585304
248
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/252
Next page
Basis
gebruikershandleiding
MFC-9140CDN
MFC-9330CDW
MFC-9340CDW
Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Als u contact moet opnemen met de
klantenservice
Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig
te kunnen raadplegen:
Modelnummer:
MFC-9140CDN / MFC-9330CDW /
MFC-9340CDW
(Omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service in geval van
garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2012 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
i
Gebruikershandleidingen en waar kan ik ze
vinden?
Welke handleiding? Wat bevatten ze? Waar?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze gids voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Gedrukt / in de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en installeren van de drivers en
software voor het besturingssysteem en het
type verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Basis
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de basis-,
fax-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies
en over het vervangen van de
verbruiksartikelen. Zie tips voor het
oplossen van problemen.
Gedrukt / in de verpakking
Voor
Tsjechië,
Hongarije,
Bulgarije,
Polen,
Roemenië,
Slowakije:
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Geavanceerde
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over
geavanceerde functies: faxen, kopiëren,
beveiliging, afdrukrapporten en het
uitvoeren van routineonderhoud.
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken,
scannen, netwerkscannen, externe
installatie, PC-Fax en het gebruik van
Brother ControlCenter.
HTML-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie
over bedrade en draadloze
netwerkinstellingen en
beveiligingsinstellingen bij het gebruik van
de Brother-machine. U kunt er eveneens
informatie vinden over ondersteunde
protocollen voor uw machine en
gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Wi-Fi Direct
handleiding
(MFC-9330CDW en
MFC-9340CDW)
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een
mobiel apparaat dat de standaard Wi-Fi
Direct™ ondersteunt.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
een Google-account en het gebruik van
Google Cloud Print-services om af te
drukken via het internet.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
ii
1
Kijk op http://solutions.brother.com/.
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige
informatie over het afdrukken vanaf een
mobiel apparaat en scannen vanaf uw
Brother-machine naar een mobiel apparaat
bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
Handleiding Web
Connect
In deze handleiding vindt u meer informatie
over het configureren en gebruiken van uw
Brother-machine voor het scannen, laden en
bekijken van beelden en bestanden op
bepaalde websites die deze services
aanbieden.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
AirPrint handleiding Deze handleiding geeft informatie over het
gebruik van AirPrint om af te drukken van
OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod
touch, iPad of ander iOS-apparaat naar uw
Brother-machine zonder een printerdriver te
installeren.
PDF-bestand / Brother
Solutions Center
1
Welke handleiding? Wat bevatten ze? Waar?
iii
Inhoudsopgave
(Basis gebruikershandleiding)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies in de documentatie..................................................1
Hulpprogramma voor Brother oproepen (Windows
®
8).........................................2
De geavanceerde gebruikershandleiding, de software-gebruikershandleiding
en de netwerk-gebruikershandleiding openen....................................................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Gebruikershandleidingen voor geavanceerde functies openen.............................5
Ondersteuning voor Brother oproepen (Windows
®
)..............................................6
Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) ..............................................7
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................8
LCD-aanraakscherm .....................................................................................10
Het scherm Gereed instellen.........................................................................14
Basishandelingen ..........................................................................................14
Instellingen voor snelkoppelingen........................................................................15
Kopieersnelkoppelingen toevoegen ..............................................................15
Fax-snelkoppelingen toevoegen....................................................................16
Scan-snelkoppelingen toevoegen .................................................................18
Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen ...........................................20
Snelkoppelingen wijzigen ..............................................................................21
Namen van snelkoppelingen bewerken.........................................................22
Snelkoppelingen verwijderen.........................................................................22
Snelkoppelingen opnieuw oproepen .............................................................22
Volume-instellingen .............................................................................................23
Belvolume......................................................................................................23
Volume van de waarschuwingstoon..............................................................23
Luidsprekervolume ........................................................................................24
2 Papier plaatsen 25
Papier en afdrukmedia plaatsen..........................................................................25
Papier in de papierlade plaatsen...................................................................25
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer......................................27
Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes ......................................................31
Papierinstellingen ................................................................................................32
Papierformaat................................................................................................32
Papiersoort ....................................................................................................32
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia.....................................................33
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................33
Soort en formaat van het papier....................................................................33
Speciaal papier hanteren en gebruiken.........................................................35
3 Documenten plaatsen 38
Hoe documenten plaatsen...................................................................................38
De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken........................................38
De glasplaat gebruiken..................................................................................39
iv
4 Een fax verzenden 40
Hoe een fax verzenden........................................................................................40
Faxen onderbreken .......................................................................................41
Documenten in Letter-formaat faxen vanaf de glasplaat...............................42
Een lopende fax annuleren............................................................................42
Verzendrapport..............................................................................................42
5 Een fax ontvangen 44
Ontvangstmodi.....................................................................................................44
De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................44
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................46
Alleen fax.......................................................................................................46
Fax/Tel...........................................................................................................46
Handmatig .....................................................................................................46
Extern antwoordapparaat ..............................................................................46
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................47
Belvertraging .................................................................................................47
F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus).................................................................47
Fax waarnemen.............................................................................................48
Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit)...........................................................................49
Een afdrukvoorbeeld van een ontvangen fax bekijken..................................49
Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................51
6 PC-FAX gebruiken 52
Hoe PC-FAX gebruiken .......................................................................................52
PC-Fax ontvangen (alleen voor Windows
®
)..................................................52
Een PC-FAX verzenden ................................................................................53
7 Telefoon en externe apparaten 54
Telefoonlijndiensten.............................................................................................54
Het telefoonlijntype instellen..........................................................................54
Een extern antwoordapparaat verbinden ............................................................55
Verbindingen .................................................................................................55
Een uitgaand bericht opnemen (OGM)..........................................................56
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................56
Externe en tweede toestellen ..............................................................................57
Een extern of tweede toestel verbinden ........................................................57
Bediening op extern of tweede toestel ..........................................................57
Alleen voor Fax/Tel-modus............................................................................58
Een draadloze externe handset gebruiken die niet van Brother is................58
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................58
v
8 Nummers kiezen en opslaan 61
Hoe kiezen...........................................................................................................61
Handmatig kiezen..........................................................................................61
Kiezen vanuit het adresboek .........................................................................61
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................61
Nummers opslaan................................................................................................62
Een pauze opslaan........................................................................................62
Nummers in het adresboek opslaan..............................................................62
Namen of nummers in het adresboek wijzigen..............................................63
9 Kopieën maken 64
Hoe kopiëren .......................................................................................................64
Kopiëren onderbreken...................................................................................64
Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen...................................................64
Kopieeropties.................................................................................................65
10 Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashstation of
digitale camera met ondersteuning voor massaopslag
(Voor MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) 66
Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken.................................66
Gegevens afdrukken vanaf het USB-flashstation of digitale camera met
ondersteuning voor massaopslag.....................................................................67
De standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen....................69
11 Afdrukken vanaf een computer 70
Een document afdrukken.....................................................................................70
12 Hoe scannen naar een computer 71
Voor het scannen ................................................................................................71
Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows
®
).......71
Een document als PDF-bestand scannen met het aanraakscherm ....................74
vi
A Routinematig onderhoud 76
Verbruiksartikelen vervangen ..............................................................................76
De tonercartridges vervangen .......................................................................80
De drumeenheden vervangen .......................................................................87
De riemeenheid vervangen ...........................................................................94
De tonerbak vervangen .................................................................................98
De machine reinigen en controleren..................................................................103
De buitenzijde van de machine reinigen......................................................104
De LED-koppen reinigen .............................................................................105
De glasplaat reinigen...................................................................................106
De coronadraden reinigen ...........................................................................108
De drumeenheid reinigen ............................................................................111
De papierinvoerrollen reinigen.....................................................................117
Kalibratie......................................................................................................118
Automatische registratie ..............................................................................119
Frequentie (kleurcorrectie) ..........................................................................119
B Problemen oplossen 120
Uw probleem identificeren .................................................................................120
Fout- en onderhoudsberichten...........................................................................122
Uw faxen of faxjournaal overbrengen..........................................................130
Vastgelopen documenten..................................................................................132
Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF
(automatische documentinvoer) ..............................................................132
Document vastgelopen onder het documentdeksel ....................................132
Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF
(automatische documentinvoer) ..............................................................133
Document vastgelopen in de uitvoerlade ....................................................133
Vastgelopen papier............................................................................................134
Papier vastgelopen in de sleuf voor handmatige invoer..............................134
Het papier is vastgelopen in de papierlade .................................................134
Het papier is vastgelopen in de uitvoerlade.................................................135
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine ..........................136
Papier is vastgelopen in de machine...........................................................138
Het papier is vastgelopen onder de papierlade ...........................................141
Als u problemen hebt met de machine ..............................................................143
Kiestoondetectie instellen............................................................................155
Storing op de telefoonlijn / VoIP ..................................................................155
De afdrukkwaliteit verbeteren ............................................................................157
Informatie over de machine ...............................................................................167
Het serienummer controleren......................................................................167
De firmwareversie controleren.....................................................................167
Resetfuncties...............................................................................................168
De machine resetten ...................................................................................168
vii
C Instellings- en functietabellen 170
De instellingstabellen gebruiken........................................................................170
Instellingstabellen ..............................................................................................171
Functietabellen ..................................................................................................196
Tekst invoeren...................................................................................................225
D Specificaties 226
Algemeen ..........................................................................................................226
Document grootte..............................................................................................228
Afdrukmedia.......................................................................................................229
Fax.....................................................................................................................230
Kopiëren ............................................................................................................231
Scanner .............................................................................................................232
Printer................................................................................................................233
Interfaces...........................................................................................................234
Netwerk..............................................................................................................235
Functie Rechtstreeks afdrukken........................................................................236
Computervereisten ............................................................................................237
Verbruiksartikelen..............................................................................................238
E Index 239
viii
Inhoudsopgave
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
1 Algemene instelling
Opslag in het geheugen
Automatisch zomertijd instellen
Ecologische functies
Aanraakscherm
2 Beveiligingsfuncties
Secure Function Lock 2.0
Instelslot
Kiesbeperking
3 Een fax verzenden
Aanvullende verzendopties
Aanvullende verzendbewerkingen
Pollen
4 Een fax ontvangen
Opties voor Ontvangst uit het
geheugen
Afstandsbediening
Aanvullende ontvangstfuncties
Pollen
5 Kiezen en nummers opslaan
Aanvullende kiesfuncties
Bijkomende manieren om nummers
op te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten
Rapporten
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
A Routineonderhoud
De machine controleren
Periodieke onderhoudsonderdelen
vervangen
De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding raadplegen op de cd-rom.
De Geavanceerde gebruikershandleiding biedt u meer informatie over de volgende functies.
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies in de
documentatie 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of
fataal letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke
situatie aan die kan resulteren in schade aan
eigendommen, storingen of een niet-werkend
product.
OPMERKING
De aanduidingen Opmerkingen geven aan
hoe u moet reageren in een bepaalde situatie
of geven informatie over hoe de huidige
functie werkt met andere functies.
Volg alle waarschuwingen en instructies die
op het product worden aangegeven.
OPMERKING
De meeste illustraties in deze
Gebruikershandleiding tonen de
MFC-9340CDW.
Algemene informatie 1
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
waarschuwen u voor een mogelijke
elektrische schok.
Pictogrammen voor brandgevaar
wijzen u op een risico op brand.
De pictogrammen Heet oppervlak
waarschuwen u voor hete delen van
de machine.
Verbodspictogrammen wijzen op
handelingen die niet mogen worden
uitgevoerd.
Vet Vetgedrukte tekst geeft de
kiestoetsen van het
aanraakpaneel of op het
computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
geeft de meldingen aan die
worden weergegeven op het
aanraakscherm van de
machine.
Hoofdstuk 1
2
Hulpprogramma voor Brother oproepen
(Windows
®
8) 1
Als u een tablet met Windows
®
8 gebruikt, kunt u uw selecties maken door ofwel op het scherm
te tikken of door met uw muis te klikken.
Zodra de printerdriver is geïnstalleerd, verschijnt op zowel het beginscherm als het
bureaublad.
a Tik of klik op Brother Utilities op ofwel het beginscherm of het bureaublad.
b Selecteer uw machine.
c Kies de functie die u wilt gebruiken.
Algemene informatie
3
1
De geavanceerde
gebruikershandleiding,
de software-
gebruikershandleiding
en de netwerk-
gebruikershandleiding
openen
1
Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet
alle informatie over de machine zoals hoe u
de geavanceerde functies voor fax, kopie,
printer, scanner, PC-Fax en netwerk gebruikt.
Wanneer u klaar bent voor gedetailleerdere
informatie over deze functies, kunt u de
Geavanceerde gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding in HTML-formaat en
Netwerkhandleiding die u terugvindt op de
cd-rom raadplegen.
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows
®
) 1
(Windows
®
7 / Windows Vista
®
/
Windows
®
XP / Windows Server
®
2008 R2 /
Windows Server
®
2008 /
Windows Server
®
2003)
Om de documentatie te zien, selecteert u in
het (Starten)-menu Alle programma's >
Brother > MFC-XXXX (waarbij XXXX de
naam is van uw model) uit de programmalijst
en kiest u vervolgens
Gebruikershandleidingen.
(Windows
®
8 / Windows Server
®
2012)
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet
is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op
Ondersteuning en daarna op
Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de cd-rom vinden door
deze stappen te volgen:
a Zet de computer aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation.
OPMERKING
Als het Brotherscherm niet verschijnt,
gaat u naar Computer (Deze computer).
(Voor Windows
®
8: klik op het de taakbalk
op het pictogram (File Explorer) en
ga vervolgens naar Computer.)
Dubbelklik op het pictogram van de
cd-rom en dubbelklik vervolgens op
start.exe.
b Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, klikt u op de modelnaam.
c Als het scherm voor de taalkeuze wordt
weergegeven, klikt u op de gewenste
taal. Het bovenste menu van de cd-rom
wordt geopend.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
Hoofdstuk 1
4
e Klik op PDF/HTML-documenten. Als
het scherm voor de landenkeuze wordt
weergegeven, selecteert u het
gewenste land. Als de lijst van
Gebruikershandleidingen wordt
weergegeven, selecteert u de gewenste
handleiding.
Documentatie bekijken (Macintosh) 1
a Zet uw Macintosh aan. Plaats de cd-rom
in het cd-romstation. Dubbelklik op het
pictogram BROTHER. Het volgende
venster verschijnt.
b Dubbelklik op het pictogram
Gebruikershandleidingen.
c Selecteer indien nodig uw model en
taal.
d Klik op Gebruikershandleidingen.
e Als de lijst van Gebruikershandleidingen
wordt weergegeven, selecteert u de
gewenste handleiding.
Instructies vinden om te scannen 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
Nuance™ PaperPort™ 12SE
procedurehandleidingen
(Windows
®
-gebruikers)
De complete Nuance™ PaperPort™
12SE procedurehandleidingen kunt u
bekijken in het Helpgedeelte in de
Nuance™ PaperPort™ 12SE-toepassing.
Gebruikershandleiding Presto!
PageManager
(Macintosh-gebruikers)
OPMERKING
Presto! PageManager moet gedownload
en geïnstalleerd worden voor gebruik (zie
Ondersteuning voor Brother oproepen
(Macintosh) uu pagina 7 voor meer
instructies).
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via het
Helpgedeelte in Presto! PageManager.
Algemene informatie
5
1
Instructies vinden voor het instellen van
een netwerk
U kunt uw machine aansluiten op een
draadloos (alleen MFC-9330CDW en
MFC-9340CDW) of een bedraad netwerk.
Standaardinstructies voor het instellen:
(uuInstallatiehandleiding.)
Verbinding met een draadloos
toegangspunt of een draadloze router Wi-
Fi Protected Setup of AOSS™:
(uuInstallatiehandleiding.)
Meer informatie over het instellen van een
netwerk:
(uuNetwerkhandleiding.)
Gebruikershandleiding
en voor geavanceerde
functies openen
1
U kunt deze handleidingen bekijken en
downloaden in het Brother Solutions Center
op:
http://solutions.brother.com/
Klik op Handleidingen op de pagina van uw
model om de documentatie te downloaden.
Wi-Fi Direct™ handleiding 1
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Deze handleiding biedt informatie over het
configureren en gebruiken van uw Brother-
machine voor rechtstreeks draadloos
afdrukken vanaf een mobiel apparaat dat de
standaard Wi-Fi Direct ondersteunt.
Google cloud print handleiding 1
Deze handleiding biedt informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
een Google-account en het gebruik van
Google Cloud Print-services om af te drukken
via het internet.
Handleiding mobiel printen/scannen
voor Brother iPrint&Scan 1
In deze handleiding vindt u nuttige informatie
over het afdrukken vanaf een mobiel
apparaat en scannen vanaf uw Brother-
machine naar een mobiel apparaat bij
verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
Handleiding Web Connect 1
In deze handleiding vindt u informatie over
het configureren en gebruiken van uw
Brother-machine voor het scannen, laden en
bekijken van beelden en bestanden op
bepaalde websites die deze services
aanbieden.
Hoofdstuk 1
6
AirPrint handleiding 1
Deze handleiding geeft informatie over het
gebruik van AirPrint om af te drukken van
OS X v10.7.x, 10.8.x en uw iPhone, iPod
touch, iPad of ander iOS-apparaat naar uw
Brother-machine zonder een printerdriver te
installeren.
Ondersteuning voor
Brother oproepen
(Windows
®
) 1
U kunt alle benodigde contactgegevens
vinden, zoals voor webondersteuning
(Brother Solutions Center), op de cd-rom.
Klik op Brother-support op het
Hoofdmenu. Het Brother Support-scherm
verschijnt.
Om onze website
(http://www.brother.com/
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com/
), klikt u op
Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
), klikt u
op Informatie over verbruiksartikelen.
Om naar Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
te gaan voor GRATIS fotoprojecten en
afdrukbare downloads, klikt u op
Brother CreativeCenter.
Wanneer u wilt terugkeren naar het
Hoofdmenu, klikt u op Terug. Als u klaar
bent, klikt u op Afsluiten.
Algemene informatie
7
1
Ondersteuning voor
Brother oproepen
(Macintosh)
1
U kunt alle benodigde contactgegevens
vinden, zoals voor webondersteuning
(Brother Solutions Center), op de cd-rom.
Dubbelklik op het pictogram
Brother-support. Kies eventueel uw
model. Het Brother Support-scherm
verschijnt.
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en te
installeren.
Om de webpagina van de toepassing
Brother Web Connect te openen, klikt u op
Brother Web Connect.
Om uw machine te registreren op de
registratiepagina voor Brother-producten
(http://www.brother.com/registration/
),
klikt u op On line registratie.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com/
),
klikt u op Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
),
klikt u op
Informatie over verbruiksartikelen.
Hoofdstuk 1
8
Overzicht bedieningspaneel 1
De MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW hebben een LCD-aanraakscherm en
aanraakpaneel van 3,7 in. (93,4 mm)
1
.
1
Dit is een LCD-aanraakscherm met een elektrostatisch aanraakpaneel dat alleen de LED's aangeeft die kunnen
worden gebruikt.
OPMERKING
De illustraties zijn gebaseerd op MFC-9340CDW
1 3,7 in. (93,4 mm) LCD-aanraakscherm
(Liquid Crystal Display)
Dit is een LCD-aanraakscherm. U kunt de
menu's en opties openen door erop te
drukken wanneer ze op het scherm
worden weergegeven.
1
Algemene informatie
9
1
2 Aanraakpaneel:
De LED's op het aanraakpaneel lichten
alleen op wanneer ze beschikbaar zijn
voor gebruik.
Terug
Druk op deze toets om terug te keren
naar het vorige menuniveau.
Home
Druk op deze toets om terug te keren
naar het Home-scherm. In de
fabrieksinstellingen worden de datum
en tijd getoond, maar u kunt de
standaardinstelling van het Home-
scherm wijzigen (zie Het scherm
Gereed instellen uu pagina 14).
Annuleren
Druk op deze toets om een bewerking
te annuleren wanneer de toets rood is
verlicht.
Kiestoetsen
Druk op de cijfers op het
aanraakpaneel om telefoon- en
faxnummers te vormen of om het
aantal kopieën in te voeren.
3 Aan/uit
Druk op om de machine in te
schakelen.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen. Het LCD-aanraakscherm geeft
Afsluiten weer en blijft enkele
seconden aan voor het uitgaat.
4
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Het Wi-Fi-lampje is aan wanneer de
netwerkinterface WLAN is.
3
2
4
Hoofdstuk 1
10
LCD-aanraakscherm 1
U kunt drie soorten schermen selecteren voor het Home-scherm. Wanneer het Home-scherm
wordt weergegeven, kunt u het weergegeven scherm wijzigen door naar links of naar rechts te
vegen of door op d of c te drukken.
De volgende schermen geven de machinestatus weer wanneer de machine inactief is.
Home-scherm
Het Home-scherm toont de datum en tijd en biedt
toegang tot het scherm Fax, Kopiëren, Scannen, Wi-Fi-
instelling, Tonerniveaus en Instelling.
Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven,
bevindt de machine zich in de stand Gereed. Wanneer
Secure Function Lock
1
wordt ingeschakeld, wordt een
pictogram weergegeven.
1
uuGeavanceerde gebruikershandleiding, Secure
Function Lock 2.0.
Meer-scherm
Het Meer-scherm biedt toegang tot bijkomende
functies, zoals Afdruk beveiligen, web-snelkoppeling en
USB.
Snelkoppelingsschermen
U kunt heel eenvoudig een snelkoppeling maken voor
vaak gebruikte functies, zoals verzenden van een fax,
maken van een kopie, scannen en Web Connect (zie
Instellingen voor snelkoppelingen uu pagina 15 voor
meer informatie).
21
5
3
4
31
9
4
2
Algemene informatie
11
1
OPMERKING
Vegen is een handeling van de gebruiker
op het aanraakscherm, waarbij u uw
vinger over het scherm wrijft om de
volgende pagina of het volgende item
weer te geven.
1 Modi:
Fax
Hiermee opent u de faxmodus.
Kopiëren
Hiermee opent u de kopieermodus.
Scannen
Hiermee opent u de scanmodus.
2 Draadloze status
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Wanneer u gebruik maakt van een
draadloze verbinding, wordt de sterkte
van het draadloze signaal weergegeven
via een aanduiding met vier niveaus op
het scherm van de stand Gereed.
Als u bovenaan het scherm ziet, kunt
u de draadloze instellingen eenvoudig
configureren door op deze knop te
drukken (voor meer informatie,
uuInstallatiehandleiding).
3 (Toner)
Bekijk de resterende levensduur van de
toner.
Druk hierop om het menu Toner te
openen.
OPMERKING
De aanduiding van de resterende
levensduur van de toner verschilt
naargelang de soort afgedrukte
documenten en het gebruik van de klant.
4 (Instell.)
Druk hierop om de hoofdinstellingen te
openen (zie Instellingenscherm
uu pagina 13 voor meer informatie).
5 Datum en tijd
Bekijk de datum en tijd die in de machine
zijn ingesteld.
6 Beveiligd Afdrukken
Hiermee kunt u het menu voor beveiligd
afdrukken openen.
7 Web
Druk hierop om de Brother-machine te
verbinden met een internetservice (voor
meer informatie, uuHandleiding Web
Connect).
8 USB
Druk hierop om de menu Rechtstreeks
afdrukken en Scannen naar USB te
openen.
0Max
Hoofdstuk 1
12
9 Snelkoppelingen
Druk hierop om snelkoppelingen in te
stellen.
U kunt snel kopiëren, scannen, een fax
verzenden en verbinding maken met een
webservice met behulp van de als
snelkoppelingen ingestelde opties.
OPMERKING
Er zijn drie snelkoppelingsschermen. U
kunt tot zes snelkoppelingen instellen in
elk snelkoppelingsscherm. In totaal zijn er
dus 18 snelkoppelingen beschikbaar.
Veeg naar links of naar rechts, of druk op
d of c, om de andere
snelkoppelingsschermen te bekijken.
10 Nieuwe fax
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op
Aan, kunt u zien hoeveel nieuwe faxen u
in het geheugen heeft ontvangen.
11 Waarschuwingspictogram
Het waarschuwingspictogram
verschijnt als er een fout- of
onderhoudsbericht is; druk op Detail om
deze te bekijken en druk vervolgens op
om terug te keren naar het scherm
Gereed.
Zie Fout- en onderhoudsberichten
uu pagina 122 voor meer informatie.
OPMERKING
Dit product maakt gebruik van het
lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY
CO., LTD.
MascotCapsule UI Framework en
MascotCapsule Tangiblet ontwikkeld door
HI CORPORATION worden gebruikt.
MascotCapsule is een gedeponeerd
handelsmerk van HI CORPORATION in
Japan.
10
䎱䏌䏈䏘䏚䏈䎃䏉䏄䏛䎝䎓䎔
11
Algemene informatie
13
1
Instellingenscherm 1
Het aanraakscherm geeft de status van de
machine aan wanneer u op drukt.
U kunt alle instellingen van de machine
controleren en openen in het volgende
scherm.
1 Toner
Bekijk de resterende levensduur van de
toner.
Druk hierop om het menu Toner te
openen.
2 Ontvangstmodus
Bekijk de huidige ontvangstmodus.
Fax
Fax/tel.
Ext. TEL/ANT
Handmatig
3 Netwerk
Druk hierop om een netwerkaansluiting tot
stand te brengen.
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Wanneer u gebruik maakt van een
draadloze verbinding, wordt de sterkte
van het draadloze signaal weergegeven
via een aanduiding met vier niveaus.
4 Datum en tijd
Bekijk de datum en tijd.
Druk hierop om het menu
Datum en tijd te openen.
5 Faxvoorbeeld
Bekijk de status Faxvoorbeeld.
Druk hierop om de instelling Faxvoorbeeld
te openen.
6 Alle instell.
Druk hierop om het volledige
instellingenmenu te openen.
7 Lade-instelling
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Bekijk het geselecteerde papierformaat.
Druk hierop om indien nodig de
instellingen voor papierformaat en
papiertype te wijzigen.
8 Wi-Fi Direct
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk hierop om een Wi-Fi Direct™-
netwerkaansluiting tot stand te brengen.
9 Papierformaat
(MFC-9140CDN)
Hiermee kunt u het huidige papierformaat
controleren. U kunt ook de instelling
Papierformaat openen.
10 Papiersoort
(MFC-9140CDN)
Hiermee kunt u het huidige papiertype
controleren. U kunt ook de instelling Type
papier openen.
(MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
(MFC-9140CDN)
1
5
8 7
6
3
4
2
13
5
4
10 9
6
2
Hoofdstuk 1
14
Het scherm Gereed instellen 1
Stel het scherm Gereed in op Beginscherm,
Meer, Snelkoppelingen 1,
Snelkoppelingen 2 of
Snelkoppelingen 3.
Wanneer de machine inactief is of u op
drukt, keert het aanraakscherm terug naar
het door u ingestelde scherm.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Knopinstellingen weer
te geven en druk er dan op.
f Druk op Knopinstellingen
beginscherm.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b om Beginscherm, Meer,
Snelkoppelingen 1,
Snelkoppelingen 2 of
Snelkoppelingen 3 weer te geven.
h Druk op .
De machine gaat naar het door u
gekozen Home-scherm.
Basishandelingen 1
Druk met uw vinger op het aanraakscherm
om het te bedienen. Om alle schermmenu's
of opties weer te geven en te openen, veegt
u naar links, rechts, omhoog, omlaag, of drukt
u op d c of a b om er doorheen te bladeren.
BELANGRIJK
Druk NIET op het aanraakscherm met een
scherp voorwerp, zoals een pen of stylus.
De machine kan erdoor beschadigd
worden.
Aan de hand van de volgende stappen kunt u
zien hoe u een instelling van de machine
wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling
voor de achtergrondverlichting van het
aanraakscherm gewijzigd van Licht naar
Half.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
Algemene informatie
15
1
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om LCD instell. weer te
geven.
f Druk op LCD instell..
g Druk op Schermverlicht.
h Druk op Half.
OPMERKING
Druk op om terug te keren naar het
vorige niveau.
i Druk op .
Instellingen voor
snelkoppelingen 1
U kunt de instellingen voor faxen, kopiëren,
scannen en Web Connect die u het vaakst
gebruikt, toevoegen door ze als
snelkoppelingen in te stellen. Later kunt u
deze instellingen snel en eenvoudig opnieuw
oproepen en toepassen. U kunt maximaal 18
snelkoppelingen toevoegen.
Kopieersnelkoppelingen
toevoegen 1
De volgende instellingen kunnen worden
opgenomen in een kopieersnelkoppeling:
Kwaliteit
Vergroten/verkleinen
Dichtheid
Contrast
Stapel/Sorteer
Pagina layout
Kleur aanpassen
2-zijdige kopie
2-zijdige kopie pagina-opmaak
(MFC-9340CDW)
Achtergr.kleur verwijderen
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of
naar rechts, of drukt u op d of c, om een
snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Kopiëren.
d Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door
op OK te drukken.
Hoofdstuk 1
16
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare
voorgeprogrammeerde
kopieerinstellingen weer te geven, en
druk dan op de gewenste instelling.
f Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor
de instelling weer te geven, en druk dan
op de gewenste optie.
Herhaal stappen f en g tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
heeft geselecteerd.
h Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op Opslaan
als snelkoppeling.
i Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde instellingen,
en druk op OK.
j Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst
invoeren uu pagina 225 voor hulp bij
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
k Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Fax-snelkoppelingen
toevoegen 1
De volgende instellingen kunnen worden
opgenomen in een fax-snelkoppeling:
Faxresolutie
2-zijdige fax (MFC-9340CDW)
Contrast
Direct verzenden
Voorpagina instellen
Internationaal
Scanformaat glas
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of
naar rechts, of drukt u op d of c, om een
snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Fax.
d Lees de informatie op het
aanraakscherm en bevestig deze door
op OK te drukken.
e Voer het fax- of telefoonnummer in met
de kiestoetsen op het aanraakscherm,
het adresboek of de oproephistoriek op
het aanraakscherm. Wanneer u klaar
bent, gaat u naar stap f.
Algemene informatie
17
1
OPMERKING
U kunt tot 20 tekens invoeren voor een
faxnummer.
Als de snelkoppeling moeten worden
gebruikt voor groepsverzenden, drukt u
op Opties en selecteert u Rondsturen
in stap g voor u het fax- of
telefoonnummer invoert in stap e.
U kunt tot 20 faxnummers invoeren als de
snelkoppeling bedoeld is voor
groepsverzenden. De faxnummers
kunnen worden ingevoerd in elke
gewenste combinatie van
groepsnummers uit het adresboek,
individuele faxnummers uit het adresboek
of handmatig worden ingevoerd
(uuGeavanceerde
gebruikershandleiding,
Groepsverzenden).
Wanneer u een faxnummer in een
snelkoppeling invoert, wordt het
automatisch toegevoegd aan het
adresboek. De naam in het adresboek is
de naam van de snelkoppeling plus een
volgnummer.
f Druk op Opties.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
h Druk op de optie die u wenst.
Herhaal stappen g en h tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
heeft geselecteerd.
