558983
202
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/207
Next page
Basis
gebruikershandleiding
MFC-J650DW
MFC-J870DW
Versie 0
DUT
Als u contact wilt opnemen met de
klantenservice
Vul de volgende gegevens in voor toekomstige
referentie:
Modelnummer: MFC-J650DW en MFC-J870DW
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
apparaat. Bewaar deze Gebruikershandleiding
samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval
van diefstal of brand of voor service die onder de
garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2013 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
i
Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn
1
Alleen MFC-J870DW
2
Afhankelijk van uw land.
3
Ga naar http://solutions.brother.com/.
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
Veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt.
Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en
wettelijke beperkingen.
Afgedrukt /
In de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw machine
en het installeren van de drivers en de software voor
het besturingssysteem en het type verbinding dat u
gebruikt.
Afgedrukt /
In de verpakking
Basis
gebruikershandleiding
Maak kennis met de standaardhandelingen voor
faxen, kopiëren en scannen, leer omgaan met het
PhotoCapture Center™ en de functie voor het
bedrukken van schijven
1
, en leer verbruiksartikelen
vervangen. Raadpleeg de tips voor het oplossen van
problemen.
Afgedrukt /
In de verpakking
2
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen,
kopiëren, beveiliging, rapporten afdrukken en
routineonderhoud uitvoeren.
PDF-bestand /
cd-rom
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Deze handleiding bevat instructies voor scannen,
afdrukken, PC-Fax, het bedrukken van schijven
1
en
andere bewerkingen die u kunt uitvoeren wanneer u
de Brother-machine met een computer verbindt.
Bovendien vindt u nuttige informatie over het gebruik
van het Brother ControlCenter, het gebruik van uw
machine in een netwerkomgeving en veel
voorkomende termen.
HTML-bestand /
cd-rom
Handleiding Web Connect Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
oproepen van internetservices vanaf de Brother-
machine, het downloaden van afbeeldingen, het
afdrukken van gegevens en het rechtstreeks
uploaden van bestanden naar internetservices.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
3
AirPrint handleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u AirPrint
gebruikt om via OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone,
iPod touch, iPad of een ander iOS-apparaat af te
drukken op uw Brother-machine zonder een
printerdriver te installeren.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
3
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding bevat informatie over het gebruik
van Google Cloud Print™-diensten voor afdrukken
via internet.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
3
Wi-Fi Direct
handleiding
1
In deze handleiding wordt beschreven hoe u uw
Brother-machine configureert en gebruikt voor
draadloos afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat
ondersteuning biedt voor de Wi-Fi Direct™-
standaard.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
3
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
afdrukken vanaf uw mobiele apparaat en het
scannen vanaf de Brother-machine naar uw mobiele
apparaat, indien verbonden met een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
3
ii
Inhoudsopgave
(Basis gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Brother Utilities openen (Windows
®
8) .................................................................2
De Geavanceerde gebruikershandleiding en Software en Netwerk
gebruikershandleiding openen............................................................................2
Gebruikershandleidingen weergeven ..............................................................2
Handleidingen voor geavanceerde functies openen..............................................4
Brother-support openen (Windows
®
).....................................................................5
Brother-support openen (Macintosh) .....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Touchscreen-LCD van 67,5 mm (2,7 inch)...................................................... 8
Standaardhandelingen ..................................................................................11
De toestenbordinstelling wijzigen ..................................................................12
Instellingen voor snelkoppelingen........................................................................12
Snelkoppelingen voor kopiëren toevoegen ...................................................12
Faxsnelkoppelingen toevoegen.....................................................................13
Scansnelkoppelingen toevoegen...................................................................14
Websnelkoppelingen toevoegen ...................................................................15
Snelkoppelingen wijzigen ..............................................................................16
De naam van snelkoppelingen bewerken......................................................17
Snelkoppelingen verwijderen.........................................................................17
Snelkoppelingen oproepen............................................................................17
Volume-instellingen .............................................................................................18
Belvolume......................................................................................................18
Volume van de waarschuwingstoon .............................................................. 18
Luidsprekervolume ........................................................................................ 19
Touchscreen-LCD................................................................................................19
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................19
2 Papier laden 20
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................20
Enveloppen laden..........................................................................................23
Fotopapier laden............................................................................................25
Onbedrukbaar gebied....................................................................................27
Papierinstellingen ................................................................................................28
Papiersoort ....................................................................................................28
Papierformaat ................................................................................................28
Acceptabel papier en andere afdrukmedia ..........................................................29
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................29
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................29
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................31
iii
3 Documenten laden 32
Documenten laden............................................................................................... 32
De ADF gebruiken.........................................................................................32
De glasplaat gebruiken.................................................................................. 33
Niet-scanbaar gebied ....................................................................................34
4 Een fax verzenden 35
Faxen verzenden ................................................................................................. 35
Faxen onderbreken ....................................................................................... 37
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................37
Een fax in kleur verzenden ............................................................................37
Een actieve fax annuleren ............................................................................. 38
Uitgaande faxen vooraf bekijken (MFC-J870DW) .........................................38
Verzendrapport..............................................................................................39
5 Faxberichten ontvangen 40
Ontvangstmodi..................................................................................................... 40
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................40
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................41
Alleen Fax......................................................................................................41
Fax/Telefoon.................................................................................................. 41
Handmatig .....................................................................................................41
Ext. TEL/ANT (extern antwoordapparaat) .....................................................41
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................42
Belvertraging .................................................................................................42
F/T Beltijd (alleen in de Fax/Telefoon-modus)...............................................42
Fax Waarnemen ............................................................................................ 43
Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit) (MFC-J870DW).................................................44
Binnengekomen faxen vooraf weergeven .....................................................44
Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................46
6 Telefoontoestel en externe apparaten 47
Opties voor normale telefoongesprekken ............................................................47
Fax/Telefoon-modus......................................................................................47
Nummerweergave (Beller ID) ........................................................................47
Telefoondiensten .................................................................................................48
Het type telefoonlijn instellen......................................................................... 48
VoIP (Voice over Internet Protocol) ............................................................... 49
Een extern antwoordapparaat aansluiten............................................................50
Aansluitingsinstellingen .................................................................................50
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................51
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................52
Externe en tweede toestellen .............................................................................. 52
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................52
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................53
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................54
iv
7 Nummers kiezen en opslaan 55
Nummers kiezen..................................................................................................55
Handmatig kiezen..........................................................................................55
Nummers kiezen vanuit het adresboek .........................................................55
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................56
Meer manieren om nummers te kiezen ...............................................................56
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................56
Overzicht nummerweergave (Overzicht beller-id) .........................................57
Nummers opslaan................................................................................................58
Een pauze opslaan........................................................................................58
Adresboeknummers opslaan.........................................................................58
Adresboeknamen of -nummers wijzigen of verwijderen ................................59
8Kopiëren 60
Kopren ..............................................................................................................60
Kopiëren stoppen ..........................................................................................60
Kopieeropties.......................................................................................................61
Papiersoort ....................................................................................................61
Papierformaat ................................................................................................62
9 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of
USB-flashstation 63
PhotoCapture Center™-functies (FOTO-modus) ................................................63
Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken................................63
Aan de slag..........................................................................................................64
Foto's afdrukken ..................................................................................................66
Foto's weergeven ..........................................................................................66
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ..........................................................67
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen................................67
10 Afdrukken vanaf een computer 69
Een document afdrukken.....................................................................................69
11 Scannen vanaf een computer 70
Vóór het scannen.................................................................................................70
Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows
®
).......71
De scanmodusinstellingen voor scannen naar PDF wijzigen ..............................74
Een document als PDF-bestand scannen via het touchscreen.....................76
12 Afdrukken en scannen met NFC (Near Field Communication)
(MFC-J870DW) 77
Afdrukken met NFC (Near Field Communication) ...............................................77
Scannen met NFC (Near Field Communication) .................................................77
v
13 Op een schijf afdrukken (cd/dvd/bd) (MFC-J870DW) 78
Overzicht.............................................................................................................. 78
Afdrukken via een computer (Windows
®
)...................................................... 78
Een schijf laden (cd/dvd/bd) ................................................................................80
A Routineonderhoud 82
De inktcartridges vervangen................................................................................82
De machine reinigen en controleren.................................................................... 85
De glasplaat reinigen..................................................................................... 85
De printkop reinigen ......................................................................................86
De afdrukkwaliteit controleren ....................................................................... 86
De uitlijning controleren .................................................................................87
De datum en tijd instellen .................................................................................... 88
B Problemen oplossen 89
Uw probleem vaststellen......................................................................................89
Onderhouds- en foutmeldingen ...........................................................................91
Foutanimaties .............................................................................................. 105
Faxberichten of Faxjournaal overzetten ......................................................105
Document vastgelopen ...............................................................................107
Printer of papier vastgelopen (MFC-J650DW) ............................................108
Printer of papier vastgelopen (MFC-J870DW) ............................................114
Schijf vastgelopen (MFC-J870DW) .............................................................121
Problemen oplossen .......................................................................................... 124
Kiestoon waarnemen................................................................................... 136
Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)...................................136
Informatie over de machine ...............................................................................137
Het serienummer controleren ......................................................................137
De firmwareversie controleren..................................................................... 137
Resetfuncties............................................................................................... 137
De machine resetten ................................................................................... 138
C Tabellen met instellingen en functies 139
De instellingentabellen gebruiken......................................................................139
Instellingentabellen ............................................................................................ 140
Functietabellen .................................................................................................. 155
Tekst invoeren ................................................................................................... 179
Spaties invoegen ........................................................................................179
Correcties aanbrengen................................................................................179
vi
D Specificaties 180
Algemeen........................................................................................................... 180
Afdrukmedia.......................................................................................................182
Faxen.................................................................................................................183
Kopren ............................................................................................................184
PhotoCapture Center .....................................................................................185
PictBridge ..........................................................................................................186
Scanner .............................................................................................................187
Printer ................................................................................................................188
Interfaces ........................................................................................................... 189
Netwerk..............................................................................................................190
Vereisten voor de computer............................................................................... 191
Verbruiksartikelen ..............................................................................................192
EIndex 193
vii
Inhoudsopgave
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
In de Geavanceerde gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen
toegelicht.
U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding doornemen op de cd-rom.
1 Algemene instellingen
Opslag in geheugen
Automatisch zomertijd instellen
(MFC-modellen)
Slaapstand
Automatisch uitschakelen
(DCP-modellen)
Touchscreen-LCD
2 Beveiligingsfuncties
(MFC-modellen)
Verzendslot (MFC-J650DW)
Geheugenbeveiliging
(MFC-J870DW)
3 Een fax verzenden
(MFC-modellen)
Extra opties bij het verzenden
Extra handelingen bij het verzenden
Pollen
4 Een fax ontvangen
(MFC-modellen)
Geheugenontvangst
(alleen zwart-wit)
Afstandsbediening
Extra handelingen bij het ontvangen
Pollen
5 Nummers kiezen en opslaan
(MFC-modellen)
Opties voor normale
telefoongesprekken
Extra handelingen bij het kiezen
Extra manieren om nummers op te
slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten (MFC-modellen)
Rapporten
7Kopiëren
Kopieeropties
8 Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation
PhotoCapture Center™-functies
Foto's afdrukken
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen
Naar een geheugenkaart of een USB-
flashstation scannen
9 Foto's vanaf een camera
afdrukken (DCP-J752DW,
MFC-J650DW en
MFC-J870DW)
Foto's direct afdrukken vanaf een
PictBridge-camera
Foto's direct afdrukken vanaf een
digitale camera
(zonder PictBridge)
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren
De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
viii
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vetgedrukt Vetgedrukte tekst verwijst
naar de kiestoetsen van het
touchpanel en knoppen op
het computerscherm.
Cursief Cursief gedrukte tekst
benadrukt een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Tekst in het lettertype Courier
New verwijst naar meldingen
die worden weergegeven op
het touchscreen van de
machine.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in enig
letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in schade
aan eigendommen, storingen of een niet-
werkend product.
OPMERKING
Opmerkingen leggen uit wat u in een
bepaalde situatie moet doen of hoe de
bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar
attendeert u op het risico van
elektrische schokken.
Hoofdstuk 1
2
Brother Utilities
openen (Windows
®
8) 1
Als u een pc of tablet met Windows
®
8
gebruikt, kunt u items selecteren door op het
scherm te tikken of door met de muis te
klikken.
Nadat de printerdriver is geïnstalleerd, wordt
(Brother Utilities (Brother-
hulpprogramma’s)) weergegeven op het
startscherm en het bureaublad.
a Tik of klik op Brother Utilities
(Brother-hulpprogramma’s) op het
startscherm of het bureaublad.
b Selecteer uw machine.
c Selecteer de gewenste functie.
De Geavanceerde
gebruikershandleiding
en Software en
Netwerk
gebruikershandleiding
openen
1
Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet
alle informatie over de machine, zoals het
gebruik van geavanceerde functies voor
faxen, kopiëren, PhotoCapture Center™,
afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk.
Meer gedetailleerde informatie over deze
functies vindt u in de HTML-versies van de
Geavanceerde gebruikershandleiding en
Software en Netwerk
gebruikershandleiding op de cd-rom.
Gebruikershandleidingen
weergeven 1
(Windows
®
) 1
(Windows
®
XP/Windows Vista
®
/Windows
®
7/
Windows Server
®
2003/Windows Server
®
2008/
Windows Server
®
2008 R2)
Om de documentatie te bekijken, klikt u op
(start), Alle programma’s en
selecteert u Brother, MFC-XXXX (waarbij
XXXX voor de naam van uw model staat) in
de programmalijst. Vervolgens kiest u
Gebruikershandleidingen.
(Windows
®
8/Windows Server
®
2012)
Klik op (Brother Utilities
(Brother-hulpprogramma’s)), klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer de naam van
uw model (als deze nog niet is geselecteerd).
Klik op Ondersteuning op de navigatiebalk
links en klik vervolgens op
Gebruikershandleidingen.
Algemene informatie
3
1
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de cd-rom vinden door
de volgende instructies te volgen:
a Zet de pc aan. Plaats de Brother-cd-rom
in uw cd-romstation.
OPMERKING
Als het Brother-scherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar Computer of
Deze computer. (Voor Windows
®
8 en
Windows Server
®
2012: Klik op
(Verkenner) op de taakbalk en ga
naar Computer.) Dubbelklik op het
cd-rompictogram en dubbelklik op
start.exe.
b Klik op de naam van uw model als het
scherm met modelnamen wordt
weergegeven.
c Klik op uw taal als het talenscherm
wordt weergegeven. U ziet het
Hoofdmenu van de cd-rom.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
e Klik op PDF/HTML-documenten. Kies
uw land als het landenscherm wordt
weergegeven. Selecteer de gewenste
handleiding wanneer de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven.
(Macintosh) 1
a Zet de Macintosh aan. Plaats de
Brother-cd-rom in uw cd-romstation. Het
volgende venster wordt weergegeven.
b Dubbelklik op het symbool
Gebruikershandleidingen.
c Selecteer zo nodig uw model en taal.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
Kies uw land als het landenscherm
wordt weergegeven.
e Selecteer de gewenste handleiding
wanneer de lijst met
gebruikershandleidingen wordt
weergegeven.
Instructies voor het scannen
opzoeken
1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Scannen
ControlCenter
Hoofdstuk 1
4
Procedurehandleidingen voor Nuance™
PaperPort™ 12SE
(Windows
®
)
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor Nuance™
PaperPort™ 12SE weergeven via de
Help-sectie in de toepassing PaperPort™
12SE.
Presto! PageManager
Gebruikershandleiding
(Macintosh)
OPMERKING
U dient Presto! PageManager eerst te
downloaden en installeren. Zie Brother-
support openen (Macintosh) uu pagina 5
voor meer informatie.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via
de Help-sectie in de toepassing Presto!
PageManager.
Instructies voor netwerkinstellingen
opzoeken
1
Uw machine kan worden verbonden met een
draadloos of bedraad
1
netwerk.
1
Alleen MFC-J870DW
Algemene configuratie-instructies
(uu Installatiehandleiding.)
Uw draadloze toegangspunt of router
biedt ondersteuning voor Wi-Fi Protected
Setup™ of AOSS™
(uu Installatiehandleiding.)
Meer informatie over netwerkinstellingen
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
Handleidingen voor
geavanceerde functies
openen
1
U kunt deze handleidingen weergeven en
downloaden via het Brother Solutions Center
op: http://solutions.brother.com/
.
Klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de documentatie te downloaden.
Handleiding Web Connect 1
Deze handleiding bevat nuttige informatie
over het oproepen van internetservices vanaf
de Brother-machine, het downloaden van
afbeeldingen, het afdrukken van gegevens
en het rechtstreeks uploaden van bestanden
naar internetservices.
AirPrint handleiding 1
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u
AirPrint gebruikt om via OS X v10.7.x, 10.8.x
en uw iPhone, iPod touch, iPad of een ander
iOS-apparaat af te drukken op uw Brother-
machine zonder een printerdriver te
installeren.
Google cloud print handleiding 1
Deze handleiding bevat informatie over het
gebruik van Google Cloud Print™-diensten
voor afdrukken via internet.
Wi-Fi Direct™ handleiding 1
(MFC-J870DW)
In deze handleiding wordt beschreven hoe u
uw Brother-machine configureert en gebruikt
voor draadloos afdrukken vanaf een mobiel
apparaat dat ondersteuning biedt voor de
Wi-Fi Direct™-standaard.
Handleiding mobiel printen/scannen
voor Brother iPrint&Scan
1
Deze handleiding bevat nuttige informatie
over het afdrukken vanaf uw mobiele
apparaat en het scannen vanaf de Brother-
machine naar uw mobiele apparaat, indien
verbonden met een Wi-Fi-netwerk.
Algemene informatie
5
1
Brother-support
openen (Windows
®
) 1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar via de cd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
Klik op Brother-startpagina om onze
website (http://www.brother.com/
) te
openen.
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
).
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen
als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken.
Klik op Brother CreativeCenter als u het
Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare
downloads wilt openen.
Klik op Terug om terug te gaan naar het
hoofdmenu of op Afsluiten wanneer u
klaar bent.
Brother-support
openen (Macintosh)
1
Alle benodigde hulpbronnen, zoals
websupport (Brother Solutions Center), zijn
beschikbaar via de cd-rom.
Dubbelklik op het symbool
Brother-support. Het volgende scherm
wordt weergegeven:
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en
installeren.
(MFC-J870DW)
Klik op NewSoft CD Labeler om NewSoft
CD Labeler te downloaden en installeren.
Klik op Brother Web Connect om de
pagina Brother Web Connect te openen.
Klik op On line registratie om uw
machine te registreren via de pagina voor
Brother-productregistratie
(http://www.brother.com/registration/
).
Klik op Brother Solutions Center voor
het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning
(http://solutions.brother.com/
).
Klik op Informatie over
verbruiksartikelen als u onze website
voor originele Brother-verbruiksartikelen
(http://www.brother.com/original/
) wilt
bezoeken.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht van het bedieningspaneel 1
De MFC-J650DW en MFC-J870DW hebben hetzelfde touchscreen-LCD van
67,5 mm (2,7 inch) en touchpanel.
1
OPMERKING
De meeste afbeeldingen in deze Gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model
MFC-J870DW.
1 Touchscreen-LCD (Liquid Crystal Display)
van 67,5 mm (2,7 inch)
Dit is een touchscreen-LCD. U kunt de menu's
en opties selecteren door erop te drukken
wanneer ze op dit scherm worden
weergegeven.
U kunt de hoek van het bedieningspaneel
aanpassen om het touchscreen beter te
kunnen lezen.
Houd het bedieningspaneel aan de rand vast
om te voorkomen dat u per ongeluk op een van
de touchscreen-opties drukt.
1
Algemene informatie
7
1
2 Touchpanel:
De LED-knoppen op het touchpanel gaan
alleen branden wanneer ze beschikbaar zijn
voor gebruik.
Terug
Druk hierop om naar het vorige niveau
terug te keren.
Beginscherm
Druk hierop om naar het beginscherm terug
te keren.
Annuleren
Wanneer deze LED brandt en u erop drukt,
wordt de huidige bewerking geannuleerd.
Kiestoetsen
Druk op de cijfers op het touchpanel om
telefoon- of faxnummers te kiezen en het
aantal exemplaren in te voeren.
3
(MFC-J870DW)
Het WiFi-lampje brandt wanneer Netwerk
I/F op WLAN is ingesteld.
(MFC-J650DW)
Het WiFi-lampje brandt wanneer WLAN
Activeren op Aan is ingesteld.
4 Aan/uit
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te
zetten. Op het touchscreen-LCD wordt enkele
seconden Afsluiten weergegeven, waarna
de machine wordt uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of
antwoordapparaat op de machine hebt
aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Wanneer u de machine met
uitgeschakeld hebt, wordt de printkop toch
periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op
peil te houden. Om een lange levensduur van
de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk
met de inkt om te gaan en de afdrukkwaliteit op
peil te houden, dient u de machine te allen tijde
aangesloten te laten op een stroombron.
3
2
4
Hoofdstuk 1
8
Touchscreen-LCD van
67,5 mm (2,7 inch) 1
Op het touchscreen-LCD wordt de
machinestatus weergegeven wanneer de
machine niet wordt gebruikt.
1 Fax
Hiermee kunt u de faxmodus activeren.
2 Kopiëren
Hiermee kunt u de kopieermodus activeren.
3 Scannen
Hiermee kunt u de scanmodus activeren.
4 Web
Door op c en vervolgens op te drukken,
kunt u de Brother-machine met een
internetservice verbinden.
Voor meer informatie uu Handleiding Web
Connect.
5 Foto
Door op c en vervolgens op te drukken,
kunt u de fotomodus activeren.
6 Schijf
(MFC-J870DW)
Hiermee kunt u afdrukken op bedrukbare
media (zoals cd-r/rw, dvd-r/rw en Blu-ray
Disc™) wanneer u op c en vervolgens op
drukt.
Voor meer informatie uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
7 Status draadloze verbinding
Een indicator met vier niveaus op het scherm
van de gereedstand geeft de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk aan
indien u dat gebruikt.
Als u boven aan het scherm ziet, kunt u
de draadloze instellingen gemakkelijk
configureren door erop te drukken. Voor meer
informatie uu Installatiehandleiding.
8 Instell.
Hiermee opent u het hoofdscherm met
instellingen.
Zie Scherm Instell. uu pagina 10 voor meer
informatie.
1 2 3
4 5 6
910 8
7
0Max
Algemene informatie
9
1
9 Inkt
Hieraan kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar is
en het menu Inkt openen.
Wanneer de inktcartridge bijna aan vervanging
toe is of er iets aan mankeert, wordt het
foutpictogram weergegeven op de
desbetreffende inktkleur. Voor meer informatie
uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Het
inktvolume controleren.
10 Snelkopp.
Hiermee kunt u snelkoppelingen instellen.
U kunt bepaalde instellingen als een
snelkoppeling opslaan, zodat u snel kunt
faxen, kopiëren en scannen, en vlot
webservices kunt oproepen.
OPMERKING
Er zijn drie Snelkoppelingen-schermen. In elk
Snelkoppelingen-scherm kunt u maximaal 4
snelkoppelingen instellen. In totaal zijn er dus
12 snelkoppelingen beschikbaar.
Druk op d of c om de andere Snelkoppelingen-
schermen weer te geven.
11 Faxen in het geheugen
U kunt nagaan hoeveel ontvangen
faxberichten in het geheugen zijn
opgeslagen
1
.
Druk op Afdr. om de faxen af te drukken.
1
MFC-J870DW: wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld.
12 Nieuwe fax(en)
(MFC-J870DW)
Als Faxvb. op Aan is ingesteld, kunt u zien
hoeveel nieuwe faxen u hebt ontvangen en in
het geheugen hebt opgeslagen.
Druk op Voorb. om uw faxen op het
touchscreen te zien.
11
12
Hoofdstuk 1
10
13 Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram wordt
weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Druk op Details om
de melding te bekijken en vervolgens op
om terug te keren naar de gereedstand.
Zie Onderhouds- en foutmeldingen
uu pagina 91 voor meer informatie over
foutmeldingen.
Scherm Instell. 1
Wanneer u op (Instell.) drukt, wordt
de machinestatus op het touchscreen-LCD
weergegeven.
Vanaf het volgende scherm kunt u alle
instellingen van de machine oproepen en
controleren.
1Inkt
Geeft aan hoeveel inkt er over is.
Wanneer de inktcartridge bijna aan vervanging
toe is of er iets aan mankeert, wordt het
foutpictogram weergegeven op de
desbetreffende inktkleur. Voor meer informatie
uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Het
inktvolume controleren.
Druk hierop om het menu Inkt te openen.
2 Papiersoort
Geeft aan welke papiersoort is geselecteerd.
Druk hierop als u de instelling van
Papiersoort wilt wijzigen.
3 Papierformaat
Geeft aan welk papierformaat is geselecteerd.
Druk hierop als u de instelling van
Papierformaat wilt wijzigen.
4 Ontvangstmodus
Geeft de huidige ontvangstmodus aan:
Fax (alleen fax)
Fax/tel.
Ext. TEL/ANT
Handmatig
13
4
1
3
2
5
6
7
Algemene informatie
11
1
5Wi-Fi
Druk hierop om een draadloze
netwerkverbinding in te stellen.
Een indicator met vier niveaus op het scherm
geeft de huidige signaalsterkte van het
draadloze netwerk aan indien u dat gebruikt.
6 Faxvb.
(MFC-J870DW)
Faxvoorbeeld weergeven.
Druk hierop om de instelling Faxvb. op te
roepen.
7 Alle instell.
Druk hierop om het menu met alle instellingen
te openen.
Standaardhandelingen 1
Druk met uw vinger op het touchscreen-LCD
om het te bedienen. Als u alle instellingen en
functietabellen en de beschikbare opties wilt
weergeven en openen, drukt u op d c of a b
om erdoor te bladeren.
BELANGRIJK
Raak het touchscreen NIET aan direct
nadat u de stekker in het stopcontact hebt
gestoken of de machine hebt aangezet.
Dit kan resulteren in een fout.
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een instelling in de machine wijzigt. In
dit voorbeeld wordt de
ontvangstmodusinstelling gewijzigd van
Alleen Fax in Fax/Telefoon.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Druk op a of b om Ontvangstmodus
weer te geven.
h Druk op Ontvangstmodus.
Hoofdstuk 1
12
i Druk op Fax/Telefoon.
OPMERKING
Druk op als u naar het vorige niveau
wilt teruggaan.
j Druk op .
De toestenbordinstelling
wijzigen 1
U kunt het type toetsenbord voor het
touchscreen kiezen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Druk op a of b om
Toetsenb.instell. weer te geven.
f Druk op Toetsenb.instell.
g Druk op QWERTY of ABC.
h Druk op .
Instellingen voor
snelkoppelingen
1
U kunt de fax-, kopieer-, scan- en
webverbindingsinstellingen die u het meest
gebruikt, als snelkoppelingen vastleggen. U
kunt deze instellingen dan op een later tijdstip
vlot oproepen en toepassen. U kunt
maximaal 12 snelkoppelingen toevoegen.
Snelkoppelingen voor
kopiëren toevoegen 1
U kunt de volgende instellingen in een
snelkoppeling voor kopiëren opnemen:
Kwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Vergr./verkl.
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Pagina layout
2-zijdige kopie
Geavanceerde inst.
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op a of b om Kopiëren weer te
geven.
d Druk op Kopiëren.
e Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
f Druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk
vervolgens op de instelling die u wilt
wijzigen.
Algemene informatie
13
1
g Druk op a of b om de beschikbare opties
voor de instelling weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
instellen.
Herhaal stap f en g tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
h Druk op Opslaan als snelk.
wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen.
i Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde instellingen en druk
vervolgens op OK.
j Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
k Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Faxsnelkoppelingen
toevoegen 1
U kunt de volgende instellingen in een
faxsnelkoppeling opnemen:
Adres
Faxresolutie
Contrast
Rondsturen
Voorbeeld
(MFC-J870DW)
Kleurinstelling
Scanform. glas
Direct verzenden
Internationaal
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Lees de informatie op het touchscreen
en druk vervolgens op OK ter
bevestiging.
f Voer het faxnummer in via de
kiestoetsen van het touchpanel. U kunt
ook het adresboek of het overzicht van
uitgaande gesprekken op het
touchscreen gebruiken. Ga vervolgens
naar stap g.
OPMERKING
U kunt maximaal 20 cijfers voor een
faxnummer invoeren.
Als u de snelkoppeling voor het
rondsturen van faxen wilt gebruiken, drukt
u op Opties en selecteert u
Rondsturen bij stap h voordat u het
faxnummer invoert bij stap f.
Voor een snelkoppeling voor het
rondsturen van faxen kunt u maximaal 20
faxnummers invoeren. U kunt de
faxnummers handmatig invoeren of via
het adresboek, in een willekeurige
combinatie van groepsnummers en
individuele faxnummers.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Rondsturen
(alleen zwart-wit).)
Wanneer u een faxnummer in een
snelkoppeling invoert, wordt dit nummer
aan het adresboek toegevoegd. De naam
in het adresboek is de
snelkoppelingsnaam gevolgd door een
volgnummer.
g Druk op Opties.
Hoofdstuk 1
14
h Druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk
vervolgens op de instelling die u wilt
wijzigen.
i Druk op de nieuwe optie die u wilt
instellen.
Herhaal stap h en i tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
Druk op OK.
j Druk op Opslaan als
snelkoppeling wanneer u klaar bent
met het selecteren van nieuwe opties.
k Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde opties en druk
vervolgens op OK.
l Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
m Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Scansnelkoppelingen
toevoegen 1
U kunt de volgende instellingen in een
scansnelkoppeling opnemen:
naar media
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Afmeting scan
Lang papier scannen
Bestandsnaam
Autom. bijsn.
(MFC-J870DW)
Achtergrondkleur verwijderen
naar bestand/naar OCR/naar
afbeelding/naar e-mail
PC-keuze
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op a of b om Scannen weer te
geven.
d Druk op Scannen.
e Druk op a of b om het gewenste type
scan weer te geven en druk erop.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op naar media hebt gedrukt,
leest u de informatie op het
touchscreen en drukt u op OK ter
bevestiging. Ga naar stap h.
