
p. 108
8
CompactFlash-
kaartentoets
Haalt patronen op van CompactFlash-
kaarten.
p. 114
9 Floppydisktoets
Haalt patronen op van floppydisks.
(Op modellen zonder ingebouwd
floppydiskstation wordt deze alleen
weergegeven wanneer het optionele
floppydiskstation is geïnstalleerd.)
p. 116
0 Computertoets (USB)
U kunt met de meegeleverde USB-kabel een
computer op de machine aansluiten en
patronen ophalen van de computer.
p. 111
A Borduurkaartentoets Haalt patronen op van borduurkaarten. p. 109
B Bewerktoets
Deze toets wordt alleen weergegeven als u
een patroon hebt geselecteerd. Druk op deze
toets om het zoeken naar een ander patroon
vanuit het patroontypekeuzescherm af te
breken. Keert terug naar het
patroonbewerkingsscherm.
p. 25
Sapphire_nl.book Page 49 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
50
Het patroonlijstscherm
Via dit scherm kunt u een patroon selecteren.
*Enkele patronen kunnen niet worden bewerkt met 9, 0 of A.
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving
Pagina
1 Grootte (verticaal)
Geeft de verticale hoogte weer van het geselecteerde
borduurpatroon.
2
Grootte
(horizontaal)
Geeft de horizontale breedte weer van het geselecteerde
borduurpatroon.
3
Aantal
draadkleurwisseli
ngen
Geeft het aantal draadkleurwisselingen weer voor het
geselecteerde borduurpatroon.
4 Pagina
Geeft het nummer weer van de nu weergegeven pagina en
het totale aantal pagina’s.
5
Volgende-
paginatoets
Druk op deze toets om de volgende pagina weer te geven.
Als u de toets voor de volgende pagina indrukt terwijl de
laatste pagina wordt weergegeven, wordt de eerste pagina
weergegeven.
p. 99
6
Vorige-pagina-
toets
Druk op deze toets om de vorige pagina weer te geven. Als
u de toets voor de vorige pagina indrukt terwijl de eerste
pagina wordt weergegeven, wordt de laatste pagina
weergegeven.
p. 99
7 Patroontoetsen
Een afbeelding van het patroon wordt weergegeven op de
toets. Druk op de afbeelding om het patroon te selecteren.
p. 99
8 Annulerentoets
Druk op deze toets om de geselecteerde patrooncategorie
te verlaten en een andere categorie te kiezen. Keert terug
naar het patroontypekeuzescherm.
p. 99
9 Groottetoets
Met deze toets kunt u de grootte van het geselecteerde
borduurpatroon wijzigen.
p. 100
0
Horizontaal-
spiegelbeeldtoets
Met deze toets kunt u het geselecteerde borduurpatroon
horizontaal draaien.
p. 100
A
Verticaal-
spiegelbeeldtoets
Met deze toets kunt u het geselecteerde borduurpatroon
verticaal draaien.
p. 100
B Bevestigingstoets
Druk hierop nadat een patroon is geselecteerd.
De patroonkeuze wordt bevestigd en het
patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
p. 99
Sapphire_nl.book Page 50 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Beknopte bedieningsgids voor het scherm
51
2
Het patroonbewerkingsscherm
Via dit scherm kunt u het patroon bewerken.
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving
Pagina
1
Borduurraamindi-
cators
Geeft de grootte weer van borduurramen die kunnen
worden gebruikt om het patroon te borduren dat wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
p. 28
2 Patroongrootte
Geeft de grootte weer van het borduurpatroon dat in het
patroonweergavevlak wordt weergegeven. De bovenste
waarde geeft de hoogte aan en de onderste waarde de
breedte. Als het borduurpatroon uit meerdere patronen
bestaat die zijn gecombineerd, wordt de grootte van het
gehele patroon weergegeven, inclusief alle patronen.
3
Afstand vanaf het
middelpunt
(verticaal)
Geeft de verticale afstand weer waarop het patroon dat
wordt bewerkt, wordt verplaatst.
p. 119
4
Afstand vanaf het
middelpunt
(horizontaal)
Geeft de horizontale afstand weer waarop het patroon dat
wordt bewerkt, wordt verplaatst.
p. 119
5 Grootte (verticaal)
Geeft de verticale lengte weer van het patroon dat wordt
bewerkt.
6
Grootte
(horizontaal)
Geeft de horizontale lengte weer van het patroon dat wordt
bewerkt.
7 Rotatiehoek
Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt
bewerkt, wordt gedraaid.
p. 121
8
Aantal draad-
kleurwisselingen
Geeft het aantal draadkleurwisselingen weer voor het
patroon dat wordt bewerkt.
Sapphire_nl.book Page 51 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
52
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving Pagina
1
Patroonkeuzetoetsen
Selecteert het patroon dat wordt bewerkt wanneer
het borduurpatroon bestaat uit meerdere patronen
die zijn gecombineerd.
p. 119
2 Plaatsingstoetsen
Beweegt de borduurpositie van het patroon dat
wordt bewerkt in de richting van de pijl (als u op
drukt, wordt de borduurpositie verplaatst naar het
midden van het borduurvlak.)
p. 119
3
Horizontaal-
spiegelbeeldtoets
Draait het patroon dat wordt bewerkt horizontaal. p. 120
4
Verticaal-
spiegelbeeldtoets
Draait het patroon dat wordt bewerkt verticaal. p. 120
5 Groottetoets
Wijzigt de grootte van het patroon dat wordt
bewerkt.
p. 120
6 Rotatietoets Draait het patroon dat wordt bewerkt. p. 121
7 Afstandstoets
Wijzigt de afstand tussen de tekens in het
alfabetpatroon dat wordt bewerkt.
p. 123
8 Reekstoets
Wijzigt de plaatsbepaling van de tekens in het
alfabetpatroon dat wordt bewerkt.
p. 122
9 Meerkleurentoets
Met deze toets kunt u de kleur draad van elk teken in
een alfabetpatroon wijzigen (kan alleen worden
gebruikt als een alfabet is geselecteerd).
p. 125
0 Dichtheidstoets
Wijzigt de dichtheid van het patroon dat wordt
bewerkt (kan alleen worden gebruikt als een alfabet-
of kaderpatroon is geselecteerd)
p. 124
A
Draadkleurwisse-
lingstoets
Wijzigt de kleur van het patroon p. 126
B Wistoets
Wist het patroon. Met deze toets wordt het patroon
gewist dat wordt bewerkt.
p. 127
C Samenvoegtoets
Voegt een patroon toe. Met deze toets wordt het
patroongroepkeuzescherm weergegeven.
p. 118
D Voorbeeldtoets
Toont een voorbeeldweergave van het patroon zodat
het vooraf kan worden bekeken.
p. 27
E Eindetoets
Beëindigt het bewerken en gaat naar het
borduurinstellingenscherm.
p. 25
Sapphire_nl.book Page 52 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Beknopte bedieningsgids voor het scherm
53
2
Het borduurinstellingenscherm
Via dit scherm kunt u het gehele patroon bewerken en borduurinstellingen opgeven. Bovendien kunt u de
borduurpositie controleren en een patroon opslaan voor later gebruik.
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving
Pagina
1
Borduurraamindi-
cators
Geeft de grootte weer van borduurramen die kunnen
worden gebruikt om het patroon te borduren dat wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
p. 28
2 Patroongrootte
Geeft de grootte weer van het borduurpatroon dat in het
patroonweergavevlak wordt weergegeven. De bovenste waarde
geeft de hoogte aan en de onderste waarde de breedte. Als het
borduurpatroon uit meerdere patronen bestaat die zijn
gecombineerd, wordt de grootte van het gehele patroon
weergegeven, inclusief alle patronen.
3
Afstand vanaf het
middelpunt
(verticaal)
Geeft de verticale afstand weer waarop het patroon dat
wordt bewerkt, wordt verplaatst.
p. 70
4
Afstand vanaf het
middelpunt
(horizontaal)
Geeft de horizontale afstand weer waarop het patroon dat
wordt bewerkt, wordt verplaatst.
p. 70
5 Rotatiehoek
Geeft de rotatiehoek weer waarop het patroon dat wordt
bewerkt, wordt gedraaid.
p. 71,
128
6
Aantal draad-
kleurwisselingen
Geeft het aantal draadkleurwisselingen weer voor het
patroon dat wordt bewerkt.
7
Afstand herhalen
(verticaal)
Geeft de verticale afstand weer tussen patronen als
herhaald borduren wordt geselecteerd.
p. 129
8
Afstand herhalen
(horizontaal)
Geeft de horizontale afstand weer tussen patronen als
herhaald borduren wordt geselecteerd.
p. 129
Sapphire_nl.book Page 53 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
54
* De functies en de bediening van de draadkleurwisselingstoets 3 en de voorbeeldtoets C zijn hetzelfde in het
patroonbewerkingsscherm en het borduurinstellingenscherm.
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving Pagina
Bewerkingsfuncties
1 Alles-roterentoets
Draait het gehele borduurpatroon wanneer het
bestaat uit meerdere patronen die zijn
gecombineerd.
p. 71
2 Herhaaltoets Borduurt het patroon herhaalde malen. p. 129
3
Draadkleurwisse-
lingstoets
Wijzigt de kleur van het patroon p. 126, 130
Borduurinstellingen
4 Plaatsingstoetsen
Beweegt de borduurpositie van het gehele patroon in
de richting van de pijl (als u op drukt, wordt de
borduurpositie verplaatst naar het midden van het
borduurvlak.)
p. 70
5
Stiksteektoets
(begin)
Geeft aan dat er automatische stiksteken worden
gemaakt aan het begin van het patroon, nadat de
draad is afgeknipt.
p. 86
6
Stiksteektoets
(einde)
Geeft aan dat er automatische stiksteken worden
gemaakt wanneer de draad wordt afgeknipt.
p. 86
7
Maximale-
snelheidstoets
Geeft de maximale borduursnelheid aan. p. 89
8
Begin-/
eindpositietoets
Geeft de naaldpositie weer aan het begin en aan het
einde van het borduren.
p. 87
9 Controletoets
Beweegt het borduurraam zo dat de borduurpositie
kan worden gecontroleerd.
p. 32
0 Stoptoets
Annuleert alle voorgaande handelingen en keert
terug naar het eerste patroontypekeuzescherm.
A Bewerktoets
Druk hierop om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm.
B Opslaantoets Slaat het patroon op in het geheugen. p. 135
C Voorbeeldtoets
Toont een voorbeeldweergave van het patroon zodat
het vooraf kan worden bekeken.
p. 27
D Naaientoets
Beëindigt alle handelingen in het
borduurinstellingenscherm en gaat naar het
borduurscherm.
p. 32
Sapphire_nl.book Page 54 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Beknopte bedieningsgids voor het scherm
55
2
Het borduurscherm
Via dit scherm kunt u het totale aantal kleuren draad en de borduurtijd controleren, de naaldstanginstellingen
opgegeven en het voor- of achteruitstikken uitvoeren.
* De functies en de bediening van de maximale-snelheidstoetsen A zijn hetzelfde in het
patroonbewerkingsscherm en het borduurinstellingenscherm.
Memo
De nummers van de kleuren draad in het scherm met de draadkleurvolgorde en het
draadkleurinstellingenscherm kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld in de kleurnaam of het nummer
van draden van andere merken. (Zie ‘De draadkleurgegevens wijzigen’ op pagina 145.)
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving Pagina
1 Deelweergave
Geeft dat deel van het patroon weer dat zal worden
geborduurd met de kleur draad die als eerste in het scherm
met de draadkleurvolgorde wordt weergegeven.
2
Draadkleur-
volgorde-
scherm
Geeft de volgorde weer van de draadkleurwisselingen.
Tijdens het borduren ‘verrolt’ dit scherm zodat bovenin de
kleur draad wordt weergegeven die op dat moment wordt
gebruikt.
3
Naaldstang-
nummer
Geeft het naaldstangnummer aan waaraan de kleur draad
links is toegewezen.
4
Kloswisse-
lingsindicator
Deze indicator geeft aan wanneer de draadklossen moeten
worden verwisseld. De draadklossen moeten worden
verwisseld op het punt tussen de twee kleuren draad waar de
indicator wordt weergegeven.
p. 74
5
Borduurvolg-
orde
De onderste waarde geeft het totale aantal draadkleurwisselingen
aan in het patroon en de bovenste waarde geeft de kleur draad
aan die op dit moment wordt geborduurd.
6 Stekenteller
De onderste waarde geeft het totale aantal steken aan in het
patroon en de bovenste waarde geeft aan hoeveel steken er
al zijn gemaakt.
7 Borduurtijd
De onderste waarde geeft aan hoeveel tijd er nodig is om het
patroon te borduren en de bovenste waarde geeft aan
hoeveel tijd er al verstreken is.
8
Tijd totdat
klossen
moeten
worden
verwisseld.
Als het patroon zeven of meer kleuren bevat, wordt de
tijdsduur weergegeven voordat de klossen moeten worden
verwisseld
p. 73
9
Naaldstang-
toets
Druk op een toets om de naaldstangpositie te verplaatsen
naar het gewenste naaldstangnummer.
Doe dit wanneer de naald wordt ingeregen met behulp van
het automatische naaldinrijgmechanisme.
p. 35
0
Draadkleurinst
ellingenscherm
Geeft de kleur en de kleurnaam (nummer) weer van de draad
op de naaldstang die wordt aangegeven op de toets. Voorzie
de machine van draden zoals aangegeven.
p. 33
A
Maximale-
snelheidstoets
Geeft de maximale borduursnelheid aan. p. 89
Sapphire_nl.book Page 55 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
56
Nr. Scherm Toetsnaam Beschrijving Pagina
B
Onderbrekings-
toets
Druk tijdens het borduren op deze toets om de machine te
laten stoppen voor deze met de volgende kleur begint.
p. 90
C Annulerentoets
Druk op deze toets om te stoppen met borduren en terug te
keren naar het borduurinstellingenscherm.
D
Tijdelijke-naald-
stanginstellin-
gentoets
Maakt het mogelijk de naaldstanginstellingen handmatig op
te geven
p. 92
E
Voor- en
achteruitstiktoets
Beweegt de naald voor- en achteruit door het stiksel.
Gebruik deze toets in de volgende situaties:
Als de draad breekt of opraakt tijdens het borduren,
Als u opnieuw wilt borduren vanaf het begin,
Als u wilt doorgaan met borduren nadat de machine was
uitgezet.
p. 77
F
Ontgrende-
lingstoets
Ontgrendelt de machine zodat deze binnen 10 seconden
kan beginnen met borduren. Wanneer u op deze toets
drukt, gaat de start/stop-knop groen knipperen.
p. 41
Sapphire_nl.book Page 56 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Vraag en antwoord
57
2
Vraag en antwoord
TECHNISCHE TERMEN
USB
Dit is een communicatiemethode tussen de pc en
randapparatuur. U kunt uw machine aansluiten
op uw pc met behulp van de meegeleverde USB-
kabel. (Zie pagina 111.)
CompactFlash-kaart
Dit is een geheugenmedium voor een pc of
digitale camera. De geheugencapaciteit van de
CompactFlash-kaart varieert van 32 MB tot 128
MB (of meer). In vergelijking met een floppydisk
kunt u hierop meer en grotere patronen opslaan.
Op deze machine kunt u CompactFlashkaarten
van 32 MB, 64 MB of 128 MB gebruiken (zie
pagina 114).
DST
Dit is de extensie van Tajima-gegevensbestanden
(*.dst) die worden gebruikt voor de
gegevensindeling van borduurpatronen. Tajima-
gegevens bevatten geen informatie over kleuren,
de machine wijst automatisch kleuren toe
wanneer u een patroon laadt. (Zie pagina 163.)
Naaldnummer
De naalden worden van rechts naar links
genummerd. De meest rechtse naald heeft
naaldnummer 1. (Zie pagina viii.)
Naald in de ‘borduurpositie’
Dit is de naald die zich boven het naaldgat in de
naaldplaat bevindt. De naaldstanghouder wordt
verplaatst om de naald met de volgende
draadkleur naar de ‘borduurpositie’ te brengen.
Wanneer u de naaldinrijger gebruikt, wordt de
naald die moet worden ingeregen naar de
‘borduurpositie’ verplaatst. (Zie pagina 40.)
1 Naald
2 Naaldgat in de naaldplaat
Draadwisser
Dit is het mechanisme dat de draad opneemt. De
draadwisser neemt de draad op wanneer de
naaldinrijger wordt gebruikt.
De draadwisser trekt tevens de draad uit het
materiaal wanneer de draad wordt afgeknipt. Dit
zorgt ervoor dat u de draden na het borduren niet
meer hoeft af te knippen. (Zie pagina 39.)
Sapphire_nl.book Page 57 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
BEKNOPTE BORDUURHANDLEIDING —————————————————————————————————————————————
58
PATRONEN
De volgende patronen kunnen met de machine
worden geborduurd.
- Borduurgegevens met *.pes-, *.phc- of *.dst-
indeling.
Zowel CompactFlash-kaarten als floppydisks
zetten de gegevens over naar de machine.
Gegevens kunnen ook via een USB-kabel van de
pc naar de machine worden overgebracht.
- Optionele borduurkaarten
- Borduurpatronen die met PE-Design zijn gemaakt
- De patronen die door de machine op een
floppydisk zijn gezet
BORDUREN
Uw eigen borduurkleuren instellen in plaats van
de voorgeprogrammeerde kleuren
- Gebruik de functie ‘Draadkleur wisselen’ door
te drukken op de toets in het
patroonbewerkingsscherm of het
borduurinstellingenscherm. Zie pagina 128
voor meer informatie.
- Gebruik de tijdelijke-
naaldstanginstellingenfunctie door te drukken
op de toets in het borduurscherm. Zie
pagina 92 voor meer informatie.
In het midden van een patroon stoppen met
borduren, de machine uitzetten en later
verdergaan met borduren
- De machine onthoudt het patroon en de
positie, ook als de stroom was uitgeschakeld.
De machine kan het patroon afmaken nadat de
machine weer is aangezet. (Zie pagina 60.)
Een onterechte draadbreukmelding krijgt
- Controleer of de bovendraad door de
voorspanningsplaatjes loopt. (Zie pagina 36.)
- Controleer of de bovendraad rondom de
spanningsriemschijf loopt. (Zie pagina 37.)
1 Voorspanningsplaatjes
2 Spanningsriemschijf
De draadspanning is plotseling veranderd
- De draad zit vast rond de ruwe rand van
bovendraadklos.
- De bovendraad zit vast onder de draadklos.
- Stof of pluis van de draad zit onder de
spanningsveer van de spoel.
Het raam is losgekomen van de wagen.
Zorg dat de afstelpennen zijn geplaatst in de
inkepingen en gaten van het raam. (Zie
pagina 31.)
Het is raadzaam de machine even uit te zetten om
de wagen weer in de uitgangspositie te brengen
voordat u een patroon opnieuw borduurt.
De machine opnieuw instellen
Selecteer de Nieuwtoets linksboven in het
scherm. Het patroon en alle gegevens worden
verwijderd. (Zie pagina 48.)
Sapphire_nl.book Page 58 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
3 ANDERE BASISPROCEDURES
In dit hoofdstuk worden andere handelingen beschreven dan die in hoofdstuk 2 zijn
behandeld, zoals het borduren van een patroon met zeven of meer kleuren, het
vervangen van een naald of het verwisselen van draadklossen.
Verdergaan met de handeling die werd uitgevoerd voordat de machine werd uitgezet.........60
De naald vervangen ................................................................................................61
De naald vervangen / 61
De borduurramen gebruiken...................................................................................63
Typen borduurramen en toepassingen / 63
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof...................................................64
De stof spannen ......................................................................................................65
De stof in het extra grote of grote borduurraam spannen / 65
Het borduurvel gebruiken / 66 Grote/kleine stukken stof / 67
Positie en beweging van het borduurraam ..............................................................68
De borduurpositie wijzigen.....................................................................................70
De hoek aanpassen / 71
Een patroon borduren met zeven of meer kleuren ..................................................73
Controleren of draadklossen moeten worden verwisseld / 73
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met zeven of meer kleuren .....................75
Melding draadklos verwisselen / 75 Draadklossen eenvoudig verwisselen / 76
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt. .......................77
Als de bovendraad breekt / 77 Als de spoeldraad breekt of opraakt / 78
Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon.......................................79
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet.........................................81
De draadspanning afstellen .....................................................................................83
De spanning van de spoeldraad afstellen / 83
De spanning van de bovendraad afstellen / 84
Sapphire_nl.book Page 59 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
60
Verdergaan met de handeling die werd uitgevoerd voordat de machine werd uitgezet.
Het scherm dat wordt weergegeven nadat de machine is aangezet en er wordt gedrukt op , is afhankelijk
van de manier waarop de machine is uitgezet. Als de machine is uitgezet terwijl een handeling werd uitgevoerd,
kunt u verdergaan met die handeling nadat de machine weer is aangezet.
1
Zet de machine aan.
2
Wanneer het hieronder getoonde scherm
wordt weergegeven, drukt u op .
X Er wordt een melding weergegeven waarin
wordt gevraagd of u verder wilt gaan met de
vorige handeling of een nieuwe handeling
wilt uitvoeren.
Wanneer de machine was uitgezet terwijl er
geen handeling werd uitgevoerd, wordt het
patroontypekeuzescherm weergegeven.
Verdergaan met de handeling die werd
uitgevoerd voordat de machine werd uitgezet
3
Druk op .
X Afhankelijk van het scherm dat werd
weergegeven voordat de machine werd
uitgezet, wordt het
patroonbewerkingsscherm, het
borduurinstellingenscherm of het
borduurscherm weergegeven.
Een patroon selecteren en een nieuwe handeling
starten
3
Druk op .
X Het patroontypekeuzescherm wordt
weergegeven.
Memo
Als u niet op hebt gedrukt om de
selectie van een patroon te bevestigen in
het patroonlijstscherm, kan de handeling
niet worden voortgezet.
Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer een handeling wordt
voortgezet, is afhankelijk van het scherm
dat werd weergegeven toen de machine
werd uitgezet.
Als de handeling in het
patroonbewerkingsscherm is voltooid:
het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Als de machine werd uitgezet nadat een
patroon was geselecteerd en terwijl het
patroontypeselectiescherm of het
patroonlijstscherm werd weergegeven:
het patroonbewerkingsscherm voor het
geselecteerde patroon wordt
weergegeven.
Als de machine werd uitgezet terwijl het
borduurinstellingenscherm of het
borduurscherm voor of na het borduren
werd weergegeven:
het borduurinstellingenscherm voor dat
patroon wordt weergegeven.
Als de machine werd uitgezet tijdens het
borduren:
het borduurscherm wordt weergegeven met
de naaldpositie bij de steek die werd
geborduurd toen de machine werd uitgezet.
Sapphire_nl.book Page 60 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De naald vervangen 61
3
De naald vervangen
Als de naald is verbogen of de punt van de naald is afgebroken, moet u de naald vervangen. (Gebruik de
meegeleverde inbussleutel om de naald te vervangen door een naald die geschikt is voor deze machine en die is
gecontroleerd met de test beschreven in ‘De naald controleren’ (op pagina 15).
De naald vervangen
1
Zet de machine uit.
2
Draai de naaldstelschroef los en verwijder de
naald.
Houd de naald met uw linkerhand vast, houd
de inbussleutel in uw rechterhand en draai de
naaldstelschroef tegen de klok in vast.
Opmerking
Gebruik de meegeleverde inbussleutel,
anders kan het gebeuren dat u te veel kracht
uitoefent op de naald, zodat deze breekt.
Oefen niet te veel kracht uit bij het los- of
vastdraaien van de naaldstelschroef;
hierdoor zou de machine kunnen
beschadigen.
3
Plaats de naald (met de vlakke kant naar
achteren) helemaal naar boven totdat deze de
naaldstangstopper raakt.
Haal de naald door het gat in de persvoet en
gebruik vervolgens de naaldwisselhulp om de
naald op te tillen.
1 Naaldstangstopper
2 Naald
3 Vlakke kant
4 Naaldwisselhulp
Zet de machine uit voordat u de naald
vervangt, anders kan er letsel ontstaan als
de machine begint te werken.
VOORZICHTIG
1
2
3
4
Sapphire_nl.book Page 61 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
62
Druk op 1 om de naaldbevestigingsklem 2
uit te trekken (zie afbeelding). Bevestig de klem
aan de naald en laat vervolgens het ingedrukte
vlak los om de naald vast te klemmen. Druk
opnieuw op 1 om de naald los te laten.
4
Houd de naald op zijn plaats met uw
linkerhand en draai de naaldstelschroef aan.
Gebruik de inbussleutel om de
naaldstelschroef met de klok mee te draaien.
Zorg dat u de naald plaatst tot aan de
naaldstangstopper en dat u de
naaldstelschroef goed vastdraait met de
inbussleutel, anders kan de naald breken
of kan de machine beschadigd raken.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 62 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De borduurramen gebruiken 63
3
De borduurramen gebruiken
Hieronder worden de diverse typen borduurramen en hun toepassing beschreven. Naast de meegeleverde
borduurramen kan met deze machine ook het optionele petraam worden gebruikt.
Typen borduurramen en toepassingen
Gebruik alleen een borduurraam met de grootte die in het scherm wordt aangegeven, anders
kan het raam de persvoet raken, wat letsel kan veroorzaken.
Extra groot
borduurraam
Groot borduurraam
Middelgroot
borduurraam
Klein borduurraam
Borduurvlak:
200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
Borduurvlak:
130 mm (H) × 180 mm (B)
(5-1/8 inch (H) × 7-1/8 inch (B))
Borduurvlak:
100 mm (H) × 100 mm (B)
(4 inch (H) × 4 inch (B))
Borduurvlak:
40 mm (H) × 60 mm (B)
(1-1/2 inch (H) × 2-3/8 inch (B))
Te gebruiken bij het
borduren van
aaneengesloten tekens of
patronen, gecombineerde
patronen of grote
borduurpatronen.
Te gebruiken bij
borduurpatronen kleiner dan
130 mm (H) × 180 mm (B)
(5-1/8 inch (H) × 7-1/8
inch (B))
Te gebruiken bij
patronen met een
standaardgrootte.
Te gebruiken bij het
borduren van kleine
patronen, zoals namen.
(Zie ‘De stof spannen’ op pagina 65.) (Zie ‘De stof in het borduurraam spannen’ op
pagina 28.)
Petraam
(optioneel)
Opmerking
De borduurraamindicators geven alle
borduurraamgrootten weer waarin het
patroon kan worden geborduurd. Gebruik
een borduurraam met de geschiktste
grootte. Als een te groot raam wordt
gebruikt, kan het patroon scheeftrekken of
kunnen er in de stof plooien ontstaan.
Borduurvlak:
50 mm (H) × 130 mm (B)
(2 inch (H) × 5-1/8 inch (B))
Te gebruiken bij het borduren van petten.
Te gebruiken bij het borduren van honkbalpetten,
golfpetten en dergelijke.
Dit raam kan niet worden gebruikt voor petten met een
voorkant van 50 mm (2 inch) of minder, zoals
zonnekleppen en kinderpetten. Het raam kan ook niet
worden gebruikt voor petten met een klep groter dan
80 mm (3-1/8 inch).
(Zie ‘Het optionele petraam gebruiken’ op pagina 169 voor
meer informatie over het bevestigen van dit raam.)
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 63 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
64
Opstrijksteunstof (onderlaag) bevestigen aan stof
Wij raden aan opstrijksteunstof (onderlaag) te gebruiken om te voorkomen dat patronen scheeftrekken of steken
gaan krimpen.
1
Gebruik een stoomstrijkijzer om de
opstrijksteunstof op de achterzijde van de stof
te hechten.
1 Zelfklevende zijde van de opstrijksteunstof.
2 Stof (achterkant)
Wanneer u stof borduurt die niet mag
worden gestreken of wanneer u een vlak
borduurt dat moeilijk te strijken is, spant u
een laag opstrijksteunstof onder de stof in
het borduurraam zonder deze te hechten.
Opmerking
Gebruik een stuk opstrijksteunstof dat groter
is dan het borduurraam. Zorg dat de
opstrijksteunstof bij alle randen is
vastgeklemd bij het spannen van de stof in
het borduurraam, zodat er geen kreukels in
de stof komen.
1 Vlak van het borduurraam
2 Opstrijksteunstof
Memo
Gebruik bij het borduren van dunne stoffen
zoals organza en batist een in water
oplosbare steunstof. In water oplosbare
steunstoffen lossen op bij het wassen, zodat
u prachtig borduurwerk kunt maken dat niet
stug is.
Span bij het borduren van stoffen met een
vleug, zoals handdoeken of corduroy, een
laag opstrijksteunstof onder de stof in het
borduurraam zonder deze te hechten.
Zie ‘Steunstoffen (onderlagen) op
pagina 165 voor informatie over andere
toepassingen van steunstof.
Gebruik opstrijksteunstof bij het borduren op dunne stoffen of stretchstoffen, stoffen met grof
weefsel of stoffen waarbij de steken kunnen krimpen. Als geen opstrijksteunstof wordt
gebruikt, kan de naald verbuigen of breken of kan het patroon scheeftrekken.
VOORZICHTIG
1
2
12
Sapphire_nl.book Page 64 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De stof spannen 65
3
De stof spannen
De stof in het extra grote of grote
borduurraam spannen
1
Draai de schroef op het buitenraam los.
1 Schroef
2
Plaats de stof met de goede kant boven op het
buitenraam.
Het buitenraam heeft geen voor- of
achterzijde. Beide zijden kunnen als
voorzijde worden gebruikt.
3
Druk het binnenraam in het buitenraam.
Plaats het binnenraam eerst in de hoek met de
schroef A, vervolgens in de dichtstbijzijnde
hoek B en vervolgens in de tegenoverliggende
hoek C. Plaats het binnenraam vervolgens in
de tegenoverliggende hoek D zonder schroef.
Lijn eerst het binnenraam en het buitenraam
uit bij de hoek met de schroef A. Plaats
vervolgens het binnenraam bij de hoek B,
terwijl u de stof voorzichtig in de richting van
pijl B trekt zodat de stof strak staat. Trek op
dezelfde manier de stof voorzichtig in de
richting van pijl C, plaats hoek C, trek de stof
voorzichtig in de richting aangegeven door pijl
D en plaats hoek D.
Zorg dat er geen kreukels in de stof zitten
nadat deze in het borduurraam is
gespannen.
4
Terwijl u de stof nog iets strakker trekt, draait
u de schroef stevig vast zodat de stof strak
staat.
Als de stof goed is gespannen, maakt deze
een trommelgeluid als u erop tikt.
Klem het binnen- en het buitenraam stevig
tegen elkaar zodat de bovenranden op
gelijke hoogte liggen.
1 Buitenraam
2 Binnenraam
3 Bovenkant van de stof
4 Bovenrand van het binnen- en buitenraam liggen
op gelijke hoogte
Gebruik de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier en draai de schroef stevig aan.
1 Schijfvormige schroevendraaier
Memo
U kunt het beste een plat oppervlak
gebruiken om de stof in het borduurraam te
bevestigen.
1
1
4
3
2
1
Sapphire_nl.book Page 65 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
66
Het borduurvel gebruiken
Gebruik de rasterlijnen op het borduurvel om de stof
netjes in het borduurraam te spannen, zodat het
patroon in de juiste positie wordt geborduurd.
1
Teken met kleermakerskrijt het vlak waar u
wilt borduren op de stof af.
2
Plaats het borduurvel op het binnenraam. Lijn
de rasterlijnen op het borduurvel uit met de
markeringen die u op de stof hebt getekend.
1 Rasterlijnen
2 Binnenraam
3
Rek de stof voorzichtig uit zodat er geen
vouwen of kreukels in zitten.
4
Verwijder het borduurvel.
Sapphire_nl.book Page 66 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De stof spannen 67
3
Grote/kleine stukken stof
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u stoffen kunt
borduren die veel groter of veel kleiner zijn dan het
borduurraam.
