558981
3
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/153
Next page
BEKNOPTE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-J825DW
Versie 0
DUT
Als u de klantenservice wilt bellen
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-J825DW
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding
samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval
van diefstal of brand of voor service die onder de
garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2011 Brother Industries, Ltd.
i
Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn
1
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
Veiligheidsinstructies voordat u de machine
instelt. Raadpleeg deze handleiding voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Afgedrukt /
In de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en het installeren van de drivers en de
software voor het besturingssysteem en het
type verbinding dat u gebruikt.
Afgedrukt /
In de verpakking
Beknopte
gebruikershandleiding
Maak kennis met de standaardhandelingen
voor faxen, kopiëren en scannen, leer omgaan
met het PhotoCapture Center™ en leer
verbruiksartikelen vervangen. Raadpleeg de
tips voor het oplossen van problemen.
Afgedrukt /
In de verpakking
Uitgebreide
gebruikershandleiding
Maak kennis met geavanceerde handelingen:
faxen, kopiëren, beveiliging, rapporten
afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
PDF-bestand /
cd-rom
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
netwerkscannen, PhotoCapture Center™,
Remote Setup, PC-Fax, afdrukken op een
schijf, scannen met webservices en het gebruik
van het Brother ControlCenter.
PDF-bestand /
cd-rom
Verklarende woordenlijst
Netwerk
Deze handleiding bevat algemene informatie
over geavanceerde netwerkfuncties van
Brother-machines en uitleg over veelgebruikte
netwerktermen.
PDF-bestand /
cd-rom
Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat nuttige informatie over
bedrade en draadloze netwerk- en
beveiligingsinstellingen die u met de Brother-
machine kunt configureren. Daarnaast bevat
deze handleiding informatie over de protocollen
die door uw machine worden ondersteund en
gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
PDF-bestand /
cd-rom
Handleiding mobiel
printen/scannen
Deze handleiding bevat nuttige informatie over
het afdrukken van gegevens vanaf uw mobiele
telefoon en het verzenden van gescande
gegevens vanaf de Brother-machine naar uw
mobiele telefoon.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
1
ii
Inhoudsopgave
(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding, de Netwerkhandleiding en de
Verklarende woordenlijst Netwerk ......................................................................2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
Brother-support openen (Windows
®
).....................................................................4
Brother-support openen (Macintosh) .....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Aanduidingen op het LCD-scherm ..................................................................8
Statuslampje....................................................................................................8
Standaardhandelingen ....................................................................................9
Volume-instellingen .............................................................................................10
Belvolume......................................................................................................10
Volume van de waarschuwingstoon ..............................................................10
Luidsprekervolume ........................................................................................11
LCD-scherm.........................................................................................................11
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................11
2 Papier laden 12
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................12
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................14
Fotopapier laden............................................................................................16
Afdrukgebied .................................................................................................19
Papierinstellingen ................................................................................................20
Papiersoort ....................................................................................................20
Papierformaat ................................................................................................20
Geschikt papier en andere afdrukmedia..............................................................21
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................21
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................22
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................23
3 Documenten laden 25
Documenten laden...............................................................................................25
De ADF gebruiken .........................................................................................25
De glasplaat gebruiken..................................................................................26
Niet-scanbaar gebied ....................................................................................27
iii
4 Een fax verzenden 28
Faxen verzenden ................................................................................................. 28
Faxen onderbreken .......................................................................................30
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................30
Een fax in kleur verzenden ............................................................................30
Een actieve fax annuleren ............................................................................. 30
Uitgaande faxen vooraf bekijken ...................................................................30
Verzendrapport.............................................................................................. 31
5 Faxberichten ontvangen 32
Ontvangstmodi.....................................................................................................32
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................32
Ontvangstmodi gebruiken.................................................................................... 33
Alleen Fax......................................................................................................33
Fax/Telefoon.................................................................................................. 33
Handmatig .....................................................................................................33
Ext. TEL/ANT (extern antwoordapparaat) .....................................................33
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................34
Belvertraging .................................................................................................34
F/T Beltijd (alleen in de Fax/Telefoon-modus)...............................................34
Fax Waarnemen ............................................................................................35
Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit)...........................................................................36
Binnengekomen faxen vooraf weergeven .....................................................36
Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................ 38
6 Telefoontoestel en externe apparaten 39
Opties voor normale telefoongesprekken............................................................39
Fax/Telefoon-modus......................................................................................39
Nummerweergave (Beller ID) ........................................................................39
Telefoondiensten .................................................................................................40
Het type telefoonlijn instellen......................................................................... 40
Een extern antwoordapparaat aansluiten............................................................41
Aansluitingsinstellingen .................................................................................41
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................42
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................42
Externe en tweede toestellen ..............................................................................43
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................43
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................43
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................44
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................44
iv
7 Nummers kiezen en opslaan 46
Nummers kiezen..................................................................................................46
Handmatig kiezen..........................................................................................46
Snelkiezen .....................................................................................................46
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................46
Meer manieren om nummers te kiezen ...............................................................47
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................47
Overzicht nummerweergave (Overz. beller-ID) .............................................47
Nummers opslaan................................................................................................48
Een pauze opslaan........................................................................................48
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................48
De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen ................................49
8Kopiëren 51
Kopiëren ..............................................................................................................51
Kopiëren stoppen ..........................................................................................51
Kopieerinstellingen ........................................................................................52
Papieropties...................................................................................................52
9 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of
USB-flashstation 53
PhotoCapture Center™-functies (FOTO-modus) ................................................53
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken................................53
Aan de slag..........................................................................................................54
Foto's afdrukken ..................................................................................................56
Foto's weergeven ..........................................................................................56
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ..........................................................57
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen................................57
10 Afdrukken vanaf een computer 59
Een document afdrukken.....................................................................................59
11 Scannen vanaf een computer 60
Een document scannen .......................................................................................60
Scannen met de SCAN-toets...............................................................................60
Scannen met een scannerdriver..........................................................................61
Scannen met het ControlCenter ..........................................................................61
12 Afdrukken op een schijf (cd/dvd/BD) 62
Overzicht..............................................................................................................62
Een schijf laden (cd/dvd/BD) ...............................................................................62
v
A Routineonderhoud 65
De inktcartridges vervangen ................................................................................65
De machine reinigen en controleren....................................................................68
De glasplaat reinigen.....................................................................................68
De printkop reinigen ......................................................................................69
De afdrukkwaliteit controleren ....................................................................... 69
De uitlijning controleren .................................................................................70
B Problemen oplossen 71
Foutmeldingen .....................................................................................................71
Foutanimatie.................................................................................................. 81
Faxberichten of Faxjournaal overzetten ........................................................81
Document vastgelopen ................................................................................. 82
Printer of papier vastgelopen.........................................................................83
Schijf vastgelopen ......................................................................................... 89
Problemen oplossen ........................................................................................... 92
Als u problemen met uw machine hebt ......................................................... 92
Kiestoon waarnemen................................................................................... 101
Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)...................................101
Informatie over de machine ...............................................................................102
Het serienummer controleren ......................................................................102
Resetfuncties...............................................................................................102
De machine resetten ................................................................................... 102
C Menu en functies 103
Programmeren op het scherm........................................................................... 103
Menutabel..........................................................................................................104
Tekst invoeren ...................................................................................................127
Spaties invoegen ........................................................................................127
Correcties aanbrengen................................................................................127
Letters herhalen...........................................................................................127
D Specificaties 128
Algemeen .......................................................................................................... 128
Afdrukmedia.......................................................................................................130
Faxen................................................................................................................. 131
Kopiëren ............................................................................................................132
PhotoCapture Center™ .....................................................................................133
PictBridge .......................................................................................................... 134
Scanner .............................................................................................................135
Printer ................................................................................................................136
Interfaces ...........................................................................................................137
Vereisten voor de computer...............................................................................138
Verbruiksartikelen.............................................................................................. 139
Netwerk (LAN) ................................................................................................... 140
EIndex 141
vi
Inhoudsopgave
(UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen toegelicht.
U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding doornemen op de cd-rom.
1 Algemene instellingen
BELANGRIJKE OPMERKING
Opslag in geheugen
Automatische zomertijd instellen
(alleen MFC-J825DW)
Slaapstand
Automatisch uitschakelen
(alleen DCP-J925DW)
LCD-scherm
Tijdklokstand (alleen MFC-J825DW)
2 Beveiligingsfuncties
(alleen MFC-J825DW)
Geheugenbeveiliging
3 Een fax verzenden
(alleen MFC-J825DW)
Extra opties bij het verzenden
Extra handelingen bij het verzenden
Pollen
4 Een fax ontvangen
(alleen MFC-J825DW)
Faxberichten in het geheugen
ontvangen (alleen zwart-wit)
Afstandsbediening
Extra handelingen bij het ontvangen
Pollen
5 Nummers kiezen en opslaan
(alleen MFC-J825DW)
Opties voor normale
telefoongesprekken
Extra handelingen bij het kiezen
Extra manieren om nummers op te
slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten (alleen MFC-J825DW)
Rapporten
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
8 Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation
PhotoCapture Center™-functies
Foto's afdrukken
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen
Naar een geheugenkaart of een USB-
flashstation scannen
9 Foto’s vanaf een camera
afdrukken
Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
Foto's direct afdrukken vanaf een
digitale camera (zonder PictBridge)
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren
De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vetgedrukt
Vetgedrukte tekst verwijst
naar specifieke knoppen op
het bedieningspaneel van de
machine of op het
computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Tekst in het lettertype Courier
New verwijst naar meldingen
die worden weergegeven op
het LCD-scherm van de
machine.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot
schade aan eigendommen of tot het niet
functioneren van het product.
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe
de bewerking met andere functies
werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar
attendeert u op het risico van
elektrische schokken.
Hoofdstuk 1
2
Toegang krijgen tot de
Uitgebreide
gebruikershandleiding,
de
Softwarehandleiding,
de Netwerkhandleiding
en de Verklarende
woordenlijst Netwerk
1
Deze Beknopte gebruikershandleiding bevat
niet alle informatie over de machine, zoals
het gebruik van geavanceerde functies voor
faxen, kopiëren, PhotoCapture Center™,
afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk.
Meer gedetailleerde informatie over deze
functies vindt u in de
Uitgebreide gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding, Netwerkhandleiding
en de Verklarende woordenlijst Netwerk
op de cd-rom.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken
(Windows
®
) 1
Om de documentatie te bekijken opent u het
menu start en selecteert u Brother,
MFC-XXXX (waarbij XXXX voor uw
modelnaam staat) in de programmalijst.
Vervolgens kiest u
Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de cd-rom vinden door
de volgende instructies te volgen:
a Zet de pc aan. Plaats de Brother-cd-rom
in uw cd-romstation.
Opmerking
Als het scherm niet automatisch
verschijnt, gaat u naar
Deze computer (Computer), dubbelklikt
u op het pictogram van de cd-rom en
vervolgens op start.exe.
b Klik op de naam van uw model als het
scherm met modelnamen wordt
weergegeven.
c Klik op uw taal als het talenscherm
wordt weergegeven. U ziet het
hoofdmenu van de cd-rom.
d Klik op Documentatie.
e Klik op PDF-documenten. Kies uw land
als het landenscherm wordt
weergegeven. Selecteer de gewenste
handleiding wanneer de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven.
Algemene informatie
3
1
Documentatie bekijken
(Macintosh)
1
a Zet de Macintosh aan. Plaats de
Brother-cd-rom in uw cd-romstation. Het
volgende venster wordt weergegeven.
b Dubbelklik op het symbool
Documentatie.
c Dubbelklik op uw taalmap.
d Dubbelklik op top.pdf. Kies uw land als
het landenscherm wordt weergegeven.
e Selecteer de gewenste handleiding
wanneer de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven.
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
Procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™12SE met OCR
(Windows
®
-gebruikers)
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™
PaperPort™12SE met OCR weergeven
via het menu Help in de toepassing
ScanSoft™ PaperPort™12SE.
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding
(Macintosh-gebruikers)
Opmerking
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-
support openen (Macintosh) uu pagina 5
voor verdere instructies.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via
de Help-sectie in de toepassing Presto!
PageManager.
Hoofdstuk 1
4
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
1
Uw machine kan worden aangesloten op een
draadloos of bekabeld netwerk.
Algemene configuratie-instructies
uuInstallatiehandleiding
Als uw draadloze toegangspunt of router
ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected
Setup of AOSS™ uuInstallatiehandleiding
Netwerkinstellingen uuNetwerkhandleiding
Brother-support
openen (Windows
®
) 1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de cd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Klik op Brother-startpagina om onze
website (http://www.brother.com/
) te
openen.
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
).
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken.
Klik op Brother CreativeCenter als u het
Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen.
Klik op Terug om terug te gaan naar het
hoofdmenu of op Afsluiten wanneer u
klaar bent.
Algemene informatie
5
1
Brother-support
openen (Macintosh)
1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar op de cd-rom.
Dubbelklik op het symbool
Brother-support. Het volgende scherm
wordt weergegeven:
Klik op NewSoft CD Labeler om NewSoft
CD Labeler te downloaden en installeren.
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en
installeren.
Klik op Onlineregistratie om uw machine
te registreren via de pagina voor Brother-
productregistratie
(http://www.brother.com/registration/
).
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
).
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
1 Modustoetsen:
FAX
Hiermee opent u de faxmodus.
SCAN
Hiermee opent u de scanmodus.
KOPIE
Hiermee opent u de kopieermodus.
FOTO
Hiermee opent u de fotomodus.
Hiermee zet u de machine weer in de
gereedstand.
2 Telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de laatste 30
gekozen nummers herhalen. U kunt de
toets ook gebruiken om tijdens het kiezen
een pauze in te voegen.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een
telefoongesprek nadat de hoorn van het
externe telefoontoestel tijdens het dubbele
belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze
toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn
of een gesprek overzetten naar een ander
toestel.
3 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of
maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt
u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
Kleur Start
Met deze toets start u het verzenden van
faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee
kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in
kleur of zwart-wit, afhankelijk van de
scaninstelling in de ControlCenter-
software).
76
1
Algemene informatie
7
1
4 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of het menu gesloten.
5 Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en
faxnummers te kiezen en om informatie in de
machine in te voeren.
6 LCD (Liquid Crystal Display)
Dit is een touchscreen-LCD. U kunt de menu's
en de opties openen door op de toetsen op het
scherm te drukken.
U kunt ook de hoek van het LCD-scherm
aanpassen door het omhoog te kantelen.
7
Hiermee zet u de machine aan en uit.
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te
zetten. Op het LCD-scherm wordt enkele
seconden Afsluiten weergegeven en wordt
dan uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat op de machine hebt
aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Wanneer u de machine met de knop
uitgeschakeld hebt, wordt de printkop toch
periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit te
handhaven. Om een lange levensduur van de
printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met
de inkt om te gaan en een goede
afdrukkwaliteit te behouden, dient u de
machine te allen tijde aangesloten te laten op
een stroombron.
54
23
Hoofdstuk 1
8
Aanduidingen op het LCD-
scherm 1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status
van de machine weergegeven wanneer deze
niet wordt gebruikt.
1 Huidige ontvangstmodus
Toont de huidige ontvangstmodus.
Fax (Alleen Fax)
F/T (Fax/Telefoon)
Ant (Extern antwoordapparaat)
Hnd (Handmatig)
2 Faxvoorbeeld
Hiermee kunt u ontvangen faxen eerst
bekijken.
3 Faxen in het geheugen
Hier wordt aangegeven hoeveel ontvangen
faxen zich in het geheugen bevinden.
4 Oproepoverzicht
Hiermee kunt u een overzicht van uitgaande
gesprekken en een overzicht van beller-id's
bekijken.
Bovendien kunt u een fax verzenden naar het
nummer dat u in de lijsten hebt gekozen.
5 Snelkiesnummer
Hiermee kunt u snelkiesnummers en
groepsnummers instellen.
U kunt ook het nummer opzoeken dat u wilt
kiezen.
6 Inktindicator
Hieraan kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar is
.
Bovendien kunt u hiermee het menu Inkt
openen.
7 Status draadloze verbinding
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk aan
indien u dat gebruikt.
8 Menu
Hiermee opent u het hoofdmenu.
9 Schijf
Hiermee kunt u afdrukken op bedrukbare
media, waaronder cd-r/rw, dvd-r/rw en Blu-ray
Disc™.
(uuSoftwarehandleiding: Afdrukken op een
schijf)
10 Nieuwe fax(en)
Als Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan kunt u
bekijken hoeveel nieuwe faxen u hebt
ontvangen.
Het waarschuwingspictogram wordt
weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Zie Foutmeldingen
uu pagina 71 voor meer informatie.
Statuslampje 1
Wanneer u de machine inschakelt, gaat het
statuslampje branden.
Tijdens lees- en schrijfbewerkingen op de
geheugenkaart of het USB-flashstation
knippert het statuslampje.
Als de machine in de slaapstand staat, is het
statuslampje uit.
6
54321
78910
0Max
Algemene informatie
9
1
Standaardhandelingen 1
Om het touchscreen te gebruiken, drukt u
met uw vinger op Menu of de optietoets op het
touchscreen. Om alle schermmenu's of
opties in een instelling weer te geven en te
openen, drukt u op dc of ab om deze door te
bladeren.
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de
ontvangstmodusinstelling gewijzigd van
Alleen Fax in Fax/Telefoon.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Ontvangstmodus
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmodus.
f Druk op Fax/Telefoon.
Opmerking
Druk op om indien nodig naar het
vorige niveau terug te keren.
g Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 1
10
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt uit een aantal belvolume-niveaus
kiezen, van Hoog tot Uit. De machine
behoudt uw nieuwe standaardinstelling totdat
u deze wijzigt.
Het belvolume instellen via het menu 1
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Volume weer te
geven.
e Druk op Volume.
f Druk op Belvolume.
g Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
Volume van de
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de machine een
geluidssignaal als u een toets indrukt, een
vergissing maakt of als u een fax hebt
verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volumeniveaus voor de
waarschuwingstoon kiezen, van Hoog tot
Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Volume weer te
geven.
e Druk op Volume.
f Druk op Waarsch.toon.
g Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
Algemene informatie
11
1
Luidsprekervolume 1
U kunt uit een aantal luidsprekervolume-
niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Volume weer te
geven.
e Druk op Volume.
f Druk op Luidspreker.
g Druk op Laag, Half, Hoog of Uit.
h Druk op Stop/Eindigen.
LCD-scherm 1
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 1
Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen,
kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven.
e Druk op LCD instell.
f Druk op Schermverlicht.
g Druk op Licht, Half of Donker.
h Druk op Stop/Eindigen.
12
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
2
Opmerking
Als u op Foto (10 15 cm) of Foto L
(89 127 mm) wilt afdrukken, moet u de
fotopapierlade gebruiken. (Zie Fotopapier
laden uu pagina 16.)
Laad slechts één papierformaat en één
papiersoort tegelijk in de papierlade.
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Opmerking
Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun (2) naar binnen.
b Open het deksel van de uitvoerlade (1).
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en vervolgens de
papiergeleider voor de lengte (2) met
beide handen voorzichtig in en stel deze
geleiders af op het papierformaat.
Zorg dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
op de papiergeleider voor de lengte (2)
naar de markeringen voor het gebruikte
papierformaat wijzen.
Papier laden 2
2
1
1
3
1
2
3
Papier laden
13
2
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
Opmerking
Controleer altijd of het papier niet is
omgekruld of gekreukt.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de papierinvoer.
Opmerking
Wanneer er slechts enkele vellen in de
papierlade liggen, kan het gebeuren dat
papier scheef wordt ingevoerd. Plaats
minstens 10 vellen papier in de
papierlade.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide
handen aan het papierformaat aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
1
Hoofdstuk 2
14
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun (1) naar buiten tot u
een klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep (2) uit.
Enveloppen en briefkaarten
laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u een
groot aantal enveloppen afdrukt.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
zakachtige enveloppen
vensterenveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift)
enveloppen met sluithaken of nietjes
enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege
de dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
1
2
Lijm
Enveloppen met
dubbele omslagen
Papier laden
15
2
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk voordat u deze plaatst.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen of briefkaarten een
voor een in de papierlade als er meerdere
enveloppen of briefkaarten tegelijk naar
binnen worden getrokken.
b Plaats de enveloppen of briefkaarten
met de adreszijde naar beneden en de
invoerkant (bovenkant van de envelop)
eerst, zoals aangegeven in de illustratie.
Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) met beide handen voorzichtig
in en stel deze geleiders af op het
formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
1
2
Hoofdstuk 2
16
Als u problemen hebt bij het afdrukken op
enveloppen met de omslag aan de korte
kant, kunt u het volgende proberen:
2
a Open de omslag van de envelop.
b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag
in de positie zoals aangegeven in de
illustratie.
c Selecteer Ondersteboven afdrukken
in het dialoogvenster van de
printerdriver en wijzig het formaat en de
marge in de toepassing.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en
faxen (Macintosh)
Fotopapier laden 2
Gebruik de fotopapierlade die boven op de
uitvoerpapierlade is geplaatst, om op de
papierformaten Foto (10 15 cm) en Foto L
(89 127 mm) af te drukken. Als u de
fotopapierlade gebruikt, hoeft u het papier in
de lade eronder niet te verwijderen. (Zie
Gewicht, dikte en capaciteit van papier
uu pagina 24 voor informatie over het
maximale aantal fotokaarten dat u kunt
laden.)
a Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotopapierlade (1) met uw
rechterwijsvinger en -duim samen en
duw de fotopapierlade naar voren tot
deze in de stand voor het afdrukken van
foto's (2) klikt.
2
1
Papier laden
17
2
b Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) in en stel ze af op het
papierformaat.
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en duw de
papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig tegen het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders aan de
zijkant de randen van het papier
aanraken.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Opmerking
Controleer altijd of het papier niet is
omgekruld of gekreukt.
De indicator Photo (Foto) geeft aan dat de
fotopapierlade zich in de stand voor het
afdrukken van foto's bevindt. De A4/LTR-
indicator geeft aan dat de fotopapierlade
zich in de normale afdrukstand bevindt.
2
1
Hoofdstuk 2
18
d Zet de fotopapierlade weer in de
normale afdrukstand als u klaar bent
met het afdrukken van foto's. Als u dit
niet doet, wordt de foutmelding
Papier nazien weergegeven
wanneer u A4-papier gebruikt.
Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotopapierlade (1) met uw
rechterwijsvinger en -duim samen en
duw de fotopapierlade weer terug tot
deze vastklikt (2).
BELANGRIJK
Als u de fotopapierlade na het afdrukken
van foto's niet in de normale afdrukstand
terugzet, wordt de foutmelding
Papier nazien weergegeven wanneer
u losse vellen gebruikt.
Fotopapierlade in de normale
afdrukstand
Fotopapierlade in de stand voor het
afdrukken van foto's
2
1
Papier laden
19
2
Afdrukgebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen
papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen
papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Opmerking
Zonder Marges is niet beschikbaar voor enveloppen en dubbelzijdig afdrukken.
Losse vellen Enveloppen
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 22 mm 22 mm 3 mm 3 mm
3
4
1
2
Hoofdstuk 2
20
Papierinstellingen 2
Papiersoort 2
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Brother BP61, Glossy anders of
Transparanten.
g Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Papierformaat 2
U kunt kiezen uit vier papierformaten voor
kopiëren: A4, A5, Letter en 10 15 cm. Voor
het afdrukken van faxen hebt u de keuze uit
twee formaten: A4 en Letter. Wanneer u
papier van een ander formaat in de machine
plaatst, moet u ook de instelling voor het
papierformaat wijzigen zodat uw machine
een binnenkomende fax passend op het vel
papier kan afdrukken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Papierformaat
weer te geven.
e Druk op Papierformaat.
f Druk op A4, A5, 10x15cm of Letter.
g Druk op Stop/Eindigen.
Papier laden
21
2
Geschikt papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen
instellingen te realiseren, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat in de lade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier,
moeten op het tabblad ‘Normaal’ van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu altijd de juiste
afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie
Papiersoort uu pagina 20.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Plaats één extra vel in de papierlade
wanneer u op transparanten afdrukt.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen
raden wij u aan Brother-papier te gebruiken.
(Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voordat u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Hoofdstuk 2
22
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en uit de buurt van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen
snel water en transpiratievocht, wat
afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en
-kopieerapparaten ontworpen zijn,
kunnen vlekken op het volgende
document veroorzaken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
BELANGRIJK
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de
papieruitvoerlade
2
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
van het deksel van de uitvoerlade worden
verwijderd.
1
1
Papier laden
23
2
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen A4 210 297 mm Ja Ja Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
Executive 184 267 mm Ja
JIS B5 182 257 mm Gebruiker-
gedefinieerd
A5 148 210 mm Ja Ja
A6 105 148 mm Ja
Kaarten 10 15 cm Ja Ja Ja
89 127 mm Ja
13 18 cm Ja Ja
127 203 mm Ja
Briefkaart 1 100 148 mm Gebruiker-
gedefinieerd
Briefkaart 2
(Dubbel)
148 200 mm Gebruiker-
gedefinieerd
Enveloppen C5-Envelop 162 229 mm Ja
DL-Envelop 110 220 mm Ja
COM-10 105 241 mm Ja
Monarch 98 191 mm Ja
Y4-Envelop 105 235 mm Gebruiker-
gedefinieerd
Transparanten A4 210 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja
A5 148 210 mm Ja Ja
Hoofdstuk 2
24
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
1
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m
2
.
2
Gebruik de fotopapierlade voor papier van de formaten Foto (10 15 cm) en Foto L (89 127 mm). (Zie Fotopapier
laden uu pagina 16.)
3
BP71-papier van 260 g/m
2
is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse vellen Normaal papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
100
1
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
23
Kaarten Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
23
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm 30
Briefkaart
Max. 200 g/m
2
Max. 0,25 mm 30
Enveloppen
75 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
25
3
3
Documenten laden 3
U kunt via de ADF (automatische
documentinvoer) en via de glasplaat een fax
versturen, kopieën maken en scannen.
De ADF gebruiken 3
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
15 vellen
1
en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik papier met een gewicht van 90 g/m
2
en waaier de stapel altijd los voordat u het
papier in de ADF plaatst.
1
De ADF kan maximaal 20 dakpansgewijs geplaatste
pagina's bevatten, mits aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Temperatuur: 20 - 26 C
Vochtigheid: 40 - 50% (niet condenserend)
Papier: XEROX4200 75 g/m
2
Documentformaten en -gewichten 3
Documenten laden 3
BELANGRIJK
Trek NIET aan het document als het wordt
ingevoerd.
Gebruik GEEN papier dat is omgekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet
of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of
plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Zorg dat met inkt geschreven documenten en
documenten die met correctievloeistof zijn
gewijzigd, volledig droog zijn.
a Vouw de ADF-documentsteun (1) en de
ADF-documentsteunklep (2) uit.
b Blader de stapel papier goed door.
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw documenten.
Documenten laden 3
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
2
1
1
Hoofdstuk 3
26
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand eerst in de ADF onder de
papiergeleiders, totdat u voelt dat ze de
invoerrollen raken.
Op het scherm wordt ADF gereed
weergegeven.
BELANGRIJK
Laat GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan papier in
de ADF vastlopen.
e Vouw na gebruik van de ADF de ADF-
documentsteunklep in en sluit de ADF-
documentsteun. Duw vervolgens
linksboven op de ADF-documentsteun
om deze volledig te sluiten.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken voor het faxen,
kopiëren of scannen van afzonderlijke vellen
of van bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
c Sluit het documentdeksel.
Lengte: Max. 297 mm
Breedte: Max. 215,9 mm
Gewicht: Max. 2 kg
Documenten laden
27
3
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document
scant, laat het deksel dan NIET
dichtvallen en druk er niet op.
Niet-scanbaar gebied 3
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hieronder wordt aangegeven
welke gebieden niet kunnen worden
gescand.
1
Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare
gebied 1 mm.
Gebruik Document-
grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Links (3)
Rechts (4)
Faxen A4 3 mm
3mm
1
Letter 4 mm
Legal
Kopiëren
Alle papier-
formaten
3mm
Scannen
3
4
1
2
28
4
Faxen verzenden 4
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een fax verzendt.
a Wanneer u een fax wilt verzenden of de
instellingen voor het verzenden of
ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt
u op de toets (FAX) zodat deze
blauw verlicht wordt.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
b Plaats uw document op een van de
volgende manieren:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden in de
ADF. (Zie De ADF gebruiken
uu pagina 25.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde naar beneden op de glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 26.)
Opmerking
Gebruik de ADF als u kleurfaxen van
meerdere pagina's wilt verzenden.
Als u een fax in zwart-wit vanuit de ADF
verzendt terwijl het geheugen vol is, wordt
deze direct verzonden.
U kunt de glasplaat gebruiken om
pagina's van een boek een voor een te
faxen. Het maximale documentformaat is
A4 of Letter.
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina’s verzendt.
Een fax verzenden 4
Een fax verzenden
29
4
c U kunt de volgende faxinstellingen
wijzigen. Druk op FAX en vervolgens op
d of c om door de faxinstellingen te
bladeren. Druk op de gewenste
instelling en kies een optie.
(Beknopte gebruikershandleiding)
Zie pagina’s 30 tot en met 31 voor meer
informatie over het wijzigen van de
volgende faxinstellingen.
Scanformaat van glasplaat
Een fax in kleur verzenden
Uitgaande faxen vooraf bekijken
Verzendrapport (instellen)
(Uitgebreide gebruikershandleiding)
Voor meer geavanceerde bewerkingen
en instellingen op het gebied van
faxverzending
uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Een fax verzenden (alleen
MFC-J825DW)
Contrast
Faxresolutie
Nieuwe standaardinstellingen
opgeven
Fabrieksinstellingen herstellen
Faxen aan einde van oproep
Rondsturen
Direct verzenden
Internationale modus
Uitgestelde fax
Groepsverzending
Taken in wachtrij annuleren
Verzend pollen
d Voer het faxnummer in.
De kiestoetsen gebruiken
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiezen
Het overzicht van oproepen
gebruiken
Uitg. Gesprek
Overz.beller-ID
Opmerking
U kunt een faxbericht eerst bekijken
voordat u het verzendt door Voorbeeld
in te stellen op Aan. (Zie Uitgaande faxen
vooraf bekijken uu pagina 30.)
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Faxen verzenden vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Als u op Mono Start hebt gedrukt,
begint de machine met het scannen
van de eerste pagina. Ga naar
stap f.
Als u op Kleur Start hebt gedrukt,
wordt op het LCD-scherm gevraagd
of u een kleurenfax wilt verzenden.
Druk op Ja (Kleurenfax) ter
bevestiging. De machine begint met
het scannen en verzenden van het
document.
f Voer een van de volgende stappen uit
als op het LCD-scherm
Volgende Pagina? wordt
weergegeven:
Om een enkele pagina te verzenden
drukt u op Nee (of druk opnieuw op
Mono Start).
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden drukt u op Ja en gaat u
naar stap g.
Hoofdstuk 4
30
g Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint met het scannen van
de pagina. (Herhaal stap f en g voor
elke volgende pagina.)
Faxen onderbreken 4
Druk op Stop/Eindigen om het faxen te
onderbreken.
Het formaat van de glasplaat
instellen om te faxen 4
Wanneer documenten van het formaat Letter
zijn, moet u het scanformaat op Letter
instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de
zijkanten van de fax.
a Druk op (FAX).
b Druk op d of c om
Geavanc. instell. weer te geven.
c Druk op Geavanc. instell.
d Druk op a of b om Scanformaat glas
weer te geven.
e Druk op Scanformaat glas.
f Druk op A4 of Letter.
g Druk op .
Opmerking
U kunt de instellingen die u het meest
gebruikt opslaan door ze als
standaardinstellingen te definiëren.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen)
Deze instelling is alleen beschikbaar voor
het verzenden van documenten via de
glasplaat.
Een fax in kleur verzenden 4
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen. Als u een kleurenfax
verzendt, verzendt de machine deze direct
(zelfs als Direct verzenden is ingesteld
op Uit).
Een actieve fax annuleren 4
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
Uitgaande faxen vooraf
bekijken 4
U kunt een faxbericht eerst bekijken voordat
u het verzendt. U moet de functies Direct
verzenden en Ontvangen polling op Uit
zetten voordat u deze functie kunt gebruiken.
a Druk op (FAX).
b Druk op d of c om
Geavanc. instell. weer te geven.
c Druk op Geavanc. instell.
d Druk op a of b om Voorbeeld weer te
geven.
e Druk op Voorbeeld.
f Druk op Aan.
g Laad het document.
h Druk op .
i Voer het faxnummer in via de
kiestoetsen of snelkiesnummers.
Een fax verzenden
31
4
j Druk op Mono Start.
De machine begint het document te
scannen en de uitgaande fax verschijnt
op het LCD-scherm.
Als de fax wordt weergegeven, drukt u
op Menu. De toetsen worden op het
LCD-scherm weergegeven en u kunt de
onderstaande handelingen uitvoeren.
Opmerking
Gebruik Faxvoorbeeld niet voor het
verzenden van een kleurenfax.
k Druk op Mono Start.
Opmerking
Als u op Mono Start drukt, wordt het
faxbericht uit het geheugen verzonden en
vervolgens gewist.
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit
rapport bevat de volgende informatie: de
naam of het faxnummer van de afzender, de
tijd en de datum waarop het bericht is
verzonden, de duur van de transmissie, het
aantal verzonden pagina's en of de fax
correct is verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen mogelijk:
Aan: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax.
Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
Uit: Drukt een rapport af als uw fax niet is
verzonden vanwege een transmissiefout.
De standaardinstelling is Uit.
Uit+Beeld: Drukt een rapport af als uw
fax niet is verzonden vanwege een
transmissiefout.
Een gedeelte van de eerste pagina van de
fax wordt op het rapport weergegeven.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Kies rapport weer
te geven.
e Druk op Kies rapport.
f Druk op Verzendrapp.
g Druk op Aan, Aan+Beeld, Uit of
Uit+Beeld.
h Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt de afbeelding alleen op het
verzendrapport weergegeven als de
instelling voor direct verzenden
uitgeschakeld is.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Direct verzenden)
Als de transmissie goed is verlopen, wordt
"OK" naast "RESULT" op het
verzendrapport weergegeven. Als de
transmissie niet goed is verlopen, wordt
"FOUT" naast "RESULT" weergegeven.
Toets Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
De voorbeeldtabel sluiten.
32
5
Ontvangstmodi 5
U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op
de lijn zijn aangesloten.
De ontvangstmodus kiezen 5
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met
behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen.
Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken uu pagina 33 voor meer informatie over ontvangstmodi.
Volg de onderstaande instructies om een ontvangstmodus in te stellen:
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel. weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Ontvangstmodus weer te geven.
e Druk op Ontvangstmodus.
f Druk op Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig.
g Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangstmodus weergegeven.
Faxberichten ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Faxberichten ontvangen
33
5
Ontvangstmodi
gebruiken
5
In sommige ontvangstmodi wordt
automatisch geantwoord (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging
wijzigen voordat u deze standen gebruikt.
(Zie Belvertraging uu pagina 34.)
Alleen Fax 5
Als de modus Alleen Fax is ingeschakeld,
wordt elk telefoontje automatisch als
faxoproep beantwoord.
Fax/Telefoon 5
De modus Fax/Telefoon helpt u om
inkomende oproepen automatisch af te
handelen, doordat wordt herkend of het een
fax of een telefoongesprek betreft. De
oproepen worden als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u
de oproep moet aannemen. Het dubbele
belsignaal is een snel belsignaal
afkomstig van uw machine.
(Zie ook F/T Beltijd (alleen in de
Fax/Telefoon-modus) uu pagina 34 en
Belvertraging uu pagina 34.)
Handmatig 5
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u in de modus Handmatig een fax wilt
ontvangen, neemt u de hoorn van een extern
toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start en kiest u
Ontvangen. U kunt ook de functie Fax
Waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax Waarnemen uu pagina 35.)
Ext. TEL/ANT (extern
antwoordapparaat) 5
In de modus Ext. TEL/ANT beheert een
extern antwoordapparaat uw inkomende
oproepen. Inkomende oproepen worden als
volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
(Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten
uu pagina 41 voor meer informatie.)
Hoofdstuk 5
34
Instellingen
ontvangstmodus
5
Belvertraging 5
De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak
de machine in de modus Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u een extern of
tweede toestel op dezelfde lijn als de
machine gebruikt, kiest u het maximum
aantal belsignalen.
(Zie Werken met externe of tweede toestellen
uu pagina 43 en Fax Waarnemen
uu pagina 35.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Belvertraging
weer te geven.
g Druk op Belvertraging.
h Druk op de optie voor het aantal keren
dat de machine moet overgaan voordat
wordt opgenomen.
Als u 0 kiest, wordt onmiddellijk
opgenomen en klinkt er helemaal geen
belsignaal.
i Druk op Stop/Eindigen.
F/T Beltijd (alleen in de
Fax/Telefoon-modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen wordt
bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze. Is het echter een
telefoonoproep, dan hoort u een dubbel
belsignaal gedurende de tijd die u voor F/T
Beltijd hebt ingesteld. Als u het dubbele
belsignaal hoort, betekent dit dat het een
telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
en tweede toestellen niet over. U kunt het
gesprek echter nog steeds op elk toestel
aannemen door een code voor
afstandsbediening te gebruiken. (Zie Codes
voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 44 voor meer informatie.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om F/T Beltijd weer
te geven.
g Druk op F/T Beltijd.
h Druk op de optie voor het aantal
seconden dat de machine moet
overgaan om u op een gewoon
telefoongesprek te attenderen (20, 30,
40 of 70 seconden).
i Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Zelfs als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, blijft de machine
overgaan gedurende het aantal seconden
dat u hebt geselecteerd.
Faxberichten ontvangen
35
5
Fax Waarnemen 5
Als Fax Waarnemen is ingesteld op
Aan:
5
De machine ontvangt een faxoproep
automatisch, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven of wanneer
u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u
gewoon de hoorn op de haak. Uw machine
doet de rest.
Als Fax Waarnemen is ingesteld op
Uit:
5
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te nemen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start en dan op Ontvangen om de fax
te ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een
tweede of extern toestel, drukt u op l 51.
(Zie Werken met externe of tweede toestellen
uu pagina 43.)
Opmerking
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en deze faxen
door de machine worden onderschept,
stelt u Fax Waarnemen in op Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Fax Waarnemen
weer te geven.
g Druk op Fax Waarnemen.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 5
36
Faxvoorbeeld
(alleen zwart-wit)
5
Binnengekomen faxen vooraf
weergeven 5
U kunt binnengekomen faxen op het LCD-
scherm weergeven door op de knop
Faxvoorbeeld op het LCD-scherm te
drukken. Als de machine gebruiksklaar is,
verschijnt een melding op het LCD-scherm
wanneer er een nieuwe fax is
binnengekomen.
Faxvoorbeeld instellen 5
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Faxvoorbeeld weer
te geven.
g Druk op Faxvoorbeeld.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op Ja.
j Op het LCD-scherm wordt meegedeeld
dat de faxen die u ontvangt voortaan
niet worden afgedrukt.
Druk op Ja.
k Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld,
wordt bij gebruik van de functies Fax
Doorzenden en PC-Fax ontv. geen
reservekopie van ontvangen faxen
afgedrukt, zelfs als u Reserveafdruk hebt
ingeschakeld.
Faxvoorbeeld gebruiken 5
Wanneer u een fax ontvangt, wordt dit op het
LCD-scherm gemeld. (Bijvoorbeeld:
Nwe fax:01 Druk op [Faxvoorb.])
a Druk op Faxvoorbeeld.
De nieuwe faxlijst wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
Opmerking
U kunt ook een oude faxlijst bekijken door
op het tabblad Oude fax op het LCD-
scherm te drukken. Druk op het tabblad
Nwe fax om terug te keren naar uw
nieuwe faxlijst.
b Druk op a of b om het faxnummer weer
te geven van de fax die u wilt bekijken.
c Druk op de fax die u wilt bekijken.
