Opmerking:
Als er is ingesteld op “- “, “# “, “## “ of “### “, dient U op +
teken te drukken nadat het etiket is afgedrukt en voordat het lint is
afgesneden. Als U het lint niet op deze wijze doorvoert alvorens het af te
snijden, zouden er letters kunnen worden afgesneden. (Zie onderstaande
afbeeldingen.)
37
Lintdoorvoer
De lint-doorvoerfunktie kan worden gebruikt om aan beide uiteinden van het
etiket gelijke marges open te laten. U kunt de marges naar keuze op een van
de volgende vier breedten instellen: 4 mm, 8 mm, 12 mm of 24 mm. Voor het
doorlopend printen van etiketten kunt U printen zonder extra marges.
Bovendien is deze funktie erg handig voor het printen van meer dan één
etiket met verschillende stijlen, waarbij U telkens voor het printen van een
volgend etiket de stijl verandert.
Veranderen van de lintdoorvoer-modus:
1 Houd de CODE-toets ingedrukt en druk daarbij op de TAPE-toets.
2 De huidige lintdoorvoer-modus verschijnt nu op het display.
3 Blijf de CODE-toets nog steeds ingedrukt houden en druk nogmaals
op de TAPE-toets. Op het display verschijnen nu achtereenvolgens de
onderstaande aanduidingen.
36