Druk op OK.
i Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op
Opslaan als snelkoppeling.
j Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde instellingen,
en druk op OK.
k Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst
invoeren uu pagina 225 voor hulp bij
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
l Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
Hoofdstuk 1
18
Scan-snelkoppelingen
toevoegen 1
De volgende instellingen kunnen worden
opgenomen in een scan-snelkoppeling:
naar USB
2-zijdige scan (MFC-9340CDW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsnaam
Bestandsgrootte
Achtergrondkleur verwijderen
nr e-mailserver (Beschikbaar nadat
IFAX werd gedownload)
2-zijdige scan (MFC-9340CDW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsgrootte
naar OCR / naar bestand /
naar afbeelding / naar e-mail
PC Select
naar FTP / naar netwerk
Profielnaam
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of
naar rechts, of drukt u op d of c, om een
snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Scannen.
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het gewenste scantype weer
te geven, en druk er dan op.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u op naar USB heeft gedrukt,
leest u de informatie op het
aanraakscherm, waarna u op OK
drukt om te bevestigen. Ga naar
stap h.
Als u op nr e-mailserver heeft
gedrukt, leest u de informatie op het
aanraakscherm, waarna u op OK
drukt om te bevestigen. Ga naar
stap f.
Als u op naar OCR,
naar bestand,
naar afbeelding of
naar e-mail heeft gedrukt, leest u
de informatie op het aanraakscherm,
waarna u op OK drukt om te
bevestigen. Ga naar stap g.
Als u op naar FTP of
naar netwerk heeft gedrukt, leest
u de informatie op het
aanraakscherm, waarna u op OK
drukt om te bevestigen.
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de profielnaam weer te
geven en druk er dan op.
Druk op OK om de profielnaam die u
heeft geselecteerd, te bevestigen.
Ga naar stap m.
OPMERKING
Om een snelkoppeling voor
naar netwerk en naar FTP toe te
voegen, dient u de profielnaam vooraf toe
te voegen.
Algemene informatie
19
1
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een e-mailadres handmatig in te
voeren, drukt u op Handmatig. Voer
het e-mailadres in met het
toetsenbord op het aanraakscherm.
(Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 225 voor hulp bij het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
Om een e-mailadres in te voeren uit
het Adresboek, drukt u op
Adresboek. Veeg omhoog of
omlaag, of druk op a of b, om het
gewenste e-mailadres weer te
geven, en druk er dan op.
Druk op OK.
Als u het door u ingevoerde e-mailadres
heeft bevestigd, druk u op OK. Ga naar
stap h.
OPMERKING
Druk op Details om de lijst weer te
geven van door u ingevoerde adressen.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer de machine verbonden is
met een computer door middel van
een USB-verbinding:
Druk op OK om te bevestigen dat
USB is geselecteerd als de pc-naam.
Ga naar stap m.
Wanneer de machine is aangesloten
op een netwerk:
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de pc-naam weer te geven
en druk er dan op. Druk op OK om de
door u geselecteerde pc-naam te
bevestigen. Ga naar stap m.
h Druk op Opties.
i Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
j Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties voor
de instelling weer te geven, en druk dan
op de gewenste optie.
Herhaal stappen i en j tot u alle
instellingen voor deze snelkoppeling
heeft geselecteerd.
Druk op OK.
k Controleer de instellingen die u heeft
geselecteerd:
Als u nog wijzigingen dient aan te
brengen, keert u terug naar stap h.
Als u tevreden bent over uw
wijzigingen, drukt u op
Opslaan als snelkoppeling.
l Controleer uw instellingen op het
aanraakscherm en druk dan op OK.
m Voer een naam voor de snelkoppeling in
met het toetsenbord op het
aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst
invoeren uu pagina 225 voor hulp bij
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
n Lees de informatie op het
aanraakscherm en druk dan op OK om
uw snelkoppeling op te slaan.
Hoofdstuk 1
20
Snelkoppelingen voor Web
Connect toevoegen 1
De instellingen voor deze services kunnen
worden opgenomen in een Web Connect-
snelkoppeling:
Picasa Web Albums™
Google Drive™
Flickr
®
Facebook
Evernote
Dropbox
OPMERKING
Webservices kunnen toegevoegd zijn
en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn
door de provider sinds het document werd
gepubliceerd.
Om een snelkoppeling voor Web Connect
toe te voegen, dient u over een account bij
de gewenste service te beschikken (voor
meer informatie, uuHandleiding Web
Connect).
a Als het weergegeven scherm het Home-
of Meer-scherm is, veegt u naar links of
naar rechts, of drukt u op d of c, om een
snelkoppelingsscherm weer te geven.
b Druk op op een plaats waar u nog
geen snelkoppeling heeft toegevoegd.
c Druk op Web.
d Als informatie over de
internetverbinding wordt weergegeven,
leest u de informatie en bevestigt u deze
door op OK te drukken.
e Veeg naar links of naar rechts, of druk
op d of c om de beschikbare services
weer te geven, en druk dan op uw
gewenste service.
f Druk op uw account.
Als een PIN-code voor uw account
vereist is, voert u de PIN-code voor de
account in met het toetsenbord op het
aanraakscherm.
Druk op OK.
g Druk op de functie die u wenst.
OPMERKING
De functies die kunnen worden ingesteld,
zijn afhankelijk van de geselecteerde
service.
h Lees en bevestig de weergegeven lijst
van door u geselecteerde functies, en
druk dan op OK.
i Druk op OK om uw snelkoppeling op te
slaan.
OPMERKING
De naam van de snelkoppeling wordt
automatisch toegewezen. Als u de
naam van de snelkoppeling wilt
wijzigen, drukt u op Namen van
snelkoppelingen bewerken
uu pagina 22.
Algemene informatie
21
1
Snelkoppelingen wijzigen 1
U kunt de instellingen in een snelkoppeling
wijzigen.
OPMERKING
U kunt een snelkoppeling voor Web
Connect niet wijzigen. Als u de
snelkoppeling wilt wijzigen, dient u deze te
verwijderen en een nieuwe snelkoppeling
toe te voegen.
(Zie Snelkoppelingen verwijderen
uu pagina 22 en Snelkoppelingen voor
Web Connect toevoegen uu pagina 20
voor meer informatie.)
a Druk op de snelkoppeling die u wenst.
De instellingen voor de gekozen
snelkoppeling worden weergegeven.
b Wijzig de instellingen voor de
snelkoppeling die u heeft gekozen in
stap a (zie Instellingen voor
snelkoppelingen uu pagina 15 voor
meer informatie).
c Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, drukt u op
Opslaan als snelkoppeling.
d Druk op OK om te bevestigen.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de snelkoppeling te
overschrijven, drukt u op Ja. Ga naar
stap g.
Als u de snelkoppeling niet wilt
overschrijven, drukt u op Nee om
een nieuwe naam voor de
snelkoppeling in te voeren. Ga naar
stap f.
f Om een nieuwe snelkoppeling te
maken, houdt u ingedrukt om de
huidige naam te verwijderen, waarna u
een nieuwe naam invoert met het
toetsenbord op het aanraakscherm.
(Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 225 voor hulp bij het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
g Druk op OK om te bevestigen.
Hoofdstuk 1
22
Namen van snelkoppelingen
bewerken 1
U kunt de naam van een snelkoppeling
bewerken.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt tot het
dialoogvenster verschijnt.
OPMERKING
U kunt ook op , Alle instell. en
Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op Naam snelkoppeling
bewerken.
c Om de naam te bewerken, houdt u
ingedrukt om de huidige naam te
verwijderen, waarna u een nieuwe
naam invoert met het toetsenbord op
het aanraakscherm. (Raadpleeg Tekst
invoeren uu pagina 225 voor hulp bij
het invoeren van letters.)
Druk op OK.
Snelkoppelingen verwijderen 1
U kunt een snelkoppeling verwijderen.
a Houd de snelkoppeling ingedrukt tot het
dialoogvenster verschijnt.
OPMERKING
U kunt ook op , Alle instell. en
Instellingen snelkoppelingen
drukken.
b Druk op Verwijder om de
snelkoppeling te verwijderen die u in
stap a heeft gekozen.
c Druk op Ja om te bevestigen.
Snelkoppelingen opnieuw
oproepen 1
De instellingen van de snelkoppeling worden
weergegeven in het snelkoppelingsscherm.
Om een snelkoppeling opnieuw op te roepen,
drukt u gewoon op de naam van de
snelkoppeling.
Algemene informatie
23
1
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt kiezen uit een aantal
belvolumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Belvolume.
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
Volume van de
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat
zal de machine een geluidssignaal geven,
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt
kiezen uit een aantal volumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Toon.
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
Hoofdstuk 1
24
Luidsprekervolume 1
U kunt kiezen uit een aantal
luidsprekervolumeniveaus.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Standaardinst. weer te
geven.
d Druk op Standaardinst..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Volume weer te geven.
f Druk op Volume.
g Druk op Luidspreker.
h Druk op Uit, Laag, Half of Hoog.
i Druk op .
25
2
2
Papier en afdrukmedia
plaatsen
2
De machine kan papier laden vanuit de
papierlade of de sleuf voor handmatige
invoer.
OPMERKING
Als het afdrukmenu van uw
toepassingssoftware een optie biedt voor
het opgeven van het papierformaat, kunt u
dit via de toepassingssoftware doen. Als
deze optie niet door de
toepassingssoftware geboden wordt, kunt
u het papierformaat opgeven in de
printerdriver of door op de knoppen op het
aanraakscherm te drukken.
Papier in de papierlade
plaatsen 2
U kunt tot 250 vellen in de papierlade
plaatsen. Het papier kan tot aan de
maximummarkering ( ) aan de
rechterzijde van de papierlade worden
geplaatst (voor aanbevolen papier, zie
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 33).
Afdrukken op normaal papier, dun
papier of kringlooppapier vanuit de
papierlade 2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Druk op de groene
ontgrendelingshendels van de
papiergeleiders (1) en stel de
papiergeleiders af op het papier dat u in
de lade plaatst. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten.
Papier plaatsen 2
Hoofdstuk 2
26
c Waaier de stapel papier goed door om
vastlopen van papier en storingen te
voorkomen.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor
dat:
De stapel papier niet uitsteekt boven
de maximummarkering ( ) (1),
aangezien teveel papier in de
papierlade tot papierstoringen kan
leiden.
De zijde waarop u wilt afdrukken,
naar beneden gericht is.
De papiergeleiders de zijkanten van
het papier raken zodat het correct
ingevoerd wordt.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat de lade
geheel in de machine zit.
f Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts
gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder
iedere pagina zodra deze uit de
machine komt.
1
1
Papier plaatsen
27
2
Papier plaatsen in de sleuf
voor handmatige invoer 2
U kunt enveloppen en speciale afdrukmedia
een voor een in deze sleuf plaatsen. Gebruik
de sleuf voor handmatige invoer om te
drukken of te kopiëren op etiketten,
enveloppen, dik papier of glanzend papier
(zie Aanvaardbaar papier en andere
afdrukmedia uu pagina 33 voor het
aanbevolen papier).
OPMERKING
De machine schakelt de modus voor
handmatige invoer in wanneer u papier in
de sleuf voor handmatige invoer plaatst.
Afdrukken op normaal papier, dun
papier, kringlooppapier en
bankpostpapier vanuit de sleuf voor
handmatige invoer
2
a Til de steunklep (1) op om te vermijden
dat het papier van de neerwaarts
gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder
iedere pagina zodra deze uit de
machine komt.
b Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
c Gebruik beide handen om de
papiergeleiders van de sleuf voor
handmatige invoer in te stellen op de
breedte van het papier dat u wilt
gebruiken.
1
Hoofdstuk 2
28
d Gebruik beide handen om één vel
papier stevig in de sleuf voor
handmatige invoer te duwen tot de
bovenrand van het papier tegen de
papierinvoerrollen duwt. Blijf het papier
ongeveer twee seconden tegen de
rollen duwen of tot de machine het
papier vastneemt en verder in de
machine trekt.
OPMERKING
Als de foutmelding Handm. vastgel.
op het aanraakscherm verschijnt, kan de
machine het papier niet vastnemen en
intrekken. Reset de machine door het
papier te verwijderen en daarna op Start
op het aanraakpaneel te drukken. Plaats
het papier opnieuw en zorg ervoor dat het
goed tegen de rollen duwt.
Plaats het papier in de sleuf voor
handmatige invoer met de te bedrukken
zijde naar boven gericht.
Zorg ervoor dat het papier recht en in de
correcte positie in de sleuf voor
handmatige invoer is geplaatst. Als dit niet
het geval is, kan het papier niet goed
worden ingevoerd, wat leidt tot een
slechte afdruk of vastgelopen papier.
Plaats nooit meer dan één vel papier
tegelijk in de sleuf voor handmatige
invoer, want anders zou het papier
vastlopen.
Om een kleine afdruk gemakkelijk uit de
documentuitvoer te verwijderen, gebruikt
u beide handen om het scannerdeksel op
te tillen, zoals aangegeven in de
afbeelding.
U kunt de machine nog steeds gebruiken
terwijl het scannerdeksel omhoog staat.
Om het scannerdeksel te sluiten, duwt u
het met beide handen omlaag.
e Als het aanraakscherm Handinvoer
weergeeft, keert u terug naar stap d om
het volgende vel papier te plaatsen.
Herhaal dit voor elke pagina die u wilt
afdrukken.
Papier plaatsen
29
2
Afdrukken op dik papier, etiketten,
enveloppen en glanzend papier vanuit
de sleuf voor handmatige invoer 2
Wanneer het achterdeksel (documentuitvoer
met bedrukte zijde omhoog) omlaag wordt
getrokken, heeft de machine een recht
papierpad vanaf de sleuf voor handmatige
invoer tot aan de achterzijde van de machine.
Gebruik deze methode voor papierinvoer en -
uitvoer om op dik papier, etiketten,
enveloppen of glanzend papier te drukken.
a Maak het achterdeksel (opwaarts
gerichte uitvoerlade) open.
b (Alleen om op enveloppen te drukken)
Trek de twee grijze hendels, een aan de
linkerkant en een aan de rechterkant,
naar beneden zoals aangegeven in de
afbeelding.
c Open het deksel van de sleuf voor
handmatige invoer.
d Gebruik beide handen om de
papiergeleiders van de sleuf voor
handmatige invoer te verschuiven
volgens de breedte van het papier dat u
wilt gebruiken.
Hoofdstuk 2
30
e Gebruik beide handen om één vel
papier of één enveloppe stevig in de
sleuf voor handmatige invoer te duwen
tot de bovenrand van het papier tegen
de papierinvoerrollen duwt. Blijf het
papier ongeveer twee seconden tegen
de rollen duwen of tot de machine het
papier vastneemt en verder in de
machine trekt.
OPMERKING
Als de foutmelding Handm. vastgel.
op het aanraakscherm verschijnt, kan de
machine het papier of de enveloppe niet
vastnemen en intrekken. Reset de
machine door het papier te verwijderen en
daarna op Start op het aanraakpaneel te
drukken. Voer het papier of de enveloppe
opnieuw in en zorg ervoor dat deze stevig
tegen de rollen duwt.
Plaats het papier of de enveloppe in de
sleuf voor handmatige invoer met de te
bedrukken zijde naar boven gericht.
Wanneer Label is geselecteerd in de
printerdriver, haalt de machine het papier
uit de sleuf voor handmatige invoer, zelf
als Handmatig niet als papierbron is
geselecteerd.
Zorg ervoor dat het papier of de
enveloppe recht en in de correcte positie
in de sleuf voor handmatige invoer is
geplaatst. Als dit niet het geval is, kan het
papier of de enveloppe niet goed worden
ingevoerd, wat leidt tot een slechte afdruk
of vastgelopen papier.
Trek het papier of de enveloppe volledig
uit wanneer u het papier opnieuw in de
sleuf voor handmatige invoer wilt
plaatsen.
Plaats nooit meer dan één vel papier of
één enveloppe tegelijk in de sleuf voor
handmatige invoer, want daardoor zou het
papier of de enveloppe vastlopen.
f Stuur de afdrukgegevens naar de
machine.
OPMERKING
Verwijder iedere afgedrukte pagina of
enveloppe onmiddellijk, om vastgelopen
papier te vermijden.
g Als het aanraakscherm Handinvoer
weergeeft, keert u terug naar stap e om
het volgende vel papier te plaatsen.
Herhaal dit voor elke pagina die u wilt
afdrukken.
h (Om op enveloppen te drukken)
Wanneer u klaar bent met drukken, zet
u de twee grijze hendels, die u in stap b
omlaag heeft gezet, weer in hun
originele positie.
i Sluit het achterdeksel (documentuitvoer
met bedrukte zijn naar boven) tot het
deksel in de gesloten positie
vergrendelt.
Papier plaatsen
31
2
Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes 2
De cijfers in de tabel geven de maximale onscanbare en onbedrukbare gedeeltes aan. Deze
gedeeltes kunnen variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het
programma dat u gebruikt.
Gebruik Document
grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Fax
(verzenden)
Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm (ADF
(automatische
documentinvoer))
1mm
(Glasplaat)
3mm
Legal 3 mm 4 mm
Kopiëren
*
Letter 4 mm 4 mm
*
één kopie of
een 1 op 1-
kopie
A4 4 mm 3 mm
Legal 4 mm 4 mm
Scannen Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Legal (ADF
(automatische
documentinvoer))
3 mm 3 mm
Afdrukken Letter 4,2 mm 4,2 mm
A4 4,2 mm 4,2 mm
Legal 4,2 mm 4,2 mm
1
3
24
Hoofdstuk 2
32
Papierinstellingen 2
Papierformaat 2
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van faxen: A4,
Letter, Legal of Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document of een binnenkomende fax
passend op de pagina kan plaatsen.
U kunt de volgende papierformaten
gebruiken.
Voor het afdrukken van kopieën:
A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L (Lange
zijde), A6 en Folio (215,9 mm × 330,2 mm)
Voor het afdrukken van faxen:
A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm ×
330,2 mm)
a Druk op .
b (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk op Lade-instelling.
c Druk op Papierformaat.
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om A4, Letter, Legal, EXE,
A5, A5 L, A6 of Folio weer te geven,
en druk dan op de gewenste optie.
e Druk op .
OPMERKING
Wanneer er geen geschikt formaat in de
lade zit, worden ontvangen faxen
opgeslagen in het geheugen van de
machine en verschijnt
Formaat onjuist op het
aanraakscherm (zie Fout- en
onderhoudsberichten uu pagina 122
voor meer informatie).
Als er geen papier meer aanwezig is in de
lade en er zich ontvangen faxen bevinden
in het geheugen van de machine, wordt
Geen papier weergegeven op het
aanraakscherm. Plaats papier in de lege
lade.
Papiersoort 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen,
stelt u de machine in voor het type papier dat
u gebruikt.
a Druk op .
b (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
Druk op Lade-instelling.
c Druk op Papiersoort.
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Dun, Normaal pap., Dik,
Dikker of Kringlooppapier weer te
geven, en druk op de gewenste optie.
e Druk op .
Papier plaatsen
33
2
Aanvaardbaar papier
en andere afdrukmedia2
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken:
normaal papier, dun papier, dik papier, dikker
papier, bankpostpapier, kringlooppapier,
etiketten, enveloppen of glanzend papier (zie
Afdrukmedia uu pagina 229).
Voor de beste resultaten volgt u deze
instructies:
Plaats NOOIT verschillende typen papier
tegelijk in de papierlade, anders kan het
papier vastlopen of verkeerd worden
ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat
instellen van het papier dat zich in de lade
bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat
het papier geschikt is voor de machine.
Gebruik etiketten die geschikt zijn voor
laserprinters.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia 2
Soort en formaat van het
papier 2
De machine voert papier toe uit de
geïnstalleerde papierlade of uit de sleuf voor
handmatige invoer.
De namen van de papierladen in de
printerdriver en in deze gids zijn als
volgt: 2
Papiersoort Item
Normaal papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier Xerox Recycled Supreme
80 g/m
2
Etiketten Avery laser label L7163
Enveloppen Antalis River-serie (DL)
Glanzend papier Xerox Colotech+ Gloss
Coated 120 g/m
2
Lade en optionele
accessoires
Naam
Papierlade Lade 1
Sleuf voor handmatige invoer Handmatig
Hoofdstuk 2
34
Papiercapaciteit van de papierladen 2
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm × 330,2 mm.
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Gebruik normaal papier dat geschikt is voor laser-/LED-machines om kopieën te maken.
Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langvezelig papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van
circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN
19309.
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade
(Lade 1)
A4, Letter, Legal, B5
(JIS), Executive, A5,
A5 L, A6, Folio
1
Normaal papier, dun
papier, kringlooppapier
max. 250 (80 g/m
2
)
Sleuf voor handmatige
invoer
Breedte:
76,2 tot 215,9 mm
Lengte:
116,0 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun
papier, dik papier, dikker
papier, bankpostpapier,
kringlooppapier,
enveloppen, etiketten,
glanzend papier
1 vel
1 enveloppe
Standaardgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 μm
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langvezelig
Soortelijke volumeweerstand
10e
9
-10e
11
ohm
Soortelijke weerstand aan
oppervlakte
10e
9
-10e
12
ohm-cm
Vulmiddel
CaCO
3
(Neutraal)
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80 %
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Papier plaatsen
35
2
Speciaal papier hanteren en
gebruiken 2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en uit de buurt van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat
hierdoor het papier kan vastlopen of de
machine kan worden beschadigd.
Voor voorgedrukt papier moet inkt worden
gebruikt dat bestand is tegen de
temperatuur van 200 °C van het
fuseerproces van de machine.
Als u bankpostpapier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of
gevouwen gebruikt, kan het
afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden papiersoorten 2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1 Papier dat meer dan 2 mm opkrult,
kan vastlopen.
dat gecoat is of een chemische
deklaag heeft
dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
dat is bedoeld voor inkjetprinters
De hierboven vermelde papiersoorten
kunnen uw machine beschadigen. Deze
schade wordt niet gedekt door enige
garantie- of service-overeenkomst met
Brother.
1
1
Hoofdstuk 2
36
Enveloppen 2
De machine functioneert goed met de meeste
enveloppen. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Enveloppen hebben randen met rechte,
scherpe vouwen. Enveloppen moeten vlak
liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn.
Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een
leverancier die weet dat u de enveloppen
gaat gebruiken in een lasermachine.
Enveloppen kunt u enkel invoeren via de
sleuf voor handmatige invoer.
Wij raden u aan een proefenveloppe te
drukken zodat u zeker weet dat u het
gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen 2
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen:
die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm
hebben
die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
met een zelfklevende plakrand
die zakachtig zijn
die niet scherp gevouwen zijn
die van reliëf zijn voorzien
die eerder zijn bedrukt door een laser-
of LED-machine
die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
die niet netjes op elkaar kunnen
worden gestapeld
die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
met randen die niet recht of regelmatig
zijn
met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
wellicht niet gedekt door enige garantie- of
serviceovereenkomst met Brother.
De dikte, het formaat en de flapvorm van
de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot
invoerproblemen leiden.
Papier plaatsen
37
2
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuser unit. De plaklaag
dient niet in contact te komen met enig deel
van de machine, omdat de etiketten dan aan
de drumeenheid of rollen blijven kleven
waardoor papierstoringen en problemen met
de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag
geen plaklaag open liggen tussen de
etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt
worden dat de volledige lengte en breedte
van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het
loslaten van etiketten waardoor ernstige
papierstoringen of afdrukproblemen kunnen
ontstaan.
Alle etiketten die met deze machine worden
afgedrukt, moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 200 °C gedurende 0,1
seconden.
Etiketten kunt u enkel invoeren via de sleuf
voor handmatige invoer.
Te vermijden soorten etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben.
BELANGRIJK
Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte
etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel
kan schade toebrengen aan de machine.
U mag etiketten NIET hergebruiken en u
mag GEEN etiketblad invoeren waarop
een aantal etiketten ontbreekt.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn
dan het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie
overschrijden worden mogelijk niet correct
ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
38
3
Hoe documenten
plaatsen
3
U kunt een fax verzenden, kopieën maken en
scannen via de ADF (automatische
documentinvoer) en de glasplaat.
De automatisch
documentinvoer (ADF)
gebruiken 3
De ADF (automatische documentinvoer) kan
maximaal 35 pagina's bevatten en voert elk
vel afzonderlijk in. We raden aan dat u
standaardpapier met een gewicht van
80 g/m
2
gebruikt en eerst de vellen papier
doorwaaiert voordat u deze in de ADF
(automatische documentinvoer) plaatst.
Ondersteunde documentgroottes 3
Hoe documenten plaatsen 3
BELANGRIJK
Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF (automatische
documentinvoer) optreden.
Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of
plakband bevat.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF (automatische
documentinvoer) gebruikt, mag u NIET
aan het document trekken terwijl het wordt
ingevoerd.
OPMERKING
•Zie De glasplaat gebruiken uu pagina 39
om documenten te scannen die niet
geschikt zijn voor de ADF (automatische
documentinvoer).
Het is eenvoudiger om de ADF
(automatische documentinvoer) te
gebruiken voor een document met
meerdere pagina's.
Laat documenten met correctievloeistof of
inkt eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteun
(automatische documentinvoer) (1) uit.
Hef de ADF-documentuitvoersteunklep
(automatische documentinvoer) (2) op
en vouw deze uit.
b Waaier de stapel goed door.
c Waaier de pagina's van uw document uit
en leg ze met de bedrukte kant naar
boven en de bovenrand eerst in de ADF
(automatische documentinvoer) tot
ADF gereed op het aanraakscherm
verschijnt en u voelt dat de bovenste
pagina de invoerrollen raakt.
Documenten plaatsen 3
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm
Breedte: 147,3 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
1
2
Documenten plaatsen
39
3
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
OPMERKING
Raadpleeg De glasplaat gebruiken
uu pagina 39 om niet-
standaarddocumenten te scannen.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's
van een boek één voor één te faxen, te
kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentgroottes 3
Hoe documenten plaatsen 3
OPMERKING
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF (automatische documentinvoer) leeg
zijn.
a Til het documentdeksel op.
b Leg met behulp van de
documentgeleiders links en boven het
document met de bedrukte zijde naar
beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
Lengte: Tot 300,0 mm
Breedte: Tot 215,9 mm
Gewicht: Tot 2,0 kg
1
40
4
Hoe een fax verzenden4
De volgende stappen tonen u hoe u een fax
kunt verzenden. Gebruik de ADF
(automatische documentinvoer) om
meerdere pagina's te versturen.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer) (zie
De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 38).
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat (zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 39).
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op Fax.
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op Fax en
Faxen verzenden.
Op het aanraakscherm verschijnt:
c U kunt de volgende opties om faxen te
verzenden wijzigen. Druk op Opties.
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om door de faxopties te bladeren.
Wanneer de gewenste instelling wordt
weergegeven, drukt u er op kiest u uw
nieuwe optie. Wanneer u klaar bent met
het wijzigen van de opties, drukt u op
OK.
OPMERKING
Voor meer informatie over de volgende
geavanceerde handelingen voor het
versturen van faxen en instellingen,
uuGeavanceerde
gebruikershandleiding:Een fax
verzenden
2-zijdige fax (MFC-9340CDW)
Contrast
Faxresolutie
Rondsturen
Direct verzenden
Internationaal
Tijdklok
Verzamelen
Voorblad Opm.
Voorpagina instellen
Verzend Pollen
Een fax verzenden 4
Een fax verzenden
41
4
d (MFC-9340CDW)
Kies een van de onderstaande opties:
Als u een enkelzijdig document wilt
versturen, gaat u naar stap e.
Om een dubbelzijdig document te
versturen, kiest u het dubbelzijdig
scanformaat voor uw dubbelzijdig
document als volgt:
Druk op Opties.
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om 2-zijdige fax weer te
geven en druk op 2-zijdige fax.
Druk op 2-zijdige scan: lange
zijde of 2-zijdige scan:
korte zijde.
Druk op OK.
OPMERKING
U kunt dubbelzijdige documenten
verzenden vanaf de ADF (automatische
documentinvoer).
e Voer het faxnummer in.
Met de kiestoetsen
Met het adresboek
Adresboek
Met de oproephistoriek
Oproepoverz
(Zie Hoe kiezen uu pagina 61 voor
meer informatie.)
f Druk op Fax Start.
Faxen vanaf de ADF (automatische
documentinvoer)
De machine begint het document te
scannen.
Faxen vanaf de glasplaat
Als Direct verzenden ingesteld is
op Aan, zal de machine het document
verzenden zonder te vragen of er nog
bijkomende pagina's gescand moeten
worden.
Wanneer Direct verzenden is Uit:
Als u op Fax Start drukt, scant de
machine de eerste pagina.
Wanneer het aanraakscherm
Volgende Pagina? weergeeft,
voert u een van de volgende
handelingen uit:
Om één pagina te verzenden,
drukt u op Nee. De machine
begint het document te
verzenden.
Om meer dan één pagina te
verzenden, drukt u op Ja en
plaatst u de volgende pagina op
de glasplaat. Druk op OK. De
machine begint de pagina te
scannen. (Herhaal deze stap voor
elke extra pagina.)
Faxen onderbreken 4
Druk op om het faxen te onderbreken.
Hoofdstuk 4
42
Documenten in Letter-formaat
faxen vanaf de glasplaat 4
Wanneer u documenten in Letter-formaat
faxt, moet u de glasplaat instellen op
Letter; als u dit niet doet, zal een gedeelte
van de fax ontbreken.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
b Druk op Opties.
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Scanformaat glas weer te
geven.
d Druk op Scanformaat glas.
e Druk op Letter.
f Druk op OK.
Een lopende fax annuleren 4
Druk op om de fax te annuleren. Als u op
drukt wanneer de machine kiest of
verzendt, wordt Taak annuleren?
weergegeven op het aanraakscherm.
Druk op Ja om de fax te annuleren.
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit
rapport bevat de naam of het faxnummer van
de ontvanger, de datum en de tijd van het
verzenden, de duur van het verzenden, het
aantal verzonden pagina's en informatie of de
fax al dan niet succesvol werd verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen beschikbaar:
Aan: na elke verzonden fax wordt een
rapport afgedrukt.
Aan+Beeld: na elke verzonden fax wordt
een rapport afgedrukt. Een gedeelte van
de eerste pagina van de fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit: als de fax niet is verzonden door een
storing wordt een rapport afgedrukt. Uit
is de fabrieksinstelling.
Uit+Beeld: als de fax niet is verzonden
door een storing wordt een rapport
afgedrukt. Een gedeelte van de eerste
pagina van de fax wordt op het rapport
afgedrukt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Kies rapport weer te
geven.
f Druk op Kies rapport.
g Druk op Verzendrapp..
h Druk op Aan, Aan+Beeld, Uit of
Uit+Beeld.
Een fax verzenden
43
4
i Druk op .
OPMERKING
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt het beeld niet op het verzendrapport
afgedrukt als Direct verzenden is
ingesteld op Aan. (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding, Direct verzenden).
Als de fax goed is verzonden, wordt OK
naast RESULT weergegeven op het
verzendrapport.
Als de fax niet is verzonden, wordt FOUT
naast RESULT weergegeven.
44
5
Ontvangstmodi 5
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangstmodus kiezen 5
Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp
van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Ontvangstmodi gebruiken
uu pagina 46 voor meer informatie over de ontvangststanden.)
Een fax ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Een fax ontvangen
45
5
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Ontvangstmenu weer te geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b, om Ontvangstmodus weer te geven.
h Druk op Ontvangstmodus.
i Druk op Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig.
j Druk op .
Hoofdstuk 5
46
Ontvangstmodi
gebruiken 5
In sommige ontvangststanden worden
oproepen automatisch beantwoord (Fax en
Fax/Telefoon). Mogelijk wilt u de
belvertraging wijzigen voordat u deze modi
gebruikt (zie Belvertraging uu pagina 47).