Opmerking
Als het een grote fax betreft, kan het even
duren voordat deze op het LCD-scherm
wordt weergegeven.
Op het LCD-scherm worden het huidige
paginanummer en het totaal aantal
pagina's van het faxbericht weergegeven.
Als het faxbericht uit meer dan
99 pagina's bestaat, wordt het totaal
aantal pagina's als “XX weergegeven.
Faxberichten ontvangen
37
5
De toetsen worden op het LCD-scherm
weergegeven en u kunt de
onderstaande handelingen uitvoeren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Een fax afdrukken 5
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op de fax die u wilt bekijken.
c Druk op (Afdrukken).
Als de fax meerdere pagina's bevat,
gaat u naar stap d.
Als de fax uit één pagina bestaat,
wordt deze afgedrukt. Ga naar
stap e.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alle Pag Afdruk. om
alle pagina's van de fax af te
drukken. Ga naar stap e.
Druk op Alleen huidige afdr.
om de weergegeven pagina af te
drukken.
Ga naar stap f.
Druk op
Afdr. vanaf deze pag. om
vanaf de weergegeven pagina tot en
met de laatste pagina af te drukken.
Ga naar stap f.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om de fax te verwijderen.
Druk op Nee om de fax in het
geheugen te bewaren.
f Druk op Stop/Eindigen.
Toets Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op Ja ter bevestiging.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Teruggaan naar het
faxoverzicht.
De fax afdrukken.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Druk op
Alle Pag Afdruk. om
het hele faxbericht af te
drukken.
Druk op
Alleen huidige afdr.
om alleen de weergegeven
pagina af te drukken.
Druk op
Afdr. vanaf deze pag.
om vanaf de weergegeven
pagina tot en met de laatste
pagina af te drukken.
De voorbeeldtabel sluiten. Druk
op Meer om de toetsen
nogmaals op het LCD-scherm
weer te geven.
Hoofdstuk 5
38
Alle faxen in het overzicht afdrukken 5
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op Meer.
c Druk op Alles afdr.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle faxen uit het overzicht
verwijderen
5
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op Meer.
c Druk op Alles wissen.
Druk op Ja ter bevestiging.
d Druk op Stop/Eindigen.
Faxvoorbeeld uitschakelen 5
a Druk op Faxvoorbeeld.
b Druk op Meer.
c Druk op
Faxvoorbeeld uitschakelen.
d Druk op Ja ter bevestiging.
e Als er faxen in het geheugen zijn
opgeslagen, voert u een van de
volgende handelingen uit:
Druk op Doorgaan als u de
opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken.
De machine vraagt u om het
verwijderen van opgeslagen faxen te
bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging. Uw faxen
worden verwijderd.
Druk op Alle faxn afdrukken
als u alle opgeslagen faxen wilt
afdrukken.
Druk op Annuleren als u
Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen.
Druk op Stop/Eindigen.
39
6
6
Opties voor normale
telefoongesprekken
6
Fax/Telefoon-modus 6
Als de machine in de Fax/Telefoon-modus
staat, wordt het dubbele belsignaal (een snel
dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven
dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u
de hoorn van de externe telefoon op en drukt
u op Telefoon/Intern om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van de
dubbele bel opnemen en tussen twee snelle
dubbele belsignalen op #51 drukken. Als er
niemand aan de andere kant van de lijn is, of
als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de
oproep terug naar de machine door op l 51
te drukken.
Nummerweergave (Beller ID) 6
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken
van de nummerweergavedienst die door veel
lokale telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor
informatie. Als u deze dienst gebruikt, ziet u
het telefoonnummer of indien beschikbaar de
naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het LCD-
scherm het telefoonnummer (en eventueel de
naam) van de beller weergegeven. Zodra u
een telefoontje aanneemt, verdwijnt de
informatie over de beller van het LCD-
scherm, maar de oproepinformatie blijft
opgeslagen in het geheugen.
U kunt het overzicht bekijken of een van deze
nummers selecteren om er een fax naar te
sturen, het toe te voegen als snelkiesnummer
of te verwijderen. (Zie Overzicht
nummerweergave (Overz. beller-ID)
uu pagina 47.)
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
beslaat.
U kunt een lijst afdrukken met informatie over
de oproepen die uw machine heeft
ontvangen.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: Een
rapport afdrukken)
Opmerking
De dienst nummerweergave is afhankelijk
van de dienstverlener. Neem contact op
met uw lokale telefoonbedrijf voor meer
informatie over welke diensten er in uw
gebied beschikbaar zijn.
Nummerweergave inschakelen 6
Als u beschikt over nummerweergave op uw
lijn, dient u de functie Beller ID in te stellen op
Aan, zodat het telefoonnummer van de beller
op het LCD-scherm wordt weergegeven als
de telefoon overgaat.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
e Druk op Diversen.
f Druk op Beller ID.
g Druk op Aan (of Uit).
h Druk op Stop/Eindigen.
Telefoontoestel en externe
apparaten
6
Hoofdstuk 6
40
Telefoondiensten 6
De machine ondersteunt de
nummerweergavedienst die door sommige
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies als Voicemail, Wisselgesprekken,
Wisselgesprekken/Nummerweergave, een
antwoordapparaat, alarmsysteem of een
andere speciale functie op dezelfde lijn
kunnen problemen veroorzaken bij de
werking van de machine.
Het type telefoonlijn instellen 6
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
wijzigen aan de hand van de volgende
stappen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Tel lijn inst
weer te geven.
e Druk op Tel lijn inst.
f Druk op PBX, ISDN (of Normaal).
g Druk op Stop/Eindigen.
PBX en doorverbinden 6
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). In veel kantoren wordt echter een
centraal telefoonsysteem, Private Branch
Exchange (PBX), gebruikt. Uw machine kan
op de meeste PBX-telefoonsystemen worden
aangesloten. De oproepfunctie van de
machine ondersteunt alleen TBR (Timed
Break Recall). TBR werkt met de meeste
PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een
buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn
kunt doorverbinden. De functie werkt als de
toets R op het LCD-scherm of de toets
Telefoon/Intern op het bedieningspaneel is
ingedrukt.
Opmerking
U kunt een druk op de toets R
programmeren als onderdeel van een
nummer dat in een snelkieslocatie is
opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het
programmeren van het snelkiesnummer
eerst op R (op het LCD-scherm verschijnt
“!”), waarna u het telefoonnummer invoert.
Als u dit doet, hoeft u niet telkens op
Telefoon/Intern te drukken voordat u een
nummer kiest met een snelkieslocatie.
(Zie Nummers opslaan uu pagina 48.)
Als uw type telefoonlijn echter niet op PBX
is ingesteld op de machine, kunt u niet
gebruikmaken van de snelkieslocatie
waarvoor het indrukken van R is
geprogrammeerd.
Telefoontoestel en externe apparaten
41
6
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
6
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten. Als u echter een extern
antwoordapparaat aansluit op dezelfde
telefoonlijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat terwijl de machine
“luistert” of er faxtonen zijn. Als faxtonen
worden waargenomen, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
de machine geen faxtonen waarneemt,
speelt het antwoordapparaat het uitgaande
bericht af, zodat de beller een bericht kan
inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas waarnemen nadat het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in deze handleiding zorgvuldig op
wanneer u uw uitgaande bericht opneemt. U
kunt beter niet de bespaarstand op uw
externe antwoordapparaat gebruiken als het
meer dan vijf keer overgaat.
Opmerking
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, wordt op het LCD-scherm
Telefoon weergegeven.
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NIET op een
andere plaats op dezelfde telefoonlijn
aan.
Aansluitingsinstellingen 6
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals in de vorige afbeelding is
aangegeven.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Stel het antwoordapparaat in op het
aannemen van oproepen.
d Stel de ontvangstmodus in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De
ontvangstmodus kiezen uu pagina 32.)
1
1
Hoofdstuk 6
42
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 6
Bij het opnemen van dit bericht is een goede
timing van belang.
a Neem vijf seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
Opmerking
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, zodat faxtonen
door de machine kunnen worden
waargenomen. U kunt proberen om deze
pauze weg te laten, maar als uw machine
problemen heeft met de ontvangst, moet u
het uitgaande bericht opnieuw opnemen
en deze stilte inlassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 6
Wij raden u aan om contact op te nemen met
het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om
uw machine aan te sluiten. Als u beschikt
over een systeem met meerdere lijnen, raden
wij u aan om de installateur te vragen om de
machine op de laatste lijn van het systeem
aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de
machine wordt geactiveerd als het systeem
telefoonoproepen ontvangt. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt als deze is aangesloten op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen eerst contact op met het
bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Opmerking
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen uu pagina 40.)
Telefoontoestel en externe apparaten
43
6
Externe en tweede
toestellen
6
Een extern of tweede toestel
aansluiten 6
U kunt een apart toestel op uw machine
aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
1 Tweede telefoontoestel
2 Extern toestel
Als u een toestel op dezelfde telefoonlijn
gebruikt, wordt op het LCD-scherm
Telefoon weergegeven.
Opmerking
Sluit het externe toestel aan met een
kabel van maximaal drie meter.
Werken met externe of tweede
toestellen 6
Als u een faxoproep aanneemt van een
tweede toestel of een extern toestel, kunt u
de oproep naar de machine doorverbinden
met behulp van de code voor activeren op
afstand. Als u de code voor activeren op
afstand, l 51, intoetst, begint de machine
met het ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, toetst u de code voor deactiveren op
afstand, #51, in om het gesprek op een
tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T Beltijd
(alleen in de Fax/Telefoon-modus)
uu pagina 34.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
6
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Toets l 51 in en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of tot op het LCD-scherm
Ontvangst wordt weergegeven en hang
dan op.
Opmerking
U kunt ook de functie Fax Waarnemen
gebruiken om het telefoontje automatisch
door uw machine te laten aannemen.
(Zie Fax Waarnemen uu pagina 35.)
1
2
Hoofdstuk 6
44
Een draadloze externe
telefoon gebruiken 6
Wanneer de basiseenheid van de draadloze
telefoon op dezelfde telefoonlijn is
aangesloten als de machine (zie Externe en
tweede toestellen uu pagina 43), is het
handiger om oproepen tijdens de
belvertraging op te nemen als u de draadloze
telefoon bij u hebt.
Als u de oproep eerst door de machine laat
aannemen, moet u naar de machine gaan en
op Telefoon/Intern drukken om het
telefoontje op de draadloze telefoon aan te
kunnen nemen.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 6
Code voor activeren op afstand 6
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of extern toestel, kunt u de oproep
doorverbinden naar de machine door het
intoetsen van de code voor activeren op
afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende
geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op
de haak. (Zie Fax Waarnemen
uu pagina 35.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe
telefoon, kunt u de fax door de machine laten
ontvangen door op Mono Start te drukken en
Ontvangen te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 6
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de
machine staat in de modus Fax/Telefoon,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
na de aanvankelijke belvertraging. Als u de
oproep aanneemt op een tweede toestel,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door op #51 te drukken (druk tussen de
belsignalen door).
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, kunt u de oproep aannemen op de
externe telefoon door op Telefoon/Intern te
drukken.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
6
Als u activering op afstand wilt gebruiken,
moet u de codes voor afstandsbediening
inschakelen. De vooraf ingestelde code voor
activering op afstand is l 51. De
voorgeprogrammeerde code voor
deactiveren op afstand is #51. U kunt deze
codes desgewenst vervangen door uw eigen
codes.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax weer te geven.
c Druk op Fax.
d Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
e Druk op Ontvangstmenu.
f Druk op a of b om Act.Op Afst. weer
te geven.
g Druk op Act.Op Afst.
h Druk op Aan (of Uit).
Telefoontoestel en externe apparaten
45
6
i Ga op een van de volgende manieren te
werk.
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, voert u de
nieuwe code in.
Druk op OK, ga naar stap j.
Als u de code voor activeren op
afstand niet wilt wijzigen, drukt u op
OK en gaat u naar stap j.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk.
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, voert u de
nieuwe code in.
Druk op OK, ga naar stap k.
Als u de code voor deactiveren op
afstand niet wilt wijzigen, drukt u op
OK en gaat u naar stap k.
k Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Als de verbinding telkens wordt verbroken
wanneer u probeert om vanaf een ander
toestel toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam om
de code voor activeren op afstand en de
code voor deactiveren op afstand te
wijzigen in een andere code van drie
cijfers met de cijfers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
46
7
Nummers kiezen 7
Handmatig kiezen 7
Toets alle cijfers van het fax- of
telefoonnummer in.
Snelkiezen 7
a Druk op .
U kunt ook Snelkiezen kiezen door op
(FAX) te drukken.
b Druk op het nummer van twee cijfers dat
u wilt bellen. U kunt de nummers ook op
alfabetische volgorde laten weergeven
door op het LCD-scherm op te
drukken.
Opmerking
Als op het LCD-scherm
Niet toegewezen wordt weergegeven
wanneer u een snelkiesnummer invoert of
zoekt dat niet op deze locatie is
opgeslagen.
c Om een fax te verzenden drukt u op
Fax versturen en gaat u naar
stap d.
De machine kiest het telefoonnummer.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine scant en verzendt de fax.
Faxnummer opnieuw kiezen 7
Herkies/Pauze werkt alleen als u het
nummer via het bedieningspaneel hebt
gekozen. Als u een fax automatisch wilt
verzenden en de lijn bezet is, wordt het
nummer automatisch maximaal drie keer met
tussenpozen van vijf minuten opnieuw
gekozen.
a Druk op Herkies/Pauze.
b Druk op het nummer dat u opnieuw wilt
kiezen.
c Druk op Fax versturen.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
Bij direct verzenden werkt de functie voor
automatisch opnieuw kiezen niet wanneer
u de glasplaat gebruikt.
Nummers kiezen en opslaan 7
Nummers kiezen en opslaan
47
7
Meer manieren om
nummers te kiezen
7
Overzicht van uitgaande
gesprekken 7
De laatste 30 nummers waarnaar u een fax
hebt verstuurt, worden opgeslagen in het
overzicht van uitgaande gesprekken. U kunt
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te sturen, het toe te voegen als
snelkiesnummer of te verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook op drukken.
b Druk op het tabblad Uitg. Gesprek.
c Druk op het gewenste nummer.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een fax te verzenden drukt u op
Fax versturen. Druk op
Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Meer en vervolgens op
Toevoegen snelkiesnr.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
Snelkiesnummers van uitgaande
gesprekken opslaan)
Als u het nummer uit het overzicht
van uitgaande gesprekken wilt
verwijderen, drukt u op Meer en
vervolgens op Verwijder.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op Stop/Eindigen.
Overzicht nummerweergave
(Overz. beller-ID) 7
Voor de functie Overz. beller-ID is de
nummerweergavedienst vereist die door veel
telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie
Nummerweergave (Beller ID) uu pagina 39.)
De nummers, of eventueel namen, van de
laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u
hebt ontvangen, worden opgeslagen in het
nummerweergaveoverzicht. U kunt het
overzicht bekijken of een van deze nummers
selecteren om er een fax naar te sturen, het
toe te voegen als snelkiesnummer of te
verwijderen. Wanneer de machine de
eenendertigste oproep ontvangt, wordt de
eerste oproep door dit nummer vervangen.
Opmerking
Als u op nummerweergave geabonneerd
bent, kunt u de datums van oproepen nog
steeds in het overzicht bekijken en items
uit de lijst verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook op drukken.
b Druk op Overz.beller-ID.
c Druk op a of b om het gewenste
nummer of de gewenste naam weer te
geven.
d Druk op het gewenste nummer of de
gewenste naam.
Hoofdstuk 7
48
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een fax te verzenden drukt u op
Fax versturen. Druk op
Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Meer en vervolgens op
Toevoegen snelkiesnr.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
Snelkiesnummers uit
nummerweergavegeheugen
opslaan)
Als u het nummer uit het overzicht
wilt verwijderen, drukt u op Meer en
drukt u vervolgens op Verwijder.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt het nummerweergaveoverzicht
afdrukken.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Een rapport afdrukken)
Nummers opslaan 7
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: met
snelkiesnummers en groepen voor het
groepsverzenden van faxberichten. Als u een
snelkiesnummer kiest, wordt het nummer op
het LCD-scherm weergegeven.
Opmerking
Snelkiesnummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 7
Wanneer u snelkiesnummers opslaat, kunt u
een of meer pauzes van 3,5 seconden
invoegen door op de toets Pauze op het
touchscreen te drukken.
Snelkiesnummers opslaan 7
U kunt maximaal 100 namen en nummers in
tweecijferige snelkieslocaties opslaan. U kunt
voor elke naam twee nummers opslaan. Als u
een nummer kiest, hoeft u slechts een paar
toetsen op het touchscreen in te drukken
(bijvoorbeeld: druk op , het nummer
dat u wilt kiezen en Fax versturen).
a Druk op .
b Druk op Meer.
c Druk op Snelkiezen instellen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam (maximaal 16 tekens)
in met behulp van de toetsen op het
touchscreen.
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 127
voor informatie over het invoeren van
letters.)
Om het nummer op te slaan zonder
naam, drukt u op OK.
Nummers kiezen en opslaan
49
7
e Voer het eerste fax- of telefoonnummer
(maximaal 20 cijfers) in met de toetsen
op het touchscreen.
Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer het tweede fax- of
telefoonnummer (maximaal 20
cijfers) in met de toetsen op het
touchscreen.
Druk op OK.
Druk op OK als u geen tweede
nummer wilt opslaan.
g Om op te geven waar het nummer moet
worden opgeslagen, voert u een van de
volgende handelingen uit:
Om de volgende beschikbare
snelkieslocatie te accepteren, drukt
u op OK.
Om een andere snelkieslocatie in te
voeren, drukt u op en een 2-
cijferig nummer met de toetsen op
het touchscreen.
Druk op OK.
Opmerking
Als de gekozen tweecijferige locatie voor
snelkiesnummers al in gebruik is, werkt de
OK-knop op het LCD-scherm niet. Kies
een andere locatie.
h Wanneer uw instellingen op het LCD-
scherm worden weergegeven, drukt u
op OK om deze te bevestigen.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om nog een snelkiesnummer op te
slaan, herhaalt u stap b tot en
met h.
Om het opslaan van nummers te
voltooien, drukt u op Stop/Eindigen.
De namen of nummers van
snelkiesnummers wijzigen 7
U kunt de naam of het nummer wijzigen van
een snelkiesnummer dat al is opgeslagen.
a Druk op .
b Druk op Meer.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Wijzigen om namen of
nummers te bewerken.
Druk op Verwijder om alle
informatie van een snelkieslocatie te
verwijderen.
Druk op het nummer dat u wilt
verwijderen.
Druk op OK.
Druk op Ja ter bevestiging.
Ga naar stap h.
d Druk op a of b om het nummer weer te
geven dat u wilt wijzigen.
e Druk op het nummer dat u wilt wijzigen.
Hoofdstuk 7
50
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op Naam:.
Voer de nieuwe naam (maximaal 16
tekens) in met behulp van de toetsen
op het touchscreen. (Zie Tekst
invoeren uu pagina 127.)
Druk op OK.
Als u het eerste fax-/telefoonnummer
wilt wijzigen, drukt u op Fax/Tel1:.
Voer het nieuwe fax- of
telefoonnummer (maximaal 20
cijfers) in met de toetsen op het
touchscreen.
Druk op OK.
Als u het tweede
fax-/telefoonnummer wilt wijzigen,
drukt u op Fax/Tel2:.
Voer het nieuwe fax- of
telefoonnummer (maximaal 20
cijfers) in met de toetsen op het
touchscreen.
Druk op OK.
Opmerking
Een opgeslagen naam of nummer
wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op
d of c om de cursor onder het gewenste
teken te plaatsen. Druk vervolgens op .
Voer het juiste teken in.
g Uw instellingen worden weergegeven
op het LCD-scherm.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u klaar bent.
Als u nog een snelkieslocatie wilt
wijzigen, herhaalt u stap b tot en
met f.
Ga naar f als u meer informatie wilt
wijzigen.
h Druk op Stop/Eindigen.
51
8
8
Kopiëren 8
In de volgende stappen worden de
standaardkopieerhandelingen beschreven.
a Schakel de kopieermodus in door op
(KOPIE) te drukken zodat deze
toets blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
1 Aantal kopieën
Druk op het aantalvak (1) en geef op
hoeveel kopieën u wilt.