Grote stukken stof of zware kledingstukken
borduren
Wanneer u grote stukken stof of zware
kledingstukken borduurt, gebruikt u een
wasknijper of een klem om de overtollige stukken
stof aan het borduurraam te bevestigen zodat
deze niet loshangen. Als er grote stukken stof van
het borduurraam afhangen, kan het raam niet
goed bewegen en kan het patroon scheeftrekken.
Maak overtollige stof met een wasknijper of
een klem vast aan het borduurraam.
Kleine stukken stof borduren
Als u stukken stof wilt borduren die kleiner zijn
dan het borduurraam, gebruikt u textiellijm uit
een spuitbus om de stof te bevestigen aan
steunstof (onderlaag) die in het borduurraam is
gespannen. Als u geen lijm wilt gebruiken, rijgt u
de stof aan de steunstof.
1 Stof
2 Steunstof (onderlaag)
Hoeken borduren
Wanneer u de hoek van een stuk stof wilt
borduren, gebruikt u textiellijm uit een spuitbus
om de hoek van de stof vast te maken aan de
steunstof. Span vervolgens de steunstof in het
borduurraam. Als u geen lijm wilt gebruiken, rijgt
u de stof aan de steunstof.
1 Stof
2 Steunstof (onderlaag)
Smalle stukken stof borduren, zoals linten
Wanneer u smalle stukken stof wilt borduren,
gebruikt u textiellijm uit een spuitbus om de stof
vast te maken aan de steunstof. Span vervolgens
de steunstof in het borduurraam. Als u geen lijm
wilt gebruiken, klemt u de beide uiteinden van de
stof met de steunstof in het borduurraam.
1 Lint
2 Steunstof (onderlaag)
1
2
1
2
1
2
Sapphire_nl.book Page 67 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
68
Positie en beweging van het borduurraam
Hieronder vindt u informatie over het borduurraam tijdens het gebruik van de borduurmachine.
Borduurramen die niet kunnen worden gebruikt
voor borduurwerk
Zoals beschreven op pagina 28, geven de
borduurraamindicators boven in het scherm aan
welke borduurramen kunnen worden gebruikt om
het geselecteerde patroon te borduren.
Borduurramen waarvan het borduurvlak kleiner is
dan het patroon kunnen niet worden gebruikt.
Het borduurraam kan ook niet worden gebruikt
als het borduurwerk kleiner is dan het
borduurvlak maar zodanig is geplaatst dat het
buiten het borduurvlak van het borduurraam valt.
Borduurramen waarvan het borduurvlak kleiner
is dan het patroon
Patronen die buiten het borduurvlak van het
borduurraam vallen
In deze gevallen wordt op de machine een
melding weergegeven met de waarschuwing dat
het borduurraam moet worden verwisseld.
De machine stelt vast welk borduurraam is
bevestigd aan de hand van de positie van de
linkerarm van de borduurraamhouder. De grootte
van het borduurraam wordt dus bepaald door de
positie van de linkerarm, zelfs als het
gedetecteerde borduurraam niet werkelijk is
bevestigd. Als de borduurraamhouder niet is
bevestigd, bepaalt de machine of het petraam (los
verkrijgbaar) is bevestigd.
Mogelijk wordt de melding weergegeven dat het
borduurraam moet worden vervangen, zelfs al is
er geen borduurraam bevestigd.
Verplaatsen naar de juiste positie
Als het midden van het borduurraam samenvalt
met de naaldpositie in het borduurvlak, wordt het
borduurraam correct, dat wil zeggen op de
beginpositie, geplaatst voordat met borduren
wordt begonnen.
Als het borduurraam wordt vervangen, wordt het
volgende raam dat wordt bevestigd niet correct
geplaatst.
Als bijvoorbeeld het extra grote borduurraam
wordt vervangen door een kleiner raam, gebeurt
het volgende.
1 Correcte positie van het midden van het
borduurraam
2 Naaldpositie wanneer het borduurraam is vervangen
Als de positie van het borduurraam onjuist is,
wordt het raam automatisch verplaatst naar de
correcte positie nadat één van de volgende
handelingen is uitgevoerd.
De machine wordt aangezet.
Het borduurraam wordt verplaatst.
Het borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven.
Het borduurraam wordt niet verplaatst als de
positie correct is.
Als het patroon buiten het borduurvlak van het
raam valt, wordt de melding weergegeven dat
het borduurraam moet worden vervangen.
Vervang het borduurraam of keer terug naar
het patroonbewerkingsscherm om de
borduurpositie te verplaatsen.
1
2
Sapphire_nl.book Page 68 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Positie en beweging van het borduurraam 69
3
Het borduurraam wordt vervangen terwijl het
borduurinstellingenscherm of het
borduurscherm wordt weergegeven.
Vervolgens drukt u op de toets voor het
controleren van het borduurvlak, voor het
verplaatsen van het borduurraam of voor het
beginnen met borduren.
Het borduurraam wordt verplaatst.
Nadat het borduurraam is verplaatst naar de
correcte positie en tot stilstand is gekomen,
drukt u nogmaals op de gewenste toets.
Als het patroon buiten het borduurvlak van het
raam valt nadat het borduurraam is verplaatst,
wordt de melding weergegeven dat het raam
moet worden vervangen. Vervang het
borduurraam of keer terug naar het
patroonbewerkingsscherm om de grootte van
het patroon aan te passen of de borduurpositie
te wijzigen.
Sapphire_nl.book Page 69 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
70
De borduurpositie wijzigen
Bij aankoop van de machine zijn zowel de beginpositie als de eindpositie ingesteld op het midden van het
patroon. Verplaats daarom het raam en stel de borduurpositie zo af dat het midden van het patroon samenvalt
met de naaldpositie bij de borduurpositie. Bovendien kan de hoek van het gehele patroon worden aangepast als
de stof niet gelijkmatig in het borduurraam kan worden gespannen of als het patroon in een hoek op de stof is
geplaatst.
1
Druk op , , , , , ,
en in het
borduurinstellingenscherm.
Verplaats het borduurraam zo dat de
naaldpositie zich in het midden van het vlak
bevindt waar u wilt gaan borduren.
X Het borduurraam wordt verplaatst tegen de
richting van de pijl in.
X Het patroon in hetzelfde
patroonweergavevlak wordt verplaatst in
dezelfde richting als de pijl.
1 Geeft de verticale verplaatsingsafstand aan
2 Geeft de horizontale verplaatsingsafstand aan
Druk op om het borduurraam te
verplaatsen naar de oorspronkelijke positie
(waar het midden van het borduurraam
samenvalt met de naaldpositie bij de
borduurpositie).
De borduurpositie zoeken
Door de naaldstang te vergrendelen (waarbij de
naald en de persvoet naar beneden staan en zijn
vastgezet), kan de naaldpositie eenvoudig worden
gecontroleerd.
1
Plaats de inbussleutel in het vierkante gat in
de naaldklem om de naaldstang langzaam
naar beneden te laten komen totdat deze
stopt en in de vergrendelpositie klikt.
Opmerking
Zorg dat de naald niet beneden de
vergrendelpositie en op de stof komt.
X De naald en de persvoet worden in de
benedenstand vergrendeld.
Sapphire_nl.book Page 70 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De borduurpositie wijzigen 71
3
2
Druk op de pijltoetsen in het
borduurinstellingenscherm en verplaats het
borduurraam zodat de naaldpositie zich in het
midden van het vlak bevindt waar u wilt
borduren.
Bij het opgeven van het beginpunt van het
borduurwerk, stelt u de naaldpositie af op
het punt dat wordt aangegeven als het begin
van het borduurwerk. (Zie pagina 87 voor
informatie over het instellen van het begin-
en eindpunt.)
De naaldstang ontgrendelen
1
Geef het borduurscherm weer en druk op de
toets voor een andere naaldstang dan degene
die is vergrendeld.
X De naaldstang wordt ontgrendeld.
De hoek aanpassen
Afhankelijk van het soort stof waarop wordt
geborduurd, kan het zijn dat de stof niet in de juiste
hoek in het borduurraam kan worden uitgerekt. Pas
in dat geval de hoek aan waarin het patroon wordt
geborduurd, zodat het correct op de stof wordt
geplaatst.
1
Druk op .
Het volgende scherm wordt weergegeven.
Voorbeeld: oorspronkelijke hoek
1 Draait 90 graden naar links
2 Draait 10 graden naar links
3 Draait 1 graad naar links
4 Draait 90 graden naar rechts
5 Draait 10 graden naar rechts
6 Draait 1 graad naar rechts
7 Druk op deze toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke hoek.
8 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl
op de toets.
9 Maakt het mogelijk het borduurvlak te controleren.
0 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
Sapphire_nl.book Page 71 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
72
2
Druk op deze toetsen om het patroon in de
gewenste hoek te zetten.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt het
patroon gedraaid.
1 Geeft de hoek van het patroon weer nadat op een
toets is gedrukt om deze te wijzigen
Het patroon in de oorspronkelijke hoek
terugzetten(0 graden), druk op zodat
deze verandert in .
3
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
Zie pagina 70 voor meer informatie.
4
Druk, indien nodig, op om het
borduurvlak te controleren.
Zie pagina 32 voor meer informatie.
5
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
Het borduurinstellingenscherm wordt opnieuw
weergegeven.
Memo
Als u op drukt om terug te keren
naar het patroonbewerkingsscherm nadat
het gehele patroon is gedraaid, wordt het
patroon weergegeven zoals het was voordat
de rotatiehoek werd ingesteld, maar de
instelling wordt niet geannuleerd. Wanneer
het borduurinstellingenscherm opnieuw
wordt weergegeven, wordt het patroon
getoond in de toegepaste rotatiehoek. Als er
echter een fout optreedt, bijvoorbeeld als
een patroon is vergroot in het
patroonbewerkingsscherm zodat het groter
is dan het borduurvlak wanneer het wordt
gedraaid, wordt de volgende foutmelding
weergegeven.
1 Druk hierop om de rotatie-instelling te annuleren
en eerst de bewerkingshandelingen uit te voeren
in het patroonbewerkingsscherm.
2 Druk hierop om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm zodat het patroon
opnieuw kan worden bewerkt.
Memo
Bij deze handeling kunnen fijnafstellingen
aan de hoek worden gemaakt. Dit is met
name handig wanneer u bijvoorbeeld tassen
of cilindervormige artikelen borduurt die
maar beperkt in het borduurraam kunnen
worden gespannen.
Voorbeeld: Een kussensloop borduren
Draai het patroon 90 graden naar links
voordat u gaat borduren.
Voorbeeld: Een T-shirt borduren
Draai het patroon 180 graden. Steek het
machinebodemstuk door de taille van het T-
shirt, niet door de hals, en bevestig het
borduurraam aan de machine. Zorg dat de
hals niet oprekt wanneer het borduurraam
wordt verplaatst.
Sapphire_nl.book Page 72 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een patroon borduren met zeven of meer kleuren 73
3
Een patroon borduren met zeven of meer kleuren
Wanneer het patroon dat u borduurt zeven of meer kleuren bevat, moet u de draadklossen verwisselen. Tijdens het
verwisselen van de draadklossen worden hiertoe instructies weergegeven terwijl de machine automatisch stopt.
Kleuren draad toewijzen aan naaldstangen
Kleuren draad worden automatisch toegewezen
aan de naaldstangen 1 tot en met 6, te beginnen
met de kleuren draad die het eerst worden
geborduurd. (Als echter een nieuw patroon
kleuren bevat die hetzelfde zijn als bij het vorige
patroon, worden de kleuren draad toegewezen
aan dezelfde naaldstang, onafhankelijk van de
borduurvolgorde.)
Bij een patroon met zes kleuren draad en tien
draadkleurwisselingen, worden de kleuren
bijvoorbeeld als volgt toegewezen.
Bij een patroon met zeven kleuren draad of meer
wordt de informatie over de draadklos bijgewerkt
wanneer de zevende kleur draad nodig is.
Vervolgens past de machine de toewijzing van de
kleuren draad aan om het aantal
draadkloswisselingen te beperken.
Bij een patroon met tien kleuren draad en dertien
draadkleurwisselingen, worden de kleuren
bijvoorbeeld als volgt toegewezen.
Aangezien de kleuren draad op de naaldstangen 2 en 3
opnieuw worden gebruikt nadat de draadklossen zijn
verwisseld, worden zij niet vervangen. Andere kleuren
worden echter toegewezen aan de andere
naaldstangen.
Controleren of draadklossen
moeten worden verwisseld
Wanneer u een patroon selecteert, kunt u het aantal
draadwisselingen bekijken. De kleuren draad die in
het patroon worden gebruikt, kunt u echter niet via
dit scherm controleren. Of en wanneer draadklossen
moeten worden verwisseld, kan worden
gecontroleerd met de volgende indicators.
Tijd totdat klossen moeten worden verwisseld
Deze indicator geeft de tijdsduur aan tot de
draadklossen moeten worden verwisseld.
Wanneer een tijdsduur in het borduurscherm
wordt weergegeven, moet tenminste één
draadklos worden verwisseld.
1 Tijd totdat klossen moeten worden verwisseld
1 Naaldstang 1
2 Naaldstang 2
3 Naaldstang 3
4 Naaldstang 4
5 Naaldstang 5
1
2
6 Naaldstang 6
5
6
1 Naaldstang 1
2 Naaldstang 2
3 Naaldstang 3
4 Naaldstang 4
5 Naaldstang 5
6 Naaldstang 6
5 Verwissel hier de draadklossen.
1 Naaldstang 1
3
4 Naaldstang 4
5 Naaldstang 5
6 Naaldstang 6
2
Sapphire_nl.book Page 73 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
74
Kloswisselingsindicator ( )
De kloswisselingsindicator in het
steeknavigatiescherm geeft aan hoe vaak de
draadklossen moeten worden verwisseld en
hoeveel tijd er tussen verwisselingen ligt.
1
Druk op in het borduurscherm.
X Het steeknavigatiescherm wordt
weergegeven.
2
Druk op .
X Elke keer als u op deze toets drukt, wordt de
volgende kleur weergegeven in het scherm
met de draadkleurvolgorde. Nadat de
laatste kleur in het scherm met de
draadkleurvolgorde is bereikt, stopt het
verrollen.
3
De positie van controleren.
1 geeft aan wanneer de draadklossen
moeten worden verwisseld. De draadklossen
moeten zo vaak worden verwisseld als met deze
indicator wordt aangegeven, en wel tussen de
twee kleuren draad op het punt waar deze wordt
weergegeven.
2 Druk op om door het scherm met de
draadkleurvolgorde te schuiven. Elke keer als u
op deze toets drukt, wordt de vorige kleur
weergegeven in het scherm met de
draadkleurvolgorde. Nadat de eerste kleur in het
scherm met de draadkleurvolgorde is bereikt,
stopt het verrollen.
4
Nadat u de gewenste informatie hebt gelezen,
drukt u op of om terug te keren
naar de eerste kleur. Druk vervolgens op .
X Het borduurscherm wordt opnieuw
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 74 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met zeven of meer kleuren 75
3
Draadklossen verwisselen bij ontwerpen met zeven of meer kleuren
In dit gedeelte vindt u informatie over de melding dat de draadklossen moeten worden verwisseld en hoe u de
draadklossen eenvoudig kunt verwisselen.
Melding draadklos
verwisselen
Wanneer de draadklos moet worden verwisseld
tijdens het borduren van een patroon dat zeven of
meer kleuren bevat, stopt de machine automatisch
met borduren en wordt de onderstaande melding
weergegeven. Deze melding wordt ook
weergegeven wanneer de draadklossen moeten
worden verwisseld voordat wordt begonnen met het
borduren van een nieuw patroon. Verwissel de
draadklossen aan de hand van de nieuwe
toewijzingen.
1 De naaldstangen waar de draadklossen moeten
worden verwisseld, worden in kleur
weergegeven.
2 De naaldstangen waar geen draadklossen hoeven
te worden verwisseld, worden grijs weergegeven.
3 Druk op deze toets om de melding te sluiten dat
de draadklos moet worden verwisseld.
Opmerking
Als het borduurscherm wordt weergegeven,
wordt de huidige toewijzing van de kleuren
draad opgeslagen. Wanneer de volgende
keer dezelfde kleur draad wordt gebruikt als
de draadklossen moeten worden
verwisseld, wordt de naaldstang opnieuw
toegewezen aan dezelfde kleur draad.
Memo
Als u een andere kleur draad wilt gebruiken
dan is aangegeven, drukt u op de tijdelijke-
naaldstanginstellingentoets en wijzigt u
vervolgens de instelling van de kleur draad.
(ZieInstelling voor tijdelijke naaldstang’ op
pagina 92 voor meer informatie.)
U kunt het aantal draadkloswisselingen
beperken door veelgebruikte kleuren draad
specifiek toe te wijzen aan bepaalde
naaldstangen. (Zie ‘Instellingen voor
gereserveerde naaldstang’ op pagina 94
voor meer informatie.)
Sapphire_nl.book Page 75 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
76
Draadklossen eenvoudig
verwisselen
Wanneer u de draadklossen verwisselt, moet u de
bovendraad opnieuw inrijgen. U kunt de
draadklossen echter eenvoudig verwisselen wanneer
u een draadklos vervangt waarvan de draad correct
door de machine is geregen.
1
Knip de draad af tussen de draadklos en de
draadgeleider.
2
Verwissel de draadklos.
3
Knoop het einde van de draad van de nieuwe
klos aan het einde van de draad, dat over is
van de vorige kleur.
4
Trek de oude draad vlak onder de
naaldstangdraadgeleider uit.
Blijf aan de draad trekken tot de knoop boven
de naald is. Knip de knoop af.
5
Gebruik het automatische
naaldinrijgmechanisme om de naald van een
draad te voorzien. (Zie pagina 39.)
X Het wisselen van de draad is voltooid.
Opmerking
Trek de knoop niet door het oog van de
naald wanneer u de draad naar buiten trekt.
Als de knoop door het oog van de naald
wordt getrokken, kan de naald beschadigen.
Sapphire_nl.book Page 76 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt. 77
3
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt.
Als de draad breekt of de spoeldraad opraakt tijdens het borduren, stopt de machine automatisch. Aangezien
sommige steken misschien met maar één draad zijn gemaakt, gaat u voor u verder gaat met borduren terug naar
een punt waar al steken zijn gemaakt.
Opmerking
Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit
of vooruit door de steken gaat, het
borduurraam beweegt namelijk mee.
Als de bovendraad breekt
1
Rijg de bovendraad opnieuw in. (Zie pagina 35.)
2
Druk op .
X Het steeknavigatiescherm wordt
weergegeven.
3
Druk op en om terug te gaan
door het borduurwerk tot een punt waar al
steken zijn gemaakt.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek terug.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien
steken terug.
Het borduurraam wordt verplaatst. Ga terug
tot het punt waar al steken zijn gemaakt.
Als de naaldstang te ver is teruggegaan door
het borduurwerk, drukt u op
of
om vooruit te gaan.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek naar voren.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien
steken naar voren.
4
Druk op .
X Het borduurscherm wordt opnieuw
weergegeven.
5
Druk op en druk vervolgens op de
start/stop-knop om verder te gaan met
borduren.
Sapphire_nl.book Page 77 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
78
Als de spoeldraad breekt of
opraakt
1
Druk op de draadknipknop.
X De bovendraad wordt afgeknipt.
Als de spoeldraad breekt of opraakt, knipt u
ook de bovendraad af.
2
Verwijder de steken die alleen met de
bovendraad zijn gemaakt.
Trek aan het afgeknipte uiteinde van de
bovendraad.
Als de steken niet mooi kunnen worden
verwijderd, knipt u de draad met een schaar af.
Als de spoeldraad opraakt, vervangt u in deze
procedure de spoeldraad.
3
Vervang de spoel door een spoel die is
omwikkeld met spoeldraad. (Zie pagina 19.)
Als u het haakklepje kunt openen, vervangt
u de spoel zonder het borduurraam uit de
machine te verwijderen.
Als de machinebodem bijvoorbeeld onder
een groot stuk stof verborgen zit of als het
haakklepje niet kan worden geopend,
verwijdert u tijdelijk het borduurraam. (Zie
pagina 45.) Bevestig het borduurraam weer
nadat u de spoel hebt vervangen. (Zie
pagina 30.)
Opmerking
Als het borduurraam is verwijderd voordat het
patroon was voltooid, controleert u de
volgende punten om te voorkomen dat het
patroon scheeftrekt.
Oefen niet te veel kracht uit op de stof in
het raam, anders kan de stof los gaan zitten.
Zorg dat het borduurraam de wagen of de
persvoet niet raakt bij het verwijderen en
weer terugplaatsen ervan.
Als de wagen is geraakt en wordt verplaatst,
zet u de machine uit en weer aan. De juiste
positie van het raam op het moment dat de
machine werd gestopt, wordt opgeslagen in
het geheugen van de machine. Het
borduurraam wordt vervolgens
teruggeplaatst in de juiste positie.
Wanneer het borduurraam wordt
teruggeplaatst, moet u ervoor zorgen dat de
pennen op de linker- en rechterarmen van
de borduurraamhouder stevig in de gaten
van de hendels op het borduurraam zitten.
4
Ga terug door het borduurwerk op dezelfde
manier als beschreven in stap
2 van ‘Als de
bovendraad breekt’ op pagina 77 en ga
vervolgens verder met borduren.
Sapphire_nl.book Page 78 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon 79
3
Borduren vanaf het begin of het midden van het patroon
Als u wilt borduren vanaf het beginpunt, bijvoorbeeld als een proeflapje is geborduurd met verkeerde
draadspanning of als de verkeerde kleur draad is gebruikt, start het borduren dan opnieuw met behulp van de
voor- en achteruitstiktoets. U kunt bovendien per kleur draad of per steek vooruit of achteruit door het
borduurwerk gaan om een eerste steek te maken vanaf een willekeurige positie in het patroon.
Opmerking
Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit
of vooruit door de steken gaat, het
borduurraam beweegt namelijk mee.
1
Druk op de start/stop-knop om de machine te
stoppen.
Vervang indien nodig de stof die in het
borduurraam is gespannen of knip de
gemaakte steken door en verwijder ze.
2
Druk op .
X Het steeknavigatiescherm wordt
weergegeven.
Als u wilt borduren vanaf het begin
3
Druk op .
1 Druk op deze toets om terug te keren naar het
beginpunt van de eerste kleur.
X Als steken kunnen worden gemaakt met de
tweede kleur of verder, beweegt de
naaldstanghouder en wordt de naaldstang
voor de eerste kleur verplaatst naar de
borduurpositie. Bovendien wordt het
borduurraam verplaatst naar de
beginpositie.
Sapphire_nl.book Page 79 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
80
De steek selecteren waar het borduren moet
beginnen
3
Druk op en om een kleur te
selecteren uit de draadkleurvolgorde en druk
vervolgens op , , ,
, en om de steek te
selecteren.
1 Druk eenmaal op deze toets om terug te keren
naar het beginpunt van de kleur die wordt
geborduurd. Elke keer als u nu drukt op deze
toets, gaat u terug naar het beginpunt van de
vorige kleur draad.
2 Elke druk op deze toets brengt u naar het
beginpunt van de volgende kleur draad.
3 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek terug.
4 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien
steken terug.
5 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u
honderd steken terug.
6 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek naar voren.
7 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien
steken naar voren.
8 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u
honderd steken naar voren.
9 De draadkleur boven in het scherm met de
draadkleurvolgorde is de kleur van het vlak dat
momenteel is geselecteerd.
0 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
X De naaldstanghouder beweegt en de
huidige naaldstang wordt verplaatst naar de
borduurpositie. Vervolgens wordt het
borduurraam verplaatst en wordt de huidige
naaldstand aangegeven.
4
Nadat u de steek hebt geselecteerd waar het
borduren moet beginnen, drukt u op .
X Het borduurscherm wordt opnieuw
weergegeven.
5
Druk op en druk vervolgens op de
start/stop-knop om te beginnen met borduren.
X De machine begint op het aangegeven punt
met borduren.
Sapphire_nl.book Page 80 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet 81
3
Verdergaan met borduren nadat de machine is uitgezet
In de volgende gevallen worden de resterende steken van het borduurwerk opgeslagen in het geheugen van de
machine.
Als de hoofdschakelaar is ingedrukt om de machine uit te zetten nadat het borduren is gestopt.
Knip de draad af voordat de machine met de hoofdschakelaar wordt uitgezet, anders kan aan de draad
worden getrokken of kan deze vastlopen wanneer de wagen terugkeert naar de beginpositie nadat de
machine weer is aangezet.
Wanneer de machine per ongeluk is uitgezet tijdens het borduren, bijvoorbeeld als gevolg van een
stroomstoring.
Het resterende deel van het borduurwerk kan worden geborduurd nadat de machine weer is aangezet. Het
kan echter zo zijn dat enkele steken die al waren gemaakt nogmaals worden gemaakt.
Opmerking
Ga voorzichtig te werk wanneer u achteruit
of vooruit door de steken gaat, het
borduurraam beweegt namelijk mee.
1
Zet de hoofdschakelaar op ‘I’ om de machine
aan te zetten.
2
Wanneer het hieronder getoonde scherm
wordt weergegeven, drukt u op .
X Er wordt een melding weergegeven waarin
wordt gevraagd of u verder wilt gaan met
borduren of een nieuwe handeling wilt
uitvoeren.
Sapphire_nl.book Page 81 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
82
3
Druk op .
1 Druk hierop om verder te gaan met borduren.
2 Druk hierop om het borduren te annuleren en het
patroontypekeuzescherm weer te geven om een
nieuw patroon te selecteren.
X Het borduurscherm dat werd getoond
voordat de machine werd uitgezet, wordt
weergegeven.
4
Druk op .
X Het steeknavigatiescherm wordt
weergegeven.
5
Druk twee of drie keer op om twee of
drie steken terug te gaan.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek terug.
Controleer of de naaldpositie daar wordt
geplaatst waar al steken zijn gemaakt.
6
Druk op .
X Het borduurscherm wordt opnieuw
weergegeven.
7
Druk op en druk vervolgens op de
start/stop-knop om verder te gaan met
borduren.
Memo
U kunt de machine te allen tijde stoppen,
zelfs terwijl deze aan het borduren is. Als de
machine wordt gestopt voor het wisselen
van de kleur draad, hoeft u niet een aantal
steken terug te gaan voordat u weer kunt
doorgaan. De machine kan tevens zo
worden ingesteld dat deze stopt wanneer de
kleur draad wordt gewisseld. (Zie ‘De
machine zo instellen dat deze stopt bij
kleurwisselingen’ op pagina 90 voor meer
informatie.)
Sapphire_nl.book Page 82 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De draadspanning afstellen 83
3
De draadspanning afstellen
De volgende procedure beschrijft hoe de draadspanning moet worden afgesteld wanneer de juiste
draadspanning zoals beschreven op pagina 44 niet is toegepast. Na het afstellen van de spanning van de
spoeldraad, kunt u de spanning van de bovendraad afstellen voor elke naaldstang.
Opmerking
U moet altijd de spanning van de spoeldraad afstellen voordat u de spanning van de bovendraad afstelt.
De spanning van de
spoeldraad afstellen
1
Maak het meegeleverde gewicht vast aan het
uiteinde van de draad dat uit het spoelhuis
komt.
2
Houd het spoelhuis tegen een egaal verticaal
oppervlak (zie afbeelding).
Als de draad met het gewicht eraan
langzaam naar buiten wordt getrokken, is de
draadspanning correct.
3
Gebruik de meegeleverde
standaardschroevendraaier om de
spanschroef te draaien en de draadspanning af
te stellen.
1 Spanschroef
2 Vaster
3 Losser
4
Nadat u de afstelling hebt gedaan, borduurt u
met alle naaldstangen om de draadspanning te
controleren.
Memo
In de ingebouwde borduurpatronen wordt
een patroon gebruikt om de draadspanning
te controleren. Door dit patroon te
borduren, kan de draadspanning eenvoudig
worden gecontroleerd. Zie pagina 160 voor
meer informatie.
1
3
2
Sapphire_nl.book Page 83 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
ANDERE BASISPROCEDURES —————————————————————————————————————————————————
84
De spanning van de
bovendraad afstellen
1
Draai de draadspanningsknoppen.
1 Draadspanningsknoppen
2 Vaster
3 Losser
4 Markering
Bovendraad is te strak
De spanning van de bovendraad is te strak, zodat
de spoeldraad zichtbaar wordt aan de bovenkant
van de stof.
Draai de knop in de richting van de pijl om de
spanning van de bovendraad te verlagen.
1 Als de rode streep zichtbaar is, kan de
draadspanning niet verder worden teruggebracht.
Verhoog de spanning van de bovendraad.
Opmerking
Als u de spanning van de draad vermindert
tot voorbij de rode streep, kan de
draadspanningsknop losraken.
Bovendraad is te los
De spanning van de bovendraad is te los, zodat
de te losse bovendraad in lussen en plukken aan
de bovenkant van de stof te zien is.
Draai de knop in de richting van de pijl om de
spanning van de bovendraad te verhogen.
3
2
4
1
(Bovenkant)
(Achterkant)
(Bovenkant)
(Achterkant)
Sapphire_nl.book Page 84 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
4 Borduurinstellingen
In dit hoofdstuk worden de diverse borduurinstellingen beschreven waarmee het
borduren nog eenvoudiger wordt.
Instelling automatische stiksteken...........................................................................86
Instellingen voor begin- en eindpositie....................................................................87
Een patroon herhalen langs een diagonaal / 88
Instelling voor maximale snelheid...........................................................................89
De machine zo instellen dat deze stopt bij kleurwisselingen...................................90
De machine stoppen bij de volgende kleurwisseling / 90
Pauzelocaties opgeven vóór het borduren / 90
Instelling voor tijdelijke naaldstang.........................................................................92
Instellingen voor gereserveerde naaldstang.............................................................94
Sapphire_nl.book Page 85 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurinstellingen —————————————————————————————————————————————————————
86
Instelling automatische stiksteken
U kunt de machine zo instellen dat deze bijvoorbeeld automatisch stiksteken maakt aan het begin van een
patroon, na een wisseling van draadkleur en voordat de draad wordt afgeknipt.
Bij aankoop van de machine is deze functie
ingesteld op ‘aan’.
Opgeven dat stiksteken moeten worden gemaakt
aan het begin van een patroon, na een wisseling
van draadkleur en nadat de draad is afgeknipt.
1
Druk op zodat deze verandert in .
Druk op (of ) om de gewenste
instelling te selecteren.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Memo
Als de eerste steeklengte kleiner is dan
0,8 mm wordt de stiksteek niet gemaakt.
Opgeven dat stiksteken moeten worden gemaakt
voordat de draad wordt afgeknipt
1
Druk op zodat deze verandert in .
Druk op (of ) om de gewenste
instelling te selecteren.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Memo
De instelling automatische stiksteken blijft
gelijk totdat u op de toets voor uitschakelen
drukt. De instelling die u hebt opgegeven
voordat de machine wordt uitgezet, wordt
opnieuw geselecteerd wanneer de machine
weer wordt aangezet.
Instelling
automatische
stiksteken
ingeschakeld
Instelling
automatische
stiksteken
uitgeschakeld
Instelling
automatische
stiksteken
ingeschakeld
Instelling
automatische
stiksteken
uitgeschakeld
Sapphire_nl.book Page 86 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Instellingen voor begin- en eindpositie 87
4
Instellingen voor begin- en eindpositie
De begin- en eindpositie kan afzonderlijk worden ingesteld van de 9 punten van het patroon. Deze punten zijn:
linkerbovenhoek, middenboven, rechterbovenhoek, middenlinks, middenmidden, middenrechts,
linkeronderhoek, middenonder en rechteronderhoek.
U kunt deze instellingen gebruiken om een patroon te herhalen langs een diagonaal.
U geeft de instellingen voor begin- en eindpositie op
via het borduurinstellingenscherm.