Alleen fax 5
In de stand Fax wordt elke oproep
automatisch beantwoord alsof het een
faxbericht betreft.
Fax/Tel 5
De stand Fax/Telefoon helpt u inkomende
oproepen te beheren, door te herkennen of
het faxen of telefoongesprekken zijn en deze
op een van de volgende manieren te
verwerken:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Voicemail activeert het F/T-belsignaal om
aan te geven dat u de oproep moet
aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel
dubbel belsignaal afkomstig van uw
machine.
(Zie ook F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus)
uu pagina 47 en Belvertraging
uu pagina 47.)
Handmatig 5
De Handmatig-modus schakelt alle
automatische antwoordfuncties uit.
Om een fax te ontvangen als de machine in
de handmatige stand staat, pakt u de hoorn
van de externe telefoon op. Wanneer u
faxtonen hoort (korte repetitieve pieptonen),
drukt u op Fax Start en daarna op
Ontvangen om een fax te ontvangen. U kunt
ook de functie Fax waarnemen gebruiken om
faxen te ontvangen door de hoorn op te
nemen van een toestel op dezelfde lijn als die
van de machine.
(Zie ook Fax waarnemen uu pagina 48.)
Extern antwoordapparaat 5
In de stand Ext. TEL/ANT handelt een
extern antwoordapparaat de inkomende
oproepen af. Inkomende oproepen kunnen
op één van de volgende manieren worden
afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern antwoordapparaat verbinden
uu pagina 55 voor meer informatie.)
Een fax ontvangen
47
5
Instellingen
ontvangstmodus 5
Belvertraging 5
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat
de machine overgaat voordat deze antwoordt
in de standen Fax en Fax/Telefoon.
Als een extern of tweede toestel dezelfde lijn
als de machine gebruikt, kiest u het maximaal
aantal keren dat de machine over moet gaan
(zie Fax waarnemen uu pagina 48 en
Bediening op extern of tweede toestel
uu pagina 57).
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Belvertraging weer te
geven.
h Druk op Belvertraging.
i Druk om te kiezen hoe vaak de machine
over moet gaan voordat de machine
antwoordt.
j Druk op .
F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-
modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van normale
telefoontonen. Het aantal keren dat de
telefoon overgaat wordt bepaald door de
instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze; als het echter een normale
oproep is, laat de machine het F/T-belsignaal
horen (een dubbel belsignaal) gedurende de
tijd die u hebt bepaald in de instelling van de
F/T-beltijd. Als u het F/T-belsignaal hoort,
betekent dit dat u een normale oproep op de
lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine
afkomstig is, rinkelen de tweede en externe
toestellen niet; u kunt de oproep echter nog
wel op iedere telefoon beantwoorden (zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
uu pagina 58 voor meer informatie).
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om F/T Beltijd weer te
geven.
h Druk op F/T Beltijd.
i Druk op de tijdsduur dat de machine
over gaat om u op een normaal
telefoongesprek te attenderen (20, 30,
40 of 70 seconden).
Hoofdstuk 5
48
j Druk op .
OPMERKING
Zelfs als de beller inhaakt tijdens het
dubbele belsignaal, blijft de machine
gedurende de ingestelde tijd overgaan.
Fax waarnemen 5
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Aan: 5
De machine kan een fax automatisch
ontvangen, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als Ontvangst op het
aanraakscherm wordt weergegeven of als u
een klik op de telefoonlijn hoort via de hoorn
die u hebt opgepakt, plaatst u de hoorn
gewoon terug. Uw machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Uit: 5
Als u in de buurt van de machine bent en een
faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van
de externe telefoon op te pakken, drukt u op
Fax Start en dan op Ontvangen om de
fax te ontvangen.
Als u de oproep beantwoordt vanaf een
tweede toestel, drukt u op l51 (zie Bediening
op extern of tweede toestel uu pagina 57).
OPMERKING
Als deze functie op Aan staat maar uw
machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede
toestel opneemt, drukt u op de
faxontvangstcode l51.
Als u faxen via een computer op dezelfde
telefoonlijn verzendt en de machine deze
opvangt, stelt u Fax waarnemen in op
Uit.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax Waarnemen weer te
geven.
h Druk op Fax Waarnemen.
i Druk op Aan (of Uit).
j Druk op .
Een fax ontvangen
49
5
Faxvoorbeeld (alleen
zwart-wit) 5
Een afdrukvoorbeeld van een
ontvangen fax bekijken 5
U kunt ontvangen faxen weergeven op het
aanraakscherm door op (Fax) en
daarna op (Ontvangen faxen) te
drukken. Wanneer de machine in de modus
Gereed staat, verschijnt een pop-up bericht
op het aanraakscherm om u te wijzen op
nieuwe faxen.
Faxvoorbeeld instellen 5
a Druk op .
b Druk op (Faxvoorbeeld).
c Druk op Aan (of Uit).
d Druk op Ja.
e Het aanraakscherm geeft aan dat
toekomstige faxen niet worden
afgedrukt wanneer u ze ontvangt.
Druk op Ja.
f Druk op .
OPMERKING
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld,
wordt een reservekopie van ontvangen
faxen niet afgedrukt voor de functies Fax
doorzenden en PC-Fax ontvangen, zelfs
als reserveafdruk is ingesteld op Aan.
Faxvoorbeeld gebruiken 5
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt een
pop-up bericht op het aanraakscherm.
(Bijvoorbeeld: Nieuwe fax:01 [Voorb.])
a Druk op Voorb..
Het aanraakscherm toont de faxlijst.
OPMERKING
Hoewel afgedrukte faxen de
ontvangstdatum en -tijd tonen wanneer
Fax Ontvangen Stempel is ingeschakeld,
zal het faxvoorbeeldscherm de
ontvangstdatum en -tijd niet tonen.
De faxlijst omvat de oude faxen en de
nieuwe fax. De nieuwe fax is met een
blauw merkteken naast de fax
aangegeven.
Om een fax te zien waarvan u reeds een
voorbeeld heeft bekeken, drukt u op Fax
en Ontvangen faxen.
b Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het faxnummer weer te geven
van de gewenste fax.
c Druk op de fax die u wenst.
OPMERKING
Als uw fax groot is, kan het even duren
voor hij wordt weergegeven.
Het aanraakscherm toont het huidige
paginanummer en het totale aantal
pagina's van het faxbericht. Wanneer uw
faxbericht groter is dan 99 pagina's, wordt
het totale aantal pagina's weergegeven
als "XX."
Hoofdstuk 5
50
Druk op het aanraakscherm of het
aanraakpaneel om de volgende
bewerkingen uit te voeren.
d Druk op .
Hoe een fax afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op de fax die u wenst.
d Druk op Start.
e Druk op .
Omschrijving
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
of
Verticaal bladeren.
of
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk op Ja om te bevestigen.
Terugkeren naar de vorige
pagina.
Naar de volgende pagina
gaan.
Terugkeren naar de faxlijst.
Start De fax afdrukken.
Een fax ontvangen
51
5
Alle faxen in de lijst afdrukken 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op Afdr./verw..
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alles afdrukken
(nieuwe faxen) om alle
ongelezen faxen af te drukken.
Druk op Alles afdrukken (oude
faxen) om alle gelezen faxen af te
drukken.
e Druk op .
Alle faxen in de lijst verwijderen 5
a Druk op (Fax).
b Druk op Ontvangen faxen.
c Druk op Afdr./verw..
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Alles verwijderen
(nieuwe faxen) om alle
ongelezen faxen af te wissen.
Druk op Alles verwijderen
(oude fax) om alle gelezen faxen
af te wissen.
e Druk op Ja om te bevestigen.
f Druk op .
Faxvoorbeeld uitschakelen 5
a Druk op .
b Druk op (Faxvoorbeeld).
c Druk op Uit.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e Als er faxen opgeslagen zijn in het
geheugen, voert u een van de volgende
handelingen uit:
Als u de opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken, drukt u op Doorgaan.
Druk op Ja om te bevestigen. Uw
faxen worden verwijderd.
Om alle opgeslagen faxen af te
drukken, drukt u op Alle faxen
afdrukken vóór het
verwijderen.
Als u Faxvoorbeeld niet wilt
uitschakelen, drukt u op
Annuleren.
f Druk op .
52
6
Hoe PC-FAX gebruiken6
PC-Fax ontvangen (alleen
voor Windows
®
) 6
Wanneer u de functie PC-Fax ontvangen
inschakelt, slaat uw MFC ontvangen faxen
automatisch op in het geheugen om deze
door te sturen naar de computer. U kunt
vervolgens uw computer gebruiken voor het
weergeven en het opslaan van deze faxen.
Ook wanneer u de computer uitschakelt
(bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend),
ontvangt uw MFC faxen om ze op te slaan in
het geheugen. Het aantal ontvangen faxen
dat opgeslagen is in het geheugen wordt
weergegeven op het aanraakscherm.
Als u uw computer opstart en de software
voor PC-Fax ontvangen actief is, brengt uw
MFC automatisch uw faxen over naar uw
computer.
Wanneer u de ontvangen faxen wilt
overbrengen, moet de software voor PC-FAX
ontvangen op uw pc actief zijn.
Volg de instructies voor het
besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
In het menu (Starten) selecteert u
Alle programma's > Brother >
MFC-XXXX > PC-Fax Ontvangst >
Ontvangen. (XXXX is uw modelnaam.)
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien dit nog
niet is gebeurd). Klik in de
linkernavigatiebalk op
PC-FAX Ontvangen en daarna op
Ontvangen.
Voer op uw machine de volgende stappen uit:
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Geheugenontv. weer te
geven.
h Druk op Geheugenontv..
i Druk op PC-Fax ontv..
j Op het aanraakscherm wordt een
herinnering weergegeven voor het
starten van het programma PC-FAX
ontvangen op uw computer. Als u het
programma PC-Fax ontvangen hebt
gestart, drukt u op OK.
Voor meer informatie over het starten
van het programma PC-FAX ontvangen,
uuSoftwarehandleiding.
PC-FAX gebruiken 6
PC-FAX gebruiken
53
6
k Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of
b, om <USB> weer te geven of de naam
van uw computer als de machine is
aangesloten op een netwerk.
Druk op <USB> of op de naam van uw
computer.
Druk op OK.
l Druk op Backup Print: Aan of
Backup Print: Uit.
BELANGRIJK
Als u Backup Print: Aan kiest, drukt
de machine de fax ook af op uw machine,
zodat u over een kopie beschikt.
m Druk op .
OPMERKING
Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op uw computer installeren.
Controleer of uw computer is aangesloten
en ingeschakeld
(uuSoftwarehandleiding).
Als er zich een fout voordoet op de
machine en deze faxen in het geheugen
niet kan afdrukken, kunt u deze instelling
gebruiken om de faxen naar een computer
over te brengen (zie Uw faxen of
faxjournaal overbrengen uu pagina 130).
Mac OS ondersteunt PC-Fax ontvangen
niet.
Een PC-FAX verzenden 6
Met Brother PC-Fax kunt u vanaf uw
computer een document vanuit een applicatie
als standaardfax verzenden. U kunt een
bestand aangemaakt met om het even welk
programma op uw computer verzenden als
een PC-Fax. U kunt ook een voorblad
toevoegen (voor meer informatie
uuSoftwarehandleiding).
Hoe een PC-FAX verzenden: 6
Contacteer de verkoper van de toepassing
voor verdere ondersteuning.
a Selecteer Bestand en vervolgens
Afdrukken in de toepassing.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt
weergegeven. (Afhankelijk van de
toepassing kunnen de stappen
variëren.)
b Selecteer de Brother PC-FAX v.3.
c Klik op OK.
De gebruikersinterface
Brother PC-FAX wordt weergegeven.
d Voer het faxnummer van de ontvanger
in met behulp van het toetsenbord van
uw computer of door te klikken op het
numerieke toetsenbord van de
Brother PC-FAX-gebruikersinterface.
U kunt ook een opgeslagen nummer
selecteren in het Adresboek.
e Klik op wanneer u het
toetsenbord van uw computer of het
numerieke toetsenbord gebruikt.
f Klik op start.
Uw document wordt verzonden naar de
Brother-machine en vervolgens gefaxt
naar de ontvanger.
54
7
Telefoonlijndiensten 7
Het telefoonlijntype instellen 7
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u ook instellen dat de machine altijd
toegang krijgt tot een buitenlijn (met het
netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang
krijgt tot een buitenlijn wanneer R wordt
ingedrukt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Tel lijn inst weer te
geven.
f Druk op Tel lijn inst.
g Druk op PBX, ISDN (of Normaal).
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
gekozen, gaat u naar l.
Als u PBX hebt gekozen, gaat u
verder naar stap i.
i Druk op Aan of Altijd.
OPMERKING
•Als u Aan kiest, drukt u op R om toegang
te krijgen tot een buitenlijn.
•Als u Altijd kiest, hebt u toegang tot
een buitenlijn zonder op R te drukken.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op
Buitenlijn en gaat u naar stap k.
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, gaat u naar stap
l.
k Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
OPMERKING
U kunt de cijfers 0 tot en met 9 en de
symbolen #, l en ! gebruiken. (Het is niet
mogelijk om ! te gebruiken in combinatie
met cijfers of andere symbolen.)
l Druk op .
PBX en OVERBRENGEN 7
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt wanneer u op R hebt gedrukt.
Telefoon en externe apparaten 7
Telefoon en externe apparaten
55
7
Een extern
antwoordapparaat
verbinden
7
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten op dezelfde lijn als uw machine.
Wanneer het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, "hoort" uw machine de faxtonen
afkomstig van een verzendende faxmachine.
Als er faxtonen klinken, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen klinken, laat de machine
een voicemail registreren door uw
antwoordapparaat en wordt op het display
Telefoon weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen
vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan
om twee belsignalen in te stellen). De reden
hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet
kan horen, totdat het externe
antwoordapparaat de oproep heeft
aangenomen. De verzendende machine
zendt slechts nog acht tot tien seconden
langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op
uw externe antwoordapparaat de functie
bespaarstand te gebruiken, als er meer dan
vier belsignalen nodig zijn om die te
activeren.
OPMERKING
Als u problemen hebt met het ontvangen
van faxen, dient u de instelling
belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verlagen.
Verbindingen 7
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
1 Antwoordapparaat
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
een of twee keer over gaan. (De
instelling voor de belvertraging van de
machine is niet van toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus op de machine
in op Ext. TEL/ANT (zie De
ontvangstmodus kiezen uu pagina 44).
1
1
1
1
(voor Nederland)
(voor België)
Hoofdstuk 7
56
Een uitgaand bericht
opnemen (OGM) 7
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. Dit geeft uw
machine de tijd om naar faxtonen te
luisteren.
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
c Het is handig om aan het einde van het
uitgaande bericht van 20 seconden de
code voor activeren op afstand te
vermelden, zodat men ook handmatig
faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:
"Spreek een bericht in na de toon of
druk op l51 om een fax te verzenden."
OPMERKING
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening instellen op Aan om de
code voor activeren op afstand l51 te
gebruiken (zie Codes voor
afstandsbediening gebruiken
uu pagina 58).
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaand bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen bij een
luide stem. U kunt proberen om deze
pauze weg te laten, maar als uw machine
problemen heeft met de ontvangst, dient u
het uitgaand bericht opnieuw op te nemen
en deze pauze in te lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 7
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende oproepen door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden correct werkt bij
aansluiting op een PBX. Neem bij problemen
met het verzenden of ontvangen van faxen in
eerste instantie contact op met het bedrijf dat
uw centrale verzorgt.
Telefoon en externe apparaten
57
7
Externe en tweede
toestellen 7
OPMERKING
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening inschakelen om de
code voor activeren op afstand l51 en de
code voor deactiveren op afstand #51 te
kunnen gebruiken (zie Codes voor
afstandsbediening gebruiken
uu pagina 58).
Een extern of tweede toestel
verbinden 7
U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw
machine aansluiten, zoals in onderstaande
afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Bediening op extern of
tweede toestel 7
Als u een faxoproep op een tweede toestel
beantwoordt of op een externe telefoon die
correct is aangesloten op de machine via de
aansluiting met T-stuk, kunt u de machine de
oproep laten aannemen via de code voor
activeren op afstand. Als u de code voor
Activeren op afstand l51 intoetst, zal de fax
op de machine worden ontvangen.
Als u een oproep beantwoordt en er niemand
aan de lijn is:
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het
ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l51 en wacht op de faxtonen of tot op
het aanraakscherm Ontvangst wordt
weergegeven en hang dan op.
OPMERKING
U kunt ook de functie Fax waarnemen
gebruiken zodat uw machine de oproep
automatisch beantwoordt (zie Fax
waarnemen uu pagina 48).
(voor Nederland)
(voor België)
1
2
1
2
Hoofdstuk 7
58
Alleen voor Fax/Tel-modus 7
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normale oproep
betreft.
Neem de hoorn van het externe toestel op en
druk op Ophalen om de oproep te
beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd
opnemen en tussen de snelle dubbele
belsignalen in op #51 drukken. Als niemand
aan het toestel is of wanneer iemand u een
fax wil verzenden, stuurt u de oproep terug
naar de machine door op l51 te drukken.
Een draadloze externe
handset gebruiken die niet
van Brother is 7
Als uw draadloze telefoon (niet Brother)
verbonden is met het telefoonsnoer (zie
pagina 57) en u de draadloze handset vaak
ergens anders mee naartoe neemt, is het
eenvoudiger oproepen te beantwoorden
tijdens de belvertraging.
Als u de machine eerst laat antwoorden,
moet u naar de machine gaan om op
Ophalen te drukken om de oproep over te
zetten naar de draadloze handset.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 7
Code voor activeren op afstand 7
Als u een faxoproep aanneemt op een extern
of tweede toestel, kunt u uw machine
opdragen om deze te ontvangen door de
code voor activeren op afstand l51 in te
voeren. Wacht tot u faxtonen hoort en plaats
dan de hoorn terug (zie Fax waarnemen
uu pagina 48). De beller moet op Start
drukken om de fax te verzenden.
Als u een faxoproep op de externe telefoon
beantwoordt, kunt u de machine opdragen
om de fax te ontvangen door op Fax Start
te drukken en vervolgens te drukken op
Ontvangen.
Code voor deactiveren op afstand 7
Als u een telefoonoproep ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het F/T
belsignaal (snel dubbel belsignaal) gebruikt
na de aanvankelijke belvertraging. Als u de
oproep op een tweede toestel aanneemt,
kunt u het F/T-belsignaal uitschakelen door
op #51 te drukken (zorg ervoor dat u hierop
drukt tussen de belsignalen in).
Als de machine een oproep beantwoordt en
het snelle dubbel belsignaal overgaat voordat
u de oproep aan kunt nemen, kunt u de
oproep overzetten op de externe telefoon
door op Ophalen te drukken.
Telefoon en externe apparaten
59
7
Codes voor afstandsbediening
inschakelen 7
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening inschakelen op Aan om de
code voor activeren op afstand en de code
voor deactiveren op afstand te gebruiken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Act.Op Afst. weer te
geven.
h Druk op Act.Op Afst..
i Druk op Act.Op Afst..
j Druk op Aan.
k Als u de code voor activeren op afstand
niet wilt wijzigen, drukt u op op het
aanraakscherm.
l Druk op .
De codes voor afstandsbediening
wijzigen 7
De voorgeprogrammeerde code voor
activeren op afstand is l51. De
voorgeprogrammeerde code voor
deactiveren op afstand is #51. Als de
verbinding telkens wordt verbroken wanneer
u probeert om toegang te krijgen tot uw
externe antwoordapparaat, is het raadzaam
om de codes van drie cijfers voor
afstandsbediening te wijzigen, bijvoorbeeld
### en 555.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Fax weer te geven.
d Druk op Fax.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Ontvangstmenu weer te
geven.
f Druk op Ontvangstmenu.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Act.Op Afst. weer te
geven.
h Druk op Act.Op Afst..
Hoofdstuk 7
60
i Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de code voor activeren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Afstandscode. Voer de nieuwe
code in en druk dan op OK.
Als u de code voor deactiveren op
afstand wilt wijzigen, drukt u op
Deactiveren. Voer de nieuwe
code in en druk dan op OK.
Wanneer u de codes niet wilt
veranderen, gaat u naar stap j.
Als u de codes voor
afstandsbediening Aan of Uit wilt
wijzigen, drukt u op Act.Op Afst..
Druk op Aan of Uit.
j Druk op .
61
8
8
Hoe kiezen 8
U kunt op de volgende manieren een
nummer kiezen.
Handmatig kiezen 8
a Plaats het document.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Uit, drukt u op (Fax).
Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld
op Aan, drukt u op (Fax) en
Faxen verzenden.
c Druk op alle cijfers van het faxnummer.
d Druk op Fax Start.
Kiezen vanuit het adresboek 8
a Plaats het document.
b Druk op (Fax).
c Druk op Adresboek.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het nummer weer te
geven dat u wilt gebruiken.
Druk op en voer de eerste letter
van de naam in, en druk dan op OK.
e Druk op het gewenste nummer of de
gewenste naam.
f Om een fax te verzenden, drukt u op
Toepassen.
g Druk op Fax Start.
De machine scant en verzendt de fax.
Faxnummer opnieuw kiezen 8
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
het nummer in gesprek is, zal de machine het
nummer iedere vijf minuten automatisch drie
keer opnieuw proberen.
Herkies werkt alleen als u het nummer op
de machine hebt gekozen.
Nummers kiezen en opslaan 8
Hoofdstuk 8
62
Nummers opslaan 8
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen: adresboek
en groepsnummers voor het
groepsverzenden van faxen. Wanneer u een
nummer uit het adresboek kiest, verschijnt
het nummer op het aanraakscherm.
OPMERKING
De nummers die in het adresboek zijn
opgeslagen, gaan niet verloren als de
stroom uitvalt.
Een pauze opslaan 8
Druk op Pauze om een pauze van 3,5
seconden tussen de nummers in te voegen.
U kunt zo vaak als nodig is op Pauze drukken
om de pauze langer te maken.
Nummers in het adresboek
opslaan 8
U kunt tot 200 adressen met een naam
opslaan.
a Druk op (Fax).
b Druk op Adresboek.
c Druk op Bewerken.
d Druk op Nw adres toev..
e Druk op Naam.
f Voer de naam in met het toetsenbord op
het aanraakscherm (max. 15 tekens).
(Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 225 voor hulp bij het
invoeren van letters.)
Druk op OK.
g Druk op Adres.
h Voer het fax- of telefoonnummer in met
het toetsenbord op het aanraakscherm
(max. 20 tekens).
Druk op OK.
OPMERKING
Als u Internetfaxen heeft gedownload:
Als u een e-mailadres wilt opslaan om dit
te gebruiken voor internetfaxen of
scannen naar e-mailserver, drukt u op
en voert u het e-mailadres in (zie
Tekst invoeren uu pagina 225), waarna u
op OK drukt.
i Druk op OK.
j Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een ander nummer in het
adresboek op te slaan, herhaalt u
stappen c - j.
Om het opslaan van nummers te
beëindigen, drukt u op .
Nummers kiezen en opslaan
63
8
Namen of nummers in het
adresboek wijzigen 8
U kunt een reeds in het adresboek
opgeslagen naam of nummer wijzigen of
verwijderen.
Als het opgeslagen nummer een geplande
taak heeft, zoals een uitgestelde fax of een
nummer voor fax doorzenden, dan wordt het
gedimd op het aanraakscherm. U kunt het
nummer niet selecteren om het te wijzigen of
te verwijderen tenzij u eerst de geplande taak
annuleert (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding, Taken in de wachtrij
controleren en annuleren).
a Druk op (Fax).
b Druk op Adresboek.
c Druk op Bewerken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Wijzigen om de namen of
nummers te bewerken. Ga naar
stap e.
Druk op Verwijder om
Verwijder weer te geven.
Verwijder nummers door erop te
drukken om een rood vinkje weer te
geven.
Druk op OK.
Druk op Ja om te bevestigen. Ga
naar stap i.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om het nummer weer te geven
dat u wilt gebruiken.
f Druk op het nummer dat u wenst.
g Doe het volgende:
Om de naam te wijzigen, drukt u op
Naam. Voer de nieuwe naam in (max.
15 tekens) met het toetsenbord op
het aanraakscherm. (Raadpleeg
Tekst invoeren uu pagina 225 voor
hulp bij het invoeren van letters).
Druk op OK.
Om het fax- of telefoonnummer te
wijzigen, drukt u op Adres. Voer het
nieuwe fax- of telefoonnummer
(max. 20 tekens) in met het
toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk op OK.
OPMERKING
Opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Om een teken te wijzigen, drukt u op d of
c om de cursor op het verkeerde teken te
plaatsen, en druk dan op . Voer het
nieuwe teken of nummer in.
h Druk op OK om te voltooien.
Om een ander nummer in het
adresboek te wijzigen, herhaalt u
stappen c - h.
i Druk op .
64
9
Hoe kopiëren 9
De volgende stappen beschrijven de
basiskopieerhandelingen.
a Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer) (zie
De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 38).
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat (zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 39).
b Druk op de knop Kopiëren op het
aanraakscherm.
Op het aanraakscherm verschijnt
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën invoeren
met de kiestoetsen.
c Voor meerdere kopieën voert u het getal
met twee cijfers in (max. 99).
d Druk op Kleur Start of
Mono start.
Kopiëren onderbreken 9
Druk op om het kopiëren te onderbreken.
Voorgeprogrammeerde
kopieerinstellingen 9
U kunt kopiëren met diverse instellingen die
reeds voor u in de machine geprogrammeerd
zijn, door er gewoon op te drukken.
De volgende voorgeprogrammeerde
instellingen zijn beschikbaar.
Bon
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig (12)
2-zijdig (22)
(MFC-9340CDW)
Papier opslaan
a Plaats het document.
b Druk op (Kopiëren).
c Veeg naar links of recht om Bon,
Normaal, 2op1(id), 2op1,
2-zijdig (12),
2-zijdig (22) of
Papier opslaan weer te geven.
d Voer het gewenste aantal kopieën in.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om meer instellingen te wijzigen
gaat u naar stap f.
Wanneer u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen, gaat u
naar stap i.
Kopieën maken 9
1
Kopieën maken
65
9
f Druk op Opties.
g Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare instellingen
weer te geven, en druk dan op de
gewenste instelling.
h Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de beschikbare opties weer
te geven, en druk dan op uw nieuwe
optie. Herhaal stap g en h voor elke
instelling die u wilt wijzigen. Wanneer u
klaar bent met het wijzigen van de
instellingen, drukt u op OK.
OPMERKING
Sla de instellingen op als een
snelkoppeling door op
Opslaan als snelkoppeling te
drukken.
i Druk op Kleur Start of
Mono start.
Kopieeropties 9
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen. Druk op Kopiëren en druk
vervolgens op Opties. Veeg omhoog of
omlaag, of druk op a of b, om door de
kopieerinstellingen te bladeren. Wanneer de
gewenste instelling wordt weergegeven,
drukt u er op kiest u de optie. Wanneer u klaar
bent met het wijzigen van de opties, drukt u
op OK.
(Geavanceerde gebruikershandleiding)
Voor meer informatie over het wijzigen van
de volgende instellingen, uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: Kopieerinstellingen:
Kwaliteit
Vergroten/verkleinen
Dichtheid
Contrast
Stapel/Sorteer
Pagina layout
2op1(id)
Kleur aanpassen
2-zijdige kopie
2-zijdige kopie pagina-opmaak
(MFC-9340CDW)
Achtergr.kleur verwijderen
Opslaan als snelkoppeling
66
10
Met de functie Rechtstreeks afdrukken hebt u
geen computer nodig om data af te drukken.
U kunt afdrukken door eenvoudigweg uw
USB-flashstation aan te sluiten op de USB-
direct interface van de machine. U kunt ook
een camera aansluiten en rechtstreeks vanaf
de camera afdrukken als deze is ingesteld op
USB Mass Storage.
U kunt gebruik maken van een USB-
flashgeheugenstation met de volgende
specificaties:
1
Het NTFS-formaat wordt niet ondersteund.
OPMERKING
Niet alle USB-flashstations zijn
compatibel met de machine.
Als uw camera in de stand PictBridge
staat, kunt u geen gegevens afdrukken.
Raadpleeg de handleiding van uw camera
om over te schakelen van de stand
PictBridge naar de stand Mass Storage.
Een PRN-bestand
aanmaken voor
rechtstreeks
afdrukken
10
OPMERKING
De schermen in dit gedeelte kunnen
afwijken, afhankelijk van uw toepassing
en uw besturingssysteem.
a Klik in de menubalk van een programma
op Bestand en daarna op Afdrukken.
b Selecteer Brother MFC-XXXX Printer
(1) en vink het vakje Naar bestand aan
(2).
Klik op Afdrukken.
Gegevens afdrukken vanaf een
USB-flashstation of digitale
camera met ondersteuning voor
massaopslag (Voor
MFC-9330CDW en
MFC-9340CDW)
10
USB-klasse USB-klasse voor
massaopslag
USB-subklasse voor
massaopslag
SCSI of SFF-8070i
Overdrachtsprotocol Alleen bulktransfer
Formaat
1
FAT12/FAT16/FAT32
Sectorformaat Max. 4.096 bytes
Versleuteling Versleutelde apparaten
worden niet
ondersteund.
2
1
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashstation of digitale camera met ondersteuning voor massaopslag (Voor MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
67
10
c Kies de map waarin u het bestand wilt
opslaan en voer de bestandsnaam in als
u daarom wordt gevraagd.
Als u alleen om een bestandsnaam
wordt gevraagd, kunt u ook de map
opgeven waarin u het bestand wilt
opslaan door een naam van een map in
te voeren. Bijvoorbeeld:
C:\Temp\Bestandsnaam.prn
Als op uw computer een USB-
flashstation is aangesloten, kunt u het
bestand rechtstreeks op het USB-
flashstation opslaan.
Gegevens afdrukken
vanaf het USB-
flashstation of digitale
camera met
ondersteuning voor
massaopslag
10
OPMERKING
Controleer of de digitale camera is
ingeschakeld.
U moet uw camera overschakelen van de
stand PictBridge naar de stand Mass
Storage.
Hoofdstuk 10
68
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort (1) aan
de voorkant van de machine.
Het aanraakscherm toont automatisch
het USB-geheugenmenu om het
gebruik van de USB-apparaten te
bevestigen.
OPMERKING
Als er zich een fout voordoet, wordt het
menu van het USB-geheugen niet
weergegeven op het aanraakscherm.
Wanneer de stand Diepe Slaap
geactiveerd is op de machine, wordt er
geen informatie weergegeven op het
aanraakscherm, zelfs niet wanneer u een
USB-flashgeheugen aansluit op de USB-
direct interface. Druk op het
aanraakscherm om de machine opnieuw
te activeren.
b Druk op Direct afdrukken.
OPMERKING
Als uw machine is ingesteld op Secure
Function Lock Aan, kunt u Rechtstreeks
afdrukken mogelijk niet gebruiken
(uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: Gebruikers
omschakelen).
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of
b, om de gewenste mapnaam en
bestandsnaam te kiezen.
Als u de mapnaam heeft geselecteerd,
veegt u omhoog of omlaag, of drukt op a
of b, om de gewenste bestandsnaam te
kiezen.
OPMERKING
Als u een index van de bestanden wilt
afdrukken, drukt u op Indexafdruk op
het aanraakscherm. Druk op
Kleur Start of Mono start om de
gegevens af te drukken.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Afdrukinstell.. Ga naar
stap e.