U kunt ook het aantal kopieën invoeren
door op of op het scherm
te drukken (zoals hierboven afgebeeld).
Opmerking
Standaard is de FAX-modus ingesteld. U
kunt wijzigen hoe lang de KOPIE-modus
na de laatste kopieerhandeling actief blijft.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Tijdklokstand (alleen MFC-J825DW))
b Plaats uw document op een van de
volgende manieren:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden in de
ADF.
(Zie De ADF gebruiken
uu pagina 25.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 26.)
c Als u meerdere kopieën wilt maken,
toetst u het aantal in (maximaal 99).
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
Kopiëren stoppen 8
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
Kopiëren 8
1
Hoofdstuk 8
52
Kopieerinstellingen 8
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen. Druk op KOPIE en vervolgens op
d of c om door de kopieerinstellingen te
bladeren. Druk op de gewenste instelling en
kies een optie.
(Beknopte gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van
de volgende kopieerinstellingen
uu pagina 52.
Papiersoort
Papier- formaat
(Uitgebreide gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van
de volgende kopieerinstellingen
uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Kopieerinstellingen
Kwaliteit
Vergroten/ Verkleinen
Pagina layout
2op1(id)
Stapel/Sorteer
Dichtheid
Inktspaarmodus
Dun papier kopiëren
Boek kop.
Watermerk kop.
Dubbelz. kopiëren
Favoriete instellingen
Opmerking
Gebruik de ADF als u kopieën wilt
sorteren.
Papieropties 8
Papiersoort 8
Als u op speciaal papier kopieert, stelt u de
machine in op de papiersoort die u gebruikt
om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Papiersoort weer
te geven.
e Druk op Papiersoort.
f Druk op Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Brother BP61, Glossy anders of
Transparanten.
g Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Papierformaat 8
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert,
moet u de instelling voor het papierformaat
wijzigen. U kunt alleen kopiëren op papier
van de volgende formaten: A4, A5, Foto
(10 15 cm) en Letter.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op d of c om Papier- formaat
weer te geven.
e Druk op Papier- formaat.
f Druk op A4, A5, 10x15cm of Letter.
g Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
53
9
9
PhotoCapture
Center™-functies
(FOTO-modus)
9
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's direct vanaf
digitale cameramedia of een USB-
flashstation afdrukken. (Zie Foto's afdrukken
uu pagina 56.)
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks op een geheugenkaart of USB-
flashstation opslaan. (Zie Naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation
scannen uu pagina 57.)
Als uw machine is aangesloten op een
computer, hebt u via uw computer toegang
tot een geheugenkaart of USB-flashstation
dat in de voorzijde van de machine is
gestoken.
uuSoftwarehandleiding: PhotoCapture
Center™ (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Remote Setup &
PhotoCapture Center™ (Macintosh)
Een geheugenkaart of een
USB-flashstation gebruiken 9
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: Memory Stick, Memory
Stick PRO™, Memory Stick Duo™, Memory
Stick PRO Duo™, SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart, MultiMedia Card, MultiMedia
Card plus en USB-flashstations.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in
staat om digitale foto's van uw digitale
camera met een hoge resolutie af te drukken
voor afdrukken met fotokwaliteit.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation
9
Hoofdstuk 9
54
Aan de slag 9
Steek de geheugenkaart of het USB-flashstation stevig in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
BELANGRIJK
De USB Direct Interface biedt alleen ondersteuning voor
een USB-flashstation, een camera die compatibel is met
PictBridge of een digitale camera die gebruikmaakt van
de standaard voor USB-massaopslag. Andere USB-
apparaten worden niet ondersteund.
2 Sleuf geheugenkaart
Sleuf Compatibele geheugenkaarten
Bovenste sleuf
Memory Stick™
Memory Stick PRO™
Memory Stick Duo™
Memory Stick PRO Duo™
Memory Stick Micro™
(adapter vereist)
Onderste sleuf
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
MultiMedia Card
MultiMedia Card plus
miniSD (adapter vereist)
miniSDHC (adapter vereist)
microSD (adapter vereist)
microSDHC (adapter vereist)
MultiMedia Card mobile
(adapter vereist)
1
2
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
55
9
BELANGRIJK
Steek een Memory Stick Duo™ NIET in de onderste sleuf. Hierdoor kan de machine worden
beschadigd.
Statuslampje
Tijdens lees- en schrijfbewerkingen op de geheugenkaart of het USB-flashstation knippert het
statuslampje.
BELANGRIJK
Verwijder de stekker NIET uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation niet uit het mediastation (sleuf) of uit de USB Direct Interface terwijl de machine
de geheugenkaart of het USB-flashstation leest of beschrijft (het statuslampje knippert). Als u
dit wel doet, gaan de gegevens op de kaart verloren of wordt de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen.
Hoofdstuk 9
56
Foto's afdrukken 9
Foto's weergeven 9
U kunt foto's op het LCD-scherm bekijken
voordat u deze afdrukt. Als uw foto's grote
bestanden zijn, kan het langer duren voordat
elke foto op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt
geplaatst.
Druk op (FOTO).
b Druk op Foto’s kijken.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u foto's wilt kiezen die u wilt
afdrukken of meerdere exemplaren
van één afbeelding wilt afdrukken,
gaat u naar c.
Als u alle foto's wilt afdrukken, drukt
u op .
Druk op Ja ter bevestiging.
Ga naar stap f.
Opmerking
Er worden vier miniaturen per keer
weergegeven met daaronder het huidige
paginanummer en het totale aantal
pagina's.
Druk herhaaldelijk op d of c om de
afzonderlijke fotopagina's te selecteren of
houd de toets ingedrukt om door alle
fotopagina's te bladeren.
Druk op om de diavoorstelling te
starten.
c Druk op een foto van het overzicht met
miniaturen.
d Voer het gewenste aantal exemplaren in
door op het aantalvak te drukken en het
aantal op te geven of door op + of - te
drukken.
Druk op OK.
e Herhaal stap c en d tot u alle foto's
hebt gekozen die u wilt afdrukken.
f Als u alle foto's hebt gekozen drukt u op
OK. Nu hebt u de volgende keuzes:
Om het Auto Correct-effect aan
uw foto's toe te voegen drukt u op
.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
Foto's verbeteren)
Als u de afdrukinstellingen wilt
wijzigen drukt u op
Afdrukinstell. (Zie pagina 57.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen
gaat u naar stap g.
g Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
57
9
PhotoCapture
Center™-
afdrukinstellingen
9
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende afdruk.
De machine keert terug naar de
standaardinstellingen na 3 minuten of
wanneer de Tijdklokstand weer overgaat op
faxmodus.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Tijdklokstand (alleen MFC-J825DW))
Opmerking
U kunt de afdrukinstellingen die u het
vaakst gebruikt opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen)
Naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation
scannen
9
U kunt zwart-wit- en kleurendocumenten naar
een geheugenkaart of USB-flashstation
scannen. Zwart-witdocumenten worden
opgeslagen in het bestandsformaat PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is Kleur 200 dpi en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden automatisch door de
machine gemaakt op basis van de huidige
datum. (uuInstallatiehandleiding) Zo krijgt
bijvoorbeeld het vijfde beeld dat u op 1 juli
2011 scant, de naam 01071105.PDF. U kunt
de kleur en de kwaliteit wijzigen.
a Controleer of u de geheugenkaart of het
USB-flashstation in de juiste sleuf hebt
geplaatst.
BELANGRIJK
Verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation NIET als het statuslampje
knippert, om te voorkomen dat de kaart,
het USB-flashstation of de daarop
opgeslagen gegevens worden
beschadigd.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
Kleur 100 dpi JPEG / PDF
Kleur 200 dpi JPEG / PDF
Kleur 300 dpi JPEG / PDF
Kleur 600 dpi JPEG / PDF
Z/W 100 dpi TIFF / PDF
Z/W 200 dpi TIFF / PDF
Z/W 300 dpi TIFF / PDF
Hoofdstuk 9
58
b Laad uw document.
c Druk op (SCAN).
d Druk op d of c om naar media weer te
geven.
e Druk op naar media.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit aan te passen drukt
u op d of c om Kwaliteit weer te
geven.
Druk op Kwaliteit en kies
Kleur 100 dpi,
Kleur 200 dpi,
Kleur 300 dpi,
Kleur 600 dpi, Z/W 100 dpi,
Z/W 200 dpi of Z/W 300 dpi.
Om het type bestand te wijzigen
drukt u op d of c om Bestandstype
weer te geven.
Druk op Bestandstype en kies
PDF, JPEG of TIFF.
Als u de naam van het bestand wilt
wijzigen drukt u op d of c om
Bestandsnaam weer te geven.
Druk op Bestandsnaam en voer de
naam van het bestand in.
U kunt alleen de eerste 6 tekens
wijzigen.
Druk op OK.
Om het scannen te starten zonder
andere instellingen te wijzigen gaat u
naar stap g.
Opmerking
Als u kleur in de instellingen voor de
resolutie hebt gekozen, kunt u het
bestandstype TIFF niet kiezen.
Als u zwart-wit hebt gekozen in de
instellingen voor de resolutie, kunt u het
bestandstype JPEG niet kiezen.
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
Opmerking
U kunt meerdere documenten op de
glasplaat plaatsen en als afzonderlijke
bestanden scannen.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
Automatisch bijsnijden)
59
10
10
Een document
afdrukken
10
De machine kan gegevens van uw computer
ontvangen en deze afdrukken. Om vanaf een
computer te kunnen afdrukken, moet u de
printerdriver installeren.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken
(Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen
(Macintosh)
a Installeer de Brother-printerdriver vanaf
de cd-rom. (uuInstallatiehandleiding)
b Selecteer de opdracht Afdrukken in uw
toepassing.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op
Voorkeursinstellingen.
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen.
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Papierformaat
Afdrukstand
Kleur / Grijstinten
Inktbespaarstand
Scaling
e Klik op OK.
f Klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
Afdrukken vanaf een computer 10
60
11
Een document
scannen
11
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de toets
SCAN op de machine of de scannerdrivers
op uw computer gebruiken.
a Om de machine als scanner te kunnen
gebruiken, moet u de scannerdriver
installeren. Als de machine is
aangesloten op een netwerk,
configureert u deze met een
TCP-/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers vanaf de
cd-rom. (uuInstallatiehandleiding)
Configureer de machine met een
TCP-/IP-adres als netwerkscannen
niet werkt.
uuSoftwarehandleiding:
Netwerkscannen configureren voor
Windows
®
uuSoftwarehandleiding:
Netwerkscannen configureren voor
Macintosh
b Laad uw document. (Zie Documenten
laden uu pagina 25.)
Gebruik de ADF om documenten
met meerdere pagina's te scannen.
Elk vel wordt automatisch ingevoerd.
Gebruik de glasplaat om bladzijden
uit een boek of afzonderlijke vellen te
scannen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om te scannen met de toets SCAN
gaat u naar Scannen met de SCAN-
toets.
Om te scannen met een
scannerdriver op uw computer gaat u
naar Scannen met een
scannerdriver.
Scannen met de SCAN-
toets
11
Voor meer informatie
uuSoftwarehandleiding: De scantoets
gebruiken
a Druk op (SCAN).
b Kies de gewenste scanmodus.
naar bestand
naar media
naar e-mail
naar OCR
1
naar afb.
Webservice
2
(Web Service Scan)
1
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-
support openen (Macintosh) uu pagina 5
voor verdere instructies.
2
Alleen Windows
®
-gebruikers
(uuSoftwarehandleiding: Met Webservices
scannen op uw netwerk (Windows Vista
®
SP2
of recenter en Windows
®
7))
c (Voor netwerkgebruikers)
Kies de computer waarnaar u de
gegevens wilt verzenden.
d Druk op Start om het scannen te
starten.
Scannen vanaf een computer 11
Scannen vanaf een computer
61
11
Scannen met een
scannerdriver
11
uuSoftwarehandleiding: Een document
scannen met de TWAIN-driver (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Een document
scannen met de WIA-driver (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Een document
scannen met de TWAIN-driver (Macintosh)
uuSoftwarehandleiding: Documenten
scannen met de ICA-driver
(Mac OS X 10.6.x)
a Start een scantoepassing en klik op de
toets Scannen.
b U kunt de instellingen voor Resolutie,
Helderheid en Type scan wijzigen in
het dialoogvenster kleur instellen.
c Klik op Starten of Scannen om het
scannen te starten.
Scannen met het
ControlCenter
11
uuSoftwarehandleiding: ControlCenter4
(Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: ControlCenter2
(Macintosh)
62
12
Overzicht 12
Met uw Brother-machine kunt u afdrukken op
bedrukbare media zoals cd-r/rw, dvd-r/rw en
Blu-ray Disc™.
U kunt op drie manieren afdrukken op
bedrukbare media:
Afdrukken door kopiëren
U kunt de afbeelding van een bestaand
schijfetiket of een vierkant document
(zoals een foto) kopiëren en de afbeelding
op een bedrukbare schijf printen.
Afdrukken vanaf media
U kunt een afbeelding op een
geheugenkaart of USB-flashstation
selecteren en deze op een bedrukbare
schijf printen.
Afdrukken vanaf een computer
(Windows
®
/Macintosh)
U kunt een etikatafbeelding maken met
NewSoft CD Labeler en deze afbeelding
op een bedrukbare schijf printen.
Een schijf laden
(cd/dvd/BD)
12
De schijflade biedt alleen ruimte voor
schijven van 12 cm.
Opmerking
Als u een proefafdruk op papier wilt
maken, moet u GEEN cd/dvd/BD laden.
a Open het scannerdeksel en verwijder de
schijflade.
b Duw de schijfgeleider omlaag en trek
deze vervolgens naar buiten. De
geleider gaat open.
Afdrukken op een schijf
(cd/dvd/BD)
12
2
1
Afdrukken op een schijf (cd/dvd/BD)
63
12
c Zorg dat er meer dan 10 cm vrije ruimte
achter de machine is.
1 10 cm
d Leg een bedrukbare schijf stevig op de
schijflade.
Opmerking
Zorg dat u de schijf met het bedrukbare
oppervlak naar boven op de schijflade
plaatst.
Zorg dat de schijflade schoon is.
e Plaats de schijflade in de schijfgeleider
en zorg dat de driehoekjes op één lijn
liggen.
f Sluit de schijfgeleider na het bedrukken
van de schijf en berg de schijflade weer
op in het scannerdeksel.
Opmerking
Afdrukken op een schijf (cd/dvd/BD) vanaf
uw computer.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken op
een schijf
1
Hoofdstuk 12
64
BELANGRIJK
Als het afdrukgebied verschuift en de
schijflade of het transparante deel rond
het midden van de schijf wordt bedrukt,
moet u de inkt onmiddellijk wegvegen.
Sluit altijd de schijfgeleider en berg de
schijflade na het afdrukken in het
scannerdeksel op. Als u dit niet doet, kan
de schijflade vervormen of kromtrekken
en bij gebruik het functioneren van de
machine hinderen.
65
A
A
De inktcartridges
vervangen
A
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert automatisch het inktniveau in elk
van de vier cartridges. Als de machine
ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal
de machine u waarschuwen door middel van
een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke
inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet
worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-
scherm om de inktcartridges in de juiste
volgorde te vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt
geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen,
bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er
inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
BELANGRIJK
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother
zijn optimale prestaties en
betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother
kan deze optimale prestaties en
betrouwbaarheid niet garanderen indien
inkt of inktcartridges van andere
specificaties gebruikt worden. Het gebruik
van andere dan originele cartridges van
Brother of van oude cartridges die gevuld
zijn met inkt van een ander merk, wordt
door Brother daarom afgeraden. Indien de
printkop of andere delen van deze
machine worden beschadigd als gevolg
van het gebruik van producten die niet
compatibel zijn met deze machine,
worden hieruit voortvloeiende reparaties
mogelijk niet gedekt door de garantie.
a Open het deksel van de inktcartridge.
Als een of meer inktcartridges aan
vervanging toe zijn, wordt op het LCD-
scherm Alleen BK afdr. of
Kan niet afdr. weergegeven.
Routineonderhoud A
66
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm
aangegeven cartridge te ontgrendelen.
Verwijder de cartridge uit de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
LCD-scherm wordt getoond en haal de
inktcartridge eruit.
d Draai de groene hendel op de oranje
verpakking (1) rechtsom tot deze klikt
om de vacuümverpakking te openen.
Verwijder de oranje verpakking
vervolgens (zie illustratie).
e Elke kleur heeft zijn eigen vaste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
1
1
Routineonderhoud
67
A
f Duw voorzichtig tegen de achterkant
van de inktcartridge met de aanduiding
“PUSH” (duwen) tot de cartridge op zijn
plaats klikt. Sluit vervolgens het deksel
van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCD-
scherm wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld Veranderd? Zwarte).
Druk voor elke nieuwe cartridge die u hebt
geïnstalleerd op Ja om de
inktstippenteller voor die kleur
automatisch te resetten. Als de
geïnstalleerde inktcartridge niet nieuw is,
moet u op Nee drukken.
Als op het LCD-scherm
Geen inktcartridge of
Kan niet detect. wordt
weergegeven nadat u de inktcartridges
hebt geïnstalleerd, dient u te controleren
of het nieuwe originele cartridges van
Brother zijn en of ze correct geïnstalleerd
zijn.
BELANGRIJK
Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie hebt
geïnstalleerd, moet u de printkop
meermaals reinigen nadat de cartridge op
de juiste plaats is geïnstalleerd.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
hem binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
Maak de inktcartridge NIET open en
manipuleer er NIET mee; hierdoor kan de
cartridge inkt verliezen.
68
De machine reinigen en
controleren
A
De glasplaat reinigen A
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Til het documentdeksel (1) op. Reinig
de glasplaat (2) en het witte plastic (3)
met een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
c Reinig in de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met een
niet-brandbare glasreiniger.
Opmerking
Nadat u de glazen strook hebt gereinigd,
voelt u met uw vingertoppen of er nog vuil
op zit. Als u vuil voelt, reinigt u de glazen
strook en met name het vuile gedeelte
opnieuw. Het kan zijn dat u het
schoonmaken drie of vier keer moet
herhalen. Maak een kopie na elke
schoonmaakbeurt.
2
1
3
1
2
i
Als er vuil of
correctievloeistof
op de glazen
strook zit, is er
een verticale
streep zichtbaar
op de afdruk.
Nadat de glazen
strook is
gereinigd, is de
verticale streep
verdwenen.
Routineonderhoud
69
A
De printkop reinigen A
De printkop wordt indien nodig automatisch
gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal
blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen
overlaat, kunt u het reinigingsproces
handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep of een leeg gedeelte door
tekst of grafisch werk loopt, dient u de
printkop te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie
kleuren tegelijk (Geel/Cyaan/Magenta) of alle
vier kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
a Druk op .
b Druk op Reinigen.
c Druk op Zwarte inkt, Kleur of
Alle inkt.
De machine reinigt de printkop.
Nadat het reinigen is voltooid, wordt de
machine automatisch in de gereedstand
gezet.
Opmerking
Wanneer u de printkop minimaal vijf keer
hebt gereinigd en de afdruk niet is
verbeterd, probeer dan om het probleem
te verhelpen door voor elke kleur
waarmee u problemen ondervindt, een
nieuwe originele Innobella™-inktcartridge
van Brother te installeren. Reinig de
printkop vervolgens opnieuw maximaal
vijf keer. Als de kwaliteit dan nog niet
verbeterd is, neemt u contact op met uw
Brother-leverancier.
De afdrukkwaliteit
controleren A
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
zichtbaar zijn op uw afdrukken, kan het zijn
dat enkele spuitmondjes van de printkop
verstopt zijn. U kunt dit controleren door de
testpagina Afdrukkwaliteit te printen en naar
het patroon van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op .
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Printkwaliteit.
d Druk op Kleur Start.
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt
afgedrukt.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
f U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op Ja om de
controle van de afdrukkwaliteit te
beëindigen en gaat u naar stap j.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukjes ontbreken, drukt u op
Nee.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en de drie kleuren in orde is.