Als u op naar bestand, naar OCR,
naar afbeelding of naar
e-mail hebt gedrukt, leest u de
informatie op het touchscreen en
drukt u op OK ter bevestiging. Ga
naar stap g.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als de machine met een USB-kabel
op een pc is aangesloten:
Druk op OK om te bevestigen dat
<USB> als pc-naam is gekozen. Ga
naar stap m.
Als de machine met een netwerk is
verbonden:
Druk op a of b om de pc-naam weer
te geven en druk erop. Druk op OK
om de gekozen pc-naam te
bevestigen. Ga naar stap m.
h Druk op Opties.
Algemene informatie
15
1
i Druk op a of b om de beschikbare
instellingen weer te geven en druk
vervolgens op de instelling die u wilt
wijzigen of opslaan.
j Druk op a of b om de beschikbare opties
voor de instelling weer te geven en druk
vervolgens op de nieuwe optie die u wilt
instellen.
Herhaal stap i en j tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
hebt geselecteerd.
Druk op OK wanneer u klaar bent met
het wijzigen van de instellingen.
k Controleer de gekozen instellingen:
Ga terug naar stap h als u meer
wijzigingen wilt aanbrengen.
Druk op Opslaan als
snelkoppeling als u tevreden
bent met de wijzigingen.
l Controleer uw instellingen op het
touchscreen en druk op OK.
m Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
n Lees de informatie op het touchscreen
en druk op OK om de snelkoppeling op
te slaan.
Websnelkoppelingen
toevoegen 1
In een websnelkoppeling kunt u de
instellingen voor de volgende services
opnemen:
SkyDrive
®
Box
Google Drive™
Evernote
®
Dropbox
Facebook
Picasa Web Albums™
Flickr
®
OPMERKING
Mogelijk zijn er webdiensten bijgekomen
en/of is de naam van bepaalde diensten
gewijzigd door de provider sinds het
uitbrengen van dit document.
U kunt alleen een websnelkoppeling
toevoegen als u een account bij de
gewenste service hebt. (Voor meer
informatie uu Handleiding Web Connect.)
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op waar u nog geen
snelkoppeling hebt toegevoegd.
c Druk op a of b om Web weer te geven.
d Druk op Web.
e Als informatie over de
internetverbinding wordt weergegeven,
leest u deze informatie en drukt u op OK
ter bevestiging.
f Druk op a of b om de beschikbare
services weer te geven en druk op de
gewenste service.
Hoofdstuk 1
16
g Druk op uw account.
Voer zo nodig de pincode voor uw
account in via het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
h Selecteer de gewenste functie.
OPMERKING
Welke functies u kunt instellen, is
afhankelijk van de gekozen service.
i Controleer de weergegeven lijst met
geselecteerde functies en druk op OK.
j Geef een naam voor de snelkoppeling
op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
k Druk op OK om de snelkoppeling op te
slaan.
Snelkoppelingen wijzigen 1
U kunt de instellingen in een snelkoppeling
wijzigen.
OPMERKING
Websnelkoppelingen kunnen niet worden
gewijzigd.
Als u dit soort snelkoppelingen wilt
wijzigen, moet u ze eerst verwijderen en
vervolgens een nieuwe snelkoppeling
toevoegen.
(Zie voor meer informatie
Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 17 en Websnelkoppelingen
toevoegen uu pagina 15.)
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op d of c om de gewenste
snelkoppeling weer te geven.
c Druk op de snelkoppeling die u wilt
wijzigen.
De instellingen voor de geselecteerde
snelkoppeling worden weergegeven.
d Druk op Opties.
e Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u in stap c hebt
geselecteerd. (Zie bijvoorbeeld
Snelkoppelingen voor kopiëren
toevoegen uu pagina 12.)
f Druk op Opslaan als
snelkoppeling (Opslaan als
snelk.) als u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen.
g Druk op OK ter bevestiging.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de snelkoppeling wilt
overschrijven, drukt u op Ja. Ga naar
stap j.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op Nee om
een nieuwe snelkoppelingsnaam in
te voeren. Ga naar stap i.
i Als u de naam wilt bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen en geeft u een nieuwe
naam op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
j Druk op OK ter bevestiging.
Algemene informatie
17
1
De naam van snelkoppelingen
bewerken 1
U kunt de naam van snelkoppelingen
bewerken.
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op d of c om de gewenste
snelkoppeling weer te geven.
c Houd de snelkoppeling ingedrukt totdat
de opties worden weergegeven.
OPMERKING
U kunt ook op Bew./verw. en
vervolgens op de gewenste snelkoppeling
drukken.
d Druk op Naam snelk. bewerken.
e Als u de naam wilt bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen en geeft u een nieuwe
naam op via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
f Druk op .
Snelkoppelingen verwijderen 1
U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op d of c om de gewenste
snelkoppeling weer te geven.
c Houd de snelkoppeling ingedrukt totdat
de opties worden weergegeven.
OPMERKING
U kunt ook op Bew./verw. en
vervolgens op de gewenste snelkoppeling
drukken.
d Druk op Verwijder om de in stap c
gekozen snelkoppeling te verwijderen.
Druk op Ja ter bevestiging.
e Druk op .
Snelkoppelingen oproepen 1
De snelkoppelingsinstellingen worden
weergegeven op het scherm
Snelkoppelingen. Als u een snelkoppeling
wilt oproepen, drukt u eenvoudig op de
desbetreffende naam.
a Druk op (Snelkopp.).
b Druk op d of c om de gewenste
snelkoppeling weer te geven.
c Druk op de snelkoppeling.
Hoofdstuk 1
18
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt uit een aantal belvolume-niveaus
kiezen, van Hoog tot Uit. De machine
behoudt uw nieuwe instelling totdat u deze
wijzigt.
Het belvolume instellen 1
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Druk op a of b om Volume weer te
geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Belvolume.
h Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit weer te geven en druk vervolgens
op de optie die u wilt instellen.
i Druk op .
Volume van de
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon is
ingeschakeld, geeft de machine een
geluidssignaal als u op het touchscreen of
touchpanel drukt, een vergissing maakt, of
nadat u een fax hebt verzonden of
ontvangen.
U kunt voor het geluid uit een aantal
volumeniveaus kiezen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Druk op a of b om Volume weer te
geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Piepen.
h Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit weer te geven en druk vervolgens
op de optie die u wilt instellen.
i Druk op .
Algemene informatie
19
1
Luidsprekervolume 1
U kunt voor het luidsprekervolume uit een
aantal volumeniveaus kiezen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Druk op a of b om Volume weer te
geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Luidspreker.
h Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit weer te geven en druk vervolgens
op de optie die u wilt instellen.
i Druk op .
Touchscreen-LCD 1
De helderheid van de
achtergrondverlichting
instellen 1
Als u het touchscreen-LCD niet goed kunt
lezen, kunt u de helderheidsinstelling
wijzigen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
d Druk op Standaardinst.
e Druk op a of b om LCD instell. weer
te geven.
f Druk op LCD instell.
g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Licht, Half of Donker.
i Druk op .
20
2
Papier en andere
afdrukmedia laden
2
OPMERKING
Als u op Foto-papier (10 × 15 cm) of Foto
L-papier (89 × 127 mm) wilt afdrukken,
moet u de fotopapierlade gebruiken. (Zie
Fotopapier laden uu pagina 25.)
Laad slechts één papierformaat en één
papiersoort tegelijk in de papierlade.
(Zie De juiste afdrukmedia selecteren
uu pagina 31 voor meer informatie over
papierformaat, -gewicht en -dikte.)
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
OPMERKING
Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de
papiersteun (2) naar binnen.
Wanneer u een ander papierformaat in de
lade plaatst, moet u ook de instelling voor
het papierformaat in het machinemenu
wijzigen.
(Zie Papierformaat uu pagina 28.)
b Zet het deksel van de uitvoerlade (1)
omhoog.
Papier laden 2
2
1
1
Papier laden
21
2
c Houd de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig ingedrukt en stel
deze af op het papierformaat. Doe
vervolgens hetzelfde met de
papiergeleider voor de lengte (2).
Zorg ervoor dat de driehoekjes (3) op de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
de lengte (2) op gelijke hoogte met de
markeringen voor het gebruikte
papierformaat staan.
d Waaier de stapel papier goed door om
te voorkomen dat papier vastloopt of
scheef wordt ingevoerd.
OPMERKING
Controleer altijd of het papier niet gekruld
of gekreukeld is.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag
en de bovenste rand eerst.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver
in duwt; het kan aan de achterkant van de
lade omhoog gaan staan en problemen
veroorzaken bij de papierinvoer.
OPMERKING
Als u papier wilt toevoegen voordat de
lade leeg is, verwijdert u het papier uit de
lade en voegt u dit samen met het papier
dat u wilt toevoegen. Waaier de stapel
papier altijd goed door voordat u deze in
de lade plaatst. Als u een stapel papier
toevoegt zonder deze door te waaieren,
bestaat de kans dat meerdere pagina's
tegelijk worden ingevoerd.
1
2
3
3
Hoofdstuk 2
22
f Duw de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig tegen het papier
aan.
Zorg dat de papiergeleiders voor de
breedte de randen van het papier licht
aanraken.
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.
i Houd de papierlade vast, trek de
papiersteun (1) naar buiten tot deze
vastklikt en vouw de papiersteunklep (2)
vervolgens uit.
1
2
1
Papier laden
23
2
Enveloppen laden 2
Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
2
.
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak
altijd eerst een proefafdruk voordat u
meerdere enveloppen afdrukt.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze niet goed
worden ingevoerd:
zakachtige enveloppen
vensterenveloppen
enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift)
enveloppen met sluithaken of nietjes
enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege
de dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Enveloppen laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van
enveloppen zo plat mogelijk voordat u
deze plaatst.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen een voor een in de
papierlade als er meerdere tegelijk naar
binnen worden getrokken.
Lijm Dubbele omslagen
Hoofdstuk 2
24
b Plaats de enveloppen met de adreszijde
naar beneden in de papierlade. Als de
omslag zich aan de lange zijde van de
enveloppen bevindt, plaatst u de
enveloppen met de omslag aan de
linkerkant in de lade, zoals aangegeven
in de illustratie. Houd de papiergeleiders
voor de breedte (1) voorzichtig
ingedrukt en stel deze af op het formaat
van de enveloppen. Doe hetzelfde met
de papiergeleider voor de lengte (2).
Als u problemen hebt bij het afdrukken op
enveloppen met de omslag aan de korte
kant, kunt u het volgende proberen:
2
a Open de omslag van de envelop.
b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag
in de positie zoals aangegeven in de
illustratie.
c Selecteer Ondersteboven afdrukken
(Windows
®
) of
Keer paginarichting om (Macintosh)
in het dialoogvenster van de
printerdriver en wijzig het formaat en de
marge in de toepassing.
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
1
2
Papier laden
25
2
Fotopapier laden 2
Gebruik de fotopapierlade die boven op het
deksel van de uitvoerlade is gemonteerd om
af te drukken op papier van Foto-formaat
(10
×
15 cm) of Foto L-formaat (89
×
127 mm)
.
Wanneer u de fotopapierlade gebruikt, hoeft
u het papier in de lade eronder niet te
verwijderen. (Zie Gewicht, dikte en capaciteit
van papier uu pagina 31 voor informatie over
het maximale aantal fotokaarten dat u kunt
laden.)
a Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotopapierlade (1) met uw
rechterwijsvinger en -duim samen en
duw de fotopapierlade naar voren tot
deze vastklikt in de stand voor het
afdrukken van foto's (2).
b Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
lengte (2) in en stel ze af op het
papierformaat.
c Plaats het fotopapier in de
fotopapierlade en duw de
papiergeleiders voor de breedte
voorzichtig tegen het papier aan.
Zorg dat de papiergeleiders voor de
breedte de randen van het papier
aanraken.
Controleer of het papier vlak in de lade
ligt.
Fotopapierlade
1
2
2
1
Hoofdstuk 2
26
OPMERKING
Controleer altijd of het papier niet gekruld
of gekreukeld is.
De Photo-indicator geeft aan dat de lade
voor fotopapier in de stand voor het
afdrukken van foto's staat. De A4/LTR-
indicator geeft aan dat de fotopapierlade
zich in de normale afdrukstand bevindt.
d Zet de fotopapierlade weer in de
normale afdrukstand als u klaar bent
met het afdrukken van foto's.
Knijp de blauwe ontgrendelingsknop
van de fotopapierlade (1) met uw
rechterwijsvinger en -duim samen en
duw de fotopapierlade weer terug tot
deze vastklikt (2).
BELANGRIJK
Als u de fotopapierlade na het afdrukken
van foto's niet in de normale afdrukstand
terugzet, wordt de foutmelding Papier
nazien weergegeven wanneer u losse
vellen gebruikt.
Fotopapierlade in de normale
afdrukstand
Fotopapierlade in de stand voor het
afdrukken van foto's
1
2
Papier laden
27
2
Onbedrukbaar gebied 2
Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte
toepassing. De volgende afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier
en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen papier
wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
OPMERKING
De afdrukfunctie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen en dubbelzijdig afdrukken.
Losse vellen Enveloppen
Boven (1) Links (2) Onder (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
Enveloppen 22 mm 3 mm 22 mm 3 mm
1
3
42
Hoofdstuk 2
28
Papierinstellingen 2
Papiersoort 2
Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de
machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op (Instell.).
b Druk op .
c Druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
weer te geven en druk vervolgens op de
optie die u wilt instellen.
d Druk op .
OPMERKING
Het papier wordt met de bedrukte zijde
naar boven op de uitvoerlade aan de
voorkant van de machine uitgeworpen.
Als u transparanten of glanzend papier
gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te
verwijderen om te voorkomen dat de
vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Papierformaat 2
U kunt kiezen uit de volgende papierformaten
voor kopiëren: A4, A5, Foto (10 × 15 cm) en
Letter. Voor het afdrukken van faxen hebt u
de keuze uit twee formaten: A4 en Letter.
Wanneer u papier van een ander formaat in
de machine plaatst, moet u ook de instelling
voor het papierformaat wijzigen, zodat uw
machine een binnenkomende fax passend op
het vel papier kan afdrukken.
a Druk op (Instell.).
b Druk op .
c Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm of
Letter weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
instellen.
d Druk op .
Papier laden
29
2
Acceptabel papier en
andere afdrukmedia
2
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed
door het soort papier dat u in de machine
gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit voor de gekozen
instellingen te realiseren, moet u de
papiersoort altijd instellen op het type papier
dat in de lade is geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat
papier), glanzend papier, transparanten en
enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten
papier te testen alvorens een grote
hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste
resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten of glanzend papier,
moeten op het tabblad Normaal van de
printerdriver of voor de instelling
Papiersoort in het menu van de machine
altijd de juiste afdrukmedia zijn
geselecteerd.
(Zie Papiersoort uu pagina 28.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van
hetzelfde fotopapier in de papierlade. U
vindt dit extra vel in de verpakking van het
papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen;
dit om te voorkomen dat de vellen aan
elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de
inkt kan nog nat zijn en op uw vingers
vlekken.
Aanbevolen afdrukmedia 2
Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het best
het Brother-papier in de tabel gebruiken.
Als er in uw land geen Brother-papier
beschikbaar is, raden wij u aan verschillende
soorten papier te testen voordat u grote
hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te
gebruiken wanneer u op transparanten
afdrukt.
Omgaan met en gebruik van
afdrukmedia 2
Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar
het papier plat en uit de buurt van vocht,
direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Laad
fotopapier met de glimmende zijde naar
beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen
snel water en transpiratievocht, wat
afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Transparanten die voor laserprinters en -
kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen
vlekken op het volgende document
veroorzaken. Gebruik alleen
transparanten die worden aanbevolen
voor inkjetprinters.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA
A4 Glanzend Foto BP71GA4
A4 Inkjet (Mat) BP60MA
10 × 15 cm Glanzend Foto BP71GP
Hoofdstuk 2
30
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten
papier:
papier dat beschadigd, gekruld of
gekreukt is of een onregelmatige vorm
heeft
1 Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
hoogglanzend of erg gestructureerd
papier
papier dat niet netjes kan worden
gestapeld
papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de
papieruitvoerlade
2
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m
2
.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel
van het deksel van de uitvoerlade worden
verwijderd.
1
1
Papier laden
31
2
De juiste afdrukmedia selecteren 2
Type en formaat papier voor elke functie 2
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
1
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m
2
.
2
Gebruik de fotopapierlade voor papier van de formaten Foto (10 × 15 cm) en Foto L (89 × 127 mm). (Zie Fotopapier
laden uu pagina 25.)
3
BP71-papier van 260 g/m
2
is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Printer
Losse vellen A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja
Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja
Executive 184 × 267 mm Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
A6 105 × 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 × 15 cm Ja Ja Ja
Foto L 89 × 127 mm Ja
Foto 2L 13 × 18 cm Ja Ja
Indexkaart 127 × 203 mm Ja
Enveloppen C5-Envelop 162 × 229 mm Ja
DL-Envelop 110 × 220 mm Ja
Com-10 105 × 241 mm Ja
Monarch 98 × 191 mm Ja
Transparanten A4 210 × 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja
A5 148 × 210 mm Ja Ja
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen
Losse vellen Normaal papier
64 tot 120 g/m
2
0,08 tot 0,15 mm
100
1
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m
2
0,08 tot 0,25 mm 20
Glanzend papier
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
23
Kaarten Fotokaart
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
20
23
Indexkaart
Max. 120 g/m
2
Max. 0,15 mm 30
Enveloppen
80 tot 95 g/m
2
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
32
3
Documenten laden 3
U kunt via de ADF (automatische
documentinvoer) of glasplaat een fax
versturen, kopieën maken en scannen.
De ADF gebruiken 3
De ADF heeft een capaciteit van maximaal
20 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Gebruik papier van een formaat en gewicht
dat voldoet aan de specificaties in de
volgende tabel. Waaier de stapel altijd los
voordat u het papier in de ADF plaatst.
Documentformaten en -gewichten 3
Documenten laden 3
BELANGRIJK
Trek NOOIT aan het document als het
wordt ingevoerd.
Gebruik GEEN papier dat is omgekruld,
gekreukeld, gevouwen of gescheurd of
geniet, of dat is vastgemaakt met
paperclips, lijm of plakband.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Zorg dat met inkt beschreven documenten en
documenten die met correctievloeistof zijn
gewijzigd, volledig droog zijn.
a Vouw de ADF-documentsteun (1) uit.
b Waaier de stapel papier goed door.
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van uw documenten.
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde naar beneden en de
bovenrand eerst in de ADF onder de
papiergeleiders, totdat u voelt dat ze de
invoerrollen raken.
Op het touchscreen wordt ADF
gereed. weergegeven.
Documenten laden 3
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Breedte: 148 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
1
Documenten laden
33
3
BELANGRIJK
Laat GEEN dikke documenten achter op
de glasplaat. Als u dat doet, kan papier in
de ADF vastlopen.
e Sluit de ADF-documentsteun na het
gebruik van de ADF. Druk op de
linkerbovenhoek van de ADF-
documentsteun om deze volledig te
sluiten.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken voor het faxen,
kopiëren of scannen van afzonderlijke vellen
of van bladzijden uit een boek.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
OPMERKING
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document
in de linkerbovenhoek van de glasplaat
te leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
1 documentdeksel
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document
scant, laat het deksel dan NIET
dichtvallen en druk er niet op.
Lengte: Max. 297 mm
Breedte: Max. 215,9 mm
Gewicht: Max. 2 kg
1
Hoofdstuk 3
34
Niet-scanbaar gebied 3
De grootte van het scangebied is afhankelijk
van de instellingen in de door u gebruikte
toepassing. Hier ziet u welke gebieden niet
kunnen worden gescand.
1
Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare
gebied 1 mm.
Gebruik
Document-
formaat
Boven (1)
Onder (3)
Links (2)
Rechts (4)
Faxen A4 3 mm
3mm
1
Letter 4 mm
Legal
Kopiëren Alle papier-
formaten
3mm 3mm
Scannen 1 mm 1 mm
35
4
4
Faxen verzenden 4
In de volgende stappen wordt beschreven
hoe u een fax verzendt.
a Plaats uw document op een van de
volgende manieren:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden in de
ADF. (Zie De ADF gebruiken
uu pagina 32.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde naar beneden op de glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 33.)
OPMERKING
Gebruik de ADF als u kleurfaxen van
meerdere pagina's wilt verzenden.
Als u een fax in zwart-wit vanuit de ADF
verzendt terwijl het geheugen vol is, wordt
deze direct verzonden.
U kunt de glasplaat gebruiken om
pagina's van een boek een voor een te
faxen. Het maximale documentformaat is
A4 of Letter.
Aangezien u slechts één pagina tegelijk
kunt scannen, is het eenvoudiger om de
ADF te gebruiken als u een document van
meerdere pagina’s verzendt.
b (MFC-J650DW)
Druk op (Fax).
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld op Aan is
ingesteld, drukt u op (Fax) en
vervolgens op (Faxen
verzenden).
Op het touchscreen wordt het
volgende weergegeven:
c U kunt de volgende faxinstellingen
wijzigen. Druk op Opties. Druk op
a of b om door de faxinstellingen te
bladeren. Druk op de gewenste
instelling en kies de nieuwe optie. Druk
op OK wanneer u klaar bent met het
wijzigen van opties.
(Basis gebruikershandleiding)
Zie pagina 37 tot en met 39 voor meer
informatie over het wijzigen van de
volgende faxinstellingen.
Scanformaat glas
Een fax in kleur verzenden
Uitgaande faxen vooraf bekijken
(MFC-J870DW)
Verzendrapport (instellen)
Een fax verzenden 4
Hoofdstuk 4
36
(Geavanceerde
gebruikershandleiding)
Voor meer geavanceerde bewerkingen
en instellingen op het gebied van
faxverzending
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een fax
verzenden.)
Contrast
Faxresolutie
Nieuwe standaardinstellingen
opgeven
Fabrieksinstellingen
Faxen aan het einde van een oproep
Rondsturen
Direct verzenden
Internationale modus
Uitgestelde fax (Tijdklok)
Groepsverzending (Verzamelen)
Taken in wachtrij annuleren
Verzend Pollen
d Voer het faxnummer in.
Met de kiestoetsen
Met (Adresboek)
Adresboek
Met (Oproep- overzicht)
Uitg. Gesprek
Overzicht beller-id
OPMERKING
(MFC-J870DW)
U kunt een faxbericht eerst bekijken
voordat u het verzendt door Voorbeeld
in te stellen op Aan. (Zie Uitgaande faxen
vooraf bekijken (MFC-J870DW)
uu pagina 38.)
e Druk op Fax starten.
Faxen verzenden vanaf de ADF 4
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat4
Als u Zwart-wit selecteert bij
Kleurinstelling
(standaardinstelling), begint de
machine met het scannen van de
eerste pagina. Ga naar stap f.
Als u Kleur selecteert bij
Kleurinstelling, wordt op het
touchscreen gevraagd of u een
kleurenfax wilt verzenden. Druk op
Ja (kleurenfax) ter bevestiging.
De machine kiest het nummer en
begint het document te verzenden.
f Voer een van de volgende stappen uit
als op het touchscreen Volgende
Pagina? wordt weergegeven:
Als u één pagina wilt verzenden,
drukt u op Nee.
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op Ja en gaat u
naar stap g.
g Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen van
de pagina. (Herhaal stap f en g voor
elke volgende pagina.)
Een fax verzenden
37
4
Faxen onderbreken 4
Druk op om het faxen te onderbreken.
Het formaat van de glasplaat
instellen om te faxen 4
Wanneer documenten van het formaat Letter
zijn, moet u het scanformaat op Letter
instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de
zijkanten van de fax.
a Laad uw document.
b (MFC-J650DW)
Druk op (Fax).
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld op Aan is
ingesteld, drukt u op (Fax) en
vervolgens op (Faxen
verzenden).
c Druk op Opties.
d Druk op a of b om Scanform. glas
weer te geven.
e Druk op Scanform. glas.
f Druk op Letter (of A4).
g Druk op OK.
h Voer het faxnummer in.
i Druk op Fax starten.
OPMERKING
U kunt de instelling die u het meest
gebruikt opslaan door deze als
standaardinstelling te definiëren.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Uw wijzigingen
instellen als nieuwe
standaardinstellingen.)
Deze instelling is alleen beschikbaar voor
het verzenden van documenten via de
glasplaat.
Een fax in kleur verzenden 4
Uw machine kan een fax in kleur verzenden
naar machines die deze functie
ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het
machinegeheugen worden opgeslagen. Als u
een kleurenfax verzendt, wordt deze direct
verstuurd (zelfs als Direct verzenden is
ingesteld op Uit).
a Laad uw document.
b (MFC-J650DW)
Druk op (Fax).
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld op Aan is
ingesteld, drukt u op (Fax) en
vervolgens op (Faxen
verzenden).
c Druk op Opties.
d Druk op a of b om Kleurinstelling
weer te geven.
Hoofdstuk 4
38
e Druk op Kleurinstelling.
f Druk op Kleur.
g Druk op OK.
h Voer het faxnummer in.
i Druk op Fax starten.
Een actieve fax annuleren 4
Als u een fax wilt annuleren terwijl de
machine bezig is met scannen, kiezen of
verzenden, drukt u op .
Uitgaande faxen vooraf
bekijken (MFC-J870DW) 4
U kunt een faxbericht eerst bekijken voordat
u het verzendt. U moet de functies Direct
verzenden en Ontvang Pollen op Uit zetten
voordat u deze functie kunt gebruiken.
a Laad uw document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld op Aan is
ingesteld, drukt u op (Fax) en
vervolgens op (Faxen
verzenden).
c Druk op Opties.
d Druk op a of b om Voorbeeld weer te
geven.
e Druk op Voorbeeld.
f Druk op Aan.
g Druk op OK.
h Voer het faxnummer in via de
kiestoetsen of het adresboek.
i Druk op Fax starten.
De machine begint het document te
scannen en de uitgaande fax verschijnt
op het touchscreen.
Wanneer de fax wordt weergegeven,
drukt u op het touchscreen om de
volgende bewerkingen uit te voeren.
j Druk op Start.
OPMERKING
Gebruik Faxvoorbeeld niet voor het
verzenden van een kleurenfax.
Als u op Start drukt, wordt het faxbericht
uit het geheugen verzonden en
vervolgens gewist.
Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Een fax verzenden
39
4
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit
rapport bevat de volgende informatie: de
naam of het faxnummer van de afzender, de
tijd en de datum waarop het bericht is
verzonden, de duur van de transmissie, het
aantal verzonden pagina's en of de fax
correct is verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen mogelijk:
Aan: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax.
Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
Uit: Drukt een rapport af als uw fax niet is
verzonden vanwege een transmissiefout.
Uit is de standaardinstelling.
Uit+Beeld: Drukt een rapport af als uw
fax niet is verzonden vanwege een
transmissiefout. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Kies rapport weer
te geven.
f Druk op Kies rapport.
g Druk op Verzendrapp.
h Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld weer te geven en
druk vervolgens op de optie die u wilt
instellen.
i Druk op .
OPMERKING
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt de afbeelding alleen op het
verzendrapport weergegeven als Direct
verzenden op Uit is ingesteld. Bij het
verzenden van een kleurenfax wordt de
afbeelding niet op het rapport
weergegeven.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Direct verzenden.)
Als de transmissie goed is verlopen, wordt
OK” naast “RESULT” op het
verzendrapport weergegeven. Als de
transmissie niet goed is verlopen, wordt
FOUT” naast “RESULT” weergegeven.
40
5
Ontvangstmodi 5
U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op
de lijn zijn aangesloten.
De ontvangstmodus kiezen 5
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met
behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste ontvangstmodus kiezen.
Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken uu pagina 41 voor meer informatie over ontvangstmodi.
Volg deze instructies om de ontvangstmodus in te stellen:
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Druk op a of b om Ontvangstmodus weer te geven.
h Druk op Ontvangstmodus.
i Druk op a of b om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig weer te
geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
j Druk op .
Faxberichten ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Faxberichten ontvangen
41
5
Ontvangstmodi
gebruiken
5
In sommige ontvangstmodi wordt
automatisch geantwoord (Alleen Fax en
Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging
wijzigen voordat u deze modi gebruikt. (Zie
Belvertraging uu pagina 42.)
Alleen Fax 5
Als de modus Alleen Fax is ingeschakeld,
wordt elk telefoontje automatisch als
faxoproep beantwoord.
Fax/Telefoon 5
De modus Fax/Telefoon helpt u om
inkomende oproepen af te handelen, doordat
wordt herkend of het een fax of een
telefoongesprek betreft. De oproepen worden
als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u
de oproep moet aannemen. Het dubbele
belsignaal is een snel belsignaal
afkomstig van uw machine.
Zie F/T Beltijd (alleen in de Fax/Telefoon-
modus) uu pagina 42 en Belvertraging
uu pagina 42 als u de modus
Fax/Telefoon gebruikt.
Handmatig 5
De modus Handmatig schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Als u een fax wilt ontvangen in de modus
Handmatig, neemt u de hoorn van een
extern toestel op. Wanneer u faxtonen (korte
herhaalde tonen) hoort, drukt u op Fax
starten en kiest u Ontvangen. U kunt ook
de functie Fax Waarnemen gebruiken om
faxen te ontvangen door de hoorn op te
nemen van een toestel op dezelfde lijn als die
van de machine.
(Zie Fax Waarnemen uu pagina 43.)
Ext. TEL/ANT (extern
antwoordapparaat) 5
In de modus Ext. TEL/ANT beheert een
extern antwoordapparaat uw inkomende
oproepen. Inkomende oproepen worden als
volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten
uu pagina 50 voor informatie over het
aansluiten van uw externe
antwoordapparaat.
Hoofdstuk 5
42
Instellingen
ontvangstmodus
5
Belvertraging 5
De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak
de machine in de modus Alleen Fax of
Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep
wordt beantwoord. Als u een extern of
tweede toestel op dezelfde lijn als de
machine gebruikt, kiest u het maximum
aantal belsignalen.
(Zie Werken met externe of tweede toestellen
uu pagina 53 en Fax Waarnemen
uu pagina 43.)
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Druk op a of b om Belvertraging
weer te geven.
h Druk op Belvertraging.
i Druk op de optie voor het aantal keren
dat de machine moet overgaan voordat
de oproep wordt beantwoord.
Als u 0 kiest, wordt onmiddellijk
opgenomen en klinkt er helemaal geen
belsignaal.
j Druk op .