Bij aankoop van de machine zijn zowel de
beginpositie als de eindpositie ingesteld op het
midden van het patroon.
1
Druk op .
X Het instellingenscherm voor begin- en
eindpositie wordt weergegeven.
1 Geeft de beginpositie aan.
2 Geeft de eindpositie aan.
Druk op een toets om de instelling te selecteren.
De gemarkeerde toets geeft de momenteel
geselecteerde instelling weer.
Voorbeeld
3 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
De beginpositie opgeven
2
Druk op de toets voor de gewenste instelling
van de beginpositie.
X Wanneer een beginpositie is geselecteerd,
wordt de eindpositie automatisch ingesteld
op dezelfde positie.
X Het borduurraam wordt verplaatst naar de
beginpositie.
De eindpositie opgeven
3
Druk op de toets voor de gewenste instelling
van de eindpositie.
4
Nadat u de gewenste instellingen hebt
geselecteerd, drukt u op .
X Het borduurinstellingenscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
De instellingen voor de begin- en
eindpositie blijven van toepassing tot u op
de toets voor een nieuwe instelling drukt.
De instellingen die u hebt opgegeven
voordat de machine wordt uitgezet, worden
opnieuw geselecteerd wanneer de machine
weer wordt aangezet.
Deze toets is geselecteerd.
Sapphire_nl.book Page 87 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurinstellingen —————————————————————————————————————————————————————
88
Een patroon herhalen langs
een diagonaal
Voorbeeld
1
Geef de linkerbovenhoek op als de
beginpositie en de rechteronderhoek als de
eindpositie.
Druk op
in het
borduurinstellingenscherm om het
instellingenscherm voor begin- en eindpositie
weer te geven.
Voor de beginpositie drukt u op de toets
zodat deze verandert in .
Voor de eindpositie drukt u op de toets
zodat deze verandert in .
Druk op om het instellingenscherm
voor begin- en eindpositie te sluiten.
2
Borduur het eerste patroon.
Druk op om het borduurscherm weer te
geven. Druk vervolgens op en druk op
de start/stop-knop.
1 Beginpositie
2 Eindpositie
3
Als het borduren is voltooid, stopt de machine
in de linkeronderhoek van het patroon.
4
Herhaal de stappen 2 en 3 driemaal.
Memo
Als u de instellingen voor begin- en
eindpositie wijzigt, zijn diverse patronen
mogelijk in plaats van het borduren van
patronen in een vaste richting.
Sapphire_nl.book Page 88 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Instelling voor maximale snelheid 89
4
Instelling voor maximale snelheid
U kunt de maximale snelheid instellen op een van vijf niveaus tussen 600 en 1000 tpm, in stappen van 100 tpm.
Als u het petraam gebruikt, kunt u de maximale snelheid instellen op een van vijf niveaus tussen 400 en 600
tpm, in stappen van 50 tpm.
Maximale borduursnelheid
U geeft de instelling voor maximale snelheid op in
het borduurinstellingenscherm of in het
borduurscherm.
Bij aankoop van de machine is de maximale
snelheid ingesteld op 600 tpm (bij gebruik van het
petraam is dit 400 tpm).
1
Druk op om de snelheid te verhogen.
Druk op om de snelheid te verlagen.
X De waarde tussen en verandert.
Memo
Verlaag de snelheid bij het borduren op
dunne, dikke of zware stoffen. De machine
werkt stiller bij een lagere snelheid.
U kunt de snelheid wijzigen tijdens het
borduren van een patroon.
De instelling voor maximale snelheid blijft
van toepassing tot u een nieuwe instelling
selecteert. De instelling die u hebt
opgegeven voordat de machine wordt
uitgezet, wordt opnieuw geselecteerd
wanneer de machine weer wordt aangezet.
Verlaag de snelheid tot 600 tpm wanneer u
een zwakke draad gebruikt, zoals metalliek
draad.
Borduurraam Petraam
1 1000 1 600
2 900 2 550
3 800 3 500
4 700 4 450
5 600 5 400
Sapphire_nl.book Page 89 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurinstellingen —————————————————————————————————————————————————————
90
De machine zo instellen dat deze stopt bij kleurwisselingen
U kunt de machine te allen tijde stoppen. Als u de machine echter stopt tijdens het borduren, kunt u beter een
aantal steken teruggaan voordat u doorgaat om de steken te laten overlappen. Als u de machine stopt bij een
kleurwisseling, is het niet nodig om steken terug te gaan voordat u kunt doorgaan met borduren.
De machine stoppen bij de
volgende kleurwisseling
U kunt de machine zo instellen dat deze stopt
voordat de volgende kleur wordt geborduurd.
1
Terwijl de kleur wordt geborduurd die
voorafgaat aan het punt waarop u de machine
wilt stoppen, drukt u op de toets zodat
deze verandert in .
2
Nadat het gedeelte met de huidige kleur is
geborduurd, wordt de volgende naaldstang in
positie geplaatst en stopt de machine voordat
de volgende kleur wordt geborduurd.
X
verandert terug naar .
Als de machine tijdelijk wordt uitgezet,
wordt u gevraagd of wilt doorgaan met
borduren of een nieuw patroon wilt
selecteren wanneer de machine weer wordt
aangezet.
Druk op om verder te gaan met
borduren. (Zie ‘Verdergaan met borduren
nadat de machine is uitgezet’ op pagina 81.)
Pauzelocaties opgeven vóór
het borduren
U kunt pauzelocaties opgeven in het scherm voor
draadkleurwisseling, dat wordt weergegeven als u op
drukt.
1
Druk op in het
patroonbewerkingsscherm of in het
borduurinstellingenscherm.
X Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
2
Druk op en zodat de kleur
boven in het scherm met de
draadkleurvolgorde de kleur is waar u de
machine wilt stoppen voordat deze wordt
geborduurd.
Sapphire_nl.book Page 90 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De machine zo instellen dat deze stopt bij kleurwisselingen 91
4
3
Druk op zodat deze verandert in .
X De markering wordt weergegeven om
aan te geven waar de machine zal stoppen.
1 -markering
4
Herhaal de stappen 2 en 3 voor elke pauze
die u wilt opgeven.
U kunt een willekeurig aantal pauzes
opgeven.
5
Nadat u de gewenste instellingen hebt
opgegeven, drukt u op .
X Het scherm dat werd weergegeven voordat
u op drukte, wordt weergegeven.
Als de machine tijdelijk wordt uitgezet
wanneer deze wordt gestopt op de
opgegeven locatie na het borduren, wordt u
gevraagd of u wilt doorgaan met borduren of
een nieuw patroon wilt selecteren wanneer
de machine weer wordt aangezet.
Druk op om verder te gaan met
borduren. (Zie ‘Verdergaan met borduren
nadat de machine is uitgezet’ op pagina 81.)
Memo
Als de machine tijdelijk wordt uitgezet,
worden de instellingen om de machine te
stoppen bij kleurwisselingen die u hebt
opgegeven voordat de machine werd
uitgezet, niet geannuleerd. De instellingen
worden echter wel geannuleerd als u een
nieuw patroon selecteert.
Als een patroon met de instellingen om de
machine te stoppen bij kleurwisselingen
wordt opgeslagen, worden ook de
instellingen om de machine te stoppen bij
kleurwisselingen opgeslagen.
Sapphire_nl.book Page 91 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurinstellingen —————————————————————————————————————————————————————
92
Instelling voor tijdelijke naaldstang
Nadat het borduren is begonnen, kunt u de machine stoppen bij een kleurwisseling en kunt u voor de volgende
kleur die moet worden geborduurd een andere naaldstang opgeven.
Als u bovendraad vervangt door draad waarmee een andere naaldstang al is ingeregen, bespaart u tijd. U kunt
bijvoorbeeld tijdelijk een gelijke kleur draad kiezen.
1
Terwijl de kleur wordt geborduurd die
voorafgaat aan de kleur die u wilt wisselen,
drukt u op
zodat deze verandert in
.
X Nadat het borduren van de huidige kleur is
voltooid, worden de draden afgeknipt en
stopt de machine.
Bij de kleurwisseling kunt u op de start/stop-
knop drukken om de machine te stoppen,
maar zorg er dan wel voor dat u de machine
pas stopt nadat de draden zijn afgeknipt.
2
Druk op .
X Het instellingenscherm voor tijdelijke
naaldstang wordt weergegeven.
3
Druk op de toets van de naaldstang die is
ingeregen met de draad waarmee u wilt
borduren.
4
Druk op .
X Het borduurscherm wordt opnieuw
weergegeven.
5
Druk op en druk vervolgens op de
start/stop-knop om te beginnen met borduren.
X Het borduren gaat verder met de opgegeven
naaldstang.
Sapphire_nl.book Page 92 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Instelling voor tijdelijke naaldstang 93
4
Memo
De wisseling van draadkleur (naaldstang)
die is opgegeven zoals hierboven is
beschreven, is alleen van toepassing tot de
volgende kleurwisseling. Als het patroon
een ander vlak bevat met dezelfde kleur of
wanneer het patroon later nog eens wordt
geborduurd, wordt het vlak geborduurd met
de oorspronkelijke kleur.
Met deze procedure kunt u de draadkleur
(naaldstang) wisselen, zelfs als de machine
is gestopt bij een opgegeven pauze of de
klossen worden verwisseld.
Als u op de start/stop-knop hebt gedrukt om
de machine te stoppen terwijl een vlak werd
geborduurd, kan de instelling voor een
tijdelijke naaldstang niet worden toegepast.
U kunt niet wisselen van draadkleur
(naaldstang) midden in een vlak dat wordt
geborduurd.
Sapphire_nl.book Page 93 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurinstellingen —————————————————————————————————————————————————————
94
Instellingen voor gereserveerde naaldstang
Normaalgesproken wijst de machine automatisch draadkleuren toe aan de naaldstangen. U kunt echter
handmatig een specifieke kleur draad toewijzen aan een bepaalde naaldstang. Als u een naaldstang opgeeft,
wordt deze verwijderd uit de automatische toewijzingen van de machine en blijft de opgegeven kleur aan deze
stang toegewezen.
Door veelgebruikte kleuren draad specifiek toe te wijzen aan bepaalde naaldstangen, kunt u het aantal
draadklossen dat wordt verwisseld verminderen.
Als u eenmaal een handmatige naaldstanginstelling
hebt opgegeven, blijft deze van toepassing totdat u
de instelling annuleert.
U kunt de handmatige naaldstanginstellingen
opgeven op de derde pagina van het
instellingenscherm.
1
Druk op en vervolgens op en
om de derde pagina van het
instellingenscherm op te roepen.
2
Druk op , , , , of voor
het cijfer van de naaldstang die u wilt
opgeven.
1 Geeft het cijfer van de geselecteerde naaldstang aan.
3
Selecteer de kleur die u wilt toewijzen aan de
naaldstang.
Druk op , ,
en totdat de
kleur die u wilt selecteren vergroot wordt
weergegeven in het palet.
1 De kleur die vergroot wordt weergegeven, is de
kleur die is geselecteerd.
2 Geeft de geselecteerde kleur en de naam ervan weer.
X Een gemarkeerd gekleurd vakje wordt
verplaatst in de richting van de pijl op de
toets waarop u drukt.
4
Druk op .
X De kleur die u hebt geselecteerd in stap
3
wordt aangegeven.
1 De geselecteerde kleur draad en het anker
worden weergegeven op de draadklos.
Sapphire_nl.book Page 94 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Instellingen voor gereserveerde naaldstang 95
4
Instelling annuleren
Als u de instelling wilt wijzigen, moet u deze eerst
annuleren en vervolgens een nieuwe instelling
selecteren.
1
Druk op , , , , of voor
het cijfer van de naaldstang waarvan u de
instelling wilt annuleren.
1 Geeft het cijfer van de geselecteerde naaldstang
aan.
2
Druk op .
1 Het anker wordt niet meer weergegeven op de
draadklos.
X Hiermee annuleert u de handmatige
naaldstanginstelling.
Sapphire_nl.book Page 95 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurinstellingen —————————————————————————————————————————————————————
96
Sapphire_nl.book Page 96 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
5 Patronen selecteren/bewerken/opslaan
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het selecteren, bewerken en opslaan van
borduurpatronen.
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens ................................................................98
Een borduurpatroon selecteren ...............................................................................99
Algemene patroonselectie / 99 Borduurpatronen / 101
Renaissance-alfabetpatronen / 102 Bloemletterpatronen / 103
Appliqué-alfabetpatronen / 104 Kaderpatronen / 105
Alfabetpatronen / 106 Borduurpatronen in het geheugen van de machine / 108
Borduurkaarten (optioneel) / 109 Computer (USB) / 111
CompactFlash-kaarten (in de vakhandel verkrijgbaar) / 114
Floppydisks (in de handel verkrijgbaar) / 116
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) ................................118
Patronen combineren / 118 Het patroon selecteren dat moet worden bewerkt / 119
Een patroon verplaatsen / 119 Een patroon horizontaal draaien / 120
Een patroon verticaal draaien / 120 De grootte van een patroon wijzigen / 120
Een patroon draaien / 121 De tekstindeling van een teken wijzigen / 122
De afstand tussen de tekens wijzigen / 123
De draaddichtheid wijzigen (alleen bij sommige teken- en kaderpatronen) / 124
Meerkleurentekst opgeven / 125 De kleuren van het patroon wijzigen / 126
Een patroon verwijderen / 127
Het borduurpatroon bewerken (Borduurinstellingenscherm)................................128
Het gehele patroon draaien / 128 Een zich herhalend patroon maken / 129
De kleuren van het patroon wijzigen / 130
Een gecombineerd patroon bewerken ...................................................................131
Borduurpatronen opslaan......................................................................................135
Als het borduurpatroon niet kan worden opgeslagen / 136
Sapphire_nl.book Page 97 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
98
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van borduurgegevens die niet zijn gemaakt en
opgeslagen op deze machine.
Typen borduurgegevens die kunnen worden gebruikt
U kunt alleen .pes-, .phc- en .dst-borduurgegevensbestanden gebruiken met deze machine. Wanneer u
andere patroongegevens gebruikt dan die zijn opgeslagen bij gebruik van de gegevensontwerpsystemen of
machines van Brother, kan dit ertoe leiden dat de machine niet naar behoren werkt.
Typen media die kunnen worden gebruikt
Patroongegevens kunnen worden opgeslagen of opgehaald van CompactFlash-kaarten en floppydisks.
Gebruik media die aan de volgende specificaties voldoen.
CompactFlash-kaarten: 32 MB, 64 MB of 128 MB
Floppydisks: 1,44 MB, geformatteerd voor MS-DOS/Windows
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de computer om
gegevens te maken en op te slaan
Wanneer de naam van het borduurbestand niet wordt
herkend, bijvoorbeeld omdat er speciale tekens in de naam
voorkomen, wordt het bestand niet weergegeven. Wijzig in dat
geval de naam van het bestand.
Als borduurgegevens groter zijn dan 200 mm (H) × 300 mm
(B) (7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B)), wordt rechts een melding
weergegeven waarin wordt gevraagd of u het patroon 90
graden wilt draaien.
Borduurgegevens die, nadat ze 90 graden zijn gedraaid, nog
steeds groter zijn dan 200 mm (H) × 300 mm (B) (7-7/8 inch
(H) × 11-3/4 inch (B)), kunnen niet worden gebruikt. (Alle ontwerpen moeten binnen de 200 mm (H)
× 300 mm (B) (7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B)) van het ontwerpbereik liggen.)
Zie pagina 110 voor meer informatie.
Opgeslagen .pes-bestanden die het ingestelde maximale aantal steken of kleuren overschrijden, kunnen niet
worden weergegeven. Gebruik een van de oorspronkelijke gegevensontwerpsystemen voor het bewerken
van het borduurpatroon zodat het aan de specificatie voldoet (maximum aantal steken: 500.000; maximum
aantal kleurwijzigingen: 500; maximum aantal gecombineerde patronen: 100).
Maak geen mappen op een floppydisk. Borduurgegevens die zijn opgeslagen in een map, kunnen niet
worden weergegeven door de machine.
Tajima-borduurgegevens (.dst)
De bestandsnamen van .dst-gegevens worden in de patroonlijst weergegeven. (De afbeelding zelf
kan niet worden weergegeven.) Alleen de eerste acht tekens van de bestandsnaam worden
weergegeven.
De Tajima-gegevens (.dst) bevatten geen specifieke draadkleurgegevens; deze worden weergegeven volgens
de standaarddraadkleurvolgorde. Controleer de voorbeeldweergave en wijzig de kleuren draad naar wens.
Zie pagina 163 voor meer informatie.
Wanneer andere borduurgegevens worden gebruikt dan de oorspronkelijke patronen, kunnen
de draad of de naald breken wanneer wordt geborduurd met een te fijne steekdichtheid of
wanneer er drie of meer overlappende steken worden gemaakt. Gebruik in dat geval een van
de oorspronkelijke gegevensontwerpsystemen om de borduurgegevens te bewerken.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 98 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 99
5
Een borduurpatroon selecteren
Deze machine heeft diverse ingebouwde borduurpatronen. Naast de ingebouwde patronen kunnen diverse
andere patronen worden geselecteerd via borduurkaarten (worden apart verkocht), CompactFlash-kaarten (via
internet te bestellen) en de computer.
Algemene patroonselectie
De procedure voor het selecteren van een patroon is afhankelijk van het type patroon. Hieronder wordt de
algemene procedure voor het selecteren van een patroon beschreven.
1
Druk op de toets voor de gewenste categorie in het patroontypekeuzescherm.
Patroontypekeuzescherm
1 Borduurpatronen
2 Kaderpatronen
3 Alfabetpatronen
4 Renaissance-alfabetpatronen
5 Bloemletterpatronen
6 Appliqué-alfabetpatronen
7 Borduurpatronen in het geheugen van de machine
8 CompactFlash-kaarten
9 Floppydisks
(Op modellen zonder ingebouwd floppydiskstation
wordt dit alleen weergegeven wanneer het
optionele floppydiskstation is geïnstalleerd.)
0 Computer (USB)
A Borduurkaarten
2
Druk op het gewenste patroon in het patroonlijstscherm om het patroon te selecteren.
Patroonlijstscherm
1 Patroontoetsen
Druk op een patroon om de volgende
gegevens van het patroon weer te geven.
5Verticale lengte van het patroon
6Horizontale breedte van het patroon
7Aantal draadkleurwisselingen
Als er meer dan een pagina is, drukt u op
2 en
3 totdat de gewenste
pagina wordt weergegeven.
Als u van categorie wilt wisselen, drukt u op
4 om terug te keren naar het
patroontypekeuzescherm.
Nadat u het patroon hebt geselecteerd, drukt
u op 8. De patroonkeuze wordt
bevestigd en het patroonbewerkingsscherm
wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 99 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
100
Wanneer een patroon is geselecteerd, kunt u
het patroon bewerken met de volgende
toetsen die aan de rechterkant van het
scherm worden weergegeven.
1 Wijzigt de grootte van het patroon
2 Draait het patroon horizontaal
3 Draait het patroon verticaal
De grootte van het patroon wijzigen
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling als volgt gewijzigd.
Groot Middelgroot Klein
Wanneer de toets wordt weergegeven als
kan de grootte van het patroon niet worden
gewijzigd.
Het patroon horizontaal draaien
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling in- of uitgeschakeld.
Wanneer de toets wordt weergegeven als
kan het patroon niet horizontaal worden
gedraaid.
Het patroon verticaal draaien
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt de
instelling in- of uitgeschakeld.
Wanneer de toets wordt weergegeven als
kan het patroon niet verticaal worden gedraaid.
Horizontaal
draaien
uitgeschakeld
Horizontaal
gedraaid
Verticaal draaien
uitgeschakeld
Verticaal gedraaid
Sapphire_nl.book Page 100 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 101
5
Borduurpatronen
1
Druk op .
X De lijst met borduurpatronen wordt
weergegeven.
2
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
3
Bewerk het patroon indien nodig.
1 Het patroon kan horizontaal worden gedraaid.
2 Het patroon kan verticaal worden gedraaid.
4
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 101 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
102
Renaissance-alfabetpatronen
1
Druk op .
X De lijst met renaissance-alfabetpatronen
wordt weergegeven.
2
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
3
Bewerk het patroon indien nodig.
1 Druk op deze toets om de grootte te wijzigen.
2 Het patroon kan horizontaal worden gedraaid.
3 Het patroon kan verticaal worden gedraaid.
4
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 102 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 103
5
Bloemletterpatronen
1
Druk op .
X De lijst met bloemletterpatronen wordt
weergegeven.
2
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
3
Bewerk het patroon indien nodig.
1 Het patroon kan horizontaal worden gedraaid.
2 Het patroon kan verticaal worden gedraaid.
4
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 103 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
104
Appliqué-alfabetpatronen
1
Druk op .
X Het groottekeuzescherm wordt
weergegeven.
2
Selecteer de tekstgrootte.
Druk op de toets voor de gewenste
tekstgrootte.
Het teken heeft de volgende verticale lengte
wanneer de bijbehorende grootte is
geselecteerd.
1 Groot: 122 mm (4-13/16 inch)
2 Middelgroot: 68 mm (2-11/16 inch)
3 Klein: 49 mm (1-15/16 inch)
X De lijst met appliqué-alfabetpatronen wordt
weergegeven.
3
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
1 Druk op deze toets om de grootte van het teken
te wijzigen.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
4
Bewerk het patroon indien nodig.
1 Het patroon kan horizontaal worden gedraaid.
2 Het patroon kan verticaal worden gedraaid.
5
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Memo
Zie ‘Applicatiepatronen’ op pagina 156
voor meer informatie over het borduren
van applicaties.
Sapphire_nl.book Page 104 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 105
5
Kaderpatronen
1
Druk op .
X De lijst met kaderpatronen wordt
weergegeven.
2
Selecteer de gewenste vorm van het kader in
het bovenste deel van het scherm.
Druk op de gewenste kadervorm.
X De beschikbare kaderpatronen worden in
de onderste helft van het scherm
weergegeven.
3
Selecteer een kaderpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
4
Bewerk het patroon indien nodig.
1 Het patroon kan horizontaal worden gedraaid.
2 Het patroon kan verticaal worden gedraaid.
5
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 105 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
106
Alfabetpatronen
De machine bevat dertien ingebouwde lettertypen.
1
Druk op .
X Het lettertypekeuzescherm wordt
weergegeven.
2
Selecteer een lettertype.
Druk op het gewenste lettertype.
Druk op of voor meer
keuzemogelijkheden.
X Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven.
3
Als de toets voor het teken dat u wilt
selecteren niet wordt weergegeven, drukt u
op de tab voor de gewenste lettertypeset.
1 Hoofdletters
2 Kleine letters
3 Cijfers/symbolen
4 Speciale tekens
5 Druk op deze toets om het lettertype te wijzigen.
X Het tekstinvoerscherm wordt weergegeven
voor de tekens die op het tabblad worden
getoond.
Als u het lettertype wilt wijzigen, drukt u op
om terug te keren naar het
lettertypekeuzescherm.
4
Selecteer een teken.
Druk op het gewenste teken.
X Het geselecteerde teken wordt weergegeven
in het patroonweergavevlak.
1 Als een verkeerd teken is geselecteerd of als u
een ander teken wilt selecteren, drukt u op
om het teken te verwijderen dat het laatst
is geselecteerd. Druk vervolgens op de toets voor
het gewenste teken.
Sapphire_nl.book Page 106 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 107
5
5
Wanneer een teken is ingevoerd, kunt u,
indien nodig, de tekengrootte wijzigen.
1 Druk op deze toets om de grootte te wijzigen.
De grootte wijzigen
Nadat het eerste teken is geselecteerd, drukt u op
tot het teken de gewenste grootte heeft.
De volgende tekens die worden
geselecteerd, krijgen de nieuwe
tekengrootte.
Nadat de tekens zijn gecombineerd, kan de
grootte van alle ingevoerde tekens niet
worden gewijzigd. (U kunt de grootte van
het gehele patroon wijzigen via het
patroonbewerkingsscherm.)
Opmerking
U kunt niet twee kleine lettertypen kiezen
om de grootte te wijzigen.
6
Als u meerdere tekens wilt invoeren, herhaalt
u
3 en 4 tot alle gewenste tekens zijn
ingevoerd.
X De geselecteerde tekens worden
weergegeven in het patroonweergavevlak.
1 Als een verkeerd teken is geselecteerd of als u
een ander teken wilt selecteren, drukt u op
om het teken te verwijderen dat het laatst
is geselecteerd. Druk vervolgens op de toets voor
het gewenste teken. Elke keer als u op
drukt, wordt het laatste teken van de tekst
verwijderd.
Als de tekst klein is en moeilijk af te lezen op
het scherm, drukt u op
om de tekst te
controleren.
1 Druk op deze toets om het tekstvoorbeeldscherm
weer te geven.
Nadat u de tekst hebt gecontroleerd, drukt u op
om terug te keren naar het
tekstinvoerscherm.
7
Wijzig de tekstinstelling indien nodig.
1 Druk op deze toets om de tekstindeling te
wijzigen.
Sapphire_nl.book Page 107 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
108
De tekstindeling wijzigen
Druk op
om het volgende scherm weer te
geven. Druk op de toets voor de gewenste
tekstindeling.
Nadat u de gewenste tekstindeling hebt
geselecteerd, drukt u op
om terug te keren
naar het tekstinvoerscherm.
1 Ordent de tekst op een rechte lijn
2 Ordent de tekst op een schuine lijn
3 Ordent de tekst aan de buitenzijde van een wijde
boog
4 Ordent de tekst aan de buitenzijde van een
scherpe boog
5 Ordent de tekst aan de binnenzijde van een
wijde boog
6 Ordent de tekst aan de binnenzijde van een
scherpe boog
7 Als tekst wordt geordend op een boog, wordt bij
elke druk op deze toets de kromming van de
boog verkleind (de boog wordt platter).
8 Als tekst wordt geordend op een boog, wordt bij
elke druk op deze toets de kromming van de
boog vergroot (de boog wordt krommer).
Als tekst is geordend met een van de
tekstindelingen op dit scherm, kunnen zelfs
meer tekens worden ingevoerd.
8
Nadat alle tekst op de gewenste manier is
ingevoerd, drukt u op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Memo
De kleur van de tekst is ingesteld op zwart.
Zie ‘Meerkleurentekst opgeven’ op
pagina 125 en ‘De kleuren van het patroon
wijzigen’ op pagina 126 voor informatie
over het wijzigen van de kleur.
Borduurpatronen in het
geheugen van de machine
U kunt borduurpatronen ophalen die zijn
opgeslagen in het geheugen van de machine. Zie
‘Borduurpatronen opslaan’ op pagina 135 voor meer
informatie over het opslaan van patronen.
1
Druk op .
X De lijst met patronen wordt weergegeven.
2
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
1 Geeft de hoeveelheid beschikbare ruimte weer in
het geheugen van de machine.
2 Druk op deze toets om het geselecteerde patroon
te verwijderen.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op de toets voor het gewenste
patroon.
Sapphire_nl.book Page 108 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 109
5
Borduurgegevens verwijderen
Via dit scherm kunt u de borduurgegevens die
zijn opgeslagen in het geheugen van de machine
organiseren door onnodige gegevens te
verwijderen.
Nadat u het patroon hebt geselecteerd dat u wilt
verwijderen, drukt u op
om het
onderstaande scherm weer te geven.
1 Verwijdert de gegevens en keert vervolgens terug
naar de gegevens zonder geselecteerd patroon.
2 Verwijdert de gegevens niet en keert vervolgens
terug naar het scherm dat werd weergegeven
voordat op werd gedrukt.
3
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Borduurkaarten (optioneel)
1
Plaats de borduurkaart in de
borduurkaartopening van de machine.
Plaats de borduurkaart (met de pijl naar u
gericht) geheel in de borduurkaartopening aan
de rechterkant van het bedieningspaneel.
Opmerking
Plaats of verwijder alleen borduurkaarten
wanneer op het scherm wordt
weergegeven of wanneer de machine is
uitgezet.
Zorg dat u de borduurkaart plaatst met de
pijl in uw richting, oefen bij het plaatsen
niet te veel kracht uit en plaats geen andere
objecten in de opening dan borduurkaarten,
anders kan de machine beschadigd raken.
Plaats geen CompactFlash-kaart in de
opening.
Als andere borduurkaarten worden gebruikt
dan de oorspronkelijke kaarten, kan het zijn
dat de machine niet naar behoren
functioneert. Zorg dat u alleen aanbevolen
borduurkaarten gebruikt.
Sapphire_nl.book Page 109 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
110
2
Druk op .
X De lijst met patronen op de borduurkaart
wordt weergegeven.
3
Selecteer de patronen zoals beschreven op
pagina 101 tot en met 108.
Patronen groter dan 200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B))
Bij een patroon groter dan 200 mm (H) × 300 mm (B)
(7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B)) wordt de volgende
melding weergegeven.
Druk op om het patroon 90 graden te
draaien voordat het wordt geopend.
Wanneer het patroon groter is dan 200 mm (H) ×
300 mm (B) (7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B)), zelfs
nadat het 90 graden is gedraaid, wordt de
volgende melding weergegeven.
Druk op om terug te keren naar het
patroonlijstscherm.
Memo
Voer dezelfde handeling uit wanneer een
patroon groter dan 200 mm (H) × 300 mm
(B) (7-7/8 inch (H) × 11-3/4 inch (B)) is
geselecteerd op de computer, van een
CompactFlash-kaart of van een floppydisk.
Sapphire_nl.book Page 110 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 111
5
Computer (USB)
Met behulp van de meegeleverde USB-kabel kan de
machine op uw computer worden aangesloten en
kunnen borduurpatronen die zijn opgeslagen op de
computer tijdelijk worden opgehaald en op de
machine worden gebruikt.
Opmerking
Zorg dat de computer waarop de machine
moet worden aangesloten aan de volgende
vereisten voldoet.
Compatibele modellen:
IBM-pc met een USB-poort
Met IBM-pc compatibele computer
met een USB-poort
Compatibele besturingssystemen:
Microsoft Windows Me/2000/XP
* Voor Windows 98 is een stuurprogramma
vereist. U kunt dit stuurprogramma
downloaden van onze website
(www.brother.com).
Aansluiten
1
Steek de USB-kabel in de aansluiting op de
computer en in de USB-poort van de
borduurmachine.
De USB-kabel kan worden aangesloten op
de USB-poorten van de computer en van de
borduurmachine, ongeacht of deze aan of
uit staan.
Opmerking
De connectoren van de USB-kabel kunnen
maar in een richting in de aansluiting
worden gestoken. Als de connector moeilijk
in de aansluiting gaat, moet u geen kracht
gebruiken maar de stand van de connector
controleren.
Raadpleeg voor meer informatie over de
locatie van de USB-poort op de computer
(of de USB-hub) de handleiding van het
betreffende apparaat.
Afhankelijk van de toepassing is aansluiting
via een USB-hub wellicht niet mogelijk. Als
een aansluiting niet mogelijk is, sluit u de
kabel aan op de USB-poort van de
computer.
2
Als op de computer de map Verwisselbare
schijf’ wordt weergegeven in de map ‘Deze
computer’ is de aansluiting voltooid.
Ophalen
1
Verplaats/kopieer de patroongegevens die u
wilt ophalen naar de map ‘Verwisselbare
schijf’.
X De patroongegevens in de map
‘Verwisselbare schijf’ worden naar de
machine geschreven.
Verwijder de USB-kabel niet terwijl de
gegevens worden geschreven.
Maak geen submappen in de map
‘Verwisselbare schijf’. Aangezien er geen
mappen worden weergegeven, kunnen
patroongegevens in mappen niet worden
opgehaald.
Sapphire_nl.book Page 111 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
112
2
Druk op .
X De lijst met patronen wordt weergegeven.
3
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
Herhaal stap
1 om een patroon uit de
computer toe te voegen.