Als u de huidige instellingen niet wilt
wijzigen, gaat u naar stap h.
1
1
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashstation of digitale camera met ondersteuning voor massaopslag (Voor MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
69
10
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste instelling weer
te geven.
f Druk op de optie die u wenst.
OPMERKING
U kunt de volgende instellingen kiezen:
Papiersoort
Papierformaat
Meerdere pagina's
Orientatie
Tweezijdig
Sorteren
Printkwaliteit
PDF-optie
Niet alle instellingen zijn beschikbaar
voor elke type bestand.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om een andere instelling te wijzigen,
herhaalt u stap e.
Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op OK en gaat u
naar stap h.
h Voer het gewenste aantal kopieën in
met behulp van het aanraakpaneel.
i Druk op Kleur Start of Mono start
om de gegevens af te drukken.
j Druk op .
BELANGRIJK
Sluit GEEN ander apparaat dan een
digitale camera of een USB-flashstation
aan op de USB-direct interface om
beschadiging van uw machine te
voorkomen.
Verwijder het USB-flashstation of de
digitale camera NIET uit de USB-direct
interface als de machine nog bezig is met
afdrukken.
De standaardinstellingen
voor rechtstreeks afdrukken
wijzigen 10
U kunt de standaardinstellingen voor
rechtstreeks afdrukken wijzigen.
a Steek het USB-flashgeheugen of de
digitale camera in de USB-poort aan de
voorkant van de machine.
b Druk op Direct afdrukken.
c Druk op Standaardinst..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om de gewenste instelling weer
te geven.
Druk op de instelling.
e Druk op de nieuwe optie die u wenst.
Herhaal stappen d en e voor elke
instelling die u wilt wijzigen.
f Druk op OK.
g Druk op .
70
11
Een document
afdrukken
11
De machine kan gegevens van uw computer
ontvangen en deze afdrukken. Om af te
drukken vanaf een computer, moet u de
printerdriver installeren.
(Voor meer informatie over instellingen van
de printerdriver, uuSoftwarehandleiding)
a Installeer de Brother-printerdriver die u
terugvindt op de cd-rom
(uuInstallatiehandleiding).
b Kies in uw applicatie de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op
Eigenschappen (of
Voorkeursinstellingen, afhankelijk van
de gebruikte toepassing).
d Kies de instellingen die u wilt wijzigen in
het dialoogvenster Eigenschappen en
klik vervolgens op OK.
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Mediatype
Afdrukkwaliteit
Kleur / Mono
Documenttype
Meerdere pag. afdrukken
Tweezijdig/boekje
Papierbron
e Klik op Afdrukken om het afdrukken te
starten.
Afdrukken vanaf een computer 11
71
12
12
Voor het scannen 12
Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich
op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers van de cd-rom (uuInstallatiehandleiding: MFL-Pro Suite
installeren).
Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt
(uuSoftwarehandleiding).
Een document als PDF-bestand scannen met
ControlCenter4 (Windows
®
) 12
(Voor Macintosh-gebruikers uuSoftwarehandleiding.)
OPMERKING
De schermen op uw computer kunnen er anders uitzien afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot de
toepassingen die u het vaakst gebruikt. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen
automatisch geladen. U kunt ControlCenter4 gebruiken op uw computer.
a Plaats het document (zie Hoe documenten plaatsen uu pagina 38).
b Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7)
Open ControlCenter4 door te klikken op (Starten) > Alle programma's > Brother >
XXX-XXXX (waarbij XXX-XXXX uw modelnaam is) > ControlCenter4. De toepassing
ControlCenter4 wordt geopend.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op SCANNEN
en daarna op ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 wordt geopend.
Hoe scannen naar een computer12
Hoofdstuk 12
72
c Als het scherm voor ControlCenter4 verschijnt, kiest u de Geavanceerde modus en klikt u
op OK.
d Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de Model
vervolgkeuzelijst.
e Klik op Bestand.
Hoe scannen naar een computer
73
12
f Druk op Scan.
De machine begint met scannen. De map waar de gescande gegevens opgeslagen worden,
wordt automatisch geopend.
Hoofdstuk 12
74
Een document als PDF-bestand scannen met het
aanraakscherm 12
a Plaats het document (zie Hoe documenten plaatsen uu pagina 38).
b Druk op Scannen.
c Veeg naar links of naar rechts om naar bestand weer te geven.
wordt in het midden van het aanraakscherm blauw weergegeven.
d Druk op OK.
Wanneer de machine verbonden is met een netwerk, drukt u op de computernaam.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken, gaat u naar stap i.
Als u de standaardinstellingen wijzigen, gaat u naar stap e.
e Druk op Opties.
f Druk op Ingesteld op aanraakscherm.
Druk op Aan.
g Kies volgens uw behoefte de instellingen voor 2-zijdige scan
1
, Scantype,
Resolutie, Bestandstype, Afmeting scan en Achtergrondkleur verwijderen.
h Druk op OK.
i Druk op Start.
De machine begint met scannen.
1
MFC-9340CDW
Hoe scannen naar een computer
75
12
OPMERKING
De volgende scanmodi zijn beschikbaar.
naar USB (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
naar netwerk (Windows
®
)
naar FTP
nr e-mailserver
naar e-mail
naar afbeelding
naar OCR
naar bestand
WS Scan
1
(Web Services-scan)
1
Alleen Windows
®
-gebruikers (Windows Vista
®
SP2 of recenter, Windows
®
7 en Windows
®
8)
(uuSoftwarehandleiding.)
76
A
Verbruiksartikelen vervangen A
U dient de verbruiksartikelen te vervangen wanneer de machine aangeeft dat de levensduur van
de gebruiksartikelen verstreken is. U kunt de volgende verbruiksartikelen zelf vervangen:
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben
op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van de machine.
OPMERKING
De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat deze
als een module geïnstalleerd zijn. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine
wordt geplaatst, worden mogelijk het bericht Drumeenheid ! weergegeven.
Routinematig onderhoud A
Tonercartridge Drumeenheid
Zie De tonercartridges vervangen uu pagina 80.
Modelnaam: TN-241BK, TN-241C, TN-241M,
TN-241Y, TN-245C, TN-245M, TN-245Y
Zie De drumeenheden vervangen uu pagina 87.
Modelnaam: DR-241CL (4-delige drumkit) of
DR-241CL-BK, DR-241CL-CMY (enkele drum)
Riemeenheid Tonerbak
Zie De riemeenheid vervangen uu pagina 94.
Modelnaam: BU-220CL
Zie De tonerbak vervangen uu pagina 98.
Modelnaam: WT-220CL
Routinematig onderhoud
77
A
De meldingen in de tabel worden op het aanraakscherm weergegeven in de modus Gereed. Deze
meldingen waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het
einde van de gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te
schaffen voordat de machine stopt met afdrukken.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
Berichten op
aanraakscherm
Voor te bereiden
verbruiksartikelen
Gemiddelde
gebruiksduur
Hoe te vervangen Modelnaam
Toner bijna op
Prepareer nieuwe
toner- cassette.
Tonercartridge
BK = Zwart
C = Cyaan
M = Magenta
Y = Geel
<Zwart>
2.500
pagina's
125
<Cyaan,
Magenta, Geel>
1.400
pagina's
125
2.200
pagina's
126
Zie pagina 80.
TN-241BK
5
TN-241C
5
TN-241M
5
TN-241Y
5
TN-245C
6
TN-245M
6
TN-245Y
6
Drum bijna opX
1 drumeenheid
X = BK, C, M, Y
BK = Zwart
C = Cyaan
M = Magenta
Y = Geel
15.000
pagina's
134
Zie pagina 89. 4 drumeenheden:
DR-241CL
1 drumeenheid:
DR-241CL-BK
DR-241CL-CMY
Riem bijna op Riemeenheid
50.000 pagina's
1
Zie pagina 94. BU-220CL
Tnrbak bijna vol
Tonerbak
50.000 pagina's
1
Zie pagina 98. WT-220CL
78
U moet de machine regelmatig reinigen en bepaalde onderdelen vervangen wanneer de berichten
in de tabel op het aanraakscherm verschijnen.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
3
1 pagina per taak
4
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
Berichten op
aanraakscherm
Te vervangen
verbruiksartikelen
Gemiddelde
gebruiksduur
Hoe te vervangen Modelnaam
Toner vervangen
Tonercartridge
Het aanraakscherm
toont de kleur van
de tonercartridge
aan die u moet
vervangen.
BK = Zwart
C = Cyaan
M = Magenta
Y = Geel
<Zwart>
2.500 pagina's
125
<Cyaan, Magenta,
Geel>
1.400 pagina's
125
2.200 pagina's
126
Zie pagina 80.
TN-241BK
5
TN-241C
5
TN-241M
5
TN-241Y
5
TN-245C
6
TN-245M
6
TN-245Y
6
Drum vervangenX
Drumeenheid
X = BK, C, M, Y
BK = Zwart
C = Cyaan
M = Magenta
Y = Geel
15.000
pagina's
134
Zie pagina 89. 4 drumeenheden:
DR-241CL
1 drumeenheid:
DR-241CL-BK
DR-241CL-CMY
Stop
drumeenheid
Drumeenheid
Riemeenheid
vervangen
Riemeenheid
50.000 pagina's
1
Zie pagina 94. BU-220CL
Tonerafvalbakje
vervangen
Tonerbak
50.000 pagina's
1
Zie pagina 98. WT-220CL
Fuser vervangen Fuseereenheid
50.000 pagina's
1
Neem contact op met de
Klantenservice van Brother of uw lokale
Brother-leveranciers voor een
vervangende fusereenheid.
Vervang PF-set Papiertoevoerset
50.000 pagina's
1
Neem contact op met de
Klantenservice van Brother of uw lokale
Brother-leveranciers voor een
vervangende papiertoevoerset.
Routinematig onderhoud
79
A
OPMERKING
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor instructies over het retourneren van
gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u de gebruikte items
niet retourneert, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform de plaatselijke
voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u
contact op met de lokale afvalmaatschappij (uuHandleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE- en Batterijrichtlijnen).
We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen
dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur
van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19798.
Hoe vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van het afdrukvolume, de
dekkingsgraad, het gebruikte mediatype en hoe vaak de machine aan en uit wordt gezet.
Hoe vaak u verbruiksartikelen behalve tonercartridges moet vervangen, is afhankelijk van het
afdrukvolume, het gebruikte mediatype en hoe vaak de machine aan en uit wordt gezet.
80
De tonercartridges vervangenA
Modelnaam: TN-241BK
1
, TN-241C
1
,
TN-241M
1
, TN-241Y
1
, TN-245C
2
,
TN-245M
2
, TN-245Y
2
Met een Standaard tonercartridge kunt u
ongeveer 2.500 pagina's
3
(zwart) of
ongeveer 1.400 pagina's
3
(cyaan, magenta,
geel) afdrukken. Een tonercartridge met hoge
capaciteit kan ongeveer 2.200 pagina's
3
(cyaan, magenta, geel) afdrukken. De
daadwerkelijke paginatelling hangt af van het
type document dat u over het algemeen
gebruikt.
Op het aanraakscherm wordt
Toner bijna op weergegeven als een
tonercartridge bijna op is.
De tonercartridges die bij de machine worden
geleverd, dienen na ongeveer 1.000
pagina's
3
te worden vervangen.
1
Normale tonercartridge
2
Tonercartridge met hoge capaciteit
3
De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in
overeenstemming met ISO/IEC 19798.
OPMERKING
De aanduiding van de resterende
levensduur van de toner verschilt
naargelang de soort afgedrukte
documenten en het gebruik van de klant.
Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge
klaar te houden wanneer u de
waarschuwing Toner bijna op ziet.
Wij raden het gebruik van originele
tonercartridges van Brother aan voor een
hoge afdrukkwaliteit. Wanneer u
tonercartridges wilt aankopen, verwittigt u
de Klantenservice van Brother of uw
lokale Brother-leveranciers.
Wij raden u aan om de machine te
reinigen wanneer u een tonercartridge
vervangt (zie De machine reinigen en
controleren uu pagina 103).
Pak de nieuwe tonercartridge NOOIT uit
voor u klaar bent om de tonercartridge te
installeren.
Toner Laag A
Als het aanraakscherm Toner bijna op
aangeeft, koopt u een nieuwe tonercartridge
voor de op het aanraakscherm aangegeven
kleur, en zorg ervoor dat u deze bij de hand
heeft voor het bericht Toner vervangen
verschijnt.
Toner vervangen A
Wanneer Toner vervangen weergegeven
wordt op het aanraakscherm, stopt de
machine met afdrukken tot u de
tonercartridge vervangt.
Het aanraakscherm toont de kleur van de
tonercartridge aan die u moet vervangen.
(BK=Zwart, C=Cyaan, M=Magenta, Y=Geel).
Door een nieuwe originele tonercartridge van
Brother te plaatsen, wordt het bericht Toner
vervangen gereset.
Routinematig onderhoud
81
A
De tonercartridges vervangen A
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid voor
de op het aanraakscherm aangegeven
kleur.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
82
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
drumeenheid en tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
Routinematig onderhoud
83
A
WAARSCHUWING
Werp een tonercartridge of een module
met drumeenheid en tonercartridge
NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en
verwondingen veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften.)
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
te verwijderen met koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke en
stabiele ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
84
OPMERKING
Dicht de gebruikte tonercartridge goed af
in een zak, zodat er geen tonerstof uit de
cartridge kan worden gemorst.
Ga naar http://www.brother.com/original/
index.html voor instructies over het
retourneren van gebruikte
verbruiksartikelen aan het
recyclingprogramma van Brother. Als u de
gebruikte items niet retourneert, dient u
het gebruikte verbruiksartikel te
verwijderen conform de plaatselijke
voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Voor meer informatie
neemt u contact op met de lokale
afvalmaatschappij
(uuHandleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming
met de WEEE- en Batterijrichtlijnen).
e Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd
de cartridge met beide handen vast en
schud deze enkele keren heen en weer
om de toner gelijkmatig in de cartridge te
verdelen.
BELANGRIJK
Pak de tonercartridge pas uit op het
ogenblik dat u deze in de machine wilt
plaatsen. Als de tonercartridge lang voor
die tijd is uitgepakt, gaat de toner minder
lang mee.
Wanneer u een uitgepakte drumeenheid
in direct zonlicht (of gedurende lange tijd
in kamerverlichting) plaatst, kan de
eenheid beschadigd worden.
Brother-machines zijn ontworpen voor
gebruik met toner van een bepaalde
specificatie en werken optimaal wanneer
ze worden gebruikt met originele Brother-
tonercartridges. Brother kan deze
optimale prestaties niet garanderen indien
toner of tonercartridges van andere
specificaties worden gebruikt. Het gebruik
van andere cartridges dan die van Brother
of het gebruik van cartridges die met inkt
van andere merken zijn gevuld, wordt
derhalve afgeraden in combinatie met
deze machine. Indien de drumeenheid of
andere onderdelen van deze machine
worden beschadigd als gevolg van het
gebruik van toner of tonercartridges
anders dan originele Brother-producten,
vallen de als gevolg hiervan benodigde
reparaties niet onder de garantie; deze
producten zijn namelijk incompatibel of
ongeschikt voor deze machine.
Routinematig onderhoud
85
A
f Verwijder de bescherming.
BELANGRIJK
Plaats de nieuwe tonercartridge direct in
de drumeenheid nadat u de bescherming
hebt verwijderd. Raak de grijze delen
aangegeven in de illustratie NIET aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
voorkomen.
g Plaats de nieuwe tonercartridge stevig
in de drumeenheid tot u deze op zijn
plaats hoort vastklikken. Wanneer u de
cartridge correct plaatst, komt de
groene vergrendelhendel op de
drumeenheid automatisch omhoog.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
juiste wijze plaatst, anders komt deze los
van de drumeenheid.
86
h Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje
voorzichtig een paar keer van links naar
rechts en weer terug te schuiven.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op
het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op
de drumeenheid. Als u dit niet doet,
verschijnt mogelijk een verticale streep op
de afdrukken.
i Herhaal stap c en stap h om de drie
andere coronadraden te reinigen.
OPMERKING
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u
de tonercartridge niet uit de drumeenheid
te halen.
j Schuif elke module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
1
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
87
A
k Sluit het bovendeksel van de machine.
OPMERKING
Zorg dat u na het vervangen van de
tonercartridge de machine NIET
uitschakelt of het bovendeksel opent tot
het bericht Even geduld. verdwijnt van
het aanraakscherm en het apparaat
terugkeert naar de modus Gereed.
De drumeenheden vervangenA
Modelnaam: DR-241CL 4-delig. Drumkit of
enkele drumeenheden DR-241CL-BK,
DR-241CL-CMY
Een nieuwe drumeenheid kan ongeveer
15.000 enkelzijdige pagina's van A4- of
Letter-formaat bedrukken.
DR-241CL Drumkit bevat vier
drumeenheden, een zwarte (DR-241CL-BK)
en drie in kleur (DR-241CL-CMY).
DR-241CL-BK bevat één zwarte drum.
DR-241CL-CMY bevat één kleurendrum.
De drums verslijten door het algemeen
gebruik, de rotatie van de drums en de
interactie met papier, toner en andere
materialen in het papierpad. Bij het ontwerp
van dit product heeft Brother ervoor gekozen
het aantal rotaties van de drum als
doorslaggevend element te hanteren voor de
gebruiksduur van de drum. Wanneer een
drum de in de fabriek vastgelegde
rotatielimiet voor het nominale aantal
pagina's bereikt, verschijnt op het LCD-
aanraakscherm het advies om de relevante
drum(s) te vervangen. Het product blijft
werken, maar de afdrukkwaliteit zal niet
optimaal zijn.
Omdat de drums tijdens de diverse
werkingsfasen unisono draaien (ongeacht of
er toner op de pagina wordt afgezet) en
omdat schade aan slechts één drumeenheid
niet waarschijnlijk is, dient u alle drums
tegelijk te vervangen (tenzij u een individuele
drum [DR-241CL-BK voor zwart en
DR-241CL-CMY voor kleur] vervangt om
andere redenen dan het bereiken van de
nominale levensduur). Brother verkoopt de
drumeenheden daarom in een kit van vier
(DR-241CL).
88
BELANGRIJK
Gebruik alleen originele drumeenheden
en tonereenheden van Brother voor de
beste prestaties. Door af te drukken met
een drum- of tonereenheid van een ander
merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit
minder zijn, maar kunnen ook de
prestaties en de levensduur van de
machine afnemen. Problemen die worden
veroorzaakt door het gebruik van een
drumeenheid of een tonereenheid van
een ander merk, vallen niet onder de
garantie.
Drum! A
De coronadraden zijn vuil. Maak de
coronadraden in de vier drumeenheden
schoon (zie De coronadraden reinigen
uu pagina 108).
Als u de coronadraden gereinigd hebt en de
fout Drumeenheid ! nog steeds op het
aanraakscherm wordt weergegeven, moet de
drumeenheid worden vervangen. Vervang de
drumeenheden door een nieuwe kit.
Drum bijna vervangenX A
Als slechts één bepaalde drum bijna het
einde van zijn levensduur heeft bereikt,
verschijnt het bericht Drum bijna opX op
het aanraakscherm. De X geeft de kleur van
de drumeenheid aan die bijna het einde van
haar levensduur heeft bereikt. (BK=Zwart,
C=Cyaan, M=Magenta, Y=Geel). Het is aan te
bevelen originele Brother-drumeenheden
klaar te houden voor installatie. Koop een
nieuwe drumeenheid DR-241CL-BK (voor
zwart) of een DR-241CL-CMY (voor de kleur
C, M, Y) en zorg ervoor dat u deze bij de hand
heeft voor het bericht Drum vervangenX
verschijnt.
Drum vervangenX A
Als slechts één bepaalde drum moet worden
vervangen, verschijnt het bericht
Drum vervangenX op het aanraakscherm.
De X geeft de kleur van de drumeenheid aan
die u moet vervangen. (BK=Zwart, C=Cyaan,
M=Magenta, Y=Geel)
De drumeenheid heeft de geschatte
gebruiksduur overschreden. Vervang de
drumeenheid door een nieuwe. Het verdient
aanbeveling nu een originele Brother-
drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een
nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de
drumteller resetten. De instructies daartoe
vindt u in de doos waarin uw nieuwe
drumeenheid werd geleverd.
Drumstop A
We kunnen de afdrukkwaliteit niet
garanderen. Vervang de drumeenheid door
een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een
originele Brother-drumeenheid te installeren.
Wanneer u de drumeenheid vervangt en een
nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de
drumteller resetten. De instructies daartoe
vindt u in de doos waarin uw nieuwe
drumeenheid werd geleverd.
Routinematig onderhoud
89
A
De drumeenheden vervangen A
BELANGRIJK
Verwijder de drumeenheid voorzichtig,
deze kan toner bevatten. Knoeit u toner op
uw handen of uw kleren, veeg deze dan
onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in
koud water.
Reinig de binnenzijde van de machine als
u de drumeenheid vervangt (zie De
machine reinigen en controleren
uu pagina 103).
Pak de nieuwe drumeenheid NOOIT uit tot
u klaar bent om de drumeenheid te
installeren. Blootstelling aan direct
zonlicht (of gedurende lange tijd aan
kamerverlichting) kan de drumeenheid
beschadigen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid voor
de op het aanraakscherm aangegeven
kleur.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
drumeenheid en tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
90
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
WAARSCHUWING
Werp een tonercartridge of een module
met drumeenheid en tonercartridge
NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en
verwondingen veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften.)
Routinematig onderhoud
91
A
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
te verwijderen met koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke en
stabiele ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
OPMERKING
Stop de gebruikte drumeenheid in een zak
en sluit deze goed af, zodat er geen
tonerstof uit de drumeenheid kan lopen.
Ga naar http://www.brother.com/original/
index.html voor instructies over het
retourneren van gebruikte
verbruiksartikelen aan het
recyclingprogramma van Brother. Als u de
gebruikte items niet retourneert, dient u
het gebruikte verbruiksartikel te
verwijderen conform de plaatselijke
voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Voor meer informatie
neemt u contact op met de lokale
afvalmaatschappij
(uuHandleiding product veiligheid:
Recyclinginformatie in overeenstemming
met de WEEE- en Batterijrichtlijnen).
e Pak de nieuwe drumeenheid uit.
f Verwijder de bescherming.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
92
g Plaats de tonercartridge stevig in de
nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn
plaats hoort vastklikken. Wanneer u de
cartridge correct plaatst, komt de
groene vergrendelhendel automatisch
omhoog.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
juiste wijze plaatst, anders komt deze los
van de drumeenheid.
h Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje
voorzichtig een paar keer van links naar
rechts en weer terug te schuiven.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op
het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op
de drumeenheid. Als u dit niet doet,
verschijnt mogelijk een verticale streep op
de afdrukken.
i Herhaal stap c en stap h om de drie
andere coronadraden te reinigen.
OPMERKING
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u
de tonercartridge niet uit de drumeenheid
te halen.
1
Routinematig onderhoud
93
A
j Schuif elke module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
k Sluit het bovendeksel van de machine.
l Wanneer u de drumeenheid vervangt en
een nieuwe drumeenheid plaatst, moet
u de drumteller resetten. De instructies
daartoe vindt u in de doos waarin uw
nieuwe drumeenheid werd geleverd.
BK
C
M
Y
94
De riemeenheid vervangen A
Modelnaam: BU-220CL
Een nieuwe riemeenheid kan ongeveer
50.000 enkelzijdige pagina's van A4- of
Letter-formaat bedrukken.
Riem vervangen A
Wanneer het bericht
Riemeenheid vervangen op het
aanraakscherm verschijnt, dient u de
riemeenheid te vervangen.
Wanneer u de riemeenheid vervangt en een
nieuwe riemeenheid plaatst, moet u de teller
van de riemeenheid resetten. De instructies
daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe
riemeenheid werd geleverd.
BELANGRIJK
Raak het oppervlak van de riemeenheid
NOOIT aan. Als u dit toch doet, kan de
afdrukkwaliteit afnemen.
Schade veroorzaakt door een foutieve
hantering van de riemeenheid, kan de
garantie teniet doen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder alle modules met
tonercartridges en drumeenheden.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
Routinematig onderhoud
95
A
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
tonercartridge en drumeenheid op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
d Houd de groene handgreep van de
riemeenheid vast en hef de riemeenheid
op, waarna u de riemeenheid uittrekt.
96
BELANGRIJK
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
e Haal de nieuwe riemeenheid uit de
verpakking en plaats de nieuwe
riemeenheid in de machine.
Routinematig onderhoud
97
A
f Schuif elke module met tonercartridge
en drumeenheid in de machine en zorg
er daarbij voor dat de kleuren van de
tonercartridge overeenstemmen met
dezelfde kleuretiketten op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
g Sluit het bovendeksel van de machine.
h Wanneer u de riemeenheid vervangt en
een nieuwe riemeenheid plaatst, moet u
de teller van de riemeenheid resetten.
De instructies daartoe vindt u in de doos
waarin uw nieuwe riemeenheid werd
geleverd.
BK
C
M
Y
98
De tonerbak vervangen A
Modelnaam: WT-220CL
De levensduur van een tonerbak bedraagt
ongeveer 50.000 enkelzijdige pagina's van
A4- of letter-formaat.
Tonerbak bijna vol A
Als op het aanraakscherm
Tnrbak bijna vol verschijnt, heeft de
tonerbak bijna het einde van zijn levensduur
bereikt. Koop een nieuwe tonerbak en zorg
ervoor dat u deze bij de hand heeft vooraleer
het bericht Tonerafvalbakje vervangen
verschijnt.
Tonerbak vervangen A
Wanneer het bericht
Tonerafvalbakje vervangen op het
aanraakscherm verschijnt, dient u de
tonerbak te vervangen.
a Zorg ervoor dat de machine
ingeschakeld is.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder alle modules met
tonercartridges en drumeenheden.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
Routinematig onderhoud
99
A
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
tonercartridge en drumeenheid op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
d Houd de groene handgreep van de
riemeenheid vast en hef de riemeenheid
op, waarna u de riemeenheid uittrekt.
BELANGRIJK
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
100
e Verwijder het oranje
verpakkingsmateriaal en gooi het weg.
OPMERKING
Deze stap is alleen vereist wanneer u de
tonerbak de eerst keer vervangt; dit is niet
vereist voor de vervangende tonerbak.
Het oranje verpakkingsonderdeel is in de
fabriek aangebracht om uw machine
tijdens het transport te beschermen.
f Houd de groene handgreep van de
tonerbak vast en haal de tonerbak uit de
machine.
Routinematig onderhoud
101
A
WAARSCHUWING
Plaats de tonerbak NOOIT in vuur. Deze
kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften.)
BELANGRIJK
Hergebruik de tonerbak NOOIT.
OPMERKING
Dicht de gebruikte tonerbak goed af in een
zak, zodat er geen tonerstof uit de
tonerbak kan worden gemorst.
Gooi de gebruikte tonerbak weg conform
de plaatselijke voorschriften en behandel
de tonerbak niet als huishoudelijk afval.
Voor meer informatie neemt u contact op
met de lokale afvalmaatschappij.
g Haal de nieuwe tonerbak uit de
verpakking en plaats hem in de
machine.
102
h Plaats de riemeenheid weer in de
machine.
i Schuif elke module met tonercartridge
en drumeenheid in de machine en zorg
er daarbij voor dat de kleuren van de
tonercartridge overeenstemmen met
dezelfde kleuretiketten op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
j Sluit het bovendeksel van de machine.
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
103
A
De machine reinigen en
controleren A
Reinig de buiten- en de binnenkant van de
machine regelmatig met een droge, pluisvrije
doek. Reinig de binnenzijde van de machine
wanneer u de tonercartridge of de
drumeenheid vervangt. Als er tonervlekken
op een pagina staan, moet het inwendige van
de machine met een droge, pluisvrije doek
worden gereinigd.
WAARSCHUWING
Werp een tonercartridge of een module
met drumeenheid en tonercartridge
NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en
verwondingen veroorzaken.
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen
met alcohol of ammoniak. U kunt dan
namelijk brand veroorzaken of een
elektrische schok krijgen. Gebruik
uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uuHandleiding product veiligheid:
Algemene voorschriften.)
BELANGRIJK
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals
thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het
oppervlak van de machine beschadigd.
Gebruik NOOIT reinigingsmaterialen die
ammoniak bevatten.
Gebruik NOOIT schoonmaakalcohol om
vuil van het bedieningspaneel te
verwijderen. Het paneel zou kunnen
barsten.
104
De buitenzijde van de
machine reinigen A
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT vloeibare
reinigingsmiddelen (inclusief ethanol).
Het aanraakscherm reinigen
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Reinig het aanraakscherm met een
droge, zachte en pluisvrije doek.
c Schakel de machine in.
De buitenzijde van de machine reinigen
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Stof de buitenkant van de machine af
met een droge, pluisvrije doek.
c Trek de papierlade volledig uit de
machine.
d Verwijder het papier dat in de papierlade
is geplaatst.
e Als er iets in de papierlade vastzit, dient
u dit te verwijderen.
Routinematig onderhoud
105
A
f Stof de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge, pluisvrije
doek.
g Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
h Schakel de machine in.
De LED-koppen reinigen A
Als er zich een probleem met de
afdrukkwaliteit voordoet, zoals lichte of
verzwakte kleuren of verticale witte strepen of
banden op de pagina, reinigt u de LED-
koppen als volgt:
BELANGRIJK
Raak de vensters van de LED-koppen
NOOIT aan met uw vingers.
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
106
c Veeg de vensters van de vier LED-
koppen (1) af met een droge, pluisvrije
doek. Let op dat u de vensters van de
LED-koppen (1) niet met vingers
aanraakt.
d Sluit het bovendeksel van de machine.
e Schakel de machine in.
De glasplaat reinigen A
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b (MFC-9340CDW)
Vouw de ADF-documentsteun
(automatische documentinvoer) (1) uit
en open vervolgens het ADF-deksel
(automatische documentinvoer) (2).
Reinig de witte balk (3) en de strook van
de glasplaat (4) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die licht is
bevochtigd met water.
Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) (2) en vouw de ADF-
documentsteun (automatische
documentinvoer) (1) uit.
1
1
3
2
4
1
Routinematig onderhoud
107
A
c Til het documentdeksel op (1).
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en
de glasplaat (3) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die licht is
bevochtigd met water.
d In de ADF-eenheid (automatische
documentinvoer) reinigt u de witte
balk (1) en de glazen strook op de
glasplaat (2) eronder met behulp van
een zachte, pluisvrije doek die licht is
bevochtigd met water.
OPMERKING
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook
hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije
doek die u licht hebt bevochtigd met
water, nogmaals met uw vingertop over
het glas om te controleren of zich hierop
nog vuil bevindt. Reinig het glas zonodig
opnieuw. Mogelijk dient u het
reinigingsproces drie tot vier keer te
herhalen. Maak na elke reiniging een
kopie om te controleren of de glasplaat
schoon is.
e Sluit het documentdeksel.
f Schakel de machine in.
2
1
3
2
1
108
De coronadraden reinigen A
Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit
of als op het aanraakscherm
Drumeenheid ! verschijnt, reinigt u de
coronadraden als volgt:
a Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
b Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
Routinematig onderhoud
109
A
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
drumeenheid en tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
c Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje
voorzichtig een paar keer van links naar
rechts en weer terug te schuiven.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). De pijl op
het lipje moet uitgelijnd zijn met de pijl op
de drumeenheid. Als u dit niet doet,
verschijnt mogelijk een verticale streep op
de afdrukken.