F/T Beltijd
(alleen in de Fax/Telefoon-
modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van een telefoon die
overgaat. Het aantal belsignalen wordt
bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, wordt deze door de
machine ontvangen. Is het echter een
telefoonoproep, dan hoort u een dubbel
belsignaal gedurende de tijd die u voor F/T
Beltijd hebt ingesteld. Als u het dubbele
belsignaal hoort, betekent dit dat het een
telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de
machine wordt geproduceerd, gaan externe
en tweede toestellen niet over. U kunt de
oproep echter nog steeds op elk toestel
aannemen door een code voor
afstandsbediening te gebruiken.
(Zie Codes voor afstandsbediening
gebruiken uu pagina 54 voor meer
informatie.)
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Druk op a of b om F/T Beltijd weer
te geven.
h Druk op F/T Beltijd.
Faxberichten ontvangen
43
5
i Druk op de optie voor het aantal
seconden dat de machine moet
overgaan om u op een gewoon
telefoongesprek te attenderen (20, 30,
40 of 70 seconden).
j Druk op .
OPMERKING
Zelfs als de beller tijdens het dubbele
belsignaal ophangt, blijft de machine
overgaan gedurende het aantal seconden
dat u hebt geselecteerd.
Fax Waarnemen 5
Als Fax Waarnemen is ingesteld op
Aan:
5
De machine ontvangt een faxoproep
automatisch, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als op het touchscreen
Ontvangst wordt weergegeven of wanneer
u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u
gewoon de hoorn op de haak. Uw machine
doet de rest.
Als Fax Waarnemen is ingesteld op
Uit:
5
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en
een faxoproep beantwoordt door de hoorn op
te nemen, drukt u op Fax starten en dan
op Ontvangen om de fax te ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een
tweede of extern toestel, drukt u op l 51. (Zie
Werken met externe of tweede toestellen
uu pagina 53.)
OPMERKING
Als deze functie is ingesteld op Aan, maar
uw machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
extern toestel opneemt, moet u de code
voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
Als u faxen verzendt vanaf een computer
op dezelfde telefoonlijn en deze faxen
door de machine worden onderschept,
stelt u Fax Waarnemen in op Uit.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Druk op a of b om Fax Waarnemen
weer te geven.
h Druk op Fax Waarnemen.
i Druk op Aan (of Uit).
j Druk op .
Hoofdstuk 5
44
Faxvoorbeeld (alleen
zwart-wit)
(MFC-J870DW)
5
Binnengekomen faxen vooraf
weergeven 5
U kunt binnengekomen faxen op het
touchscreen weergeven door op (Fax)
en vervolgens op (Ontvangen
faxen) te drukken. Als de machine in de
gereedstand staat, verschijnt een melding op
het touchscreen wanneer er een nieuwe fax
is binnengekomen.
Faxvoorbeeld instellen 5
a Druk op (Instell.).
b Druk op (Faxvb.).
c Druk op Aan (of Uit).
d Druk op Ja.
e Op het touchscreen wordt meegedeeld
dat faxen voortaan niet meer worden
afgedrukt zodra u ze ontvangt.
Druk op Ja (of Nee).
f Druk op .
OPMERKING
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld,
wordt bij gebruik van de functies Fax
Doorzenden en PC-Fax ontv. geen
reservekopie van ontvangen faxen
afgedrukt, zelfs als u Back-up op Aan hebt
ingesteld.
Faxvoorbeeld gebruiken 5
Wanneer u een fax ontvangt, wordt dit op het
touchscreen gemeld. (Bijvoorbeeld: Nieuwe
fax(en):01 [Voorb.])
a Druk op Voorb.
Het faxoverzicht wordt op het
touchscreen weergegeven.
OPMERKING
Het faxoverzicht bevat de oude faxen en
de nieuwe fax. Naast de nieuwe fax wordt
een blauwe markering weergegeven.
Als u een fax wilt zien die al is bekeken,
drukt u op (Fax) en
(Ontvangen faxen).
b Druk op a of b om het faxnummer weer
te geven van de fax die u wilt bekijken.
c Druk op de fax die u wilt bekijken.
OPMERKING
Als het een grote fax betreft, kan het even
duren voordat deze wordt weergegeven.
Op het touchscreen worden het huidige
paginanummer en het totaal aantal
pagina's van het faxbericht weergegeven.
Als het faxbericht uit meer dan
99 pagina's bestaat, wordt het totaal
aantal pagina's als “XX” weergegeven.
Faxberichten ontvangen
45
5
Druk op het touchscreen of touchpanel
om de volgende bewerkingen uit te
voeren.
d Druk op .
Een fax afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op (Ontvangen faxen).
c Druk op de fax die u wilt bekijken.
d Druk op .
Als de fax meerdere pagina's bevat,
gaat u naar stap e.
Als de fax uit één pagina bestaat,
wordt deze afgedrukt. Ga naar
stap f.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alle Pag Afdruk. om
alle pagina's van de fax af te
drukken. Ga naar stap f.
Druk op Alleen huidige afdr.
om de weergegeven pagina af te
drukken.
Ga naar stap g.
Druk op Afdr. vanaf deze pag.
om vanaf de weergegeven pagina tot
en met de laatste pagina af te
drukken. Ga naar stap g.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om de fax te verwijderen.
Druk op Nee om de fax in het
geheugen te bewaren.
g Druk op .
Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op Ja ter bevestiging.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Teruggaan naar het
faxoverzicht.
De fax afdrukken.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Druk op Alle Pag
Afdruk. om het hele
faxbericht af te drukken.
Druk op Alleen huidige
afdr. om alleen de
weergegeven pagina af te
drukken.
Druk op Afdr. vanaf
deze pag. om vanaf de
weergegeven pagina tot en
met de laatste pagina af te
drukken.
Hoofdstuk 5
46
Alle faxen in het overzicht afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op (Ontvangen faxen).
c Druk op Afdr./verw.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle nieuwe faxen wilt
afdrukken, drukt u op a of b om
Alles afdrukken (nwe faxen)
weer te geven.
Druk op Alles afdrukken (nwe
faxen).
Als u alle oude faxen wilt afdrukken,
drukt u op a of b om Alles
afdrukken (oude faxen) weer
te geven.
Druk op Alles afdrukken (oude
faxen).
e Druk op .
Alle faxen uit het overzicht
verwijderen
5
a Druk op (Fax).
b Druk op (Ontvangen faxen).
c Druk op Afdr./verw.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle nieuwe faxen wilt
verwijderen, drukt u op a of b om
Alles verwijderen (nwe fax)
weer te geven.
Druk op Alles verwijderen
(nwe fax).
Als u alle oude faxen wilt
verwijderen, drukt u op a of b om
Alles verwijderen (oude
fax) weer te geven.
Druk op Alles verwijderen
(oude fax).
e Druk op Ja ter bevestiging.
f Druk op .
Faxvoorbeeld uitschakelen 5
a Druk op (Instell.).
b Druk op (Faxvb.).
c Druk op Uit.
d Druk op Ja ter bevestiging.
e Als er faxen in het geheugen zijn
opgeslagen, voert u een van de
volgende handelingen uit:
Druk op Doorgaan als u de
opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken.
De machine vraagt u om het
verwijderen van opgeslagen faxen te
bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging. Uw faxen
worden verwijderd.
Druk op Alle faxen afdrukken
vóór verwijderen als u alle
opgeslagen faxen wilt afdrukken.
Druk op Annuleren als u
Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen.
Druk op .
47
6
6
Opties voor normale
telefoongesprekken
6
Fax/Telefoon-modus 6
Als de machine in de Fax/Telefoon-modus
staat, wordt het dubbele belsignaal (een snel
dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven
dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u
de hoorn van de externe telefoon op en drukt
u op Ophalen om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens het overgaan van de
dubbele bel opnemen en tussen twee snelle
dubbele belsignalen op #51 drukken. Als er
niemand aan de lijn is of als iemand u een fax
wil zenden, stuurt u de oproep terug naar de
machine door op l 51 te drukken.
Nummerweergave (Beller ID) 6
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken
van de nummerweergavedienst die door veel
lokale telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor
informatie. Bij gebruik van deze dienst ziet u
het telefoonnummer of indien beschikbaar de
naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het
touchscreen het telefoonnummer (en
eventueel de naam) van de beller
weergegeven. Zodra u een telefoontje
aanneemt, verdwijnt de informatie over de
beller van het touchscreen, maar de
oproepinformatie blijft opgeslagen in het
geheugen.
U kunt het overzicht bekijken of een van deze
nummers selecteren om er een fax naar te
sturen, het aan het adresboek toe te voegen
of te verwijderen. (Zie Overzicht
nummerweergave (Overzicht beller-id)
uu pagina 57.)
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het
gebied dat uw nummerweergavedienst
beslaat.
U kunt een lijst afdrukken met informatie over
de oproepen die uw machine heeft
ontvangen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een rapport
afdrukken.)
OPMERKING
De dienst nummerweergave varieert per
provider. Neem contact op met uw lokale
telefoonbedrijf voor meer informatie over
welke diensten er in uw gebied
beschikbaar zijn.
Nummerweergave inschakelen 6
Als u beschikt over nummerweergave op uw
lijn, dient u de functie Beller ID in te stellen op
Aan, zodat het telefoonnummer van de beller
op het touchscreen wordt weergegeven
wanneer de telefoon overgaat.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Diversen weer te
geven.
f Druk op Diversen.
g Druk op Beller ID.
h Druk op Aan (of Uit).
i Druk op .
Telefoontoestel en externe
apparaten
6
Hoofdstuk 6
48
Telefoondiensten 6
De machine ondersteunt de
nummerweergavedienst die door sommige
telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies als Voicemail, Wisselgesprekken,
Wisselgesprekken/Nummerweergave, een
antwoordapparaat, alarmsysteem of een
andere speciale functie op dezelfde lijn
kunnen problemen veroorzaken bij de
werking van de machine.
Het type telefoonlijn instellen 6
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u ook het type telefoonlijn
wijzigen aan de hand van de volgende
stappen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Druk op a of b om Tel lijn inst
weer te geven.
f Druk op Tel lijn inst.
g Druk op Normaal, PBX of ISDN.
h Druk op .
PBX en doorverbinden 6
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, geschikt voor aansluiting op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt als op het touchscreen op R
wordt gedrukt.
OPMERKING
U kunt een druk op de knop R
programmeren als onderdeel van een
nummer dat in het adresboek is
opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het
programmeren van het adresboek eerst
op R (op het touchscreen verschijnt ‘!’),
waarna u het telefoonnummer invoert. Als
u dit doet, hoeft u niet telkens op R te
drukken voordat u een nummer kiest met
een adresboek. (Zie Nummers opslaan
uu pagina 58.) Als uw type telefoonlijn
niet op PBX is ingesteld op de machine,
kunt u echter niet gebruikmaken van het
adresboeknummer waarvoor het drukken
op R is geprogrammeerd.
Telefoontoestel en externe apparaten
49
6
VoIP (Voice over Internet
Protocol) 6
VoIP is een telefoonsysteem dat
gebruikmaakt van een internetverbinding in
plaats van een traditionele telefoonlijn.
Telefoonbedrijven bieden vaak pakketten
met VoIP-, internet- en kabeldiensten.
Uw machine werkt mogelijk niet met
bepaalde VoIP-systemen. Als u uw machine
wilt gebruiken voor het versturen en
ontvangen van faxen op een VoIP-systeem,
moet u zorgen dat één uiteinde van uw
telefoonsnoer is aangesloten op de LINE-
ingang van de machine. Het andere uiteinde
van het telefoonsnoer kan worden
aangesloten op een modem,
telefoonadapter, splitter of soortgelijk
apparaat.
Neem contact op met uw VoIP-provider
voor informatie over het aansluiten van
uw machine op het VoIP-systeem.
Nadat u uw machine op het VoIP-systeem
hebt aangesloten, controleert u of er een
kiestoon is. Neem de hoorn van de externe
telefoon van de haak en luister of u een
kiestoon hoort. Neem contact op met uw
VoIP-provider als er geen kiestoon is.
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van faxen via een VoIP-systeem,
kunt u de modemsnelheid van de machine
het best instellen op Basic (voor VoIP)
(zie Storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP) uu pagina 136).
Hoofdstuk 6
50
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten
6
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten. Als u echter een extern
antwoordapparaat aansluit op dezelfde
telefoonlijn als de machine, worden alle
gesprekken beantwoord door het
antwoordapparaat terwijl de machine
“luistert” of er faxtonen zijn. Als faxtonen
worden waargenomen, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
de machine geen faxtonen waarneemt,
speelt het antwoordapparaat het uitgaande
bericht af, zodat de beller een bericht kan
inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier
belsignalen antwoorden (de aanbevolen
instelling is twee belsignalen). De machine
kan de faxtonen pas waarnemen nadat het
antwoordapparaat de oproep heeft
beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er
slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over
voor de aansluitbevestiging. Volg de
instructies in deze handleiding zorgvuldig op
wanneer u uw uitgaande bericht opneemt. U
kunt beter niet de bespaarstand op uw
externe antwoordapparaat gebruiken als dit
is ingesteld op meer dan vijf belsignalen.
OPMERKING
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de
instelling voor belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verkorten.
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, wordt op het touchscreen
Telefoon weergegeven.
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NOOIT op
een andere plaats op dezelfde telefoonlijn
aan.
Aansluitingsinstellingen 6
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals in de vorige afbeelding is
aangegeven.
OPMERKING
(MFC-J650DW)
Leid het telefoonsnoer voorzichtig uit de
achterzijde van de machine.
a Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan weerszijden van de machine
om het scannerdeksel in de geopende
stand te zetten.
1
1
Telefoontoestel en externe apparaten
51
6
b (MFC-J650DW)
Leid het telefoonsnoer voorzichtig door
het kabelgootje uit de achterzijde van de
machine.
(MFC-J870DW)
Leid het telefoonsnoer voorzichtig vanaf
de LINE-ingang door het kabelgootje en
uit de achterzijde van de machine.
Verwijder het beschermkapje (1) van de
rechterzijde van de machine en plaats
het in (2), zodat het niet kwijtraakt.
Leid het telefoonsnoer voorzichtig vanaf
de EXT.-ingang door het kabelgootje en
uit de rechterzijde van de machine.
c Breng het scannerdeksel omhoog om
de vergrendeling op te heffen. Duw de
steun van het scannerdeksel voorzichtig
omlaag en sluit het scannerdeksel met
beide handen.
d Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling
voor belvertraging van de machine is
niet van toepassing.)
e Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
f Stel het antwoordapparaat in op het
aannemen van oproepen.
g Stel de ontvangstmodus in op Ext.
TEL/ANT. (Zie De ontvangstmodus
kiezen uu pagina 40.)
Een uitgaand bericht
opnemen op een extern
antwoordapparaat 6
Bij het opnemen van dit bericht is een goede
timing van belang.
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de
machine de gelegenheid om bij
automatische faxtransmissies de
faxtonen te horen voordat deze
stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
OPMERKING
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaande bericht eerst een stilte van 5
seconden op te nemen, zodat faxtonen
door de machine kunnen worden
waargenomen. U kunt proberen om deze
pauze weg te laten, maar als uw machine
problemen heeft met de ontvangst, moet u
het uitgaande bericht opnieuw opnemen
en deze stilte inlassen.
1
2
Hoofdstuk 6
52
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 6
Wij raden u aan om contact op te nemen met
het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om
uw machine aan te sluiten. Als u beschikt
over een systeem met meerdere lijnen, raden
wij u aan om de installateur te vragen om de
machine op de laatste lijn van het systeem
aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de
machine wordt geactiveerd wanneer het
systeem telefoonoproepen ontvangt. Als alle
inkomende telefoontjes door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt als deze is aangesloten op een PBX.
Neem bij problemen met het verzenden of
ontvangen van faxen eerst contact op met het
bedrijf dat uw centrale verzorgt.
OPMERKING
Controleer of het type telefoonlijn is
ingesteld op PBX. (Zie Het type
telefoonlijn instellen uu pagina 48.)
Externe en tweede
toestellen
6
Een extern of tweede toestel
aansluiten 6
U kunt een apart toestel op uw machine
aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
2
1
Telefoontoestel en externe apparaten
53
6
OPMERKING
(MFC-J650DW)
Leid het telefoonsnoer voorzichtig uit de
achterzijde van de machine.
(MFC-J870DW)
Het verdient aanbeveling het
telefoonsnoer voorzichtig vanaf de EXT.-
ingang uit de rechterzijde van de machine
te leiden.
Verwijder het beschermkapje (1) van de
rechterzijde van de machine en plaats het
in (2), zodat het niet kwijtraakt.
Leid het telefoonsnoer voorzichtig vanaf
de EXT.-ingang door het kabelgootje en
uit de rechterzijde van de machine.
Sluit het externe toestel aan met een
kabel van maximaal 3 meter.
Werken met externe of tweede
toestellen 6
Als u een faxoproep aanneemt van een
tweede toestel of een extern toestel, kunt u
de oproep naar de machine doorverbinden
met behulp van de code voor activeren op
afstand. Als u de code voor activeren op
afstand, l 51, intoetst, begint de machine
met het ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, toetst u de code voor deactiveren op
afstand, #51 in om de oproep op een tweede
toestel aan te nemen. (Zie F/T Beltijd (alleen
in de Fax/Telefoon-modus) uu pagina 42.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
6
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van
een handmatige fax.
Druk l 51 in en wacht tot u het tjirpende
geluid hoort of tot op het touchscreen
Ontvangst wordt weergegeven en hang
dan op.
OPMERKING
U kunt ook de functie Fax Waarnemen
gebruiken om het telefoontje automatisch
door uw machine te laten aannemen. (Zie
Fax Waarnemen uu pagina 43.)
1
2
Hoofdstuk 6
54
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 6
Code voor activeren op afstand 6
Als u een faxoproep aanneemt op een
tweede of extern toestel, kunt u de oproep
doorverbinden naar de machine door het
intoetsen van de code voor activeren op
afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende
geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op
de haak. (Zie Fax Waarnemen
uu pagina 43.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe
telefoon, kunt u de fax door de machine laten
ontvangen door op Fax starten te drukken
en Ontvangen te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 6
Als u een normaal telefoontje ontvangt terwijl
de machine in de modus Fax/Telefoon staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
na de aanvankelijke belvertraging. Als u de
oproep aanneemt op een tweede toestel,
kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen
door op #51 te drukken (druk tussen de
belsignalen door).
Als de machine een normaal telefoontje
aanneemt en het snelle dubbele belsignaal
geeft, kunt u de oproep aannemen op de
externe telefoon door op Ophalen te
drukken.
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
6
Als u activering op afstand wilt gebruiken,
moet u de codes voor afstandsbediening
inschakelen. De vooraf ingestelde code voor
activeren op afstand is l 51. De vooraf
ingestelde code voor deactiveren op afstand
is #51. U kunt deze codes desgewenst
vervangen door uw eigen codes.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Druk op a of b om Ontvangstmenu
weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Druk op a of b om Act.Op Afst. weer
te geven.
h Druk op Act.Op Afst.
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Afstandscode.
Voer de nieuwe code in en druk op
OK.
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Deactiveren.
Voer de nieuwe code in en druk op
OK.
Als u de codes niet wilt wijzigen, gaat
u naar stap j.
Als u de codes voor
afstandsbediening Uit (of Aan) wilt
zetten, drukt u op Act.Op Afst.
Druk op Uit (of Aan).
j Druk op .
OPMERKING
Als de verbinding telkens wordt verbroken
wanneer u probeert om vanaf een ander
toestel toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam om
de code voor activeren op afstand en de
code voor deactiveren op afstand te
wijzigen in een andere driecijferige code
met de cijfers 0-9, l, #.
Het is mogelijk dat de codes voor
afstandsbediening met bepaalde
telefoonsystemen niet werken.
55
7
7
Nummers kiezen 7
Handmatig kiezen 7
a Laad uw document.
b (MFC-J650DW)
Druk op (Fax).
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld op Aan is
ingesteld, drukt u op (Fax) en
vervolgens op (Faxen
verzenden).
c Druk op alle cijfers van het faxnummer.
d Druk op Fax starten.
Nummers kiezen vanuit het
adresboek 7
a Laad uw document.
b Druk op (Fax).
c Druk op (Adresboek).
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om het gewenste
nummer weer te geven.
Druk op , voer de eerste letter van
de naam in en druk op OK.
Druk op de gewenste naam.
Als de naam twee nummers heeft,
gaat u naar stap e.
Als de naam één nummer heeft, gaat
u naar stap f.
e Druk op het gewenste nummer.
f Druk op Toepassen om een fax te
verzenden.
g Druk op Fax starten.
De machine scant en verzendt de fax.
Nummers kiezen en opslaan 7
Hoofdstuk 7
56
Faxnummer opnieuw kiezen 7
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
de lijn bezet is, wordt het nummer maximaal
drie keer opnieuw gekozen met tussenpozen
van vijf minuten.
De functie voor automatisch opnieuw kiezen
werkt alleen als u vanaf de machine hebt
gekozen.
a Laad uw document.
b (MFC-J650DW)
Druk op (Fax).
(MFC-J870DW)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld op Uit is
ingesteld, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld op Aan is
ingesteld, drukt u op (Fax) en
vervolgens op (Faxen
verzenden).
c Druk op Herkies.
d Druk op Fax starten.
OPMERKING
Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch
opnieuw kiezen niet.
Herkies verandert in Pauze wanneer u
een faxnummer invoert.
Meer manieren om
nummers te kiezen
7
Overzicht van uitgaande
gesprekken 7
De laatste 30 nummers waarnaar u een fax
hebt verstuurd, worden opgeslagen in het
overzicht van uitgaande gesprekken. U kunt
een van deze nummers selecteren om er een
fax naar te sturen, het toe te voegen aan het
adresboek of te verwijderen.
a Druk op (Fax).
b Druk op (Oproep- overzicht).
c Druk op Uitg. Gesprek.
d Druk op het gewenste nummer.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Toepassen om een fax te
verzenden.
Druk op Fax starten.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Bewerken en vervolgens op
Toevoegen aan adresboek.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Adresboeknummers uit het overzicht
van uitgaande gesprekken opslaan.)
Als u het nummer uit het overzicht
van uitgaande gesprekken wilt
verwijderen, drukt u op Bewerken
en vervolgens op Verwijder.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op .
Nummers kiezen en opslaan
57
7
Overzicht nummerweergave
(Overzicht beller-id) 7
Voor de functie Overzicht beller-id is de
nummerweergavedienst vereist die door veel
telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie
Nummerweergave (Beller ID) uu pagina 47.)
De nummers, of eventueel namen, van de
laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u
hebt ontvangen, worden opgeslagen in het
nummerweergaveoverzicht. U kunt het
overzicht bekijken of een van deze nummers
selecteren om er een fax naar te sturen, het
aan het adresboek toe te voegen of te
verwijderen. Wanneer de machine de
eenendertigste oproep ontvangt, worden de
gegevens van de eerste oproep door dit
nummer vervangen.
OPMERKING
Zelfs als u niet op nummerweergave
geabonneerd bent, kunt u de datums van
oproepen in het overzicht bekijken en
items uit de lijst verwijderen.
a Druk op (Fax).
b Druk op (Oproep- overzicht).
c Druk op Overzicht beller-id.
d Druk op het gewenste nummer of de
gewenste naam.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Toepassen om een fax te
verzenden.
Druk op Fax starten.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op Bewerken en vervolgens op
Toevoegen aan adresboek.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Adresboeknummers uit het overzicht
beller-ID opslaan.)
Als u het nummer uit het overzicht
wilt verwijderen, drukt u op
Bewerken en vervolgens op
Verwijder.
Druk op Ja ter bevestiging.
Druk op .
OPMERKING
U kunt het nummerweergaveoverzicht
afdrukken.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een rapport
afdrukken.)
Hoofdstuk 7
58
Nummers opslaan 7
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: via het
adresboek en met groepen voor het
rondsturen van faxberichten.
OPMERKING
Adresboeknummers die in het geheugen
zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 7
Wanneer u adresboeknummers opslaat, kunt
u een of meer pauzes van 3,5 seconden
invoegen door op het touchscreen op Pauze
te drukken.
Adresboeknummers opslaan 7
U kunt maximaal 100 adressen met een
naam opslaan. Elke naam kan twee
nummers hebben.
a Druk op (Fax).
b Druk op (Adresboek).
c Druk op Bewerken.
d Druk op a of b om Nw adres toev.
weer te geven.
e Druk op Nw adres toev.
f Druk op Naam.
g Voer de naam in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen
(maximaal 16 tekens).
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren uu pagina 179 voor
informatie over het invoeren van letters.)
h Druk op Adres 1.
i Voer het eerste fax- of telefoonnummer
in via het toetsenbord op het
touchscreen (maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
OPMERKING
Vergeet niet het netnummer op te geven
wanneer u een fax- of telefoonnummer
invoert. Afhankelijk van het land worden
de namen en het overzicht van de
nummerweergave mogelijk onjuist
weergegeven als het fax- of
telefoonnummer zonder netnummer wordt
opgeslagen.
j Als u het tweede fax- of telefoonnummer
wilt opslaan, drukt u op Adres 2.
Voer het tweede fax- of telefoonnummer
in via het toetsenbord op het
touchscreen (maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
k Druk op OK ter bevestiging.
l Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om nog een adresboeknummer op
te slaan, herhaalt u stap c tot en
met k.
Om het opslaan van nummers te
voltooien, drukt u op .
Nummers kiezen en opslaan
59
7
Adresboeknamen of -
nummers wijzigen of
verwijderen 7
U kunt een reeds opgeslagen
adresboeknaam of -nummer wijzigen of
verwijderen.
a Druk op (Fax).
b Druk op (Adresboek).
c Druk op Bewerken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om Wijzigen weer te
geven.
Druk op Wijzigen om de naam of
nummers van een adres te
bewerken. Ga naar stap e.
Druk op a of b om Verwijder weer
te geven.
Druk op Verwijder.
Selecteer de nummers die u wilt
verwijderen door erop te drukken,
zodat een rood vinkje wordt
weergegeven.
Druk op OK.
Druk op Ja ter bevestiging. Ga naar
stap i.
e Druk op a of b om het gewenste nummer
weer te geven.
f Druk op het nummer dat u wilt wijzigen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op Naam.
Voer de nieuwe naam in (maximaal
16 tekens) via het toetsenbord op het
touchscreen. (Zie Tekst invoeren
uu pagina 179 voor informatie over
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
Als u het eerste fax- of
telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u
op Adres 1.
Voer het nieuwe fax- of
telefoonnummer in (maximaal
20 cijfers) via het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
Als u het tweede fax- of
telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u
op Adres 2.
Voer het nieuwe fax- of
telefoonnummer in (maximaal
20 cijfers) via het toetsenbord op het
touchscreen.
Druk op OK.
OPMERKING
Een opgeslagen naam of nummer
wijzigen:
Als u een teken of een opgeslagen cijfer
wilt wijzigen, drukt u op d of c om het
gewenste teken of cijfer met de cursor te
markeren. Druk vervolgens op . Voer
het nieuwe teken of cijfer in.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op OK als u klaar bent.
Om nog een adresboeknummer te
wijzigen, herhaalt u stap c tot en
met h.
Ga terug naar g als u meer
wijzigingen wilt aanbrengen.
i Druk op .
60
8
Kopiëren 8
In de volgende stappen worden de
standaardkopieerhandelingen beschreven.
a Plaats uw document op een van de
volgende manieren:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden in de
ADF.
(Zie De ADF gebruiken
uu pagina 32.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 33.)
b Druk op (Kopiëren).
Op het touchscreen wordt het
volgende weergegeven:
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën invoeren op
de volgende manieren:
Druk op - of + op het touchscreen
(zie hierboven).
Gebruik de kiestoetsen op het
touchpanel.
Toets op het touchscreen in hoeveel
kopieën u wilt maken.
Voer het aantal kopieën in met het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
c Als u meerdere kopieën wilt maken,
toetst u het aantal in (maximaal 99).
d Druk op Mono start of Kleur Start.
Kopiëren stoppen 8
Druk op om het kopiëren te stoppen.
Kopiëren 8
1
Kopiëren
61
8
Kopieeropties 8
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen. Druk op Kopiëren en vervolgens
op Opties. Druk op a of b om door de
kopieerinstellingen te bladeren. Druk op de
gewenste instelling en kies een optie. Druk
op OK wanneer u klaar bent met het wijzigen
van opties.
(Basis gebruikershandleiding)
Zie pagina 61 voor informatie over het
wijzigen van de volgende kopieerinstellingen.
Papiersoort
Papierformaat
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
Voor informatie over het wijzigen van de
volgende kopieerinstellingen
uu Geavanceerde gebruikershandleiding:
Kopieeropties.
Kwaliteit
Vergr./verkl.
Pagina layout
2op1(id)
Stapel/Sorteer
Dichtheid
2-zijdige kopie
Inktspaarmodus
(MFC-J870DW)
Dun papier kopiëren
(MFC-J870DW)
Boek kopiëren
(MFC-J870DW)
Watermerk kop.
(MFC-J870DW)
Achtergr.kleur verwijderen
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
OPMERKING
Gebruik de ADF als u kopieën wilt
sorteren.
Papiersoort 8
Als u op een speciale papiersoort kopieert,
stelt u de machine in op die papiersoort voor
optimale afdrukkwaliteit.
a Laad uw document.
b Druk op (Kopiëren).
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Opties.
e Druk op a of b om Papiersoort weer
te geven.
f Druk op Papiersoort.
g Druk op a of b om Normaal pap.,
Inkjetpapier, Brother BP71,
Glossy anders of Transparanten
weer te geven en druk vervolgens op de
optie die u wilt instellen.
h Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op OK.
i Druk op Mono start of Kleur Start.
Hoofdstuk 8
62
Papierformaat 8
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert,
moet u de instelling voor het papierformaat
wijzigen. U kunt alleen kopiëren op papier
van de volgende formaten: A4, A5, Foto
(10 × 15 cm) en Letter.
a Laad uw document.
b Druk op (Kopiëren).
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op Opties.
e Druk op a of b om Papierformaat
weer te geven.
f Druk op Papierformaat.
g Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm of
Letter weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
instellen.
h Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op OK.
i Druk op Mono start of Kleur Start.