X Het volgende scherm wordt weergegeven
terwijl gegevens worden geschreven naar
de machine. Wanneer het schrijven is
voltooid, wordt de toets voor het patroon
weergegeven.
4
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Opmerking
Het patroon dat uit de computer is
opgehaald, wordt alleen tijdelijk naar de
machine geschreven. Het patroon wordt uit
de machine gewist wanneer deze wordt
uitgezet. Als u het patroon wilt bewaren,
kunt u het in de machine opslaan. (Zie
‘Borduurpatronen opslaan’ op pagina 135.)
Sapphire_nl.book Page 112 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 113
5
Wanneer het gewenste patroon niet kan worden
opgehaald
Wanneer u patroongegevens ophaalt van de
computer, worden de gegevens niet rechtstreeks
van de computer gehaald. De patroongegevens
worden tijdelijk naar de machine geschreven en
die patroongegevens worden vervolgens
opgehaald. De hoeveelheid gegevens die naar de
machine wordt geschreven, is beperkt en
patroongegevens kunnen niet worden opgehaald
wanneer deze hoeveelheid wordt overschreden.
1 Geeft de hoeveelheid beschikbare ruimte weer in
het USB-gedeelte van de machine. Als
patroongegevens met deze grootte worden
toegevoegd, kunnen deze worden opgehaald
(tijdelijk geschreven).
Als u een patroon wilt ophalen dat groter is dan
de hoeveelheid beschikbare ruimte, verwijdert u
de momenteel naar de machine geschreven
patronen en plaatst u vervolgens in de map het
patroon dat u wilt ophalen.
1
Verwijder alle overbodige patronen uit de
map ‘Verwisselbare schijf’ op de computer.
Selecteer de patroongegevens en verplaats
deze naar de prullenbak of klik erop met de
rechtermuisknop en klik op Verwijderen.
2
Plaats het patroon dat u wilt ophalen in de
map ‘Verwisselbare schijf’.
X Zodra de gegevens naar de machine zijn
geschreven, wordt de toets voor het patroon
op het scherm weergegeven.
3
Als de gewenste patroongegevens nog steeds
niet kunnen worden geschreven, herhaalt u de
stappen
1 en 2.
De USB-kabel verwijderen
Wanneer u de USB-kabel wilt verwijderen, klikt u
op het pictogram ‘Hardware veilig verwijderen’ in
de taakbalk en haalt u vervolgens de USB-kabel
uit de computer en de borduurmachine wanneer
de verwisselbare schijf veilig kan worden
verwijderd.
Opmerking
U moet de bovenstaande procedure
uitvoeren voordat u de USB-kabel
verwijdert uit de computer en de
borduurmachine. Als u dit niet doet, kan de
computer storingen vertonen, worden de
gegevens mogelijk niet goed geschreven of
raken de gegevens of het gegevensgebied
op de borduurmachine mogelijk
beschadigd.
Sapphire_nl.book Page 113 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
114
CompactFlash-kaarten (in de
vakhandel verkrijgbaar)
U kunt borduurpatronen ophalen die zijn
opgeslagen op CompactFlash-kaarten. Zie
‘Borduurpatronen opslaan’ op pagina 135 voor meer
informatie over het opslaan van patronen.
Opmerking
Gebruik alleen CompactFlash-kaarten van
32 MB, 64 MB of 128 MB.
CompactFlash-kaarten en lees-
schrijfeenheden zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels en computerzaken.
1
Plaats de CompactFlash-kaart in de
CompactFlash-kaartopening van de machine.
Plaats de CompactFlash-kaart (met de voorkant
naar u gericht) geheel in de CompactFlash-
kaartopening aan de rechterkant van het
bedieningspaneel.
Opmerking
Plaats of verwijder alleen CompactFlash-
kaarten wanneer op het scherm
wordt weergegeven of wanneer de machine
is uitgezet.
Zorg dat u de CompactFlash-kaart in de
juiste richting plaatst, oefen bij het plaatsen
niet te veel kracht uit en plaats geen andere
objecten in de opening dan CompactFlash-
kaarten, anders kan de machine beschadigd
raken.
Plaats geen borduurkaart in de opening.
2
Druk op .
X Een lijst met patronen en mappen op het
bovenste niveau wordt weergegeven.
De patroonlijst wordt meestal binnen enkele
seconden weergegeven. Als er echter veel
patronen zijn, kan het enige tijd duren
voordat ze allemaal worden weergegeven.
Verwijder de CompactFlash-kaart niet terwijl
de patronen worden gelezen. Wacht tot de
patronen worden weergegeven.
Wanneer u gegevens hebt opgehaald van
een CompactFlash-kaart en u haalt andere
gegevens van dezelfde CompactFlash-kaart
op zonder de kaart te verwijderen, wordt de
patroonlijst weergegeven uit de map met het
eerder geselecteerde patroon.
3
Als u een patroon wilt ophalen uit een map op
een lager niveau, selecteert u die map.
X De lijst met mappen en patronen in de
geselecteerde map wordt op volgorde
weergegeven.
1 Geeft de naam van de huidige map weer
2 Geeft de submap in de huidige map weer
Als de mapnaam bestaat uit meer dan negen
tekens, wordt deze ingekort tot de eerste zes
tekens, gevolgd door ‘~’ en een cijfer.
3 Druk op deze toets om een mapniveau omhoog
te gaan.
4 Geeft de hoeveelheid beschikbare ruimte weer
op de CompactFlash-kaart
Sapphire_nl.book Page 114 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 115
5
4
Een borduurpatroon selecteren.
Druk op de toets voor het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
1 Druk op deze toets om het geselecteerde patroon
te verwijderen.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of als
u een ander patroon wilt selecteren, drukt u
op de toets voor het gewenste patroon.
Borduurgegevens verwijderen
Via dit scherm kunt u de borduurgegevens die
zijn opgeslagen op de CompactFlash-kaart
organiseren door onnodige gegevens te
verwijderen.
Nadat u het patroon hebt geselecteerd dat u wilt
verwijderen, drukt u op om het
onderstaande scherm weer te geven.
1 Verwijdert de gegevens en keert vervolgens terug
naar de gegevens zonder geselecteerd patroon
2 Verwijdert de gegevens niet en keert vervolgens
terug naar de gegevens voordat op werd
gedrukt
Opmerking
Als u de patroongegevens van de
CompactFlash-kaart wilt verwijderen,
verwijdert u deze van de PR-600.
5
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 115 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
116
Floppydisks (in de handel
verkrijgbaar)
U kunt borduurpatronen ophalen die zijn
opgeslagen op floppydisks. Zie ‘Borduurpatronen
opslaan’ op pagina 135 voor meer informatie over
het opslaan van patronen.
(Als een optioneel floppydiskstation is geïnstalleerd
op modellen zonder ingebouwd floppydiskstation,
kunnen borduurgegevens van een floppydisk worden
opgehaald.)
Opmerking
Gebruik alleen 2HD-floppydisks,
geformatteerd voor Windows.
1
Plaats de floppydisk in de floppydiskopening
van de machine.
Plaats de floppydisk (met de voorkant naar u
gericht) geheel in de floppydiskopening aan de
rechterkant van het bedieningspaneel.
Opmerking
Plaats of verwijder alleen floppydisks
wanneer op het scherm wordt
weergegeven of wanneer de machine is
uitgezet.
Zorg dat u de floppydisk in de juiste richting
plaatst, oefen bij het plaatsen niet te veel
kracht uit en plaats geen andere objecten in
de opening dan floppydisks, anders kan de
machine beschadigd raken.
2
Druk op .
X De lijst met patronen wordt weergegeven.
Normaalgesproken duurt het 10 tot 30
seconden voordat de lijst met patronen
wordt weergegeven.
Hoe meer patronen er op de floppydisk
staan, hoe langer het duurt voordat de lijst
wordt weergegeven. (Het kan zelfs twee
minuten of langer duren.) Verwijder de
floppydisk niet uit de opening zolang deze
wordt gelezen. Wanneer de patronen op het
scherm worden weergegeven, kunt u de
floppydisk verwijderen.
Memo
Mappen op de floppydisk worden niet
weergegeven. Borduurgegevens die zijn
opgeslagen in mappen kunnen dan ook niet
worden geopend.
3
Selecteer een borduurpatroon.
Druk op het gewenste patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
1 Geeft de hoeveelheid beschikbare ruimte weer
op de floppydisk
2 Druk op deze toets om het geselecteerde patroon
te verwijderen.
Sapphire_nl.book Page 116 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een borduurpatroon selecteren 117
5
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
Een patroon verwijderen
Via dit scherm kunt u de borduurgegevens die
zijn opgeslagen op de floppydisk organiseren
door onnodige gegevens te verwijderen.
Nadat u het patroon hebt geselecteerd dat u wilt
verwijderen, drukt u op om het
onderstaande scherm weer te geven.
Als de floppydisk beveiligd is tegen schrijven,
kunnen gegevens echter niet worden verwijderd.
1 Verwijdert de gegevens en keert vervolgens terug
naar de gegevens zonder geselecteerd patroon
2 Verwijdert de gegevens niet en keert vervolgens
terug naar de gegevens voordat op werd
gedrukt
4
Druk op .
Hiermee bevestigt u de patroonkeuze.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 117 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
118
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm)
U kunt de patronen bewerken via het patroonbewerkingsscherm en het borduurinstellingenscherm. U kunt
afzonderlijke patronen bewerken via het patroonbewerkingsscherm en u kunt het gehele patroon bewerken via
het borduurinstellingenscherm. Het resultaat van de bewerkingen wordt weergegeven in het
patroonweergavevlak.
Patronen combineren
Diverse patronen zoals borduurpatronen,
kaderpatronen, ingebouwde alfabetpatronen en
patronen op borduurkaarten kunnen eenvoudig
worden gecombineerd.
1
Druk op .
X Het patroontypekeuzescherm wordt
opnieuw weergegeven.
1 Druk op deze toets om te stoppen met patronen
combineren. Het patroonbewerkingsscherm
wordt weergegeven.
2
Selecteer een borduurpatroon.
Selecteer het toe te voegen patroon zoals
beschreven op pagina 101 tot en met 116.
Wanneer een ander patroon wordt
geselecteerd, wordt dit normaalgesproken in
het midden van het patroonweergavevlak
toegevoegd.
3
Herhaal de stappen 1 en 2 tot alle patronen
zijn geselecteerd die moeten worden
gecombineerd.
Opmerking
U kunt maximaal 100 patronen
combineren. U kunt niet meer dan 100
patronen selecteren. Bovendien kan het
combineren niet doorgaan als er geen
beschikbare ruimte meer is in het geheugen
van de machine of als het maximum aantal
kleuren (500) wordt overschreden.
Memo
De plaatsing van de afzonderlijke patronen
en andere bewerkingshandelingen kunnen
worden uitgevoerd via het
patroonbewerkingsscherm De
bewerkingshandelingen kunnen op
dezelfde manier worden uitgevoerd via het
patroonbewerkingsscherm, ongeacht of dit
wordt weergegeven als elk patroon wordt
geselecteerd of nadat alle patronen zijn
geselecteerd die u wilt combineren.
Sapphire_nl.book Page 118 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 119
5
Het patroon selecteren dat
moet worden bewerkt
Als meerdere patronen zijn geselecteerd, kunt u
kiezen welk patroon wordt bewerkt.
1
Druk op of .
Het patroon dat wordt bewerkt, is het patroon
dat rood is omkaderd.
Blijf op en drukken tot het rode
kader om het patroon staat dat u wilt
bewerken.
X De patronen worden geselecteerd in de
volgorde (of de tegengestelde volgorde)
waarop ze aan het patroon zijn toegevoegd.
1 Rood omkaderd patroon dat wordt bewerkt
Memo
Als meerdere patronen in het
patroonbewerkingsscherm worden
weergegeven, is de basisprocedure om (1)
het patroon te selecteren dat moet worden
bewerkt en vervolgens (2) dat patroon te
bewerken.
Een patroon verplaatsen
Bepaal waar in het borduurraam het patroon moet
worden geborduurd. Als meerdere patronen worden
gecombineerd, verplaatst u elk patroon om het
ontwerp in te delen.
1
Druk op de toets voor de richting waarin u het
patroon wilt verplaatsen.
X Het patroon wordt verplaatst in de richting
van de pijl op de toets.
1 Geeft de verticale verplaatsingsafstand aan
2 Geeft de horizontale verplaatsingsafstand aan
Druk op om het patroon terug te zetten
in de oorspronkelijk positie (het midden van
het borduurraam.)
Memo
Het patroon kan ook worden verplaatst
door te drukken op de pijltoetsen die in het
scherm worden weergegeven wanneer u op
een van de andere bewerkingstoetsen drukt.
U kunt de pijltoetsen in het
borduurinstellingenscherm gebruiken om
het raam te verplaatsen en de
borduurpositie te selecteren.
Sapphire_nl.book Page 119 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
120
Een patroon horizontaal draaien
1
Druk op zodat deze verandert in .
X Het patroon is horizontaal gedraaid.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Horizontale draai Horizontaal gedraaid
uitgeschakeld
Een patroon verticaal draaien
1
Druk op zodat deze verandert in .
X Het patroon is verticaal gedraaid.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Verticale draai Verticaal gedraaid
uitgeschakeld
De grootte van een patroon wijzigen
De grootte van een patroon kan worden vergroot of
verkleind tussen 90% en 120% van de
oorspronkelijke grootte.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
Voorbeeld: oorspronkelijke grootte
1 Verkleint zonder de verhouding
hoogte x breedte te wijzigen.
2 Verkleint alleen in verticale richting.
3 Verkleint alleen in horizontale
richting.
4 Vergroot zonder de verhouding
hoogte x breedte te wijzigen.
5 Vergroot alleen in verticale richting.
6 Vergroot alleen in horizontale
richting.
7 Druk op deze toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke grootte.
8 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl
op de toets
9 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
Sapphire_nl.book Page 120 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 121
5
2
Druk op deze toetsen om de gewenste grootte
voor het patroon in te stellen.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt het
patroon iets vergroot of verkleind.
De grootte van het patroon wordt weergegeven
nadat u op een toets hebt gedrukt om deze te
wijzigen.
1 Verticale lengte
2 Horizontale lengte
De mate waarin het patroon kan worden
vergroot, is afhankelijk van het patroon of
het teken.
Afhankelijk van het patroon of het teken kan
het patroon nadat het 90 graden is gedraaid
misschien nog meer worden vergroot.
Als het patroon is gedraaid, kunnen de
horizontale en verticale richting zijn
omgedraaid.
Als u het patroon wilt terugzetten op de
oorspronkelijke grootte, drukt u op
zodat deze verandert in .
3
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
Zie pagina 119 voor meer informatie.
4
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Een patroon draaien
Het patroon kan tussen 1 en 359 graden met de klok
mee of tegen de klok in worden gedraaid.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
Controleer welke pictogrammen voor
borduurramen kunnen worden gebruikt
nadat u de grootte van het patroon hebt
gewijzigd. Gebruik alleen de aangegeven
ramen. Als u een raam gebruikt dat niet
wordt aangegeven, kan de persvoet het
borduurraam raken en letsel
veroorzaken.
VOORZICHTIG
Voorbeeld: oorspronkelijke hoek
1 Draait 90 graden naar links
2 Draait 10 graden naar links
3 Draait 1 graad naar links
4 Draait 90 graden naar rechts
5 Draait 10 graden naar rechts
6 Draait 1 graad naar rechts
7 Druk op deze toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke hoek.
8 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl
op de toets
9 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
Sapphire_nl.book Page 121 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
122
2
Druk op deze toetsen om het patroon in de
gewenste hoek te zetten.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt het
patroon gedraaid.
1 Geeft de hoek van het patroon weer nadat op een
toets is gedrukt om deze te wijzigen.
Het patroon in de oorspronkelijke hoek
terugzetten
(0 graden), druk op zodat deze
verandert in .
3
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
Zie pagina 119 voor meer informatie.
4
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
Als u op in het
borduurinstellingenscherm drukt, wordt het
gehele gecombineerde patroon gedraaid.
(Zie ‘Het gehele patroon draaien’ op
pagina 128 voor meer informatie.)
De tekstindeling van een
teken wijzigen
De tekens kunnen worden geordend op een
horizontale lijn, een schuine lijn of op een boog.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Ordent de tekst op een rechte lijn
2 Ordent de tekst op een schuine lijn
3
Ordent de tekst aan de buitenzijde van een wijde boog
4 Ordent de tekst aan de buitenzijde van een
scherpe boog
5 Ordent de tekst aan de binnenzijde van een
wijde boog
6 Ordent de tekst aan de binnenzijde van een
scherpe boog
7 Als u hierop drukt nadat u een tekstindeling op
een boog hebt geselecteerd, wordt bij elke druk
op deze toets de kromming van de boog
verkleind (de boog wordt platter).
8 Als u hierop drukt nadat u een tekstindeling op
een boog hebt geselecteerd, wordt bij elke druk
op deze toets de kromming van de boog vergroot
(de boog wordt krommer).
9 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl
op de toets
0 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
2
Druk op de toets voor de gewenste
tekstindeling.
3
Nadat u de gewenste tekstindeling hebt
geselecteerd, kunt u de kromming van de
boog aanpassen. Druk, indien nodig, op
en
om de kromming van de
boog aan te passen.
Controleer welke pictogrammen voor
borduurramen kunnen worden gebruikt
nadat u de hoek van het patroon hebt
gewijzigd. Gebruik alleen de aangegeven
ramen. Als u een raam gebruikt dat niet
wordt aangegeven, kan de persvoet het
borduurraam raken en letsel
veroorzaken.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 122 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 123
5
4
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
Zie pagina 119 voor meer informatie.
5
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
U kunt nu de tekstindeling aanpassen die u
hebt opgegeven toen u het teken
selecteerde (op pagina 122).
De afstand tussen de tekens
wijzigen
U kunt de afstand tussen de tekens vergroten of
verkleinen.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Vergroot de afstand tussen de tekens
2 Verkleint de afstand tussen de tekens
3 Selecteert de standaardafstand tussen de tekens
(oorspronkelijke tekenafstand).
4 Geeft aan dat de draad tussen de tekens moet
worden afgeknipt
5 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl
op de toets
6 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
2
Druk op deze toetsen om de tekens op de
gewenste afstand te zetten.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt de
afstand tussen de tekens iets vergroot of
verkleind.
Als u de tekenafstand wilt terugzetten op de
oorspronkelijke grootte drukt u op
zodat deze verandert in .
Sapphire_nl.book Page 123 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
124
De draden tussen tekens afknippen
Wanneer de machine is ingesteld op het
afknippen van de draden tussen de tekens, zorgt
dit voor een reductie van het aantal springsteken
tussen de tekens en van de overige benodigde
handelingen na het borduren. Het borduren vergt
echter wel meer tijd wanneer de draden na elk
teken moeten worden afgeknipt.
3
Geef, indien nodig, aan dat de draden moeten
worden afgeknipt tussen tekens.
Druk op zodat deze verandert in .
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
4
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
Zie pagina 119 voor meer informatie.
5
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
De draaddichtheid wijzigen
(alleen bij sommige teken- en kaderpatronen)
De draaddichtheid van sommige teken-
kaderpatronen kan worden gewijzigd.
U kunt een instelling opgeven tussen 80% en 120%,
in stappen van 5%.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Selecteert een lagere draaddichtheid
2 Selecteert een hogere draaddichtheid
3 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
Selecteert een lagere draaddichtheid
Lager Standaard Hoger
Selecteert een hogere draaddichtheid
Lager Standaard Hoger
Draden worden
niet afgeknipt.
Draden worden
afgeknipt.
Sapphire_nl.book Page 124 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 125
5
2
Druk op de toetsen om de gewenste
draaddichtheid te selecteren.
Elke keer als u op een toets drukt, wordt de
draaddichtheid verhoogd of verlaagd.
Selecteer ‘100%’ om het patroon terug te
zetten op de oorspronkelijk draaddichtheid
(standaard).
3
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Meerkleurentekst opgeven
De geselecteerde tekens van het alfabetpatroon (op
pagina 106) zijn ingesteld op zwart. U kunt de kleur
van alle tekens wijzigen met de
draadkleurwisselingstoets. Als u de kleur van
afzonderlijke tekens wilt wijzigen, drukt u op de
Meerkleurentoets om deze in te schakelen en geeft u
vervolgens voor elk teken de kleur op.
1
Druk op zodat deze verandert in
.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Zie ‘De kleuren van het patroon wijzigen’ op
pagina 126 voor informatie over het
wijzigen van de kleur draad.
Meerkleurige tekst
uitgeschakeld
Meerkleurige tekst
ingeschakeld
Sapphire_nl.book Page 125 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
126
De kleuren van het patroon
wijzigen
U kunt de kleuren van het patroon wijzigen en een
voorbeeldweergave van het resultaat bekijken op het
scherm.
Door de kleuren van het patroon te wijzigen, kunt u
hetzelfde patroon op verschillende manieren
bekijken.
Als de kleuren draad zijn vastgelegd in een
kleurenpalet dat u hebt gebruikt om kleuren te
wijzigen, kunt u aan de draadklossen de beschikbare
kleuren draad toewijzen. Het patroon op het scherm
wordt weergegeven in kleuren die praktisch gelijk
zijn aan de werkelijke kleuren draad.
Hierbij worden de kleuren van alle patronen
gewijzigd, niet alleen die van het patroon dat wordt
bewerkt.
1
Druk op .
X Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
1 Het deel van het patroon in de kleur dat boven in
het scherm met de draadkleurvolgorde wordt
weergegeven, is het deel waarvan de kleur wordt
gewijzigd.
2 Geeft het aantal draadkleurwisselingen aan. De
bovenste waarde geeft de positie in de
borduurvolgorde aan voor de kleur die boven in
het scherm met de draadkleurvolgorde wordt
weergegeven; de onderste waarde geeft het totale
aantal draadkleurwisselingen aan.
3 Selecteert de vorige kleur in het scherm met de
draadkleurvolgorde.
4 Selecteert de volgende kleur in het scherm met
de draadkleurvolgorde.
5 Gebruik deze toetsen om een kleur uit het
kleurenpalet te selecteren.
6 Past de kleurwisseling toe.
7 Kleurenpalet
Selecteer een kleur uit dit palet.
8 Geeft pauzelocaties aan (zie ‘Pauzelocaties
opgeven vóór het borduren’ op pagina 90.)
9 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
0 Naam van het palet
2
Druk op en tot de kleur die
moet worden gewijzigd boven in het scherm
met de draadkleurvolgorde wordt
weergegeven.
1 De kleur draad voor het deel van het patroon dat
bovenin wordt weergegeven, wordt gewijzigd.
3
Druk op , , en om een
andere kleur te selecteren uit het
kleurenpalet.
1 De kleur die vergroot wordt weergegeven, is de
kleur die is geselecteerd.
2 Geeft de naam weer van de kleur draad die is
geselecteerd
X In het patroonweergavevlak wordt de kleur
van het geselecteerde deel van het patroon
gewijzigd.
Sapphire_nl.book Page 126 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 127
5
4
Druk op .
X De kleurwijziging wordt bevestigd.
Druk op om de nieuwe kleur op te
geven, anders wordt de kleur draad niet
gewisseld.
Als de verkeerde kleur draad is opgegeven of
als u de kleur draad opnieuw wilt wijzigen,
selecteert u een andere kleur draad en drukt
u vervolgens op .
5
Herhaal stappen 2 tot en met 4 tot de
kleuren van alle gewenste delen zijn
gewijzigd.
6
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
Druk op om pauzelocaties op te
geven. Zie ‘Pauzelocaties opgeven vóór het
borduren’ op pagina 90 voor meer
informatie.
U kunt het kleurenpalet wijzigen in een
eigen palet dat de kleuren draad aangeeft
die u tot uw beschikking hebt. (Zie
‘Instellingen eigen palet’ op pagina 147.)
Een patroon verwijderen
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
2
Druk op .
X Het patroon wordt verwijderd.
Druk op om het verwijderen van het
patroon af te breken.
Sapphire_nl.book Page 127 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
128
Het borduurpatroon bewerken (Borduurinstellingenscherm)
In het borduurinstellingenscherm kunt u een enkel patroon bewerken wanneer patronen niet zijn
gecombineerd. U kunt ook een volledig gecombineerd patroon bewerken als een enkel patroon.
Bovendien kunt u de pijltoetsen gebruiken om het patroon te verplaatsen in het patroonbewerkingsscherm of
om het borduurraam te verplaatsen in het borduurinstellingenscherm. Wanneer u op deze toetsen drukt, wordt
het borduurraam verplaatst.
Het gehele patroon draaien
U kunt het gehele patroon draaien.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Hiermee kunt u het gehele patroon draaien.
2 Hiermee kunt u het borduurraam verplaatsen.
3 Hiermee kunt u het borduurvlak controleren.
4 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
2
Druk op deze toetsen om het patroon in de
gewenste hoek te zetten.
Zie pagina 121 voor meer informatie.
3
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het borduurraam te wijzigen.
Zie pagina 70 voor meer informatie.
4
Druk, indien nodig, op om het
borduurvlak te controleren.
Zie pagina 32 voor meer informatie.
5
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
doorgevoerd, drukt u op .
X Het borduurinstellingenscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
Als u op drukt om terug te keren
naar het patroonbewerkingsscherm nadat
het gehele patroon is gedraaid, wordt het
patroon weergegeven zoals het was voordat
de rotatiehoek werd ingesteld, maar de
instelling wordt niet geannuleerd. Wanneer
het borduurinstellingenscherm opnieuw
wordt weergegeven, wordt het patroon
getoond in de toegepaste rotatiehoek. Als er
echter een fout optreedt, bijvoorbeeld als
een patroon is vergroot in het
patroonbewerkingsscherm zodat het groter
is dan het borduurvlak wanneer het wordt
gedraaid, wordt de volgende foutmelding
weergegeven.
1 Druk hierop om de rotatie-instelling te
annuleren en eerst de bewerkingshandelingen
uit te voeren in het
patroonbewerkingsscherm.
2 Druk hierop om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm zodat het patroon
opnieuw kan worden bewerkt.
Sapphire_nl.book Page 128 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het borduurpatroon bewerken (Borduurinstellingenscherm) 129
5
Een zich herhalend patroon maken
U kunt het gehele patroon kopiëren en een op te
geven aantal keren herhalen. U kunt het patroon
maximaal 30 keer herhalen binnen het borduurvlak,
zowel in verticale als in horizontale richting.
1
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, wordt het
aantal kolommen met één verminderd.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, wordt het
aantal kolommen met één vermeerderd.
3 Elke keer als u op deze toets drukt, wordt het
aantal rijen met één verminderd.
4 Elke keer als u op deze toets drukt, wordt het
aantal rijen met één vermeerderd.
5 Verkleint de afstand tussen patronen in een
kolom.
6 Vergroot de afstand tussen patronen in een
kolom.
7 Verkleint de afstand tussen patronen in een rij.
8 Vergroot de afstand tussen patronen in een rij.
Elke keer als u op deze toetsen drukt, wordt de
afstand tussen patronen met 5 mm (3/16 inch)
vergroot of verkleind.
9 Heft de herhaalinstellingen op. Het patroon keert
terug naar de indeling voordat herhalen werd
opgegeven.
0 Verplaatst het borduurraam in de richting van de
pijl op de toets.
A Hiermee kunt u het borduurvlak controleren.
B Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
2
Druk op , , of om
het aantal keren op te geven dat het patroon
moet worden gekopieerd. Elke keer als u op
een toets drukt, wordt het aantal rijen of
kolommen met één vermeerderd of
verminderd.
1 Oorspronkelijk patroon
2 Vermeerdert met een kolom
3 Vermindert met een kolom
4 Vermeerdert met een rij
5 Vermindert met een rij
3
Druk op , , of om
de afstand tussen patronen op te geven. Elke
keer als u op een toets drukt, wordt de afstand
tussen patronen in de betreffende richting met
5 mm (3/16 inch) vergroot of verkleind.
1 Oorspronkelijk patroon
2 Vergroot de afstand tussen kolommen met 5 mm
(3/16 inch)
3 Verkleint de afstand tussen kolommen met
5 mm (3/16 inch)
4 Vergroot de afstand tussen rijen met 5 mm
(3/16 inch)
5 Verkleint de afstand tussen rijen met 5 mm
(3/16 inch)
6 Afstand tussen kolommen
7 Afstand tussen rijen
De grootte van het patroon wordt weergegeven
nadat u op een toets hebt gedrukt om deze te
Sapphire_nl.book Page 129 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
130
wijzigen.
1 Afstand herhalen (verticaal)
2 Afstand herhalen (horizontaal)
Als u wilt stoppen met het herhalen van het
patroon en dit wilt terugzetten naar de
oorspronkelijke indeling, drukt u op
zodat deze verandert in .
4
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het borduurraam te wijzigen.
Zie pagina 70 voor meer informatie.
5
Druk, indien nodig, op om het
borduurvlak te controleren.
Zie pagina 32 voor meer informatie.
6
Nadat u de gewenste herhaalinstellingen hebt
opgegeven, drukt u op .
X Het borduurinstellingenscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
Als u op drukt om terug te keren naar
het patroonbewerkingsscherm nadat u de
herhaalinstellingen hebt opgegeven, wordt het
patroon weergegeven zoals het was voordat de
herhaalinstellingen werden opgegeven, maar
de instellingen worden niet geannuleerd.
Wanneer het borduurinstellingenscherm
opnieuw wordt weergegeven, wordt het
patroon getoond met toegepaste
herhaalinstellingen. Als er echter een fout
optreedt, bijvoorbeeld als een patroon is
vergroot in het patroonbewerkingsscherm
zodat het groter is dan het borduurvlak
wanneer dit patroon wordt herhaald, wordt de
volgende foutmelding weergegeven.
1 Druk hierop om de herhaalinstelling te
annuleren en eerst de bewerkingshandelingen
uit te voeren in het
patroonbewerkingsscherm.
2 Druk hierop om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm zodat het patroon
opnieuw kan worden bewerkt.
De kleuren van het patroon
wijzigen
U kunt de kleuren van het patroon wijzigen en een
voorbeeldweergave van het resultaat bekijken op het
scherm. De functie en bediening van deze toets zijn
dezelfde als die van de draadkleurwisselingstoets in
het patroonbewerkingsscherm.
1
Druk op .
X Het scherm voor draadkleurwisseling wordt
weergegeven.
2
Zie pagina 126 voor informatie over het
wijzigen van de kleuren.
Memo
Zelfs wanneer u op drukt om terug
te keren naar het patroonbewerkingsscherm
nadat kleuren zijn gewijzigd, worden de
instellingen niet geannuleerd.
Sapphire_nl.book Page 130 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een gecombineerd patroon bewerken 131
5
Een gecombineerd patroon bewerken
(Voorbeeld) In dit deel wordt beschreven hoe u tekst kunt combineren met een
bloemletterpatroon en hoe u het resultaat vervolgens kunt bewerken.
1
Druk op .
2
Selecteer .
X Dit patroon wordt geplaatst in het midden
van het borduurvlak.
3
Druk op om het patroon te selecteren.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
4
Druk op .
X Het patroontypekeuzescherm wordt
opnieuw weergegeven.
5
Druk op om tekst in te voeren.
Sapphire_nl.book Page 131 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
132
6
Druk op .
7
Voer ‘ood’ in.
Druk op de tab voor kleine letters om het
tekstinvoerscherm voor kleine letters weer te
geven. Druk vervolgens op ‘o’, ‘o’ en ‘d.
X De geselecteerde letters worden in het
midden van het borduurvlak weergegeven.
Als u de grootte van het patroon wilt
wijzigen, selecteert u ‘o’ en drukt u
vervolgens op om de gewenste
grootte te selecteren.
Als u de tekstindeling wilt wijzigen, drukt u
op en selecteert u vervolgens de
gewenste tekstindeling.
8
Druk op nadat u de tekens hebt
geselecteerd.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
9
Druk op en pas de positie van de letters
aan.