1
110
d Schuif de module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
e Herhaal stappen b - d om de drie
andere coronadraden te reinigen.
OPMERKING
Om de coronadraden te reinigen, hoeft u
de tonercartridge niet uit de drumeenheid
te halen.
f Sluit het bovendeksel van de machine.
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
111
A
De drumeenheid reinigen A
Als uw afdruk om de 94 mm vlekken bevat,
volgt u onderstaande stappen om het
probleem te verhelpen.
a Controleer of de machine gereed is.
b Druk op .
c Druk op Alle instell..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Print lijsten weer te
geven.
e Druk op Print lijsten.
f Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Drumdot afdrukken weer
te geven.
g Druk op Drumdot afdrukken.
h
De machine geeft
Druk op [OK]
weer.
Druk op OK.
i De machine drukt de
drumcontrolepagina af. Druk daarna op
.
j Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
k Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
l De kleur van de gedrukte punten is de
kleur van de drum die u dient te reinigen.
Verwijder de module met de
tonercartridge en de drumeenheid van
de kleur die het probleem veroorzaakt.
112
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
drumeenheid en tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
Routinematig onderhoud
113
A
m Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
te verwijderen met koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
We raden u aan de tonercartridge op
wegwerppapier op een propere, vlakke en
stabiele ondergrond te plaatsen voor het
geval u per ongeluk toner morst.
<Tonercartridge>
<Drumeenheid>
114
n Draai de drumeenheid zoals
weergegeven op de afbeelding. Zorg
ervoor dat het wieltje van de
drumeenheid (1) zich links bevindt.
o Lees de volgende informatie op de
drumcontrolepagina.
Dotlocatie:
De pagina heeft acht genummerde
kolommen. Het getal van de kolom
met de afgedrukte dot erin wordt
gebruikt om de locatie van de dot op
de drum te vinden.
p Gebruik de genummerde markeringen
naast de drumrol om de markering te
vinden. Een punt in kolom 2 op de
controlepagina betekent bijvoorbeeld
dat er een zich een markering bevindt
op de drum in zone "2".
1
Routinematig onderhoud
115
A
q Controleer het oppervlak van het
verdachte deel terwijl u de rand van de
drumeenheid handmatig naar u toe
draait.
OPMERKING
Raak het oppervlak van de drum NOOIT
aan. Om problemen met de
afdrukkwaliteit te voorkomen, dient u de
drumeenheid aan de randen vast te
houden.
r Wanneer u hebt bepaald waar de
verontreiniging die de fout op de
drumcontrolepagina veroorzaakt zich
precies bevindt, veegt u deze plek op de
drum met een droog wattenstaafje
schoon totdat de markering is
verwijderd.
BELANGRIJK
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige
drum NIET met een scherp voorwerp of
met een vloeistof.
s Keer de drumeenheid opnieuw om.
t Plaats de tonercartridge stevig in de
nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn
plaats hoort vastklikken. Wanneer u de
cartridge correct plaatst, komt de
groene vergrendelhendel automatisch
omhoog.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de
juiste wijze plaatst, anders komt deze los
van de drumeenheid.
116
u Schuif de module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine.
Zorg ervoor dat de kleur van de
tonercartridge overeenkomt met het
label van dezelfde kleur op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
v Sluit het bovendeksel van de machine.
w Schakel de machine in en druk een
testpagina af.
BK
C
M
Y
Routinematig onderhoud
117
A
De papierinvoerrollen
reinigen A
Als u de papierinvoerrol regelmatig reinigt,
loopt er geen papier vast door het papier op
de juiste manier in te voeren.
Als er problemen zijn met het invoeren van
papier, reinigt u de papierinvoerrollen als
volgt:
a Houd ingedrukt om de machine uit
te schakelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Verwijder het papier dat in de papierlade
is geplaatst.
d Maak een pluisvrije doek nat met
handwarm water en wring deze goed
uit, veeg het scheidingsblok (1) op de
papierlade af om stof te verwijderen.
e Veeg de twee invoerrollen (1) in de
machine af om stof te verwijderen.
f Plaats de papierlade weer in de
machine.
g Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
h Schakel de machine in.
1
1
118
Kalibratie A
De uitvoerdichtheid van elke kleur kan
verschillend zijn afhankelijk van de omgeving
van de machine, zoals temperatuur en
vochtigheid. Met de kalibratie kunt u de
kleurdichtheid verbeteren.
a Druk op .
b Druk op Kalibratie.
c Druk op Kalibreren.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e De machine geeft Voltooid weer.
f Druk op .
U kunt alle fabrieksinstellingen van de
kalibratieparameters herstellen.
a Druk op .
b Druk op Kalibratie.
c Druk op Reset.
d Druk op Ja om te bevestigen.
e De machine geeft Voltooid weer.
f Druk op .
OPMERKING
Als een foutmelding verschijnt, drukt u op
OK en probeert u opnieuw.
(Zie Fout- en onderhoudsberichten
uu pagina 122 voor meer informatie.)
Als u de Windows
®
-printerdriver gebruikt,
haalt de driver de kalibratiegegevens
automatisch op als Calibratiegegevens
gebruiken en Apparaatgegevens
automatisch opvragen geselecteerd
zijn. De standaardinstellingen zijn aan
(uuSoftwarehandleiding).
Als u de Macintosh-printerdriver gebruikt,
zal de printerdriver de kalibratiegegevens
automatisch verkrijgen. Als u de
kalibratiegegevens handmatig wilt
verkrijgen, dan moet u de kalibratie
uitvoeren met behulp van de
Status Monitor
(uuSoftwarehandleiding).
Routinematig onderhoud
119
A
Automatische registratie A
Als volle gedeeltes van kleur of beelden
randen in cyaan, magenta of geel hebben,
kunt u de functie Automatische registratie
gebruiken om het probleem te verhelpen.
a Druk op .
b Druk op
Automatisch registreren.
c Druk op Ja om te bevestigen.
d De machine geeft Voltooid weer.
e Druk op .
Frequentie (kleurcorrectie) A
U kunt instellen hoe vaak de kleurcorrectie
(kleurkalibratie en automatische registratie)
wordt uitgevoerd. De standaardinstelling is
Normaal. Tijdens de kleurcorrectie wordt een
zekere hoeveelheid toner gebruikt.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Printer weer te geven.
d Druk op Printer.
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Frequentie weer te geven.
f Druk op Frequentie.
g Druk op Normaal, Laag of Uit.
h Druk op .
120
B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan eerst elk onderstaand item en
volg de tips voor het oplossen van problemen.
U zult de meeste problemen zelf kunnen verhelpen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het
Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Uw probleem identificeren B
Eerst controleren dat:
Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld. Als de machine niet
ingeschakeld wordt na het aansluiten van het netsnoer, raadpleegt u Andere problemen
uu pagina 153.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Het papier is correct in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn goed aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze
verbinding is zowel op de machine als uw computer ingesteld.
Berichten op aanraakscherm
(Zie Fout- en onderhoudsberichten uu pagina 122.)
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het
probleem dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.
Problemen met papier en afdrukken:
Problemen met afdrukken uu pagina 143
Problemen met papierbehandeling uu pagina 145
Ontvangen faxen afdrukken uu pagina 145
Telefoon- en faxproblemen:
Telefoonlijn of verbindingen uu pagina 146
Inkomende oproepen behandelen uu pagina 150
Faxen ontvangen uu pagina 147
Faxen verzenden uu pagina 149
Problemen oplossen B
Problemen oplossen
121
B
Problemen met kopiëren:
Problemen met kopiëren uu pagina 150
Problemen met scannen:
Problemen met scannen uu pagina 151
Software- en netwerkproblemen:
Problemen met de software uu pagina 151
Problemen met het netwerk uu pagina 152
122
Fout- en onderhoudsberichten B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen
verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste
routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fout-
en onderhoudsmeldingen staan in de tabel.
U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Indien u extra
hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips
voor het oplossen van problemen:
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
2-zijd. vastgel. Het papier is vastgelopen
onder de papierlade of
fuseereenheid.
Zie Het papier is vastgelopen onder de
papierlade uu pagina 141.
2-zijdig
uitgeschakeld
Het achterdeksel van de
machine is niet volledig
gesloten.
Sluit het achterdeksel van de machine tot het in
de gesloten positie vergrendelt.
Aanraakscherm
initialiseren
mislukt
Het aanraakscherm werd
bediend voor de
inschakelinitialisatie voltooid
was.
Zorg ervoor dat er niets tegen het
aanraakscherm komt of erop rust.
Er kan vuil zitten tussen het
onderste gedeelte van het
aanraakscherm en zijn rand.
Plaats een stuk stevig papier tussen het
onderste gedeelte van het aanraakscherm en
zijn rand en schuif het heen en weer om het vuil
weg te duwen.
Afdrukken
onmogelijk XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen, wacht enkele minuten en
schakel de machine weer in (zie Uw faxen
of faxjournaal overbrengen
uu pagina 130).
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met de klantenservice van
Brother voor ondersteuning.
Afgebroken De andere persoon of de
faxmachine van de andere
persoon heeft het gesprek
beëindigd.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Problemen oplossen
123
B
Afkoelen
Even geduld
De temperatuur van de
drumeenheid of de
tonercartridge is te hoog. De
machine onderbreekt de
huidige afdruktaak en gaat in
de afkoelingsstand. Tijdens het
afkoelen hoort u de
koelventilator draaien terwijl op
het aanraakscherm Afkoelen
en Even geduld wordt
weergegeven.
Controleer of u de ventilator in de machine kunt
horen draaien, en dat de uitlaat nergens door
geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, verwijdert u eventuele
voorwerpen rondom de uitlaat, en laat u de
machine vervolgens ingeschakeld zonder deze
enkele minuten aan te raken.
Als de ventilator niet draait, koppelt u de
machine enkele minuten los van de stroom en
verbindt u deze vervolgens opnieuw.
Cartridgefout
Plaats
tonercassette
terugX
1
1
(X) toont de kleur van
de tonercartridge met
het probleem.
(BK)=zwart, (Y)=geel,
(M)=magenta,
(C)=cyaan.
De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Trek de modules met de tonercartridge en de
drumeenheid uit voor de op het
aanraakscherm aangegeven kleur. Verwijder
de tonercartridge en plaats deze opnieuw in de
drumeenheid. Plaats de module met de
tonercartridge en drumeenheid terug in de
machine.
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u
contact op met de Klantenservice van Brother
of uw lokale Brother-leveranciers.
Communicatiefout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Probeer de fax nogmaals te verzenden of sluit
de machine aan op een andere telefoonlijn. Als
het probleem nog niet is verholpen, neemt u
contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u
of ze uw telefoonlijn willen controleren.
Deksel is open. Het bovendeksel is niet
volledig gesloten.
Sluit het bovendeksel van de machine.
De fuseerklep is niet volledig
gesloten of er is papier
vastgelopen in de achterzijde
van de machine toen u deze
inschakelde.
Sluit het fuseerdeksel, dat zich aan de
binnenzijde van het achterdeksel van de
machine bevindt.
Controleer of er geen papier achter het
fuseerdeksel aan de achterzijde van de
machine is vastgelopen, sluit vervolgens
het fuseerdeksel en druk op Start (zie
Papier is vastgelopen aan de achterkant
van de machine uu pagina 136).
Deksel is open. Het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) is niet
volledig gesloten.
Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) van de machine.
Deksel is open. Het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) is geopend
tijdens het laden van een
document.
Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer) van de machine en druk dan
op .
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
124
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of toegevoerd, of het
document dat via de ADF
(automatische
documentinvoer) is gescand,
was te lang.
Zie Document vastgelopen in de bovenzijde
van de ADF (automatische documentinvoer)
uu pagina 132 of De automatisch
documentinvoer (ADF) gebruiken
uu pagina 38.
Drum bijna opX
1
1
(X) toont de kleur van
de drumeenheid die
bijna het einde van
haar levensduur heeft
bereikt. (BK)=zwart,
(Y)=geel,
(M)=magenta,
(C)=cyaan.
De drumeenheid voor de kleur
die aangegeven is op het
aanraakscherm, heeft bijna het
einde van haar levensduur
bereikt.
Bestel een nieuwe drumeenheid voor de kleur
die aangegeven is op het aanraakscherm
vooraleer het bericht Drum vervangenX
verschijnt.
Drum vervangenX
1
1
(X) geeft de kleur van
de drumeenheid aan
die moet worden
vervangen. BK=zwart,
C=cyaan,
M=magenta, Y=geel.
De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid voor de kleur die
aangegeven is op het aanraakscherm (zie De
drumeenheden vervangen uu pagina 89).
De drumteller is na het
plaatsen van een nieuwe drum
niet gereset.
Reset de teller van de drumeenheid. (zie De
drumeenheden vervangen uu pagina 89.)
Drumeenheid ! De coronadraden van de
drumeenheden moeten
worden schoongemaakt.
Maak de coronadraden op de drumeenheden
schoon (zie De coronadraden reinigen
uu pagina 108).
De drumeenheid of de module
met de tonercartridge en
drumeenheid is niet correct
geïnstalleerd.
Plaats de tonercartridge in de drumeenheid die
aangegeven is op het aanraakscherm.
Installeer de module met de drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
Formaat onjuist Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade
en pas het papierformaat aan de lade aan (zie
Papierformaat uu pagina 32).
Formaatfout
tweezijdig
Het papierformaat opgegeven
in de printerdriver en het menu
van het aanraakscherm is niet
beschikbaar voor automatisch
tweezijdig afdrukken.
Druk op . Kies een papierformaat dat wordt
ondersteund door tweezijdig afdrukken.
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat en is niet
beschikbaar voor automatisch
tweezijdig afdrukken.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade
en pas het papierformaat aan de lade aan (zie
Papierformaat uu pagina 32).
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Fout fusereenheid De temperatuur van de
fuseereenheid bereikt een
bepaalde temperatuur niet
binnen een bepaalde tijd.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen, wacht enkele seconden en schakel
de machine weer in. Laat de machine
gedurende 15 minuten inactief maar
ingeschakeld.
De fuseereenheid is te heet.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
125
B
Fout toegang
logboekbestand
De machine krijgt geen
toegang tot het bestand met
het afdruklogboek op de
server.
Neem contact op met uw beheerder voor meer
informatie over de instellingen voor
Afdruklogboek op netwerk opslaan.
Voor meer informatie, uuNetwerkhandleiding:
Afdruklogboek op netwerk opslaan
Fuser vervangen De fuseereenheid moet
worden vervangen.
Neem contact op met de Klantenservice van
Brother of een bevoegd servicecentrum van
Brother om de fusereenheid te vervangen.
Geen afvaltoner De tonerbak is niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de tonerbak opnieuw (zie De
tonerbak vervangen uu pagina 98).
Geen antw/Bezet Het gebelde nummer
antwoordt niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer opnieuw.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen
naar een faxmachine die niet in
de wachtstand voor pollen
staat.
Controleer of de andere faxmachine is
ingesteld op pollen.
Geen lade De standaardpapierlade is niet
of niet juist geïnstalleerd.
Installeer de papierlade opnieuw.
Geen papier De machine heeft geen papier
meer in de papierlade of het
papier is niet correct in de
papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Plaats papier in de papierlade. Zorg ervoor
dat de papiergeleiders op het correcte
formaat ingesteld zijn.
Verwijder het papier en plaats het opnieuw.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het
correcte formaat ingesteld zijn.
Geen riemeenheid De riemeenheid is niet correct
geïnstalleerd.
Installeer de riemeenheid opnieuw (zie De
riemeenheid vervangen uu pagina 94).
Geen toestemming Het afdrukken van
kleurdocumenten wordt
beperkt door Secure Function
Lock 2.0. De afdruktaak wordt
geannuleerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Geen toner De tonercartridge of de module
met de tonercartridge en
drumeenheid is niet correct
geïnstalleerd.
Verwijder de module met de tonercartridge en
drumeenheid voor de op het aanraakscherm
aangegeven kleur. Verwijder de tonercartridge
uit de drumeenheid en plaats de tonercartridge
terug in de drumeenheid. Installeer de module
met de tonercartridge en drumeenheid
opnieuw in de machine. Als het probleem zich
blijft voordoen, vervangt u de tonercartridge
(zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 80).
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
126
Geheugen vol Het geheugen van de machine
is vol.
Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Nu verzenden, Deelafdruk of
Stoppen om de gescande pagina's te
verzenden of te kopiëren.
Druk op en wacht tot andere taken zijn
voltooid en probeer het vervolgens
opnieuw.
Wis de faxen in het geheugen.
Druk de faxberichten die opgeslagen zijn in
het geheugen af om het geheugen voor
100% beschikbaar te maken. Schakel
daarna Fax opslaan uit om te vermijden dat
er nog meer faxen in het geheugen worden
opgeslagen (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: Een fax in het
geheugen afdrukken en Fax opslaan).
Bezig met afdrukken
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Verlaag de afdrukresolutie.
(uuSoftwarehandleiding.)
Wis de faxen uit het geheugen (zie
bovenstaande uitleg).
Geheugen vol
Beveiligde
afdrukgegevens
vol. Druk op Stop
en verwijder
eerder opgeslagen
data.
Het geheugen van de machine
is vol.
Druk op en verwijder de eerder opgeslagen
beveiligde afdrukgegevens.
Handinvoer Handmatig was geselecteerd
als papierbron terwijl er geen
papier geplaatst was in de
sleuf voor handmatige invoer.
Plaats papier in de sleuf voor handmatige
invoer (zie Papier plaatsen in de sleuf voor
handmatige invoer uu pagina 27).
Handm. vastgel. Het papier is vastgelopen in de
sleuf voor handmatige invoer
van de machine.
Zie Papier vastgelopen in de sleuf voor
handmatige invoer uu pagina 134.
Hernoem bestand Op het USB-flashstation staat
al een bestand met dezelfde
naam als het bestand dat u wilt
opslaan.
Wijzig de naam van het bestand op het USB-
flashstation of van het bestand dat u wilt
opslaan.
Hub niet
ondersteund
Een USB-hub is aangesloten
op de USB-direct interface.
Koppel de USB-hub los van de USB-direct
interface.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
127
B
Kalibratie
mislukt.
Kalibratie mislukt. Druk op OK en probeer opnieuw.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen.
Wacht een paar seconden en schakel de
machine vervolgens weer in.
Voer de kleurkalibratie opnieuw uit met het
aanraakscherm of de printerdriver (zie
Kalibratie uu pagina 118).
Plaats een nieuwe riemeenheid (zie De
riemeenheid vervangen uu pagina 94).
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met de Klantenservice van
Brother of uw lokale Brother-leveranciers.
Klein papier Het papierformaat dat
opgegeven is in de
printerdriver, is te klein om het
te kunnen afleveren in de
uitvoerlade met bedrukte zijde
naar beneden.
Open het achterdeksel (achterste uitvoerlade)
om het gedrukte papier op te vangen op de
achterste uitvoerlade, en druk dan op Start.
Kort papier Het papier in de lade is te kort
om het papier af te leveren in
de documentuitvoer met
bedrukte zijde naar beneden.
Open het achterdeksel (documentuitvoer met
bedrukte zijde naar boven) zodat de bedrukte
pagina naar de documentuitvoer met bedrukte
zijde naar boven kan gaan. Verwijder de
gedrukte pagina's en druk daarna op Start.
Lade vast Het papier is vastgelopen in de
papierlade van de machine.
Zie Het papier is vastgelopen in de papierlade
uu pagina 134.
Lage temperatuur De kamertemperatuur is te
laag voor een goede werking
van de machine.
Verhoog de kamertemperatuur zodat de
machine goed kan werken.
Limiet
overschreden
Het maximale aantal pagina's
dat u mag afdrukken is
overschreden. De afdruktaak
wordt geannuleerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Onbruikb. app. Een USB-apparaat of USB-
flashstation dat niet wordt
ondersteund / versleuteld is,
werd op de USB-direct
interface aangesloten.
Haal het apparaat uit de USB-direct interface
(raadpleeg de specificaties voor ondersteunde
USB-flashstations in Gegevens afdrukken
vanaf een USB-flashstation of digitale camera
met ondersteuning voor massaopslag (Voor
MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
uu pagina 66).
Onbruikb. app.
Verwijder
apparaat. Zet uit
en weer aan.
Een defect USB-apparaat of
een USB-apparaat dat veel
energie verbruikt, werd op de
USB-direct interface
aangesloten.
Koppel het apparaat los van de USB-direct
interface. Houd ingedrukt om de machine
uit te schakelen, en schakel de machine weer
in.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
128
Registratie
mislukt.
Registratie mislukt. Druk op OK en probeer opnieuw.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen.
Wacht een paar seconden en schakel ze
dan weer in.
Voer de automatische kleurregistratie uit
met behulp van het aanraakscherm (zie
Automatische registratie uu pagina 119).
Plaats een nieuwe riemeenheid (zie De
riemeenheid vervangen uu pagina 94).
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met Klantenservice van
Brother.
Riemeenheid
vervangen
Het is tijd om de riemeenheid
te vervangen.
Vervang de riemeenheid (zie De riemeenheid
vervangen uu pagina 94).
Scannen
onmogelijk
Het document is te lang voor
dubbelzijdig scannen.
Druk op . Gebruik papier van het geschikte
formaat voor dubbelzijdig scannen (zie
Afdrukmedia uu pagina 229).
Scannen
onmogelijk XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
Houd ingedrukt om de machine uit te
schakelen, en schakel de machine weer in
(zie Uw faxen of faxjournaal overbrengen
uu pagina 130).
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt
u contact op met de klantenservice van
Brother voor ondersteuning.
Stop drumeenheid De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid voor de kleur die
aangegeven is op het aanraakscherm. (zie De
drumeenheden vervangen uu pagina 89.)
Te veel best. Op het USB-flashstation zijn te
veel bestanden opgeslagen.
Verminder het aantal opgeslagen bestanden
op het USB-flashstation.
Tnrbak bijna vol De tonerbak is aan het einde
van zijn gebruiksduur.
Koop een nieuwe tonerbak voor het bericht
Tonerafvalbakje vervangen verschijnt.
ToegangGeweigerd De functie die u wilt gebruiken
is beperkt door Secure
Function Lock 2.0.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Toegangsfout Het apparaat werd ontkoppeld
van de USB-direct interface
terwijl gegevens werden
verwerkt.
Druk op . Sluit het apparaat opnieuw aan en
probeer af te drukken via Rechtstreeks
Afdrukken.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
129
B
Toner bijna op Als op het aanraakscherm
Toner bijna op wordt
aangegeven, kunt u nog
steeds afdrukken. Het
betekent echter dat de
tonercartridge het einde van de
gebruiksduur nadert.
Bestel nu een nieuwe tonercartridge voor de
kleur die is aangegeven op het
aanraakscherm, zodat een vervangende
tonercartridge beschikbaar is wanneer Toner
vervangen op het aanraakscherm verschijnt.
Toner vervangen
1
1
Het aanraakscherm
toont de kleur van de
tonercartridge aan die
u moet vervangen.
BK=zwart, C=cyaan,
M=magenta, Y=geel
De tonercartridge is aan het
einde van zijn gebruiksduur.
De machine stopt alle
afdruktaken.
Als er voldoende geheugen
beschikbaar is, worden faxen
opgeslagen in het geheugen.
Vervang de tonercartridge voor de kleur die
aangegeven is op het aanraakscherm (zie De
tonercartridges vervangen uu pagina 80).
Tonerafvalbakje
vervangen
De tonerbak moet worden
vervangen.
Vervang de tonerbak (zie De tonerbak
vervangen uu pagina 98).
Tonerfout Een of meer tonercartridges
zijn niet juist geïnstalleerd.
Trek de drumeenheden uit. Verwijder alle
tonercartridges en plaats ze dan terug in de
drumeenheden.
USB tegen
schrijven
beveiligd
De beveiligingsschakelaar van
het USB-flashstation is
ingeschakeld.
Schakel de beveiligingsschakelaar van het
USB-flashstation uit.
Vast achter Het papier is vastgelopen aan
de achterkant van de machine.
Zie Papier is vastgelopen aan de achterkant
van de machine uu pagina 136.
Vast intern Het papier is vastgelopen in de
machine.
Zie Papier is vastgelopen in de machine
uu pagina 138.
Vervang PF-set De papiertoevoerset moet
worden vervangen.
Neem contact op met de Klantenservice van
Brother of een bevoegd servicecentrum van
Brother om de PF Kit te vervangen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
130
Uw faxen of faxjournaal
overbrengen B
Wanneer op het aanraakscherm een van de
volgende meldingen wordt weergegeven:
Afdrukken onmogelijk XX
Scannen onmogelijk XX
We adviseren u uw faxen over te brengen
naar een ander faxapparaat of naar uw
computer (zie Faxen overbrengen naar een
ander faxapparaat uu pagina 130 of Faxen
overbrengen naar uw computer
uu pagina 131).
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
zien of er faxen zijn die u moet overbrengen
(zie Het faxjournaal overbrengen naar een
ander faxapparaat uu pagina 131).
OPMERKING
Als er een foutmelding op het
aanraakscherm van de machine
verschijnt nadat de faxen zijn
overgebracht, verwijdert u de stekker van
de machine enkele minuten uit het
stopcontact en sluit u deze vervolgens
weer aan.
Faxen overbrengen naar een ander
faxapparaat B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken (uuInstallatiehandleiding:
Persoonlijke gegevens invoeren
(stations-ID)).
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op .
c Druk op Alle instell..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Service weer te geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Fax overdracht.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het aanraakscherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine aanwezig. Druk op
Sluiten.
Voer het faxnummer in van het
apparaat waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
i Druk op Fax Start.
Problemen oplossen
131
B
Faxen overbrengen naar uw computerB
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw computer overbrengen.
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite is
geïnstalleerd en activeer vervolgens
PC-FAX Ontvangst op de computer.
Volg de instructies voor het
besturingssysteem dat u gebruikt.
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
In het menu (Starten) selecteert
u Alle programma's > Brother >
MFC-XXXX > PC-FAX Ontvangst >
Ontvangen. (XXXX is uw
modelnaam.)
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en
klik vervolgens op de
vervolgkeuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien dit nog niet is
gebeurd). Klik in de
linkernavigatiebalk op
PC-FAX Ontvangen en daarna op
Ontvangen.
c Controleer of u PC-Fax ontv. hebt
ingesteld op de machine (zie PC-Fax
ontvangen (alleen voor Windows
®
)
uu pagina 52).
Wanneer er nog faxen in het geheugen
van de machine zijn wanneer u PC-Fax
Ontvangen instelt, vraagt het
aanraakscherm u of u de faxen wilt
overbrengen naar uw computer.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u alle faxen wilt
overbrengen naar uw computer,
drukt u op Ja. Als Faxvoorbeeld is
ingesteld op Uit, wordt gevraagd of u
een reservekopieën wilt afdrukken.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op
Nee.
e Druk op .
Het faxjournaal overbrengen naar een
ander faxapparaat B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken (uuInstallatiehandleiding:
Persoonlijke gegevens invoeren
(stations-ID)).
a Druk op om de fout tijdelijk te
onderbreken.
b Druk op .
c Druk op Alle instell..
d Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Service weer te geven.
e Druk op Service.
f Druk op Dataoverdracht.
g Druk op Rapporttransfer.
h Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden verzonden.
i Druk op Fax Start.
132
Vastgelopen
documenten B
Document vastgelopen in de
bovenzijde van de ADF
(automatische
documentinvoer) B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF (automatische
documentinvoer).
b Open het ADF-deksel (automatische
documentinvoer).
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
Als het document scheurt, dient u ervoor
te zorgen dat alle kleine papierresten
verwijderd zijn om te vermijden dat het
papier opnieuw vastloopt.
d Sluit het ADF-deksel (automatische
documentinvoer).
e Druk op .
Document vastgelopen onder
het documentdeksel B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF (automatische
documentinvoer).
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
Als het document scheurt, dient u ervoor
te zorgen dat alle kleine papierresten
verwijderd zijn om te vermijden dat het
papier opnieuw vastloopt.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op .
Problemen oplossen
133
B
Kleine documenten
verwijderen die zijn
vastgelopen in de ADF
(automatische
documentinvoer) B
a Til het documentdeksel op.
b Plaats een stuk stevig papier, zoals
Cardstock, in de ADF (automatische
documentinvoer) om kleine stukjes
papier erdoor te duwen.
c Sluit het documentdeksel.
d Druk op .
Document vastgelopen in de
uitvoerlade B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF (automatische
documentinvoer).
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op .
134
Vastgelopen papier B
Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet
u altijd eerst al het papier dat nog in de
papierlade zit verwijderen en het papier in
een nette stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat
er meerdere vellen papier tegelijk worden
ingevoerd en dat papier vastloopt.
Papier vastgelopen in de sleuf
voor handmatige invoer
B
Als op het aanraakscherm
Handm. vastgel. wordt weergegeven,
voert u deze stappen uit:
a Verwijder al het papier dat is
vastgelopen in en rond de sleuf voor
handmatige invoer.
b Druk op Start om het afdrukken voort
te zetten.
Het papier is vastgelopen in de
papierlade
B
Als op het aanraakscherm Lade vast wordt
weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Trek met beide handen het vastgelopen
papier voorzichtig naar buiten.
OPMERKING
Wanneer u het vastgelopen papier er naar
beneden toe uittrekt, gaat het
eenvoudiger.
Problemen oplossen
135
B
c Zorg ervoor dat het papier de maximum
markering ( ) van de papierlade
niet bereikt. Houd de groene
ontgrendelingshendel van de
papiergeleiders ingedrukt en stel de
geleiders af op het gebruikte
papierformaat. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten.
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
Het papier is vastgelopen in
de uitvoerlade B
Wanneer het papier is vastgelopen aan de
uitvoerlade, voert u deze stappen uit:
a Gebruik beide handen om de scanner te
openen.
OPMERKING
Wanneer het bovendeksel geopend is,
kunt u de scanner niet openen.
b Verwijder het papier.
136
c Duw de scanner met beide handen
omlaag om hem te sluiten.
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine B
Als op het aanraakscherm Vast achter
wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten
ingeschakeld zodat de interne ventilator
de extreem warme interne delen van de
machine kan afkoelen.
b Open het achterdeksel.
Problemen oplossen
137
B
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
c Trek de groene lipjes aan de linker- en
rechterkant naar omlaag om het
fuseerdeksel (1) los te laten.
d Trek met beide handen voorzichtig het
vastgelopen papier uit de
fuseereenheid.
1
138
e Sluit het fuseerdeksel (1). Zorg ervoor
dat de groene lipjes aan de linker- en
rechterkant vergrendelen.
f Sluit het achterdeksel tot het in de
gesloten positie vergrendelt.
Papier is vastgelopen in de
machine B
Als op het aanraakscherm Vast intern
wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten
ingeschakeld zodat de interne ventilator
de extreem warme interne delen van de
machine kan afkoelen.
b Open het bovendeksel tot het in de
geopende positie vergrendelt.
c Verwijder alle modules met
tonercartridges en drumeenheden.
1
Problemen oplossen
139
B
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
BELANGRIJK
We raden u aan de module met de
tonercartridge en drumeenheid op
wegwerppapier op een propere, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
140
d Trek het vastgelopen papier langzaam
uit.
e Schuif elke module met tonercartridge
en drumeenheid in de machine en zorg
er daarbij voor dat de kleuren van de
tonercartridge overeenstemmen met
dezelfde kleuretiketten op de machine.