63
9
9
PhotoCapture
Center™-functies
(FOTO-modus)
9
Ook wanneer uw machine niet is aangesloten
op uw computer, kunt u foto's direct vanaf
digitale cameramedia of een USB-
flashstation afdrukken. (Zie Foto's afdrukken
uu pagina 66.)
U kunt documenten scannen en deze
rechtstreeks op een geheugenkaart of USB-
flashstation opslaan. (Zie Naar een
geheugenkaart of een USB-flashstation
scannen uu pagina 67.)
Als uw machine is aangesloten op een
computer, hebt u via uw computer toegang
tot een geheugenkaart of USB-flashstation
dat in de voorzijde van de machine is
gestoken.
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
Een geheugenkaart of een
USB-flashstation gebruiken 9
Uw Brother-machine heeft mediastations
(sleuven) voor de volgende populaire digitale
cameramedia: Memory Stick Duo™, Memory
Stick PRO Duo™, SD-geheugenkaart,
SDHC-geheugenkaart, SDXC-
geheugenkaart, MultiMedia Card, MultiMedia
Card Plus en USB-flashstation.
Met de functie PhotoCapture Center™ kunt u
digitale foto's van uw digitale camera met een
hoge resolutie afdrukken, voor een
afdrukkwaliteit die gelijkwaardig is aan die
van foto's.
Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-
flashstation
9
Hoofdstuk 9
64
Aan de slag 9
a Open de mediasleufklep.
b Steek de geheugenkaart of het USB-flashstation stevig in de juiste sleuf.
1 USB-flashstation
BELANGRIJK
De USB Direct Interface biedt alleen ondersteuning voor
een USB-flashstation, een camera die compatibel is met
PictBridge of een digitale camera die gebruikmaakt van
USB-massaopslag. Andere USB-apparaten worden niet
ondersteund.
2 Sleuf geheugenkaart
Sleuf Compatibele geheugenkaarten
Bovenste sleuf
Memory Stick Duo™
Memory Stick PRO Duo™
Memory Stick Micro™
(adapter vereist)
Onderste sleuf
SD-geheugenkaart
SDHC-geheugenkaart
SDXC-geheugenkaart
MultiMedia Card
MultiMedia Card Plus
miniSD (adapter vereist)
miniSDHC (adapter vereist)
microSD (adapter vereist)
microSDHC (adapter vereist)
MultiMedia Card Mobile
(adapter vereist)
1
2
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
65
9
BELANGRIJK
Steek NOOIT een Memory Stick Duo™ in de onderste sleuf. Hierdoor kan de machine
beschadigd raken.
Plaats NOOIT meerdere mediakaarten tegelijk in de machine. Hierdoor kan de machine
beschadigd raken.
Verwijder NOOIT de stekker uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation niet uit het mediastation (sleuf) of uit de USB Direct Interface terwijl de machine
de geheugenkaart of het USB-flashstation leest of beschrijft. Als u dit wel doet, gaan de
gegevens op de kaart verloren of raakt de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen.
Hoofdstuk 9
66
Foto's afdrukken 9
Foto's weergeven 9
U kunt foto's op het touchscreen bekijken
voordat u ze afdrukt. Als uw foto's grote
bestanden zijn, kan het langer duren voordat
elke foto wordt weergegeven.
a Open de mediasleufklep.
b Plaats de geheugenkaart of het USB-
flashstation in de juiste sleuf.
c Druk op Foto.
d Druk op d of c om Foto’s weerg.
weer te geven.
e Druk op Foto’s weerg.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u foto's wilt kiezen die u wilt
afdrukken of als u meerdere
exemplaren van een foto wilt
afdrukken, gaat u naar stap g.
Als u alle foto's wilt afdrukken, drukt
u op All.afd. Druk op Ja ter
bevestiging. Ga naar stap j.
g Druk op d of c om de gewenste foto
weer te geven en druk erop.
h Geef op hoeveel kopieën u wilt maken
door het gewenste aantal in te voeren of
door op + of - te drukken.
Druk op OK.
i Herhaal stap g en h tot u alle af te
drukken foto's hebt gekozen.
j Druk op OK.
k Bekijk de weergegeven lijst met opties
en voer een van de volgende
handelingen uit:
Als u de afdrukinstellingen wilt
wijzigen, drukt u op
Afdrukinstell.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
PhotoCapture Center™-
afdrukinstellingen.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
gaat u naar stap l.
l Druk op Start om te beginnen met
afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation
67
9
PhotoCapture
Center™-
afdrukinstellingen
9
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende afdruk.
De machine keert na 1 minuut terug naar de
standaardinstellingen.
OPMERKING
U kunt de afdrukinstellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaardinstellingen te definiëren.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Uw wijzigingen
instellen als nieuwe
standaardinstellingen.)
Naar een
geheugenkaart of een
USB-flashstation
scannen
9
U kunt zwart-wit- en kleurendocumenten naar
een geheugenkaart of USB-flashstation
scannen. Zwart-witdocumenten worden
opgeslagen in het bestandsformaat PDF
(*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur
kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF)
of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De
fabrieksinstelling is Kleur, 200 dpi en het
standaardbestandsformaat is PDF.
Bestandsnamen worden door de machine
aangemaakt op basis van de huidige datum.
(uu Installatiehandleiding.) Bijvoorbeeld: de
vijfde foto die u op 1 juli 2013 scant, krijgt de
naam 01071305.PDF. U kunt de kleur en de
resolutie wijzigen.
a Laad uw document.
b Open de mediasleufklep.
c Plaats de geheugenkaart of het USB-
flashstation in de juiste sleuf.
d Druk op Scannen naar media.
BELANGRIJK
Verwijder de geheugenkaart of het USB-
flashstation NOOIT terwijl er door de
machine lees- of schrijfbewerkingen op
worden uitgevoerd. De kaart, het USB-
flashstation of de daarop opgeslagen
gegevens kunnen anders beschadigd
raken.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de standaardinstellingen wilt
gebruiken, gaat u naar j.
Als u de standaardinstellingen wilt
wijzigen, gaat u naar f.
f Druk op Opties.
Hoofdstuk 9
68
g Selecteer de gewenste instellingen voor
Scantype, Resolutie,
Bestandstype, Afmeting scan,
Lang papier scannen,
Bestandsnaam, Automatisch
bijsnijden
1
en
Achtergrondkleur verwijderen.
1
Alleen MFC-J870DW
OPMERKING
Als u kleur in de instellingen voor het
scantype hebt gekozen, kunt u niet het
bestandstype TIFF kiezen.
Als u zwart-wit in de instellingen voor het
scantype hebt gekozen, kunt u niet het
bestandstype JPEG kiezen.
Lang papier scannen is alleen
beschikbaar bij gebruik van de ADF.
•Met Achtergrondkleur
verwijderen wordt de basiskleur van
documenten verwijderd, zodat de
gescande gegevens beter kunnen worden
herkend.
h De bestandsnaam wordt automatisch
ingesteld. U kunt echter een naam naar
keus opgeven via het toetsenbord op
het touchscreen. Druk op
Bestandsnaam en voer de naam van
het bestand in. U kunt alleen de eerste 6
cijfers van de bestandsnaam wijzigen.
Druk op OK.
i Druk op OK.
OPMERKING
Als u de instellingen wilt opslaan als
snelkoppeling, drukt u op Opslaan als
snelkoppeling.
j Druk op Start.
Als u de glasplaat gebruikt, wordt op het
touchscreen Volgende pagina?
weergegeven. Druk op Ja of Nee.
Wanneer u klaar bent met scannen,
moet u Nee selecteren voordat u de
geheugenkaart of het USB-flashstation
uit de machine verwijdert.
69
10
10
Een document
afdrukken
10
De machine kan gegevens van uw computer
ontvangen en deze afdrukken. Om vanaf een
computer te kunnen afdrukken, moet u de
printerdriver installeren.
(Voor meer informatie uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.)
a Installeer de Brother-printerdriver vanaf
de cd-rom. (uu Installatiehandleiding.)
b Selecteer de opdracht Afdrukken in uw
toepassing.
c Selecteer de naam van uw machine in
het dialoogvenster Afdrukken en klik op
Eigenschappen of
Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de toepassing die u gebruikt.
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen.
Veelgebruikte instellingen zijn:
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Papierformaat
Afdrukstand
Kleur / Grijstinten
Inktbespaarstand
Scaling
Tweezijdig/boekje
e Klik op OK.
f Klik op Afdrukken (of OK, afhankelijk
van de toepassing die u gebruikt) om het
afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een computer 10
70
11
Vóór het scannen 11
Om de machine als scanner te kunnen gebruiken, moet u de scannerdriver installeren. Als de
machine is aangesloten op een netwerk, configureert u deze met een TCP-/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers vanaf de cd-rom. (uu Installatiehandleiding: MFL-Pro Suite
installeren.)
Configureer de machine met een TCP-/IP-adres als netwerkscannen niet werkt. (uu Software
en Netwerk gebruikershandleiding.)
Scannen vanaf een computer 11
Scannen vanaf een computer
71
11
Een document als PDF-bestand scannen met
ControlCenter4 (Windows
®
) 11
(Voor meer informatie uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
OPMERKING
Welke schermen op uw pc worden weergegeven, is afhankelijk van uw model.
Dit gedeelte is gebaseerd op het gebruik van de Geavanceerde modus van ControlCenter4.
ControlCenter4 is een hulpprogramma waarmee u de toepassingen die u het meest gebruikt, snel
en gemakkelijk kunt openen. ControlCenter4 zorgt ervoor dat u specifieke toepassingen niet
handmatig hoeft te openen.
a Laad uw document. (Zie Documenten laden uu pagina 32.)
b (Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7)
Open ControlCenter4 door op (start)/Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij
XXXX voor de naam van uw model staat)/ControlCenter4 te klikken. Het programma
ControlCenter4 wordt geopend.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities (Brother-hulpprogramma’s)), klik op de vervolgkeuzelijst en
selecteer de naam van uw model (als deze nog niet is geselecteerd). Klik op SCANNEN op
de navigatiebalk links en klik vervolgens op ControlCenter4. Het programma
ControlCenter4 wordt geopend.
c Selecteer Geavanceerde modus op het scherm ControlCenter4-modus en klik op OK.
Hoofdstuk 11
72
d Zorg dat de gewenste machine is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Model.
e Stel de scanconfiguratie in.
Klik op Configuratie en selecteer achtereenvolgens Knopinstellingen, Scan en Bestand.
Het configuratiedialoogvenster wordt weergegeven. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen.
1 Selecteer PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Type Bestand.
2 U kunt opgeven welke bestandsnaam u voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap, of uw voorkeursmap zoeken en
selecteren door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie selecteren in de vervolgkeuzelijst Resolutie.
5 U kunt het documentformaat selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
1
2
4
5
3
Scannen vanaf een computer
73
11
f Klik op OK.
g Klik op Bestand.
h Druk op Scan.
Het scanproces gaat van start. De map waarin de gescande gegevens worden opgeslagen,
wordt automatisch geopend.
Hoofdstuk 11
74
De scanmodusinstellingen voor scannen naar
PDF wijzigen
11
U kunt de instellingen van de modus Scannen voor uw machine wijzigen met behulp van
ControlCenter4. (Windows
®
)
a (Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7)
Open ControlCenter4 door op (start)/Alle programma’s/Brother/MFC-XXXX (waarbij
XXXX voor de naam van uw model staat)/ControlCenter4 te klikken. Het programma
ControlCenter4 wordt geopend.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities (Brother-hulpprogramma’s)), klik op de vervolgkeuzelijst en
selecteer de naam van uw model (als deze nog niet is geselecteerd). Klik op SCANNEN op
de navigatiebalk links en klik vervolgens op ControlCenter4. Het programma
ControlCenter4 wordt geopend.
b Zorg dat de gewenste machine is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Model.
c Klik op de tab Apparaatinstellingen.
d Klik op Scaninstellingen apparaat.
Scannen vanaf een computer
75
11
e Kies het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1 Selecteer PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Type Bestand.
2 U kunt opgeven welke bestandsnaam u voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap, of uw voorkeursmap zoeken en
selecteren door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie selecteren in de vervolgkeuzelijst Resolutie.
5 U kunt het documentformaat selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
f Klik op OK.
1
2
4
5
3
Hoofdstuk 11
76
Een document als PDF-bestand scannen via het touchscreen 11
a Laad uw document. (Zie Documenten laden uu pagina 32.)
b Druk op (Scannen).
c Druk op d of c om naar bestand weer te geven.
d Druk op naar bestand.
e Als de machine met een netwerk is verbonden, drukt u op de pc-naam.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken gaat u naar stap j.
Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen gaat u naar stap f.
f Druk op Opties.
g Druk op Ingest.op aanr.schrm.
Druk op Aan.
h Selecteer de gewenste instellingen voor Scantype, Resolutie, Bestandstype,
Afmeting scan en Achtergrondkleur verwijderen.
i Druk op OK.
j Druk op Start.
Het scanproces gaat van start.
OPMERKING
De volgende scanmodi zijn beschikbaar.
naar OCR
naar bestand
naar afbeelding
naar media
naar e-mail
WS scannen
1
(scannen met Web Services)
1
Alleen Windows
®
-gebruikers. (Windows Vista
®
SP2 of recenter, Windows
®
7 en Windows
®
8)
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
77
12
12
Afdrukken met NFC
(Near Field
Communication)
12
Als de NFC-functie door uw Android™-
toestel wordt ondersteund, kunt u gegevens
(foto's, PDF-bestanden, tekstbestanden,
webpagina's en e-mailberichten) vanaf het
toestel afdrukken door het even tegen het
NFC-logo linksonder op de voorkant van de
machine te houden.
U moet Brother iPrint&Scan naar uw
Android™-toestel downloaden en erop
installeren om deze functie te kunnen
gebruiken.
(Voor meer informatie uu Handleiding
mobiel printen/scannen voor Brother
iPrint&Scan: Voor Android™-apparaten.)
Scannen met NFC
(Near Field
Communication)
12
Als de NFC-functie door uw Android™-
toestel wordt ondersteund, kunt u foto's en
documenten naar het toestel scannen door
het even tegen het NFC-logo linksonder op
de voorkant van de machine te houden.
U moet Brother iPrint&Scan naar uw
Android™-toestel downloaden en erop
installeren om deze functie te kunnen
gebruiken.
(Voor meer informatie uu Handleiding
mobiel printen/scannen voor Brother
iPrint&Scan: Voor Android™-apparaten.)
OPMERKING
NFC (Near Field Communication) voorziet
in eenvoudige transacties,
gegevensuitwisseling en draadloze
verbindingen tussen twee apparaten die
zich dicht bij elkaar bevinden.
Afdrukken en scannen met NFC
(Near Field Communication)
(MFC-J870DW)
12
78
13
Overzicht 13
Uw Brother-machine kan afdrukken op
bedrukbare media zoals cd-r/rw, dvd-r/rw en
Blu-ray Disc™.
U kunt op drie manieren afdrukken op
bedrukbare media:
Afdrukken via kopiëren
U kunt de afbeelding van een bestaand
schijfetiket of een vierkant document,
zoals een foto, kopiëren en de afbeelding
afdrukken op de bedrukbare schijf.
Afdrukken via media
U kunt een afbeelding op een
geheugenkaart of USB-flashstation
selecteren en de afbeelding afdrukken op
de bedrukbare schijf.
Afdrukken via een computer
(Windows
®
/Macintosh)
U kunt met NewSoft CD Labeler een
etikatafbeelding maken en deze
afbeelding op de bedrukbare schijf
printen.
Zie Afdrukken via een computer (Windows
®
)
uu pagina 78 en uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding voor meer informatie
over het afdrukken op een schijf met een van
deze drie methoden.
Afdrukken via een computer
(Windows
®
) 13
Vanaf een computer met NewSoft CD
Labeler kan uw Brother-machine afdrukken
op bedrukbare media zoals cd-r/rw, dvd-r/rw
en Blu-ray Disc™.
In dit gedeelte wordt de procedure voor
Windows
®
beknopt beschreven. Voor
Macintosh uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
OPMERKING
Als u NewSoft CD Labeler wilt gebruiken,
moet u de toepassing NewSoft CD
Labeler installeren vanaf de cd-rom die bij
uw machine is geleverd. Voor meer
informatie uu Installatiehandleiding.
a Start NewSoft CD Labeler op de
volgende manier.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
Klik op (start)/Alle programma’s/
NewSoft CD Labeler/
NewSoft CD Labeler.
(Windows
®
8)
Klik op (NewSoft CD Labeler).
b Maak een etiketafbeelding met NewSoft
CD Labeler.
Op een schijf afdrukken
(cd/dvd/bd) (MFC-J870DW)
13
Op een schijf afdrukken (cd/dvd/bd) (MFC-J870DW)
79
13
OPMERKING
Raadpleeg de gebruikershandleiding van
NewSoft CD Labeler voor meer informatie
over het maken van een etikatafbeelding.
Dit doet u als volgt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
Klik op (start)/Alle programma’s/
NewSoft CD Labeler/
NewSoft CD Labeler Help.
(Windows
®
8)
Klik met de rechtermuisknop op het
startscherm. Klik op het pictogram
Alle apps onder aan het scherm en klik
vervolgens op
NewSoft CD Labeler Help.
c Selecteer de opdracht Afdrukken nadat
u het schijfetiket hebt gemaakt.
d Kies de naam van uw machine in het
afdrukdialoogvenster en klik op
Eigenschappen.
Het venster van de printerdriver wordt
geopend.
e Selecteer uw instellingen voor de
volgende opties op het tabblad
Normaal.
Mediatype: kies Bedrukbaar schijf.
Afdrukkwaliteit: kies Normaal of
Langzaam drogend.
Papierformaat: kies Schijf 12 cm
(120mm).
Aantal: kies het gewenste aantal
exemplaren.
Wijzig andere instellingen naar wens.
Klik op OK.
f Volg de instructies op het scherm.
(Voor meer informatie uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.)
OPMERKING
Zie Een schijf laden (cd/dvd/bd)
uu pagina 80 voor informatie over het
plaatsen van een bedrukbare schijf op de
schijflade.
Hoofdstuk 13
80
Een schijf laden
(cd/dvd/bd)
13
In de schijflade kunnen alleen schijven van
12 cm worden geplaatst.
OPMERKING
Plaats GEEN cd/dvd/bd als u een
testafdruk op papier wilt maken.
a Open het documentdeksel en verwijder
de schijflade.
b Sluit het documentdeksel.
c Druk de schijfgeleider omlaag en trek
eraan om de geleider te openen (1).
Trek de schijfgeleider naar u toe om de
geleider te openen (2).
d Zorg dat er minimaal 10 cm ruimte
achter de machine is.
1 10 cm
2
1
1
Op een schijf afdrukken (cd/dvd/bd) (MFC-J870DW)
81
13
e Plaats de bedrukbare schijf goed op de
schijflade.
OPMERKING
Zorg dat de schijf met de bedrukbare zijde
naar boven op de schijflade wordt gelegd.
Controleer of de schijflade schoon is.
f Plaats de schijflade in de schijfgeleider
en zorg dat de driehoekjes op gelijke
hoogte staan.
g Verwijder de schijflade en sluit de
schijfgeleider nadat de schijf is bedrukt.
h Open het documentdeksel en plaats de
schijflade hierin terug.
i Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als het afdrukgebied verschuift en de
schijflade of het transparante deel in het
midden van de schijf wordt bedrukt, veeg
de inkt er dan onmiddellijk af.
Sluit altijd de schijfgeleider en plaats de
schijflade terug in het documentdeksel na
het afdrukken. Als u dit niet doet, kan de
schijflade kromtrekken of ombuigen,
waardoor er bij gebruik van de schijflade
een storing kan optreden.
82
A
De inktcartridges
vervangen
A
Uw machine is voorzien van een
inktstippenteller. De inktstippenteller
controleert het inktniveau in elk van de vier
cartridges. Als de machine ontdekt dat een
inktcartridge bijna leeg is, wordt een melding
weergegeven.
Op het touchscreen wordt aangegeven welke
inktcartridge bijna leeg of aan vervanging toe
is. Volg de aanwijzingen op het touchscreen
om de inktcartridges in de juiste volgorde te
vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt
geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen,
bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er
inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te
voorkomen dat de lucht de printkopset
uitdroogt en beschadigt.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze
dan onmiddellijk met water en raadpleeg
een arts als u zich zorgen maakt.
BELANGRIJK
De multifunctionele machines van Brother
zijn ontworpen om te werken met inkt van
een bepaalde specificatie, en bij gebruik
van originele inktcartridges van Brother
zijn optimale prestaties en
betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother
kan deze optimale prestaties en
betrouwbaarheid niet garanderen indien
inkt of inktcartridges van andere
specificaties gebruikt worden. Het gebruik
van andere dan originele cartridges van
Brother of van oude cartridges die gevuld
zijn met inkt van een ander merk, wordt
door Brother daarom afgeraden. Schade
die aantoonbaar het gevolg is van het
gebruik van inkt die niet door Brother
geproduceerd is in deze machine, valt
mogelijk niet onder de
garantiebepalingen. Raadpleeg de
voorwaarden van de garantie.
a Open het deksel van de
inktcartridge (1).
Als een of meer inktcartridges aan
vervanging toe zijn, wordt op het
touchscreen Alleen ZW 1-zijdige
afdruk of Kan niet afdr.
weergegeven.
Routineonderhoud A
1
Routineonderhoud
83
A
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het touchscreen
aangegeven cartridge te ontgrendelen.
Verwijder de cartridge uit de machine.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het
touchscreen wordt aangegeven en haal
vervolgens de inktcartridge eruit.
d Draai de groene hendel op de oranje
verpakking (1) linksom tot het vacuüm
wordt verbroken. Verwijder de oranje
verpakking vervolgens (zie illustratie).
BELANGRIJK
Raak het als (2) gemarkeerde gebied op
de cartridge NOOIT aan. De cartridge
wordt dan mogelijk niet gedetecteerd door
de machine.
1
2
1
2
84
e Elke kleur heeft zijn eigen vaste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van
de pijl op het etiket.
f Duw voorzichtig tegen de achterkant
van de inktcartridge met de aanduiding
“PUSH” (duwen) tot de cartridgehendel
omhoog komt. Sluit vervolgens het
deksel van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
OPMERKING
Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het
touchscreen wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld Veranderde
u Zwarte inkt). Druk voor elke
nieuwe cartridge die u hebt geïnstalleerd
op Ja om de inktstippenteller voor die
kleur te resetten. Als de geïnstalleerde
inktcartridge niet nieuw is, moet u op Nee
drukken.
Als na het installeren van de inktcartridge
Geen inktcartridge
of
Kan niet
detect.
op het touchscreen wordt
weergegeven, dient u te controleren of u
een nieuwe, originele Brother-cartridge
gebruikt en of deze correct is geïnstalleerd.
Verwijder de inktcartridge en plaats deze
langzaam terug. Duw stevig aan tot de
cartridgehendel omhoog komt.
BELANGRIJK
Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
Raak NOOIT de houders voor de
cartridges aan. De inkt kan anders
vlekken op uw huid achterlaten.
Schud de inktcartridges NOOIT. Als u inkt
op uw huid of kleding krijgt, wast u deze
meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie hebt
geïnstalleerd, wordt op het touchscreen
Foute inktkleur weergegeven.
Controleer welke inktcartridges niet op de
juiste positie zijn geïnstalleerd en
verplaats ze naar hun correcte positie.
Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
hem binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
Maak de inktcartridge NOOIT open en
knoei er niet mee; hierdoor kan de
cartridge inkt verliezen.
Routineonderhoud
85
A
De machine reinigen en
controleren
A
De glasplaat reinigen A
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Til het documentdeksel (1) op. Reinig
de glasplaat (2) en het witte plastic (3)
met een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met een niet-brandbare
glasreiniger.
c Reinig in de ADF de witte balk (1) en de
glazen strook (2) met een zachte,
pluisvrije doek die is bevochtigd met een
niet-brandbare glasreiniger.
OPMERKING
Nadat u de glazen strook hebt gereinigd,
voelt u met uw vingertoppen of er nog vuil
op zit. Als u vuil voelt, reinigt u de glazen
strook en met name het vuile gedeelte
opnieuw. Het kan zijn dat u het
schoonmaken drie of vier keer moet
herhalen. Maak na elke schoonmaakbeurt
een kopie.
2
1
3
i
Als er vuil of
correctievloeistof
op de glazen
strook zit, is er
een verticale
streep zichtbaar
op de afdruk.
Nadat de glazen
strook is
gereinigd, is de
verticale streep
verdwenen.
2
1
86
De printkop reinigen A
De printkop wordt indien nodig automatisch
gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal
blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen
overlaat, kunt u het reinigingsproces
handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een
horizontale streep of een leeg gedeelte door
de tekst of afbeeldingen loopt, dient u de
printkop te reinigen. U kunt kiezen of u alleen
Zwart, drie kleuren tegelijk
(Geel/Cyaan/Magenta) of alle vier kleuren
tegelijk wilt reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt
verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt
gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
a Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op (Instell.) en Inkt
drukken.
b Druk op Reinigen.
c Druk op Zwarte inkt, Kleur of Alle
inkt.
De machine reinigt de printkop.
Nadat het reinigen is voltooid, wordt de
machine in de gereedstand gezet.
OPMERKING
Hebt u de printkop minimaal vijf keer
gereinigd en is de afdruk nog niet
verbeterd, probeer dan om het probleem
te verhelpen door voor elke kleur
waarmee u problemen ondervindt, een
nieuwe originele Innobella™-inktcartridge
van Brother te installeren. Reinig de
printkop vervolgens opnieuw maximaal
vijf keer. Als de kwaliteit dan nog niet
verbeterd is, neemt u contact op met de
klantenservice van Brother of uw Brother-
leverancier.
U kunt de printkop ook vanaf uw pc
reinigen.
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
De afdrukkwaliteit
controleren A
Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst
zichtbaar zijn op uw afdrukken, kan het zijn
dat enkele spuitmondjes van de printkop
verstopt zijn. U kunt dit controleren door de
testpagina Afdrukkwaliteit te printen en naar
het patroon van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op (Instell.) en Inkt
drukken.
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Printkwaliteit.
d Druk op OK.
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt
afgedrukt.
e Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
Routineonderhoud
87
A
f Op het touchscreen wordt gevraagd of
de afdrukkwaliteit in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op Ja om de
controle van de afdrukkwaliteit te
beëindigen en gaat u naar stap j.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukjes ontbreken, drukt u op
Nee.
g Op het touchscreen wordt gevraagd of
de afdrukkwaliteit voor zwart en
vervolgens de drie kleuren in orde is.
Druk op Ja of Nee.
h Op het touchscreen wordt gevraagd of u
wilt beginnen met reinigen.
Druk op OK.
De machine begint de printkop te
reinigen.
i Druk na het reinigen op OK.
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt
nogmaals afgedrukt. Ga terug naar
stap e.
j Druk op .
Hebt u de printkop minimaal vijf keer
gereinigd en is de afdruk nog niet verbeterd,
probeer dan om het probleem te verhelpen
door voor elke kleur waarmee u problemen
ondervindt een nieuwe originele inktcartridge
van Brother te installeren. Reinig de printkop
vervolgens opnieuw maximaal vijf keer. Als
de kwaliteit dan nog niet verbeterd is, neemt
u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de
printkop aanraakt, kan deze blijvend
worden beschadigd en kan de garantie
erop vervallen.
OPMERKING
De uitlijning controleren A
Als afgedrukte tekst vlekkerig is of
afbeeldingen flets zijn nadat de machine is
vervoerd, moet u de uitlijning mogelijk
afstellen.
a Druk op .
OPMERKING
U kunt ook op (Instell.) en Inkt
drukken.
b Druk op Testafdruk.
c Druk op Instel kantlijn.
OK Niet OK
i
Als een
spuitmondje van
een printkop
verstopt is, ziet de
afdruk er zo uit.
Nadat het
spuitmondje van
de printkop
gereinigd is, zijn
de horizontale
strepen
verdwenen.
88
d Druk op OK.
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
e Druk voor patroon A op a of b om het
nummer van de testafdruk met de
minste verticale strepen (1-9) weer te
geven en druk erop.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor patroon B, C en
D.
In het voorbeeld is nummer 6 de beste
keuze voor A, B, C en D.
f Druk op .
OPMERKING
De datum en tijd
instellen
A
Op het touchscreen worden de datum en tijd
weergegeven. Als een verkeerde datum en
tijd worden weergegeven, corrigeert u dit aan
de hand van deze instructies.
U kunt de datum en tijd toevoegen aan elke
fax die u verstuurt, door uw stations-ID in te
stellen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Druk op a of b om Datum&Tijd weer te
geven.
f Druk op Datum&Tijd.
g Druk op Datum.
h Voer op het touchscreen de laatste twee
cijfers van het jaar in en druk op OK.
i Voer op het touchscreen de twee cijfers
voor de maand in en druk op OK.
j Voer op het touchscreen de twee cijfers
voor de dag in en druk op OK.
k Druk op Tijd.
l Voer de tijd in (in 24 uursnotatie) via het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
m Druk op .
i
Als de uitlijning
niet goed is, ziet
tekst er onscherp
uit, zoals hier.
Nadat de uitlijning
is gecorrigeerd,
ziet tekst er zo uit.
89
B
B
Uw probleem vaststellen B
Controleer eerst de volgende punten.
Het netsnoer van de machine is goed aangesloten en de machine is ingeschakeld.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Papier is op de juiste wijze in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn goed op de machine en de computer aangesloten, of de draadloze
verbinding is zowel op de machine als op de computer ingesteld.
Meldingen op het touchscreen
(Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 91.)
Als uw probleem na het controleren van de bovenstaande punten niet is opgelost, bepaalt u de
aard van het probleem en gaat u naar de corresponderende pagina.
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen:
Afdrukproblemen uu pagina 124
Problemen met de afdrukkwaliteit uu pagina 126
Problemen met de papierverwerking uu pagina 127
Ontvangen faxen afdrukken uu pagina 128
Telefoon- en faxproblemen:
Telefoonlijn of verbindingen uu pagina 129
Inkomende oproepen beantwoorden uu pagina 132
Faxen ontvangen uu pagina 130
Faxen verzenden uu pagina 131
Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleert u eerst alle onderstaande
punten en volgt u de tips voor het oplossen van problemen.