0
Druk op .
X Het patroontypekeuzescherm wordt
opnieuw weergegeven.
a
Druk op .
Sapphire_nl.book Page 132 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Een gecombineerd patroon bewerken 133
5
b
Druk op om hetzelfde lettertype te
selecteren en voer vervolgens ‘Luck’ in.
Nadat u op ‘L’ hebt gedrukt, drukt u op de tab
voor kleine letters om het tekstinvoerscherm
voor kleine letters weer te geven. Druk
vervolgens op ‘u’, ‘c’ en ‘k’.
X De geselecteerde letters worden in het
midden van het borduurvlak weergegeven.
c
Druk op nadat u de tekens hebt
geselecteerd.
X Het patroonbewerkingsscherm wordt
weergegeven.
d
Druk op en pas de positie van
de letters aan om te zorgen dat deze goed
worden uitgelijnd.
e
Controleer de uitlijning van het gehele
patroon. Als u het patroon wilt bewerken,
drukt u op en om het te
bewerken patroon te selecteren.
Voorbeeld: grootte van verkleinen.
f
Druk op en om het rode kader
rondom te verplaatsen.
Sapphire_nl.book Page 133 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
134
g
Druk op .
h
Druk op om het patroon te verkleinen.
i
Druk op om terug te keren naar het
patroonbewerkingsscherm nadat u het
patroon hebt verkleind.
Als u andere delen van het patroon wilt
aanpassen, drukt u nogmaals op en
en past u het patroon naar wens aan.
Als u de tekst en het patroon niet goed kunt
zien, drukt u op en vervolgens op
om een voorbeeldweergave te
bekijken. Druk op om terug te keren
naar het vorige scherm.
j
Druk op nadat het bewerken is
voltooid.
X Het borduurinstellingenscherm wordt
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar het
patroonbewerkingsscherm, drukt u op
.
Sapphire_nl.book Page 134 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurpatronen opslaan 135
5
Borduurpatronen opslaan
U kunt bewerkte borduurpatronen opslaan in het geheugen. Bovendien kunt u opgeslagen patronen die u vaak
gebruikt snel terugvinden.
1
Terwijl het patroon dat u wilt opslaan op het
scherm wordt weergegeven, drukt u op
in het borduurinstellingenscherm.
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
1 Druk hierop om terug te keren naar het vorige
scherm.
2
Bepaal waar en op welk medium u het
patroon wilt opslaan. Als u een CompactFlash-
kaart of een floppydisk hebt geselecteerd,
plaatst u deze in de juiste opening.
3
Druk op de toets voor het medium waarop u
het patroon wilt opslaan.
Druk op om het patroon op te slaan
in het geheugen van de machine.
Druk op om het patroon op te
slaan op een CompactFlash-kaart.
Druk op om het patroon op te
slaan op een floppydisk. (Als een optioneel
floppydiskstation is geïnstalleerd op modellen
zonder ingebouwd floppydiskstation, kan het
patroon op een floppydisk worden
opgeslagen.)
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
Wanneer u een patroon opslaat op een
CompactFlash-kaart of een floppydisk, slaat
u het patroon op in de indeling voor
borduurgegevens. De bestandsnaam moet
de extensie ‘phc’ hebben.
Gebruik alleen CompactFlash-kaarten van
32 MB, 64 MB of 128 MB.
Wanneer u het borduurpatroon op een
floppydisk opslaat, moet u een 2HD-
floppydisk gebruiken die voor Windows is
geformatteerd.
De floppydisk mag niet zijn beveiligd tegen
schrijven.
Nadat u het patroon hebt opgeslagen, raden
wij u aan de floppydisk te beveiligen tegen
schrijven om te voorkomen dat gegevens per
ongeluk worden gewist.
Sapphire_nl.book Page 135 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
136
4
Nadat de borduurgegevens zijn opgeslagen,
wordt het scherm weergegeven dat werd
getoond voordat u op drukte.
Het opslaan van de gegevens duurt ongeveer
10 seconden.
Opmerking
Zet de machine niet uit terwijl de
melding ‘Bezig met opslaan’ wordt
weergegeven, anders kunnen de
patroongegevens die worden
opgeslagen, verloren raken. Verwijder de
kaart of floppydisk niet terwijl de
gegevens op een CompactFlash-kaart of
floppydisk worden opgeslagen, anders
kan de kaart of de floppydisk beschadigd
raken.
Als het borduurpatroon niet
kan worden opgeslagen
Als het volgende scherm wordt weergegeven, kan
het patroon niet worden opgeslagen omdat het
geheugen van de machine vol is of omdat het
patroon dat u wilt opslaan groter is dan de
beschikbare hoeveelheid geheugenruimte. U moet
een eerder opgeslagen patroon uit het geheugen
verwijderen om het borduurpatroon te kunnen
opslaan in het geheugen van de machine.
Druk op om het opslaan af te breken.
Opgeslagen gegevens verwijderen
1
Druk op .
X De lijst met patronen wordt weergegeven.
2
Selecteer het patroon dat moet worden
verwijderd.
Druk op het patroon.
X Het geselecteerde patroon wordt
weergegeven in het patroonweergavevlak.
Sapphire_nl.book Page 136 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Borduurpatronen opslaan 137
5
1 Druk op deze toets om het geselecteerde patroon
te verwijderen.
2 Geeft de hoeveelheid beschikbare ruimte weer in
het geheugen van de machine.
Als een verkeerd patroon is geselecteerd of
als u een ander patroon wilt selecteren,
drukt u op het gewenste patroon.
3
Druk op .
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
4
Druk op om de gegevens te
verwijderen.
X Het patroon wordt verwijderd en als er
voldoende ruimte is, wordt het nieuwe
patroon automatisch opgeslagen.
Druk op om het verwijderen af te
breken.
5
Als er onvoldoende ruimte is, verwijdert u een
ander patroon.
X Als de borduurgegevens zijn opgeslagen,
wordt het vorige scherm automatisch
weergegeven.
Het opslaan van de gegevens duurt ongeveer
10 seconden.
Opmerking
Zet de machine niet uit terwijl de
melding ‘Bezig met opslaan’ wordt
weergegeven, anders kunnen de
patroongegevens die worden
opgeslagen, verloren raken.
Opgeslagen patronen ophalen
Zie de pagina ‘Een borduurpatroon selecteren’
voor het medium dat wordt gebruikt. (Zie
pagina 108 voor patronen die zijn opgeslagen op
de machine.) Zie pagina 114 voor patronen die
zijn opgeslagen op CompactFlash-kaarten. Zie
pagina 116 voor patronen die zijn opgeslagen op
floppydisks.
Sapphire_nl.book Page 137 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Patronen selecteren/bewerken/opslaan ——————————————————————————————————————————————
138
Sapphire_nl.book Page 138 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
6 Basisinstellingen en helpfunctie
In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de instellingentoets, de
bedieningshandleidingstoets en de helptoets beschreven (zie pagina 21). Er wordt
uitgelegd hoe u wijzigingen kunt aanbrengen in de basisinstellingen van de machine
en hoe de bediening wordt weergegeven op het LCD-scherm.
De instellingentoets gebruiken ..............................................................................140
Het instellingenscherm / 140 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen / 142
De zoemer in- of uitschakelen / 142 De taal wijzigen / 143
De maateenheden wijzigen / 143 De schermhulplijnen wijzigen / 143
De draadkleurgegevens wijzigen / 145
Uitgebreide draadkleur weergeven / 146 Instellingen eigen palet / 147
DST-draadknippen opgeven / 149 Korte steken verwijderen / 150
De resterende draadlengte opgeven / 150
De bedieningshandleidingstoets gebruiken ...........................................................151
De helptoets gebruiken .........................................................................................153
Sapphire_nl.book Page 139 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
140
De instellingentoets gebruiken
Druk op (instellingentoets) om veel van de basisinstellingen van de machine te wijzigen.
Het instellingenscherm
Het instellingenscherm bestaat uit vijf pagina’s. Druk op en rechtsonder in het scherm tot de
gewenste pagina wordt weergegeven. De toets en de toets worden op alle pagina’s weergegeven.
Pagina 1
1 Druk hierop om informatie over het
instellingenscherm weer te geven. Er wordt een
scherm weergegeven met een beschrijving van
de betreffende pagina.
2 Druk hierop om het opgeven van instellingen af
te sluiten. De instellingen worden bevestigd en
het scherm dat werd weergegeven voordat u op
de instellingentoets drukte, wordt opnieuw
getoond.
3 U kunt de hulplijnen (grootte van het
borduurraam, middelpuntmarkering, raster en
cursor) opgeven voor het patroonweergavevlak.
4 De teller TOTAALAANTAL geeft het totale
aantal steken aan en de teller STEKENAANTAL
geeft het aantal steken aan dat is gemaakt
sinds de laatste onderhoudsbeurt van de
machine.
5 De teller TOTAALTIJD geeft de totale
tijdsduur aan dat de machine is gebruikt en de
teller STEKENTIJD geeft de tijdsduur aan
dat de machine is gebruikt sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Gebruik de tellers 4 en 5 als standaardtellingen
voor het uitvoeren van periodiek onderhoud en voor
het laten uitvoeren van onderhoud aan de machine.
6 VERSIE
Geeft de versie aan van de software die op deze
machine is geïnstalleerd.
Opmerking
Op deze machine is versie 1.0 van de
software geïnstalleerd. Neem contact op
met uw plaatselijke erkende Brother-dealer
of kijk op www.brother.com voor
informatie over beschikbare updates.
Pagina 2
7 WEERGAVE VAN DE DRAADKLEUR WIJZIGEN
De kleurgegevens in het scherm met de
draadkleurvolgorde en de gegevens over de
naaldstangen kunnen worden omgeschakeld naar
de kleurnaam, het kleurnummer of de borduurtijd
(zie pagina 145).
8 UITGEBREIDE DRAADKLEUR WEERGEVEN
De kleuren draad die in het scherm met de
draadkleurvolgorde en bij de naaldstangen
worden weergegeven, kunnen worden
weergegeven als een kleur uit het ingebouwde
kleurenpalet, als een kleur draad van een andere
fabrikant of als een kleur van een oorspronkelijke
kleurenkaart die is gemaakt met PE-Design versie
5.0.
Als ‘ON’ is geselecteerd, kunt u kiezen uit de
volgende drie draden (zie pagina 146).
Orgineel garen
Aangepast garen 1
Aangepast garen 2
9 DST-AFKNIPINSTELLING
Wanneer u Tajima-borduurgegevens gebruikt
(.dst), kunt u aangeven of aaneengesloten
springcodes (waarbij de naald tijdens de steek
wordt verplaatst) moeten worden omgezet in
draadknipcodes (waarbij de machine stopt, de
draad wordt afgeknipt en de naald dan wordt
verplaatst). Zie pagina 149 voor meer informatie
als aaneengesloten springcodes moeten worden
omgezet in draadknipcodes.
0 KORTE STEKEN VERWIJDEREN
Geeft de afstand aan van korte steken die moeten
worden verwijderd (zie pagina 150).
A DRAADLENGTE
Geeft de lengte van de bovendraad aan die blijft
ingeregen in de naald nadat de draad is afgeknipt
(draadlengte die door het oog van de naald wordt
geleid); zie pagina 150.
Sapphire_nl.book Page 140 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De instellingentoets gebruiken 141
6
Pagina 3
B GERESERVEERDE NAALD
Een bepaalde kleur draad kan worden ingesteld
voor een bepaalde naaldstang. De opgegeven
kleur blijft toegewezen aan de opgegeven
naaldstang tot de instelling wordt geannuleerd.
Zie voor meer informatie over het opgeven van
deze instellingen ‘Instellingen voor gereserveerde
naaldstang’ op pagina 94.
Pagina 4
C Aangepast garentabel
Via deze pagina kunt u een eigen palet maken.
Zie ‘Instellingen eigen palet’ op pagina 147 voor
meer informatie over het maken van een eigen
palet.
Pagina 5
D SCHERMHELDERHEID
Hiermee kunt u de helderheid van het scherm
aanpassen.
E ZOEMER
Hiermee schakelt u de zoemer in of uit.
F EENHEID
Hiermee kunt u de maateenheden wijzigen die in
de schermen worden weergegeven.
G TALEN
Hiermee kunt u de taal wijzigen waarin de
informatie op het scherm wordt weergegeven. De
toetsen en de meldingen worden in de
geselecteerde taal weergegeven.
Informatie over elke instelling worden in de
volgende delen beschreven. Nadat u de gewenste
instellingen hebt opgegeven, drukt u op om
terug te keren naar het scherm dat werd
weergegeven voor het instellingenscherm.
Sapphire_nl.book Page 141 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
142
De helderheid van het LCD-
scherm aanpassen
U kunt de helderheid van het scherm instellen via de
vijfde pagina van het instellingenscherm.
1
Druk op en om de helderheid van
het scherm aan te passen zodat u de gegevens
op het scherm goed kunt zien.
Als u het scherm lichter wilt maken, drukt u op
.
Als u het scherm donkerder wilt maken, drukt
u op .
Het nummer naast geeft de helderheid
aan. Stel de gewenste helderheid in. Bij
aankoop van de machine is ‘142’
geselecteerd.
Opmerking
Als gevolg van temperatuurverschillen kan
het voorkomen dat het scherm (geheel of
gedeeltelijk) lichter of donker wordt. Dit
duidt niet op een defect. Als het scherm
moeilijk is af te lezen, past u de helderheid
aan. (Zie ‘Als het LCD-scherm niet kan
worden afgelezen’ op pagina 204.)
Het scherm kan donker zijn als de machine
net is aangezet. Dit is het gevolg van
tegenlicht en duidt niet op een defect. Na
ongeveer 10 minuten zal het scherm de
normale helderheid hebben.
Als u niet recht voor het scherm zit, kunnen
de kleuren vervormd worden weergegeven
of kan het scherm moeilijk af te lezen zijn.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Zorg dat u recht voor het scherm zit als u
het gebruikt. (Zie ‘Het bedieningspaneel
afstellen’ op pagina 9.)
De zoemer in- of uitschakelen
Als u ‘ON’ hebt geselecteerd, gaat de zoemer af om
aan te geven dat op een toets op het
bedieningpaneel of een toets op het scherm is
gedrukt. Als er een fout optreedt, gaat de zoemer af
om u te waarschuwen.
ON: de zoemer gaat af.
OFF: de zoemer gaat niet af.
Bij aankoop van de machine is ‘ON’ geselecteerd.
U kunt de zoemer instellen via de vijfde pagina van
het instellingenscherm.
1
Druk op (of ) om de gewenste
instelling te selecteren.
Wanneer u ‘ON’ hebt geselecteerd, wordt de
toets als volgt weergegeven ; wanneer
u ‘OFF hebt geselecteerd, wordt de toets als
volgt weergegeven .
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
Sapphire_nl.book Page 142 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De instellingentoets gebruiken 143
6
De taal wijzigen
De informatie in het scherm kan op de volgende
talen worden ingesteld:
ENGELS, DUITS, FRANS, ITALIAANS,
NEDERLANDS of SPAANS
Bij aankoop van de machine is ‘ENGELS’
geselecteerd.
U kunt de taal instellen via de vijfde pagina van het
instellingenscherm.
1
Druk op en om de gewenste taal te
selecteren.
De gewenste taal wordt weergegeven.
De maateenheden wijzigen
U kunt de maateenheden instellen op millimeters of
inches.
Bij aankoop van de machine is ‘mmgeselecteerd.
U kunt de maateenheden instellen via de vijfde
pagina van het instellingenscherm.
1
Druk op en om de gewenste
instelling te selecteren.
De gewenste eenheden worden weergegeven.
De schermhulplijnen wijzigen
U kunt diverse instellingen opgeven voor de
hulplijnen in het patroonweergavevlak. U kunt de
grootte van het borduurraam selecteren en de
middelpuntmarkering, het raster en de cursor
weergegeven of verbergen.
U kunt de hulplijninstellingen opgeven via de eerste
pagina van het instellingenscherm.
1 GEBIED
Geeft de grootte aan van het borduurraam dat als
hulplijn wordt weergegeven in het
patroontypekeuzescherm, het patroonlijstscherm
en het patroonbewerkingsscherm.
De weergegeven hulplijn geeft de grootte aan van
het borduurraam dat is bevestigd.
2 RASTER
Geeft de middelpuntmarkering weer van het
ontwerp (rood) en het raster of verbergt deze.
3 MIDDELPUNTCURSOR
Geeft de naaldcursor (groen) weer of verbergt
deze en geeft het type cursor aan.
4 Hier kunt u zien hoe de hulplijnen met de
opgegeven instellingen worden weergegeven.
Grootte van het borduurraam
Bij aankoop van de machine is het extra grote
borduurraam geselecteerd.
1
Druk op en om het gewenste
borduurraam te selecteren.
Het borduurvlak voor het gewenste
borduurraam wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 143 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
144
Borduurvlak van het
extra grote
borduurraam
Borduurvlak van het
grote borduurraam
Borduurvlak van het
middelgrote
borduurraam
Borduurvlak van het
kleine borduurraam
Het borduurvlak van
het optionele
petraam.
Memo
Wanneer het optionele petraam is
bevestigd, wordt het borduurvlak voor het
petraam weergegeven, ongeacht of de
instelling hier wel of niet is geselecteerd.
Middelpuntmarkering en raster
Het middelpunt wordt aangegeven met een rood
plusteken (+).
De ruimte tussen de lijnen van het raster geven
10 mm aan (3/8 inch).
Bij aankoop van de machine wordt alleen de
middelpuntmarkering weergegeven.
1
Druk op en om aan te geven of de
middelpuntmarkering en het raster wel of niet
moeten worden weergegeven.
De middelpuntmarkering en het raster worden
weergegeven zoals u hebt ingesteld.
Alleen de
middelpuntmarkering
weergeven
Alleen het raster
weergeven
De
middelpuntmarkering
en het raster
weergeven
Noch de
middelpuntmarkering
noch het raster
weergeven
Sapphire_nl.book Page 144 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De instellingentoets gebruiken 145
6
Middelpuntcursor
De cursor geeft de huidige naaldpositie aan in het
borduurscherm. De middelpuntcursor wordt
groen weergegeven.
Bij aankoop van de machine is ‘Weergeven als
plusteken (+)’ geselecteerd.
1
Druk op en om aan te geven of de
cursor moet worden weergegeven als een
plusteken (+) of als een groot dradenkruis en
of de cursor moet worden weergegeven of
verborgen.
De middelpuntcursor wordt weergegeven
zoals u hebt ingesteld.
Weergegeven als
een plusteken (+)
Weergegeven als
een groot
dradenkruis
Verborgen cursor
De draadkleurgegevens
wijzigen
U kunt een van zeven draadkleurweergaven
selecteren voor de kleuren draad die worden
weergegeven bij de kleurgegevens in het scherm met
de draadkleurvolgorde en bij de naaldstangen.
Draadkleurnummer (Embroidery)
Draadkleurnummer (Country)
Draadkleurnummer (Madeira)
Draadkleurnummer (Sulky)
Draadkleurnummer (Robinson-Anton)
Tijd
Draadkleurnaam (Naam kleur)
Bij aankoop van de machine is de draadkleurnaam
(Naam kleur) geselecteerd.
U kunt de draadkleurweergave instellen via de
tweede pagina van het instellingenscherm.
1
Druk op en om de gewenste
draadkleurweergave te selecteren.
De kleuren draad worden weergegeven zoals u
hebt ingesteld.
Voorbeeldweergaven
Draadkleurnaam
(Naam kleur)
Draadkleurnummer
(Embroidery)
Draadkleurnummer
(Country)
Sapphire_nl.book Page 145 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
146
Draadkleurnummer
(Madeira)
Draadkleurnummer
(Sulky)
Draadkleurnummer
(Robinson-Anton)
Tijd
Memo
De kleuren draad in het scherm met de
draadkleurvolgorde en in de patronen in het
patroonweergavevlak worden weergegeven
in de oorspronkelijke draadkleur (de
kleuren draad die in de machine zijn
ingebouwd). De draadkleurnummers
worden weergegeven met het nummer (of
het dichtstbijzijnde nummer) van het merk
dat u hier opgeeft.
Uitgebreide draadkleur
weergeven
De kleuren draad die worden weergegeven in het
scherm met de draadkleurvolgorde en bij de
naaldstangen, kunnen worden weergegeven als
oorspronkelijke kleuren of kleuren van een andere
fabrikant.
ON: als het patroon is gemaakt met de
‘gebruikersdraadtabel’, zal de machine de
kleur en het nummer weergeven aan de
hand van de ‘gebruikersdraadtabel’. Het
‘aangepast garentabel’ van de machine is
ook beschikbaar. (Zie hieronder)
OFF: de kleuren draad worden op
oorspronkelijke kleur draad weergegeven.
Wanneer u ‘OFF selecteert, worden de kleuren
draad weergegeven zoals opgegeven tijdens de
procedure die is beschreven bij ‘De
draadkleurgegevens wijzigen’.
Wanneer u ‘ON’ selecteert, kan een van de volgende
drie kleuren draad worden weergegeven in het
scherm voor draadkleurwisseling.
Orgineel garen
Als het patroon is opgegeven in de kleuren
draad van het ‘gebruikerspalet’ in PE-Design,
wordt die kleur weergegeven. Als geen kleur
draad is opgegeven, wordt de in de machine
ingebouwde kleur weergegeven.
Aangepast garen 1
Aangepast garen 1, dat op deze machine is
opgegeven, wordt weergegeven.
Aangepast garen 2
Aangepast garen 2, dat op deze machine is
opgegeven, wordt weergegeven.
Zie pagina 163 voor meer informatie over de kleur
draad en de kleurweergave.
Bij aankoop van de machine is ‘UIT geselecteerd.
U kunt de draadkleur instellen via de tweede pagina
van het instellingenscherm.
Sapphire_nl.book Page 146 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De instellingentoets gebruiken 147
6
1
Druk op (of ) om de gewenste
instelling te selecteren.
Wanneer u ‘ON’ hebt geselecteerd, wordt de
toets als volgt weergegeven ; wanneer
u ‘OFF’ hebt geselecteerd, wordt de toets als
volgt weergegeven .
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
2
Druk op en om de draad te
selecteren.
De gewenste draad wordt weergegeven.
Wanneer u ‘ON’ hebt geselecteerd maar er
geen eigen palet is gemaakt, wordt een
kleurenpalet weergegeven zonder
opgegeven kleuren.
Instellingen eigen palet
Het kleurenpalet dat moet worden weergegeven,
bijvoorbeeld bij het wijzigen van de kleuren van een
patroon, kan worden ingesteld op een oorspronkelijk
kleurenpalet door de draadkleurnummers voor de
gewenste kleuren draad van de gewenste merken te
combineren. U kunt twee typen EIGEN PALET
instellen.
Een eigen palet maken
U kunt op de vierde pagina van het
instellingenscherm kleuren en nummers opgeven
voor elk vakje in het palet.
1
Druk op (of ) om het
gewenste palet te selecteren.
Druk op om AANGEPAST GAREN 1
te selecteren of druk op om
AANGEPAST GAREN 2 te selecteren.
2
Selecteer een vakje in het palet.
Druk op , , en
totdat het
gewenste vakje vergroot wordt weergegeven.
1 Het vakje dat vergroot wordt weergegeven, is het
geselecteerde vakje.
X Een gemarkeerd gekleurd vakje wordt
verplaatst in de richting van de pijl op de
toets waarop u drukt.
Sapphire_nl.book Page 147 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
148
3
Selecteer het type draadkleurnummer.
Druk op en tot het gewenste type
draadkleurnummer (merknaam) wordt
weergegeven.
4
Voer het draadkleurnummer in.
Druk op , , , , , ,
, , en om het gewenste
draadkleurnummer in te voeren.
Als u een verkeerd nummer hebt ingevoerd,
drukt u op .
X Het ingevoerde nummer wordt dan gewist.
In dit voorbeeld werd een kleurvakje in het
palet geselecteerd voordat een kleurnummer
werd geselecteerd. De kleur kan echter
worden opgegeven door het kleurnummer te
selecteren en vervolgens het kleurvakje in
het palet te selecteren.
5
Druk op .
X De opgegeven kleur en het nummer worden
aangegeven voor het vakje dat u hebt
geselecteerd in stap.
2.
U verwijdert een instelling door te drukken op
.
X Die kleur wordt verwijderd uit het palet en
het vakje wordt leeggemaakt.
Sapphire_nl.book Page 148 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De instellingentoets gebruiken 149
6
6
Herhaal de stappen 2 tot en met 5 om
kleuren op te geven voor de andere vakjes.
U kunt de kleur wijzigen die u in een vakje
hebt opgegeven door de vorige kleur te
verwijderen en vervolgens een nieuwe kleur
op te geven.
Memo
(Applicatiemateriaal),
(Applicatiepositie) en (Applicatie)
kunnen niet worden opgegeven in een
Eigen palet.
Het kleurenpalet wijzigen
Stel UITGEBREIDE KLEUR WEERGEVEN in op
‘ON’ en selecteer vervolgens de draadkleur. Zie
pagina 146.
DST-draadknippen opgeven
Wanneer u de Tajima-borduurgegevens (.dst)
gebruikt, kunt u aangeven of de springcodes (soms
ook transportcodes) worden omgezet in één
draadknipcode of niet. Wanneer aaneengesloten
springcodes moeten worden omgezet in één
draadknipcode, geeft u het aantal aaneengesloten
springcodes op.
ON: de machine zet de springcode om in een
draadknipcode, afhankelijk van het nummer dat op
de volgende regel is opgegeven.
OFF: de springcode wordt niet omgezet in een
draadknipcode.
Bij aankoop van de machine is ‘ON’ geselecteerd en
is het aantal sprongen ingesteld op 3.
U kunt de instelling voor DST-draadknippen
instellen via de tweede pagina van het
instellingenscherm.
1
Druk op (of ) om de gewenste
instelling te selecteren.
Wanneer u ‘ON’ hebt geselecteerd, wordt de
toets als volgt weergegeven ; wanneer
u ‘OFF hebt geselecteerd, wordt de toets als
volgt weergegeven .
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt
de instelling in- of uitgeschakeld.
2
Als ‘ON’ is geselecteerd, drukt u op en
om het aantal transportcodes te
selecteren.
De gewenste instelling wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 149 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
150
U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 8.
Als bijvoorbeeld 3 is opgegeven, worden 3
opeenvolgende springcodes omgezet in een
draadknipcode. Twee opeenvolgende
springcodes worden echter niet omgezet in
een draadknipcode maar worden gemaakt
als springsteek (transportsteek).
Opmerking
U moet het springgetal instellen op dezelfde
waarde als werd gebruikt toen de specifieke
Tajima-gegevens werden gemaakt.
Als de springgetallen niet overeenkomen,
wordt de draad op een onverwacht punt
afgeknipt of niet afgeknipt waar dat wel
wordt verwacht.
Korte steken verwijderen
Als u andere borduurgegevens gebruikt dan onze
oorspronkelijke patronen, kan de afstand te klein
zijn, waardoor de draad of de naald kan breken. U
kunt dit voorkomen door de machine in te stellen op
het verwijderen van steken met een te kleine afstand.
Steken met een kleinere afstand dan u hier opgeeft,
kunnen worden verwijderd.
Bij aankoop van de machine is ‘0’ geselecteerd
(steken verwijderen met een afstand van 0).
U kunt de instelling voor het verwijderen van korte
steken instellen via de tweede pagina van het
instellingenscherm.
1
Druk op en om de afstand te
selecteren.
De gewenste afstand wordt weergegeven.
U kunt een waarde opgeven tussen 0 en 1
mm als de maateenheid is ingesteld op mm;
u kunt een waarde opgeven tussen 0 en 0,04
inch als de maateenheid is ingesteld op inch.
De resterende draadlengte
opgeven
Deze instelling geeft aan of het deel van de
bovendraad dat in de naald ingeregen blijft nadat de
draad is afgeknipt (draadgedeelte dat door het oog
van de naald wordt geleid) een standaardlengte of
een grote lengte heeft.
Bij aankoop van de machine is ‘standaardlengte’
geselecteerd.
U kunt de resterende lengte van de draad instellen
via de tweede pagina van het instellingenscherm.
1
Druk op en om de instelling te
selecteren.
De gewenste lengte wordt weergegeven.
Als de machine steken overslaat bij een
standaardlengte van de draad nadat deze is
afgeknipt, selecteert u ‘Grote lengte’.
Wanneer u metalliek draad gebruikt,
selecteert u ‘Grote lengte’.
Sapphire_nl.book Page 150 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De bedieningshandleidingstoets gebruiken 151
6
De bedieningshandleidingstoets gebruiken
Deze machine bevat informatie die is gebaseerd op de inhoud van de bedieningshandleiding, zoals
basismachinehandelingen. Druk op (bedieningshandleidingstoets) en selecteer een van de vier
onderwerpen die worden weergegeven om de beschikbare informatie weer te geven.
Inhoud van de categorieën
Machineonderdelen Belangrijkste onderdelen en
hun functie
Bediening
Probleem oplossen
Onderhoud
Voorbeeld: informatie over het inrijgen van de
bovendraad
1
Druk op .
X Het helpscherm van de machine wordt
weergegeven.
2
Druk op .
X De lijst met basishandelingen wordt
weergegeven.
3
Druk op .
X De procedure voor het inrijgen van de
bovendraad wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 151 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
152
4
Druk op om de volgende pagina weer te
geven.
1 Volgende-paginatoets
Druk op deze toets om de volgende pagina weer
te geven.
2 Vorige-paginatoets
Druk op deze toets om de vorige pagina weer te
geven.
3 Huidig paginanummer
4 Totaal aantal pagina’s
5 Filmtoets
Wordt alleen bij de volgende handelingen
weergegeven.
De bovendraad inrijgen
De naald inrijgen
De borduurraamhouder vervangen
Het petraam bevestigen
Er wordt een film weergegeven waarin de
handeling wordt getoond.
Wanneer verandert in , drukt u
op deze toets. Wanneer een film wordt
weergegeven, verandert de toets in .
1 Druk op deze toets om de film weer te geven
vanaf het begin van de huidige pagina.
2 Druk op deze toets om film de pauzeren.
Wanneer de film wordt gepauzeerd, verandert de
toets in . Druk op
om de film weer te
starten.
3 Druk op deze toets om naar de volgende pagina
van de film te gaan.
4 Druk op deze toets om naar de vorige pagina van
de film te gaan.
5 Druk op deze toets om de film te stoppen en
terug te keren naar de afbeelding.
5
Druk op nadat u de handeling hebt
gezien.
6
Druk op .
X Het scherm dat werd weergegeven voordat
u op drukte, wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 152 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De helptoets gebruiken 153
6
De helptoets gebruiken
Als er een probleem optreedt, drukt u op (helptoets) om een handeling of de functie van een toets te
controleren.
Voorbeeld: helpinformatie weergeven over de
functietoetsen in het patroontypekeuzescherm
1
Druk op in het
patroontypekeuzescherm.
X Het helpscherm wordt weergegeven.
2
Druk op en totdat de toets wordt
weergegeven waarover u informatie wilt.
1 Volgende-paginatoets
Druk op deze toets om de volgende pagina weer
te geven. Als u de toets voor de volgende pagina
indrukt terwijl de laatste pagina wordt
weergegeven, wordt de eerste pagina
weergegeven.
2 Vorige-paginatoets
Druk op deze toets om de vorige pagina weer te
geven. Als u de toets voor de vorige pagina
indrukt terwijl de eerste pagina wordt
weergegeven, wordt de laatste pagina
weergegeven.
3 Huidig paginanummer
4 Totaal aantal pagina’s
3
Nadat u de gewenste informatie hebt gelezen,
drukt u op .
X Het scherm dat werd weergegeven voordat
u op drukte, wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 153 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Basisinstellingen en helpfunctie —————————————————————————————————————————————————
154
Sapphire_nl.book Page 154 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
7 Bijlage
In dit hoofdstuk vindt u beschrijvingen van borduurtechnieken, tips voor het maken
van prachtig borduurwerk en meer informatie over onderhoud en probleemoplossing.