BK = zwart, C = cyaan,
M = magenta, Y= geel
BK
C
M
Y
Problemen oplossen
141
B
f Sluit het bovendeksel van de machine.
OPMERKING
Als u de machine uitschakelt terwijl
Vast intern wordt weergegeven op het
aanraakscherm, zal de machine
onvolledige gegevens van uw computer
afdrukken wanneer deze is ingeschakeld.
Voordat u de machine inschakelt, dient u
de taak te verwijderen uit de afdrukspoel
van uw computer.
Het papier is vastgelopen
onder de papierlade B
Als op het aanraakscherm
2-zijd. vastgel. wordt weergegeven,
voert u deze stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten
ingeschakeld zodat de interne ventilator
de extreem warme interne delen van de
machine kan afkoelen.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Zorg ervoor dat het vastgelopen papier
niet in de machine blijft steken.
142
d Als er geen papier is vastgelopen in de
machine, controleert u onder de
papierlade.
e Als het papier niet is vastgelopen in de
papierlade, opent u het achterdeksel.
WAARSCHUWING
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht tot de machine is afgekoeld
voordat u interne onderdelen aanraakt.
f Trek het vastgelopen papier voorzichtig
en met beide handen uit de achterkant
van de machine.
g Sluit het achterdeksel tot het in de
gesloten positie vergrendelt.
h Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
Problemen oplossen
143
B
Als u problemen hebt met de machine B
BELANGRIJK
Voor technische ondersteuning moet u de servicedienst bellen in het land waar u de machine
hebt gekocht. Er dient vanuit dat land te worden gebeld.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de
tips voor het oplossen van problemen. U zult de meeste problemen zelf kunnen verhelpen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente
veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Problemen met afdrukken
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het aanraakscherm een foutmelding weergeeft (zie Fout- en
onderhoudsberichten uu pagina 122).
Controleer of de machine online is:
(Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
klik op de knop (Starten) > Apparatenenprinters. Klik met de
rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer en klik op
Afdruktaken weergeven. Klik op Printer in de menubalk. Controleer of
Printer offline gebruiken is gewist.
(Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op de knop (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden
> Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer. Zorg
ervoor dat Printer offline gebruiken niet is vermeld. Als deze is vermeld, klik dan
op deze optie om de driver online in te stellen.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op de knop Start > Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop
op Brother MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken niet
is vermeld. Als deze is vermeld, klik dan op deze optie om de driver online in te
stellen.
(Windows
®
8 en Windows Server
®
2012)
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de
menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm. Klik in de
groep Hardware en geluiden (Hardware) op Apparaten en printers
weergeven. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer >
Afdruktaken weergeven. Als de printerdriveropties verschijnen, selecteert u uw
printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat
Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
De machine drukt niet af of is met
afdrukken gestopt.
Druk op .
De machine annuleert de afdruktaak en wist deze uit het geheugen. De afgedrukte
documenten zijn mogelijk onvolledig.
144
De kop- of voetteksten in het
document worden op het scherm
weergegeven, maar worden niet op
de pagina afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas
de boven- en ondermarge voor uw document aan (zie Onscanbare en
onbedrukbare gedeeltes uu pagina 31).
De machine print onverwacht of
print heel slecht.
Druk op om afdruktaken te annuleren.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
De machine print de eerste
pagina's correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele pagina's.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
Uw computer herkent het volledige signaal van de invoerbuffer van de machine
niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten
(uuInstallatiehandleiding).
De machine drukt niet tweezijdig af,
ook al is de printerdriver ingesteld
op dubbelzijdig.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U dient A4 (60
tot 105 g/m
2
) te kiezen.
De machine geeft het USB-menu
niet weer wanneer u een USB-
flashgeheugen aansluit op de USB-
direct interface.
Wanneer de stand Diepe Slaap is geactiveerd, ontwaakt de machine niet, zelfs
niet wanneer u een USB-flashgeheugenstation aansluit op de USB-direct
interface. Druk op het aanraakscherm om de machine opnieuw te activeren.
Kan afdrukken van 'Paginalay-out'
niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
De afdruksnelheid is te traag. Wijzig de instelling in de printerdriver. Als u de hoogste resolutie selecteert, duurt
het langer om de gegevens te verwerken, te versturen en af te drukken.
De machine drukt niet af vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Probeer de afdrukresolutie te verlagen (uuSoftwarehandleiding).
Slechte afdrukkwaliteit Zie De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 157.
Problemen met afdrukken (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
145
B
Problemen met papierbehandeling
Problemen Suggesties
De machine voert geen papier in. Als op het aanraakscherm het bericht Vastgelopen papier wordt weergegeven en
het probleem is niet verholpen, raadpleegt u Fout- en onderhoudsberichten
uu pagina 122.
Als de papierlade leeg is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het
papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade
halen, de stapel omdraaien en weer in de papierlade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Zorg ervoor dat Handmatig in de printerdriver niet is geselecteerd voor
Papierbron.
Maak de papierinvoerrollen schoon (zie De papierinvoerrollen reinigen
uu pagina 117).
De machine neemt geen papier uit
de sleuf voor handmatige invoer.
Gebruik beide handen om één vel papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer
te duwen tot de bovenrand van het papier tegen de papierinvoerrollen duwt. Blijf
het papier tegen de rollen duwen tot de machine het papier vastneemt en verder
in de machine trekt.
Plaats slechts één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer.
Controleer of in de printerdriver Handmatig is geselecteerd voor Papierbron.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken? Plaats één enveloppe tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer. Uw toepassing
moet zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt
u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw
toepassing (zie de handleiding bij de toepassing voor meer informatie.)
Ontvangen faxen afdrukken
Problemen Suggesties
Tekst te dicht op elkaar
Horizontale strepen
Er ontbreken delen van de
bovenste en onderste zinnen
Ontbrekende lijnen
Meestal is dit te wijten aan een slechte telefoonlijn. Maal een kopie; als de kopie
er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis
op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Verticale zwarte lijnen bij ontvangst De coronadraden voor het afdrukken kunnen vuil zijn. Maak de coronadraden op
de drumeenheden schoon (zie De coronadraden reinigen uu pagina 108).
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen faxen zien eruit als
gesplitste of blanco pagina's.
De linker- en rechtermarge zijn afgebroken of een enkele pagina wordt afgedrukt
op twee pagina's (zie Papierformaat uu pagina 32).
Schakel de automatische verkleining in (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: Een verkleinde inkomende fax afdrukken).
146
Telefoonlijn of verbindingen
Problemen Suggesties
Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks
in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken.
Wijzig de instelling voor Toon/Puls (uuInstallatiehandleiding). (voor Nederland)
Als er een externe telefoon is aangesloten op de machine, stuurt u een
handmatige fax door de hoorn van de externe telefoon op te nemen en het
nummer te kiezen met behulp van de externe telefoon. Wacht tot u de
faxontvangsttonen hoort en druk dan op Fax Start.
Als er geen kiestoon is, sluit u een werkende telefoon en telefoonsnoer
rechtstreeks aan op de hoofdtelefoonwandaansluiting. Pak vervolgens de hoorn
van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort. Als er nog steeds
geen kiestoon is, vraag dan uw telefoonbedrijf om de lijn en de wandcontactdoos
te controleren.
De machine neemt niet op wanneer
er wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling (zie
Instellingen ontvangstmodus uu pagina 47).
Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te
horen wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting
van het telefoonsnoer. Als u de telefoon niet hoort overgaan wanneer u de
machine belt, vraagt u uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren.
Problemen oplossen
147
B
Faxen ontvangen
Problemen Suggesties
Kan geen fax ontvangen. Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks
in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken. Als u een abonnement op DSL- of VoIP-diensten hebt, kunt u contact
opnemen met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen.
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. Dit is afhankelijk van
externe apparaten die zijn aangesloten op dezelfde lijn als uw machine van
Brother en diensten op dezelfde lijn die u afneemt van een telefoonmaatschappij
(zie Instellingen ontvangstmodus uu pagina 47).
Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother
automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand Fax.
Als uw machine van Brother een lijn deelt met een extern antwoordapparaat,
selecteert u de stand Ext. TEL/ANT. In de stand Ext. TEL/ANT ontvangt
uw machine van Brother automatisch inkomende faxen, en bellers kunnen
een bericht achterlaten op uw antwoordapparaat.
Als uw machine van Brother een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u
wilt dat de machine automatisch alle inkomende faxen beantwoordt,
selecteert u de stand Fax/Telefoon. In de stand Fax/Telefoon ontvangt
uw machine van Brother automatisch faxen en produceert deze een snel
dubbel belsignaal om u op een telefoonoproep te attenderen.
Selecteer de stand Handmatig als u niet wilt dat uw machine van Brother
inkomende faxen beantwoordt. In de stand Handmatig moet u elke
inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te
ontvangen.
Een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie beantwoordt de oproep
voordat uw machine van Brother reageert. Om dit te testen, stelt u de
belvertraging langzamer in:
Als de antwoordmodus is ingesteld op Fax of Fax/Telefoon, vermindert u
de belvertraging tot 1 keer overgaan (zie Belvertraging uu pagina 47).
Als de antwoordmodus is ingesteld op Ext. TEL/ANT, vermindert u het
aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot 2 keer.
Als de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig, past u de belvertraging
NIET aan.
Laat iemand anders u een testfax sturen:
Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine naar behoren.
Vergeet niet om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat
weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het
ontvangen van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de
oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat
of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.
Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een
dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.
148
Kan geen fax ontvangen.
(vervolg)
Als u een antwoordapparaat (stand Ext. TEL/ANT) op dezelfde lijn gebruikt als
de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld
(zie Een extern antwoordapparaat verbinden uu pagina 55).
1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals getoond in de afbeelding, zie
pagina 55.
2 Stel uw antwoordapparaat in op een of twee keer overgaan.
3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Beëindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand
voor degene die handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek
een bericht in na de toon of druk op l51 om een fax te verzenden."
4 Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.
5 Stel de ontvangststand van uw machine van Brother in op Ext. TEL/ANT
(zie Instellingen ontvangstmodus uu pagina 47).
Controleer of de optie Fax waarnemen op uw machine van Brother is
ingeschakeld. Met de functie Fax waarnemen kunt u een fax ook ontvangen
wanneer u de oproep op een extern of tweede toestel hebt aangenomen (zie Fax
waarnemen uu pagina 48).
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic (voor VoIP) te zetten (zie
Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 155).
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Faxen ontvangen (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
149
B
Faxen verzenden
Problemen Suggesties
Kan geen fax verzenden. Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks
in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is
gestoken.
Zorg ervoor dat u op Fax hebt gedrukt en dat de Faxmodus geactiveerd is op de
machine (zie Hoe een fax verzenden uu pagina 40).
Druk het Verzendrapport af en controleer of er een fout is (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: Rapporten).
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Vraag de andere partij om na te gaan of er papier zit in de ontvangende machine.
Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen (zie De glasplaat reinigen uu pagina 106).
In het verzendrapport staat
RESULT:FOUT.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-Fax verzendt en RESULT:FOUT
weergegeven wordt op het verzendrapport, dan is het geheugen van de machine
wellicht vol. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen
(uuGeavanceerde gebruikershandleiding: Opties voor afstandsbediening
uitschakelen), faxen afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen
(uuGeavanceerde gebruikershandleiding: Een fax in het geheugen afdrukken) of
een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: Taken in de wachtrij controleren en annuleren). Als het
probleem nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te
controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic (voor VoIP) te zetten (zie
Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 155).
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. Bij gebruik van de ADF (automatische
documentinvoer) dient u het document met de bedrukte zijde naar boven te
plaatsen. Bij gebruik van de glasplaat dient u het document met de bedrukte zijde
naar beneden te plaatsen (zie Documenten plaatsen uu pagina 38).
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook (zie De glasplaat reinigen
uu pagina 106).
150
Inkomende oproepen behandelen
Problemen Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Druk op
om de machine uit te schakelen. Dit probleem kunt u wellicht vermijden door de
functie Fax waarnemen uit te schakelen (zie Fax waarnemen uu pagina 48).
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de code voor
activeren op afstand (standaardinstelling is l51) intoetsen.
Hang op zodra uw machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave, voicemail,
een antwoordapparaat, een alarmsysteem of andere speciale diensten samen
met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren
bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of
verstoren. De ECM-modus (foutencorrectie) van Brother kan helpen om dit
probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op telefoonsystemen, en
komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn
waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van
essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen,
wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies aanbevolen.
Problemen met kopiëren
Problemen Suggesties
Kan geen kopie maken. Zorg ervoor dat u op Kopiëren hebt gedrukt en dat de kopieermodus geactiveerd
is op de machine (zie Hoe kopiëren uu pagina 64).
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopin. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal omdat er zich vuil of
correctievloeistof op de glasplaat bevindt of omdat de coronadraden vuil zijn.
Reinig de glazen strook en de glasplaat en ook de witte balk en wit plastic erboven
(zie De glasplaat reinigen uu pagina 106 en De coronadraden reinigen
uu pagina 108).
De kopin zijn blanco. Laad het document op de juiste manier (zie De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 38 of De glasplaat gebruiken uu pagina 39).
Problemen oplossen
151
B
Problemen met scannen
Problemen Suggesties
Bij de start van de scan verschijnen
TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
®
)
Zorg dat de Brother TWAIN- of WIA-driver als primaire bron is geselecteerd in uw
scantoepassing. Klik in Nuance™ PaperPort™ 12SE bijvoorbeeld op Bureaublad
> Scaninstellingen > Selecteren... om de Brother TWAIN-/WIA-driver te
selecteren.
Bij de start van de scan verschijnen
TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in
PageManager op File (Bestand) > Select Source (Bron selecteren ) en kies de
Brother TWAIN-driver.
Gebruikers van Macintosh kunnen ook documenten scannen met de ICA-
scannerdriver (uuSoftwarehandleiding).
OCR (optische tekstherkenning)
werkt niet.
Probeer de scanresolutie te verhogen.
(Macintosh-gebruikers)
Presto! PageManager moet gedownload en gnstalleerd worden voor gebruik.
Zie Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor meer
instructies.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Zie Problemen met het netwerk uu pagina 152.
Kan niet scannen. Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Problemen met de software
Problemen Suggesties
Kan geen software installeren en
kan niet afdrukken.
(Alleen Windows
®
)
Voer het programma MFL-Pro Suite repareren uit op de cd-rom. Dit programma
repareert en installeert de software opnieuw.
152
Problemen met het netwerk
Problemen Suggesties
Kan niet afdrukken en scannen via
een netwerk nadat de software-
installatie werd voltooid.
Wanneer het scherm Kan niet afdrukken naar de netwerkprinter. verschijnt, volgt
u de aanwijzingen op het scherm.
Als het probleem niet is opgelost, uuNetwerkhandleiding:Problemen oplossen.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Windows
®
en Macintosh)
De functie Netwerkscannen werkt mogelijk niet wegens firewallinstellingen.
Wijzig de firewallinstellingen of schakel deze uit. U dient in te stellen dat
eventuele beveiligings-/firewallsoftware Netwerkscannen toestaat. Voer de
volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor netwerkscannen:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer: voer 54925 in.
Bij Protocol: zorg ervoor dat UDP is geselecteerd.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen lezen op http://solutions.brother.com/
.
(Macintosh)
Selecteer uw machine opnieuw in het venster Device Selector in het snelmenu
Model in het hoofdscherm van ControlCenter2.
De functie PC-Fax Ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Alleen Windows
®
)
U dient in te stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware PC-Fax
ontvangen toestaat. Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te
voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen.
Bij Poortnummer: voer 54926 in.
Bij Protocol: selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de softwarefabrikant.
Voor meer informatie leest u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen op http://solutions.brother.com/
.
De Brother-software kan niet
geïnstalleerd worden.
(Windows
®
)
Als er een beveiligingswaarschuwing weergegeven wordt op het scherm van de
computer tijdens de installatie, wijzigt u de instellingen van de
beveiligingssoftware zodat er toegestaan wordt dat het Brother-
installatieprogramma of een ander programma wordt uitgevoerd.
(Macintosh)
Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
dient u deze tijdelijk uit te schakelen en daarna de Brother-software te installeren.
Er kan geen verbinding worden
gemaakt met het draadloze
netwerk.
(MFC-9330CDW en
MFC-9340CDW)
Onderzoek het probleem met behulp van het WLAN-rapport. Druk op ,
Alle instell., Print lijsten, WLAN-rapport en druk vervolgens op OK
(uuInstallatiehandleiding).
Problemen oplossen
153
B
Andere problemen
Problemen Suggesties
De machine kan niet worden
ingeschakeld.
De stroomvoorziening kan nadelig zijn beïnvloed door bijvoorbeeld bliksem of een
spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine zijn
ingeschakeld. Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen en haal de
stekker ervan uit het stopcontact. Wacht tien minuten, steek de stekker weer in het
stopcontact en druk op om de machine in te schakelen.
Als het probleem niet is opgelost en u een stroomonderbreker gebruikt, koppel die
dan los om er zeker van te zijn dat deze het probleem niet veroorzaakt. Steek de
stekker van het netsnoer van de machine in een ander wandstopcontact waarvan
u weet dat het goed werkt. Probeer een ander netsnoer als er nog steeds geen
stroom is.
154
1
Voor Windows Server
®
2012: Hardware.
2
Voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows Server
®
2003 en Windows Server
®
2008:
Brother MFC-XXXX BR-Script3.
3
Voor Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows Server
®
2003 en Windows Server
®
2008: Eigenschappen.
De machine kan met de BR-Script3
printerdriver geen EPS-gegevens
afdrukken die binaire gegevens
bevatten.
(Windows
®
)
Voor het afdrukken van EPS-gegevens doet u het volgende:
a Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2:
klik op de knop (Starten) > Apparaten en printers.
Voor Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008:
klik op de knop (Starten) > Configuratiescherm >
Hardware en geluiden > Printers.
Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
2003:
klik op de knop Start > Printers en faxapparaten.
Voor Windows
®
8 en Windows Server
®
2012:
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad.
Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen >
Configuratiescherm. Klik in de groep Hardware en geluiden
1
op
Apparaten en printers weergeven.
b Voor Windows
®
7, Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows Server
®
2003, Windows Server
®
2008 en Windows Server
®
2008R2:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX
2
en
selecteer Eigenschappen van printer
3
en vervolgens
Brother MFC-XXXX BR-Script3.
Voor Windows
®
8 en Windows Server
®
2012:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Brother MFC-XXXX BR-Script3, selecteer Eigenschappen van printer.
c Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen bij TBCP de optie
Uitvoerprotocol (Tagged binary communicatieprotocol).
(Macintosh)
Als uw machine aangesloten is op een computer via een USB-poort, kunt u geen
EPS-gegevens met binary-gegevens afdrukken. U kunt de EPS-gegevens
afdrukken bij de machine via een netwerk. Raadpleeg het Brother Solutions
Center op http://solutions.brother.com/
voor hulp bij het installeren van de
BR-Script3-printerdriver via het netwerk.
Andere problemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
155
B
Kiestoondetectie instellen B
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd, voordat het nummer wordt gekozen.
Door de instelling van de kiestoon te wijzigen
in Waarneming kunt u uw machine laten
kiezen zodra er een kiestoon wordt
gevonden. Deze instelling kan wat tijd
besparen bij het versturen van één fax naar
een aantal verschillende nummers. Als u de
instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, moet u de standaardinstelling
Geen detectie herstellen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Kiestoon weer te geven.
f Druk op Kiestoon.
g Druk op Waarneming of
Geen detectie.
h Druk op .
Storing op de telefoonlijn /
VoIP B
Als u problemen met het verzenden of
ontvangen van een fax hebt door een
mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij
u aan de instelling Synchronisatie aan te
passen om de modemsnelheid voor
faxhandelingen te verlagen.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Compatibel weer te geven.
f Druk op Compatibel.
g Druk op Hoog, Normaal of
Basic (voor VoIP).
Met Basic (voor VoIP) verlaagt
u de modemsnelheid naar 9.600 bps
en schakelt u de
foutencorrectiemodus (ECM) uit.
Tenzij u vaak te kampen krijgt met
storingen op uw telefoonlijn, is het
aan te raden deze functie alleen
indien nodig te gebruiken.
Om de compatibiliteit met de meeste
VoIP-services te verbeteren, raadt
Brother u aan de
compatibiliteitsinstelling te wijzigen
naar Basic (voor VoIP).
Met Normaal stelt u de
modemsnelheid in op 14.400 bps.
Met Hoog stelt u de modemsnelheid
in op 33.600 bps.
h Druk op .
156
OPMERKING
VoIP (Voice over IP) is een
telefoonsysteem dat gebruik maakt van
een internetverbinding in plaats van een
traditionele telefoonlijn.
Problemen oplossen
157
B
De afdrukkwaliteit verbeteren B
Als de afdrukkwaliteit niet goed is, drukt u eerst een testpagina af ( , Alle instell.,
Printer, Afdrukopties, Testafdruk). Als de afdruk er goed uitziet, heeft het probleem
waarschijnlijk niet met uw machine te maken. Controleer de aansluitingen van de interfacekabel
en probeer om een ander document af te drukken. Als de afdruk of de testpagina die is afgedrukt
met de machine niet van een goede kwaliteit is, volgt u eerst de volgende stappen. Als u dan nog
problemen hebt met de afdrukkwaliteit, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips op voor het
oplossen van problemen.
OPMERKING
Het gebruik van andere cartridges dan cartridges van Brother of het hervullen van gebruikte
cartridges met inkt van andere merken wordt afgeraden.
a Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan aanbevolen papier te gebruiken.
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet (zie Aanvaardbaar papier
en andere afdrukmedia uu pagina 33).
b Controleer of de drumeenheden en tonercartridges correct zijn geïnstalleerd.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
Afgedrukte pagina's zijn
gecomprimeerd, er verschijnen
horizontale strepen of tekens in de
boven-, onder-, linker- en
rechtermarge zijn afgebroken
Pas de afdrukmarges in uw toepassing aan en druk de taak
opnieuw af.
Gekleurde letters en dunne letters
in het originele document zijn niet
duidelijk in de kopie
Kies Tekst of Bon in de instelling voor de kopieerkwaliteit
(uuGeavanceerde gebruikershandleiding: De
kopieerkwaliteit verbeteren).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan
(uuGeavanceerde gebruikershandleiding: De dichtheid en
het contrast aanpassen).
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
0
12
3
4
56
7
890
12
3
4
56
7
890
1
9876543210987654321098
012345678
987654321
012345
987654
0
12
3
4
56
7
890
12
3
4
56
7
890
1
9876543210987654321098
012345678
987654321
0123
45
987654
158
Kleuren zijn licht of niet duidelijk op
de hele pagina
Voer de kalibratie uit met het aanraakscherm of de
printerdriver (zie Kalibratie uu pagina 118).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan
het kopiëren bent (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: De dichtheid en het contrast
aanpassen).
Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in
het aanraakscherm of de printerdriver.
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 33).
Schud de vier tonercartridges voorzichtig.
Veeg de vensters van de vier LED-koppen af met een droge,
pluisvrije, zachte doek (zie De LED-koppen reinigen
uu pagina 105).
Verticale witte strepen of banden op
de pagina
Veeg de vensters van de vier LED-koppen af met een droge,
pluisvrije, zachte doek (zie De LED-koppen reinigen
uu pagina 105).
Veeg de glasplaat schoon met een droge, pluisvrije, zachte
doek (zie De glasplaat reinigen uu pagina 106).
Zorg ervoor dat er geen vreemde stoffen zoals een
gescheurd stukje papier, kleverige etiketten of stof aanwezig
zijn in de machine en rond de drumeenheid en
tonercartridge.
Reinig de drumeenheid (zie De drumeenheid reinigen
uu pagina 111).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Problemen oplossen
159
B
Verticale gekleurde strepen of
banden op de pagina
Veeg de vensters van de vier LED-koppen af met een droge,
pluisvrije, zachte doek (zie De LED-koppen reinigen
uu pagina 105).
Veeg de glasplaat schoon met een droge, pluisvrije, zachte
doek (zie De glasplaat reinigen uu pagina 106).
Reinig de vier coronadraden (een voor elke kleur) in de
drumeenheid door het groene lipje te verschuiven (zie De
coronadraden reinigen uu pagina 108).
Controleer dat het groene lipje van de coronadraad in de
beginstand staat (a)(1).
Vervang de tonercartridge die overeenkomt met de kleur
van de streep of band (zie De tonercartridges vervangen
uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een
nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden vervangen
uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1
160
Horizontale gekleurde strepen over
de pagina
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
vervang de tonercartridge die overeenkomt met de kleur van
de lijn (zie De tonercartridges vervangen uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Witte plekken of lege deeltjes
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 33).
Controleer de omgeving van de machine. Bepaalde
omstandigheden zoals hoge vochtigheid kunnen tot lege
deeltjes leiden
(uuHandleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie
voor uw product).
Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van
enkele pagina's, kan het zijn dat op het drumoppervlak een
vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket (zie De
drumeenheid reinigen uu pagina 111).
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Blanco pagina of sommige kleuren
ontbreken
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges
vervangen uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Problemen oplossen
161
B
Gekleurde plekken om de 94 mm
Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van
enkele blanco pagina's, kan het zijn dat op het
drumoppervlak een vreemde stof plakt, zoals lijm van een
etiket. Reinig de drumeenheid (zie De drumeenheid reinigen
uu pagina 111).
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Gekleurde plekken om de 24 mm
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges
vervangen uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
Gemorst toner of tonervlekken
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving
met een hoge luchtvochtigheid en hoge temperaturen
kunnen dit probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges
vervangen uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
94 mm
94 mm
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
24 mm
24 mm
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
162
De kleur van uw afdrukken
beantwoordt niet aan uw
verwachtingen
Om de dichtheid van kleur te verbeteren, kalibreert u de
kleuren eerst met het aanraakscherm en daarna met de
printerdriver (zie Kalibratie uu pagina 118).
Om de afdrukpositie van kleuren aan te passen en
scherpere randen te verkrijgen, voert u een automatische
kleurregistratie uit met het aanraakscherm (zie
Automatische registratie uu pagina 119).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan
het kopiëren bent (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: De dichtheid en het contrast
aanpassen).
Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in
het aanraakscherm of de printerdriver
(uuSoftwarehandleiding).
Als de afdrukkwaliteit van het zwarte gedeelte niet aan de
verwachtingen beantwoordt, vinkt u het selectievakje
Tekst in zwart afdrukken aan in de printerdriver
(uuSoftwarehandleiding).
Als de afdrukkwaliteit zwak is, vinkt u het selectievakje
Grijstinten verbeteren in de printerdriver uit
(uuSoftwarehandleiding).
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges
vervangen uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
Problemen oplossen
163
B
Probleem met kleurregistratie
Zorg ervoor dat de machine op een stevige en vlakke
ondergrond staat.
Voer de automatische kleurregistratie uit met behulp van het
aanraakscherm (zie Automatische registratie
uu pagina 119).
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Installeer een nieuwe riemeenheid (zie De riemeenheid
vervangen uu pagina 94).
Ongelijkmatige dichtheid
horizontaal op de pagina
Voer de kalibratie uit met het aanraakscherm of de
printerdriver (zie Kalibratie uu pagina 118).
Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan
het kopiëren bent (uuGeavanceerde
gebruikershandleiding: De dichtheid en het contrast
aanpassen).
Vink het selectievakje Grijstinten verbeteren in de
printerdriver uit. (uuSoftwarehandleiding.)
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats
een nieuwe tonercartridge (zie De tonercartridges
vervangen uu pagina 81).
Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u onze veelgestelde
vragen en tips vindt om problemen op te lossen.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Dunne lijnen in afbeeldingen
ontbreken
Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in
het aanraakscherm of de printerdriver
(uuSoftwarehandleiding).
Wijzig de afdrukresolutie.
Als u een Windows-printerdriver gebruikt, kiest u
Patronen verbeteren bij de printerinstellingen van het
tabblad Basis (uuSoftwarehandleiding).
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefg hijkl mnopq rstuvw xyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
A
B
C
D
E
WX YZ
164
Kreukels
Ga na of het achterdeksel goed gesloten is.
Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel
omhoog staan.
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 33).
Vage afdruk van vorige pagina
Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving
met een lage luchtvochtigheid en lage temperaturen kunnen
dit probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken
(uuHandleiding product veiligheid: Kies een veilige locatie
voor uw product).
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 33).
Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel
omhoog staan (1). Trek de twee grijze hendels omhoog tot
ze niet meer verder gaan.
Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en
installeer een nieuwe drumeenheid (zie De drumeenheden
vervangen uu pagina 89).
Om de kleur van de drumeenheid te bepalen, gaat u naar
http://solutions.brother.com/
, waar u veelgestelde vragen en
tips vindt om problemen op te lossen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1
Problemen oplossen
165
B
Toner hecht niet goed
Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel
omhoog staan (1). Trek de twee grijze hendels omhoog tot
ze niet meer verder gaan.
Controleer of de instelling voor het mediatype in de
printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt
(zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
uu pagina 33).
Selecteer Tonerhechting verbeteren in de printerdriver
(uuSoftwarehandleiding).
Indien deze instelling onvoldoende verbetering oplevert,
wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar
een dikke instelling. Als u een enveloppe drukt, kiest u
Env. Dik in de instelling voor het mediatype.
Gekruld of gegolfd
Selecteer Omkrullen van papier voorkomen in de
printerdriver (uuSoftwarehandleiding).
Als het probleem niet is opgelost, kiest u Normaal papier in
de instelling voor het mediatype.
Als u een enveloppe drukt, kiest u Env. Dun in de instelling
voor het mediatype van de printerdriver.
Als u de machine niet vaak gebruikt, ligt het papier wellicht
te lang in de papierlade. Draai de stapel papier in de
papierlade om. Blader de stapel papier ook door en draai het
papier 180° om in de papierlade.
Bewaar het papier op een plaats waar het niet blootstaat aan
hoge temperaturen en hoge vochtigheid.
Open de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde
naar boven) zodat de bedrukte pagina's naar de
documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven kunnen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1
166
Enveloppe verkreukelt
Ga na of de enveloppehendels in het achterdeksel omlaag
staan in de enveloppestand wanneer u enveloppen drukt
(zie Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
uu pagina 27).
OPMERKING
Wanneer u klaar bent met drukken, opent u het achterdeksel
en zet u de twee grijze hendels weer in de originele positie
(1). Trek de twee grijze hendels omhoog tot ze niet meer
verder gaan.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFG
EFGHIJKLMN
1
Problemen oplossen
167
B
Informatie over de
machine B
Het serienummer controlerenB
U kunt het serienummer van de machine op
het aanraakscherm bekijken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Machine-info weer te
geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Serienummer.
f Het serienummer van de machine wordt
weergegeven op het aanraakscherm.
g Druk op .
De firmwareversie
controleren B
U kunt de firmwareversie van de machine op
het aanraakscherm bekijken.
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Machine-info weer te
geven.
d Druk op Machine-info.
e Druk op Firmware-versie.
f De firmwareversie van de machine
wordt weergegeven op het
aanraakscherm.
g Druk op .
168
Resetfuncties B
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1 Netwerk
U kunt de standaardfabrieksinstellingen
zoals het wachtwoord en het IP-adres van
de interne afdrukserver herstellen.