Druk op Ja of Nee.
h U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen.
Druk op Kleur Start.
De machine begint de printkop te
reinigen.
OK Niet OK
70
i Druk na het reinigen op Kleur Start.
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt
opnieuw afgedrukt en de procedure
wordt vanaf stap e herhaald.
j Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer
herhaalt en de afdrukkwaliteit is nog
steeds slecht, vervangt u de
inktcartridge voor de kleur die niet goed
wordt afgedrukt.
Controleer de afdrukkwaliteit als u de
inktcartridge hebt vervangen. Als het
probleem niet is verholpen, moet u het
reinigen van de printkop en de
afdrukprocedures minimaal vijf keer
herhalen voor de nieuwe inktcartridge.
Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u
contact op met uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NIET aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
Opmerking
De uitlijning controleren A
Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen
als na het transport van de machine de
afgedrukte tekst vlekkerig is of de
afbeeldingen flets zijn.
a Druk op .
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Instel kantlijn.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
e Druk voor het “A”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
f Druk voor het “B”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
g Druk voor het “C”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
h Druk voor het “D”-patroon op het
nummer van de proefafdruk dat het
minste aantal verticale strepen vertoont
(1-9).
i Druk op Stop/Eindigen.
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet de
afdruk er zo uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
71
B
B
Foutmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen
verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout zelf
identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht
van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf
afhandelen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Problemen oplossen B
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afgebroken De andere partij of de faxmachine van
de andere partij heeft de oproep
afgebroken.
Probeer de fax opnieuw te verzenden
of te ontvangen.
Als oproepen herhaaldelijk worden
onderbroken en u een VoIP (Voice
over IP)-systeem gebruikt, stel de
compatibiliteit dan in op Basic (voor
VoIP). (Zie Storing op de
telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)
uu pagina 101.)
72
Alleen BK afdr.
Vervang inkt
Een of meer kleurencartridges zijn aan
vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken in
zwart-wit afdrukken, afhankelijk van
het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het LCD-
scherm wordt weergegeven, werken
de volgende functies als volgt:
Afdrukken
Als u Grijstinten op het tabblad
Geavanceerd van de printerdriver
selecteert, kunt u de machine als
zwart-witprinter gebruiken.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap. kunt u kopieën in
zwart-wit maken.
Dubbelzijdig kopiëren is niet
beschikbaar wanneer deze
melding verschijnt.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap. of
Inkjetpapier ontvangt de
machine de faxen in zwart-wit en
worden deze monochroom
afgedrukt.
Als de verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
de machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
verzenden.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders, Brother BP71 of
Brother BP61 worden alle
printbewerkingen gestopt.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
uu pagina 65.)
Als u de stekker van de machine
loskoppelt of de inktcartridge
verwijdert, kunt u de machine pas
weer gebruiken wanneer u een
nieuwe inktcartridge plaatst.
Beeld te klein. Het formaat van uw foto is te klein om
bij te snijden of verbeteren.
Kies een grotere foto.
Beeld te lang. Omdat de verhoudingen van uw foto
onregelmatig zijn, kunnen er geen
effecten worden toegevoegd.
Kies een foto met regelmatige
proporties.
Communicatiefout Een slechte telefoonverbinding heeft
een communicatiefout veroorzaakt.
Vraag het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren als het
probleem aanhoudt.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
73
B
Deksel is open. Het scannerdeksel is niet goed
gesloten.
Til het scannerdeksel op en sluit dit
weer.
Het deksel van de inktcartridge is niet
volledig gesloten.
Sluit het deksel van de inktcartridge
goed, totdat u een klik hoort.
Document nazien Het document is niet goed geplaatst of
ingevoerd, of het document dat via de
ADF is gescand, is te lang.
(Zie De ADF gebruiken
uu pagina 25.)
(Zie Document vastgelopen
uu pagina 82.)
Formaat nazien De papierformaatinstelling komt niet
overeen met het formaat van het
papier in de lade. Of u hebt de
papiergeleiders in de lade niet
ingesteld op het gebruikte
papierformaat.
1 Controleer of het geselecteerde
papierformaat overeenkomt met
het papierformaat in de lade.
2 Zorg ervoor dat u het papier in
staande richting invoert door de
papiergeleiders op het juiste
papierformaat in te stellen.
3 Druk nadat u het formaat en de
positie van het papier hebt
gecontroleerd op Mono Start of
Kleur Start.
Geen antw/Bezet Het door u gekozen nummer neemt
niet op of is in gesprek.
Controleer het nummer en probeer het
opnieuw.
Geen Beller ID Er is geen overzicht van inkomende
oproepen beschikbaar. Er zijn geen
oproepen binnengekomen of u bent
niet geabonneerd op de
nummerweergavedienst van uw
telefoonbedrijf.
Neem contact op met uw
telefoonbedrijf als u nummerweergave
wilt gebruiken. (Zie Nummerweergave
(Beller ID) uu pagina 39.)
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in het mediastation bevat
geen .JPG-bestand.
Plaats de juiste geheugenkaart of
USB-flashstation in de sleuf.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen naar een
faxmachine die niet in de wachtstand
voor pollen staat.
Controleer de instellingen voor pollen
van het andere faxtoestel.
Geen inktcartridge Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
u een klik hoort.
(Zie De inktcartridges vervangen
uu pagina 65.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
74
Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Als een kopieerbewerking wordt
uitgevoerd
Druk op Stop/Eindigen, wacht tot de
andere bewerkingen zijn voltooid en
probeer het vervolgens opnieuw.
Op de geheugenkaart of het USB-
flashstation waarvan u gebruikmaakt,
is onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten te
scannen.
Druk op Stop/Eindigen.
Verwijder bestanden die u niet
gebruikt van de geheugenkaart of het
USB-flashstation om ruimte vrij te
maken en probeer het vervolgens
opnieuw.
Hub is Onbruikbaar.
Een hub of een USB-flashstation met
een hub is aangesloten op de USB
Direct Interface.
Een hub of een USB-flashstation met
een hub wordt niet ondersteund.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface.
Inkt bijna op Een of meer inktcartridges zijn bijna
aan vervanging toe. Als de
verzendende machine een kleurenfax
wil verzenden, vraagt uw machine
tijdens het contact maken om de fax in
zwart-wit te verzenden. Als de
verzendende machine de fax kan
omzetten, wordt de kleurenfax door
uw machine afgedrukt als een zwart-
witfax.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U
kunt doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
(Zie De inktcartridges vervangen
uu pagina 65.)
Inktabsorb. bijna
vol
Een van de inktopvangbakjes is bijna
vol.
Neem contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
75
B
Inktabsorbeerder vol
Een van de inktopvangbakjes is vol.
Voor optimale prestaties van uw
Brother-machine moeten deze
onderdelen regelmatig onderhouden
en uiteindelijk vervangen worden.
Omdat periodiek onderhoud voor
deze onderdelen vereist is, valt
vervanging van de onderdelen niet
onder de garantie. Na hoeveel tijd
deze artikelen aan vervanging toe zijn,
is afhankelijk van het aantal keren dat
het inktsysteem moet worden
doorgespoten en gespoeld om het te
reinigen. Tijdens de verschillende
doorspuit- en spoelbewerkingen loopt
er inkt in deze vakjes. Hoe vaak
doorspuit- en spoelbewerkingen voor
reinigingsdoeleinden worden
uitgevoerd, is afhankelijk van
verschillende omstandigheden. Als u
de machine bijvoorbeeld vaak aan- en
uitzet, worden er veel reinigingscycli
uitgevoerd, omdat de machine bij
inschakelen automatisch wordt
gereinigd. Als u gebruikmaakt van
andere dan Brother-inkt en de
afdrukkwaliteit is slecht, dan wordt er
waarschijnlijk vaak gereinigd om die te
verbeteren. Hoe meer de machine
moet worden gereinigd, hoe sneller de
vakjes vol raken.
Opmerking
Reparaties die voortvloeien uit het
gebruik van verbruiksartikelen die
niet van Brother afkomstig zijn,
worden mogelijk niet gedekt door
de vermelde productgarantie.
Het inktopvangbakje moet worden
vervangen. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke
service center van Brother om een
afspraak te maken voor een
onderhoudsbeurt.
Reinigingscycli worden ook
uitgevoerd in de volgende situaties:
1 Nadat vastgelopen papier is
verwijderd, wordt de machine
automatisch gereinigd voordat de
volgende ontvangen fax wordt
afgedrukt.
2 De machine wordt automatisch
gereinigd wanneer deze langer
dan 30 dagen niet is gebruikt.
3 De machine wordt automatisch
gereinigd nadat de inktcartridges
12 maal zijn vervangen.
Kan niet afdr.
Vervang inkt
Een of meer inktcartridges zijn aan
vervanging toe. De machine stopt alle
printbewerkingen. Als er
geheugenruimte is, worden zwart-
witfaxen in het geheugen opgeslagen.
Als de verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt de
machine tijdens het contact maken om
de fax in zwart-wit te verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
uu pagina 65.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
76
Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd en de machine
heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
u een klik hoort.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een
originele Brother-inktcartridge. Als het
probleem hiermee niet is verholpen,
neemt u contact op met uw Brother-
leverancier.
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
installeer deze langzaam opnieuw tot
u een klik hoort. (Zie De inktcartridges
vervangen uu pagina 65.)
Kijk of schijf
bedrukbaar is
De schijf kan niet worden bedrukt. Verwijder de schijf en leg een
bedrukbare schijf op de schijflade.
Plaats de schijflade in de
schijfgeleider en zorg dat de
driehoekjes op één lijn liggen.
Druk op Start.
Er zit geen schijf in de schijflade. Controleer of de schijflade een schijf
bevat en of deze correct is geplaatst.
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Steek de kaart weer goed in de sleuf
terug om er zeker van te zijn dat de
kaart zich in de juiste positie bevindt.
Indien de fout niet is verholpen,
controleert u het mediastation (de
sleuf) van de machine door een
andere geheugenkaart te plaatsen
waarvan u weet dat deze werkt.
Media is vol. De geheugenkaart of het USB-
flashstation waarmee u werkt, heeft
geen vrije ruimte of bevat al 999
bestanden.
Uw machine kan alleen op uw
geheugenkaart of USB-flashstation
opslaan als zich hierop minder dan
999 bestanden bevinden. Verwijder
ongebruikte bestanden om ruimte vrij
te maken en probeer het opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in het
geheugen van de machine.
Druk op Stop/Eindigen. De machine
annuleert de taak en verwijdert deze
uit het geheugen. Probeer opnieuw te
printen.
Niet toegewezen U hebt geprobeerd een
snelkiesnummer te openen dat niet is
geprogrammeerd.
Stel het snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan
uu pagina 48.)
Onbruikb. app.
Apparaat loskoppelen
van frontconnector
en zet machine uit
en weer aan
Op de USB Direct Interface is een
defect apparaat aangesloten.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface en druk dan op
om de machine uit en vervolgens weer
in te schakelen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
77
B
Onbruikb. app.
USB-Apparaat
Loskoppelen.
Een USB-apparaat of een USB-
flashstation dat niet wordt
ondersteund, is aangesloten op de
USB Direct Interface.
Ga naar http://solutions.brother.com/
voor meer informatie.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface. Schakel de machine
uit en vervolgens weer in.
Onvoldoende faxgeh.
Het faxgeheugen is vol. Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Wis de gegevens in het geheugen.
Om extra geheugen vrij te maken
kunt u de functie voor ontvangen in
het geheugen uitschakelen.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
Geheugenontvangst uitschakelen)
Druk de faxen in het geheugen af.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
Een fax uit het geheugen
afdrukken)
Origineel niet
gedetecteerd
Het origineel (schijf of foto) wordt
tijdens het scannen niet gedetecteerd
door de machine.
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Verwijder eventueel vuil van de
glasplaat.
Kies het type document (schijf of
papier) voordat u begint met
scannen.
Sluit het scannerdeksel tijdens het
scannen.
Leg slechts één vel op de
glasplaat.
Controleer of het document goed
op de glasplaat ligt.
Pap. vast
[vr, achter]
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
uu pagina 85.
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
78
Papier nazien De fotopapierlade is in de stand voor
het afdrukken van foto's.
Zet de fotopapierlade in de normale
afdrukstand.
(Zie stap d en de belangrijke
opmerking in Fotopapier laden
uu pagina 16.)
Het papier in de machine is op of het
papier is niet juist in de papierlade
geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Plaats papier in de papierlade en
druk vervolgens op Mono Start of
Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het
terug in de papierlade en druk op
Mono Start of Kleur Start.
(Zie Papier en andere afdrukmedia
laden uu pagina 12.)
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Printer of papier
vastgelopen uu pagina 83.
Als deze fout vaak optreedt tijdens
dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig
afdrukken, zijn de
papierdoorvoerrollen mogelijk vuil.
Reinig de papierdoorvoerrollen.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
De papierinvoerrollen reinigen)
Er heeft zich papierstof opgehoopt op
het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Reinig de papierdoorvoerrollen.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
De doorvoerrollen voor papier
reinigen)
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Controleer of de klep ter verwijdering
van vastgelopen papier aan beide
zijden goed is gesloten. (Zie Printer of
papier vastgelopen uu pagina 83.)
Papier vast [achter]
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de achterkant van de
machine uu pagina 84.
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op
het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Maak de invoerrollen voor het papier
schoon.
(uu
Uitgebreide gebruikershandleiding
:
De doorvoerrollen voor papier
reinigen)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
79
B
Papier vast [voor] Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier
volgens de stappen in Papier is
vastgelopen aan de voorkant van de
machine uu pagina 83.
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat.
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk
XX
Scan onmogelijk XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of afgescheurd papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
eventuele vreemde voorwerpen en
papiersnippers uit het binnenste van
de machine. Als het probleem hiermee
niet is verholpen, haalt u de stekker
van de machine uit het stopcontact en
steekt u deze na enkele minuten weer
in het stopcontact.
(De machine kan ongeveer 24 uur
uitgeschakeld zijn zonder dat faxen in
het geheugen verloren gaan. Zie
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten uu pagina 81.)
Schijf vast [achter]
De schijf is tijdens het printen vast
komen te zitten.
Zorg dat er genoeg ruimte is achter de
machine.
Til het scannerdeksel op. Duw de
schijflade voorzichtig naar de
achterkant van de machine en
verwijder de schijflade.
(Zie De schijflade is vastgelopen aan
de achterkant van de machine
uu pagina 90.)
Schijf vast [voor] De schijf is tijdens het printen vast
komen te zitten. De schijflade is
automatisch uit de voorkant van de
machine uitgeworpen.
Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
(Zie De schijflade is vastgelopen aan
de voorkant van de machine
uu pagina 89.)
Schijflade
gehinderd achteraan
Er is onvoldoende ruimte achter de
machine voor doorvoer van de
schijflade. De schijflade is
automatisch uit de voorkant van de
machine uitgeworpen.
Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
(Zie De schijflade is vastgelopen aan
de voorkant van de machine
uu pagina 89.)
De schijflade is achteraan in de
machine blijven zitten.
Zorg dat er genoeg ruimte is achter de
machine.
Til het scannerdeksel op. Duw de
schijflade voorzichtig naar de
achterkant van de machine en
verwijder de schijflade.
(Zie De schijflade is vastgelopen aan
de achterkant van de machine
uu pagina 90.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
80
Schijflade niet
ingevoerd
De schijflade is niet in de schijfgeleider
geplaatst.
Plaats de schijflade met schijf in de
schijfgeleider en zorg dat de
driehoekjes op één lijn liggen. Druk op
Start.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen.
Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
Touchscreen
initial. mislukt
Het touchscreen is aangeraakt
voordat het inschakelen was voltooid.
Zorg ervoor dat niets het touchscreen
aanraakt of dat niets op het
touchscreen ligt.
Tussen het onderste deel van het
touchscreen en het frame kan zich vuil
hebben opgehoopt.
Steek een stuk stevig papier tussen
het onderste deel van het touchscreen
en het frame en schuif het stuk papier
heen en weer om het vuil te
verwijderen.
Verkeerde kleur inkt
Er is een kleurencartridge op de
positie van de zwarte cartridge
geïnstalleerd.
Controleer welke inktcartridges niet op
de juiste positie zijn geïnstalleerd en
verplaats ze naar hun correcte positie.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
81
B
Foutanimatie B
Met foutanimatie worden stapsgewijs
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d drukken
om een stap terug te gaan.
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten B
Het kan gebeuren dat een van de volgende
foutmeldingen op het LCD-scherm wordt
weergegeven:
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
In dat geval verdient het aanbeveling de
faxen naar een andere faxmachine of uw pc
over te brengen. (Zie Faxen naar een andere
faxmachine overbrengen uu pagina 81 of
Faxen naar uw pc overbrengen
uu pagina 81.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
controleren of er faxen zijn die u moet
overbrengen. (Zie Het faxjournaal naar een
andere machine overbrengen
uu pagina 82.)
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de overdrachtsmodus niet openen.
(uuInstallatiehandleiding: Persoonlijke
gegevens invoeren (Stations-ID))
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service weer te
geven.
d Druk op Service.
e Druk op Dataoverdracht.
f Druk op Fax overdracht.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine.
Druk op Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
h Druk op Mono Start.
Faxen naar uw pc overbrengen B
U kunt de faxen in het geheugen van de
machine naar uw pc overbrengen.
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Zorg ervoor dat u MFL-Pro Suite op uw
PC hebt geïnstalleerd en schakel
vervolgens PC-FAX Ontvangst op de
pc in. (uuSoftwarehandleiding: PC-FAX
Ontvangen)
c Zorg ervoor dat u PC-FAX ontvangen
hebt geselecteerd op de machine.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding:
PC-Fax ontvangen (alleen Windows
®
))
Als zich faxen in het geheugen van de
machine bevinden wanneer u PC-FAX
ontvangen instelt, wordt u gevraagd of u
de faxen wilt overbrengen naar uw pc.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om alle faxen over te
brengen naar uw pc. U wordt
gevraagd of u ook de
reserveafdrukoptie wilt inschakelen.
Druk op Nee om het menu te verlaten
en de faxen in het geheugen te laten.
e Druk op Stop/Eindigen.
82
Het faxjournaal naar een andere
machine overbrengen
B
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de overdrachtsmodus niet openen.
(uuInstallatiehandleiding: Persoonlijke
gegevens invoeren (Stations-ID))
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Service weer te
geven.
d Druk op Service.
e Druk op Dataoverdracht.
f Druk op Report overdr.
g Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden doorgestuurd.
h Druk op Mono Start.
Document vastgelopen B
Documenten kunnen in de ADF vastlopen als
ze niet goed worden geplaatst of
doorgevoerd, of als de documenten te lang
zijn. Volg de onderstaande stappen om een
vastgelopen document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde
van de ADF vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Open het ADF-deksel.
c Verwijder het vastgelopen document
door het omhoog te trekken.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
BELANGRIJK
Om het vastlopen van documenten te
voorkomen, sluit u het ADF-deksel op de
juiste manier door er voorzichtig in het
midden op te drukken.
Problemen oplossen
83
B
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Eindigen.
Printer of papier vastgelopen B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats
waar het in de machine is vastgelopen.
Papier is vastgelopen aan de voorkant
van de machine
B
Als Papier vast [voor] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
BELANGRIJK
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen, overbrengen naar uw pc of
een andere faxmachine voordat u de
stekker van de machine uit het
stopcontact haalt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. (Zie
Faxberichten of Faxjournaal overzetten
uu pagina 81.)
b Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
84
c Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
d Til het klepje ter verwijdering van
vastgelopen papier op en verwijder alle
papierresten.
e Duw de papierlade stevig terug in de
machine.
f Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun naar buiten tot u een
klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep uit.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
g Sluit het netsnoer weer aan.
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
B
Als Papier vast [achter] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
BELANGRIJK
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen, overbrengen naar uw pc of
een andere faxmachine voordat u de
stekker van de machine uit het
stopcontact haalt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. (Zie
Faxberichten of Faxjournaal overzetten
uu pagina 81.)
b Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
1
1
Problemen oplossen
85
B
c Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
d Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
e Sluit het netsnoer weer aan.