Applicaties naaien .................................................................................................156
Applicatiepatronen / 156 Applicaties maken met een raampatroon (1) / 157
Applicaties maken met een raampatroon (2) / 158
Handige tips voor de bediening van de PR-600.....................................................160
Draadspanning van ingebouwde patronen controleren / 160
Een patroon borduren dat is uitgelijnd met een markering op de stof / 161
Kleurenpalet / 163 Kleuren van Tajima-borduurgegevens (.dst) / 163
Prachtig borduurwerk maken................................................................................164
Draden / 164 Steunstoffen (onderlagen) / 165
Spantechnieken / 166 Compatibiliteitstabel stof/steunstof / 167
OPTIONELE ACCESSOIRES
Een optioneel borduurraam bevestigen voor industriële machines .......................168
Het optionele petraam gebruiken..........................................................................169
Petraam en accessoires / 169 Het gebruik van het petraam voorbereiden / 170
Het petraam bevestigen / 173 De borduurraamhouder bevestigen / 176
Onderhoud............................................................................................................183
Het LCD-scherm reinigen / 183 De buitenkant van de machine reinigen / 183
De haak reinigen / 183 Reinigen rondom de naaldplaat / 184
Het spoelhuis reinigen / 185 De machine oliën / 186
De magneetkop van het floppydiskstation reinigen / 188
Problemen oplossen ..............................................................................................189
Problemen oplossen via het scherm / 189 Problemen oplossen / 190
Foutmeldingen / 198 Als het LCD-scherm niet kan worden afgelezen / 204
Als de machine niet reageert wanneer u op een toets drukt / 204
Specificaties ..........................................................................................................206
Specificaties van de machine / 206
Index.....................................................................................................................207
Sapphire_nl.book Page 155 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
156
Applicaties naaien
In dit deel wordt de procedure voor het naaien van applicaties beschreven.
Applicatiepatronen
Sommige ingebouwde borduurpatronen kunnen
worden gebruikt voor het naaien van applicaties.
Volg de hieronder beschreven procedures om
applicaties te naaien met de patronen
‘Applicatiemateriaal’, ‘Applicatiepositie’ of
‘Applicatie’ in de deelweergave boven het scherm
met de draadkleurvolgorde.
*Afhankelijk van de instelling van de
draadkleurweergave kan de weergave worden
getoond als , of als .
Procedure voor het naaien van applicaties
1
Plaats steunstof op de achterzijde van de stof
van de applicatie.
2
Span de stof voor de applicatie (vanaf stap 1)
in het borduurraam en borduur vervolgens
een ‘Applicatiemateriaal’-patroon. De lijn die
aangeeft waar de applicatie wordt uitgeknipt,
wordt genaaid waarna de machine stopt.
3
Verwijder de stof van de applicatie uit het
borduurraam en knip vervolgens voorzichtig
langs de gestikte kniplijn.
Als de applicatie wordt uitgeknipt langs de
binnenzijde van de gestikte kniplijn, is de
applicatie misschien niet correct op de stof
bevestigd. Knip de applicatie daarom
zorgvuldig langs de gestikte kniplijn. Als
deze stap niet zorgvuldig wordt uitgevoerd,
wordt de applicatie niet netjes afgewerkt.
Verwijder vervolgens voorzichtig alle
overtollige draden.
4
Span de basisstof in het borduurraam en
borduur vervolgens een ‘Applicatiepositie’-
patroon. De applicatiepositie wordt
geborduurd waarna de machine stopt.
Sapphire_nl.book Page 156 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Applicaties naaien 157
7
5
Breng een beetje stoflijm aan of spray wat lijm
op de achterzijde van het uitgeknipte
applicatiestuk en bevestig vervolgens het
applicatiestuk op de basisstof bij de genaaide
positie met behulp van het ‘Applicatiepositie’-
patroon uit stap
4.
Als opstrijksteunstof wordt gebruikt om het
applicatiestuk op de basisstof aan te
brengen, strijkt u de stukken op elkaar
zonder de basisstof uit het borduurraam te
verwijderen.
6
Nadat u het applicatiestuk hebt aangebracht,
naait u een ‘Applicatie’-patroon. De applicatie
is voltooid.
Afhankelijk van het patroon is een
‘Applicatie’-patroon mogelijk niet
beschikbaar. Naai de applicatie dan met
draad in de kleur van een deel van het
borduurwerk.
7
Ga verder met het borduurwerk.
Applicaties maken met een
raampatroon (1)
Applicaties kunnen worden gemaakt door twee
raampatronen van dezelfde grootte en dezelfde vorm
te naaien: een met rechte steken en een met
satijnsteken.
1
Selecteer een raampatroon met rechte steken
om op de stof voor de applicatie te borduren.
Knip voorzichtig buiten de steken.
2
Borduur hetzelfde patroon op de basisstof.
Sapphire_nl.book Page 157 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
158
3
Breng een beetje stoflijm aan of spray wat lijm
op de achterzijde van het applicatiestuk dat u
in stap
1 hebt uitgeknipt en bevestig het
applicatiestuk vervolgens op de basisstof.
4
Selecteer het raampatroon met satijnsteken
met dezelfde vorm om de applicatie te
borduren die u in stap
3 hebt aangebracht.
1 Applicatie
Opmerking
Als de grootte of de borduurpositie van het
raampatroon met rechte steken wordt
gewijzigd, moet u de grootte of de
borduurpositie van het raampatroon met
satijnsteken op dezelfde manier wijzigen.
Applicaties maken met een
raampatroon (2)
Er is een andere manier om applicaties te naaien.
Met deze methode hoeft u de stof in het
borduurraam niet te verwisselen. De applicatie kan
worden gemaakt door twee raampatronen van
dezelfde grootte en met dezelfde vorm te stikken:
een met rechte steken en een met satijnsteken.
1
Selecteer een raampatroon dat met rechte
steken is genaaid om op de basisstof te
borduren.
2
Plaats de applicatiestof over het borduurwerk
dat in stap
1 is gemaakt. Zorg dat het vlak
rondom de steken niet groter is dan het vlak
van de applicatiestof.
1
Sapphire_nl.book Page 158 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Applicaties naaien 159
7
3
Borduur over de applicatiestof heen met
hetzelfde raampatroon.
Zorg dat de machine stopt voordat het kruis
in het midden wordt genaaid.
4
Verwijder het borduurraam uit de machine en
knip vervolgens de overtollige applicatiestof
langs de buitenzijde van de steken af.
Opmerking
Laat de stof in het borduurraam tijdens het
afknippen van de overtollige applicatiestof.
Oefen daarbij niet te veel druk uit op de stof
in het raam, anders kan de stof los gaan
zitten.
5
Selecteer het raampatroon met satijnsteken in
dezelfde vorm.
Opmerking
Als de grootte of de borduurpositie van het
raampatroon met rechte steken wordt
gewijzigd, moet u de grootte of de
borduurpositie van het raampatroon met
satijnsteken op dezelfde manier wijzigen.
6
Bevestig het borduurraam dat u in stap 4
hebt verwijderd en voltooi het borduren van
de applicatie.
Sapphire_nl.book Page 159 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
160
Handige tips voor de bediening van de PR-600
In dit deel worden handelingen beschreven die nuttig zijn bij de bediening van deze machine.
Draadspanning van ingebouwde
patronen controleren
Een patroon op de laatste pagina van de
borduurpatronen kan worden gebruikt om de
draadspanning te controleren. In dit voorbeeld wordt
het volgende patroon gemaakt om de draadspanning
te controleren.
1
Druk op .
2
Druk eenmaal op en druk vervolgens op
.
3
Druk op .
4
Druk op .
5
Druk op .
Sapphire_nl.book Page 160 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Handige tips voor de bediening van de PR-600 161
7
6
Druk op (ontgrendelingstoets) en druk
vervolgens op de start/stop-knop om te
beginnen met borduren.
7
Correcte draadspanning. Aan de achterkant
van de stof moet de spoeldraad zich op
ongeveer één derde van de breedte van de
steek bevinden.
Opmerking
Zie pagina 44 of 83/84 voor instructies voor
eventuele afstelling.
Een patroon borduren dat is uitgelijnd
met een markering op de stof
Als u het beginpunt en het eindpunt van de steken
opgeeft, kunt u de exacte positie van het patroon
controleren.
Als u bijvoorbeeld tekst langs een lijn in het
stofpatroon borduurt, kan het beginpunt van de
steken worden ingesteld op de hoek linksonder
zodat de positie kan worden gecontroleerd, en
vervolgens kunt u het beginpunt van de steken
opnieuw instellen. Vervolgens kan het beginpunt
van het stikken in de hoek rechtsonder worden
ingesteld om de positie te controleren. De rechte lijn
die het eerste en het tweede punt verbindt, is de
basislijn voor de tekst. Als de basislijn die de tekst
volgt het stofpatroon verlaat, kan de borduurpositie
worden afgesteld.
1
Druk op in het
borduurinstellingenscherm.
2
Stel het beginpunt van het stikken af in de
hoek linksonder.
X Het raam wordt zo verplaatst dat de
naaldpositie samenvalt met het beginpunt
voor het stikken.
Sapphire_nl.book Page 161 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
162
3
Markeer met kleermakerskrijt dit punt op de
stof.
4
Stel het beginpunt van het stikken af in de
hoek rechtsonder.
X Het raam wordt zo verplaatst dat de
naaldpositie samenvalt met het beginpunt
voor het stikken.
5
Markeer met kleermakerskrijt dit punt op de
stof.
6
Verwijder het borduurraam uit de machine en
verbind deze twee punten om de
borduurpositie te controleren.
Als de basislijn niet goed is uitgelijnd of met
een andere lijn kruist, moet u de stof
opnieuw in het borduurraam spannen of de
positie van het patroon aanpassen.
Sapphire_nl.book Page 162 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Handige tips voor de bediening van de PR-600 163
7
Kleurenpalet
Hieronder vindt u extra uitleg over het ingebouwde
kleurenpalet en het eigen palet.
Normaalgesproken worden de kleuren draad in het
scherm met de draadkleurvolgorde en in het
patroonweergavevlak weergegeven in de kleuren
van het ingebouwde draadkleurtpalet. De
draadkleurnummers met deze kleur draad worden
weergegeven met het draadkleurnummer (of het
dichtstbijzijnde nummer) van het merk dat op de
tweede pagina van het instellingenscherm wordt
aangegeven. De kleuren van het geborduurde
eindresultaat kunnen dan ook een iets andere tint
hebben.
Aangezien de eigen paletten die worden opgegeven
op de vierde pagina van het instellingenscherm
worden gemaakt door kleuren draad op te geven op
draadkleurnummer en kleurnamen van afzonderlijke
merken in de ingebouwde kleurenbibliotheek, wordt
het palet weergegeven met de originele kleuren
draad.
Als EIGEN PALET is geselecteerd en UITGEBREIDE
DRAADKLEUR WEERGEVEN is ingesteld op ‘ON’,
kunnen de patroonkleuren die worden gewijzigd
met Eigen palet worden bekeken met de kleuren die
het meest op de werkelijk geborduurde kleuren
draad lijken.
Maak kleurenpaletten met de kleuren draad die u
hebt en gebruik deze om de patronen in uw eigen
kleuren weer te geven.
Normale draadkleurweergave
Draadkleurweergave met een eigen palet
Kleuren van Tajima-
borduurgegevens (.dst)
Tajima-gegevens (.dst) bevatten geen informatie over
patroonkleuren. De gegevens worden gemaakt door
alleen vormen te combineren.
Hieronder ziet u een voorbeeld van de weergave van
borduurgegevens in Tajima-indeling (.dst)
Wanneer Tajima-gegevens worden gebruikt met
deze machine wordt het patroon automatisch
weergegeven met kleuren in de
standaarddraadkleurvolgorde, zodat de onderdelen
van het patroon van elkaar kunnen worden
onderscheiden. Aangezien de kleuren draad worden
toegepast volgens de borduurvolgorde van de
onderdelen, ongeacht het ontwerp van het patroon,
kunnen kleuren worden gebruikt die vreemd lijken
voor het ontwerp. Een oranjekleurig stuk fruit kan
bijvoorbeeld in blauw worden weergegeven.
Controleer daarom bij Tajima-gegevens een
voorbeeldweergave van het borduurwerk op het
scherm en wijzig de kleuren in het scherm voor
draadkleurwisseling.
Sapphire_nl.book Page 163 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
164
Prachtig borduurwerk maken
Hieronder worden de diverse voorzorgsmaatregelen beschreven die u in acht moet nemen met betrekking tot de
draad, de borduurramen en de steunstoffen (onderlagen) om prachtig borduurwerk te maken.
Draden
Borduurdraad kan duur zijn en daarom moet u er
voorzichtig mee omgaan. Hoe goed de draad ook is
gemaakt, voor het beste resultaat is het van groot
belang dat deze correct wordt opgeborgen. Het
belang hiervan wordt duidelijk als u bedenkt hoeveel
tijd er vaak zit tussen aanschaf van de draad en het
moment dat de draad daadwerkelijk in de machine
wordt gebruikt. Het is belangrijk dat borduurdraad
wordt opgeslagen zonder dat deze wordt
blootgesteld aan overmatige hitte, licht of
vochtigheid.
U kunt borduurdraad het beste opslaan in een
schone en stofvrije ruimte. De opslagruimte moet
ook vrij zijn van rook, dampen en gassen. Door
bepaalde gassen kan de draad geel worden. Het
betreft hier dampen uit apparaten zoals
gasverwarmingen of dieselmotoren.
Direct zonlicht is ook zeer schadelijk voor
borduurdraad. Laat dozen met draad nooit open
staan om te voorkomen dat de draad wordt
blootgesteld aan direct zonlicht. Dek dakkoepels en
ramen zoveel mogelijk af. Het beste type licht voor
borduurdraad is wolfraam- of TL-verlichting.
Langdurige blootstelling aan deze schadelijke
bronnen kan ook de kleuren van kartonnen dozen en
andere voorwerpen verkleuren.
Temperatuur en vochtigheid zijn ook schadelijk voor
borduurdraad. De ideale temperatuur ligt tussen
15
°C en 25°C (59°F en 77°F.) De vochtigheid moet
tussen 40% en 60% liggen. Houd deze
omstandigheden zo constant mogelijk om
schimmelvorming te voorkomen. Extreme
temperaturen kunnen ook smeerproblemen
veroorzaken waardoor de draad kan breken.
Vochtige omstandigheden kunnen ook invloed
hebben op papieren spoelen, omdat het karton gaat
uitzetten en de draad te ruim wordt. Zelfs als de
opslagomstandigheden goed zijn, kunnen er toch
vlekken ontstaan wanneer draad wordt blootgesteld
aan een warmtebron of felle verlichting. U kunt
beschadiging van de draad voorkomen door uw
voorraad regelmatig te keren en de draad niet te lang
op dezelfde plaats te laten liggen.
De juiste draadkeuze is essentieel voor een snellere
productietijd. Hoe de draad loopt en de sterkte
ervan, de samenstelling en het gewicht, zijn allemaal
factoren die invloed hebben op het resultaat. Deze
kwaliteiten bepalen hoe goed de machine borduurt
en hoe vaak de draad breekt tijdens het borduren.
Het breken van de draad is van grote invloed op de
productie. Telkens als de draad breekt, vermindert
de output met 0,07% per dag (7,5 uur), ervan
uitgaande dat het 20 seconden duurt om de draad
weer in de naald te rijgen. Als de draad per dag 14
keer minder vaak breekt, wordt de output verhoogd
met meer dan 1,0%.
Sapphire_nl.book Page 164 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Prachtig borduurwerk maken 165
7
Steunstoffen (onderlagen)
De onder- en bovenlaag moeten het product dat
wordt geborduurd stabiliseren en ondersteunen,
zodat de steken kunnen worden gemaakt met zo
weinig mogelijk onderbreking of instabiliteit. Ze
vormen de ondersteuning van uw borduurwerk.
Zonder het juiste type steunstof kan de stof te veel
gaan bewegen in het borduurraam, zodat het
borduurwerk verschuift. Soms hebt u een bovenlaag
nodig om stoffen met een pluizig oppervlak, zoals
handdoeken, corduroy en piquéstof, te kunnen
bewerken. Er zijn vele typen onder- en bovenlagen
in verschillende gewichten voor diverse soorten
stoffen.
Er zijn vier typen steunstof (onderlagen) die u bij het
borduren kunt gebruiken: stoffen die u losknipt,
lostrekt, die in water oplosbaar zijn en zelfklevende
stoffen. Deze vier typen stoffen zijn in verschillende
gewichten, grootten en structuren verkrijgbaar. Als u
het type steunstof voor een bepaalde stof selecteert,
moet u niet alleen rekening houden met het aantal
steken en het steektype van het ontwerp, maar ook
met de grootte van het ontwerp.
Zorg tenslotte dat de steunstof niet wordt uitgerekt.
Sommige onderlagen kunnen niet verticaal of
horizontaal worden uitgerekt, maar wel diagonaal.
GEBRUIK DEZE TYPEN NIET. Dit type onderlaag
wordt tijdens het borduren uitgerekt, waardoor het
ontwerp kan gaan verschuiven.
1. Een steunstof van polyestermaas die wordt
losgeknipt, is zeer geschikt voor lichtgekleurde
stoffen, omdat er geen schaduw aan de voorzijde
doorschijnt nadat u de overtollige stof hebt
afgeknipt. Dit type onderlaag is ideaal wanneer u
stabiliteit nodig hebt voor een licht, zacht effect
op uw voltooide werk, bijvoorbeeld bij
babykleertjes.
2. Een steunstof die u losknipt, is uitstekend
geschikt voor middelzware tot zware stoffen,
maar kan ook worden gebruikt bij geweven stof.
U kunt veel steken gebruiken en met twee of drie
lagen is het aantal mogelijke steken schier
eindeloos. Dit type onderlaag is ook in zwart
verkrijgbaar zodat de binnenkant van een
kledingstuk er net zo goed ziet als de buitenkant.
Zwarte steunstof is met name handig voor
gebruik bij donkergekleurde kledingstukken van
lichtgewicht stoffen. De zwarte onderlaag schijnt
minder snel door dan een witte onderlaag.
3. Een zelfklevende onderlaag wordt gebruikt op
stoffen die moeilijk te spannen zijn. Deze
onderlaag wordt aangebracht (met de klevende
zijde omhoog) op de onderzijde van het raam,
zodat u de stof op het blootgelegde oppervlak in
het borduurvlak kunt plakken. Als het
borduurwerk klaar is, kan de stof worden
verwijderd. De overtollige onderlaag kan worden
verwijderd en het proces kan worden herhaald.
4. Steunstof die moet worden losgetrokken, kan
worden gebruikt bij middelzware weefstoffen en
grove stoffen zoals canvas, popeline en
spijkerstof. U kunt met deze steunstof veel steken
gebruiken, met name als u hiervan twee of meer
lagen gebruikt. Dit type steunstof bestaat uit niet-
geweven materiaal dat eenvoudig van de randen
van uw borduurontwerp kan worden
losgetrokken als dit klaar is. Deze steunstof is ook
verkrijgbaar in zwart.
5. Een steunstof die in water oplosbaar is, is handig
als de nop of pil van bijvoorbeeld handdoeken
geen invloed mag hebben op de plaatsing van de
steken. Stoffen als badstof, corduroy, fluweel en
nepbont zijn voorbeelden van materialen met
noppen of pillen die door de steken kunnen
opkomen terwijl de machine borduurt. Het
resultaat ziet er onaf en vaak slordig uit, omdat
de vezels van de stof door de steken van een
borduurontwerp komen. In dergelijke gevallen
wordt in water oplosbare steunstof gebruikt als
bovenlaag, zodat de vezels van de stof vlak
blijven liggen en de steken netjes en nauwkeurig
kunnen worden gemaakt. In water oplosbare
steunstof wordt ook gebruikt als onderlaag bij het
stikken van kant of andere motieven waarbij het
resultaat alleen uit de steken bestaat. Dit kan met
in water oplosbare steunstof omdat deze na het
borduren eenvoudig van de stof kan worden
afgetrokken. Eventueel achtergebleven resten
kunnen met water worden verwijderd. In water
oplosbare steunstoffen worden ook gebruikt als
onderlaag bij handdoeken waarbij vaak enige
ondersteuning nodig is, maar eventuele resten
van een onderlaag niet zichtbaar mogen zijn bij
het eindproduct.
Sapphire_nl.book Page 165 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
166
Spantechnieken
‘Gebruik het juiste gereedschap voor de juiste klus’,
luidt een veelgehoorde uitspraak. Deze uitspraak is
zeker van toepassing bij borduren. Een te klein of te
groot borduurraam of een borduurraam van een
onjuist type kan ervoor zorgen dat het ontwerp
scheeftrekt tijdens het borduren en kan zelfs het hele
product beschadigen. U kunt een perfect ontwerp
volledig ruïneren door gebruik te maken van een te
groot raam, een te klein raam of een raam van het
verkeerde type of door het toepassen van de
verkeerde techniek.
Ramen
Buizenramen: met dit type raam kunnen
buisvormige stoffen of al in elkaar gezette
kledingstukken rondom de haakeenheid worden
geplaatst. U kunt zo de voorzijde van een
kledingstuk borduren zonder dat u door de
achterzijde stikt.
Petramen: dit zijn speciale borduurramen (ringen)
waarmee u petten kunt borduren. Er zijn
verschillende stijlen verkrijgbaar voor diverse
machines, met twee basisstijlen: een waarmee u
een platte pet borduurt (voor gebruik op een
platte machine) en een waarmee de pet in zijn
natuurlijke ronde vorm wordt geborduurd (voor
gebruik op een buisvormige machine).
Stof spannen: De gespannen stof en de onderlaag
moeten helemaal vlak in het raam liggen, zonder
kreukels of bobbels. U kunt bobbels of kreukels
verwijderen door zowel de stof als de onderlaag
strak te trekken. Trek niet meer dan nodig om de
stof vlak en glad te maken. Als u de stof te veel
uitrekt, kan het materiaal gaan plooien rondom
het voltooide ontwerp wanneer het raam wordt
verwijderd. Er kunnen ook gaten ontstaan tussen
onderdelen van het ontwerp.
Binnen-/buitenraam plaatsen: Er moet zich een
kleine rand (ongeveer 3 mm (1/8 inch)) stof en
onderlaag onder het buitenraam op de
achterzijde bevinden. Draai de schroef alleen aan
als het binnenraam loszit. Draai de schroef niet te
veel aan, omdat de stof dan gaat plooien en over
de schroef heen kan komen.
Sapphire_nl.book Page 166 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Prachtig borduurwerk maken 167
7
Compatibiliteitstabel stof/steunstof
Stof/
kledingstuk
Aantal
onderlagen
Aantal
bovenlagen
Opmerkingen
Badstof 1 x lostrekbaar
1 x in water
oplosbaar
Vergroot dichtheid en/of kolombreedte.
Kleine details en letters kunnen in de
badstoflussen vast komen te zitten.
Satijnen jasje
Zware voering:
Geen
Lichte of geen
voering: 1 x
lostrekbaar
Geen
Als het kledingstuk in het raam gaat glijden
waardoor het gaat scheeftrekken, omwikkelt u
het binnenraam met afdektape of stofkruistape.
Zo ontstaat een ruw oppervlak waarop het
kledingstuk blijft vastzitten en er geen
overmatige wrijving op het raam ontstaat.
Katoen 1 x lostrekbaar Geen
Ontwerpen met een hoge dichtheid of veel
details kunnen meer onderlagen nodig hebben.
Gebruik in dat geval twee lichtgewicht
onderlagen in plaats van een zware onderlaag.
Spijkerstof 1 x lostrekbaar Geen
Verminder de snelheid als de naald warm
wordt en de draad breekt.
Hoeden en petten Optioneel Optioneel
Neem vaker dan normaal een nieuwe naald,
een onderlaag van stijf linnen maakt de naald
sneller bot. Een lichtgewicht, lostrekbare
onderlaag zorgt dat de draad minder vaak
breekt en regelt de draadspanning. Gebruik
een bovenlaag op corduroy of schuimrubber
voorkanten van petten.
Overhemd
(geweven)
1 x lostrekbaar Geen
Ontwerpen met een hoge dichtheid of veel
details kunnen meer onderlagen nodig hebben.
Gebruik in dat geval twee lichtgewicht
onderlagen in plaats van een zware onderlaag.
Golfshirt 1 x afknipbaar Optioneel
Gebruik een bovenlaag voor ontwerpen met
kleine letters of veel detail en voor piquéstof.
Fleece 1 x lostrekbaar Optioneel
Gebruik een bovenlaag als het kledingstuk
een gestructureerd oppervlak heeft, zoals
gevlochten stoffen of keperstof.
Canvas 1 x lostrekbaar Geen Span deze strak in het raam.
Corduroy 1 x lostrekbaar
1 x in water
oplosbaar
Naast gebruik van een bovenlaag kunnen ook
een hogere steekdichtheid of meer
ondersteken nodig zijn om te voorkomen dat
de steken in de stof wegvallen.
Lingerie of zijde
1 of 2 x
lichtgewicht
lostrekbaar
Optioneel
Verlaag de snelheid. De draadspanning moet
laag zijn. Gebruik een bovenlaag bij ontwerpen
met veel detail of kleine letters. Gebruik dunner
draad bij zeer tere stoffen. Gebruik geen zeer
smal kolomstiksel bij letters of details; vergroot
in plaats daarvan de kolombreedte of gebruik
een bonensteek. Verwijder voorzichtig (zonder
te trekken) de onderlaag en de bovenlaag van
het kledingstuk.
Joggingstof
1 x afknipbaar of
zelfklevend
lostrekbaar
1 x in water
oplosbaar
Gebruik fijngeweven organza of gordijnstof in
een bijpassende kleur als onderlaag voor
dikke of zeer grof gebreide stoffen.
Sweatshirt
1 x afknipbaar of
zelfklevend
lostrekbaar
Optioneel
Bij ontwerpen met veel details moet u soms twee
lagen lichtgewicht, afknipbare steunstof
gebruiken. Gebruik een bovenlaag bij extra dikke
stoffen of bij ontwerpen met veel fijne details.
T-shirt
1 x lichtgewicht
afknipbaar of
zelfklevend
lostrekbaar
Optioneel
Gebruik een bovenlaag bij ontwerpen met
veel fijne details of kleine letters. De spanning
moet licht zijn. Gebruik geen ontwerpen met
veel steken.
Sapphire_nl.book Page 167 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
168
OPTIONELE ACCESSOIRES
Een optioneel borduurraam bevestigen voor industriële machines
Stel de borduurraamhouder in op het bevestigen van het borduurraam voor industriële machines.
Als een borduurraam voor industriële machines wordt bevestigd, bewegen zowel de linker- als de rechterarm
van de borduurraamhouder.
1
Verwijder het borduurraam. (Zie pagina 45.)
2
Draai de twee duimschroeven los op de
borduurraamhouder.
1 Linkerarm
2 Duimschroeven
X De linkerarm van de borduurraamhouder
kan worden verplaatst.
Draai de duimschroeven maximaal 2 slagen
tegen de klok in los. Verwijder de schroeven
niet.
3
Beweeg de linkerarm om de schroef aan de
rechterkant uit te lijnen met de markering
voor het borduurraam voor industriële
machines en draai vervolgens de
duimschroeven aan.
1 Markering voor borduurraam voor industriële
machines
2 Lijn de schroef uit met de markering.
4
Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de
twee schroeven los te draaien en verwijder
deze.
5
Verwijder de rechterarm, lijn de pennen op de
borduurraamhouder uit met de gaten in de
arm (zie afbeelding), plaats de schroeven die u
in stap 1 hebt verwijderd en draai deze vast.
X Het borduurraam kan in de
borduurraamhouder worden geplaatst.
Bevestig het borduurraam voor industriële
machines op dezelfde manier als de
meegeleverde borduurramen. (Zie
pagina 30.)
Opmerking
Wanneer u borduurramen voor industriële
machines gebruikt, HERKENT DE
MACHINE HET BORDUURVLAK VAN HET
RAAM NIET. Gebruik de testfunctie om te
controleren of het patroon in het
borduurvlak past.
2
1
Sapphire_nl.book Page 168 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het optionele petraam gebruiken 169
7
Het optionele petraam gebruiken
Met het optionele petraam kunt u patronen borduren op petten en mutsen. Hieronder worden de procedures
voor het gebruik van het petraam beschreven.
Opmerking
Te gebruiken bij het borduren van honkbalpetten, golfpetten en dergelijke.
Dit raam kan niet worden gebruikt voor petten met een voorkant van 50 mm (2 inch) of minder, zoals
zonnekleppen en kinderpetten. Het raam kan ook niet worden gebruikt voor petten met een klep groter
dan 80 mm (3-1/16 inch).
Petraam en accessoires
U hebt de drijfas van het petraam en de montagemal nodig bij gebruik van het petraam.
Opmerking
Als het petborduurraam wordt bevestigd,
worden de borduurraamindicators, die
aangeven welk raam gebruikt kan worden,
als volgt weergegeven.
Petraam
1 Borduurvlak:
50 mm (H) × 130 mm (B)
(2 inch (H) × 5-1/8 inch (B))
2 De markering geeft het midden van
het borduurvlak aan.
3 Snapslot
Petraamdrijfas en 4
duimschroeven
U bevestigt het petraam op de
wagen door de
borduurraamhouder te
verwijderen en vervolgens de
petraamdrijfas te bevestigen aan
de wagen van de machine.
1 Plaats de duimschroeven in de
gaten en draai deze aan om
het beweegbare deel vast te
zetten. Gebruik deze gaten bij
het opbergen van de
petraamdrijfas.
2 Opspanveer
Het petraam wordt vastgezet met twee opspanveren.
Montagemal
Gebruik deze als u een pet in het
petraam spant.
1 Houder
Het petraam wordt vastgezet
met de twee houders.
2 Bevestigingsbeugel
Draai de duimschroef aan
om op het
bevestigingsoppervlak vast te
zetten.
2
3
1
1
2
Sapphire_nl.book Page 169 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
170
Het gebruik van het petraam
voorbereiden
De petraamdrijfas monteren
Druk op →→
om een video van de handeling weer te
geven op het LCD-scherm (zie pagina 151).
Verwijder de borduurraamhouder uit de wagen
van de machine en monteer de petraamdrijfas.
Verwijder het borduurraam voordat u de
borduurraamhouder verwijdert. (Zie ‘Het
borduurraam verwijderen’ op pagina 45.)
1
Draai de twee duimschroeven los en
verwijder de schroeven en de
borduurraamhouder.
1 Duimschroeven
De verwijderde duimschroeven blijven
bevestigd aan de borduurraamhouder.
1 Laat de twee duimschroeven in het borduurraam
zodat ze niet zoek raken.
2
Verwijder de twee bovenste duimschroeven
van de petraamdrijfas en draai vervolgens de
twee onderste duimschroeven los (vier slagen).
1 Bovenste duimschroeven
2 Onderste duimschroeven
3
Druk de machinebodem door de ring van de
petraamdrijfas.
1 Machinebodem
Opmerking
Zorg dat de petraamdrijfas geen
nabijgelegen onderdelen raakt, zoals de
persvoet.
Bevestig de petraamdrijfas op de wagen zoals
hieronder wordt beschreven in de stappen
4 tot
en met
6.
4
Plaats de twee duimschroeven aan de
onderkant van de petraamdrijfas in de
inkepingen in de wagen. Plaats vervolgens de
bevestigingsplaat van de petraamdrijfas boven
op de raambevestigingsplaat van de wagen.
1 Nok in wagen
2 Duimschroef van petraamdrijfas
3 Bevestigingsplaat van petraamdrijfas
4 Raambevestigingsplaat van wagen
1
1
2
1
1
3
4
1
2
Sapphire_nl.book Page 170 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het optionele petraam gebruiken 171
7
5
Plaats de pennen op de raambevestigingsplaat
van de wagen in de gaten in de
bevestigingsplaat van de petraamdrijfas.