U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother
Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
90
Kopieerproblemen:
Problemen met kopiëren uu pagina 133
Scanproblemen:
Problemen met scannen uu pagina 133
Problemen met PhotoCapture Center™ uu pagina 133
Software- en netwerkproblemen:
Problemen met software uu pagina 134
Netwerkproblemen uu pagina 134
Problemen bij het invoeren van gegevens uu pagina 135
Problemen oplossen
91
B
Onderhouds- en foutmeldingen B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten
verbruiksartikelen soms worden vervangen. De machine bepaalt in dergelijke gevallen wat er aan
de hand is of welk routineonderhoud moet worden uitgevoerd; hierbij wordt de relevante melding
op de machine weergegeven. In de volgende tabel worden de meest voorkomende onderhouds-
en foutmeldingen toegelicht.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf
afhandelen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Aanraakscherm init.
mislukt
Het touchscreen werd aangeraakt
voordat het inschakelen was voltooid.
Zorg ervoor dat niets het touchscreen
aanraakt en dat er niets op het
touchscreen ligt, met name op het
moment dat u de stekker in het
stopcontact steekt.
Tussen het onderste deel van het
touchscreen en het frame kan zich
vuil hebben opgehoopt.
Steek een stuk stevig papier tussen
het onderste deel van het
touchscreen en het frame, en schuif
het stuk papier heen en weer om het
vuil te verwijderen.
Afbeelding te klein
(MFC-J870DW)
Het formaat van uw foto is te klein om
bij te snijden.
Kies een grotere foto.
Afbeelding te lang
(MFC-J870DW)
Omdat de verhoudingen van uw foto
onregelmatig zijn, kunnen er geen
effecten worden toegevoegd.
Kies een foto met regelmatige
proporties.
Afgebroken De andere partij of de faxmachine
van de andere partij heeft de oproep
afgebroken.
Probeer de fax opnieuw te verzenden
of te ontvangen.
Als oproepen herhaaldelijk worden
onderbroken en u een VoIP-systeem
(Voice over IP) gebruikt, stel de
compatibiliteit dan in op Basic (voor
VoIP). (Zie Storing op de
telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)
uu pagina 136.)
92
Alleen ZW 1-zijdige
afdruk
Vervang inkt.
Een of meer kleurencartridges zijn
aan vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken in
zwart-wit afdrukken, afhankelijk van
het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het
touchscreen wordt weergegeven,
werken de volgende functies als
volgt:
Afdrukken
Als u Grijstinten op het tabblad
Geavanceerd van de
printerdriver selecteert, kunt u de
machine als zwart-witprinter
gebruiken.
Dubbelzijdig afdrukken is niet
beschikbaar wanneer deze
melding verschijnt.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap., kunt u kopieën
in zwart-wit maken.
Dubbelzijdig kopiëren is niet
beschikbaar wanneer deze
melding verschijnt.
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap. of
Inkjetpapier, worden de
faxen op de machine in zwart-wit
ontvangen en afgedrukt.
Als de verzendende machine een
kleurenfax wil verzenden, vraagt
de machine tijdens het contact
maken om de fax in zwart-wit te
versturen.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
uu pagina 82.)
OPMERKING
Alle printbewerkingen worden
gestopt. In de volgende gevallen kunt
u de machine pas weer gebruiken
wanneer een nieuwe inktcartridge is
geïnstalleerd:
Als u de stekker uit het
stopcontact haalt of de
inktcartridge verwijdert.
Als de papiersoort niet is
ingesteld op Normaal pap. of
Inkjetpapier.
(Windows
®
) Als
Langzaam drogend papier op
het tabblad Normaal van de
printerdriver is ingeschakeld.
(Macintosh) Als
Langzaam drogend papier is
ingeschakeld in de
Afdrukinstellingen van de
printerdriver.
Comm.fout Een slechte telefoonverbinding heeft
een communicatiefout veroorzaakt.
Vraag het telefoonbedrijf om uw
telefoonlijn te controleren als het
probleem aanhoudt.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
93
B
Deksel is open. Het scannerdeksel zit niet goed dicht. Til het scannerdeksel op en sluit dit
weer.
Controleer of het telefoonsnoer en de
USB-kabel (indien gebruikt) op de
juiste manier in de kabelgoot liggen
en achter uit de machine komen.
Het deksel van de inktcartridge zit
niet goed dicht.
Sluit het deksel van de inktcartridge
(het moet vastklikken).
Document vast/te
lang
Het document is niet goed geplaatst
of ingevoerd, of het document dat via
de ADF is gescand, is te lang.
(Zie De ADF gebruiken
uu pagina 32.)
(Zie Document vastgelopen
uu pagina 107.)
Foute inktkleur Er is een inktcartridge op de
verkeerde positie geïnstalleerd.
Controleer welke inktcartridges niet
op de juiste positie zijn geïnstalleerd
en verplaats ze naar hun correcte
positie.
Geen antw/Bezet Het door u gekozen nummer neemt
niet op of is in gesprek.
Controleer het nummer en probeer
het opnieuw.
Geen Beller ID Er is geen overzicht van inkomende
oproepen beschikbaar. Er zijn geen
oproepen binnengekomen of u bent
niet geabonneerd op de
nummerweergavedienst van uw
telefoonbedrijf.
Neem contact op met uw
telefoonbedrijf als u
nummerweergave (Beller ID) wilt
gebruiken. (Zie Nummerweergave
(Beller ID) uu pagina 47.)
Geen bestand De geheugenkaart of het USB-
flashstation in het mediastation bevat
geen JPG-bestand.
Plaats de juiste geheugenkaart of het
juiste USB-flashstation in de sleuf.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen naar een
faxmachine die niet in de wachtstand
voor pollen staat.
Controleer de instellingen voor pollen
van het andere faxtoestel.
Geen inktcartridge Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
plaats deze langzaam terug. Duw
stevig aan tot de cartridgehendel
omhoog komt. (Zie De inktcartridges
vervangen uu pagina 82.)
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
94
Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Als een fax wordt verzonden of een
kopieerbewerking wordt
uitgevoerd:
Druk op , Stoppen of
Sluiten, wacht tot de andere
bewerkingen zijn voltooid en
probeer het vervolgens opnieuw.
Druk op Nu verzenden om de
tot dan toe gescande pagina's te
verzenden.
Druk op Deelafdruk om de tot
dan toe gescande pagina's te
kopiëren.
Wis de gegevens in het
geheugen. Om extra geheugen
vrij te maken, kunt u de functie
voor ontvangen in het geheugen
uitschakelen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Geheugenontvangst
uitschakelen.)
Druk de faxen in het geheugen af.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een fax uit
het geheugen afdrukken.)
Hub is Onbruikbaar. Een hub of een USB-flashstation met
een hub is aangesloten op de USB
Direct Interface.
Hubs, inclusief USB-flashstations
met ingebouwde hub, worden niet
ondersteund. Ontkoppel het apparaat
van de USB Direct Interface.
Inkt bijna op Een of meer inktcartridges zijn bijna
aan vervanging toe. Als een of meer
kleurencartridges aan vervanging toe
zijn en iemand u een kleurenfax
stuurt, vraagt de machine tijdens het
contact maken om de fax in zwart-wit
te verzenden. Als de verzendende
machine de fax kan omzetten, wordt
de kleurenfax door uw machine
afgedrukt als een zwart-witfax.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U
kunt doorgaan met afdrukken totdat
Kan niet afdr. wordt
weergegeven op het touchscreen.
(Zie De inktcartridges vervangen
uu pagina 82.)
Inktabsorb. bijna
vol
Een van de inktopvangbakjes is bijna
vol.
Neem contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
95
B
Inktabsorbeerder
vol
Een van de inktopvangbakjes is vol.
Voor optimale prestaties van uw
Brother-machine moeten deze
onderdelen regelmatig onderhouden
en uiteindelijk vervangen worden.
Omdat periodiek onderhoud voor
deze onderdelen vereist is, valt
vervanging van de onderdelen niet
onder de garantie. Na hoeveel tijd
deze artikelen aan vervanging toe
zijn, is afhankelijk van het aantal
keren dat het inktsysteem moet
worden doorgespoten en gespoeld
om het te reinigen. Tijdens de
verschillende doorspuit- en
spoelbewerkingen loopt er inkt in
deze vakjes. Hoe vaak doorspuit- en
spoelbewerkingen voor
reinigingsdoeleinden worden
uitgevoerd, is afhankelijk van
verschillende omstandigheden. Als u
de machine bijvoorbeeld vaak aan-
en uitzet, worden er veel
reinigingscycli uitgevoerd, omdat de
machine bij inschakelen automatisch
wordt gereinigd. Als u inkt van een
andere leverancier gebruikt,
resulterend in slechte afdrukkwaliteit,
wordt er waarschijnlijk vaak gereinigd
om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Hoe meer de machine moet worden
gereinigd, hoe sneller de vakjes vol
raken.
OPMERKING
Reparaties die voortvloeien uit het
gebruik van verbruiksartikelen die
niet van Brother afkomstig zijn,
worden mogelijk niet gedekt door
de vermelde productgarantie.
Het inktopvangbakje moet worden
vervangen. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke
Brother-servicecenter om een
afspraak te maken voor een
onderhoudsbeurt.
Reinigingscycli worden ook
uitgevoerd in de volgende situaties:
1 Nadat vastgelopen papier is
verwijderd, wordt de machine
automatisch gereinigd voordat de
volgende ontvangen fax wordt
afgedrukt.
2 De machine wordt automatisch
gereinigd wanneer deze langer
dan 30 dagen niet is gebruikt.
3 De machine wordt automatisch
gereinigd nadat inktcartridges van
dezelfde kleur 12 maal zijn
vervangen.
Kan inktvolume niet
detecteren
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de hoeveelheid inkt
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een
originele Brother-inktcartridge. Als
het probleem hiermee niet is
verholpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
96
Kan niet afdr.
Vervang inkt.
Een of meer inktcartridges zijn aan
vervanging toe. De machine stopt alle
printbewerkingen. Als er
geheugenruimte is, worden zwart-
witfaxen in het geheugen
opgeslagen. Als de verzendende
machine een kleurenfax wil
verzenden, vraagt de machine tijdens
het contact maken om de fax in zwart-
wit te verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De
inktcartridges vervangen
uu pagina 82.)
Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd en de machine
heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en
plaats deze langzaam terug. Duw
stevig aan tot de cartridgehendel
omhoog komt. (Zie De inktcartridges
vervangen uu pagina 82.)
Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Als u geen originele Brother-inkt
gebruikt, wordt de inktcartridge
mogelijk niet door de machine
gedetecteerd.
Vervang de cartridge door een
originele Brother-inktcartridge. Als
het probleem hiermee niet is
verholpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Brother of uw
Brother-leverancier.
Kijk of schijf
bedrukbaar is
(MFC-J870DW)
De schijf is niet bedrukbaar. Verwijder de schijf en plaats een
bedrukbare schijf in de schijflade.
Plaats de schijflade in de
schijfgeleider en zorg dat de
driehoekjes op gelijke hoogte staan.
Druk op Afdr. herv.
Er zit geen schijf in de schijflade. Zorg ervoor dat er een schijf goed in
de schijflade is geplaatst.
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een
probleem met de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart uit het
mediastation (sleuf) van de machine
en formatteer deze.
Steek de kaart weer goed in de sleuf
terug om er zeker van te zijn dat de
kaart zich in de juiste positie bevindt.
Indien de fout niet is verholpen,
controleert u het mediastation (de
sleuf) van de machine door een
andere geheugenkaart te plaatsen
waarvan u weet dat deze werkt.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
97
B
Medium is vol. De geheugenkaart of het USB-
flashstation waarmee u werkt, bevat
al 999 bestanden.
Uw machine kan alleen op uw
geheugenkaart of USB-flashstation
opslaan als zich hierop minder dan
999 bestanden bevinden. Verwijder
ongebruikte bestanden en probeer
het opnieuw.
Op de geheugenkaart of het USB-
flashstation waarvan u gebruikmaakt,
is onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten te
scannen.
Druk op .
Verwijder bestanden die u niet
gebruikt van de geheugenkaart of het
USB-flashstation om ruimte vrij te
maken en probeer het vervolgens
opnieuw.
Nog gegevens in
geheugen
Er zitten nog afdrukgegevens in het
geheugen van de machine.
Druk op . De machine annuleert
de taak en verwijdert deze uit het
geheugen. Probeer opnieuw te
printen.
Onbruikb. app.
Apparaat
loskoppelen van
frontconnector en
machine uit- en weer
aanzetten
Op de USB Direct Interface is een
defect apparaat aangesloten.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct-interface en druk op om
de machine uit en dan weer in te
schakelen.
Onbruikb. app.
Maak het
USB-apparaat los.
Er is een niet-ondersteund USB-
apparaat of USB-flashstation
aangesloten op de USB Direct
Interface.
Ga naar http://solutions.brother.com/
voor meer informatie.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface. Schakel de machine
uit en vervolgens weer in.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
98
Onjuist papier De papierformaatinstelling komt niet
overeen met het formaat van het
papier in de lade. Of u hebt de
papiergeleiders in de lade niet
ingesteld op het gebruikte
papierformaat.
1 Controleer of het geselecteerde
papierformaat overeenkomt met
het papierformaat in de lade.
(Zie Papierformaat
uu pagina 28.)
2 Zorg ervoor dat u het papier in
staande richting invoert door de
papiergeleiders op het juiste
papierformaat in te stellen. (Zie
Papier en andere afdrukmedia
laden uu pagina 20.)
3 Druk nadat u het formaat en de
positie van het papier hebt
gecontroleerd op OK op het
touchscreen.
Bij afdrukken vanaf de computer
moet u ervoor zorgen dat het in de
printerdriver gekozen papierformaat
overeenkomt met het formaat van het
papier in de lade.
(uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.)
Onvoldoende
faxgeheugen
Het faxgeheugen is vol. Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Wis de gegevens in het
geheugen. Om extra geheugen
vrij te maken, kunt u de functie
voor ontvangen in het geheugen
uitschakelen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding:
Geheugenontvangst
uitschakelen.)
Druk de faxen in het geheugen af.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Een fax uit
het geheugen afdrukken.)
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
99
B
Origineel niet
gedetecteerd
(MFC-J870DW)
Tijdens het scannen heeft de
machine het origineel (schijf of foto)
niet gedetecteerd.
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Verwijder eventueel vuil van de
glasplaat.
Kies het type document (schijf of
papier) voordat u begint met
scannen.
Sluit het scannerdeksel tijdens
het scannen.
Plaats slechts een vel papier op
de glasplaat.
Controleer of het document goed
op de glasplaat is geplaatst.
Pap. vast [vr,
achter]
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier aan
de hand van de stappen in een van
de volgende paragrafen, al naar
gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J650DW) uu pagina 108
(MFC-J870DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J870DW) uu pagina 114
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is ingesteld op het juiste
papierformaat.
Als papier vaker vastloopt, kan het
zijn dat een stukje papier in de
machine vastzit. Controleer of er
geen papier vastzit in de machine
door de stappen in een van de
volgende paragrafen te volgen, al
naar gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 112
(MFC-J870DW)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 118
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
100
Papier nazien Het papier in de machine is op of het
papier is niet juist in de papierlade
geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren
te werk:
Plaats papier in de papierlade en
druk vervolgens op OK op het
touchscreen.
Verwijder het papier, plaats het
opnieuw en druk vervolgens op
OK op het touchscreen. (Zie
Papier en andere afdrukmedia
laden uu pagina 20.)
De fotopapierlade staat in de
verkeerde afdrukstand.
Zet de fotopapierlade terug in de
normale afdrukstand wanneer u losse
vellen gebruikt. (Zie Fotopapier laden
uu pagina 25.)
De papierlade is niet goed
ingebracht.
Verwijder de papierlade, plaats de
lade terug en duw tot deze vastklikt,
en druk vervolgens op OK op het
touchscreen.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op
het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Maak de papierdoorvoerrollen
schoon. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De
papierdoorvoerrollen reinigen.)
De klep ter verwijdering van
vastgelopen papier is niet goed
gesloten.
Controleer of de klep ter verwijdering
van vastgelopen papier aan beide
zijden goed is gesloten.
(MFC-J650DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J650DW) uu pagina 108
(MFC-J870DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J870DW) uu pagina 114
Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier aan
de hand van de stappen in een van
de volgende paragrafen, al naar
gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J650DW) uu pagina 108
(MFC-J870DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J870DW) uu pagina 114
Als deze fout vaak optreedt tijdens
dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig
afdrukken, zijn de papierinvoerrollen
mogelijk vuil. Reinig de
papierinvoerrollen.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De
papierinvoerrollen reinigen.)
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
101
B
Papier vast [achter] Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier aan
de hand van de stappen in een van
de volgende paragrafen, al naar
gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J650DW) uu pagina 108
(MFC-J870DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J870DW) uu pagina 114
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is ingesteld op het juiste
papierformaat.
Als papier vaker vastloopt, kan het
zijn dat een stukje papier in de
machine vastzit. Controleer of er
geen papier vastzit in de machine
door de stappen in een van de
volgende paragrafen te volgen, al
naar gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 112
(MFC-J870DW)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 118
Er heeft zich papierstof opgehoopt op
het oppervlak van de
papierdoorvoerrollen.
Maak de papierdoorvoerrollen
schoon. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De
papierdoorvoerrollen reinigen.)
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
102
Papier vast [voor] Het papier is vastgelopen in de
machine.
Verwijder het vastgelopen papier aan
de hand van de stappen in een van
de volgende paragrafen, al naar
gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J650DW) uu pagina 108
(MFC-J870DW)
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J870DW) uu pagina 114
Controleer of de papiergeleider voor
de lengte is ingesteld op het juiste
papierformaat.
Als papier vaker vastloopt, kan het
zijn dat een stukje papier in de
machine vastzit. Controleer of er
geen papier vastzit in de machine
door de stappen in een van de
volgende paragrafen te volgen, al
naar gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 112
(MFC-J870DW)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 118
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
103
B
Reinigen onmog. XX
Initialiseren
onmogelijk XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een
voorwerp dat er niet hoort, zoals een
paperclip of een stuk afgescheurd
papier.
Open het scannerdeksel en verwijder
eventuele vreemde voorwerpen en
papiersnippers uit het binnenste van
de machine. Is het probleem hiermee
niet verholpen, dan gaat u als volgt te
werk.
(MFC-J650DW)
Raadpleeg Faxberichten of
Faxjournaal overzetten
uu pagina 105 voordat u de stekker
van de machine uit het stopcontact
haalt, zodat u geen belangrijke
berichten verliest. Haal vervolgens de
stekker van de machine uit het
stopcontact en steek deze na enkele
minuten weer in het stopcontact.
(MFC-J870DW)
Haal de stekker van de machine uit
het stopcontact en steek deze na
enkele minuten weer in het
stopcontact. (De machine kan
ongeveer 24 uur uitgeschakeld zijn
zonder dat faxen in het geheugen
verloren gaan. Zie Faxberichten of
Faxjournaal overzetten
uu pagina 105.)
Schijf vast [achter]
(MFC-J870DW)
Tijdens het afdrukken is de schijf
vastgelopen.
Zorg dat er voldoende ruimte achter
de machine is.
Til het scannerdeksel op. Duw de
schijflade voorzichtig naar de
achterkant van de machine en
verwijder de schijflade.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
uu pagina 122.)
Schijf vast [voor]
(MFC-J870DW)
Tijdens het afdrukken is de schijf
vastgelopen. De schijflade is aan de
voorzijde van de machine
uitgeworpen.
Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de
voorkant van de machine
uu pagina 121.)
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
104
Schijflade
gehinderd achteraan
(MFC-J870DW)
De schijflade wordt versperd omdat
er niet voldoende ruimte achter de
machine is. De schijflade is aan de
voorzijde van de machine
uitgeworpen.
Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de
voorkant van de machine
uu pagina 121.)
De schijflade zit vast in de achterkant
van de machine.
Zorg dat er voldoende ruimte achter
de machine is.
Til het scannerdeksel op. Duw de
schijflade voorzichtig naar de
achterkant van de machine en
verwijder de schijflade.
(Zie Schijflade is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
uu pagina 122.)
Schijflade niet
ingevoerd
(MFC-J870DW)
De schijflade is niet in de schijflade
geplaatst.
Plaats een schijf op de schijflade,
plaats de schijflade in de
schijfgeleider en zorg dat de
driehoekjes op gelijke hoogte staan.
Druk op Afdr. herv.
Temperatuur hoog De kamertemperatuur is te hoog. Zorg dat de ruimte afkoelt en laat de
machine vervolgens afkoelen tot
kamertemperatuur. Probeer het later
opnieuw.
Temperatuur laag De kamertemperatuur is te laag. Warm de ruimte op en laat de
machine vervolgens op
kamertemperatuur komen. Probeer
het later opnieuw.
Foutmelding Oorzaak Handelwijze
Problemen oplossen
105
B
Foutanimaties B
Met foutanimatie worden stapsgewijs
instructies weergegeven wanneer het papier
is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen
tempo lezen door op c te drukken om de
volgende stap weer te geven en op d om naar
de vorige stap terug te gaan.
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten B
Het kan gebeuren dat een van de volgende
foutmeldingen op het touchscreen wordt
weergegeven:
Reinigen onmog. XX
Initialiseren onmogelijk XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
In dat geval verdient het aanbeveling de
faxen naar een andere faxmachine of uw pc
over te zetten. (Zie Faxen naar een andere
faxmachine overzetten uu pagina 105 of
Faxen naar uw pc overzetten
uu pagina 106.)
U kunt ook het faxjournaal overzetten om te
controleren of er faxen zijn die u moet
overzetten. (Zie Het faxjournaal naar een
andere machine overzetten uu pagina 106.)
Faxen naar een andere faxmachine
overzetten
B
U kunt de faxoverdrachtmodus alleen
activeren als uw stations-ID is ingesteld.
(uu Installatiehandleiding: Persoonlijke
gegevens invoeren (Stations-ID).)
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op (Instell.).
c Druk op Alle instell.
d Druk op a of b om Service weer te
geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Fax overdracht.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het touchscreen Geen
dataopslag wordt weergegeven,
zijn er geen faxen meer in het
geheugen van de machine.
Druk op Sluiten en vervolgens op
.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
i Druk op Fax starten.
106
Faxen naar uw pc overzetten B
U kunt de faxen in het geheugen van de
machine naar uw pc overzetten.
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Controleer of MFL-Pro Suite op uw pc
is geïnstalleerd en schakel vervolgens
PC-FAX Ontvangst op de pc in.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
Klik op (start), selecteer
Alle programma’s, Brother,
MFC-XXXX, PC-FAX Ontvangst en
selecteer Ontvangen. (XXXX staat voor
de naam van uw model.)
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities
(Brother-hulpprogramma’s)), klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer de naam
van uw model (als deze nog niet is
geselecteerd). Klik op
PC-FAX Ontvangen op de
navigatiebalk links en klik vervolgens op
Ontvangen.
c Zorg ervoor dat u PC-Fax ontv. hebt
ingeschakeld op de machine.
(uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: PC-Fax
ontvangen (Windows
®
).)
Als het geheugen van de machine faxen
bevat wanneer u PC-Fax ontv. instelt,
wordt u gevraagd of u de faxen wilt
overzetten naar uw pc.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om alle faxen over te
zetten naar uw pc. Als
Faxvoorbeeld
1
op Uit is ingesteld,
wordt u gevraagd of de optie voor het
afdrukken van een reservekopie
(Back-up) ook wilt inschakelen.
1
Alleen MFC-J870DW
Druk op Nee om het menu te sluiten
en de faxen in het geheugen te laten.
e Druk op .
Het faxjournaal naar een andere
machine overzetten
B
U kunt de faxoverdrachtmodus alleen
activeren als uw stations-ID is ingesteld.
(uu Installatiehandleiding: Persoonlijke
gegevens invoeren (Stations-ID).)
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op (Instell.).
c Druk op Alle instell.
d Druk op a of b om Service weer te
geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Rapporttransfer.
h Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden doorgestuurd.
i Druk op Fax starten.
Problemen oplossen
107
B
Document vastgelopen B
Documenten kunnen in de ADF vastlopen als
ze niet goed worden geplaatst of
doorgevoerd, of als de documenten te lang
zijn. Volg de stappen om een vastgelopen
document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde
van de ADF vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Open het ADF-deksel.
c Verwijder het vastgelopen document
door het omhoog te trekken.
1 ADF-deksel
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op .
BELANGRIJK
U kunt het vastlopen van documenten
voorkomen door het ADF-deksel op de
juiste manier te sluiten: druk voorzichtig
op het midden van het deksel.
Het document is in de ADF
vastgelopen
B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
1 documentdeksel
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op .
1
1
108
Kleine documenten verwijderen die in
de ADF zijn vastgelopen
B
a Til het documentdeksel op.
b Steek een stuk stevig papier,
bijvoorbeeld een briefkaart, in de ADF
om kleine stukjes papier los te duwen.
1 documentdeksel
c Sluit het documentdeksel.
d Druk op .
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J650DW) B
Ga na waar het papier is vastgelopen en
verwijder het aan de hand van deze stappen.
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
BELANGRIJK
Bij stroomonderbrekingen van meer dan
24 uur gaan de faxberichten in het
geheugen verloren.
U kunt faxen die in het geheugen zijn
opgeslagen, overzetten naar uw pc of een
andere faxmachine voordat u de stekker
van de machine uit het stopcontact haalt,
zodat u geen belangrijke berichten
verliest. (Zie Faxberichten of Faxjournaal
overzetten uu pagina 105.)
b Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
1
1
Problemen oplossen
109
B
c Trek de twee groene hendels binnen de
machine naar u toe om het vastgelopen
papier te verwijderen.
Als op het touchscreen Papier
vast [achter] wordt
weergegeven, gaat u naar stap g.
d Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
e Til de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier omhoog en
verwijder het vastgelopen papier.
f Kijk goed in de machine of er nog
stukken papier boven en onder de klep
ter verwijdering van vastgelopen papier
zitten.
Voer een van de volgende handelingen
uit terwijl de lade verwijderd is:
Als op het touchscreen Papier
vast [voor] wordt weergegeven,
gaat u naar stap j.
Als op het touchscreen Pap. vast
[vr, achter] wordt
weergegeven, gaat u naar stap g.
1
110
g Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
h Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
i Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep goed gesloten is.
j Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan weerszijden van de machine
om het scannerdeksel (1) in de
geopende stand te zetten.
Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (2) en (3).
BELANGRIJK
Raak de codeerstrip (1) NIET aan.
Hierdoor kan de machine beschadigd
raken.
1
1
2
3
1
Problemen oplossen
111
B
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de rechterhoek
bevindt (zie illustratie), kunt u de printkop
niet verplaatsen. Sluit het netsnoer weer
aan. Houd ingedrukt totdat de printkop
naar het midden wordt verplaatst. Haal
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact en verwijder het papier.
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
k Kijk goed of er nog stukken papier in de
machine (1) zitten.
l Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
1
112
m Breng het scannerdeksel (1) omhoog
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig dat uw vingers niet
bekneld raken wanneer u het
scannerdeksel sluit.
n Houd de papierlade vast, trek de
papiersteun naar buiten totdat deze in
de geopende stand wordt vergrendeld
en vouw de papiersteunklep vervolgens
uit. Zorg dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot deze vastklikt.
o Sluit het netsnoer weer aan.
OPMERKING
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat
een stukje papier in de machine vastzit.
(Zie Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 112.)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
B
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
c Trek de twee groene hendels binnen de
machine naar u toe om het vastgelopen
papier te verwijderen.
d Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan weerszijden van de machine
om het scannerdeksel in de geopende
stand te zetten.
33
1
2
1
Problemen oplossen
113
B
e Steek één vel dik A4- of Letter-papier,
bijvoorbeeld glanzend papier, diep in de
machine (zie de illustratie).
f Als hierdoor vastgelopen papierresten
worden uitgeduwd, verwijdert u deze.
BELANGRIJK
Raak de codeerstrip (1) NIET aan.
Hierdoor kan de machine beschadigd
raken.
g Trek het dikke papier uit de machine.
1
114
h Breng het scannerdeksel (1) omhoog
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig dat uw vingers niet
bekneld raken wanneer u het
scannerdeksel sluit.
i Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
j Sluit het netsnoer weer aan.
Printer of papier vastgelopen
(MFC-J870DW) B
Ga na waar het papier is vastgelopen en
verwijder het aan de hand van deze stappen.
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
c Druk de schijfgeleider omlaag en trek
eraan om de geleider te openen (1).
Trek de schijfgeleider naar u toe om de
geleider te openen (2).
Als op het touchscreen Papier
vast [achter] wordt
weergegeven, gaat u naar stap g.
2
3
1
1
2
1
Problemen oplossen
115
B
d Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
e Til de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier omhoog en
verwijder het vastgelopen papier.
f Kijk goed in de machine of er nog
stukken papier boven en onder de klep
ter verwijdering van vastgelopen papier
zitten.
Voer een van de volgende handelingen
uit terwijl de lade verwijderd is:
Als op het touchscreen Papier
vast [voor] wordt weergegeven,
gaat u naar stap j.
Als op het touchscreen Pap. vast
[vr, achter] wordt
weergegeven, gaat u naar stap g.
g Open de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier (1) aan de
achterzijde van de machine.
h Trek het vastgelopen papier uit de
machine.
1
1
116
i Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier.
Controleer of de klep volledig gesloten
is.
j Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan weerszijden van de machine
om het scannerdeksel (1) in de
geopende stand te zetten.
Beweeg de printkop (indien nodig) om
achtergebleven papier uit dit gedeelte te
verwijderen. Controleer of er geen
vastgelopen papier is achtergebleven in
de hoeken van de machine (2) en (3).
BELANGRIJK
Raak de codeerstrip (1) NIET aan.
Hierdoor kan de machine beschadigd
raken.
Als het papier onder de printkop is
vastgelopen, moet u de stekker van de
machine uit het stopcontact trekken en
vervolgens de printkop bewegen om het
papier te verwijderen.
Als de printkop zich in de rechterhoek
bevindt (zie illustratie), kunt u de printkop
niet verplaatsen. Sluit het netsnoer weer
aan. Houd ingedrukt totdat de printkop
naar het midden wordt verplaatst. Haal
vervolgens de stekker van de machine uit
het stopcontact en verwijder het papier.