Papier is vastgelopen aan de voor- en
achterkant van de machine
B
Als Pap. vast [vr, achter] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
BELANGRIJK
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen, overbrengen naar uw pc of
een andere faxmachine voordat u de
stekker van de machine uit het
stopcontact haalt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. (Zie
Faxberichten of Faxjournaal overzetten
uu pagina 81.)
b Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
c Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
1
86
d Til het klepje ter verwijdering van
vastgelopen papier op en verwijder alle
papierresten.
e Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
f Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
g Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
h Zet het scannerdeksel (1) met beide
handen in de geopende stand met
behulp van de plastic lipjes aan
weerszijden van de machine.
Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (2) en (3).
1
1
2
3
Problemen oplossen
87
B
BELANGRIJK
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de rechterhoek
bevindt (zie illustratie), kunt u deze niet
verplaatsen. Sluit het netsnoer weer aan.
Houd Stop/Eindigen ingedrukt totdat de
printkop naar het midden wordt verplaatst.
Haal vervolgens de stekker van de
machine uit het stopcontact en verwijder
het papier.
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
i Pak de plastic lipjes aan weerszijden
van de machine met beide handen vast
en sluit het scannerdeksel voorzichtig.
j Duw de papierlade stevig terug in de
machine.
k Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun naar buiten tot u een
klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep uit.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
l Sluit het netsnoer weer aan.
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
B
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
BELANGRIJK
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen, overbrengen naar uw pc of
een andere faxmachine voordat u de
stekker van de machine uit het
stopcontact haalt, zodat u geen
belangrijke berichten verliest. (Zie
Faxberichten of Faxjournaal overzetten
uu pagina 81.)
b Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun naar binnen. Trek de
papierlade volledig uit de machine.
88
c Open de schijfgeleider.
d Zet het scannerdeksel (1) met beide
handen in de geopende stand met
behulp van de plastic lipjes aan
weerszijden van de machine.
Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (2) en (3).
BELANGRIJK
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de rechterhoek
bevindt (zie illustratie), kunt u deze niet
verplaatsen. Sluit het netsnoer weer aan.
Houd Stop/Eindigen ingedrukt totdat de
printkop naar het midden wordt verplaatst.
Haal vervolgens de stekker van de
machine uit het stopcontact en verwijder
het papier.
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
e Controleer of alle vastgelopen papier uit
de schijfgeleider is verwijderd.
2
1
1
2
3
Problemen oplossen
89
B
f Sluit de schijfgeleider.
g Pak de plastic lipjes aan weerszijden
van de machine met beide handen vast
en sluit het scannerdeksel voorzichtig.
h Duw de papierlade stevig terug in de
machine.
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun naar buiten tot u een
klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep uit.
Let erop dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot u een klik hoort.
j Sluit het netsnoer weer aan.
Schijf vastgelopen B
Haal de schijflade uit de machine, afhankelijk
van de plaats waar de schijf in de machine is
vastgelopen.
De schijflade is vastgelopen aan de
voorkant van de machine
B
Als Schijf vast [voor] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
c Sluit de schijfgeleider.
d Sluit het netsnoer weer aan.
90
De schijflade is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
B
Als Schijf vast [achter] wordt
weergegeven op het LCD-scherm, volgt u de
volgende stappen:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Zorg dat er voldoende ruimte achter de
machine is om de schijflade te
verwijderen.
c Pak de plastic lipjes aan weerszijden
van de machine met beide handen vast
en zet het scannerdeksel in de
geopende stand.
d Duw de schijflade voorzichtig naar de
achterkant van de machine.
e Trek de schijflade uit de achterkant van
de machine.
Problemen oplossen
91
B
f Pak de plastic lipjes aan weerszijden
van de machine met beide handen vast
en sluit het scannerdeksel voorzichtig.
g Sluit de schijfgeleider.
h Sluit het netsnoer weer aan.
92
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kunt u de onderstaande tabel bekijken en de
tips voor het oplossen van problemen volgen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Als u problemen met uw machine hebt B
Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel of de draadloze verbinding tussen de machine en uw
computer. (uuInstallatiehandleiding)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de aan/uit-
knop ( ) brandt.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.
(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 65.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Foutmeldingen uu pagina 71.)
Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 65 als op het LCD-scherm
Kan niet afdr. en Vervang inkt worden weergegeven.
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
(Alleen Windows
®
-gebruikers)
Controleer of de machine online is. Klik op start en dan op
Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXXX (waarbij XXXXX uw modelnaam is) en zorg dat Printer off
line gebruiken uitgeschakeld is.
Problemen oplossen
93
B
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 69.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling
Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat
u gebruikt.
Zie Papiersoort uu pagina 20.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. In de volgende
omstandigheden kan de inkt klonteren:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven maximaal twee jaar bruikbaar, mits zij in hun
originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge is al langer dan zes maanden in uw machine gnstalleerd.
De inktcartridge isór gebruik niet goed opgeslagen.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan
originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van
een ander merk, wordt door Brother afgeraden.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 21.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 C en
33 C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 69.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 21.)
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 69.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Tekens en regels zijn vlekkerig. Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren uu pagina 70.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden uu pagina 12.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Er zit een vlek middenboven op de
afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 21.)
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Geschikt papier en andere
afdrukmedia uu pagina 21.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Stel de juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in voor de printerdriver.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
94
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (uuUitgebreide gebruikershandleiding:
De geleiderol van de machine reinigen)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 12.)
Controleer of er inkt op de papierdoorvoerrol zit.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld.
(Windows
®
-gebruikers)
Op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver klikt u op Kleurinstellingen en
heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
(Macintosh-gebruikers)
In de printerdriver kiest u Afdrukinstellingen, klikt u op Geavanceerd, kiest u
Andere afdrukopties en heft u de selectie van Bi-directioneel afdrukken op.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Kan niet afdrukken met ‘Pagina
layout’.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere
kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd (Windows
®
) of
Afdrukinstellingen (Macintosh) van de printerdriver. Klik ook op
Kleurinstellingen en schakel Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder Marges uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
minstens 24-bits kleurgegevens.
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de invoerrollen voor het papier schoon.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: De doorvoerrollen voor papier reinigen)
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden uu pagina 12.)
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste
papierformaat. (Zie Printer of papier vastgelopen uu pagina 83.)
Het papier loopt vast bij
dubbelzijdig kopiëren of afdrukken.
Gebruik een van de instellingen ter voorkoming van papierstoringen, DX1 of DX2.
Voor kopiëren
uuUitgebreide gebruikershandleiding: Dubbelzijdig kopiëren
Voor afdrukken
uuSoftwarehandleiding: Duplex / Folder (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Dubbelzijdig afdrukken (Macintosh)
Als papierstoringen vaak optreden tijdens dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig
afdrukken, zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil. Reinig de
papierdoorvoerrollen. (uuUitgebreide gebruikershandleiding: De
papierinvoerrollen reinigen)
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
95
B
Afgedrukte pagina’s worden niet
goed gestapeld.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 12.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie.
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken (Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding: Afdrukken en faxen (Macintosh)
De inkt vlekt of loopt uit bij het
gebruik van glanzend fotopapier.
Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende
(bedrukbare) oppervlak naar beneden. (Zie Papiersoort uu pagina 20.)
Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld.
Bij het bedrukken van een schijf,
wordt er inkt op de schijflade
gemorst.
Gebruik de toepassing voor het afdrukken van etiketten wanneer u de schijf
bedrukt.
Wijzig de afdrukpositie.
uuSoftwarehandleiding: De afdrukpositie wijzigen
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Gecomprimeerde afdruk en witte
strepen over de pagina of de
boven- of onderkant van zinnen
worden niet afgedrukt.
Er is waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding met een atmosferische of
andere storing op de telefoonlijn. Vraag aan de verzendende partij om de fax
opnieuw te verzenden.
Ontvangen faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
De scanner van de afzender kan vuil zijn. Vraag de afzender een kopie te maken
om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van de
verzender. Probeer om de faxen via een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleureninktcartridges die aan het einde van de gebruiksduur zijn en
vraag dan de andere partij om de kleurenfax opnieuw te verzenden.
(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 65.)
De linker- en rechtermarge
ontbreken of een enkele pagina
wordt op twee pagina's afgedrukt.
Schakel Auto reductie in. (uu Uitgebreide gebruikershandleiding: Een verkleinde
afdruk van een inkomende fax maken)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
Controleer of de stekker in het stopcontact zit en de machine ingeschakeld is.
Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Wijzig de instelling Toon/Puls. (uuInstallatiehandleiding)
Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon
hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te
controleren als u geen kiestoon hoort.
De machine neemt niet op als er
wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie De ontvangstmodus kiezen uu pagina 32.) Luister of u een kiestoon hoort.
Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt.
Als de machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u de aansluiting
van het telefoonsnoer. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de
machine niet overgaat als u deze belt.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
96
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen
uu pagina 40.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax verzenden. Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het
telefoonstopcontact en de lijningang van de machine is aangesloten.
Controleer of de toets FAX brandt.
Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier
bevat.
Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten)
Op het verzendrapport staat
RESULT:FOUT”.
Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend
de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport
RESULT:FOUTstaat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen. Om
extra geheugen vrij te maken kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen
uitschakelen (uuUitgebreide gebruikershandleiding: Geheugenontvangst
uitschakelen), faxberichten vanuit het machinegeheugen afdrukken
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: Een fax uit het geheugen afdrukken) of
een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren.
(Zie Een actieve fax annuleren uu pagina 30.)
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: Taken in wachtrij controleren en
annuleren) Vraag het telefoonbedrijf uw telefoonlijn te controleren als het
probleem aanhoudt.
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het menu Compatibel wijzigen in
Basic(voorVoIP).
(Zie Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 101.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen
uu pagina 40.)
Slechte kwaliteit bij het verzenden
van faxen.
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie
van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit niet goed is, reinigt u de
scanner. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 68.)
Verzonden faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
Zwarte verticale lijnen op door u verzonden faxen worden doorgaans veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook.
(Zie De glasplaat reinigen uu pagina 68.)
Problemen oplossen
97
B
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem Suggesties
De machine “hoort” een stem als
een faxtoon.
Als Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden.
Bepaalde stemmen of muziek op de lijn worden dan waargenomen als een
faxapparaat dat belt, zodat de machine reageert met faxontvangsttonen.
Deactiveer de machine door op Stop/Eindigen te drukken. U kunt dit probleem
voorkomen door Fax waarnemen uit te schakelen.
(Zie Fax Waarnemen uu pagina 35.)
Een faxoproep naar de machine
sturen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede of extern toestel, toetst u de
code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is l 51). Als u de oproep
hebt beantwoord op een extern telefoontoestel, drukt u op Start om de fax te
ontvangen. Als uw machine de oproep beantwoordt, hangt u op.
Aangepaste functies op een enkele
lijn.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave, een
alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt
met uw machine, kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van
faxen.
Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere
afzonderlijke dienst en het signaal daarvan wordt via de telefoonlijn doorgegeven
terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal tijdelijk het
verzenden of ontvangen van faxen verstoren. Met de ECM-modus
(foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem heeft
betrekking op telefoonsystemen en komt algemeen voor bij apparaten die
informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met
andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen
kunnen voordoen, raden wij u aan om een aparte telefoonlijn zonder aangepaste
functies te gebruiken.
Problemen met kopren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of de toets KOPIE brandt.
Slechte kopieerresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 26.)
Op kopieën worden verticale
zwarte lijnen of strepen afgedrukt.
Verticale zwarte lijnen of strepen op kopin worden doorgaans veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De
glasplaat reinigen uu pagina 68.)
Paginavulling werkt niet goed. Controleer of het brondocument niet scheef ligt.
Leg het document recht en probeer het opnieuw.
98
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw
scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in PaperPort™12SE met OCR
op Scaninstellingen, Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te
selecteren.
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op File (Bestand), Select Source (Bron selecteren) en
selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver.
Bij gebruik van Mac OS X 10.6.x kunt u ook documenten via de ICA-
scannerdrivers scannen.
uuSoftwarehandleiding: Documenten scannen met de ICA-driver
(Mac OS X 10.6.x)
Slechte scanresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 26.)
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
(Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren.
Zie Brother-support openen (Macintosh) uu pagina 5 voor verdere instructies.
Problemen met software
Probleem Suggesties
Software kan niet worden
geïnstalleerd of er kan niet worden
afgedrukt.
(Alleen gebruikers van Windows
®
)
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
Apparaat bezet Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
Kan geen afbeeldingen afdrukken
vanuit FaceFilter Studio.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio
installeren vanaf de cd-rom die bij uw machine is geleverd.
(uuInstallatiehandleiding)
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine
is ingeschakeld en is aangesloten op uw computer. U hebt dan toegang tot alle
functies van FaceFilter Studio.
Problemen oplossen
99
B
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
2 Als u ‘Uitwerpen’ hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
3 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in
gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.
4 Als de bovenstaande instructies geen effect hebben, zet u uw pc en machine
uit en vervolgens weer aan.
Geen toegang tot Verwisselbare
schijf via bureaubladpictogram.
Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashstation goed hebt geplaatst.
Een gedeelte van de foto ontbreekt
op de afdruk.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld.
(uuUitgebreide gebruikershandleiding: Afdrukken zonder rand en Bijsnijden
(crop))
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk is
onmogelijk.
Controleer of uw machine aanstaat en online en gebruiksklaar is. Druk de
netwerkconfiguratielijst af (uuUitgebreide gebruikershandleiding: Rapporten) en
controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst. Sluit de LAN-kabel weer
aan op de hub om te controleren of de kabels en de netwerkaansluitingen in orde
zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van
uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, wordt op de
machine twee seconden lang LAN Actief weergegeven.
Als u een draadloze verbinding gebruikt of als er netwerkproblemen optreden
uuNetwerkhandleiding: Problemen oplossen
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Windows
®
-gebruikers)
Netwerkscannen is alleen mogelijk als uw beveiligings-/firewallsoftware hiervoor
is geconfigureerd. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor
netwerkscannen toe te voegen:
Naam: een willekeurige beschrijving (bijvoorbeeld Brother NetScan)
Poortnummer: 54925
Protocol: UDP
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
(Macintosh-gebruikers)
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de
modellijst in ControlCenter2.
100
De functie PC-FAX ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Alleen Windows
®
-gebruikers)
U kunt PC-FAX ontvangen alleen gebruiken als uw beveiligings-/firewallsoftware
hiervoor is geconfigureerd. Om poort 54926 toe te voegen voor PC-FAX
ontvangen via het netwerk, voert u de onderstaande gegevens in:
Naam: een willekeurige beschrijving (bijvoorbeeld Brother PC-FAX ontvangen)
Poortnummer: 54926
Protocol: UDP
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
De software van Brother kan niet
worden geïnstalleerd.
(Windows
®
-gebruikers)
Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw
beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite.
(Macintosh-gebruikers)
Als u een firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
schakelt u deze uit voordat u de Brother-software installeert.
Kan geen verbinding maken met
het draadloze netwerk.
Onderzoek het probleem met WLAN-rapport.
Druk op Menu en druk dan op a of b om Print lijsten weer te geven. Druk op
Print lijsten. Druk op a of b om WLAN-rapport weer te geven en druk dan
op WLAN-rapport.
(uuNetwerkhandleiding)
De netwerkinstellingen resetten. Druk op Menu en druk dan op a of b om Netwerk weer te geven. Druk op
Netwerk. Druk op a of b om Netw. resetten weer te geven en druk dan op
Netw. resetten.
(uuNetwerkhandleiding)
Problemen met het touchscreen
Probleem Suggesties
De kiestoetsen werken niet als
nummers of tekens worden
ingevoerd.
Gebruik de toetsen van het touchscreen om informatie in te voeren.
Netwerkproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
101
B
Kiestoon waarnemen B
Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw
machine standaard een bepaalde tijd voordat
deze het nummer kiest. Als u de kiestoon op
Waarneming instelt, kiest uw machine het
nummer zodra deze een kiestoon
waarneemt. Deze instelling spaart tijd als u
een fax naar veel verschillende nummers
verzendt. Als er na het wijzigen van de
instelling problemen optreden wanneer u
nummers kiest, moet u weer
Geen detectie instellen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Kiestoon weer te
geven.
e Druk op Kiestoon.
f Druk op Waarneming of
Geen detectie.
g Druk op Stop/Eindigen.
Storing op de
telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP) B
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van faxen door mogelijke storing
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het
menu Compatibel wijzigen, zodat de kans op
fouten door de modemsnelheid wordt
verkleind.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Compatibel weer te
geven.
e Druk op Compatibel.
f Druk op Hoog, Normaal of
Basic(voorVoIP).
Basic(voorVoIP) verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps en
schakelt het ontvangen van
kleurenfaxen en ECM uit, behalve
het verzenden van kleurenfaxen.
Gebruik deze instelling alleen indien
nodig, bijvoorbeeld als u vaak storing
op de telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-voorzieningen te verbeteren,
raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in
Basic(voorVoIP).
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
Hoog verhoogt de modemsnelheid
tot 33.600 bps (fabrieksinstelling).
g Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruikmaakt van
een internetverbinding in plaats van een
traditionele telefoonlijn.
102
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controleren B
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het scherm.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info weer
te geven.
c Druk op Machine-info.
d Druk op Stop/Eindigen.
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-adresgegevens,
herstellen.
2 Snelkiez.&fax
Met snelkiez.&fax reset u de volgende
instellingen:
Snelkiezen
(Snelkiezen en Groepen instellen)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Verzenden polling, Tijdklok en
Verzamelen)
Stations-ID
(Naam en Fax)
Opties voor faxen op afstand
(Fax Doorzenden)
Rapport- en lijstinstellingen
(Verzendrapport, Kieslijst en Fax
Journaal)
Overzicht
(Overz. beller-ID en Uitg. Gesprek)
Faxen in het geheugen
3 Alle instell.
U kunt alle instellingen terugzetten naar
de fabrieksinstellingen.
Brother raadt u met klem aan deze
procedure uit te voeren voordat u de
machine van de hand doet of aan een
ander overdraagt.
Opmerking
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. selecteert.
De machine resetten
B
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
c Druk op Stand.instel.
d Druk op a of b om Reset weer te geven.
e Druk op Reset.
f Druk op de functie die u wilt resetten.
g Druk op Ja ter bevestiging.
h Houd Ja twee seconden ingedrukt om
de machine opnieuw op te starten.
103
C
C
Programmeren op het
scherm
C
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig via het LCD-scherm kan worden
geprogrammeerd met behulp van de
menutoetsen op het touchscreen.
Programmeren via het scherm is uiterst
eenvoudig en helpt u alle functies van uw
machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze
aanwijzingen weergegeven om u te helpen
uw machine te programmeren. U hoeft alleen
de aanwijzingen op te volgen die u door de
menuselecties en de programmeeropties
leiden.
Menu en functies C
104
Menutabel C
De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de
machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
Tijdklokstand Uit
0 Sec.
30 Sec.
1 Min
2 Min.*
5 Min.
Hiermee kunt u instellen
na hoeveel tijd de
machine weer in de FAX-
modus wordt gezet.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort in de
papierlade instellen.
20
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
20
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
10
Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee stelt u het
volume van de
waarschuwingstoon in.
10
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee stelt u het
volume van de
luidspreker in.
11
Aut. zomertijd
Aan*
Uit
Hiermee wordt
automatisch de zomertijd
ingesteld.
Zie .
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
105
C
Standaardinst.
(Vervolg)
LCD instell.
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
aanpassen.
11
Lichtdim-timer
Uit
10 Sec.
20 Sec.
30 Sec.*
Hiermee kunt u instellen
hoe lang de
achtergrondverlichting
van het LCD-scherm blijft
branden nadat u op een
toets hebt gedrukt.
Zie .
Slaapstand 1Min
2 Min.
3 Min.
5 Min.*
10 Min.
30 Min.
60 Min.
Hiermee kunt u
selecteren na hoeveel tijd
de machine bij inactiviteit
in de slaapstand wordt
gezet.
Fax Ontvangstmenu Belvertraging 0
1
2*
3
4
5
6
De belvertraging bepaalt
hoe vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in de
modus Alleen Fax of
Fax/Telefoon.
34
F/T Beltijd 20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Hiermee stelt u de duur
van het dubbele
belsignaal in de
Fax/Telefoon-modus in.