2 Adresboek en fax
Met Adresboek en fax reset u de volgende
instellingen:
Adresboek
(Adressen en Groepen)
Geprogrammeerde faxtaken in het
geheugen
(Gepold verzenden, uitgestelde fax,
groepsverzending)
Stations-ID
(Naam en nummer)
Voorblad
(Opmerkingen)
Opties voor afstandsbediening
(Toegangscode op afstand, Fax
Opslaan, Fax Doorzenden, PC-Fax
verzenden, PC-Fax ontvangen (alleen
Windows
®
))
Rapportinstellingen
(Verzendrapport/
Telefoonindexlijst/Faxjournaal)
Wachtwoord voor transmissieslot
instellen
3 Alle instell.
U kunt alle fabrieksstandaarden van de
machine herstellen.
Brother raadt u ten zeerste aan om deze
functie uit te voeren wanneer u de
machine wegdoet.
OPMERKING
Ontkoppel de interfacekabel voordat u
Netwerk of Alle instell. kiest.
De machine resetten B
a Druk op .
b Druk op Alle instell..
c Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Stand.instel. weer te
geven.
d Druk op Stand.instel..
e Veeg omhoog of omlaag, of druk op
a of b, om Reset weer te geven.
f Druk op Reset.
g Druk op Netwerk,
Adresboek en fax of
Alle instell. om de gewenste
resetfunctie te kiezen.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om de instellingen te
resetten en ga naar stap i.
Druk op Nee om het menu zonder
wijzigingen door te voeren te
verlaten en ga naar stap j.
i U wordt gevraagd om de machine
opnieuw op te starten. Ga op een van de
volgende manieren te werk:
Druk gedurende 2 seconden op Ja
om de machine opnieuw op te
starten. De machine begint opnieuw
op te starten.
Druk op Nee om af te sluiten zonder
de machine opnieuw op te starten.
Ga naar stap j.
OPMERKING
Als u uw machine niet opnieuw opstart, is
de reset niet voltooid en blijven uw
instellingen ongewijzigd.
Problemen oplossen
169
B
j Druk op .
OPMERKING
U kunt eveneens de netwerkinstellingen
resetten door te drukken op ,
Alle instell., Netwerk,
Netw. resetten.
170
C
De instellingstabellen
gebruiken
C
Het LCD-aanraakscherm van uw machine
kan heel eenvoudig worden ingesteld en
bediend. Het volstaat op de gewenste
instellingen en opties te drukken wanneer
deze op het scherm worden weergegeven.
We hebben stapsgewijze instellingstabellen
en functietabellen opgesteld, zodat u
onmiddellijk alle beschikbare keuzes voor
elke instelling en functie kunt zien. Met deze
tabellen kunt u snel uw voorkeurinstellingen
van de machine instellen.
Instellings- en functietabellen C
Instellings- en functietabellen
171
C
Instellingstabellen C
De tabellen met Instellingen geeft u informatie over de menuselecties en -opties in de
programma's van de machine. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje
weergegeven.
(Instellingen) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
(Datum en tijd)
Datum De datum en de tijd
worden op het
aanraakscherm
weergegeven en op
de kopteksten van de
verzonden faxen
vermeld.
Zie .
Tijd ——
Automatische zomertijd
Aan*
Uit
Schakelt automatisch
om naar de zomertijd.
Zie .
Time Zone UTCXXX:XX Hiermee stelt u de
tijdzone in voor uw
land.
Zie .
(Toner)
Zie Toner uu pagina 219. Hiermee verkrijgt u
toegang tot de
Toner-menu's.
219
Netwerk LAN met kabel Zie LAN met kabel uu pagina 181. Hiermee kunt u de
instelmenu's voor het
bedrade LAN
oproepen.
181
WLAN
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
Zie WLAN uu pagina 183. Hiermee kunt u de
WLAN-instelmenu's
oproepen.
183
Faxvoorbeeld ——Aan
Uit*
Geeft ontvangen
faxen weer op het
aanraakscherm.
49
Wi-Fi Direct
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
Zie Wi-Fi Direct uu pagina 186. Hiermee kunt u de
instelmenu's voor Wi-
Fi Direct™ oproepen.
186
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
172
Lade-instelling
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
Papiersoort Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Hiermee stelt u het
type in van het papier
in de papierlade.
32
Papierformaat A4*
Letter
Legal
EXE
A5
A5 L
A6
Folio
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
32
(Papiersoort)
(MFC-9140CDN)
——Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Hiermee stelt u het
type in van het papier
in de papierlade.
32
(Papierformaat)
(MFC-9140CDN)
——A4*
Letter
Legal
EXE
A5
A5 L
A6
Folio
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
32
Alle instell. Zie Alle instellingen uu pagina 173. Hiermee selecteert u
uw
standaardinstellingen
.
173
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
A
Instellings- en functietabellen
173
C
Alle instellingen C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Standaardinst.
Papiersoort
——Dun
Normaal pap.*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Hiermee stelt u het
type in van het papier
in de papierlade.
32
Papierformaat
——A4*
Letter
Legal
EXE
A5
A5 L
A6
Folio
Hiermee stelt u de
grootte in van het
papier in de
papierlade.
32
Volume Belvolume Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
belvolume
aanpassen.
23
Toon Uit
Laag*
Half
Hoog
Hiermee kunt u het
volume van de
waarschuwingstoon
aanpassen.
23
Luidspreker
Uit
Laag
Half*
Hoog
Hiermee kunt u het
luidsprekervolume
aanpassen.
24
LCD instell.
Schermverlicht
Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de
helderheid van het de
achtergrondverlichting
van het
aanraakscherm
aanpassen.
Zie .
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
174
Standaardinst.
(Vervolg)
LCD instell.
(Vervolg)
Lichtdim-timer
Uit*
10Sec.
20Sec.
30Sec.
U kunt instellen hoe
lang de
achtergrondverlichting
van het
aanraakscherm blijft
branden na de
laatste keer dat er op
een toets wordt
gedrukt.
Zie .
Knopinstellingen
Knopinstellingen
beginscherm
Beginscherm*
Meer
Snelkoppelingen 1
Snelkoppelingen 2
Snelkoppelingen 3
Hiermee stelt u het
scherm in dat wordt
weergegeven
wanneer u op Home
( ) drukt in het
aanraakpaneel.
14
Ecologie
Toner besparen
Aan
Uit*
Verhoogt het aantal
pagina's dat de
tonercartridge kan
afdrukken.
Zie .
Tijd slaapstand
De duur is
afhankelijk van
het model.
3 Min.*
Bespaart energie.
Beveiliging Functieslot
Wachtw. inst.
Controleren U kunt de
geselecteerde
bewerkingen
beperken voor max.
25 beperkte
gebruikers en voor
alle andere
onbevoegde
openbare gebruikers.
Slot UitAan
Instelblokkering
Wachtw. inst.
Nogmaals: Zorgt ervoor dat
onbevoegde
gebruikers de
instellingen van de
machine niet
veranderen.
Slot UitAan
Instellingen
snelkoppelingen
(Kies
snelkoppelingsknop.
)
Naam
snelkoppeling
bewerken
Wijzigt de naam van
de snelkoppeling.
22
Verwijder Verwijdert de
snelkoppeling.
22
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
175
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Fax
Ontvangstmenu
Ontvangstmodus
Fax*
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Selecteert de
ontvangstmodus die
het beste in uw
behoeften voorziet.
44
Belvertraging
—(0 - 6)
2*
(voor Nederland)
(0 - 10)
2*
(voor België)
Hiermee stelt u in hoe
vaak de telefoon
overgaat voordat de
machine opneemt in
de stand Alleen fax of
Fax/Tel.
47
F/T Beltijd
20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Instelling van de
lengte van het snelle
dubbele belsignaal in
de Fax/Tel-modus.
47
Faxvoorbeeld
Aan
Uit*
Geeft ontvangen
faxen weer op het
aanraakscherm.
49
Fax Waarnemen
Aan*
Uit
Ontvangt
faxberichten
automatisch wanneer
u een oproep
beantwoordt en
faxtonen hoort.
48
Act.Op Afst.
Act.Op Afst.
(Opties)
Aan
Uit*
Afstandscode
(l51)
Deactiveren
(#51)
U kunt alle oproepen
op een tweede of een
extern toestel
aannemen en deze
codes gebruiken om
de machine te in- of
uit te schakelen. U
kunt deze codes
wijzigen.
58
Auto reductie
Aan*
Uit
Hiermee verkleint u
een inkomende
faxen.
Zie .
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
176
Fax
(Vervolg)
Ontvangstmenu
(Vervolg)
Geheugenontv.
Uit*
Fax Doorzenden
Fax Opslaan
PC-Fax ontv.
Hiermee kunt u de
machine instellen om
faxberichten door te
zenden, inkomende
faxen in het
geheugen op te slaan
(zodat u deze kunt
opvragen wanneer u
niet bij uw machine
bent) of faxen naar
uw computer te
sturen.
Zie .
(Reserveafdruk)
Als u
Fax doorzenden of
PC-Fax ontvangen
kiest, kunt u voor de
zekerheid
Reserveafdruk
activeren.
Afdrukdichtheid
Maakt afdrukken
donkerder of lichter.
Faxontvangststempel
Aan
Uit*
Drukt de tijd en
datum van ontvangst
af aan de bovenkant
van de ontvangen
faxen.
Tweezijdig Aan
Uit*
Hiermee worden
ontvangen faxen
tweezijdig afgedrukt.
Verzenden instellen
Verzamelen Aan
Uit*
Hiermee worden de
uitgestelde faxen
tegelijkertijd in één
transmissie naar
hetzelfde faxnummer
verzonden.
Voorpagina-
instelling
Print voorbeeld
U kunt een voorbeeld
afdrukken van het
faxvoorblad. U kunt
informatie invullen en
samen met uw
document faxen.
Voorblad
Opm.
Voor het instellen van
uw eigen
opmerkingen op het
faxvoorblad.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
*
Instellings- en functietabellen
177
C
Fax
(Vervolg)
Verzenden instellen
(Vervolg)
Bestemming Tonen*
Verbergen
Stelt de machine in
om tijdens het
verzenden van de fax
de
bestemmingsinformatie
op het
aanraakscherm weer
te geven.
Zie .
Kies rapport
Verzendrapp.
Aan
Aan+Beeld
Uit*
Uit+Beeld
Voor het instellen van
het verzendrapport.
42
Journaal tijd Journaal tijd
Uit
Na 50 faxen
*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
Hiermee stelt u het
tijdsinterval in voor
het afdrukken van het
faxjournaal.
Als u iets anders dan
Uit en Na 50
faxen geselecteerd
hebt, dan kunt u de
tijd instellen voor de
gekozen optie.
Als u Elke 7 dagen
geselecteerd hebt,
dan kunt u ook de
dag van de week
instellen.
Zie .
Tijd
Dag Elke maandag*
Elke dinsdag
Elke woensdag
Elke donderdag
Elke vrijdag
Elke zaterdag
Elke zondag
Print
document
Hiermee worden
inkomende faxen die
in het geheugen zijn
opgeslagen,
afgedrukt.
Afst.bediening
---l Voor het instellen van
uw eigen code voor
de
afstandsbediening.
Kiesbeperking Cijfertoetsen
# tweemaal invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
de kiestoetsen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
178
Fax
(Vervolg)
Kiesbeperking
(Vervolg)
Adresboek
# tweemaal invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
het adresboek.
Zie .
Snelkopp.
# tweemaal invoeren
Aan
Uit*
U kunt de machine
instellen op beperkt
kiezen bij gebruik van
een snelkoppeling.
Rest. jobs Om na te gaan welke
geprogrammeerde
taken zich in het
geheugen bevinden
en geselecteerde
taken te annuleren.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
179
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Printer Emulatie ——Auto*
HP LaserJet
BR-Script 3
Voor het selecteren
van de
emulatiemodus.
Zie .
Afdrukopties
Intern lettertype
HP LaserJet
BR-Script 3
Hiermee drukt u een
lijst met de interne
lettertypen van de
machine af.
Configuratie
Hiermee drukt u een
lijst met de
printerinstellingen
van de machine af.
Testafdruk Hiermee drukt u een
testpagina af.
Tweezijdig ——Uit*
Lange zijde
Korte zijde
Hiermee schakelt u
tweezijdig afdrukken
in of uit en kiest u de
lange of korte zijde.
Autom. doorgaan
——Aan*
Uit
Selecteer deze
instelling om de
machine fouten
betreffende het
papierformaat te
doen wissen en het
papier in de lade te
doen gebruiken.
Uitvoerkleur
——Auto*
Kleur
Zwart-wit
Kies kleur of zwart-
wit voor afgedrukte
documenten. Als u
Auto kiest,
selecteert de
machine een
geschikte optie voor
het document (kleur
of zwart-wit).
Printer resetten
——Ja
Nee
Stelt de
printerinstellingen
weer in op de
fabrieksinstellingen.
Kalibratie Kalibreren Ja
Nee
De kleurdichtheid
aanpassen.
118
Reset Ja
Nee
De kleurkalibratie
naar de
fabrieksinstellingen
herstellen.
Automatisch
registreren
——Ja
Nee
Past de afdrukpositie
van elke kleur
automatisch aan.
119
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
180
Printer
(Vervolg)
Frequentie ——Normaal*
Laag
Uit
Stelt het interval van
de automatische
registratie en
kalibratie in.
119
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
181
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerk
LAN met kabel
TCP/IP
BOOT Method
Automatisch*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
(Pogingen
IP-boot)
3*
[0-32767]
Bepaalt het aantal
pogingen die de
machine zal
ondernemen om
een IP-adres te
verkrijgen wanneer
de BOOT Method is
ingesteld op om het
even welke
instelling behalve
Statisch.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
Knooppuntnaam
BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de naam van
het knooppunt in.
(Maximaal 32
tekens)
WINS-configuratie
Automatisch*
Statisch
De WINS
configuratiemodus
kiezen.
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
182
Netwerk
(Vervolg)
LAN met kabel
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
WINS-server
Primary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Secondary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server.
DNS-server
Primary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Secondary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server.
APIPA Aan*
Uit
Automatisch het IP-
adres van het link-
local-adresbereik
toewijzen.
IPv6 Aan
Uit*
Het IPv6-protocol
inschakelen/
uitschakelen. Als u
het IPv6-protocol
wilt gebruiken, kunt
u naar
http://solutions.
brother.com/
gaan voor meer
informatie.
Ethernet ——Automatisch*
100B-FD
100B-HD
10B-FD
10B-HD
De
ethernetlinkmodus
kiezen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
183
C
Netwerk
(Vervolg)
LAN met kabel
(Vervolg)
Status bedraad
——
100B-FD actief
100B-HD actief
10B-FD actief
10B-HD actief
Inactief
Bedraad UIT
U kunt de huidige
status van het
bekabelde netwerk
zien.
MAC-adres ——— Toont het MAC-
adres van de
machine.
Standaard maken
——Ja
Nee
De
fabrieksinstelling
voor een bedraad
netwerk herstellen.
Bedraad inschakelen
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
——Aan*
Uit
De bedrade LAN
handmatig in- of
uitschakelen.
WLAN
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
TCP/IP
BOOT Method
Automatisch*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Selecteert de
opstartmethode die
het beste aan uw
eisen voldoet.
(Pogingen
IP-boot)
3*
[00000-32767]
Bepaalt het aantal
pogingen die de
machine zal
ondernemen om
een IP-adres te
verkrijgen wanneer
de BOOT Method is
ingesteld op om het
even welke
instelling behalve
Statisch.
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het IP-adres
in.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
184
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
Subnet Mask
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het
subnetmasker in.
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het adres van
de gateway in.
Knooppuntnaam
BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de naam van
het knooppunt in.
(Maximaal 32
tekens)
WINS-configuratie
Automatisch*
Statisch
De WINS
configuratiemodus
kiezen.
WINS-server
Primary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Secondary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server.
DNS-server
Primary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Secondary
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Specificeert het IP-
adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server.
APIPA Aan*
Uit
Automatisch het IP-
adres van het link-
local-adresbereik
toewijzen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
185
C
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
(Vervolg)
TCP/IP
(Vervolg)
IPv6 Aan
Uit*
Het IPv6-protocol
inschakelen/
uitschakelen. Als u
het IPv6-protocol
wilt gebruiken, kunt
u naar
http://solutions.
brother.com/
gaan voor meer
informatie.
Inst. Wizard
U kunt uw interne
afdrukserver
configureren.
WPS/AOSS U kunt de
instellingen voor
een draadloos
netwerk
gemakkelijk
configureren met de
éénknopsmethode.
WPS met pincode
U kunt de
instellingen voor
een draadloos
netwerk
gemakkelijk
configureren met
behulp van WPS
met een PIN-code.
Status WLAN
Status Actief(11b)
Actief(11g)
Actief(11n)
Bedraad LAN actief
WLAN uit
AOSS actief
Verbinding mislukt
U kunt de status
van het huidige
draadloze netwerk
zien.
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
U kunt de
signaalsterkte van
het huidige
draadloze netwerk
zien.
SSID U kunt de huidige
SSID zien.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
186
Netwerk
(Vervolg)
WLAN
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
(Vervolg)
Status WLAN
(Vervolg)
Comm. Modus
Ad-hoc
Infrastructuur
Geen
U kunt de huidige
communicatiemodus
zien.
MAC-adres Toont het MAC-
adres van de
machine.
Standaard maken
——Ja
Nee
De
fabrieksinstelling
voor een draadloos
netwerk herstellen.
WLAN Activeren
——Aan
Uit*
De draadloze LAN
handmatig in- of
uitschakelen.
Wi-Fi Direct
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
Drukknop U kunt de Wi-Fi
Direct™-
netwerkinstellingen
eenvoudig
configureren met de
éénknopsmethode.
Pincode U kunt de Wi-Fi
Direct™-
netwerkinstellingen
eenvoudig
configureren met
behulp van WPS
met een PIN-code.
Handmatig U kunt de Wi-Fi
Direct™-
netwerkinstellingen
handmatig
configureren.
Groepseigenaar
——Aan
Uit*
Voor het instellen
van uw machine als
Groepseigenaar.
Apparaatinformatie
Apparaatnaam
Hier kunt u de naam
van uw machine
bekijken.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
187
C
Netwerk
(Vervolg)
Wi-Fi Direct
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
(Vervolg)
Apparaatinformatie
(Vervolg)
SSID Hier kunt u de SSID
van de
Groepseigenaar
bekijken.
Wanneer de
machine niet
aangesloten is,
wordt Niet
verbonden
weergegeven op
het aanraakscherm.
IP Address Hier kunt u het
huidige IP-adres
van de machine
bekijken.
Statusinformatie
Status
Groepseigenaar actief(**)
Cliënt actief
Niet verbonden
Uit
Bedraad LAN actief
** = het aantal
apparaten
Hier kunt u de
huidige Wi-Fi
Direct™-
netwerkstatus
bekijken.
Signaal Sterk
Medium
Zwak
Geen
Hier kunt u de
huidige Wi-Fi
Direct™-
signaalsterkte
bekijken.
Als uw machine
dienst doet als
Groepseigenaar,
wordt Sterk altijd
weergegeven op
het aanraakscherm.
Interface
inschakelen
——Aan
Uit*
Hier kunt u de Wi-Fi
Direct™-verbinding
in- of uitschakelen.
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat IFAX
werd
gedownload)
Mail Address
Voer het e-
mailadres in (max.
60 tekens).
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
188
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat IFAX
werd
gedownload)
(Vervolg)
Server instellen
SMTP
SMTP-server
Naam
(Max. 64 tekens)
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het SMTP-
serveradres in.
SMTP-poort
25*
[1-65535]
Voer het SMTP-
poortnummer in.
Aut. voor SMTP
Geen*
SMTP-AUT
POP voorSMTP
Hiermee kiest u de
beveiligingsmethode
voor e-mailmelding.
SMTP SSL/TLS
Geen*
SSL
TLS
U kunt een email
verzenden of
ontvangen via een
e-mailserver
waarvoor
beveiligde
SSL/TLS-
communicatie
vereist is.
SMTP-
certificaat
controleren
Aan
Uit*
Het SMTP-
servercertificaat
automatisch
verifiëren.
POP3
POP3-server
Naam
(Max. 64 tekens)
IP Address
[000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Voer het POP3-
serveradres in.
POP3-poort
110*
[1-65535]
Voer het POP3-
poortnummer in.
Mailbox Naam
Voer de naam van
de mailbox in (max.
60 tekens).
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
189
C
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat IFAX
werd
gedownload)
(Vervolg)
Server instellen
(Vervolg)
POP3
(Vervolg)
Wachtwoord Mailbox
Voer het
wachtwoord in om u
aan te melden op
de POP3-server
(max. 32 tekens).
POP3 SSL/TLS
Geen*
SSL
TLS
U kunt een e-mail
verzenden of
ontvangen via een
e-mailserver
waarvoor
beveiligde
SSL/TLS-
communicatie
vereist is.
POP3-
certificaat
controleren
Aan
Uit*
Het POP3-
servercertificaat
automatisch
verifiëren.
APOP Aan
Uit*
Hier kunt u APOP
in- of uitschakelen.
Setup Mail RX
Auto Polling Auto Polling
Aan*
Uit
Automatisch de
POP3-server op
nieuwe berichten
controleren.
Poll
Frequency
(Als Auto
Polling
is ingesteld
op Aan.)
1Min
3Min.
5Min.
10Min.*
30Min.
60Min.
Hiermee stelt u het
interval in voor het
controleren op
nieuwe berichten
op de POP3-server.
Koptekst Alle
Onderw.+Van+Aan
Geen*
Hiermee selecteert
u de inhoud van de
af te drukken
berichtkop.
Foute
e-mail
verwijderen
Aan*
Uit
Hiermee worden
foutmails
automatisch
verwijderd.
Notification
Aan
MDN
Uit*
Hiermee ontvangt u
meldingsberichten.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
190
Netwerk
(Vervolg)
E-mail/IFAX
(Beschikbaar
nadat IFAX
werd
gedownload)
(Vervolg)
Setup Mail TX
Sender Subject
Hiermee wordt het
onderwerp
weergegeven dat
toegevoegd is aan
de
internetfaxgegevens
.
Size Limit Aan
Uit*
Het formaat van
e-maildocumenten
beperken.
Notification
Aan
Uit*
Meldingsberichten
versturen.
Setup Relay
Groepsverzenden
Aan
Uit*
Hiermee wordt een
document naar een
andere faxmachine
doorgestuurd.
Relay Domain
De domeinnaam
registreren.
Relay Report
Aan
Uit*
Het
groepsdoorstuurrapport
afdrukken.
Handmatig
ontvangen
POP3
Hiermee wordt de
POP3-server
handmatig op
nieuwe berichten
gecontroleerd.
Web
Connect-
instellingen
Proxy-instell.
Proxy-
verbinding
Aan
Uit*
U kunt de
instellingen voor
webverbinding
wijzigen.
Adres ——
Poort 8080*
Gebruikersnaam
——
Wachtwoord
——
Faxen naar server
(Beschikbaar
nadat IFAX
werd
gedownload)
Faxen naar server
——Aan
Uit*
U kunt een prefix-
/suffixadres
opslaan in de
machine en een
document
verzenden vanaf
een faxserver.
Prefix ———
Suffix ———
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
191
C
Netwerk
(Vervolg)
Netw. resetten
———Ja
Nee
Hiermee worden de
fabrieksinstellingen
van alle
netwerkinstellingen
hersteld.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Opties Omschrijvingen
Netwerkhandleiding
Ga naar het Brother Solutions Center om de Wi-Fi Direct™ Gids te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
192
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Print lijsten
Verzendrapport
Weergeven op LCD
Een verzendrapport
van uw laatste
transmissie
weergeven en
afdrukken.
Zie .
Print rapport
——
Adresboek De namen en
nummers tonen die
opgeslagen zijn in
het adresboek.
Fax Journaal
Informatie tonen over
de laatste 200
faxberichten die zijn
ontvangen en
verzonden.
(TX betekent
verzonden.
RX betekent
ontvangen.)
Gebruikersinst
Uw instellingen
tonen.
Netwerkconfiguratie
Uw
netwerkinstellingen
tonen.
Drumdot afdrukken
——— De
drumcontrolepagina
afdrukken.
111
WLAN-rapport
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
Het resultaat af van
een WLAN-
connectiviteitsdiagnose
afdrukken.
Zie .
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
193
C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 2 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Machine-info
Serienummer
U kunt het
serienummer van uw
machine controleren.
167
Firmware-
versie
Main-versie
U kunt de
firmwareversie van
uw machine
controleren.
167
Sub1-versie
——
Sub2-versie
——
Paginateller
Totaal Kleur
Zwart-wit
Controleren hoeveel
kleur- en zwart-wit-
pagina's de machine
tijdens haar
gebruiksduur in totaal
heeft afgedrukt.
Zie .
Fax/lijst Kleur
Zwart-wit
Kopiëren Kleur
Zwart-wit
Afdrukken Kleur
Zwart-wit
Levensduur onderdelen
Drum zwart
(BK)
De resterende
levensduur van een
onderdeel van de
machine controleren.
Drum cyaan
(C)
——
Drum
magenta
(M)
——
Drum geel
(Y)
——
Riemeenheid
——
Fusereenheid
——
PF-set ——
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
194
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Stand.instel.
Datum en tijd
Datum De datum en de tijd
op het
aanraakscherm
weergeven en op de
kopteksten van de
verzonden faxen
vermelden.
Zie .
Tijd ——
Automatische
zomertijd
Aan*
Uit
Schakelt automatisch
om naar de
zomertijd.
Zie .
Time Zone UTCXXX:XX De tijdzone in voor
uw land instellen.
Zie .
Stations-ID
——Fax
Telefoon
Naam
Stelt de naam en het
faxnummer in die op
elke faxpagina
moeten worden
afgedrukt.
Toon/Puls
(voor
Nederland)
——Toon*
Puls
De kiesmodus
selecteren.
Kiestoon ——Waarneming
Geen detectie
*
U kunt de tijd voor het
waarnemen van een
kiestoon verkorten.
155
Tel lijn inst
——Normaal*
PBX
ISDN
Selecteer het type
telefoonlijn.
54
Compatibel ——Hoog*
Normaal
Basic (voor VoIP)
Synchronisatie voor
verzendproblemen
aanpassen.
VoIP-aanbieders
leveren
faxondersteuning via
verschillende
standaards. Als u
regelmatig
foutmeldingen
ontvangt bij het
verzenden van faxen,
kiest u Basic
(voor VoIP).
155
Reset Netwerk Ja
Nee
De
fabrieksinstellingen
van alle
netwerkinstellingen
herstellen.
168
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
195
C
Stand.instel.
(Vervolg)
Reset
(Vervolg)
Adresboek en fax
Ja
Nee
Alle opgeslagen
telefoonnummers en
faxinstellingen
herstellen.
168
Alle instell.
Ja
Nee
Alle
fabrieksinstellingen
van de machine
herstellen.
Taalkeuze (Kies uw taal) Hiermee kunt u de
taal van het
aanraakscherm voor
uw land veranderen.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
Installatiehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
196
Functietabellen C
Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Herkies (Pauze)
———Met een druk op deze
toets wordt het laatst
gekozen nummer
herhaald. Wanneer u
een fax- of
telefoonnummer
invoert op het
aanraakpaneel,
verandert Opnieuw
kiezen in Pauze op
het aanraakscherm.
Druk op Pauze
wanneer u een
vertraging wenst
tijdens het vormen
van nummers, zoals
toegangscodes en
credit card-nummers.
U kunt ook een pauze
voorzien wanneer u
adressen instelt.
Telefoon (R) ———Telefoon wijzigt
naar R wanneer PBX
als telefoonlijntype is
geselecteerd. U kunt
R gebruiken om
toegang te krijgen tot
een buitenlijn of om
een oproep over te
brengen naar een
ander toestel als u op
een PBX bent
aangesloten.
Adresboek
(Zoeken)
Zoekt in het
adresboek.
61
Bewerken Nw adres toev. Slaat nummers in het
adresboek op, zodat
u kunt kiezen door op
Adresboek te drukken
op het
aanraakscherm (en
Fax Start).
62
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Fax
Instellings- en functietabellen
197
C
Adresboek
(Vervolg)
Bewerken
(Vervolg)
Groepen instellen
Hiermee kunt u
groepsnummers
instellen voor
groepsverzenden.
Zie .
Wijzigen Hiermee kunt u
nummers in het
adresboek wijzigen.
63
en zie
.
Verwijder Hiermee kunt u
nummers in het
adresboek
verwijderen.
Toepassen Hiermee kunt u een
fax verzenden met
behulp van het
adresboek.
Oproepoverz Uitg. Gesprek Bewerken Toevoegen aan
adresboek
Verwijder
Kies een nummer uit
de lijst Uitgaande
oproepen en verstuur
dan een fax naar dat
nummer, voeg het
nummer toe aan het
adresboek of
verwijder het.
Zie .
Toepassen
Fax Start ———Hiermee kunt u een
fax verzenden.
Opties Faxresolutie Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee kunt u de
resolutie voor
uitgaande faxen
instellen.
Zie .
2-zijdige fax
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee stelt u het
dubbelzijdig
scanformaat in.
Contrast Auto*
Licht
Donker
Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt
lichter of donkerder
maken.
Rondsturen
Nummer toevoeg. Nummer toevoeg.
U kunt hetzelfde
faxbericht naar
meerdere
faxnummers
verzenden.
Toevoegen uit
adresboek
Zoeken in
adresboek
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
198
Opties
(Vervolg)
Tijdklok Tijdklok Aan
Uit*
U kunt het tijdstip
instellen waarop
uitgestelde
faxberichten moeten
worden verzonden.
Zie .
Tijd inst.
Direct verzenden
Aan
Uit*
Verzendt een fax
zonder het geheugen
te gebruiken.
Verzend Pollen Standaard
Beveilig
Uit*
Hiermee stelt u een
document op uw
machine in zodat een
ander faxapparaat dit
kan opvragen.
Voorpagina instellen Voorpagina instellen
Aan
Uit*
Deze functie verzendt
automatisch een
voorblad dat u hebt
geprogrammeerd.
Voorblad Opm.
1.Opmerking uit
2.Bellen a.u.b.
3.Belangrijk
4.Vertrouwelijk
5.
6.
Totaalaantal pag.
Ontvang Pollen Stand.
Beveilig
Tijdklok
Uit*
Uw machine instellen
om faxberichten van
een andere
faxmachine op te
vragen (pollen).
Internationaal Aan
Uit*
Als u problemen hebt
met het internationaal
verzenden van faxen,
zet deze functie dan
op Aan.
Scanformaat glas
Letter
A4*
Om een document in
Letter-formaat te
faxen, moet u de
instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
42
Nieuwe standaard
Ja
Nee
U kunt uw
faxinstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Zie .
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
199
C
Opties
(Vervolg)
Fabrieksinstell.
Ja
Nee
U kunt alle
faxinstellingen die u
heeft gewijzigd,
herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Zie .
Opslaan als snelkoppeling
———U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
registreren.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
200
Fax (Wanneer Faxvoorbeeld Aan is) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Faxen verzenden
Zie Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 196.
Ontvangen faxen
Afdr./verw.
Alles afdrukken
(nieuwe faxen)
De nieuw ontvangen
faxen afdrukken.
51
Alles afdrukken
(oude faxen)
De oude ontvangen
faxen afdrukken.
Alles verwijderen
(nieuwe faxen)
De nieuw ontvangen
faxen wissen.