1
2
3
1
Problemen oplossen
117
B
Als er inkt op uw huid terechtkomt, wast u
de plek onmiddellijk met veel water en
zeep.
k Kijk goed of er nog stukken papier in de
schijfgeleider zitten.
l Sluit de schijfgeleider.
m Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
118
n Breng het scannerdeksel (1) omhoog
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig dat uw vingers niet
bekneld raken wanneer u het
scannerdeksel sluit.
o Houd de papierlade vast, trek de
papiersteun naar buiten totdat deze in
de geopende stand wordt vergrendeld
en vouw de papiersteunklep vervolgens
uit. Zorg dat u de papiersteun naar
buiten trekt tot deze vastklikt.
p Sluit het netsnoer weer aan.
OPMERKING
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat
een stukje papier in de machine vastzit.
(Zie Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 118.)
Aanvullende handelingen om
vastgelopen papier te verwijderen
B
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Open het documentdeksel en verwijder
de schijflade.
c Sluit het documentdeksel.
d Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
33
1
2
1
Problemen oplossen
119
B
e Druk de schijfgeleider omlaag en trek
eraan om de geleider te openen (1).
Trek de schijfgeleider naar u toe om de
geleider te openen (2).
f Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan weerszijden van de machine
om het scannerdeksel in de geopende
stand te zetten.
g Plaats de schijflade in de schijfgeleider
en duw de lade voorbij het driehoekje
(zie de illustratie).
h Als hierdoor vastgelopen papierresten
worden uitgeduwd, verwijdert u deze.
2
1
120
BELANGRIJK
Raak de codeerstrip (1) NIET aan.
Hierdoor kan de machine beschadigd
raken.
i Duw de schijflade van binnen uit de
machine naar voren (zie de illustratie)
en verwijder de schijflade.
j Breng het scannerdeksel (1) omhoog
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig dat uw vingers niet
bekneld raken wanneer u het
scannerdeksel sluit.
k Sluit de schijfgeleider.
1
33
1
2
Problemen oplossen
121
B
l Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
m Open het documentdeksel en plaats de
schijflade hierin terug.
n Sluit het documentdeksel.
o Sluit het netsnoer weer aan.
Schijf vastgelopen
(MFC-J870DW) B
Verwijder de schijflade, afhankelijk van waar
de schijf in de machine is vastgelopen.
Schijflade is vastgelopen aan de
voorkant van de machine
B
Voer de volgende stappen uit als Schijf
vast [voor] op het touchscreen wordt
weergegeven:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Verwijder de schijflade uit de
schijfgeleider.
c Sluit de schijfgeleider.
d Sluit het netsnoer weer aan.
122
Schijflade is vastgelopen aan de
achterkant van de machine
B
Voer de volgende stappen uit als Schijf
vast [achter] op het touchscreen wordt
weergegeven:
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
b Controleer of er voldoende ruimte
achter de machine is om de schijflade te
verwijderen.
c Plaats beide handen onder de plastic
lipjes aan weerszijden van de machine
en zet het scannerdeksel in de
geopende stand.
d Druk de schijflade voorzichtig naar de
achterkant van de machine.
e Verwijder de schijflade uit de achterkant
van de machine.
Problemen oplossen
123
B
f Breng het scannerdeksel (1) omhoog
om de vergrendeling op te heffen. Duw
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag (2) en sluit het
scannerdeksel (3) met beide handen.
VOORZICHTIG
Wees voorzichtig dat uw vingers niet
bekneld raken wanneer u het
scannerdeksel sluit.
g Sluit de schijfgeleider.
h Sluit het netsnoer weer aan.
33
1
2
124
Problemen oplossen B
OPMERKING
Voor technische hulp kunt u contact opnemen met de klantenservice van Brother.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de volgende tabel en volgt
u de tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Afdrukproblemen
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer of de correcte printerdriver is gnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of er een foutmelding op het touchscreen wordt weergegeven.
(Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 91.)
Controleer of het apparaat online is.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op start/Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat).
Als de printer offline is, ziet u Printer on line gebruiken. Selecteer deze optie om
de printer te activeren.
(Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op /Configuratiescherm/Hardware en geluiden/Printers. Klik met de
rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam
van uw model staat). Als de printer offline is, ziet u Printer online gebruiken.
Selecteer deze optie om de printer te activeren.
(Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op /Apparatenenprinters. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat) en
selecteer Afdruktaken weergeven. Klik op Printer en zorg dat
Printer offline gebruiken uitgeschakeld is.
(Windows
®
8 en Windows Server
®
2012)
Plaats de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het bureaublad. Klik
wanneer de menubalk verschijnt op Instellingen en vervolgens op
Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware en geluiden (Hardware) op
Apparatenenprintersweergeven. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat) en
selecteer Afdruktaken weergeven. Als er printerdriveropties worden
weergegeven, selecteert u uw printerdriver. Klik op Printer op de menubalk en
zorg dat Printer offline gebruiken niet geselecteerd is.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.
(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 82.)
Problemen oplossen
125
B
Geen print.
(vervolg)
Het document wordt niet afgedrukt als de oude, niet-afgedrukte gegevens in de
printerdriverspooler blijven staan. Open het printerpictogram en verwijder alle
gegevens. U vindt het pictogram van uw printer als volgt:
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op start/Printers en faxapparaten.
(Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op /Configuratiescherm/Hardware en geluiden/Printers.
(Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op /Apparatenenprinters/Printers en faxapparaten.
(Windows
®
8 en Windows Server
®
2012)
Plaats de muisaanwijzer in de rechterbenedenhoek van het bureaublad. Klik
wanneer de menubalk verschijnt op Instellingen/Configuratiescherm/
groep Hardware en geluiden (Hardware)/Apparaten en printers weergeven/
Printers.
(Mac OS X v10.6.8)
Klik op Systeemvoorkeuren/Afdrukken en faxen.
(OS X v10.7.x, 10.8.x)
Klik op Systeemvoorkeuren/Afdrukken en scannen.
Kop- of voettekst is zichtbaar
wanneer het document op het
scherm wordt weergegeven maar
wordt niet afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gebied boven en onder aan de pagina. Pas de boven- en
ondermarge van uw document navenant aan.
(Zie Onbedrukbaar gebied uu pagina 27.)
Kan niet afdrukken metPaginalay-
out”.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer andere
kwaliteitsinstellingen in de printerdriver, als volgt:
(Windows
®
)
Klik op Kleurinstellingen op het tabblad Geavanceerd en zorg dat
Kleur verbetering uitgeschakeld is.
(Macintosh)
Selecteer Kleurinstellingen, klik op Geavanceerde kleurinstellingen en zorg
dat Kleur verbetering uitgeschakeld is.
Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan
normaal afdrukken. (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering
minstens 24-bits kleurgegevens.
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie.
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
Afdrukproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
126
Problemen met de afdrukkwaliteit
Probleem Suggesties
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 86.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling
Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat
u gebruikt.
(Zie Papiersoort uu pagina 28.)
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. In de volgende
omstandigheden kan de inkt klonteren:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven maximaal twee jaar bruikbaar, mits zij in hun
originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge zit al meer dan zes maanden in uw machine.
De inktcartridge is vóór gebruik niet goed opgeslagen.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan
originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van
een ander merk, wordt door Brother afgeraden.
Zorg dat u een van de aanbevolen papiersoorten gebruikt.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 29.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 °C en
33 °C.
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 86.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 29.)
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de
afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk
loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de
machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de
machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom
om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 86.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de
afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk
loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de
machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de
machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom
om te zorgen dat de printkop regelmatig wordt gereinigd.
Tekens en regels zijn vlekkerig. Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren uu pagina 87.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden
uu pagina 20.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Problemen oplossen
127
B
Er zit een vlek middenboven op de
afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia uu pagina 29.)
Op de afdruk zitten vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia uu pagina 29.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg dat het papier met de bedrukbare zijde naar beneden in de papierlade ligt.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Stel de juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in voor de printerdriver.
De inkt vlekt of is vochtig bij het
gebruik van glanzend fotopapier.
Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende
(bedrukbare) oppervlak naar beneden. (Zie Papiersoort uu pagina 28.)
Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld.
Er zitten vlekken op de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: De geleiderol van de machine reinigen.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 20.)
Controleer of er inkt op de papierinvoerrollen zit.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
(Windows
®
)
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld.
(Windows
®
)
Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Bi-directioneel afdrukken uit.
(Macintosh)
Selecteer Afdrukinstellingen in de printerdriver, klik op Geavanceerd, selecteer
Andere afdrukopties en schakel Bi-directioneel afdrukken uit.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother.
Problemen met de papierverwerking
Probleem Suggesties
Papier wordt niet in de machine
ingevoerd.
Controleer of de papierlade goed vastgeklikt in de machine zit.
Zorg dat de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan de achterzijde van
de machine goed gesloten is.
Zie Onderhouds- en foutmeldingen uu pagina 91 als de melding 'Papier vast' op
het touchscreen wordt weergegeven en het probleem aanhoudt.
Als er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als de papierlade papier bevat, controleer dan of dit recht ligt. Als het papier is
omgekruld, strijkt u het vlak. Soms kunt u het probleem oplossen door het papier
te verwijderen, de stapel om te draaien en het papier weer in de papierlade te
plaatsen.
Verminder de hoeveelheid papier in de papierlade en probeer het opnieuw.
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierdoorvoerrollen reinigen.)
Fotopapier wordt niet goed
ingevoerd.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde
fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg)
Probleem Suggesties
128
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Ga als volgt te werk:
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden uu pagina 20.)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst.
Verwijder al het papier uit de lade en waaier de stapel papier goed door.
Plaats het papier vervolgens terug in de lade.
Zorg ervoor dat u het papier niet te ver naar binnen duwt.
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
(MFC-J650DW)
Printer of papier vastgelopen (MFC-J650DW) uu pagina 108
(MFC-J870DW)
Printer of papier vastgelopen (MFC-J870DW) uu pagina 114
Controleer of het scheidingskussen in de papierlade schoon is.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierdoorvoerrollen reinigen.)
Het papier is vastgelopen. Zie Printer of papier vastgelopen (MFC-J650DW) uu pagina 108 of Printer of
papier vastgelopen (MFC-J870DW) uu pagina 114. Controleer of de
papiergeleiders op het juiste papierformaat zijn afgesteld.
Papier loopt opnieuw vast. Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit.
Controleer of er geen papier vastzit in de machine door de stappen in een van de
volgende paragrafen te volgen, al naar gelang uw machine:
(MFC-J650DW)
Aanvullende handelingen om vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 112
(MFC-J870DW)
Aanvullende handelingen om vastgelopen papier te verwijderen
uu pagina 118
Het papier loopt vast bij
dubbelzijdig kopiëren of afdrukken.
Gebruik een van de instellingen ter voorkoming van papierstoringen, 2-zijdig
1 of 2-zijdig 2.
Voor kopiëren
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: 2-zijdig kopiëren.)
Voor afdrukken
(uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
Als papier vaak vastloopt tijdens dubbelzijdig kopiëren of dubbelzijdig afdrukken,
zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil. Reinig de papierinvoerrollen.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: De papierinvoerrollen reinigen.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Tekst wordt smal afgedrukt
Horizontale strepen
Bovenste en onderste zinnen
worden weggelaten
Ontbrekende regels
Dit is doorgaans te wijten aan een slechte telefoonverbinding. Maak een kopie.
Als uw kopie er goed uitziet, was er waarschijnlijk sprake van een slechte
verbinding, met een atmosferische of andere storing op de telefoonlijn. Vraag de
afzender om de fax opnieuw te verzenden.
Ontvangen faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
De scanner van de afzender is mogelijk vuil. Vraag de afzender een kopie te
maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van
de afzender. Probeer of u de fax van een andere faxmachine kunt ontvangen.
Problemen met de papierverwerking (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
129
B
De linker- en rechtermarge
ontbreken of een enkele pagina
wordt op twee pagina's afgedrukt.
Als de ontvangen faxen worden gesplitst en op twee pagina's worden afgedrukt of
als u een extra blanco pagina krijgt, is uw papierformaatinstelling mogelijk niet
correct voor het gebruikte papier.
(Zie Papierformaat uu pagina 28.)
Schakel Auto reductie in. (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Een
verkleinde afdruk van een inkomende fax maken.)
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleureninktcartridges die leeg of bijna leeg zijn en vraag de afzender
om de kleurenfax opnieuw te versturen.
(Zie De inktcartridges vervangen uu pagina 82.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Wijzig de instelling Toon/Puls.
(uu Installatiehandleiding.)
Als er geen kiestoon is, sluit dan een gegarandeerd werkend toestel en
telefoonsnoer op de contactdoos aan. Neem vervolgens de hoorn van de externe
telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort. Vraag uw telefoonbedrijf
om de lijn en/of de wandcontactdoos te controleren als u nog steeds geen
kiestoon hoort.
De machine neemt niet op als er
wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie De ontvangstmodus kiezen uu pagina 40.) Luister of u een kiestoon hoort.
Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt.
Als de machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u of het
telefoonsnoer goed is aangesloten. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn te
controleren als de machine niet overgaat wanneer u deze belt.
Ontvangen faxen afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
130
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het
telefoonstopcontact en de LINE-ingang in de machine is aangesloten. Als u op
DSL- of VoIP-diensten bent geabonneerd, vraagt u uw serviceprovider om
verbindingsinstructies. Zie Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP)
uu pagina 136 voor informatie over het verlagen van de modemsnelheid en het
uitschakelen van ECM (foutencorrectiemodus).
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat. Dit wordt bepaald
door de externe apparaten en telefoondiensten die op dezelfde lijn als de Brother-
machine zijn aangesloten. (Zie De ontvangstmodus kiezen uu pagina 40.)
Als u een aparte faxlijn hebt en u alle inkomende faxoproepen automatisch door
de Brother-machine wilt laten aannemen, selecteert u de modus Alleen Fax.
Als uw Brother-machine een lijn deelt met een extern antwoordapparaat,
selecteert u de modus Ext. TEL/ANT. In de modus Ext. TEL/ANT ontvangt
uw Brother-machine automatisch inkomende faxen, terwijl bellers een boodschap
op uw antwoordapparaat kunnen achterlaten.
Als uw Brother-machine een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u alle
inkomende faxoproepen automatisch door de machine wilt laten aannemen,
selecteert u de modus Fax/Telefoon. In de modus Fax/Telefoon ontvangt
uw Brother-machine automatisch faxen, terwijl u met een snel dubbel belsignaal
op normale telefoontjes wordt geattendeerd.
Wilt u inkomende faxoproepen niet automatisch door uw Brother-machine laten
aannemen, dan selecteert u de modus Handmatig. In de modus Handmatig
moet u elke inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen
te ontvangen.
De oproep wordt mogelijk beantwoord door een ander apparaat of een andere
dienst op uw locatie voordat uw Brother-machine opneemt. Verlaag de instelling
voor belvertraging om dit te testen:
Als de ontvangstmodus op Alleen Fax of Fax/Telefoon is ingesteld,
verlaagt u de waarde voor de belvertraging tot 1. (Zie Belvertraging
uu pagina 42.)
Als de ontvangstmodus op Ext. TEL/ANT is ingesteld, verlaagt u het aantal
belsignalen dat op uw antwoordapparaat is geprogrammeerd tot 2.
Is de ontvangstmodus op Handmatig ingesteld, dan laat u de instelling voor
de belvertraging ongewijzigd.
Vraag iemand om u een testfax te sturen:
Als u de testfax goed ontvangt, werkt uw machine naar behoren. Vergeet niet
de oorspronkelijke instelling voor de belvertraging of het antwoordapparaat te
herstellen. Als u na het herstellen van de oorspronkelijke
belvertragingsinstelling nog steeds geen faxen kunt ontvangen, worden de
faxoproepen beantwoord door een persoon, apparaat of abonneedienst
voordat de machine de kans heeft om op te nemen.
Als u de testfax niet ontvangt, wordt de ontvangst van faxen mogelijk
verstoord door een ander apparaat of een andere abonneedienst of is er een
probleem met uw faxlijn.
Problemen oplossen
131
B
Kan geen fax ontvangen.
(vervolg)
Als u op dezelfde lijn als de Brother-machine een antwoordapparaat (modus Ext.
TEL/ANT) gebruikt, controleert u of het antwoordapparaat correct is ingesteld.
(Zie Een extern antwoordapparaat aansluiten uu pagina 50.)
1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals weergegeven in de illustratie op
pagina 50.
2 Stel het antwoordapparaat in op beantwoording na één of twee belsignalen.
3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
Neem een bericht van maximaal 20 seconden op.
Beëindig het uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand,
voor personen die handmatig faxen verzenden. Bijvoorbeeld: “Spreek na
de pieptoon een boodschap in of druk op l 51 en Start om een fax te
versturen.”
4 Stel uw antwoordapparaat in op het aannemen van oproepen.
5 Stel de ontvangstmodus van uw Brother-machine in op Ext. TEL/ANT. (Zie
De ontvangstmodus kiezen uu pagina 40.)
Controleer of de functie Fax Waarnemen van uw Brother-machine is
ingeschakeld. Fax Waarnemen is een functie waarmee u een fax kunt ontvangen
zelfs als u de oproep hebt aangenomen op een extern toestel of een tweede
toestel. (Zie Fax Waarnemen uu pagina 43.)
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen
op de telefoonlijn, wijzigt u de Compatibel-instelling in Basic (voor VoIP). (Zie
Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 136.)
Als u uw machine aansluit op een PBX- of ISDN-lijn, stelt u de menu-instelling voor
de telefoonlijn in op uw type telefoonlijn. (Zie Het type telefoonlijn instellen
uu pagina 48.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Kan geen fax verzenden. Controleer alle aansluitingen. Controleer of het telefoonsnoer op het
telefoonstopcontact en de LINE-ingang in de machine is aangesloten.
Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. (uu Geavanceerde
gebruikershandleiding: Rapporten.)
Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier
bevat.
Slechte kwaliteit bij het verzenden
van faxen.
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie
van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit slecht is, reinigt u de
scanner. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 85.)
Faxen ontvangen (Vervolg)
Probleem Suggesties
132
Op het verzendrapport staat
RESULT:FOUT”.
Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend
de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport
RESULT:FOUTstaat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen. Om
extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen
uitschakelen (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Geheugenontvangst
uitschakelen), faxberichten vanuit het machinegeheugen afdrukken
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Een fax uit het geheugen afdrukken)
of een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren. (Zie Een actieve fax annuleren
uu pagina 38.) (uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Taken in wachtrij
controleren en annuleren.) Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te
controleren als het probleem aanhoudt.
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen
op de telefoonlijn, wijzigt u de Compatibel-instelling van de machine in Basic
(voor VoIP).
(Zie Storing op de telefoonlijn / bellen via internet (VoIP) uu pagina 136.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoonlijn. (Zie Het type telefoonlijn instellen
uu pagina 48.)
Verzonden faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
Zwarte verticale lijnen op door u verzonden faxen worden doorgaans veroorzaakt
door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie
De glasplaat reinigen uu pagina 85.)
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem Suggesties
De machine “hoort” een stem als
een faxtoon.
Als Fax Waarnemen op Aan is ingesteld, is uw machine gevoeliger voor geluiden.
Bepaalde stemmen of muziek op de lijn worden dan waargenomen als een
faxapparaat dat belt, zodat de machine reageert met faxontvangsttonen.
Deactiveer de machine door op te drukken. U kunt dit probleem voorkomen
door Fax Waarnemen op Uit in te stellen.
(Zie Fax Waarnemen uu pagina 43.)
Een faxoproep naar de machine
sturen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede of extern toestel, toetst u de
code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is l 51). Als u de oproep
hebt beantwoord op een extern telefoontoestel, drukt u op Fax starten en
vervolgens op Ontvangen om de fax te ontvangen. Als uw machine de oproep
beantwoordt, hangt u op.
Aangepaste functies op een enkele
lijn.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave, voicemail, een
antwoordapparaat, een alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een
enkele telefoonlijn deelt met uw machine, kan dit problemen opleveren bij het
verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere
afzonderlijke dienst en het signaal daarvan via de telefoonlijn wordt doorgegeven
terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan het verzend- of
ontvangstproces tijdelijk worden onderbroken door dit signaal. Met de ECM-
modus (foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem
heeft betrekking op telefoonsystemen en komt algemeen voor bij apparaten die
informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met
andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen
kunnen voordoen, kunt u het best een aparte telefoonlijn zonder aangepaste
functies gebruiken.
Faxen verzenden (Vervolg)
Probleem Suggesties
Problemen oplossen
133
B
Problemen met kopren
Probleem Suggesties
Op kopieën worden verticale
zwarte lijnen of strepen afgedrukt.
Verticale zwarte lijnen op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of
correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook, de glasplaat, de
witte balk en het witte plastic erboven. (Zie De glasplaat reinigen uu pagina 85.)
Slechte kopieerresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 33.)
De functie Aanp. aan pag. werkt
niet goed.
Controleer of het brondocument niet scheef ligt.
Leg het document recht en probeer het opnieuw.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw
scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in Nuance™ PaperPort™ 12SE
op Scaninstellingen, Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te
selecteren.
Tijdens het scannen verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op File (Bestand), Select Source (Bron selecteren) en
selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver. U kunt ook documenten scannen
via de ICA-scannerdriver. (uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
OCR werkt niet. Verhoog de scannerresolutie.
(Macintosh)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren.
Zie Brother-support openen (Macintosh) uu pagina 5 voor meer informatie.
Slechte scanresultaten bij het
gebruik van de ADF.
Er verschijnen zwarte verticale
lijnen in de gescande
gegevens.
Reinig de witte balk in de ADF en de glazen strook eronder.
(Zie De glasplaat reinigen uu pagina 85.)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 33.)
Problemen met PhotoCapture Center
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet
correct.
1 Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation en plaats deze weer
terug.
2 Als u “Uitwerpen” hebt geprobeerd vanuit Windows
®
, moet u de
geheugenkaart of het USB-flashstation verwijderen voordat u doorgaat.
3 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart of
het USB-flashstation probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in
gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.
4 Als de bovenstaande suggesties niet helpen, zet u uw pc en machine uit en
vervolgens weer aan.
Geen toegang tot verwisselbare
schijf vanaf de computer.
Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashstation goed hebt geplaatst.
Een gedeelte van de foto ontbreekt
op de afdruk.
Zorg ervoor dat de functies Zonder rand en Bijsnijd (crop) zijn uitgeschakeld.
(uu Geavanceerde gebruikershandleiding: Afdrukken zonder rand en Bijsnijden
(crop).)
134
Problemen met software
Probleem Suggesties
Software kan niet worden
geïnstalleerd of er kan niet worden
afgedrukt.
(Windows
®
)
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren op de cd-rom uit. Dit programma
repareert en herinstalleert de software.
“Apparaat bezet” Controleer of er op het touchscreen van de machine geen foutmelding staat.
Netwerkproblemen
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk is
onmogelijk.
Controleer of uw machine ingeschakeld en online is en in de gereedstand staat.
Druk de netwerkconfiguratielijst af (uu Geavanceerde gebruikershandleiding:
Rapporten) en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst.
(MFC-J870DW) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de
kabels en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de
machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere
kabel. Als de aansluitingen in orde zijn, wordt op de machine twee seconden lang
LAN Actief weergegeven.
Als u een draadloze verbinding gebruikt of als er netwerkproblemen optreden
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Netwerkscannen is alleen mogelijk als uw beveiligings-/firewallsoftware hiervoor
is geconfigureerd. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor
netwerkscannen toe te voegen:
Naam: een willekeurige beschrijving (bijvoorbeeld Brother NetScan)
Poortnummer: 54925
Protocol: UDP
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
(Macintosh)
Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Model in het hoofdscherm van
ControlCenter2. Controleer in het venster Device Selector of Netwerk is
geselecteerd bij Type verbinding en klik op Bladeren. Selecteer uw
netwerkmachine opnieuw en druk op OK.
De functie PC-Fax ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Windows
®
)
U kunt PC-Fax ontvangen alleen gebruiken als uw beveiligings-/firewallsoftware
hiervoor is geconfigureerd. Voer de onderstaande gegevens in om poort 54926
toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
Naam: een willekeurige beschrijving (bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen)
Poortnummer: 54926
Protocol: UDP
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Problemen oplossen
135
B
De software van Brother kan niet
worden geïnstalleerd.
(Windows
®
)
Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw
beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro
Suite.
(Macintosh)
Als u een firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
schakelt u deze uit voordat u de Brother-software installeert.
Kan geen verbinding maken met
het draadloze netwerk.
Onderzoek het probleem met WLAN-rapport.
Druk op (Instell.), Alle instell. en druk vervolgens op a of b om
Print lijsten weer te geven. Druk op Print lijsten. Druk op a of b om
WLAN-rapport weer te geven en druk vervolgens op WLAN-rapport.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Problemen bij het invoeren van gegevens
Probleem Suggesties
De kiestoetsen werken niet als
nummers of tekens worden
ingevoerd.
Gebruik het toetsenbord op het touchscreen om informatie in te voeren.
Netwerkproblemen (Vervolg)
Probleem Suggesties
136
Kiestoon waarnemen B
Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw
machine standaard een bepaalde tijd
alvorens het nummer te kiezen. Als u de
kiestoon op Waarneming instelt, kiest uw
machine het nummer zodra een kiestoon
wordt waargenomen. Deze instelling spaart
tijd als u een fax naar veel verschillende
nummers verzendt. Als er na het wijzigen van
de instelling problemen optreden wanneer u
nummers kiest, moet u weer Geen
detectie instellen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Druk op a of b om Kiestoon weer te
geven.
f Druk op Kiestoon.
g Druk op Waarneming of Geen
detectie.
h Druk op .
Storing op de
telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP) B
Als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van faxen door mogelijke storing
op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het
menu Compatibel wijzigen, zodat de kans op
fouten door de modemsnelheid wordt
verkleind.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Druk op a of b om Compatibel weer te
geven.
f Druk op Compatibel.
g Druk op Normaal of Basic (voor
VoIP).
Basic (voor VoIP) verlaagt de
modemsnelheid tot 9.600 bps en
schakelt het ontvangen van
kleurenfaxen en ECM uit, behalve
voor het verzenden van
kleurenfaxen. Gebruik deze
instelling alleen indien nodig,
bijvoorbeeld als u vaak storing op de
telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-voorzieningen te verbeteren,
raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in Basic
(voor VoIP).
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
h Druk op .
OPMERKING
VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruikmaakt van
een internetverbinding in plaats van een
traditionele telefoonlijn.
Problemen oplossen
137
B
Informatie over de
machine
B
Het serienummer controlerenB
U kunt het serienummer van de machine
nakijken op het touchscreen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Machine-info weer
te geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Serienummer.
Het serienummer van de machine wordt
weergegeven op het touchscreen.
f Druk op .
De firmwareversie
controleren B
U kunt de firmwareversie van de machine
nakijken op het touchscreen.
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Machine-info weer
te geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Firmware-versie.
f Druk op Main-versie.
De firmwareversie van de machine
wordt weergegeven op het touchscreen.
g Druk op .
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Apparaat terugstellen
Hiermee kunt u alle machine-instellingen
die u hebt veranderd, zoals datum en tijd,
type telefoonlijn en belvertraging,
herstellen.
2 Netwerk
Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-adresgegevens,
herstellen.
3 Adresboek en fax
Met de functie Adresboek en fax kunt u de
volgende instellingen herstellen:
Adresboek
(Adresboek en Groepen instellen)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Verzend Pollen, Tijdklok en
Verzamelen)
Stations-ID
(Naam en Fax)
Opties voor faxen op afstand
(Fax Doorzenden)
Rapport- en lijstinstellingen
(Verzendrapport, Adresboek en Fax
Journaal)
Overzicht
(Overzicht beller-id en Uitg. Gesprek)
Faxen in het geheugen
4 Alle instell.
U kunt alle instellingen terugzetten naar
de fabrieksinstellingen.
Brother raadt u met klem aan deze
procedure uit te voeren voordat u de
machine van de hand doet of aan een
ander overdraagt.
138
OPMERKING
(MFC-J870DW)
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. selecteert.
De machine resetten B
a Druk op (Instell.).
b Druk op Alle instell.
c Druk op a of b om Stand.instel.
weer te geven.
d Druk op Stand.instel.
e Druk op a of b om Terugstellen weer
te geven.
f Druk op Terugstellen.
g Druk op a of b om het gewenste type
reset weer te geven en druk erop.
h Druk op Ja ter bevestiging.
i Houd Ja 2 seconden ingedrukt om de
machine opnieuw op te starten.
139
C
C
De instellingentabellen
gebruiken
C
Het touchscreen-LCD van uw machine is
gemakkelijk te configureren en te bedienen.
U hoeft alleen op de gewenste instellingen en
opties te drukken wanneer deze op het
scherm worden weergegeven.
Aan de hand van de stapsgewijze
instellingentabellen in dit gedeelte kunt u in
een mum van tijd nagaan welke opties voor
elke instelling en functie beschikbaar zijn.
Hierdoor kunt u snel uw voorkeursinstellingen
in de machine kiezen.
Tabellen met instellingen en
functies
C
140
Instellingentabellen C
De instellingentabellen bieden inzicht in de groepen instellingen die u in het menu van de machine
tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
(Instell.) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Inkt (Zie (Inkt) uu pagina 177.)
Wi-Fi TCP/IP Hiermee kunt u het
TCP/IP-protocol
configureren.
Zie .
WLAN-assistent
U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
configureren met de
Brother-cd-rom.
Inst. Wizard U kunt de afdrukserver
voor een draadloos
netwerk handmatig
instellen.
Zie .
WPS/AOSS U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met één druk op de knop.
WPS met
pincode
U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met WPS en een pincode.
Zie .
Status WLAN U kunt de huidige status
van het draadloze
netwerk nagaan.
MAC-adres U kunt het MAC-adres
van de machine nagaan.
Faxvb.
(MFC-J870DW)
——Aan
Uit*
U kunt ontvangen faxen
op het touchscreen
bekijken.
44
(Papiersoort)
——Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort voor de
papierlade instellen.
28
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
uu Installatiehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
141
C
Alle instell. C
(
Papierformaat
)
——A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat voor de
papierlade instellen.
28
Alle instell. ——Zie Alle instell. in
de volgende tabel
voor meer
informatie.
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
Inkt Testafdruk
Printkwaliteit
Instel
kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
86
87
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
86
Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Hiermee kunt u de
papiersoort voor de
papierlade instellen.
28
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat voor de
papierlade instellen.
28
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
uu Installatiehandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
142
Standaardinst.