34
Faxvoorbeeld Aan
Uit*
U kunt binnengekomen
faxen vooraf bekijken.
36
Fax Waarnemen Aan*
Uit
Hiermee worden faxen
automatisch ontvangen
wanneer u een oproep
beantwoordt en de
faxtoon hoort.
35
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
106
Fax
(Vervolg)
Ontvangstmenu
(Vervolg)
Act.Op Afst. Aan*
(l51, #51)
Uit
U kunt alle oproepen op
een tweede of extern
toestel aannemen en
codes gebruiken om de
machine in of uit te
schakelen. U kunt deze
codes wijzigen.
44
Auto reductie Aan*
Uit
Hiermee worden
binnenkomende faxen
verkleind tot het beschikbare
papierformaat.
Zie .
Geheugenontv. Uit*
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
U kunt de machine instellen
om faxen door te zenden,
inkomende faxen in het
geheugen op te slaan (zodat
u ze kunt ophalen wanneer u
niet in de buurt van uw
machine bent) of faxen naar
uw pc over te brengen.
Als u Fax Doorzenden of
PC-Fax ontv. kiest, kunt u de
beveiligingsfunctie
Reserveafdruk inschakelen.
Kies rapport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Kies de begininstellingen
voor het verzendrapport.
31
Journaal tijd Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
Hiermee stelt u de interval
in voor het automatisch
afdrukken van het
faxjournaal.
Als u een andere
instelling hebt gekozen
dan Uit of
Na 50 faxen, kunt u de
tijd voor de gekozen optie
instellen.
Als u Elke 7 dagen
hebt gekozen, kunt u de
dag van de week
instellen.
Zie .
Print document
Hiermee drukt u
binnengekomen faxen af
die in het geheugen zijn
opgeslagen.
Afst.bediening
--- Hiermee stelt u uw eigen
code voor
afstandsbediening in.
Rest. jobs ——
Hiermee kunt u
geselecteerde taken
annuleren en controleren
welke taken in het
geheugen zijn opgeslagen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
107
C
Fax
(Vervolg)
Diversen
Beveiligd geh.
Hiermee worden alle
functies geblokkeerd,
behalve het ontvangen
van faxen in het
geheugen.
Zie .
Beller ID Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
opgeslagen gegevens
van de laatste 30 bellers
bekijken of afdrukken.
39
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
108
Menu Netwerk C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
Netwerk LAN met
kabel
TCP/IP BOOT Method
Automatisch
*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Kies de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
Zie .
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppuntnaam
BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de
knooppuntnaam
in.
WINS Config
Automatisch
*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
WINS-server
opgeven.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire DNS-
server opgeven.
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe
van het link-local
adresbereik.
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
109
C
Netwerk
(Vervolg)
LAN met kabel
(Vervolg)
Ethernet
Automatisch
*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-
linkmodus.
Zie .
MAC-adres U kunt het MAC-
adres van de
machine
bekijken.
WLAN TCP/IP BOOT Method
Automatisch
*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het beste aan
uw eisen voldoet.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppuntnaam
BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de
knooppuntnaam
in.
WINS Config
Automatisch
*
Statisch
Selecteert de
WINS-
configuratiemodus.
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u het
IP-adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server opgeven.
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire DNS-
server opgeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
110
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
APIPA Aan*
Uit
Wijst automatisch
het IP-adres toe
van het link-local
adresbereik.
Zie .
Inst. Wizard
U kunt de
afdrukserver voor
een draadloos
netwerk
handmatig
instellen.
WPS/AOSS ——
U kunt uw
draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
één druk op de
knop.
WPS m/pincode
——
U kunt uw
draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
Status WLAN Status U kunt de huidige
status van het
draadloze
netwerk nagaan.
Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte
van het draadloze
netwerk nagaan.
SSID U kunt de huidige
SSID nagaan.
Comm. Modus
U kunt de huidige
communicatiemodus
nagaan.
MAC-adres U kunt het MAC-
adres van de
machine
bekijken.
Netwerk I/F LAN met
kabel*
WLAN
U kunt het type
netwerkverbinding
kiezen.
Netw.
resetten
———
Hiermee worden
alle
fabrieksinstellingen
van het netwerk
hersteld.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Pagina
Netwerkhandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
111
C
Menu (vervolg) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Print lijsten
Verzendrapport
Hiermee drukt u deze
lijsten en rapporten af.
Zie .
Kieslijst Alfabet.
volgorde
Nummervolgorde
Fax Journaal ——
Gebruikersinst
——
Netwerk Conf. ——
WLAN-rapport ——
Overz.
beller-ID
——
Machine-info Serienummer Hiermee kunt u het
serienummer van uw
machine bekijken.
102
Stand.instel.
Ontvangstmodus
Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Hiermee kiest u de
ontvangstmodus die het
beste aan uw behoeften
voldoet.
32
Datum&Tijd De datum en de tijd
worden op het LCD-
scherm en op de
kopteksten van
verzonden faxen
weergegeven.
Zie .
Stations-ID Fax:
Naam:
Hiermee kunt u opgeven
welke naam en welk
faxnummer moeten
worden afgedrukt op elke
pagina die u faxt.
Toon/Puls Toon*
Puls
Selecteer de kiesmodus.
Kiestoon Waarneming
Geen detectie
*
Hiermee schakelt u
kiestoonherkenning in of
uit.
101
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Hiermee kiest u het type
telefoonlijn.
40
Compatibel Hoog*
Normaal
Basic(voorVoIP)
Hiermee past u de
modemsnelheid aan om
verzendproblemen te
verhelpen.
101
Uitgebreide gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
112
Stand.instel.
(Vervolg)
Reset Netwerk Hiermee worden de
fabrieksinstellingen van
de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-
adresgegevens, hersteld.
102
Snelkiez.&fax Hiermee verwijdert u alle
opgeslagen
snelkiesnummers en
faxen en herstelt u de
fabriekinstellingen van de
stations-ID, de
snelkieslijst, het
verzendrapport en het
faxjournaal.
Alle instell. Hiermee worden alle
fabrieksinstellingen van
de machine hersteld.
Schijfafdruk
uitlijnen
U kunt de afdrukpositie
uitlijnen.
Zie .
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
113
C
FAX ( ) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Oproepoverz. Uitg. Gesprek Fax versturen U kunt een nummer
kiezen uit het overzicht
van uitgaande
gesprekken en er een fax
naar verzenden, het
toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
47
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
Overz.beller-ID
Fax versturen
U kunt een nummer kiezen
uit het
nummerweergaveoverzicht
en er vervolgens een fax
naar verzenden, het
nummer toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
47
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
Snelkiezen Fax versturen U kunt een nummer
kiezen door slechts op
een paar toetsen (en
Start) te drukken.
46
Meer Snelkiezen
instellen
Hiermee slaat u
snelkiesnummers op,
zodat u een nummer kunt
kiezen door slechts op
een paar toetsen (en
Start) op het touchscreen
te drukken.
48
Groepen
instellen
U kunt groepsnummers
instellen voor
groepsverzenden.
Zie .
Wijzigen U kunt snelkiesnummers
wijzigen.
49
Verwijder U kunt snelkiesnummers
verwijderen.
Faxresolutie ——Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de
resolutie voor uitgaande
faxen in.
Zie .
Contrast ——Auto*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
114
Geavanc.
instell.
Rondsturen
Nummer toevoeg.
U kunt eenzelfde
faxbericht naar meerdere
faxnummers tegelijk
verzenden.
Zie .
Snelkies
Voorbeeld Aan
Uit*
U kunt een faxbericht
eerst bekijken voordat u
het verzendt.
30
Tijdklok Aan
Uit*
Hiermee kunt instellen op
welk tijdstip (in
24-uursnotatie) de
uitgestelde faxen moeten
worden verzonden.
Zie .
Verzamelen Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen naar
eenzelfde faxnummer
samengevoegd en op een
bepaald tijdstip in één
keer verzonden.
Direct
verzenden
Aan
Uit*
U kunt faxen verzenden
zonder gebruik te maken
van het geheugen.
Verzenden
polling
Stand.
Beveilig
Uit*
Hiermee kan het
document op uw machine
door een andere
faxmachine worden
opgehaald.
Ontvangen
polling
Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Hiermee stelt u uw
machine in om
faxberichten van een
andere faxmachine op te
vragen (pollen).
Inter-
nationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het verzenden van faxen
naar het buitenland, zet u
deze optie op Aan.
Scanformaat
glas
A4*
Letter
Hiermee wijzigt u het
scanformaat van de
glasplaat voor faxen.
30
Nieuwe
standaard
——Faxresolutie
Contrast
Voorbeeld
Direct Verzend
Scanformaat
glas
U kunt uw faxinstellingen
opslaan.
Zie .
Fabrieks-
instellingen
———U kunt alle
fabrieksinstellingen
herstellen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
115
C
SCAN ( ) C
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
naar bestand Hiermee kunt u een
zwart-wit- of
kleurendocument in uw
computer scannen.
Zie .
naar media
(Wanneer een
geheugenkaart of
USB-flashstation
is geplaatst)
Kwaliteit Kleur 100 dpi
Kleur 200 dpi
*
Kleur 300 dpi
Kleur 600 dpi
Z/W 100 dpi
Z/W 200 dpi
Z/W 300 dpi
U kunt de scanresolutie
en het bestandsformaat
voor uw document kiezen.
57
Bestandstype (Als u Kleur hebt
gekozen als
instelling voor
Kwaliteit)
PDF*
JPEG
(Als u Z/W hebt
gekozen als
instelling voor
Kwaliteit)
TIFF
PDF*
Bestandsnaam U kunt de bestandsnaam
wijzigen.
Automatisch
bijsnijden
Aan
Uit*
U kunt meerdere
documenten via de
glasplaat scannen en
deze rechtstreeks op een
geheugenkaart of USB-
flashstation opslaan.
Zie .
Nieuwe
standaard
Kwaliteit
Bestandstype
Automatisch
bijsnijden
U kunt uw
scaninstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Fabrieks-
instellingen
U kunt alle
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen
herstellen.
Softwarehandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
116
naar e-mail U kunt een zwart-wit- of
kleurendocument naar uw
e-mailtoepassing
scannen.
Zie .
naar OCR
(Beschikbaar
nadat Presto!
PageManager is
gedownload voor
Macintosh-
gebruikers. Zie
Brother-support
openen
(Macintosh)
uu pagina 5.)
U kunt een
tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
naar afb. U kunt een afbeelding in
kleur naar uw grafische
toepassing scannen.
Webservice
(Verschijnt na
installatie van
Web Service
Scan, dat wordt
weergegeven in
Windows
®
Verkenner op uw
computer.)
Scan U kunt gegevens scannen
met behulp van het
webserviceprotocol.
Scannen vr
e-mail
——
Scannen voor
OCR
——
Scannen voor
faxen
——
Scannen voor
afdr.
——
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
Softwarehandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
117
C
KOPIE ( ) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Kwaliteit ——Snel
Normaal*
Fijn
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor de
volgende kopie.
Zie .
Papiersoort ——Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
52
Papier-
formaat
——A4*
A5
10x15cm
Letter
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
52
Vergroten/
Verkleinen
100%* ——
Zie .
Vergroten
198% 10x15cm
i
A4
186% 10x15cm
i
LTR
141% A5iA4
Hiermee kunt u het
vergrotingspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Verkleinen 97% LTRiA4
93% A4iLTR
83% LGLiA4
69% A4iA5
47% A4
i
10x15cm
Hiermee kunt u het
verkleiningspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Paginavull. Het formaat wordt
automatisch afgestemd
op het door u ingestelde
papierformaat.
Custom(25-400%)
Hiermee kunt u het
vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
kiezen.
Dichtheid ——
Hiermee kunt de dichtheid
voor kopin aanpassen.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
Licht
-2
Donker
0
118
Stapel/
Sorteer
——Stapel*
Sorteer
U kunt ervoor kiezen om
meerdere kopieën te
laten stapelen of sorteren.
Zie .
Pagina layout ——Uit(1op1)*
2op1(P)
2op1(L)
2op1(id)
4op1(P)
4op1(L)
Poster (2x1)
Poster (2x2)
Poster (3x3)
U kunt N op 1, 2 op 1 ID of
posterkopieën maken.
Dubbelz.
kopiëren
Aan Geavanc. Normaal*
DX1
DX2
U kunt de instellingen
voor dubbelzijdig printen
kiezen.
Staand Omsl.
lange z.
Liggend Omsl.
lange z.
Staand Omsl.
korte z.
Liggend Omsl.
korte z.
Uit* ——
Geavanceerde
instellingen
——Uit*
Inktspaarmodus
Dun papier
kopiëren
Boek kop.
Watermerk kop.
U kunt verschillende
instellingen voor kopiëren
opgeven, zoals
Boek kop. en
Watermerk kop.
Favoriete
instellingen
Opslaan Favoriet: 1
Favoriet: 2
Favoriet: 3
U kunt uw favoriete
instellingen opslaan.
Naam wijzigen
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
119
C
Kopieerinstellingen voor het watermerk C
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Sjabloon
bewerken
Tekst VERTROUWEL.*
CONCEPT
KOPIE
Hiermee gebruikt u een
sjabloon om tekst als
watermerk in uw
document te plaatsen.
Zie .
Positie A
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Formaat Klein
Midden*
Groot
Hoek -90
-45*
0
+45
+90
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Kleur Zwart*
Groen
Blauw
Paars
Rood
Oranje
Geel
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
120
Afbeeld.
gebruiken
Scan
(
Geef het
watermerkdocument
op en druk op
Start.)
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
U kunt een logo of tekst
als watermerk op uw
document afdrukken door
een papieren document
te scannen.
Zie .
Media
(Kies een
afbeelding op een
medium)
Positie A
B
C
D
E*
F
G
H
I
Patroon
Hiermee kunt u een
afbeelding (logo of tekst)
op een verwisselbaar
medium als watermerk in
uw document plaatsen.
Formaat Klein
Midden*
Groot
Hoek -90
-45*
0
+45
+90
Transparantie -2
-1
0*
+1
+2
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
121
C
FOTO ( ) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Foto’s kijken
(Alle foto's
afdrukken)
(
Auto Correct
)
Zie de
afdrukinstellingen
in de volgende
tabel.
U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart of USB-
flashstation afdrukken.
56
(Diavoorst.)
De machine start een
diavoorstelling van uw
foto's.
De machine bepaalt het
meest geschikte effect
voor uw foto.
Zie .
Foto verbet. Verbeteren
(
Auto Correct
)
(
Huid verbeteren
)
(
Landschap verb.
)
(
Rood-oog Verw.
)
(Nachtfoto)
(Tegenlicht)
(Whiteboard)
(Monochroom)
(Sepia)
(
Rode ogen aut.
corr. en verw.
)
Zie de
afdrukinstellingen
in de volgende
tabel.
Met deze instellingen kunt
u uw foto's aanpassen.
Trimming U kunt uw foto bijsnijden
en een gedeelte van het
beeld afdrukken.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
122
Afdrukinstellingen C
Index afdr. Index
6 Images/Regel
5 Images/Regel
Zie Afdrukinstel-
lingen voor de in-
dexpagina
uu pagina 124.
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
Zie .
Foto’s
afdrukken
—Zie de
afdrukinstellingen
in de volgende
tabel.
U kunt een enkel beeld
afdrukken.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar
voor DPOF-
afdrukken.)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
*
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Papierform. 10x15cm*
13x18cm
A4
Letter
(Als A4 of Letter
is gekozen)
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afm.*
Hiermee kunt u het
papier- en afdrukformaat
kiezen.
Helderheid
(Niet beschikbaar
wanneer
Verbeteren is
gekozen.)
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
Donker
-2
Licht
0
Menu en functies
123
C
Contrast
(Niet beschikbaar
wanneer
Verbeteren is
gekozen.)
Hiermee kunt u het
contrast instellen.
Zie .
Kleur aanp.
(Niet beschikbaar
wanneer
Verbeteren is
gekozen.)
Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van het beeld verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het
beeld aanpassen.
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
——
Hiermee kunt u het beeld
rond de marge bijsnijden om
deze aan het papierformaat
of het afdrukformaat aan te
passen. Zet deze functie uit
wanneer u volledige beelden
wilt afdrukken of ongewenst
bijsnijden wilt vermijden.
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de randen van het
papier.
Datum afdr.
(Niet beschikbaar
voor DPOF-
afdrukken.)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
124
Afdrukinstellingen voor de indexpagina C
Nieuwe
standaard
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierform.
Helderheid
Contrast
Kleur aanp.
Bijsnijd(crop)
Zonder rand
Datum afdr.
U kunt uw
afdrukinstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Zie .
Fabrieksinstell.
———U kunt alle
fabrieksinstellingen
herstellen.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Zie .
Papierform. A4*
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
125
C
Snelkiezen () C
Oproepoverz. () C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Snelkiezen Fax versturen U kunt een nummer
kiezen door slechts op
een paar toetsen (en
Start) te drukken.
46
Meer Snelkiezen
instellen
Hiermee slaat u
snelkiesnummers op,
zodat u een nummer kunt
kiezen door slechts op
een paar toetsen (en
Start) op het touchscreen
te drukken.
48
Groepen
instellen
Hiermee stelt u
groepsnummers in voor
groepsverzenden.
Zie .
Wijzigen U kunt snelkiesnummers
wijzigen.
49
Verwijder U kunt snelkiesnummers
verwijderen.
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Oproepoverz. Uitg. Gesprek Fax versturen U kunt een nummer
kiezen uit het overzicht
van uitgaande
gesprekken en er een fax
naar verzenden, het
toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
47
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
Overz.beller-ID
Fax versturen
U kunt een nummer kiezen
uit het
nummerweergaveoverzicht
en er vervolgens een fax
naar verzenden, het nummer
toevoegen als
snelkiesnummer of het
verwijderen.
47
Meer Toevoegen
snelkiesnr
Verwijder
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
126
Faxvoorbeeld C
Inkt () C
Schijf C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Faxvoorbeeld ——Ja
Nee*
U kunt ontvangen faxen
op het LCD-scherm
bekijken.
36
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Inkt Testafdruk
Printkwaliteit
Instel kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
69
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
69
Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
Zie .
Uitgebreide gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Schijf
Kop. van schijf
U kunt afdrukken op
bedrukbare media,
waaronder cd-r/rw,
dvd-r/rw en Blu-ray
Disc™.
Zie .
Kop. van foto ——
Afdrukken van
kaart
——
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
127
C
Tekst invoeren C
Bij het instellen van bepaalde menuopties moet u tekst in de machine invoeren. Druk op om
tussen letters, cijfers en speciale tekens te schakelen. Aan elke lettertoets op het LCD-scherm zijn
maximaal vier letters toegewezen. Door meermaals op de betreffende toets te drukken, wordt het
gewenste teken beschikbaar.
Spaties invoegen C
Om een spatie in te voeren drukt u op om speciale tekens te selecteren en vervolgens op de
spatietoets of .
Opmerking
De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
Correcties aanbrengen C
Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd dat u wilt wijzigen, plaatst u de cursor met de pijltoetsen
onder het onjuiste teken. Druk vervolgens op . U kunt nu het juiste teken invoeren. U kunt ook
letters invoegen door de cursor te verplaatsen en een teken in te voeren.
Letters herhalen C
Als u een teken wilt invoeren dat op dezelfde toets staat als de letter ervoor, drukt u op c om de
cursor naar rechts te verplaatsen, waarna u opnieuw op de toets drukt.
128
D
Algemeen D
Opmerking
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor uitgebreidere
specificaties naar http://www.brother.com/
.
1
Gemeten als de machine is aangesloten op de USB-interface.
2
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
Specificaties D
Printertype Inkjet
Printkop Zwart-wit:
Kleur:
Piëzo met 210 1 spuitmondje
Piëzo met 210 3 spuitmondjes
Geheugencapaciteit 64 MB
LCD (Liquid Crystal Display) Touchscreen 3,3 in. (82,8 mm) TFT LCD-kleurenscherm
Stroombron AC 220 tot 240V 50/60Hz
Stroomverbruik
1
Kopieermodus:
Circa 24 W
2
Gereedstand: Circa 6,5 W
Slaapstand: Circa 2,5 W
Uit: Circa 0,15 W
Specificaties
129
D
1
De geluidsemissie is afhankelijk van de afdrukomstandigheden.