1 Pennen op raambevestigingsplaat van wagen
2 Gaten in bevestigingsplaat van petraamdrijfas
6
Draai de twee bovenste duimschroeven vast.
7
Duw de petraamdrijfas naar de machine zodat
deze volledig in de machine wordt geplaatst
en draai ondertussen de twee onderste
duimschroeven aan om de petraamdrijfas vast
te zetten.
X De montage van de petraamdrijfas is
voltooid.
De naaldafstandsplaat plaatsen
Bevestig de naaldafstandsplaat aan de naaldplaat.
1 Naaldafstandsplaat
1
2
1
Sapphire_nl.book Page 171 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
172
De montagemal voorbereiden
Breng de stopper omlaag en bevestig de
montagemal aan een stabiel oppervlak,
bijvoorbeeld een tafel.
1
Draai de twee schroeven los met een
kruiskopschroevendraaier en breng de stopper
omlaag in de richting van de pijl.
1 Draai de schroef los zodat de stopper om de
schroef kan worden geslagen en ermee kan
worden vastgedraaid.
2 Draai de schroef los totdat de stopper beweegt.
3 Stopper
2
Draai de twee schroeven vast.
Zorg dat de stopper stevig vast zit.
Bevestig de montagemal op een stabiel
bevestigingsoppervlak, zoals een tafel.
3
Draai de duimschroef voor de montagemal los
en open de bevestigingsbeugel zodat deze
breder is dan de dikte van de
bevestigingsplaat.
De bevestigingsbeugel kan worden
bevestigd op een plaat met een dikte tussen
de 9 mm en 38 mm (3/8 inch en 1-1/2
inches).
4
Klem de bevestigingsbeugel stevig op de
bevestigingsoppervlak en draai vervolgens de
duimschroef vast.
1 Bevestigingsbeugel
2 Bevestigingsplaat
3 Duimschroef aandraaien
5
Controleer of deze goed vastzit.
Als deze nog loszit, moet u de montagemal
opnieuw op de plaat bevestigen.
X De voorbereiding van de montagemal is
voltooid.
Opmerking
Zorg dat de bevestigingsbeugel goed op het
bevestigingsplaat geklemd zit en dat de
duimschroef stevig is aangedraaid.
Bevestig de montagemal niet op een
instabiel oppervlak (flexibel, gebogen of
krom).
Zorg dat de montagemal niet valt wanneer u
deze verwijdert.
1
2
3
Sapphire_nl.book Page 172 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het optionele petraam gebruiken 173
7
Het petraam bevestigen
Druk op →→
om een video van de handeling weer te
geven op het LCD-scherm (zie pagina 151).
Plaats de pet in het petraam dat is bevestigd aan de
montagemal en verwijder vervolgens het petraam uit
de montagemal met de pet eraan bevestigd. Bevestig
het petraam op de petraamdrijfas op de machine.
Het petraam op de montagemal bevestigen en
een pet in het raam plaatsen
1
Bevestig het petraam op de montagemal.
Lijn de nok in het petraam uit met de
geleiderplaat op de montagemal en klik het
raam op zijn plaats.
1 Geleiderplaat op montagemal
2 Nok op petraam
3 Binnenrandhouder
4 Houder
X Het petraam wordt vastgezet met de twee
houders (klemmen), een rechts en een links.
2
Haal het snapslot op het petraam los en
verwijder vervolgens de pet. Open het
klemraam. Open tevens de klep-persvoet.
1 Snapslot vrij
2 Klemraam open
3 Klep-persvoet
3
Til (draai) de binnenrand in de pet omhoog en
plaats de pet in het petraam.
Houd beide zijden van de pet vast met beide
handen en lijn de rand van het onderste raam
uit met de onderzijde van de klep.
1 Rand van onderste raam
2 Binnenrand
3 Onderzijde van klep
Lijn tegelijkertijd de middelste lijn van de pet
uit met de middelste lijn van de
binnenrandhouder op het petraam en schuif de
binnenrand onder de binnenrandhouder.
1 Binnenrandhouder
2 Middelste lijn van binnenrandhouder
3 Middelste lijn van pet
4
3
2
1
1
3
2
Sapphire_nl.book Page 173 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
174
4
Nadat u de klep goed hebt geplaatst, drukt u
de pet zo ver mogelijk naar binnen.
5
Sluit het klemraam en haak de pal van het
snapslot vast om dit tijdelijk te sluiten.
1 Pal van snapslot
2 Klemraam
Controleer het volgende.
1 De middelste lijn van de pet ligt gelijk met
de korte zijde van het klemraam.
2 De lijn aan de linkerzijde van de pet is niet
zichtbaar in het klemraam.
3 De tanden aan de binnenzijde van het
klemraam grijpen de onderzijde van de
klep stevig vast.
4 De middelste lijn van de klephouder en de
middelste lijn van de pet moeten in een
rechte lijn liggen.
1 Tanden op binnenzijde van klemraam
2 Middelste lijn van klephouder
Memo
Als de petstof dik is en het klemraam niet
kan worden gesloten, of als de stof dun is en
de pet te los in het raam zit, stelt u het
klemraam af.
6
Terwijl u de pet met een hand omlaag trekt,
trek u aan de hendel van het snapslot om dit
goed te sluiten.
1 Hendel van snapslot
Opmerking
Zorg dat er geen kreukels voorkomen in het
klemraam. Anders kan het patroon
scheeftrekken.
7
Terwijl u opnieuw aan de stof trekt rondom
het petraam om deze uit te rekken, stelt u de
borduurpositie af.
1
2
3
4
1
Sapphire_nl.book Page 174 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het optionele petraam gebruiken 175
7
8
Trek de klephouder zo ver mogelijk omhoog.
Draai vervolgens de klephouder over de klep
van de pet en breng de klep-persvoet omlaag.
Plaats de klep tenslotte zo dat er een ietwat
ronde vorm behouden blijft.
1 Klephouder
2 Middelste lijn van klep-persvoet
Controleer of het uiteinde naar buiten komt.
X Het plaatsen van de pet in het petraam is
voltooid.
9
Verwijder het petraam uit de montagemal.
Druk zowel de linker- als de rechterhouder op
de montagemal met beide duimen in. Trek
vervolgens het borduurraam los (zie
afbeelding).
1 Houder
Het petraam op de machine bevestigen
U hebt de petraamdrijfas nodig om het petraam
op de machine te bevestigen. Bevestig de
petraamdrijfas op de wagen voordat u het
petraam op de machine bevestigt. (Zie ‘De
petraamdrijfas monteren’ op pagina 170.)
1
Bevestig het petraam op de petraamdrijfas.
U moet de borduurpositie opzij draaien
wanneer u het petraam plaatst, zodat de klep
van de pet niet tegen de machine komt (zie
afbeelding).
Zorg dat het petraam geen nabijgelegen
onderdelen raakt, zoals de persvoet.
Nadat u het petraam zo hebt gedraaid dat het
te borduren oppervlak naar boven wijst, lijnt u
de ring van de petraamdrijfas uit met de ring
van het petraam. Terwijl u het petraam naar
links en naar rechts schuift, lijnt u de nok in het
petraam uit met de geleiderplaat op de
petraamdrijfas en klik het raam op zijn plaats.
1 Geleiderplaat op petraamdrijfas
2 Nok op petraam
3 Houder
X Het petraam wordt vastgezet met de twee
houders, een rechts en een links. De
montage van het petraam is voltooid en de
pet kan worden geborduurd.
1
2
3
1
Sapphire_nl.book Page 175 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
176
Het petraam verwijderen
Als het borduren is voltooid, verwijdert u het
petraam en verwijdert u vervolgens de pet.
1
Verwijder het petraam uit de petraamdrijfas.
Druk de twee houders met beide duimen aan
de onderzijde van het petraam en trek
vervolgens het borduurraam los (zie
afbeelding).
1 Houder
U moet de borduurpositie opzij draaien
wanneer u het petraam verwijdert zodat de
klep van de pet niet tegen de machine komt
(zie afbeelding).
Zorg dat het petraam geen nabijgelegen
onderdelen raakt, zoals de persvoet.
2
Haal het snapslot op het petraam los en
verwijder vervolgens de pet.
De borduurraamhouder
bevestigen
Als u het petraam niet meer nodig hebt, verwijdert u
de naaldafstandsplaat en de petraamdrijfas en plaatst
u vervolgens de borduurraamhouder terug.
1
Verwijder de naaldafstandsplaat.
1 Naaldafstandsplaat
2
Draai de twee onderste duimschroeven los.
1 Duimschroeven
3
Verwijder de twee bovenste duimschroeven.
1 Duimschroeven
1
1
2
1
Sapphire_nl.book Page 176 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Het optionele petraam gebruiken 177
7
4
Verwijder de petraamdrijfas.
Opmerking
Zorg dat de petraamdrijfas geen
nabijgelegen onderdelen raakt, zoals de
persvoet.
5
Als het gat in de binnenrandhouder is
uitgelijnd met de middelste lijn van de
geleiderplaat, plaatst u de twee
duimschroeven die u in stap
3 hebt
verwijderd in de gaten aan de bovenzijde.
Draai vervolgens de duimschroeven aan.
1 Gat in binnenrandhouder
2 Middelste lijn van geleiderplaat
3 Gaten in bovenzijde
Plaats de duimschroeven in de gaten waar
de petraamdrijfas oorspronkelijk was
gemonteerd (de gaten waaruit de
duimschroeven zijn verwijderd in stap
2 op
pagina 170).
X Het beweegbare deel van de petraamdrijfas
is vastgezet.
6
Lijn de gaten op de borduurraamhouder uit met
de pennen op de raambevestigingsplaat van de
wagen.
1 Pennen in raambevestigingsplaat
2 Gaten in borduurraamhouder
7
Zet de borduurraamhouder vast met de twee
duimschroeven.
1 Gebruik de duimschroeven die bij de machine
zijn geleverd (de duimschroeven werden
verwijderd in stap
1 op pagina 170).
2
1
3
3
Draai de duimschroeven stevig aan met
de meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
1
2
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 177 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
178
De optionele spoelopwinder gebruiken
Gebruik de optionele spoelopwinder als u spoeldraad op een metalen spoel wilt winden. Hieronder wordt het
gebruik van de optionele spoelopwinder beschreven.
Voorzorgsmaatregelen
Zie pagina 14 voor voorzorgsmaatregelen voor de stroomvoorziening.
Optionele spoelopwinder met bijbehorende accessoires
Controleer of de volgende spoelopwinder en accessoires zijn meegeleverd.
Plaats de spoelopwinder op een egaal, stabiel oppervlak.
Gebruik alleen de spoelen die met deze spoelopwinder zijn meegeleverd.
Nr. Naam Onderdeelcode Nr. Naam Onderdeelcode
1 Spoelopwinder XC6598-051 5 AC-adapter XC6643-051
2 Kloshouder XC5949-051 6 Netsnoer
X59354-051(GB)
LN2284-001(VS)
XA0070-151(Europa)
3 Kloskussentje XA0679-051 7 Metalen spoeltjes (5) 100376-003
4 Draadgeleider XC6644-051 8 Kloskap 130012-054
VOORZICHTIG
3
4
1
2
5
1 Hoofdschakelaar
2 Spoelopwinderas
3 Gat voor draadgeleider
4 Gat voor kloshouder
5 Adapteraansluiting
6. 7. 8.
5.
1. 2. 3. 4.
Sapphire_chapt7.fm Page 178 Wednesday, August 27, 2003 7:44 PM
De optionele spoelopwinder gebruiken 179
7
De optionele spoelopwinder
installeren
Bevestig de kloshouder, het kloskussentje en de
draadgeleider aan de spoelopwinder.
1
Plaats de kloshouder en het kloskussentje.
Breng de houder omlaag en plaats de
kloshouder recht in het gat Plaats vervolgens
het kloskussentje.
1 Kloshouder
2 Houder
3 Gat voor kloshouder
4 Kloskussentje
2
Plaats de draadgeleider.
Plaats de draadgeleider recht in het gat, met de
pennen van de draadgeleider uitgelijnd met de
inkepingen aan de zijlkanten van het gat.
1 Pennen op draadgeleider
2 Inkepingen bij gat voor draadgeleider
3 Gat voor draadgeleider
Plaats de draadgeleider zo diep mogelijk in
het gat en zorg dat deze stevig vast zit.
De AC-adapter aansluiten
1
Steek de stekker van het netsnoer in de AC-
adapter.
2
Plaats het snoer van de AC-adapter in de DC-
adapteraansluiting van de spoelopwinder en
steek de stekker van het netsnoer in een
normaal stopcontact.
Zorg dat de stekker van de AC-adapter stevig
in de DC-adapteraansluiting van de
spoelopwinder zit.
4
1
2
3
1
2
3
Gebruik alleen de meegeleverde AC-
adapter. Het gebruik van een andere
adapter kan leiden tot beschadiging.
Zorg dat de spoelopwinder is
uitgeschakeld voordat u de AC-adapter
aansluit of verwijdert.
Haal na gebruik van de spoelopwinder de
stekker uit het stopcontact.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 179 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
180
De spoel opwinden
Leg de spoel en de klos met spoeldraad klaar.
Gebruik katoenen of gesponnen polyester
spoeldraad (tussen 74 dtex x 2 en 100 dtex x 2).
1
Lijn de groef in de spoel uit met de veer op de
spoelopwinderas en plaats de spoel op de as.
1 Groef in spoel
2 Veer op as
2
Plaats de draadklos op de kloshouder.
1 Draadklos
2 Kloshouder
Opmerking
Haal het kloskussentje weg en zet de klos
direct op de kloshouder wanneer u een
kleine klos gebruikt. Gebruik ook de
meegeleverde kloskap om de kleine klos op
zijn plaats te houden.
3
Leid de draad van achter naar voren door het
gat aan de linkerkant van de draadgeleider.
1 Gat in draadgeleider
4
Leid de draad door de voorspanningsschijf
(zie afbeelding). Zorg dat de draad op de
juiste manier in de voorspanningsschijf wordt
geleid.
1 Voorspanningsschijf
2
1
1
2
1
Sapphire_nl.book Page 180 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
De optionele spoelopwinder gebruiken 181
7
5
Leid de draad van voor naar achteren door het
gat aan de rechterkant van de draadgeleider.
1 Gat in draadgeleider
6
Wind de draad vier of vijf keer met de klok
mee om de spoel (zie afbeelding).
7
Leid het uiteinde van de draad door de sleuf in
de spoelopwinderbasis en trek aan de draad.
De draadafsnijder knipt de draad af.
1 Draadsleuf
2 Spoelopwinderbasis
Opmerking
Volg nauwgezet de beschreven procedure.
Als de spoel wordt opgewonden zonder dat
de draad met de draadafsnijder wordt
afgeknipt, kan de draad om de spoel
verward raken en kan de naald breken
wanneer de spoeldraad bijna op is.
8
Schuif de spoelhouder op zijn plaats tot deze
vastklikt.
1 Spoelhouder
9
Druk op de hoofdschakelaar om te beginnen
met het opwinden van de spoel.
X Start het opwinden van de spoel.
1
1
2
1
Sapphire_nl.book Page 181 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
182
0
De spoel houdt automatisch op met draaien
als deze is opgewonden; de spoelhouder keert
vervolgens terug naar de uitgangspositie.
a
Verwijder de spoel.
Opmerking
Trek niet aan de spoelopwinderbasis tijdens
het verwijderen van de spoel. Hierdoor zou
de spoelopwinderbasis los kunnen raken of
verwijderd kunnen worden, wat kan leiden
tot beschadiging van de spoelopwinder.
b
Trek de draad door de sleuf in de
spoelopwinderbasis om de draad met de
draadafsnijder af te knippen.
Als het opwinden van de spoel stopt voordat de
spoel vol is:
De spoelopwinder stopt automatisch als de draad
geen speling meer geeft, bijvoorbeeld als deze
verward raakt om de kloshouder. Rijg in dat geval
de draad goed door de spoelopwinder en wind de
spoel op de juiste wijze op.
Zorg dat de spoeldraad op de juiste
manier wordt opgewonden, anders kan
de naald breken of de draadspanning
onjuist zijn.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 182 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Onderhoud 183
7
Onderhoud
Hieronder worden eenvoudige procedures voor machineonderhoud beschreven. Houd de machine altijd
schoon, anders kunnen er storingen optreden.
Het LCD-scherm reinigen
Als het oppervlak van het LCD-scherm vuil is, kunt u
het met een zachte, droge doek afvegen. Gebruik
geen biologische reinigers of reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de machine
reinigen
Als de buitenkant van de machine vuil is, kunt u
deze met een zachte, droge doek afvegen. Neem als
de machine erg vuil is een vochtige doek met
neutraal reinigingsmiddel, wring deze goed uit en
veeg de buitenkant van de machine schoon. Wrijf de
machine vervolgens af met een droge doek.
Opmerking
Gebruik geen chemische producten, zoals
benzeen of thinner.
De haak reinigen
Verwijder regelmatig pluisjes en stof voor betere
prestaties van het haakloophuis.
Gebruik het meegeleverde schoonmaakborsteltje.
1
Zet de machine uit.
2
Open het haakklepje en verwijder het
spoelhuis. (Zie pagina 18.)
Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de machine schoonmaakt,
anders kunt u letsel of een elektrische
schok oplopen.
VOORZICHTIG
Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de machine schoonmaakt,
anders kunt u letsel of een elektrische
schok oplopen.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 183 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
184
3
Gebruik het meegeleverde
schoonmaakborsteltje om pluisjes en stof te
verwijderen van en rondom de haak.
4
Als u klaar bent met reinigen, plaatst u het
spoelhuis op de haak en sluit u het haakklepje.
(Zie pagina 19.)
Reinigen rondom de
naaldplaat
Als zich pluisjes en stof rondom het bewegende
mesje of de draadopsluitplaat verzamelen, wordt de
draad misschien niet correct afgeknipt of kunnen
delen van de machine beschadigen. Zorg dat het
gebied rondom de naaldplaat eens per maand wordt
gereinigd.
Gebruik een haakse schroevendraaier en het
meegeleverde schoonmaakborsteltje.
1
Zet de machine uit.
2
Verwijder de naaldplaat.
Draai de schroeven met een haakse
schroevendraaier los en verwijder vervolgens
de naaldplaat.
1 Naaldplaat
Raadpleeg een erkende dealer als er
krasjes of beschadigingen op de haak
zitten.
VOORZICHTIG
Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de machine schoonmaakt,
anders kunt u letsel of een elektrische
schok oplopen.
VOORZICHTIG
1
Sapphire_nl.book Page 184 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Onderhoud 185
7
3
Gebruik het meegeleverde
schoonmaakborsteltje om pluisjes en stof uit
het bewegende mesje, het vaste mesje, de
draadopsluitplaat en de omliggende gebieden
te verwijderen.
1 Verwijder alle pluisjes in dit gebied
4
Nadat het reinigen voltooid is, bevestigt u de
naaldplaat weer in de omgekeerde volgorde
van het verwijderen in stap
2.
Het spoelhuis reinigen
Draadwas en stof kunnen gemakkelijk in het gat van
de spanveer op het spoelhuis komen, waardoor de
draadspanning niet meer goed is. Het is dan ook
raadzaam het te reinigen telkens wanneer u de spoel
verwisselt.
Gebruik een stuk papier met de dikte van een
visitekaartje.
1
Open het haakklepje, verwijder het spoelhuis
en verwijder vervolgens de spoel. (Zie
pagina 18.)
2
Schuif het papier onder de spanveer om stof
te verwijderen.
Gebruik een hoekje van het papier om stof
rondom het gat te verwijderen.
1 Spanveer
2 Gat
3 Papier
1
1
Sapphire_nl.book Page 185 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
186
Opmerking
Zorg dat u de spanveer niet buigt. Gebruik
niets anders dan dik papier of papier met de
aangegeven dikte om het spoelhuis te
reinigen.
3
Gebruik het meegeleverde
schoonmaakborsteltje om pluisjes en stof uit
het spoelhuis te verwijderen.
4
Als u klaar bent met reinigen, plaatst u de
spoel in het spoelhuis, plaatst u het spoelhuis
op de haak en sluit u het haakklepje. (Zie
pagina 19.)
De machine oliën
U moet de machine oliën voordat u deze voor de
eerste keer gebruikt om de levensduur van de
onderdelen te verlengen en de machine naar
behoren te laten werken.
Breng daarna iedere dag voor gebruik een druppel
olie in het loophuis van de haak aan.
Het loophuis oliën
1
Zet de machine uit.
2
Open het haakklepje en verwijder het
spoelhuis. (Zie pagina 19.)
Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u de machine schoonmaakt,
anders kunt u letsel of een elektrische
schok oplopen.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 186 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Onderhoud 187
7
3
Draai het handwiel (ongeveer 50 graden) om
het loophuis van de haak in een zodanige
positie te zetten dat u dit goed kunt oliën.
1 Handwiel
U moet het handwiel tegen de wijzers van
de klok in draaien.
4
Doe een druppel olie in het haakloophuis.
1 Breng hier olie aan.
5
Als u klaar bent met oliën, plaatst u het
spoelhuis op de haak en sluit u het haakklepje.
(Zie pagina 18.)
Opmerking
Doe iedere dag een druppel olie in het
haakloophuis.
Gebruik alleen naaimachineolie. Als u een
ander type olie gebruikt, kan dit de machine
beschadigen.
Breng niet te veel olie aan. De stof of de
draad kan anders vuil worden. Als u te veel
olie hebt gebruikt, kunt u de overtollige olie
met een doek wegvegen.
Als de draad breekt terwijl u aan het
borduren bent of als de haak te veel lawaai
maakt, kunt u olie aanbrengen op het
haakloophuis.
1
1
Sapphire_nl.book Page 187 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
188
De magneetkop van het
floppydiskstation reinigen
Als de magneetkop vuil is, kunnen gegevens op de
floppydisk niet goed worden gelezen. Wij raden u
het gebruik van een schoonmaakfloppydisk voor 3,5
inch floppydiskstations aan om de magneetkop
regelmatig schoon te maken.
1
Geef het patroontypekeuzescherm weer.
2
Plaats de schoonmaakfloppydisk in de
floppydiskopening.
3
Druk op .
X Het reinigen van de magneetkop begint.
4
Wanneer het reinigen is voltooid, wordt het
volgende scherm weergegeven.
5
Druk op om terug te keren naar het
patroontypekeuzescherm en verwijder
vervolgens de schoonmaakfloppydisk.
Als de floppydisk nog steeds niet goed kan
worden gelezen, zelfs niet nadat u de
bovenstaande procedure hebt uitgevoerd,
herhaalt u de reinigingsprocedure.
Sapphire_nl.book Page 188 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 189
7
Problemen oplossen
Problemen oplossen via het
scherm
Met deze machine kunt u eenvoudig tijdens het
borduren problemen oplossen. Druk op de toets die
het probleem weergeeft en loop vervolgens de
mogelijke oorzaken na die worden getoond.
1
Druk op .
2
Druk op .
3
Druk op de toets die een beschrijving van het
probleem bevat.
4
Controleer de items die worden weergegeven.
5
Nadat u de gewenste informatie hebt gelezen,
drukt u op .
6
Druk op .
X Het scherm dat werd weergegeven voordat
u op drukte, wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 189 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
190
Problemen oplossen
Als de machine niet naar behoren functioneert, controleer dan eerst de volgende punten/kwesties voordat u
hulp inroept.
Neem contact op met een erkende dealer als de gesuggereerde oplossing het probleem niet verhelpt.
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
De machine werkt
niet.
De machine staat niet AAN. Zet de machine aan. p. 20
De machine is niet ontgrendeld. Druk op de ontgrendelingstoets. p. 41
U hebt niet op de start/stop-knop
gedrukt.
Druk op de start/stop-knop wanneer de
machine is ontgrendeld.
p. 41
De knop voor de bovenste spanning is
te strak aangespannen.
Zorg dat de spanningsschijf draait
wanneer u aan de draad trekt.
p. 84
De naald breekt.
De naald is niet correct geplaatst. Plaats de naald op de juiste manier. p. 61
De naaldstelschroef zit los.
Gebruik de inbussleutel om de
naaldstelschroef stevig aan te draaien.
p. 61
De naald is verbogen of stomp. Vervang de naald door een nieuwe. p. 15, 61
Het vlak rondom het gat in de
naaldplaat is beschadigd.
1 Krassen/bramen
Vervang de naaldplaat.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De naald raakt de naaldplaat.
1 Naald
2 Gat in naaldplaat
3 Naald raakt gat
Vervang de naald.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De persvoet is te hoog ingesteld en niet
correct geplaatst.
De naald raakt de persvoet.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
1
1
2
3
Sapphire_nl.book Page 190 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 191
7
De naald breekt.
Het gebied rondom het gat van de
borduurvoet is beschadigd.
1 Krassen of bramen
Vervang de persvoet.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
Het schuifoppervlak op het
haakloophuis is niet glad. Er zitten
krassen en bramen op.
1 Haakloophuisvlak
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De haak is niet correct geplaatst.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De haakstop is niet correct geplaatst,
de haak draait volledig rond.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
De bovendraad loopt ergens vast.
Trek met de hand vanaf de onderzijde
van de persvoet aan de bovendraad en
controleer of de draad soepel beweegt.
Als de draad niet beweegt, is deze niet
goed ingeregen. Rijg de bovendraad
op de juiste manier in. Zorg dat de
draad wordt meegenomen door de
naaldstangdraadgeleider.
p. 35-38
De spanning van de bovendraad is te
hoog ingesteld. De draad loopt niet.
Verminder de spanning van de
bovendraad en zorg dat de
spanningsschijf draait wanneer u aan
de draad trekt.
p. 84
Er wordt een spoel gebruikt die niet
speciaal voor deze machine is
ontworpen.
Gebruik de juiste spoel. p. 15
De naald en de haak lopen niet goed
langs elkaar.
De timing van de haak is misschien
niet goed. Raadpleeg de
dichtstbijzijnde erkende dealer.
Er is achterwaartse speling (voorwaarts/
achterwaarts) in de naaldstanghouder.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De draaddichtheid van de
borduurgegevens is te fijn.
Er worden drie of meer overlappende
steken gemaakt.
Corrigeer de draaddichtheid en de
oversteekinstellingen in de
borduurgegevens met behulp van een
gegevensontwerpsysteem.
p. 98
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
1
1
Sapphire_nl.book Page 191 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
192
De bovendraad
breekt.
De naald is niet correct geplaatst. Plaats de naald op de juiste manier. p. 61
De naaldstelschroef zit los.
Gebruik de inbussleutel om de
naaldstelschroef stevig aan te draaien.
p. 61
De naald is verbogen of stomp. Vervang de naald door een nieuwe. p. 15, 61
Het vlak rondom het gat in de
naaldplaat is beschadigd.
1 Krassen/bramen
Vervang de naaldplaat of raadpleeg de
dichtstbijzijnde erkende dealer.
De naald raakt de naaldplaat.
1 Naald
2 Naaldplaatgat
3 Naald raakt gat
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De persvoet is te hoog ingesteld en niet
correct geplaatst.
De naald raakt de persvoet.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
Het gebied rondom het gat van de
borduurvoet is beschadigd.
1 Krassen/bramen
Vervang de persvoet.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
Bij het gebruik van een zwakke draad,
zoals metalliek draad.
Stel de borduursnelheid in op een
lagere snelheid.
p. 89
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
1
1
2
3
1
Sapphire_nl.book Page 192 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 193
7
De bovendraad
breekt.
Het schuifvlak op de haak is niet glad.
Er zitten brandplekken op.
1 Haakloophuisvlak
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De draad is los in het haakvlak.
Verwijder de losse draad. Als de draad
in de haak verward zit, reinigt u de
haak.
p. 183
De speling tussen de haak en het
loophuis is te groot.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De haak draait niet soepel.
Verwijder pluisjes, reinig de haak en
breng olie aan.
p. 183, 186
De ruimte tussen de haakstop en de
haak kan niet worden afgesteld.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
Trek met de hand vanaf de onderzijde
van de persvoet aan de bovendraad en
controleer of de draad soepel beweegt.
Als de draad niet soepel beweegt, is
deze niet goed ingeregen.
Haal de draad uit de machine en rijg
de draad opnieuw in.
Zorg dat de draad op de juiste wijze
door de naaldstangdraadgeleider is
geregen.
p. 35-38
De bovendraad is niet door de
bovenste of middelste draadgeleider
geleid.
Zorg dat de draad helemaal door de
bovenste en middelste draadgeleider
loopt.
p. 36-37
De draad zit geknoopt of in de war.
Verwijder het geknoopte of verwarde
gedeelte.
p. 84
De spanning van de bovendraad is te
hoog.
Verlaag de spanning van de
bovendraad.
p. 83
De draadspanning van de onderdraad
is niet goed.
De draad rolt niet soepel uit het
spoelhuis.
Stel de spanning van de onderdraad af. p. 18
Het spoelhuis is beschadigd.
Vervang het spoelhuis door een nieuw
spoelhuis.
p. 15
De spoeldraad is niet goed opgerold.
Controleer of de spoel zodanig is
omwikkeld dat deze voor ongeveer
80% vol is en dat de draad gelijkmatig
is verdeeld. Als de spoel niet goed is
omwikkeld, vervangt u de spoel door
een nieuwe die wel goed is omwikkelt
of u omwikkelt de spoel opnieuw.
p. 15
Er wordt een spoel gebruikt die niet
speciaal voor deze machine is
ontworpen.
Gebruik de juiste spoel. p. 15
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
1
Sapphire_nl.book Page 193 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
194
De bovendraad
breekt.
Het automatische
naaldinrijgmechanisme is kapot.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
Er zit lijm op de naald. Vervang de naald. p. 61
De stof staat niet strak.
Span de stof stevig in het borduurraam
zodat de stof strak staat.
p. 28, 65
De kwaliteit van de draad is slecht.
De kwaliteit van de draad is slecht
omdat de draad oud is. Vervang de
draad.
De borduurgegevens bestaan uit steken
met een afstand van nul.
Verwijder alle steken met een afstand
van nul.
p. 150
De borduurgegevens bevatten veel
steken met een zeer kleine afstand.
Verwijder alle steken met een kleine
afstand.
p. 150
De draaddichtheid van de
borduurgegevens is te fijn.
Er worden drie of meer overlappende
steken gemaakt.
Corrigeer de draaddichtheid en de
oversteekinstellingen in de
borduurgegevens met behulp van een
gegevensontwerpsysteem.
p. 98
De spoeldraad
breekt.
De spoeldraad is niet goed ingeregen. Rijg de spoeldraad opnieuw in. p. 19
De spoel is bekrast of draait niet
soepel.
Vervang de spoel. p. 18
Het spoelhuis is beschadigd. Vervang het spoelhuis. p. 18
De draad zit verward.
Verwijder de verwarde draad en reinig
de haak.
p. 183
Er wordt een spoel gebruikt die niet
speciaal voor deze machine is
ontworpen.
Gebruik de juiste spoel. p. 15
Er worden steken
overgeslagen.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
Rijg de bovendraad op de juiste manier
in.
p. 35
De naald is verbogen of stomp. Vervang de naald door een nieuwe. p. 15, 61
De naald is niet correct geplaatst. Plaats de naald op de juiste manier. p. 61
Er heeft zich stof opgehoopt onder de
naaldplaat of in de haak.
Reinig de haak en de naaldplaat. p. 183, 184
De naald en de haak lopen niet goed
langs elkaar.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
De draad zit te strak of te los.
Als de draad niet correct is gedraaid,
krijgt u onregelmatige lussen. Gebruik
een nieuwe klos.
Het borduurpatroon
is scheefgetrokken.
De draad zit verward.
Gebruik een pincet om verwarde
draad uit de haak te verwijderen.