(Vervolg)
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume aanpassen.
18
Piepen Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume instellen van de
geluidssignalen die te
horen zijn wanneer u op
het touchscreen of
touchpanel drukt.
18
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee stelt u het
volume van de
luidspreker in.
19
LCD instell.
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van de
achtergrondverlichting
van het touchscreen
aanpassen.
19
Lichtdim-timer
Uit
10Sec.
20Sec.
30Sec.*
U kunt instellen hoelang
de achtergrondverlichting
van het touchscreen blijft
branden nadat u er voor
het laatst op hebt gedrukt.
Zie .
Toetsenb.in-
stell.
QWERTY*
ABC
U kunt het type
toetsenbord voor het
touchscreen kiezen.
12
Slaapstand 1Min.
2Min.
3Min.
5Min.*
10Min.
30Min.
60Min.
Hiermee kunt u
selecteren na hoeveel tijd
de machine bij inactiviteit
in de slaapstand wordt
gezet.
Zie .
Instellingen
snelkoppelingen
Snelkoppelings-
naam
Naam snelk.
bewerken
Hiermee kunt u de naam
van de snelkoppeling
wijzigen.
17
Verwijder Hiermee kunt u de
snelkoppeling
verwijderen.
17
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
143
C
Fax Ontvangstmenu
Ontvangstmodus
Alleen Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Hiermee kiest u de
ontvangstmodus die het
best aan uw behoeften
voldoet.
40
Belvertraging 0
1
2*
3
4
5
6
Hiermee kunt u instellen
hoe vaak het belsignaal
moet overgaan voordat
de machine reageert in de
modus Alleen Fax of
Fax/Telefoon.
42
F/T Beltijd 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Hiermee stelt u de duur
van het dubbele
belsignaal in de modus
Fax/Telefoon in.
42
Faxvoorbeeld
(MFC-J870DW)
Aan
Uit*
U kunt ontvangen faxen
op het touchscreen
bekijken.
44
Fax Waarnemen Aan*
Uit
Hiermee worden faxen
automatisch ontvangen
wanneer u een oproep
beantwoordt en de
faxtoon hoort.
43
Act.Op Afst. Act.Op Afst.
(Opties)
Aan*
Uit
Afstandscode
(l51)
Deactiveren
(#51)
U kunt alle oproepen op
een tweede of extern
toestel aannemen en
codes gebruiken om de
machine in of uit te
schakelen. U kunt deze
codes wijzigen.
54
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
144
Fax
(Vervolg)
Ontvangstmenu
(Vervolg)
Auto reductie Aan*
Uit
Hiermee worden
binnenkomende faxen
verkleind tot het
beschikbare
papierformaat.
Zie .
Geheugenontv. Uit*
Fax
Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
U kunt de machine
instellen om faxen door te
zenden, inkomende faxen
in het geheugen op te
slaan (zodat u ze kunt
ophalen wanneer u niet in
de buurt van uw machine
bent) of faxen naar uw pc
over te brengen.
Als u Fax Doorzenden of
PC-Fax ontv. kiest, kunt u
de beveiligingsfunctie
Back-up inschakelen.
Kies rapport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Kies de begininstellingen
voor het verzendrapport.
39
Journaal tijd Journaal tijd Hiermee stelt u de interval
in voor het automatisch
afdrukken van het
faxjournaal.
Als u een andere optie
dan Uit of Na 50 faxen
hebt gekozen, kunt u de
tijd voor de gekozen optie
instellen.
Als u Elke 7 dagen
hebt gekozen, kunt u de
dag van de week
instellen.
Zie .
Tijd
Dag
Print
document
Hiermee drukt u
binnengekomen faxen af
die in het geheugen zijn
opgeslagen.
Afst.bediening
--- Hiermee stelt u uw eigen
code voor
afstandsbediening in.
Rest. jobs Hiermee kunt u
controleren welke taken in
het geheugen zijn
opgeslagen en
geselecteerde taken
annuleren.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
145
C
Fax
(Vervolg)
Diversen
Geh.beveiliging
(MFC-J870DW)
Hiermee worden alle
functies geblokkeerd,
behalve het ontvangen
van faxen in het
geheugen.
Zie .
Verzendslot
(MFC-J650DW)
Hiermee worden alle
functies geblokkeerd,
behalve het ontvangen
van faxen.
Beller ID Aan*
Uit
Hiermee kunt u de
opgeslagen gegevens
van de laatste 30 bellers
bekijken of afdrukken.
47
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
146
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
Netwerk LAN met
kabel
(MFC-J870DW)
TCP/IP Opstartme-
thode
Automatisch
*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteer de
opstartmethode
die het best aan
uw eisen
voldoet.
Zie .
IP-adres [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-
adres in.
Subnetmasker
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker
in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Knooppuntnaam
BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de knoop-
puntnaam in.
WINS-confi-
guratie
Automatisch
*
Statisch
Selecteert de
WINS-configura-
tiemodus.
WINS-server
(Primair)
000.000.000.000
(Secundair)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
WINS-server
opgeven.
DNS-server
(Primair)
000.000.000.000
(Secundair)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
DNS-server
opgeven.
APIPA Aan*
Uit
Wijst
automatisch het
IP-adres toe van
het link-local-
adresbereik.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
147
C
Netwerk
(Vervolg)
LAN met
kabel
(MFC-J870DW)
(Vervolg)
Ethernet
Automatisch
*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
Selecteert de
Ethernet-verbin-
dingsmodus.
Zie .
Status
bedraad
100B-FD
actief
100B-HD
actief
10B-FD
actief
10B-HD
actief
Inactief
Bedraad UIT
U kunt de
huidige status
van het bedrade
netwerk nagaan.
MAC-adres U kunt het MAC-
adres van de
machine
bekijken.
WLAN TCP/IP Opstartme-
thode
Automatisch
*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode
die het best aan
uw eisen
voldoet.
IP-adres [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-
adres in.
Subnetmasker
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker
in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres
van de gateway
in.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
148
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
Knooppuntnaam
BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de knoop-
puntnaam in.
Zie .
WINS-confi-
guratie
Automatisch
*
Statisch
Selecteert de
WINS-configura-
tiemodus.
WINS-server
(Primair)
000.000.000.000
(Secundair)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
WINS-server
opgeven.
DNS-server
(Primair)
000.000.000.000
(Secundair)
000.000.000.000
Hiermee kunt u
het IP-adres van
de primaire of
secundaire
DNS-server
opgeven.
APIPA Aan*
Uit
Wijst
automatisch het
IP-adres toe van
het link-local-
adresbereik.
WLAN-assi-
stent
U kunt uw draad-
loze netwerkin-
stellingen
configureren met
de Brother-cd-
rom.
Inst.
Wizard
U kunt de
afdrukserver
voor een
draadloos
netwerk
handmatig
instellen.
WPS/AOSS U kunt uw draad-
loze netwerkin-
stellingen
gemakkelijk con-
figureren met
één druk op de
knop.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
149
C
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(Vervolg)
WPS met
pincode
U kunt uw draad-
loze netwerkin-
stellingen
gemakkelijk con-
figureren met
WPS en een pin-
code.
Zie .
Status WLAN Status U kunt de
huidige status
van het
draadloze
netwerk nagaan.
Signaal U kunt de
huidige
signaalsterkte
van het
draadloze
netwerk nagaan.
SSID U kunt de
huidige SSID
nagaan.
Comm. Modus U kunt de huidi-
ge communica-
tiemodus
nagaan.
MAC-adres U kunt het MAC-
adres van de
machine
bekijken.
Wi-Fi Direct
(MFC-J870DW)
Drukknop U kunt de
instellingen van
uw Wi-Fi
Direct™-netwerk
gemakkelijk
configureren met
één druk op de
knop.
Zie .
Pincode U kunt de
instellingen van
uw Wi-Fi
Direct™-netwerk
gemakkelijk
configureren met
WPS en een
pincode.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
150
Netwerk
(Vervolg)
Wi-Fi Direct
(MFC-J870DW)
(Vervolg)
Handmatig U kunt de
instellingen van
uw Wi-Fi
Direct™-netwerk
handmatig
configureren.
Zie .
Groepseige-
naar
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
uw machine als
groepseigenaar
instellen.
Apparaatin-
formatie
Apparaatnaam
Hiermee kunt u
de
apparaatnaam
van uw machine
nagaan.
SSID Hiermee kunt u
de SSID van de
groepseigenaar
weergeven.
Als de machine
niet is
verbonden, ziet
u Niet
verbonden op
het touchscreen.
IP-adres Hiermee kunt u
het huidige IP-
adres van uw
machine
nagaan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
151
C
Netwerk
(Vervolg)
Wi-Fi Direct
(MFC-J870DW)
(Vervolg)
Statusin-
formatie
Status Groepseige-
naar actief
(**)
Cliënt
actief
Niet
verbonden
Uit
** = het aantal
apparaten
Hiermee kunt u
de huidige status
van het Wi-Fi
Direct™-netwerk
nagaan.
Zie .
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
Hiermee kunt u
de signaalsterkte
van het huidige
Wi-Fi Direct™-
netwerk nagaan.
Wanneer uw
machine als
groepseigenaar
fungeert, wordt
op het
touchscreen
altijd Sterk
weergegeven.
Verb.
insch.
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
de Wi-Fi
Direct™-
verbinding in- of
uitschakelen.
NFC
(MFC-J870DW)
——Aan*
Uit
Hiermee kunt u
de NFC-functie
in- of
uitschakelen.
Zie Afdrukken en
scannen met
NFC (Near Field
Communication)
(MFC-J870DW)
uu pagina 77
voor meer
informatie over
de NFC-functie.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
152
Netwerk
(Vervolg)
Web Con-
nect-instel-
lingen
Proxy-in-
stell.
Proxy-ver-
binding
Aan
Uit*
Hiermee kunt u
de webverbin-
dingsinstellin-
gen wijzigen.
Zie .
Adres
Poort
Gebruikers-
naam
Wachtwoord
Netwerk I/F
(MFC-J870DW)
——LAN met
kabel*
WLAN
U kunt het type
netwerkverbin-
ding kiezen.
Zie .
WLAN
Activeren
(MFC-J650DW)
——Uit*
Aan
Hiermee kunt u
de draadloze
netwerkverbin-
ding gebruiken.
Netw.
resetten
——Ja
Nee
Hiermee worden
alle fabrieksin-
stellingen van
het netwerk her-
steld.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties
Omschrijvingen
Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ handleiding te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
153
C
Alle instell. (vervolg) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Print lijsten
Verzendrapport
Hiermee drukt u deze
lijsten en rapporten af.
Zie .
Adresboek ——
Fax Journaal ——
Gebruikersinst
——
Netwerkconfi-
guratie
——
WLAN-rapport ——
Overzicht
beller-id
——
Machine-info Serienummer Hiermee kunt u het
serienummer van uw
machine nagaan.
137
Firmware-versie
Main-versie Hiermee kunt u de
firmwareversie van uw
machine nagaan.
137
Stand.instel. Datum&Tijd Datum Hiermee kunt u de datum
en de tijd instellen die op
het scherm en in de
kopteksten van de
verzonden faxen worden
weergegeven.
88
Tijd
Aut.
zomertijd
Aan*
Uit
Hiermee wordt
automatisch de zomertijd
ingesteld.
Zie .
Stations-ID Fax
Naam
Hiermee kunt u opgeven
welke naam en welk
faxnummer moeten
worden afgedrukt op elke
pagina die u faxt.
Zie .
Toon/Puls Toon*
Puls
Selecteer de kiesmodus.
Kiestoon Waarneming
Geen
detectie*
Hiermee schakelt u
kiestoonherkenning in of
uit.
136
Tel lijn inst Normaal*
PBX
ISDN
Hiermee kiest u het type
telefoonlijn.
48
Compatibel Normaal*
Basic (voor
VoIP)
Hiermee past u de
modemsnelheid aan om
verzendproblemen te
verhelpen.
136
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
uu Installatiehandleiding.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
154
Stand.instel.
(Vervolg)
Terugstellen Apparaat
terugstellen
Ja
Nee
Hiermee kunt u alle
machine-instellingen die
u hebt veranderd, zoals
datum en tijd, type
telefoonlijn en
belvertraging, herstellen.
137
Netwerk Ja
Nee
Hiermee worden de
fabrieksinstellingen van
de afdrukserver, zoals het
wachtwoord en de IP-
adresgegevens, hersteld.
Adresboek en
fax
Ja
Nee
Hiermee verwijdert u alle
opgeslagen
adresboeknummers en
faxen, en herstelt u de
fabriekinstellingen van de
stations-ID, het
adresboek, het
verzendrapport en het
faxjournaal.
Alle instell. Ja
Nee
Hiermee worden alle
fabrieksinstellingen van
de machine hersteld.
Schijfafdruk
uitlijnen
(MFC-J870DW)
U kunt de afdrukpositie
uitlijnen.
Zie .
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
uu Installatiehandleiding.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
155
C
Functietabellen C
Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) C
OPMERKING
Faxvoorbeeld is niet beschikbaar voor MFC-J650DW.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Herkies
(Pauze)
Hiermee kunt u het laatst
gekozen nummer
herhalen. Wanneer u een
fax- of telefoonnummer
via het touchpanel
invoert, verandert
Herkies op het
touchscreen in Pauze.
Druk op Pauze als u bij
het kiezen van een
nummer (bijvoorbeeld
toegangsnummer of
creditcardnummer) een
pauze moet invoeren. U
kunt ook een pauze
opslaan wanneer u
adressen instelt.
56
Telefoon (R) ———Telefoon verandert in R
wanneer PBX als type
telefoonlijn is
geselecteerd. Bij
aansluiting op een PBX
kunt u met R ook toegang
krijgen tot een buitenlijn of
een gesprek
doorverbinden naar een
ander toestel.
48
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
156
Adresboek
(Zoeken)
De zoekactie wordt in het
adresboek uitgevoerd.
55
Bewerken Nw adres
toev.
Hiermee kunt u
adresboeknummers
opslaan, zodat u
nummers kunt kiezen
door op Adresboek (en
vervolgens op
Toepassen en Fax
starten) op het
touchscreen te drukken.
58
Groepen
instellen
Hiermee kunt u
groepsnummers instellen
voor het rondsturen van
faxen.
Zie .
Wijzigen Hiermee kunt u
adresboeknummers
wijzigen.
59
Verwijder Hiermee kunt u
adresboeknummers
verwijderen.
Toepassen Hiermee verstuurt u een
fax via het adresboek.
55
Oproep-
overzicht
Uitg. Gesprek Toepassen U kunt een nummer
kiezen uit het overzicht
van uitgaande
gesprekken en er
vervolgens een fax naar
verzenden, het nummer
aan het adresboek
toevoegen of het
verwijderen.
56
Bewerken Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Overzicht
beller-id
Toepassen U kunt een nummer kie-
zen uit het nummerweer-
gaveoverzicht en er
vervolgens een fax naar
verzenden, het nummer
aan het adresboek toe-
voegen of het verwijde-
ren.
57
Bewerken Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
157
C
Opties Faxresolutie Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de
resolutie voor uitgaande
faxen in.
Zie .
Contrast Automatisch*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
Rondsturen Nummer
toevoeg.
Nummer
toevoeg.
U kunt eenzelfde
faxbericht naar meerdere
faxnummers tegelijk
verzenden.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
Voorbeeld
(MFC-J870DW)
Aan
Uit*
U kunt een faxbericht
eerst bekijken voordat u
het verzendt.
38
Kleurinstelling
Zwart-wit*
Kleur
Hiermee kunt u instellen
of faxen in zwart-wit of
kleur worden verstuurd.
37
Tijdklok Tijdklok Aan
Uit*
Hiermee kunt instellen op
welk tijdstip (in 24
uursnotatie) de
uitgestelde faxen moeten
worden verzonden.
Zie .
Tijd inst.
Verzamelen Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen naar
eenzelfde faxnummer
samengevoegd en op een
bepaald tijdstip in één
keer verzonden.
Direct
verzenden
Aan
Uit*
U kunt faxen verzenden
zonder gebruik te maken
van het geheugen.
Verzend
Pollen
Stand.
Beveilig
Uit*
Hiermee kan het
document op uw machine
door een andere
faxmachine worden
opgehaald.
Ontvang
Pollen
Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Hiermee stelt u uw
machine in om
faxberichten van een
andere faxmachine op te
vragen (pollen).
Internationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het verzenden van faxen
naar het buitenland, zet u
deze optie op Aan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
158
Opties
(Vervolg)
Scanform.
glas
Letter
A4*
Hiermee wijzigt u het
scanformaat van de
glasplaat voor faxen.
37
Oproepoverz Uitg. Gesprek Toepassen U kunt een nummer
kiezen uit het overzicht
van uitgaande
gesprekken en er
vervolgens een fax naar
verzenden, het nummer
aan het adresboek
toevoegen of het
verwijderen.
Zie .
Bewerken
(Opties)
Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Overzicht
beller-id
Toepassen U kunt een nummer kie-
zen uit het nummerweer-
gaveoverzicht en er
vervolgens een fax naar
verzenden, het nummer
aan het adresboek toe-
voegen of het verwijde-
ren.
Bewerken
(Opties)
Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Adresboek
(Zoeken)
De zoekactie wordt in het
adresboek uitgevoerd.
55
Bewerken Nw adres
toev.
Hiermee kunt u
adresboeknummers
opslaan, zodat u
nummers kunt kiezen
door op Adresboek (en
vervolgens op
Toepassen en Fax
starten) op het
touchscreen te drukken.
58
Groepen
instellen
Hiermee kunt u
groepsnummers instellen
voor het rondsturen van
faxen.
Zie .
Wijzigen Hiermee kunt u
adresboeknummers
wijzigen.
59
Verwijder Hiermee kunt u
adresboeknummers
verwijderen.
Toepassen Hiermee verstuurt u een
fax via het adresboek.
55
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw faxinstellingen
opslaan.
Zie .
Fabrieksin-
stell.
Ja
Nee
U kunt alle
fabrieksinstellingen
herstellen.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
159
C
Fax (wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld) (MFC-J870DW) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Faxen
verzenden
(Zie Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) uu pagina 155.)
Ontvangen
faxen
Afdr./verw. Alles
afdrukken
(nwe faxen)
Hiermee worden de
nieuwe ontvangen faxen
afgedrukt.
46
Alles
afdrukken
(oude faxen)
Hiermee worden de oude
ontvangen faxen
afgedrukt.
Alles
verwijderen
(nwe fax)
Hiermee worden de
nieuwe ontvangen faxen
verwijderd.
46
Alles
verwijderen
(oude fax)
Hiermee worden de oude
ontvangen faxen
verwijderd.
Adresboek (Zie Adresboek in Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) uu pagina 155.)
Oproep-
overzicht
(Zie Oproep- overzicht in Fax (wanneer Faxvoorbeeld is uitgeschakeld) uu pagina 155.)
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
160
Kopiëren C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Opties Kwaliteit Snel
Normaal*
Fijn
Hiermee kiest u de
kopieerresolutie voor de
volgende kopie.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Transparanten
Selecteer de papiersoort
die overeenkomt met het
papier in de lade.
61
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Selecteer het
papierformaat dat
overeenkomt met het
papier in de lade.
62
Vergr./verkl. 100%* ——
Zie .
Vergroten
198% 10x15cm
i
A4
186% 10x15cm
i
Letter
141% A5 i A4
Hiermee kunt u het
vergrotingspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Verkleinen
97% Letter
i
A4
93% A4
i
Letter
83% Legal
i
A4
69% A4 i A5
47% A4
i
10x15cm
Hiermee kunt u het
verkleiningspercentage
voor de volgende kopie
kiezen.
Aanp. aan
pag.
Het formaat van de
volgende kopie wordt
afgestemd op het door u
ingestelde papierformaat.
Aangepast
(25-400%)
Hiermee kunt u het
vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor uw type document
kiezen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
161
C
Opties
(Vervolg)
Dichtheid
Hiermee kunt u de
dichtheid voor kopieën
aanpassen.
Zie .
Stapel/Sorteer
Stapel*
Sorteer
U kunt ervoor kiezen om
meerdere kopieën te
laten stapelen of sorteren.
Pagina layout Uit (1 op 1)*
2 op 1
(staand)
2 op 1
(liggend)
2op1(id)
4 op 1
(staand)
4 op 1
(liggend)
Poster(2x1)
Poster(2x2)
Poster(3x3)
U kunt N op 1, 2 op 1 (id)
of posterkopin maken.
2-zijdige
kopie
Uit* U kunt de instellingen
voor dubbelzijdig
afdrukken kiezen.
Staand
omslaan lange
zijde
Liggend
omslaan lange
zijde
Staand
omslaan korte
zijde
Liggend
omslaan korte
zijde
Geavanc. Normaal*
2-zijdig 1
2-zijdig 2
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
162
Opties
(Vervolg)
Geavanceerde
inst.
(MFC-J870DW)
Uit*
Inktspaarmodus
Dun papier
kopiëren
Boek kopiëren
Watermerk
kop.
Achter-
gr.kleur ver-
wijderen
U kunt verschillende
kopieerinstellingen
kiezen.
Zie .
Geavanceerde
inst.
(MFC-J650DW)
Uit*
Achter-
gr.kleur ver-
wijderen
U kunt
Achtergr.kleur
verwijderen als
kopieerinstellingen
selecteren.
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
U kunt uw
kopieerinstellingen
opslaan.
Fabrieksin-
stell.
Ja
Nee
U kunt alle
fabrieksinstellingen
herstellen.
Opslaan als
snelk.
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
163
C
Scannen C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
naar OCR
(Beschikbaar
nadat Presto!
PageManager is
gedownload voor
Macintosh-
gebruikers. Zie
Brother-support
openen
(Macintosh)
uu pagina 5.)
PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 165
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
naar bestand* PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 166
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
naar
afbeelding
PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 166
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
naar media
(Wanneer een
geheugenkaart of
USB-flashstation
is geplaatst)
Opties (Zie Opties
uu pagina 167
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
67
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
Zie .
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
164
naar e-mail PC-keuze Opties (Zie Opties
uu pagina 166
voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de
gedetailleerde
instellingen configureren.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
Hiermee kunt u de huidige
instellingen als
snelkoppeling opslaan.
WS scannen
(Verschijnt na in-
stallatie van een
webservicescan-
ner, die wordt
weergegeven in
Windows
®
Ver-
kenner op uw
computer.)
Scannen PC-keuze U kunt gegevens scannen
met behulp van het
webserviceprotocol.
Scannen vr
e-mail
Scannen voor
faxen
Scannen voor
afdr.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
165
C
Opties C
(voor naar OCR)
Niveau1 Niveau2 Opties Omschrijvingen Pagina
Opties Ingest.op
aanr.schrm
Uit (ingesteld
met computer)*
Aan
Als u de machine-instellingen
via het touchscreen wilt
wijzigen, kiest u Aan.
Zie .
De onderstaande instellingen worden weergegeven als Aan is geselecteerd voor
Ingest.op aanr.schrm.
Scantype Kleur
Zwart-wit*
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype Tekst*
HTML
RTF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Afmeting scan A4*
A5
10x15cm
Visitekaartje
(90x60mm)
Letter
Legal
Hiermee kunt u het
scanformaat voor uw document
kiezen.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
166
Opties C
(voor naar bestand, naar afbeelding of naar e-mail)
Niveau1 Niveau2 Opties Omschrijvingen Pagina
Opties Ingest.op
aanr.schrm
Uit (ingesteld
met computer)*
Aan
Als u de machine-instellingen
via het touchscreen wilt
wijzigen, kiest u Aan.
Zie .
De onderstaande instellingen worden weergegeven als Aan is geselecteerd voor
Ingest.op aanr.schrm.
Scantype Kleur*
Zwart-wit
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kunt u de
scanresolutie voor uw
document kiezen.
Bestandstype (Als u de optie Kleur
hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
JPEG
(Als u de optie Zwart-
wit hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Afmeting scan A4*
A5
10x15cm
Visitekaartje
(90x60mm)
Letter
Legal
Hiermee kunt u het
scanformaat voor uw document
kiezen.
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
Hiermee kunt u instellen
hoeveel achtergrondkleur moet
worden verwijderd.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
167
C
Opties C
(voor naar media)
Niveau1 Niveau2 Opties Omschrijvingen Pagina
Opties Scantype Kleur*
Zwart-wit
Hiermee kunt u het scantype
voor uw document kiezen.
67
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Automatisch
Hiermee kunt u de scanresolutie
voor uw document kiezen.
Bestandstype (Als u de optie Kleur
hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
JPEG
(Als u de optie Zwart-
wit hebt gekozen bij
Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kunt u het
bestandsformaat voor uw
document kiezen.
Afmeting scan A4*
A5
10x15cm
Visitekaartje
(90x60mm)
Letter
Legal
Hiermee kunt u het scanformaat
voor uw document kiezen.
Lang papier
scannen
Aan
Uit*
U kunt een lang document via
de ADF scannen.
Bestandsnaam U kunt de bestandsnaam
wijzigen.
Automatisch
bijsnijden
(MFC-J870DW)
Aan
Uit*
U kunt meerdere documenten
via de glasplaat scannen en
deze rechtstreeks op een
geheugenkaart of USB-
flashgeheugenstation opslaan.
67
Zie .
Achtergrondkleur
verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
Hiermee kunt u instellen
hoeveel achtergrondkleur moet
worden verwijderd.
67
Nieuwe standaard Ja
Nee
U kunt uw scaninstellingen als
standaardinstellingen opslaan.
Zie .
Fabrieksinstell. Ja
Nee
Hiermee kunt u alle
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen herstellen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
168
Foto C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Index
afdrukken
Index
afdrukken
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 173
voor meer
informatie.
U kunt een pagina met
miniaturen afdrukken.
Zie .
Foto’s
afdrukken
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 170
voor meer
informatie.
U kunt een afzonderlijke
afbeelding afdrukken.
Foto’s
weerg.*
OK
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 170
voor meer
informatie.
Met de opties kunt u uw
foto's aanpassen.
66
All.afd U kunt alle foto's op uw
geheugenkaart of USB-
flashstation afdrukken.
Foto’s verb.
(MFC-J870DW)
Verbeteren Aut.
corrigeren
Afdrukinstell.
(Zie Afdrukinstell.
uu pagina 170
voor meer
informatie.)
Met deze instellingen
kunt u uw foto's
aanpassen.
Zie .
Huid
verbeteren
Landschap
verb.
Rood-oog
Verw.
Nachtfoto
Tegenlicht
Whiteboard
Zwart-wit
Sepia
Autocorr. en
Rode ogen
verwijderen
Bijsnijden
Afdrukinstell.
Zie Afdrukinstell.
uu pagina 170
voor meer
informatie.
U kunt uw foto bijsnijden
en een gedeelte van de
afbeelding afdrukken.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
169
C
Pasfotoafdruk Selecteer
foto
Selecteren
Pasfotoformaat
(Opties)
25x36mm
35x45mm
36x51mm
45x45mm
45x55mm
35x48mm
50x70mm
(2x2,75")
2x2inch
Afdrukinstell.
(Zie Afdrukinstell.
uu pagina 173
voor meer
informatie.)
U kunt pasfoto's
afdrukken voor uw cv,
paspoort, enzovoort.
Zie .
Diavoorstelling
Elke foto
weergeven
voor
3Sec.*
10Sec.
30Sec.
1Min.
5Min.
Hiermee kunt u opgeven
hoelang elke foto in de
diavoorstelling moet
worden weergegeven
voordat de machine naar
de volgende foto
overschakelt.
Start Hiermee start u een
diavoorstelling van uw
foto's op de machine.
Tijdens de diavoorstelling
kunt u een foto kiezen en
de afdrukinstellingen
wijzigen. (Zie
Afdrukinstell.
uu pagina 170 voor
meer informatie.)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
170
Afdrukinstell. C
(voor Foto’s weerg., Foto’s afdrukken, Foto’s verb. of Diavoorstelling)
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar
voor afdrukken in
DPOF-formaat.)
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy
anders*
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Papierform. 10x15cm*
13x18cm
A4
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
(Als A4 of Letter
is gekozen)
Afdrukformaat
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Max. afm.*
Hiermee kunt u het
afdrukformaat kiezen als
u papier van A4- of Letter-
formaat gebruikt.
Aut.
corrigeren
(MFC-J870DW)
(Niet beschik-
baar bij afdrukken
in DPOF-for-
maat.) (Alleen
Foto’s weerg.
en Diavoor-
stelling)
Aan
Uit*
U kunt het juiste effect
voor uw foto door de
machine laten bepalen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
171
C
Helderheid
(Niet beschikbaar
als Verbeteren
is gekozen.)
Hiermee kunt u de
helderheid instellen.
Zie .
Contrast
(Niet beschikbaar
als Verbeteren
is gekozen.)
Hiermee kunt u het
contrast instellen.
Kleur
verbeteren
(Niet beschikbaar
als Verbeteren
is gekozen.)
Kleur
verbeteren
(Opties)
Aan
Uit*
Wit Balans
Hiermee kunt u de tint van
witte vlakken aanpassen.
Scherpte
Hiermee kunt u het detail
van het beeld verbeteren.
Kleurdensiteit
Hiermee kunt u de totale
hoeveelheid kleur in het
beeld aanpassen.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
+2
+1
-1
-2
0
-2
-1
0
+1
+2
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
+2
+1
-1
-2
0
172
Bijsnijd(crop)
Aan*
Uit
Hiermee kunt u het beeld
rond de marge bijsnijden
om het aan het papier- of
afdrukformaat aan te
passen. Zet deze functie
uit wanneer u volledige
beelden wilt afdrukken of
ongewenst bijsnijden wilt
vermijden.
Zie .
Zonder rand Aan*
Uit
Hiermee wordt het
afdrukgebied uitgebreid
naar de randen van het
papier.
Datum afdr.
(Niet beschikbaar
voor afdrukken in
DPOF-formaat.)
Aan
Uit*
Hiermee kunt u de datum
op foto's laten afdrukken.
Nieuwe
standaard
Ja
Nee
Hiermee slaat u uw
afdrukinstellingen op als
standaardinstellingen.
Fabrieksin-
stell.
Ja
Nee
Hiermee worden alle
fabrieksinstellingen
hersteld.
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
173
C
Afdrukinstell. C
(voor Index afdrukken)
Afdrukinstell. C
(voor Pasfotoafdruk)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Papiersoort Normaal pap.*
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy anders
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Zie .