2
Kantoorapparatuur met LWAd boven 6,30 B(A) is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar mensen voornamelijk
denkwerk verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimtes worden geplaatst om geluidshinder te voorkomen.
3
Bij gebruik van standaardpapier van 64 tot 90 g/m
2
.
4
Bij gebruik van XEROX4200-papier van 75 g/m
2
, temperatuur 20 - 26 C, vochtigheid 40 - 50% zonder condensatie.
Afmetingen
Gewicht 9,3 kg
Geluidsemissie In bedrijf:
L
PAm = 50 dB of minder
1
Geluidsemissie conform
ISO9296
Kopiëren:
L
WAd = 6,27 B(A)
2
(Zwart-wit)
L
WAd = 5,83 B(A) (Kleur)
Gereed: L
WAd = 3,1 B(A) (Zwart-wit/Kleur)
Temperatuur In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
10 tot 35 C
20 tot 33 C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer)
Max. 15 pagina's
3
(papier: 90 g/m
2
A4- of Letter-formaat)
Max. 20 pagina's (afhankelijk van omstandigheden)
4
Documentgrootte Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm
Lengte ADF: 148 mm tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
180 mm
405 mm
519 mm
374 mm
378 mm
130
Afdrukmedia D
1
Voor glanzend papier of transparanten verwijdert u bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd uit de
uitvoerpapierlade om vlekken te voorkomen.
2
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 23.
Papierinvoer Papierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier),
glanzend papier
1
en transparanten
12
Papierformaat:
A4, Executive, Letter, A5, A6, Enveloppen (commercial nr. 10, DL, C5,
Monarch), Foto (10 15 cm), Foto 2L (13 18 cm),
Indexkaart 127 203 mm
3
Breedte: 98 mm - 215,9 mm
Lengte: 148 mm - 297 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit van papier uu pagina 24 voor meer
informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 100 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Fotopapierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier) en glanzend papier
1
Papierformaat:
Foto (10 15 cm) en Foto L (89 127 mm)
Breedte: 89 mm - 102 mm
Lengte: 127 mm - 152 mm
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 20 vel
Papieruitvoer Max. 50 vel normaal papier van A4-formaat (naar lade uitgevoerd met de
bedrukte zijde naar boven)
1
Specificaties
131
D
Faxen D
1
Pagina’s’ verwijst naar de ‘ITU-T Test Chart #1’ (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Compatibiliteit ITU-T Super Groep 3
Modemsnelheid Automatische terugval
33.600 bps
Scanbreedte ADF: 208 mm (A4)
Glasplaat: 204 mm (A4)
Afdrukbreedte 210 mm
Grijstinten Niveaus: 64 (Z/W)/256 (Kleur)
Resolutie Standaard
203 98 dpi (Zwart-wit)
203 196 dpi (Kleur)
Fijn
203 196 dpi (Zwart-wit/Kleur)
Superfijn
203 392 dpi (Zwart-wit)
Foto
203 196 dpi (Zwart-wit)
Snelkiezen 100 stations 2 nummers
Groepen Max. 6
Groepsverzenden
('Rondsturen')
250 (200 snelkiesnummers/50 handmatig gekozen nummers)
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 400
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Max. 400
1
pagina's
132
Kopiëren D
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
Breedte kopie Max. 210 mm
Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s
Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Kan maximaal 1.200 1.200 dpi afdrukken
Dubbelzijdig Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
A4, Letter, A5
Specificaties
133
D
PhotoCapture Center™ D
1
Geheugenkaarten, adapters en USB-flashstations zijn niet inbegrepen.
2
USB 2.0-standaard
USB-massaopslagklasse van 16 MB tot 32 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32/exFAT
3
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
4
Alleen bewegende JPEG
5
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 23.
Compatibele media
1
Memory Stick™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO™ (256 MB - 32 GB)
Memory Stick Duo™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO Duo™ (256 MB - 32 GB)
Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter
MultiMedia Card (32 MB - 2 GB)
MultiMedia Card plus (128 MB - 4 GB)
MultiMedia Card mobile met adapter (64 MB - 1 GB)
SD-geheugenkaart (16 MB - 2 GB)
miniSD met adapter
microSD met adapter
SDHC-geheugenkaart (4 GB - 32 GB)
miniSDHC met adapter
microSDHC met adapter
USB-flashstation
2
SDXC-geheugenkaart (48 GB - 64 GB)
Resolutie Max. 1.200 2.400 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat) DPOF (versie 1.0, versie 1.1), Exif DCF (tot versie 2.1)
(Afbeeldingsformaat)
Foto's afdrukken: JPEG
3
, AVI
4
, MOV
4
Scannen naar media: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Zwart-wit)
Aantal bestanden Maximaal 999 bestanden
(De map op een geheugenkaart of USB-flashstation wordt ook
meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de geheugenkaart
of van het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Zonder rand
A4, Letter, Foto (10 15 cm), Foto 2L (13 18 cm)
5
134
PictBridge D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association.
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge/
voor meer informatie.
Interface USB Direct Interface
Specificaties
135
D
Scanner D
1
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
2
Ga naar http://solutions.brother.com/ voor de meest recente driverupdates voor uw Mac OS X.
3
Scannen met maximaal 1.200 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7 (resolutie tot max. 19.200 19.200 dpi kan worden geselecteerd met de Brother-scannertoepassing).
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
Mac OS X 10.4.11, 10.5.x, 10.6.x
2
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
/Windows
®
7)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X 10.6.x)
Kleurintensiteit 48-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
Resolutie
Max. 19.200 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
3
Max. 2.400 2.400 dpi (optisch) (glasplaat)
Max. 2.400 1.200 dpi (optisch) (ADF)
Scanbreedte en -lengte (glasplaat)
Breedte: max. 210 mm
Lengte: max. 291 mm
(ADF)
Breedte: max. 210 mm
Lengte: max. 349,6 mm
Grijstinten 256 niveaus
136
Printer D
1
Wanneer de optie Zonder Marges op Aan is ingesteld.
2
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 23.
3
Als u afdrukt op papier van A4-formaat.
4
Ga voor gedetailleerde specificaties naar http://www.brother.com/.
Resolutie Max. 1.200 6.000 dpi
Afdrukbreedte
3
204 mm [210 mm (zonder rand)
1
]
Zonder rand
2
A4, Letter, A6, Foto (10 15 cm),
Indexkaart (127 203 mm),
Foto L (89 127 mm), Foto 2L (13 18 cm)
Dubbelzijdig Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
A4, Letter, A5, A6, Executive
Afdruksnelheid
4
Specificaties
137
D
Interfaces D
1
Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer
die beschikt over een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
Zie Netwerk (LAN) uu pagina 140.
uuNetwerkhandleiding: Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties
USB
12
Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m.
LAN-kabel
3
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN-netwerk IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuur-/Ad-hocmodus)
138
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Ondersteun-
de pc-
software-
functies
Pc-
interface
Minimale
processorsnelheid
Minimum-
RAM
Aanbevo-
len hoe-
veelheid
RAM
Hardeschijfruim-
te voor installatie
Drivers
Toepas-
singen
Windows
®
-
besturings-
systeem
Windows
®
XP Home
14
Windows
®
XP
Professional
14
Afdrukken,
PC-Fax
3
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
5
USB,
10/100
Base-TX
(Ethernet),
Wireless
802.11b/g/n
Intel
®
Pentium
®
II
of gelijkwaardig
128 MB 256 MB 150 MB 1 GB
Windows
®
XP Professional
x64 Edition
14
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
256 MB 512 MB 150 MB 1 GB
Windows Vista
®14
Intel
®
Pentium
®
4
of gelijkwaardig
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 1 GB 500 MB 1,3 GB
Windows
®
7
14
1GB
(32 bits)
2GB
(64 bits)
1GB
(32 bits)
2GB
(64 bits)
650 MB 1,3 GB
Windows Server
®
2003
(alleen via netwerk
afdrukken)
Afdrukken
10/100
Base-TX
(Ethernet),
Wireless
802.11b/g/n
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
256 MB 512 MB 50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2003
x64 Edition (alleen via
netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
Windows Server
®
2003
R2 (alleen via netwerk
afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
III
of gelijkwaardig
Windows Server
®
2003
R2 x64 Edition (alleen
via netwerk afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 1 GB
Windows Server
®
2008
(alleen via netwerk
afdrukken)
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardig 64-bits
(Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
2GB
Windows Server
®
2008
R2 (alleen via netwerk
afdrukken)
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64)
ondersteunde CPU
Macintosh-
besturings-
systeem
Mac OS X
10.4.11, 10.5.x
Afdrukken,
PC-Fax
verzenden
3
,
Scannen,
Verwisselbare
schijf
5
USB
2
,
10/100
Base-TX
(Ethernet),
Wireless
802.11b/g/n
PowerPC G4/G5
Intel
®
-processor
512 MB 1 GB 80 MB 550 MB
Mac OS X 10.6.x
Intel
®
-processor
1GB 2GB
Toelichting:
1
Voor WIA, 1.200 1.200 resolutie. Met de Brother-
scannertoepassing is verbetering tot max.
19.200 19.200 dpi mogelijk.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund
.
3
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
4
PaperPort™12SE ondersteunt Windows
®
XP Home
(SP3 of recenter), XP Professional (SP3 of recenter),
XP Professional x64 Edition (SP2 of recenter),
Windows Vista
®
(SP2 of recenter) en Windows
®
7.
5
Verwisselbare schijf is een functie van PhotoCapture Center
™.
Voor de meest recente driverupdates kunt u terecht op
http://solutions.brother.com/
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn het
eigendom van de respectieve bedrijven.
Specificaties
139
D
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in zwart, geel, cyaan en
magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Nadat dit
proces is uitgevoerd, gaan de cartridges die bij uw machine zijn
geleverd minder lang mee dan standaardcartridges (80%). Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
Verbruiksartikelen <Zwart, standaard rendement> LC1220BK
<Geel, standaard rendement> LC1220Y
<Cyaan, standaard rendement> LC1220C
<Magenta, standaard rendement> LC1220M
Zwart, Geel, Cyaan en Magenta - Circa 300 pagina's
1
<Zwart, hoog rendement> LC1240BK
<Geel, hoog rendement> LC1240Y
<Cyaan, hoog rendement> LC1240C
<Magenta, hoog rendement> LC1240M
Zwart, Geel, Cyaan en Magenta - Circa 600 pagina's
1
1
Het opgegeven gemiddelde gebruik per cartridge is conform ISO/IEC 24711.
Ga naar http://www.brother.com/pageyield/ voor meer informatie
over het vervangen van verbruiksartikelen.
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en verwijst naar de
innovatieve Brother-technologie die u mooie en duurzame
afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en
-papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
140
Netwerk (LAN) D
Opmerking
Voor meer informatie over de netwerkspecificaties uuNetwerkhandleiding
1
Zie het overzicht van computervereisten op pagina 138.
2
Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig hebt, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/
.
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor afdrukken
en scannen via het netwerk, PC Fax verzenden, PC Fax
ontvangen (alleen Windows
®
), Remote Setup, foto's ophalen
van het PhotoCapture Center™
1
. De netwerkbeheersoftware
Brother BRAdmin Light
2
wordt meegeleverd.
Beveiliging van het
draadloze netwerk
SSID (32 chr), WEP 64/128 bits, WPA-PSK (TKIP/AES),
WPA2-PSK (AES)
Configuratiehulpprogramma AOSS™ Ja
WPS Ja
Index
141
E
E
A
Aangepaste telefoonfuncties op een
enkele lijn
.................................................97
Aansluiten
extern antwoordapparaat
......................41
extern toestel
........................................43
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......42
Aansluitingen
Extern
extern toestel
.....................................43
ADF (automatische documentinvoer)
......25
Afdrukken
afdrukgebied
.........................................19
papier vastgelopen
...............................83
problemen
.............................................92
resolutie
..............................................136
specificaties
........................................136
Zie de Softwarehandleiding.
Antwoordapparaat
....................................41
aansluiten
.............................................41
Antwoordapparaat, extern
................. 32, 41
aansluiten
.............................................41
ontvangstmodus
...................................32
uitgaand bericht opnemen
....................42
Apple Macintosh
Zie de Softwarehandleiding.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................32
Fax Waarnemen
................................35
B
Belvertraging instellen ..............................34
Brother
CreativeCenter
........................................4
C
Cd/dvd/BD ................................................62
ControlCenter
Zie de Softwarehandleiding.
D
Document
laden
.............................................. 25, 26
Draadloos netwerk
Zie de Installatiehandleiding en
Netwerkhandleiding.
Draadloze telefoon
.................................. 44
E
Enveloppen .......................... 14, 15, 23, 24
Extern toestel, aansluiten
........................ 43
F
Fax Waarnemen ...................................... 35
Fax, stand-alone
ontvangen
............................................ 32
belvertraging instellen
....................... 34
F/T-beltijd instellen
............................ 34
Fax Waarnemen
................................ 35
Faxvoorbeeld
.............................. 36, 38
problemen
................................... 95, 96
storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP)
................................. 101
via een tweede toestel
................ 43, 44
verzenden
............................................ 28
faxvoorbeeld weergeven
................... 30
formaat van de glasplaat wijzigen
..... 30
kleurenfax
.......................................... 30
problemen
......................................... 96
storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP)
................................. 101
verzendrapport
.................................. 31
Fax/Telefoon, modus
Belvertraging
........................................ 34
code voor activeren op afstand
...... 43, 44
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 43, 44
oproepen aannemen op een
tweede toestel
................................ 43, 44
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten
................................................ 81
142
Faxcodes
code voor activeren op
afstand
..................................... 35, 43, 44
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 43, 44
gebruiken
..............................................44
wijzigen
.................................................44
Faxen vanaf pc
Zie de Softwarehandleiding.
Fotopapierlade
.........................................16
Foutmeldingen op LCD-scherm
...............71
Alleen BK afdr.
......................................72
Communicatiefout
.................................72
Deksel is open.
.....................................73
Document nazien
..................................73
Formaat nazien
.....................................73
Geen inktcartridge
.................................73
Geheugen vol
........................................74
Inkt bijna op
...........................................74
Inktabsorb. bijna vol
..............................74
Inktabsorbeerder vol
.............................75
Kan niet afdr.
.........................................75
Kan niet detect.
.....................................76
Meer gegevens
.....................................76
Niet toegewezen
............................ 46, 76
Opstartprobleem
...................................79
Papier nazien
........................................78
Papier vast
............................................79
Print onmogelijk
....................................79
Reinigen onmog.
...................................79
Scan onmogelijk
....................................79
G
Grijstinten ...................................... 131, 135
H
Handmatig
kiezen
....................................................46
ontvangen
.............................................32
Help
LCD-meldingen
...................................103
menutabel
...........................................104
Herkies/Pauze
..........................................46
I
Ingangen
Extern
extern toestel
..................................... 43
Inktcartridges
inktstippenteller
.................................... 65
vervangen
............................................. 65
Innobella™
............................................ 139
K
Kiezen
een pauze
............................................. 48
handmatig
............................................. 46
Overz. beller-ID
.................................... 47
snelkiezen
............................................ 46
toegangscodes en
creditcardnummers
............................... 49
Uitg. Gesprek
....................................... 47
Kopiëren
met de glasplaat
................................... 26
papierformaat
....................................... 52
papiersoort
........................................... 52
L
LCD (Liquid Crystal Display) ................. 103
helderheid
............................................. 11
M
Macintosh
Zie de Softwarehandleiding.
Modus, activeren
FAX
........................................................ 6
FOTO
..................................................... 6
KOPIE
.................................................... 6
SCAN
..................................................... 6
143
E
N
Netwerk
afdrukken
Zie de Netwerkhandleiding.
scannen
Zie de Softwarehandleiding.
Niet-scanbaar gebied
...............................27
Nummerweergave
....................................39
Overz. beller-ID
.....................................47
Fax versturen
.....................................47
Toevoegen snelkiesnr
........................47
Verwijder
............................................47
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
.......................65
Ontvangstmodus
Alleen Fax
.............................................32
Ext. TEL/ANT
........................................32
Fax/Telefoon
.........................................32
Handmatig
............................................32
Overzicht van het bedieningspaneel
..........6
P
PaperPort™12SE met OCR
Zie de Softwarehandleiding. Zie ook het
menu Help in de toepassing
PaperPort™12SE.
Papier
.............................................. 21, 130
afdrukgebied
.........................................19
capaciteit
...............................................24
documentformaat
..................................25
enveloppen en briefkaarten laden
........14
formaat
..................................................20
fotopapier laden
....................................16
laden
.............................................. 12, 14
soort
............................................... 20, 23
PhotoCapture Center™
afdrukinstellingen
kwaliteit
............................................. 57
afdrukken
alle foto's
........................................... 56
diavoorstelling
...................................... 56
foto's op het scherm weergeven
.......... 56
Memory Stick PRO™
........................... 53
Memory Stick™
.................................... 53
MultiMedia Card
................................... 53
scannen naar media
bestandsnaam wijzigen
..................... 57
SD-geheugenkaart
............................... 53
SDHC-geheugenkaart
.......................... 53
SDXC-geheugenkaart
.......................... 53
specificaties
........................................ 133
vanaf PC
Zie de Softwarehandleiding.
Presto! PageManager
Zie de Softwarehandleiding. Zie ook het
menu Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Problemen oplossen
................................ 92
als u problemen hebt met
afdrukken
.......................................... 92
faxen ontvangen
................................ 96
inkomende oproepen
........................ 97
kopiëren
............................................ 97
netwerk
.............................................. 99
ontvangen faxen afdrukken
............... 95
PhotoCapture Center™
..................... 99
scannen
............................................. 98
software
............................................. 98
telefoonlijn of verbindingen
............... 95
touchscreen
..................................... 100
vastgelopen document
...................... 82
document vastgelopen
......................... 82
foutmeldingen op LCD-scherm
............ 71
onderhoudsmeldingen op
LCD-scherm
......................................... 71
papier vastgelopen
............................... 83
Programmeren, machine
....................... 103
144
R
Reinigen
printkop
.................................................69
scanner
.................................................68
Remote Setup
Zie de Softwarehandleiding.
Resolutie
afdrukken
............................................136
faxen
...................................................131
kopiëren
..............................................132
scannen
..............................................135
S
Scannen
Zie de Softwarehandleiding.
Schijflade
.................................................62
Serienummer
achterhalen ......Zie binnenkant frontdeksel
Snelkiesnummers
gebruiken
..............................................46
instellen
.................................................48
wijzigen
.................................................49
Snelkiezen
groepsnummers
wijzigen
..............................................49
snelkiesnummers
gebruiken
...........................................46
wijzigen
..............................................49
T
Tekst invoeren .......................................127
Telefoonlijn
aansluitingen
.........................................41
meerdere lijnen (PBX)
...........................42
problemen
.............................................95
storing / bellen via internet (VoIP)
.......101
type
.......................................................40
Transparanten
.............. 21, 22, 23, 24, 130
Tweede toestel gebruiken
........................44
U
Uitgaand gesprek
Fax versturen
....................................... 47
Toevoegen snelkiesnr
.......................... 47
Verwijder
.............................................. 47
V
Vastlopen
document
.............................................. 82
papier
................................................... 83
Verbruiksartikelen
.................................. 139
Volume instellen
belsignaal
............................................. 10
luidspreker
............................................ 11
waarschuwingstoon
.............................. 10
W
Windows
®
Zie de Softwarehandleiding.
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com/
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
3


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother MFC-J825DW at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother MFC-J825DW in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 11,44 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother MFC-J825DW

Brother MFC-J825DW Installation Guide - English - 42 pages

Brother MFC-J825DW User Manual - English - 76 pages

Brother MFC-J825DW User Manual - English - 146 pages

Brother MFC-J825DW Installation Guide - German - 42 pages

Brother MFC-J825DW User Manual - German - 85 pages

Brother MFC-J825DW User Manual - German - 155 pages

Brother MFC-J825DW Installation Guide - Dutch - 42 pages

Brother MFC-J825DW User Manual - Dutch - 82 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info