De stof zit niet goed gespannen in het
borduurraam (de stof staat bijvoorbeeld
niet strak).
Als de stof niet strak is gespannen, kan
het patroon scheeftrekken of kunnen
de steken krimpen. Zorg dat de stof op
de juiste manier in het borduurraam
gespannen is.
p. 28, 65
Het borduurraam is te groot voor dit
borduurwerk.
Gebruik een borduurraam dat bij de
grootte van het borduurwerk past.
p. 63
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
Sapphire_nl.book Page 194 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 195
7
Het borduurpatroon
is scheefgetrokken.
Er is geen steunstof (onderlaag)
gebruikt.
Gebruik steunstof (onderlaag) als u
borduurt op dunne stoffen of
stretchstoffen, stoffen met een grove
weving of stoffen waarbij de steken
kunnen krimpen.
<Bij gebruik van het optionele
petraam>
Gebruik een stevige steunstof als u op
een pet van zacht materiaal borduurt.
p. 64
Het borduurraam is niet correct aan de
wagen bevestigd.
Bevestig het borduurraam correct aan
de wagen. Zorg dat de pennen aan de
linker- en rechterarmen van de
borduurraamhouder goed vastzitten in
de gaten in de hendels van het
borduurraam.
p. 30
De wagen of het borduurraam loopt
ergens tegenaan.
Het patroon kan scheeftrekken als de
wagen of het borduurraam ergens
tegenaan loopt. Zorg dat er zich geen
voorwerpen binnen het bereik van het
borduurraam bevinden.
De stof blijft hangen of zit ergens vast.
Stop de machine en corrigeer de
plaatsing van de stof.
De wagen beweegt terwijl u het
borduurraam verwijdert.
Het patroon kan scheeftrekken als de
persvoet wordt geraakt of als de wagen
wordt verplaatst terwijl u de
spoeldraad vervangt, de naald vervangt
of u in de buurt van het borduurraam
werkt.
Ga voorzichtig te werk bij het
verwijderen en bevestigen van het
borduurraam terwijl u de spoeldraad
vervangt, de naald vervangt of u in de
buurt van het borduurraam werkt.
Als de wagen wordt verplaatst, zet u de
machine uit en vervolgens weer aan.
De juiste positie van het raam op het
moment dat de machine werd gestopt,
wordt opgeslagen in het geheugen van
de machine. Het borduurraam wordt
vervolgens teruggeplaatst in de juiste
positie.
Het ontwerp is niet goed
gedigitaliseerd.
Het ontwerp heeft misschien meer
trekcompensatie of onderlaag nodig
voor stretchstoffen of stoffen met veel
noppen.
Er zitten lussen in de
bovendraad.
De draadspanning van de bovendraad
is laag.
Nadat u de bovendraad door het gat in
de persvoet hebt geregen, trekt u met
de hand aan de draad om de
draadspanning te controleren. Als dit
moeilijk te bepalen is, vergelijkt u de
spanning met andere naaldstangen
waarbij geen lusvorming optreedt.
p. 84
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
Sapphire_nl.book Page 195 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
196
Er zitten lussen in de
bovendraad.
De draadspanning komt niet overeen
met de mate waarin
draadspanningsknop is aangedraaid.
Als de draadspanning niet kan worden
afgesteld, kan er draadwas of stof in de
spanningschijf voor de
onderspanningsdraad zijn gekomen
aan de voorzijde en achterzijde van de
draadspanningsknop, waardoor de
draadspanningsschijf omhoog komt.
Reinig de draadspanningsschijf.
De kwaliteit van de draad is slecht.
Gebruik ander draad. Als het probleem
zich niet meer voordoet nadat de
draad is verwisseld, was de slechte
kwaliteit van de draad de oorzaak van
het probleem. Vervang de draad door
draad van goede kwaliteit.
De machine maakt
veel lawaai.
Er kunnen pluisjes rondom de haak
zijn gedraaid.
Reinig de haak. p. 183
De bovendraad is niet goed ingeregen.
Controleer het pad van de draad en rijg
de bovendraad opnieuw in.
p. 35
De haak is beschadigd.
Vervang de haak.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
Er is onvoldoende olie aangebracht. Olie de onderdelen. p. 186
U kunt de
naaldinrijger niet
gebruiken.
De naald staat niet op de juiste positie.
Druk op de toets om de gewenste in te
rijgen naaldstang te verplaatsen naar
de borduurpositie.
p. 40
Deze naalden worden niet voor deze
machine aanbevolen.
Vervang de naald door een
aanbevolen naald.
p. 15, 61
De naald is niet correct geplaatst. Plaats de naald op de juiste manier. p. 15, 61
De haak op het automatische
naaldinrijgmechanisme is verbogen.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde erkende
dealer.
p. 15, 61
De draadspanning is
niet goed.
De bovendraad is niet goed ingeregen.
Controleer het pad van de draad en rijg
de bovendraad opnieuw in.
p. 35
De spoeldraad is niet goed ingeregen. Rijg de spoeldraad opnieuw in. p. 19
De draadspanning van de onderdraad
is niet goed.
Pas de spanning van de spoeldraad
aan.
p. 83
De bovendraad
komt uit de naald
wanneer de
machine begint te
borduren.
Als een te kort stuk draad overblijft
nadat de draad is afgeknipt, kan het
gebeuren dat de draad uit de naald
komt wanneer de machine begint te
borduren.
Stel op de tweede pagina van het
instellingscherm de draadlengte in op
‘GROTE LENGTE’.
p. 150
De bovendraad
haalt de spoeldraad
niet wanneer de
machine begint te
borduren.
De spoel is leeg, de draad kan niet van
de spoel af worden gewonden of het
uiteinde van de spoeldraad is te kort.
Rijg de onderdraad opnieuw in. p. 19
De machine stopt en
geeft aan dat een
draad is gebroken,
terwijl dit niet het
geval is.
Als de draadbreuksensor in de
draadspanningsschijf van de
draadspanningsknop geen
draaddoorvoer detecteert, zelfs al is de
machine aan het borduren, treedt er
een draadbreukfout op en stopt de
machine. Wanneer de draad uit de
draadspanningsschijf is losgeraakt
zonder dat de draad is gebroken, dan
detecteert de machine dat er geen
draaddoorvoer plaatsvindt en stopt.
Leid de draad zorgvuldig door de
draadspanningsschijf. Als de machine
daarna nog steeds aangeeft dat de
draad is gebroken, kan het zijn dat de
sensor is beschadigd. Raadpleeg de
dichtstbijzijnde erkende dealer.
p. 37
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
Sapphire_nl.book Page 196 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 197
7
Er zitten
naaldscheuren of
gaten in het
kledingstuk.
De naald is bot.
Vervang de naald. Botte naalden gaan
moeilijk door het kledingstuk zodat de
stof scheurt.
p. 15, 61
De stof is te teer.
Als de naald door de stof gaat, kan dit
bij tere stof al tot beschadigingen
leiden. Gebruik een steunstof boven op
de stof.
p. 167
De stof is gaan
plooien.
De draadspanning is te hoog.
Stel de spanning af aan de hand van
het type stof en de gebruikte draad.
Polyester draad gaat uitrekken tijdens
het borduren, met name wanneer de
spanning te hoog is ingesteld. Wanneer
het stikken is voltooid, krijgt de draad
weer de oorspronkelijke sterkte
waardoor de stof gaat plooien.
p. 84
De stof is gaan
plooien.
De spanning van de stof in het raam is
niet juist.
Span geweven stoffen die niet
uitrekken strak in het raam. Als de stof
los in het raam zit, gaat de stof onder
de steken plooien.
Span zachte gebreide stoffen strak in
het raam met een stabiele onderlaag.
Als het kledingstuk te veel wordt
uitgerekt, ziet de stof er geplooid uit
wanneer het raam wordt verwijderd.
p. 166
De kolomsteken zijn te lang.
Digitaliseer het ontwerp opnieuw met
vulsteken of met meerdere rijen
kolomsteken.
De naald is bot.
Botte naalden drukken de stof omlaag
en beschadigen het materiaal. Vervang
de naald.
p. 15, 61
De dichtheid van het ontwerp is te
hoog.
Te veel steken in een gebied waar de
stof wordt uitgerekt, waardoor deze
gaat plooien. Verlaag de dichtheid van
het ontwerp (5% tot 10%).
Het LCD-scherm
kan niet worden
afgelezen.
Het contrast van het LCD-scherm is
onjuist.
Pas het contrast van het LCD-scherm
aan.
p. 142
Symptoom Waarschijnlijke oorzaak Oplossing Pagina
Deze machine is voorzien van een draaddetectiemechanisme. Als er geen bovendraad in de
machine is ingeregen, werkt de machine niet juist, zelfs niet wanneer u op de start/stop-knop
drukt nadat de machine is ontgrendeld.
Als de machine plotseling stopt:
- Zet de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact.
- Start de machine opnieuw met de juiste bedieningsprocedure. Zie pagina 20.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 197 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
198
Foutmeldingen
Als u op de start/stop-knop drukt terwijl de machine niet juist is ingesteld of als er een onjuiste handeling wordt
uitgevoerd, stopt de machine en geeft door middel van een zoemer en een foutmelding aan dat er zich een
storing heeft voorgedaan. Als er een foutmelding wordt weergegeven, corrigeert u het probleem aan de hand
van de instructies in het bericht.
Druk op om de melding te sluiten of voer de aangegeven handelingen uit en druk vervolgens op
. Neem contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer als de melding opnieuw wordt weergegeven.
De naald is op een onjuiste
plaats gestopt.
Draai aan het handwiel tot de
markering op het handwiel
bovenaan staat en druk
vervolgens op .
De naaldstanghouder is op een
onjuiste plaats gestopt.
Druk op om de
naaldstanghouder automatisch
opnieuw in te stellen.
De motor van de
naaldstanghouder is
geblokkeerd.
Druk op om de
naaldstanghouder automatisch
opnieuw in te stellen.
De machine is gestopt terwijl
de naaldstanghouder bewoog.
Druk op om de
naaldstanghouder automatisch
opnieuw in te stellen.
De naaldstanghouder kan niet
naar de beginpositie worden
verplaatst.
Druk op om de
naaldstanghouder automatisch
opnieuw in te stellen.
De bovendraad is gebroken of
de draad is uit de
draadspanningsschijf of
draadgeleider losgeraakt. De
machine is niet goed ingeregen.
Controleer of de draad door de
bovenste en middelste
draadgeleider loopt en rijg de
bovendraad op de juiste manier
in. (Zie pagina 35.)
De spoeldraad is gebroken of
op.
Controleer of er genoeg draad
op de spoel is gewonden en of
tenminste 50 mm (2 inch) draad
uit de spoel is losgetrokken.
Plaats de spoel vervolgens
opnieuw. (Zie pagina 19.)
Er is een draadwisserfout
opgetreden.
De draad is om de draadwisser
gewikkeld; verwijder de draad
en druk vervolgens op .
Het automatische
naaldinrijgmechanisme
functioneert niet naar behoren.
De draad is verward geraakt in
het automatische
draadinrijgmechanisme;
verwijder de draad en druk
vervolgens op .
Sapphire_nl.book Page 198 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 199
7
Het draadhaakje functioneert
niet naar behoren.
De draad is om het draadhaakje
verward geraakt. Verwijder de
draad en druk vervolgens op
.
Er is gedrukt op zonder
dat een floppydisk is geplaatst
of de floppydisk is beschadigd.
Plaats een floppydisk of gebruik
een andere floppydisk.
De geplaatste floppydisk kan
niet worden gebruikt.
Gebruik een andere floppydisk.
Patronen op de floppydisk
worden niet gelezen.
De floppydisk is mogelijk
beschadigd.
Het patroon kan niet worden
opgeslagen op het medium.
Floppydisk: gebruik een andere
floppydisk als het patroon nog steeds niet
kan worden opgeslagen, zelfs niet nadat
het floppydiskstation is gereinigd.
CompactFlash-kaart: gebruik een andere
kaart.
Het patroon wordt opgeslagen
op een floppydisk die tegen
schrijven beveiligd is.
Hef de schrijfbeveiliging op
voordat u het patroon probeert
op te slaan.
Patronen kunnen niet worden
verwijderd van de floppydisk.
De floppydisk is mogelijk
beschadigd.
De floppydisk kan niet worden
geformatteerd.
Gebruik een andere floppydisk.
Terwijl het patroonlijstscherm van
de floppydisk werd weergegeven, is
de floppydisk verwijderd of
verwisseld en is een patroon
geselecteerd.
Herplaats de vorige floppydisk of geef het
patroonlijstscherm van de nieuwe
floppydisk weer en selecteer een patroon.
Er is gedrukt op zonder
dat een CompactFlash-kaart is
geplaatst.
Plaats een CompactFlash-kaart
(zie pagina 114.)
De geplaatste CompactFlash-
kaart kan niet worden gebruikt.
Gebruik een andere
CompactFlash-kaart.
Patronen op de CompactFlash-
kaart worden niet gelezen.
De CompactFlash-kaart is
mogelijk beschadigd.
Sapphire_nl.book Page 199 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
200
Patronen kunnen niet worden
verwijderd van de
CompactFlash-kaart.
De CompactFlash-kaart is
mogelijk beschadigd.
De USB-kabel is verwijderd
tijdens gegevensoverdracht.
Verwijder de USB-kabel nooit
tijdens gegevensoverdracht.
(Zie pagina 111.)
Patronen uit het geheugen van
de machine kunnen niet
worden opgehaald.
Het geheugen van de machine
is mogelijk beschadigd.
Raadpleeg de dichtstbijzijnde
erkende dealer.
Patronen op de borduurkaart
worden niet gelezen.
De borduurkaart is mogelijk
beschadigd.
Er wordt een patroon
opgehaald van een
borduurkaart die mogelijk niet
compatibel is met deze
machine.
Sommige borduurkaarten met
patronen waar copyright op rust,
kunnen niet worden gebruikt.
Er is gedrukt op zonder
dat een borduurkaart is
geplaatst.
Plaats een borduurkaart (zie
pagina 109.)
Het patroon bevat te veel
steken en kan niet worden
gebruikt.
Patronen met te veel gegevens
(meer dan 500.000 steken) kunnen
niet worden weergegeven. Gebruik
een gegevensontwerpsysteem om
het aantal steken te verminderen.
Het patroon is te groot.
Patronen groter dan 200 mm
(H) × 300 mm (B) (7-7/8 inch
(H) × 11-3/4 inch (B)) kunnen
niet worden gebruikt. Verklein
het patroon tot een kleiner
formaat dan aangegeven.
Er zijn meer dan 101 patronen
gecombineerd.
Verminder het aantal
gecombineerde patronen. U
kunt maximaal 101 patronen
combineren.
Er zijn meer dan 501
draadkleurwisselingen in het
patroon aangegeven.
Er kunnen maximaal 501
draadkleurwisselingen in een
patroon worden aangegeven.
Er zijn te veel tekens om op een
boog te ordenen.
Verminder het aantal tekens.
Het patroon is groter dan het
borduurvlak van het bevestigde
borduurraam.
Gebruik een borduurraam met
een borduurvlak dat groter is
dan het patroon.
Sapphire_nl.book Page 200 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 201
7
Het bevestigde borduurraam is
te klein.
Controleer welke
borduurramen kunnen worden
gebruikt en bevestig vervolgens
een groter borduurraam. (Zie
pagina 28.)
De borduurgegevens worden
niet gedetecteerd.
De borduurgegevens zijn
mogelijk beschadigd.
Er worden borduurgegevens
gebruikt van een incompatibele
versie.
Incomplete borduurgegevens of
gegevens van een
incompatibele versie kunnen
niet worden gebruikt.
Er zijn zoveel tekens
gecombineerd dat ze buiten
het borduurraam vallen.
Verminder het aantal tekens
totdat ze binnen het
borduurraam passen.
Het borduren kan niet
beginnen vanaf de opgegeven
beginpositie.
Wijzig de beginpositie of
verplaats het raam en verander
de borduurpositie. (Zie
pagina 87.)
Terwijl het automatische
naaldinrijgmechanisme de
naald aan het inrijgen was, is
een andere handeling
uitgevoerd.
Druk op de automatische
naaldinrijgknop en voer de
andere handeling uit nadat de
naald is ingeregen. (Zie
pagina 39.)
De aangegeven draadkleur is
onjuist.
Het ingevoerde
draadkleurnummer is niet
ingesteld in het eigen palet.
Controleer het nummer en
probeer het vervolgens
opnieuw in te voeren.
Er zijn zes handmatige
naaldstanginstellingen
opgegeven.
Er kunnen niet meer dan vijf
naaldstangen worden
opgegeven.
Sapphire_nl.book Page 201 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
202
Neem contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer als een van de volgende meldingen wordt
weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 202 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 203
7
Sapphire_nl.book Page 203 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
204
Als het LCD-scherm niet kan
worden afgelezen
Als het LCD-scherm niet kan worden afgelezen
nadat de machine is aangezet, kunt u het LCD-
scherm als volgt aanpassen.
1
Druk op een willekeurige plaats op het
aanraakscherm en zet ondertussen de
machine uit en weer aan.
Blijf op het aanraakscherm drukken totdat
het onderstaande scherm wordt
weergegeven.
De start/stop-knop gaat niet branden.
2
Druk op en om de helderheid van
het scherm aan te passen zodat u de gegevens
op het scherm goed kunt zien.
3
Als u de nodige aanpassingen hebt uitgevoerd,
zet u de machine uit en vervolgens weer aan.
Als de machine niet reageert
wanneer u op een toets drukt
Als er niets gebeurt wanneer u op een toets op het
scherm drukt (u kunt geen toets selecteren of de
toetsen zijn vervormd), stelt u het aanraakscherm als
volgt af.
1
Druk op een willekeurige plaats op het
aanraakscherm en zet ondertussen de
machine uit en weer aan.
Blijf op het aanraakscherm drukken totdat
het onderstaande scherm wordt
weergegeven.
De start/stop-knop gaat niet branden.
X Het volgende scherm wordt weergegeven.
2
Druk op de draadknipknop.
X Het afstellingenscherm wordt weergegeven.
Sapphire_nl.book Page 204 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Problemen oplossen 205
7
3
Gebruik de meegeleverde aanraakstift om op
het midden van de kruisen in het scherm te
drukken, van 1 tot en met 5.
4
Druk op het midden van de kruisen van 1 tot
en met 5. Nadat u op nummer 5 hebt gedrukt,
hoort u een keer een zoemer ten teken dat de
aanpassingen zijn doorgevoerd.
Als u de zoemer twee keer hoort nadat u op
kruisnummer 5 hebt gedrukt, is er een fout
opgetreden tijdens de instelling. Druk
opnieuw op de kruisen, van 1 tot en met 5.
5
Als u de benodigde aanpassingen aan het
aanraakscherm hebt uitgevoerd, zet u de
machine uit en vervolgens weer aan.
Opmerking
Als de toetsen nog steeds niet reageren,
zelfs nadat het aanraakscherm is aangepast,
of als het aanraakscherm niet kan worden
afgesteld, neemt u contact op met de
dichtstbijzijnde erkende dealer.
Gebruik altijd de meegeleverde
aanraakstift om op het aanraakscherm te
drukken. Gebruik geen balpen,
schroevendraaier of ander hard of scherp
voorwerp. Oefen niet te veel kracht uit
op het LCD-scherm, anders kunt u dit
beschadigen.
VOORZICHTIG
Sapphire_nl.book Page 205 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Bijlage ———————————————————————————————————————————————————————————
206
Specificaties
Specificaties van de machine
Item Specificatie
Gewicht 37 kg
Afmetingen 512 (B) x 589 (D) x 586 (H) mm (20-5/32 (W) x 23-3/16 (D) x 23-1/16(H) inch)
Borduursnelheid Maximum/cilindervormig: 1000 steken/minuut, pet: 600 steken/minuut
Snelheidsbereik/max: 1000 steken/minuut, min: 400 steken/minuut
Type haak Verticaal roterende haak
Haakgrootte Normaal (type L)
Naald HA130EBBR / #11
Aantal naalden 6 naalden
Draadspanning Handmatig
Petten borduren (Optie) 130 mm (B) x 50 mm (H) (2 inch (H) x 5-1/8 inch (B))
Cilindervormig
borduren
(Vier ramen beschikbaar)
300 mm (B) x 200 mm (H) (7-7/8 inch (H) x 11-3/4 inch (B)),
180 mm (B) x 130 mm(H) (5-1/8 inch (H) x 7-1/8 inch (B)),
100 mm (B) x 100 mm (H) (4 inch (H) x 4 inch (B)),
60 mm (B) x 40 mm (H) (1-1/2 inch (H) x 2-3/8 inch (B))
Draadknippen Boven- en onderdraad
Draadbreuksensor Ja/bovendraad en spoeldraad
Automatische
naaldinrijger
Ja
Communicatie met pc USB-poort
Gegevensopslag Originele kaart, CompactFlash-kaart, Floppydisk
Sapphire_nl.book Page 206 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Index 207
7
Index
A
Aanraakscherm ............................................................... 3
Aansluitpunt floppydiskstation .........................................3
Aantal draadkleurwisselingen ............................50, 51, 53
Accessoires .....................................................................4
Afstand herhalen (horizontaal) ...............................53, 130
Afstand herhalen (verticaal) ...................................53, 130
Afstand vanaf middelpunt (horizontaal) ...................51, 53
Afstand vanaf middelpunt (verticaal) .......................51, 53
Afstandstoets .........................................................52, 123
Afstellen
aanraakscherm ......................................................204
bedieningspaneel ......................................................9
bewerkt patroon ....................................................119
borduursnelheid ......................................................89
draadspanning ........................................................83
hoek .......................................................................71
pootjes ......................................................................8
schermhelderheid .........................................142, 204
Alfabetpatronen ........................................................... 106
Algemeen scherm ..........................................................48
Alles-roterentoets ............................................54, 71, 128
Annulerentoets ........................................................50, 56
Applicaties naaien ....................................................... 156
Appliqué-alfabetpatronen ............................................104
Automatisch naaldinrijgmechanisme .............................39
Automatische naaldinrijgknop ...................................3, 39
Automatische stiksteek ..................................................86
B
Badstof ........................................................................167
Basisprocedures ............................................................17
Bedieningshandleidingstoets .................................48, 151
Bedieningspaneel ....................................................2, 3, 9
Begin-/eindpositietoets ......................................54, 87, 88
Belangrijkste onderdelen .........................................2, 151
Bestandswistoets .........................................109, 115, 117
Bevestigingstoets ...........................................................50
Bewerken ......................................................25, 118, 128
gecombineerd patroon ..........................................131
Bewerktoets .............................................................49, 54
Bloemletterpatronen ....................................................103
Borduren
applicaties ............................................................156
band of lint .............................................................67
basismethode ..........................................................41
herhaald .................................................................88
herhalend patroon ................................................129
hoeken ....................................................................67
kleine stukken stof ..................................................67
patroon uitgelijnd met markering op stof ...............161
Borduurdraad ................................................................35
Borduurgegevens ...........................................................98
Borduurinstellingenscherm ..............................26, 53, 128
Borduurkaarten ...........................................................109
Borduurpatronen .........................................................101
Borduurpositie ...............................................................70
Borduurraam
bevestigen aan machine ..........................................30
spannen ..................................................................28
typen ......................................................................63
verwijderen .............................................................45
Borduurraamhouder
bevestigen .............................................................176
verwijderen ...........................................................170
Borduurraamindicators ......................................28, 51, 53
Borduurscherm ........................................................ 33, 55
Borduursnelheid ............................................................ 89
Borduurtijd ....................................................................55
Borduurvolgorde ...........................................................55
Bovendraad inrijgen ......................................................33
C
Canvas ........................................................................ 167
CompactFlash-kaart .....................................................114
Compatibiliteitstabel stof/steunstof ..............................167
Controleren
draadkloswisselingen ..............................................73
draadspanning ........................................................44
naaldstangen en kleuren draad ...............................33
voorbeeldweergave .................................................27
Controletoets ........................................................... 32, 54
Corduroy ..................................................................... 167
D
Deelweergave ...............................................................55
Dichtheidstoets .....................................................52, 124
Draad ........................................................15, 16, 35, 164
Draadgeleider ...........................................................2, 36
Draadgeleiderpen ............................................................ 2
Draadgeleidersteun ......................................................... 2
Draadkleurinstellingenscherm .......................................55
Draadkleurweergave ................................................... 145
Draadkleurwisselingstoets .........................52, 54, 90, 126
Draadklossen ................................................................75
Draadknipknop .........................................................3, 43
Draadspanning ......................................................83, 160
Draadspanningsknoppen ...........................................2, 84
Draadspanningsschijf ....................................................37
DST-AFKNIPINSTELLING .................................... 140, 149
E
Eigen palet ..........................................................141, 147
Eindetoets ......................................................................52
F
Fleece ......................................................................... 167
Floppydisk ...................................................................116
Foutmeldingen ............................................................198
Functies ........................................................................ viii
G
Gereserveerde naald .............................................94, 141
Golfshirt ...................................................................... 167
Sapphire_nl.book Page 207 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
——————————————————————————————————————————————————————————————
208
Grootte (horizontaal) ...............................................50, 51
Grootte (verticaal) ................................................... 50, 51
Groottetoets ............................................ 50, 52, 100, 120
H
Haak ...........................................................................183
Haakklepje/haak .............................................................2
Handmatige naaldstanginstellingen ...............................94
Handwiel ................................................................3, 187
Helptoets ...............................................................48, 153
Herhaaltoets ..........................................................54, 129
Het borduren stoppen ...................................................43
Hoeden en petten ........................................................167
Hoofdschakelaar .................................................3, 20, 46
Horizontaal-spiegelbeeldtoets .................50, 52, 100, 120
I
Industrieel borduurraam ..............................................168
Inrijgen
bovendraad .......................................................33, 35
naald ......................................................................39
Instellen ..........................................................................6
Instellingentoets ....................................................48, 140
J
Joggingstof ...................................................................167
K
Kaderpatronen .............................................................105
Katoen .........................................................................167
Kleur draad .................................................130, 146, 163
Kleurenpalet ................................................................163
Kleurgegevens .............................................................145
Klos ...............................................................................36
Kloshouder ................................................................2, 11
Kloswisselingsindicator ...........................................55, 74
Korte steken verwijderen .....................................140, 150
L
LCD ....................................................3, 16, 48, 142, 204
Lingerie .......................................................................167
Locatie bevestiging floppydiskstation ...............................3
M
Maateenheden ....................................................141, 143
Machine met zes naalden ............................................. viii
Machineonderdelen ........................................................2
Maximale-snelheidstoets .........................................54, 55
Meerkleurentoets ...................................................52, 125
Middelpunt .................................................................144
Middelpuntcursor ........................................................145
Montagemal ................................................................172
N
Naaientoets ...................................................................54
Naald ............................................................................15
vervangen ...............................................................61
Naaldplaat ..................................................................184
Naaldstanghouder ........................................................... 2
Naaldstangtoets ....................................................... 35, 55
Netsnoer ................................................................. 20, 46
Netsnoeraansluiting ......................................................... 3
Nieuwtoets ....................................................................48
O
Oliën ........................................................................... 186
Onderbrekingstoets ...........................................56, 90, 92
Onderhoud ......................................................... 151, 183
Onderlaag ................................................................... 165
Ontgrendelingstoets ................................................ 41, 56
Opening voor borduurkaart ............................................. 3
Opening voor CompactFlash-kaart .................................. 3
Opening voor floppydisk .................................................3
Ophalen
uit geheugen ......................................................... 108
van CompactFlash-kaarten .................................... 114
van floppydisks ..................................................... 116
Opslaantoets .................................................................54
Optionele accessoires ..................................................... 5
Overhemd (geweven) .................................................. 167
P
Patronen combineren .................................................. 118
Patroon borduren ..........................................................41
Patroonbewerkingsscherm ............................... 25, 51, 118
Patroongrootte .........................................................51, 53
Patroonkeuzetoets .................................................52, 119
Patroonlijstscherm ................................................... 23, 50
Patroontypekeuzescherm ........................................ 23, 49
Patroonweergavevlak ....................................................48
Petraam .......................................................................169
bevestigen .............................................................173
verwijderen ...........................................................176
Petraamdrijfas ............................................................. 170
Pijltoets .................................................................70, 119
Plaatsingstoets ...........................................52, 54, 70, 119
Probleem oplossen .............................................. 151, 189
R
Raster ..........................................................................144
Rechterkant/achteraanzicht ............................................. 3
Reekstoets .....................................................52, 108, 122
Reinigen
buitenkant machine ..............................................183
haak ...................................................................... 183
LCD ...................................................................... 183
rondom de naaldplaat ........................................... 184
spoelhuis .............................................................. 185
Renaissance-alfabetpatronen ....................................... 102
Resterende lengte ........................................................ 150
Rotatiehoek .............................................................51, 53
Rotatietoets ...........................................................52, 121
S
Samenvoegtoets ............................................................ 52
Satijnen jasje ...............................................................167
Scherm ........................................................16, 21, 22, 48
Schermhelderheid ............................................... 141, 142
Schermhulplijnen ........................................................143
Sapphire_nl.book Page 208 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
Index 209
7
Selecteren
bewerkt patroon ....................................................119
borduurpatroon .................................................23, 99
Spannen ..........................................................28, 65, 166
Spanningsknop ........................................................44, 84
Specificaties ................................................................206
Spijkerstof ...................................................................167
Spoel .................................................................15, 18, 19
Spoelhuis ..................................................18, 19, 83, 185
Spoelopwinder ............................................................178
Springcode ..................................................................149
Standaardlengte ...................................................140, 150
Start/stop-knop ..........................................................3, 41
Stekenteller ...................................................................55
Steunstof .......................................................64, 165, 167
Stiksteektoets ...........................................................54, 86
Stof .......................................................................... 16, 67
verwijderen .............................................................45
Stoptoets .......................................................................54
Sweatshirt ....................................................................167
T
Taal .....................................................................141, 143
Tajima-gegevens ...........................................98, 149, 163
Tijdelijke-naaldstanginstellingentoets ......................56, 92
T-shirt ..........................................................................167
U
Uitgebreide kleur weergeven ...............................140, 146
USB-poortconnector ........................................................3
V
Veiligheidsmechanisme .................................................41
Ventilatieopeningen ........................................................3
Vergrendelen naaldstang ...............................................70
Verplaatsen
naald ......................................................................40
Versie ..........................................................................140
Verticaal-spiegelbeeldtoets ...................... 50, 52, 100, 120
Verwijderen
eerder opgeslagen patroon ....................109, 115, 117
korte steken ..........................................................150
patroon .................................................................127
Voetjes ............................................................................2
Volgende-paginatoets ....................................................50
Voor- en achteruitstiktoets .................................56, 77, 79
Vooraanzicht ...................................................................2
Voorbeeldtoets ........................................................52, 54
Voorbeeldweergave bekijken ........................................27
Vorige-paginatoets ........................................................50
W
Wagen ............................................................................2
Wijzigen
borduurpositie ........................................................70
draaddichtheid ......................................................124
draadkleurweergave ..............................................145
draadklossen ...........................................................75
grootte ..................................................100, 107, 120
kleuren van patroon ......................................126, 130
kleurenpalet ..........................................................149
maateenheden ...................................................... 143
schermhulplijnen ..................................................143
taal ....................................................................... 143
tekenafstand .......................................................... 123
tekstindeling van teken ......................................... 122
Wistoets ................................................................52, 107
Z
Zijde ........................................................................... 167
Zoemer ............................................................... 141, 142
Sapphire_nl.book Page 209 Tuesday, August 26, 2003 1:30 PM
884-T01
XC6119-051
0308
Printed in Taiwan
BORDUURMACHINE
PR-600
BEDIENINGSHANDIEIDING
PR600 Dut H1-H4
21


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother PR-600 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother PR-600 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 13,83 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother PR-600

Brother PR-600 User Manual - English - 229 pages

Brother PR-600 User Manual - German - 227 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info