Papierform. Letter
A4*
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
Normaal
Foto*
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
Zie .
Papiersoort Normaal pap.
Inkjetpapier
Brother BP71
Glossy
anders*
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
Papierform. 10x15cm*
13x18cm
A4
Letter
Hiermee kunt u het
papierformaat kiezen.
Foto
verbeteren
(MFC-J870DW)
Uit*
Autom.
correctie
Rood-oog
Verw.
Autocorr. en
Rode ogen
verwijderen
Met deze instellingen kunt
u uw foto's aanpassen.
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
174
Web C
(Snelkopp.) C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Web Apps Hiermee kunt u de
Brother-machine met een
internetservice verbinden.
Mogelijk zijn er
webdiensten bijgekomen
en/of is de naam van
bepaalde diensten
gewijzigd door de provider
sinds het uitbrengen van
dit document.
Zie .
SkyDrive
®
——
Box
Google Drive
Evernote
®
——
Dropbox
Facebook
Picasa Web
Albums™
——
Flickr
®
——
Ga naar het Brother Solutions Center om de Handleiding Web Connect te downloaden van
http://solutions.brother.com/
.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Snelk.toevoegen
Kopiëren Kwaliteit Zie Opties bij
Kopiëren
uu pagina 160
voor meer
informatie.
U kunt de instellingen
wijzigen in de opties van
de functie Kopiëren.
12
Papiersoort
Papierformaat
Vergr./verkl.
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Pagina layout
2-zijdige
kopie
Geavanceerde
inst.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
175
C
Snelk.toevoegen
(Vervolg)
Fax
(Opties)
Faxresolutie Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee stelt u de
resolutie voor uitgaande
faxen in.
13
Contrast Automatisch*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de faxen
die u verzendt lichter of
donkerder maken.
Rondsturen Nummer
toevoeg.
(Opties)
Nummer
toevoeg.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
U kunt eenzelfde
faxbericht naar meerdere
faxnummers tegelijk
verzenden.
Voorbeeld
(MFC-J870DW)
Aan
Uit*
U kunt een faxbericht
eerst bekijken voordat u
het verzendt.
Kleurinstelling
Zwart-wit*
Kleur
Hiermee kunt u instellen
of faxen in zwart-wit of
kleur worden verstuurd.
Direct
verzenden
Aan
Uit*
U kunt faxen verzenden
zonder gebruik te maken
van het geheugen.
Internationaal
Aan
Uit*
Als u problemen hebt met
het verzenden van faxen
naar het buitenland, zet u
deze optie op Aan.
Scanform.
glas
Letter
A4*
Hiermee kunt u het
scangebied van de
glasplaat afstemmen op
het documentformaat.
Oproepoverz Uitg. Gesprek U kunt een nummer
selecteren in het overzicht
van uitgaande
gesprekken.
Overzicht
beller-id
U kunt een nummer
selecteren in het
nummerweergaveoverzicht
.
Adresboek U kunt een nummer
selecteren in het
adresboek.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
176
Snelk.toevoegen
(Vervolg)
Scannen naar bestand PC-keuze Hiermee kunt u een
zwart-wit- of
kleurendocument in uw
computer scannen.
14
naar OCR PC-keuze U kunt een
tekstdocument
converteren naar een
bewerkbaar tekstbestand.
naar
afbeelding
PC-keuze U kunt een afbeelding in
kleur naar uw grafische
toepassing scannen.
naar media
(Opties)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Afmeting scan
Lang papier
scannen
Bestandsnaam
Automatisch
bijsnijden
(MFC-J870DW)
Achtergrond-
kleur verwij-
deren
U kunt documenten naar
een geheugenkaart of
een USB-flashstation
scannen.
naar e-mail PC-keuze U kunt een zwart-wit- of
kleurendocument naar uw
e-mailtoepassing
scannen.
Web
SkyDrive
®
Hiermee kunt u de
Brother-machine met een
internetservice verbinden.
Mogelijk zijn er
webdiensten bijgekomen
en/of is de naam van
bepaalde diensten
gewijzigd door de
provider sinds het
uitbrengen van dit
document.
15
Box
Google Drive
Evernote
®
Dropbox
Facebook
Picasa Web
Albums™
Flickr
®
Deze lijst ver-
schijnt als u 2 se-
conden lang op
een snelkoppe-
lingsnaam drukt.
Naam snelk.
bewerken
Hiermee kunt u de naam
van de snelkoppeling
wijzigen.
17
Verwijder Hiermee kunt u de
snelkoppeling
verwijderen.
17
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
177
C
(Inkt) C
(Schijf) (MFC-J870DW) C
Bew./verw. Snelkoppelings-
naam
Naam snelk.
bewerken
Hiermee kunt u de naam
van de snelkoppeling
wijzigen.
17
Verwijder Hiermee kunt u de
snelkoppeling
verwijderen.
17
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
(Inkt)
Testafdruk
Printkwaliteit
Instel
kantlijn
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit of uitlijning
controleren.
86
87
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Hiermee kunt u de
printkop reinigen.
86
Inktvolume Hiermee kunt u
controleren hoeveel inkt
beschikbaar is.
Zie .
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Schijf Kopiëren van
schijf
U kunt afdrukken op
bedrukbare media zoals
cd-r/rw, dvd-r/rw en Blu-
ray Disc™.
Zie .
Kopiëren van
foto
——
Afdrukken van
kaart
——
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
178
(Wi-Fi-instellingen) C
OPMERKING
Nadat u Wi-Fi
®
hebt geconfigureerd, kunt u de instellingen niet meer wijzigen vanuit het
Beginscherm.
Gebruik het scherm Instell. als u instellingen voor de Wi-Fi-verbinding wilt wijzigen.
Bij gebruik van een geheugenkaart of USB-flashstation in de juiste sleuf C
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
(Wi-Fi-
instellingen)
Inst. Wizard U kunt de afdrukserver
voor een draadloos
netwerk handmatig
instellen.
Zie .
Instellen met pc
U kunt de Wi-Fi-
instellingen via een pc
wijzigen.
WPS/AOSS U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met één druk op de knop.
WPS met
pincode
U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen
gemakkelijk configureren
met WPS en een pincode.
Zie .
uu Installatiehandleiding.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Foto (Zie Foto uu pagina 168.)
Scannen naar
media
(Zie naar media uu pagina 163.)
Web (Zie Web uu pagina 174.)
Schijf
(MFC-J870DW)
(Zie (Schijf) (MFC-J870DW) uu pagina 177.)
DPOF Hiermee wordt het
scherm met DPOF-
instellingen
weergegeven.
Zie .
uu Geavanceerde gebruikershandleiding.
De standaardinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Tabellen met instellingen en functies
179
C
Tekst invoeren C
Wanneer u tekst in de machine moet invoeren, wordt het toetsenbord op het touchscreen
weergegeven. Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale tekens.
OPMERKING
Druk op om tussen kleine letters en hoofdletters te schakelen.
U kunt de toetsenbordinstelling van het touchscreen wijzigen.
(Zie De toestenbordinstelling wijzigen uu pagina 12 voor meer informatie.)
Spaties invoegen C
Druk op Spatie om een spatie in te voegen. U kunt ook op c drukken om de cursor te
verplaatsen.
OPMERKING
De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
Correcties aanbrengen C
Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd dat u wilt wijzigen, drukt u op d om het onjuiste teken
met de cursor te markeren; vervolgens drukt u op . Voer het juiste teken in. U kunt ook
teruggaan met de cursor om letters in te voegen.
Druk op voor elk teken dat u wilt wissen, of houd ingedrukt om alle tekens te wissen.
180
D
Algemeen D
OPMERKING
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de machine. Ga voor meer
specificaties naar http://www.brother.com/
.
1
Diagonaal gemeten.
2
Gemeten als de machine is aangesloten op de USB-interface. Het stroomverbruik kan enigszins afwijken, afhankelijk
van de gebruiksomgeving of slijtage van onderdelen.
3
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
4
Gemeten volgens IEC 62301 versie 2.0.
5
Zelfs wanneer de machine uitstaat, wordt deze van tijd tot tijd automatisch aangezet voor het onderhoud van de
printkop en vervolgens weer uitgeschakeld.
Specificaties D
Printertype Inkjet
Printkop Zwart-wit:
Kleur:
Piëzo met 210 spuitmondjes × 1
Piëzo met 210 spuitmondjes × 3
Geheugencapaciteit 128 MB
LCD (Liquid Crystal
Display)
2,7-inch (67,5 mm) TFT LCD
1
-kleurentouchscreen en
touchpanel
Stroombron AC 220 tot 240 V 50/60 Hz
Stroomverbruik
2
(MFC-J650DW)
Kopieermodus:
Circa 18 W
3
Gereedstand:
Circa 4 W
4
Slaapstand:
Circa 1,1 W
4
Uit:
Circa 0,2 W
45
(MFC-J870DW)
Kopieermodus:
Circa 18 W
3
Gereedstand:
Circa 4 W
4
Slaapstand:
Circa 1,3 W
4
Uit:
Circa 0,2 W
45
Specificaties
181
D
1
De geluidsemissie is afhankelijk van de afdrukomstandigheden.
2
In overeenstemming met ISO9296
3
Kantoorapparatuur met LWAd boven 6,30 B(A) is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar mensen geconcentreerd
denkwerk moeten verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimtes worden geplaatst om geluidshinder te
voorkomen.
Afmetingen
Gewicht (MFC-J650DW) 9,2 kg
(MFC-J870DW) 9,5 kg
Geluidsniveau Geluidsdruk
In bedrijf:
L
PAm = 50 dB(A) (maximaal)
1
Geluidsvermogen
23
Kopiëren: LWAd = 6,14 B(A) (Zwart-wit)
L
WAd = 5,96 B(A) (Kleur)
Gereed: LWAd = 3,23 B(A) (Zwart-wit/Kleur)
Temperatuur In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
10 tot 35 °C
20 tot 33 °C
Vochtigheid In bedrijf:
Beste
afdrukkwaliteit:
20 tot 80% (niet condenserend)
20 tot 80% (niet condenserend)
ADF (automatische
documentinvoer)
Max. 20 pagina's
Papier: 80 g/m
2
A4- of Letter-formaat
Documentformaat Breedte ADF: 148 mm tot 215,9 mm
Lengte ADF: 148 mm tot 355,6 mm
Breedte glasplaat: max. 215,9 mm
Lengte glasplaat: max. 297 mm
180 mm
410 mm
374 mm
519 mm
182
Afdrukmedia D
1
Voor glanzend papier of transparanten: verwijder bedrukte pagina's direct nadat ze zijn uitgevoerd uit de
uitvoerpapierlade om vlekken te voorkomen.
2
Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
3
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 31.
Papierinvoer
Papierlade D
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier
1
en
transparanten
12
Papierformaat
3
:
A4, Executive, Letter, A5, A6, Enveloppen (Com-10, DL, C5,
Monarch), Foto (10 × 15 cm), Foto 2L (13 × 18 cm) en
Indexkaart (127 × 203 mm)
Breedte: 98 mm - 215,9 mm
Lengte: 148 mm - 297 mm
Zie Gewicht, dikte en capaciteit van papier uu pagina 31 voor meer
informatie.
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 100 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Fotopapierlade
Papiersoort:
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier) en glanzend papier
1
Papierformaat:
Foto (10 × 15 cm) en Foto L (89 × 127 mm)
Breedte: 89 mm - 102 mm
Lengte: 127 mm - 152 mm
Maximale capaciteit papierlade:
Circa 20 vel
Papieruitvoer
Max. 50 vel normaal papier van 80 g/m
2
(naar lade uitgevoerd met de
bedrukte zijde naar boven)
1
Specificaties
183
D
Faxen D
1
Pagina’s’ verwijst naar de ‘ITU-T Test Chart #1’ (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Compatibiliteit ITU-T Groep 3
Modemsnelheid Automatic Fallback
14.400 bps
Scanbreedte ADF: 208 mm (A4)
Glasplaat: 204 mm (A4)
Afdrukbreedte 204 mm (A4)
Grijstinten Zwart-wit: 8 bits (256 niveaus)
Kleur: 24 bits (8 bits per kleur/256 niveaus)
Resolutie Standaard
203 × 98 dpi (Zwart-wit)
203 × 196 dpi (Kleur)
Fijn
203 × 196 dpi (Zwart-wit/Kleur)
Superfijn
203 × 392 dpi (Zwart-wit)
Foto
203 × 196 dpi (Zwart-wit)
Adresboek 100 namen × 2 nummers
Groepen Max. 6
Rondsturen 250 (200 adresboeknummers/50 handmatig gekozen
nummers)
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Max. 200
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Max. 200
1
pagina's
184
Kopiëren D
1
Als u kopieert op papier van A4-formaat.
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
Breedte kopie
204 mm
1
Meerdere kopieën Sets van max. 99 pagina’s
Vergroten/verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Kan maximaal 1.200 × 2.400 dpi afdrukken
Dubbelzijdig Ja
Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
A4, Letter, A5
Specificaties
185
D
PhotoCapture Center™ D
1
Geheugenkaarten, adapters en USB-flashstations zijn niet inbegrepen.
2
USB 2.0-standaard
USB-massaopslagklasse tot 64 GB
Ondersteunde indeling: FAT12/FAT16/FAT32/exFAT
3
Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund.
4
Alleen bewegende JPEG
5
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 31.
Compatibele media
1
Memory Stick Duo™ (16 MB - 128 MB)
Memory Stick PRO Duo™ (256 MB - 32 GB)
Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter (256 MB - 32 GB)
MultiMedia Card (32 MB - 2 GB)
MultiMedia Card Plus (128 MB - 4 GB)
MultiMedia Card Mobile met adapter (64 MB - 1 GB)
SD-geheugenkaart (16 MB - 2 GB)
miniSD met adapter (16 MB - 2 GB)
microSD met adapter (16 MB - 2 GB)
SDHC-geheugenkaart (4 GB - 32 GB)
miniSDHC met adapter (4 GB - 32 GB)
microSDHC met adapter (4 GB - 32 GB)
SDXC-geheugenkaart (48 GB - 128 GB)
USB-flashstation
2
Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi
Bestandsextensie
(Mediaformaat) DPOF (versie 1.0, versie 1.1), Exif DCF (tot versie 2.1)
(Afbeeldingsformaat)
Foto's afdrukken: JPEG
3
, AVI
4
, MOV
4
Scannen naar media: JPEG, PDF (Kleur)
TIFF, PDF (Zwart-wit)
Aantal bestanden Max. 999 bestanden
(De map op een geheugenkaart of USB-flashstation wordt ook
meegeteld.)
Map Het bestand moet op het 4e mapniveau van de geheugenkaart
of van het USB-flashstation zijn opgeslagen.
Zonder rand
A4, Letter, Foto (10 × 15 cm), Foto 2L (13 × 18 cm)
5
186
PictBridge D
Compatibiliteit Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de
Camera & Imaging Products Association.
Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge/
voor meer informatie.
Interface USB Direct Interface
Specificaties
187
D
Scanner D
1
In deze gebruikershandleiding duidt Windows
®
XP op de volgende besturingssystemen: Windows
®
XP Home Edition,
Windows
®
XP Professional en Windows
®
XP Professional x64 Edition.
2
Scannen met maximaal 1.200 × 1.200 dpi bij gebruik van de WIA-driver voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
,
Windows
®
7 en Windows
®
8 (resolutie tot max. 19.200 × 19.200 dpi kan worden geselecteerd met de Brother-
scannertoepassing).
Kleur/Zwart-wit Ja/Ja
TWAIN-compatibel Ja
(Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
/Windows
®
7/Windows
®
8)
(Mac OS X v10.6.8, 10.7.x, 10.8.x)
WIA-compatibel Ja
(Windows
®
XP
1
/Windows Vista
®
/Windows
®
7/Windows
®
8)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X v10.6.8, 10.7.x, 10.8.x)
Kleurintensiteit 30-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)/256 niveaus per kleur
Grijstinten 10-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)/256 niveaus per kleur
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) (glasplaat)
Max. 1.200 × 600 dpi (optisch) (ADF)
Scanbreedte en -lengte (Glasplaat)
Breedte: max. 213,9 mm
Lengte: max. 295 mm
(ADF)
Breedte: max. 213,9 mm
Lengte: max. 353,6 mm
188
Printer D
1
Wanneer de optie Zonder rand op Aan is ingesteld.
2
Zie Type en formaat papier voor elke functie uu pagina 31.
3
Als u afdrukt op papier van A4-formaat.
4
Ga voor gedetailleerde specificaties naar http://www.brother.com/.
Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi
Afdrukbreedte
3
204 mm [210 mm (zonder rand)
1
]
Zonder rand
2
A4, Letter, A6, Foto (10 × 15 cm), Foto L (89 × 127 mm),
Indexkaart (127 × 203 mm), Foto 2L (13 × 18 cm)
Dubbelzijdig Papiersoort:
Normaal papier
Papierformaat:
A4, Letter, A5, Executive
Afdruksnelheid
4
Specificaties
189
D
Interfaces D
1
Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer
die beschikt over een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
Zie Netwerk uu pagina 190.
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
USB
12
Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2 m.
LAN-kabel
3
(MFC-J870DW)
Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuur-/Ad-hocmodus)
IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct™) (MFC-J870DW)
NFC (MFC-J870DW) Ja
190
Netwerk D
OPMERKING
Voor meer informatie over de netwerkspecificaties uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor afdrukken en scannen via het netwerk, PC
Fax verzenden, PC Fax ontvangen (alleen Windows
®
), Remote Setup en foto's ophalen van het
PhotoCapture Center™
1
. De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light
2
wordt
meegeleverd.
1
Zie Vereisten voor de computer uu pagina 191.
2
(Windows
®
) Als u meer geavanceerde printerbeheersoftware nodig hebt, gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional, die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/
.
(Macintosh) U kunt de meest recente versie van Brother BRAdmin Light downloaden van http://solutions.brother.com/
.
Beveiliging van het
draadloze netwerk
SSID (32 tekens), WEP 64/128 bits, WPA-PSK (TKIP/AES),
WPA2-PSK (AES)
Hulpprogramma voor
configuratie van
draadloos netwerk
AOSS™ Ja
WPS Ja
Specificaties
191
D
Vereisten voor de computer D
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Pc-interface
Processor
Hardeschijfruimte
voor installatie
USB
2
10/100
Base-TX
(Ethernet)
6
Wireless
802.11b/g/n
Drivers
Toepassin-
gen (incl.
drivers)
Windows
®
-
besturings-
systeem
Windows
®
XP
Home
14
Windows
®
XP
Professional
14
Afdrukken
PC-Fax
3
Scannen
Verwisselbare schijf
(USB of geheugenkaart)
5
Toegang tot netwerkmedia (LAN)
5
32-bits (x86)
of 64-bits
(x64)
processor
150 MB 1 GB
Windows Vista
®14
500 MB 1,3 GB
Windows
®
7
14
Windows
®
8
14
650 MB
Windows Server
®
2003
Windows Server
®
2003 R2
Windows Server
®
2008
N.v.t. Afdrukken 50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2008 R2
Windows Server
®
2012
64-bits (x64)
processor
Macintosh-
besturings-
systeem
Mac OS X v10.6.8
OS X v10.7.x
OS X v10.8.x
Afdrukken
PC-Fax (verzenden)
3
Scannen
Verwisselbare schijf
(USB of geheugenkaart)
5
Toegang tot netwerkmedia (LAN)
5
Intel
®
-
processor
80 MB 550 MB
Toelichting:
1
Voor WIA, 1.200 × 1.200 resolutie. Met de Brother-
scannertoepassing is verbetering tot max.
19.200 × 19.200 dpi mogelijk.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund
.
3
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
4
PaperPort™ 12SE ondersteunt Windows
®
XP Home (SP3
of recenter), XP Professional (SP3 of recenter), XP
Professional x64 Edition (SP2 of recenter), Windows
Vista
®
(SP2 of recenter), Windows
®
7 en Windows
®
8.
5
Verwisselbare schijf en Toegang tot netwerkmedia zijn
functies van PhotoCapture Center™.
6
Alleen MFC-J870DW
Voor de meest recente driverupdates kunt u
terecht op http://solutions.brother.com/
.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn
het eigendom van de respectieve bedrijven.
192
Verbruiksartikelen D
Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in zwart, geel, cyaan en
magenta die geen onderdeel zijn van de printkopset.
Gebruiksduur van
inktcartridge
De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de
machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor
afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Nadat dit
proces is uitgevoerd, gaan de cartridges die bij uw machine zijn
geleverd minder lang mee dan standaardcartridges (80%). Met alle
daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal
pagina’s afdrukken.
Verbruiksartikelen <Zwart, standaard rendement> LC121BK
<Geel, standaard rendement> LC121Y
<Cyaan, standaard rendement> LC121C
<Magenta, standaard rendement> LC121M
Zwart, Geel, Cyaan en Magenta - Circa 300 pagina's
1
<Zwart, hoog rendement> LC123BK
<Geel, hoog rendement> LC123Y
<Cyaan, hoog rendement> LC123C
<Magenta, hoog rendement> LC123M
Zwart, Geel, Cyaan en Magenta - Circa 600 pagina's
1
1
Het opgegeven gemiddelde gebruik per cartridge is conform ISO/IEC 24711.
Ga naar http://www.brother.com/pageyield/ voor meer informatie
over het vervangen van verbruiksartikelen.
Wat is Innobella™?
Innobella™ is een assortiment verbruiksartikelen van Brother. De
naam 'Innobella™' is een samentrekking van de woorden 'innovatie'
en 'bella' (het Italiaanse woord voor 'mooi') en verwijst naar de
innovatieve Brother-technologie die u mooie en duurzame
afdrukresultaten biedt.
Brother beveelt glanzend Innobella™-fotopapier (BP71-serie) aan
voor het afdrukken van hoogwaardige foto's. Met Innobella™-inkt en -
papier maakt u in een handomdraai prachtige afdrukken.
Index
193
E
E
A
Aangepaste telefoonfuncties op een
enkele lijn
...............................................132
Aansluiten
extern antwoordapparaat
......................50
extern toestel
........................................52
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......52
ADF (automatische documentinvoer)
......32
Adresboek
gebruiken
..............................................55
groepsnummers
wijzigen
..............................................59
instellen
.................................................58
verwijderen
...........................................59
wijzigen
.................................................59
Afdrukken
afdrukgebied
.........................................27
op de schijf
............................................78
papier vastgelopen
.............................108
problemen
...........................................124
resolutie
..............................................188
specificaties
........................................188
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Antwoordapparaat
....................................50
aansluiten
.............................................50
Antwoordapparaat, extern
................. 40, 50
aansluiten
.............................................50
ontvangstmodus
...................................40
uitgaand bericht opnemen
....................51
Apple Macintosh
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................40
Fax Waarnemen
................................43
B
Belvertraging instellen ..............................42
Brother
CreativeCenter
........................................5
C
Cd/dvd/bd ................................................ 80
etiketten afdrukken
............................... 78
ControlCenter
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
D
Document
laden
.............................................. 32, 33
Draadloos netwerk
Zie de Installatiehandleiding en de
Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
E
Enveloppen ....................................... 23, 31
Extern toestel, aansluiten
........................ 52
F
Fax Waarnemen ...................................... 43
Fax, stand-alone
ontvangen
............................................ 40
belvertraging instellen
....................... 42
F/T-beltijd instellen
............................ 42
Fax Waarnemen
................................ 43
Faxvoorbeeld
.................................... 44
problemen
............................... 128, 130
storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP)
................................. 136
via een tweede toestel
................ 53, 54
verzenden
............................................ 35
faxvoorbeeld weergeven
................... 38
formaat van de glasplaat wijzigen
..... 37
kleurenfax
.......................................... 37
problemen
....................................... 131
snelkoppelingen
.......................... 12, 13
storing op de telefoonlijn / bellen via
internet (VoIP)
................................. 136
verzendrapport
.................................. 39
194
Fax/Telefoon, modus
Belvertraging
.........................................42
code voor activeren op afstand
...... 53, 54
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 53, 54
oproepen aannemen op een
tweede toestel
................................ 53, 54
Faxberichten of Faxjournaal
overzetten
..............................................105
Faxcodes
code voor activeren op
afstand
.....................................43, 53, 54
code voor deactiveren op
afstand
........................................... 53, 54
gebruiken
..............................................54
wijzigen
.................................................54
Faxen vanaf pc
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Foto- en Foto L-papier
.............................31
Fotopapierlade
.........................................25
Foutmeldingen op touchscreen
................91
Alleen ZW 1-zijdige afdruk
....................92
Comm.fout
............................................92
Deksel is open
......................................93
Document vast/te lang
..........................93
Geen inktpatroon
..................................93
Geheugen vol
........................................94
Initialiseren onmogelijk
........................103
Inkt bijna op
...........................................94
Inktabsorb. bijna vol
..............................94
Inktabsorbeerder vol
.............................95
Kan niet afdr.
.........................................96
Kan niet detect.
.....................................96
Nog gegevens in geheugen
..................97
Onjuist papier
........................................98
Onvoldoende faxgeheugen
...................98
Papier nazien
......................................100
Papier vast
..........................................102
Print onmogelijk
..................................103
Reinigen onmog.
.................................103
Scan onmogelijk
..................................103
G
Grijstinten ...................................... 183, 187
H
Handmatig
kiezen
................................................... 55
ontvangen
............................................. 40
Help
functietabellen
.................................... 155
instellingentabellen
............................. 140
touchscreenmeldingen
....................... 139
Herkies/Pauze
......................................... 56
I
Ingangen
EXT
extern toestel
..................................... 52
Inktcartridges
inktstippenteller
.................................... 82
vervangen
............................................. 82
Innobella™
............................................ 192
K
Kiezen
adresboek
............................................. 55
een pauze
............................................. 58
handmatig
............................................. 55
Overzicht beller-id
................................ 57
Uitg. Gesprek
....................................... 56
Kopiëren
met de glasplaat
................................... 33
papierformaat
....................................... 62
papiersoort
........................................... 61
snelkoppelingen
................................... 12
L
LCD (Liquid Crystal Display) ............. 6, 139
helderheid
............................................. 19
M
Macintosh
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
195
E
N
Netwerk
afdrukken
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
scannen
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
NFC (Near Field Communication)
............77
afdrukken
..............................................77
scannen
................................................77
Niet-scanbaar gebied
...............................34
Nuance™ PaperPort™ 12SE
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding. Zie ook het menu
Help in de toepassing PaperPort™ 12SE.
Nummerweergave
....................................47
Overzicht beller-id
.................................57
fax versturen
......................................57
toevoegen aan adresboek
.................57
verwijderen
........................................57
O
Onderhoud, routine
inktcartridges vervangen
.......................82
Ontvangstmodus
Alleen Fax
.............................................40
Ext. TEL/ANT
........................................40
Fax/Telefoon
.........................................40
Handmatig
............................................40
Overzicht van het bedieningspaneel
..........6
P
Papier .............................................. 29, 182
afdrukgebied
.........................................27
capaciteit
...............................................31
documentformaat
..................................32
enveloppen laden
.................................23
formaat
..................................................28
fotopapier laden
....................................25
laden
.............................................. 20, 23
soort
............................................... 28, 31
PhotoCapture Center™
foto's op het scherm weergeven .......... 66
MultiMedia Card
................................... 63
scannen naar media
bestandsnaam wijzigen
..................... 67
SD-geheugenkaart
............................... 63
SDHC-geheugenkaart
.......................... 63
SDXC-geheugenkaart
.......................... 63
specificaties
........................................ 185
vanaf pc
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Presto! PageManager
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding. Zie ook het menu
Help in de toepassing Presto!
PageManager.
Problemen oplossen
als u problemen hebt met
afdrukken
........................................ 124
afdrukkwaliteit
................................. 126
faxen ontvangen
.............................. 130
gegevens invoeren
.......................... 135
inkomende oproepen
...................... 132
kopiëren
.......................................... 133
netwerk
............................................ 134
ontvangen faxen afdrukken
............. 128
papierverwerking
............................. 127
PhotoCapture Center™
................... 133
scannen
........................................... 133
software
........................................... 134
telefoonlijn of verbindingen
............. 129
vastgelopen document
.................... 107
document vastgelopen
....................... 107
foutmeldingen op touchscreen
............. 91
onderhoudsmeldingen op
touchscreen
.......................................... 91
papier vastgelopen
............................. 108
R
Reinigen
printkop
................................................ 86
scanner
................................................ 85
Remote Setup
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
196
Resolutie
afdrukken
............................................188
faxen
...................................................183
kopiëren
..............................................184
scannen
..............................................187
S
Scannen
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Scansnelkoppelingen
........................ 12, 14
Schijflade
.................................................80
Serienummer
achterhalen ......Zie binnenkant frontdeksel
Snelkoppelingen
......................................12
faxen
.....................................................13
kopiëren
................................................12
oproepen
...............................................17
scannen
................................................14
toevoegen
......................... 12, 13, 14, 15
verwijderen
............................................17
web
.......................................................15
wijzigen
.................................................16
snelkoppelingsnaam
..........................17
Stapsgewijze instellingentabellen
..........139
T
Tekst invoeren .......................................179
Telefoonlijn
aansluitingen
.........................................50
meerdere lijnen (PBX)
...........................52
problemen
...........................................129
storing / bellen via internet (VoIP)
.......136
type
.......................................................48
Transparanten
........................... 29, 31, 182
Tweede toestel gebruiken
........................54
U
Uitgaand gesprek
fax versturen
.........................................56
toevoegen aan adresboek
....................56
verwijderen
............................................56
V
Vastlopen
document
............................................ 107
papier
................................................. 108
Verbruiksartikelen
.................................. 192
Volume instellen
belsignaal
............................................. 18
luidspreker
............................................ 19
waarschuwingstoon
.............................. 18
W
Websnelkoppelingen ......................... 12, 15
Windows
®
Zie de Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
www.brotherearth.com
Bezoek ons op World Wide Web
http://www.brother.com/
Deze machines zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
202


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother MFC-J650DW at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother MFC-J650DW in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 26,94 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother MFC-J650DW

Brother MFC-J650DW Installation Guide - English - 44 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - English - 92 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - English - 199 pages

Brother MFC-J650DW Installation Guide - German - 44 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - German - 103 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - German - 199 pages

Brother MFC-J650DW Installation Guide - Dutch - 44 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - Dutch - 98 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - French - 107 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - French - 219 pages

Brother MFC-J650DW User Manual - French - 99 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info