51
Alles verwijderen
(oude fax)
De oude ontvangen
faxen wissen.
Adresboek Zie Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 196.
Oproepoverz Zie Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 196.
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Fax
Instellings- en functietabellen
201
C
Kopiëren C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties 1 Opties 2 Omschrijvingen
Zie pagina
Mono start Hiermee kunt u een
monochrome kopie
maken.
Kleur Start
Hiermee kunt u een
kleurenkopie maken.
Bon
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig (12)
2-zijdig (22)
(MFC-9340CDW)
Papier opslaan
Hiermee kiest u de
gewenste
instellingen uit de
aangeboden
mogelijkheden.
64
Opties Kwaliteit Auto*
Tekst
Foto
Bon
—U kunt de
kopieerresolutie voor
uw type document
selecteren.
Zie .
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Kopiëren
202
Opties
(Vervolg)
Vergroten/verkleinen
100%* ——
Zie .
Vergroten 200%
141% A5A4
104% EXELTR
U kunt een
vergrotingspercentage
voor de volgende
kopie kiezen.
Verkleinen 97% LTRA4
94% A4LTR
91% voll. pag.
85% LTREXE
83% LGLA4
78% LGLLTR
70% A4A5
50%
U kunt een
verkleiningspercentage
voor de volgende
kopie kiezen.
Aangepast (25-400%)
U kunt het
vergrotings- of
verkleiningspercentage
voor de volgende
kopie kiezen.
Dichtheid
Hiermee kunt de
dichtheid voor
kopin aanpassen.
Contrast
Hiermee kunt het
contrast voor kopin
aanpassen.
Stapel/Sorteer
Stapel*
Sorteer
U kunt kiezen om
meerdere kopieën te
stapelen of sorteren.
Pagina layout
Uit (1 op 1)*
2op1(P)
2op1(L)
2op1(id)
4op1(P)
4op1(L)
U kunt N-in-1 en 2-in-
1 ID-kopieën maken.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties 1 Opties 2 Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
-2
-1
0
+1
+2
*
-2
-1
0
+1
+2
*
Instellings- en functietabellen
203
C
Opties
(Vervolg)
Kleur aanpassen
Rood
U kunt de rode kleur
voor kopieën
aanpassen.
Zie .
Groen
U kunt de groene
kleur voor kopieën
aanpassen.
Blauw
U kunt de blauwe
kleur voor kopieën
aanpassen.
2-zijdige kopie
(MFC-9140CDN
en
MFC-9330CDW)
Uit*
1-zijdig2-zijdig
Omslaan lange
zijde
1-zijdig2-zijdig
Omslaan korte
zijde
Tweezijdig kopiëren
in- of uitschakelen en
de lange of korte
zijde kiezen.
2-zijdige kopie
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdig2-zijdig
1-zijdig2-zijdig
Omslaan lange
zijde
2-zijdig1-zijdig
Omslaan lange
zijde
1-zijdig2-zijdig
Omslaan korte
zijde
2-zijdig1-zijdig
Omslaan korte
zijde
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties 1 Opties 2 Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
-2
-1
0
+1
+2
*
-2
-1
0
+1
+2
*
-2
-1
0
+1
+2
*
204
Opties
(Vervolg)
——2-zijdige
kopie
pagina-opmaak
(MFC-9340CDW)
(L)rand
(L)rand*
(L)rand
(S)rand
(S)rand
(L)rand
(S)rand
(S)rand
Een paginalay-out
kiezen wanneer u
tweezijdige N-in-1
kopin maakt van
een tweezijdig
document.
Zie .
Geavanceerde
instellingen
Uit* U kunt aangeven
hoeveel van de
achtergrondkleur
moet worden
verwijderd.
Achtergr.kleur
verwijderen
Laag
Gemiddeld*
Hoog
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties 1 Opties 2 Omschrijvingen
Zie pagina
Geavanceerde gebruikershandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
205
C
Scannen C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
naar OCR (PC Select) Opties Zie Opties (naar OCR) uu pagina 208.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar bestand
(PC Select) Opties Zie Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)
uu pagina 209.
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar afbeelding
(PC Select) Opties Zie Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)
uu pagina 209.
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar USB
(MFC-9330CDW
en
MFC-9340CDW)
Opties Zie Opties (naar USB) uu pagina 210.
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar e-mail (PC Select) Opties Zie Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)
uu pagina 209.
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
nr e-mailserver
(Alleen
downloaden)
Adresboek Hiermee kiest u het
adres van de
ontvanger in het
adresboek.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Scannen
206
nr e-mailserver
(Alleen
downloaden)
(Vervolg)
Handmatig Hiermee voert u het
adres van de
ontvanger handmatig
in.
Zie .
OK Opties Zie Opties (naar e-mailserver) uu pagina 212.
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
207
C
naar FTP (Profielnaam) Opties Zie Opties (naar FTP en naar netwerk) uu pagina 214.
Zie .
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
naar netwerk
(Profielnaam) Opties Zie Opties (naar FTP en naar netwerk) uu pagina 214.
Opslaan als
snelkoppeling
U kunt de huidige
instellingen als
snelkoppeling
toevoegen.
Start Hiermee start u het
scannen.
WS Scan
(Wordt
weergegeven
wanneer u een
Web Services
Scan installeert;
deze wordt
weergegeven in
de
netwerkverkenner
van uw computer.)
Scannen Gegevens scannen
met het webservice-
protocol.
Scannen vr e-mail
——
Scannen voor faxen
——
Scannen voor afdr.
——
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
208
Opties (naar OCR) C
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdige scan: lange zijde
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Ingesteld op aanraakscherm
Uit (ingesteld met computer)
*
Aan
Om de instellingen met
behulp van het
aanraakscherm te
wijzigen, kiest u Aan.
Scantype Kleur
Grijs
Zwart-wit*
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Bestandstype Tekst*
HTML
RTF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document
Afmeting scan A4*
Letter
Legal
Hiermee kiest u de
scangrootte voor uw
document.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
209
C
Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail) C
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdige scan: lange zijde
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Ingesteld op aanraakscherm
Uit (ingesteld met computer)
*
Aan
Om de instellingen met
behulp van het
aanraakscherm te
wijzigen, kiest u Aan.
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie 100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
TIFF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document.
Afmeting scan A4*
Letter
Legal
Hiermee kiest u de
scangrootte voor uw
document.
Achtergrondkleur verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
U kunt aangeven hoeveel
van de achtergrondkleur
moet worden verwijderd.
Deze functie is niet
beschikbaar voor
scannen in zwart-wit.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
210
Opties (naar USB) C
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdige scan: lange zijde
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie (Wanneer u Kleur selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Auto
(Wanneer u Grijs selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
Auto
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
200 dpi*
300 dpi
200x100
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
211
C
Opties
(Vervolg)
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
XPS
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
TIFF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document.
Zie .
Scanformaat glas A4*
Letter
Om een document in
Letter-formaat te
scannen, moet u de
instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
Bestandsnaam Voer een bestandsnaam
voor de gescande data in.
Bestandsgrootte Klein
Midden*
Groot
U kunt het
bestandsformaat kiezen
voor scannen in kleur of
grijswaarden.
Achtergrondkleur verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
U kunt aangeven hoeveel
van de achtergrondkleur
moet worden verwijderd.
Nieuwe standaard Ja
Nee
U kunt uw
scaninstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell. Ja
Nee
U kunt alle
scaninstellingen die u
heeft gewijzigd,
herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
212
Opties (naar e-mailserver) C
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdige scan: lange zijde
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie (Wanneer u Kleur selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Auto
(Wanneer u Grijs selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
Auto
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
200 dpi*
300 dpi
200x100
Hiermee kiest u de
scanresolutie voor uw
document.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
213
C
Opties
(Vervolg)
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
XPS
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
TIFF
Hiermee kiest u het
bestandsformaat voor uw
document.
Zie .
Scanformaat glas A4*
Letter
Om een document in
Letter-formaat te
scannen, moet u de
instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
Bestandsgrootte Klein
Midden*
Groot
U kunt het
bestandsformaat kiezen
voor scannen in kleur of
grijswaarden.
Nieuwe standaard Ja
Nee
U kunt uw
scaninstellingen als
standaardinstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell. Ja
Nee
U kunt alle
scaninstellingen die u
heeft gewijzigd,
herstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
214
Opties (naar FTP en naar netwerk) C
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Opties 2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Uit*
2-zijdige scan: lange zijde
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
scanmodus.
Zie .
Scantype Kleur*
Grijs
Zwart-wit
Hiermee kiest u het
scantype voor uw
document.
Resolutie (Wanneer u Kleur selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
600 dpi
Auto
(Wanneer u Grijs selecteert
in Scantype)
100 dpi
200 dpi*
300 dpi
Auto
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
200 dpi*
300 dpi
200x100
U kunt de scanresolutie
en het bestandsformaat
kiezen voor uw
document.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
215
C
Opties
(Vervolg)
Bestandstype (Wanneer u Kleur of Grijs
selecteert in Scantype)
PDF*
JPEG
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
XPS
(Wanneer u Zwart-wit
selecteert in Scantype)
PDF*
PDF/A
Veilige PDF
Ondert. PDF
TIFF
U kunt de scanresolutie
en het bestandsformaat
kiezen voor uw
document.
Zie .
Scanformaat glas A4*
Letter
Om een document in
Letter-formaat te
scannen, moet u de
instelling voor het
scanformaat van de
glasplaat wijzigen.
Bestandsnaam
BRNXXXXXXXXXX
*
Estimate
Report
Order sheet
Contract sheet
Check
Receipt
<Handmatig>
U kunt
voorgeprogrammeerde
bestandsnamen kiezen.
Als u <Handmatig>
kiest, kunt u het bestand
noemen zoals u wilt.
"XXXXXXXXXX" is het
MAC-
adres/Ethernetadres van
uw machine.
Bestandsgrootte Klein
Midden*
Groot
U kunt het
bestandsformaat kiezen
voor scannen in kleur of
grijswaarden.
Achtergrondkleur verwijderen
Uit*
Laag
Gemiddeld
Hoog
U kunt aangeven hoeveel
van de achtergrondkleur
moet worden verwijderd.
Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam
in.
Niveau 1 Niveau 2 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
216
Rechtstreeks afdrukken (MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Direct afdrukken
(Bestand
selecteren)
Afdrukinstell.
(Aantal
afdrukken
(001-999))
Papiersoort
Dun
Normaal pap.
*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Glossy
Hiermee stelt u het
afdrukmediatype in
als u direct afdrukt
via het USB-
flashstation.
67
Papierformaat
A4*
Letter
Legal
EXE
A5
A5 L
A6
B5
Folio
Hiermee stelt u het
papierformaat in als u
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
67
Meerdere pagina's
1op1*
2op1
4op1
9op1
16op1
25op1
1 op 2x2 pagina's
1 op 3x3 pagina's
1 op 4x4 pagina's
1 op 5x5 pagina's
Hiermee stelt u de
paginalay-out in als u
meerdere pagina's
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
67
Orientatie Portret*
Landschap
Hiermee stelt u de
paginarichting in als
u direct afdrukt via
het USB-flashstation.
67
Tweezijdig Uit*
Lange zijde
Korte zijde
Het formaat voor
tweezijdig afdrukken
kiezen als u direct
afdrukt via het USB-
flashstation.
67
Sorteren Aan*
Uit
Hiermee schakelt u
pagina's sorteren in
of uit als u direct
afdrukt via het USB-
flashstation.
67
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
217
C
Direct afdrukken
(Vervolg)
(Bestand
selecteren)
Afdrukinstell.
(Aantal
afdrukken
(001-999))
(Vervolg)
Printkwaliteit
Normaal*
Fijn
Hiermee stelt u de
afdrukkwaliteit in als
u direct afdrukt via
het USB-flashstation.
67
PDF-optie Document*
Document&opmaak
Document&stempels
Hiermee stelt u de
instelling voor
rechtstreeks
afdrukken via USB in
om opmerkingen
(Markup) of stempels
in het PDF-bestand
in combinatie met de
tekst af te drukken.
67
Indexafdruk
Hiermee drukt u een
pagina met
miniaturen af.
67
Standaardinst.
Papiersoort ——Dun
Normaal pap.
*
Dik
Dikker
Kringlooppapier
Glossy
Hiermee stelt u het
standaardmediatype
in als u direct afdrukt
via het USB-
flashstation.
69
Papierformaat
——A4*
Letter
Legal
EXE
A5
A5 L
A6
B5
Folio
Hiermee stelt u het
standaardpapierformaat
in als u direct afdrukt
via het USB-
flashstation.
69
Meerdere pagina's
——1op1*
2op1
4op1
9op1
16op1
25op1
1 op 2x2 pagina's
1 op 3x3 pagina's
1 op 4x4 pagina's
1 op 5x5 pagina's
De
standaardpapieropmaak
instellen als u
meerdere pagina's
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
69
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
218
Standaardinst.
(Vervolg)
Orientatie ——Portret*
Landschap
Hiermee stelt u de
standaardpaginarichting
in als u direct afdrukt
via het USB-
flashstation.
69
Sorteren ——Aan*
Uit
Hiermee schakelt u
standaard pagina's
sorteren in of uit als u
direct afdrukt via het
USB-flashstation.
69
Printkwaliteit
——Normaal*
Fijn
Hiermee stelt u de
standaardafdrukkwaliteit
in als u direct afdrukt
via het USB-
flashstation.
69
PDF-optie ——Document*
Document&opmaak
Document&stempels
Hiermee stelt u de
standaardinstelling
voor rechtstreeks
afdrukken via USB in
om opmerkingen
(Markup) of stempels
in het PDF-bestand
in combinatie met de
tekst af te drukken.
69
Afdrukken van index
——Eenvoudig*
Details
Hiermee stelt u het
standaard afdrukken
van de index in op
simpele opmaak of
details.
69
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
219
C
Toner C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Levensduur toner
Bekijk de geschatte
resterende
levensduur van de
toner voor elke kleur.
Zie .
Testafdruk Hiermee drukt u de
testpagina af.
Kalibratie Kalibreren Ja
Nee
De kleurdichtheid
aanpassen of de
kleurkalibratie naar
de
fabrieksinstellingen
herstellen.
118
Reset Ja
Nee
Automatisch registreren
Ja
Nee
Past de afdrukpositie
van elke kleur
automatisch aan.
119
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
220
Wi-Fi-instelling C
OPMERKING
Als Wi-Fi is ingesteld, kunt u de instellingen niet meer wijzigen in uw Home-scherm. Wijzig de
instellingen voor Wi-Fi in het instellingenscherm.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Zie pagina
Inst. Wizard Hiermee kunt u uw
interne afdrukserver
configureren.
Zie .
Instellen met pc
De Wi-Fi-instellingen
configureren met
behulp van een
computer.
WPS/AOSS U kunt de instellingen
voor een draadloos
netwerk gemakkelijk
configureren met de
éénknopsmethode.
WPS met pincode
U kunt de instellingen
voor een draadloos
netwerk gemakkelijk
configureren met
behulp van WPS met
een PIN-code.
Softwarehandleiding
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
221
C
Web (Meer-scherm) C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opties Omschrijvingen
Pagina
Web Picasa Web
Albums™
Hiermee maakt de
machine van Brother
verbinding met een
internetdienst.
Zie .
Google Drive™
Flickr
®
——
Facebook
Evernote
Dropbox
Ga naar het Brother Solutions Center om Handleiding Web Connect te downloaden op
http://solutions.brother.com/
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
222
Snelkoppeling C
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
Snelkoppeling
toevoegen
Kopiëren Bon —Zie Opties
uu pagina 201.
Hiermee kiest u de
gewenste instellingen
uit de aangeboden
mogelijkheden.
15
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig (12)
2-zijdig (22)
(MFC-9340CDW)
Papier opslaan
Fax
(Opties)
Faxresolutie Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Hiermee kunt u de
resolutie voor
uitgaande faxen
instellen.
16
2-zijdige fax
(MFC-9340CDW)
Uit
2-zijdige scan:
lange zijde
2-zijdige scan:
korte zijde
Hiermee kiest u de
dubbelzijdige
faxscanmodus.
16
Contrast Auto
Licht
Donker
Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt
lichter of donkerder
maken.
16
Rondsturen
Nummer toevoeg.
(Opties)
Nummer toevoeg.
Toevoegen uit adresboek
Zoeken in adresboek
U kunt hetzelfde
faxbericht naar
meerdere
faxnummers
verzenden.
16
Direct verzenden
Aan
Uit
Verzendt een fax
zonder het geheugen
te gebruiken.
16
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
223
C
Snelkoppeling
toevoegen
(Vervolg)
Fax
(Opties)
(Vervolg)
Voorpagina instellen
Voorpagina instellen
Aan
Uit
Deze functie
verzendt automatisch
een voorblad dat u
hebt
geprogrammeerd.
16
Voorblad
Opm.
1.Opmerking uit
2.Bellen a.u.b.
3.Belangrijk
4.Vertrouwelijk
5.
6.
Totaalaantal pag.
Internationaal
Aan
Uit
Als u problemen hebt
met het internationaal
verzenden van faxen,
zet deze functie dan
op Aan.
16
Scanformaat glas
Letter
A4
Hiermee past u het
scangebied van de
glasplaat aan de
grootte van het
document aan.
16
Scannen naar bestand PC Select Hiermee scant u een
zwart-wit- of een
kleurdocument naar
uw computer.
18
naar OCR PC Select Hiermee converteert
u uw tekstdocument
naar een bewerkbaar
tekstbestand.
18
naar afbeelding
PC Select U kunt een
afbeelding in kleur
naar uw grafische
toepassing scannen.
18
naar USB
2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsnaam
Bestandsgrootte
Achtergrondkleur
verwijderen
Hiermee kunt u
documenten naar
een USB-flashstation
scannen.
18
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
224
Snelkoppeling
toevoegen
(Vervolg)
Scannen
(Vervolg)
naar e-mail PC Select U kunt een zwart-wit-
of een kleurdocument
naar uw e-
mailtoepassing
scannen.
18
nr e-mailserver
Adres
2-zijdige scan
(MFC-9340CDW)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Scanformaat glas
Bestandsgrootte
U kunt een zwart-wit-
of een kleurdocument
naar uw e-mailserver
scannen.
18
naar netwerk Profielnaam U kunt gescande
gegevens verzenden
naar een CIFS-server
op uw lokaal netwerk
of op het internet.
18
naar FTP Profielnaam U kunt gescande
gegevens via FTP
verzenden.
18
Web Picasa Web
Albums™
Ga naar het Brother
Solutions Center om
het Handleiding Web
Connect te
downloaden op
http://solutions.
brother.com/.
20
Google Drive
Flickr
®
——
Facebook
Evernote
Dropbox
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Opties Omschrijvingen
Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Instellings- en functietabellen
225
C
Tekst invoeren C
Wanneer u tekst in de machine wilt invoeren, verschijnt het toetsenbord op het aanraakscherm.
Druk herhaaldelijk op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen.
Druk op om te schakelen tussen kleine en hoofdletters.
Spaties invoegen
Om een spatie in te voeren, drukt u op Spatie of c.
Corrigeren
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u dit wilt wijzigen, gebruikt u de pijltjestoetsen om de
cursor onder het onjuiste teken te plaatsen. Druk op en voer vervolgens het juiste teken in. U
kunt ook letters invoegen door de cursor te verplaatsen en een teken in te voeren.
Als d niet op het scherm verschijnt, drukt u herhaaldelijk op tot u het verkeerde teken hebt
gewist. Voer de juiste tekens in.
OPMERKING
De beschikbare tekens kunnen verschillen afhankelijk van uw land.
Afhankelijk van de functie die u instelt, kan de lay-out van het toetsenbord verschillen.
226
D
Algemeen D
1
Diagonaal gemeten
2
USB-aansluitingen naar de computer
3
Gemeten volgens IEC 62301 Editie 2.0
4
Het energieverbruik varieert licht afhankelijk van de gebruiksomgeving of de slijtage van de onderdelen.
Specificaties D
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Printertype LED
Afdrukmethode Elektrofotografische LED-printer
Geheugencapaciteit 192 MB 256 MB
LCD (Liquid Crystal Display)
3,7 in. (93,4 mm) TFT LCD-kleurenaanraakscherm
1
en
aanraakpaneel
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz
Stroomverbruik
2
(Gemiddeld)
Piek Ong. 1200 W
Afdrukken Ong. 375 W bij 25 °C
Kopiëren Ong. 380 W bij 25 °C
Klaar Ong. 70 W bij 25 °C
Slapen Ong. 7,5 W
Diepe Slaap Ong. 1,8 W
Uitgeschakeld
34
Ong. 0,05 W
Afmetingen
Gewicht (met verbruiksartikelen) 23,2 kg 23,4 kg 23,5 kg
410 mm 483 mm
410 mm
Specificaties
227
D
1
Gemeten in overeenstemming met de methode beschreven in RAL-UZ122.
2
Kantoorapparatuur met LWAd>6,30 B (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimten waar mensen zeer geconcentreerd
moeten werken. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden geplaatst vanwege het geluid dat deze
produceert.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Geluidsniveau
Geluidsdruk Afdrukken LPAm = 53,0 dB (A)
Klaar L
PAm = 33 dB (A)
Geluidskracht
Kopiëren
12
(Kleur)
L
WAd = 6,39 B (A)
Kopiëren
12
(Monochroom)
L
WAd = 6,42 B (A)
Klaar
12
LWAd = 4,44 B (A)
Temperatuur In bedrijf 10 tot 32,5 °C
Opslag 0 tot 40 °C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (niet condenserend)
Opslag 10 tot 90% (niet condenserend)
ADF (automatische documentinvoer) Maximaal 35 pagina's
Voor optimale resultaten raden wij het volgende aan:
Temperatuur: 20 tot 30 °C
Vochtigheid: 50% tot 70%
Papier: 80 g/m
2
228
Document grootte D
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Document grootte
(enkelzijdig)
Breedte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot 215,9 mm
Lengte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot 355,6 mm
Breedte glasplaat Max. 215,9 mm
Lengte glasplaat Max. 300,0 mm
Document grootte
(dubbelzijdig)
Breedte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot
215,9 mm
Lengte ADF
(automatische
documentinvoer)
147,3 tot
355,6 mm
Specificaties
229
D
Afdrukmedia D
1
Voor etiketten adviseren we u afgedrukte vellen onmiddellijk na het afdrukken uit de uitvoerlade te verwijderen, om
vlekken te vermijden.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Papierinvoer Papierlade Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat
A4, Letter, B5 (JIS), A5, A5 (Lange zijde), A6,
Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 250 vellen normaal papier van 80 g/m
2
Sleuf voor
handmatige
invoer
Papiersoort Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier,
kringlooppapier, bankpostpapier, etiket, enveloppe,
dunne env., dikke env., glanzend papier
Papierformaat
Breedte: 76,2 tot 215,9 mm
Lengte: 116,0 tot 355,6 mm
Papiergewicht
60 tot 163 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Eén vel per keer
Papieruitvoer
1
Documentuitvoer met
bedrukte zijde naar beneden
Tot 100 vellen normaal papier van 80 g/m
2
(met de
bedrukte zijde naar beneden op de documentuitvoer
met bedrukte zijde naar beneden uitgeworpen)
Documentuitvoer met
bedrukte zijde naar boven
Eén vel (met de bedrukte zijde naar boven op de
documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven
uitgeworpen)
dubbelzijdig Automatisch
tweezijdig
afdrukken
Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat
A4
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
230
Fax D
1
'Pagina's' verwijst naar de 'ITU-T testkaart #1' (een standaard zakenbrief, standaardresolutie, JBIG-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Compatibiliteit ITU-T Super Groep 3
Coderingssysteem MH/MR/MMR/JBIG
Modemsnelheid 33.600 bps (met Automatic Fallback)
Dubbelzijdig afdrukken ontvangen Ja
Automatisch dubbelzijdig verzenden Ja (vanaf ADF
(automatische
documentinvoer))
Scanbreedte Max. 208 mm
Afdrukbreedte Max. 208 mm
Grijswaarden 8 bit/256 niveaus
Resolutie Horizontaal 8 dot/mm
Verticaal Standaard:
3,85 regel/mm
Fijn:
7,7 lijnen/mm
Foto:
7,7 lijnen/mm
Superfijn:
15,4 lijnen/mm
Adresboek 200 namen
Groepen Maximaal 20
Groepsverzenden 250 (200 adresboek/50 handmatig kiezen)
Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met een interval van 5 minuten
Verzenden vanuit het geheugen
Maximaal 500
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Maximaal 500
1
pagina's
Specificaties
231
D
Kopiëren D
1
In de stand Gereed met de standaardlade.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Breedte kopie Max. 210 mm
Automatisch dubbelzijdig kopiëren Ja (vanaf ADF
(automatische
documentinvoer))
Meerdere kopieën Stapelt of sorteert maximaal 99 pagina's
Verkleinen/vergroten 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Maximaal 600 × 600 dpi
Tijd voor eerste kopie
1
Monochroom Minder dan 19 seconden bij 23 °C / 230 V
Kleur Minder dan 22 seconden bij 23 °C / 230 V
232
Scanner D
1
Voor de meest recente driverupdates voor de versie van OS X die u gebruikt, kunt u naar http://solutions.brother.com/
gaan.
2
Maximaal 1200 × 1200 dpi scannen met de WIA-driver in Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows
®
7 en Windows
®
8 (u kunt een resolutie van maximaal 19200 × 19200 dpi selecteren met behulp van het scannerhulpprogramma).
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Kleur / Mono Ja/Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP/ Windows Vista
®
/ Windows
®
7 /
Windows
®
8
Mac OS X v10.6.8 / 10.7.x / 10.8.x
1
)
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/
Windows
®
7 / Windows
®
8)
ICA-compatibel Ja (Mac OS X v10.6.8 / 10.7.x / 10.8.x)
Kleurintensiteit Kleur 48-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
Grijswaarden 16-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)
Resolutie
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 1200 × 2400 dpi (optisch)
2
(via glasplaat)
Max. 1.200 × 600 dpi (optisch)
2
(via ADF (automatische
documentinvoer))
Scanbreedte Max. 210 mm
Automatisch dubbelzijdig scannen Ja (vanaf ADF
(automatische
documentinvoer))
Specificaties
233
D
Printer D
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
In de stand Gereed met de standaardlade.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Automatisch dubbelzijdig afdrukken Ja
Emulaties
PCL6, BR-Script3 (PostScript
®
3™)
Resolutie Een kwaliteit van 600 dpi × 600 dpi, 2400 dpi
(600 dpi × 2400 dpi)
Afdruksnelheid
(dubbelzijdig)
Monochroom Tot 7 kanten/minuut (tot 3,5 vellen/minuut)
(A4-formaat)
1
Kleur Tot 7 kanten/minuut (tot 3,5 vellen/minuut)
(A4-formaat)
1
Afdruksnelheid Monochroom
Max. 22 pagina's/minuut (A4-formaat)
1
Kleur
Max. 22 pagina's/minuut (A4-formaat)
1
Eerste afdruk na
2
Monochroom Minder dan 16 seconden bij 23 °C / 230 V
Kleur Minder dan 16 seconden bij 23 °C / 230 V
234
Interfaces D
1
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een
computer met een USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
Zie Netwerk uu pagina 235 en Netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
USB
Hi-Speed USB 2.0
12
Wij raden u aan een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken die niet langer is dan
2,0 meter.
Ethernet
3
10BASE-T / 100BASE-TX
Gebruik een rechtstreekse categorie 5 (of hoger) twisted-pair-kabel.
Draadloos LAN
3
IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus/Ad-hocmodus)
IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct™)
Specificaties
235
D
Netwerk D
OPMERKING
Voor meer informatie over de netwerkspecificaties, uuNetwerkhandleiding.
1
Zie Computervereisten uu pagina 237.
2
(Voor Windows
®
-gebruikers) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de met de machine meegeleverde cd-rom.
(Voor Macintosh-gebruikers) Brother BRAdmin Light kunt u downloaden vanaf http://solutions.brother.com/
.
3
(Voor Windows
®
-gebruikers) Voor een geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional dat u kunt ophalen op http://solutions.brother.com/
.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor printen via het
netwerk, netwerkscannen, PC-Fax verzenden, PC-Fax
ontvangen (alleen Windows
®
) en externe installatie
1
.
De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light
23
is
eveneens bijgeleverd.
Protocollen IPv4 ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), WINS/NetBIOS-
naamresolutie, DNS Resolver, mDNS, LLMNR Responder,
LPR/LPD, Custom Raw Port/Port9100, POP3, SMTP Client,
IPP/IPPS, FTP Client en Server, CIFS Client, TELNET Server,
SNMPv1/v2c/v3, HTTP/HTTPS Server, TFTP Client en Server,
ICMP, Web Services (Print/Scan), SNTP Client
IPv6 NDP, RA, DNS Resolver, mDNS, LLMNR Responder, LPR/LPD,
Custom Raw Port/Port9100, IPP/IPPS, FTP Client en Server,
CIFS Client, TELNET Server, SNMPv1/v2c/v3, HTTP/HTTPS
Server, TFTP Client en Server, SMTP Client, ICMPv6, SNTP
Client, Web Services
Beveiligingsprotocollen Bedraad APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS,
SMTP, POP), SNMP v3, 802.1x (EAPMD5, EAP-FAST, PEAP,
EAP-TLS, EAP-TTLS), Kerberos
Draadloos APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH,
SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP, POP),
SNMP v3 802.1x (LEAP, EAP-FAST,
PEAP, EAP-TLS, EAP-TTLS), Kerberos
Draadloze netwerkbeveiliging WEP 64/128 bit, WPA-PSK (TKIP/AES),
WPA2-PSK (AES)
Hulpprogramma voor
het instellen van een
draadloos netwerk
AOSS™ —Ja
WPS —Ja
236
Functie Rechtstreeks afdrukken D
1
PDF-data met een JBIG2-beeldbestand, een JPEG2000-beeldbestand of een transparantbestand worden niet
ondersteund.
Model MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Compatibiliteit
PDF versie 1.7
1
, JPEG, Exif + JPEG,
PRN (gemaakt door Brother-
printerdriver), TIFF (gescand door alle
MFC- of DCP-modellen van Brother),
XPS versie 1.0
Interface USB-direct interface
Specificaties
237
D
Computervereisten D
1
Voor WIA, 1.200 x 1.200 resolutie. Brother Scanner Toepassing verbetert tot 19200 x 19200 dpi.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
3
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
4
Nuance™ PaperPort™ 12SE ondersteunt Windows
®
XP Home (SP3 of hoger), Windows
®
XP Professional (SP3 of
hoger), Windows
®
XP Professional x64 Edition (SP2 of hoger), Windows Vista
®
(SP2 of hoger), Windows
®
7 en
Windows
®
8.
Voor de laatste actualiseringen van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn eigendom van hun respectieve bedrijven.
Versie van het computerplatform
en het besturingssysteem
PC-interface
Processor
Ruimte op de harde
schijf voor de
installatie
USB
2
10/100Base-TX
(Ethernet)
Draadloos
802.11b/g/n
Voor
drivers
Voor
programma's
Windows
®
-
besturingssysteem
Windows
®
XP
Home
14
Windows
®
XP
Professional
14
Afdrukken
PC-Fax
3
Scannen
32-bits (x86) of
64-bits (x64)
processor
150 MB 310 MB
Windows
®
XP
Professional x64
Edition
14
64-bits (x64)
processor
Windows Vista
®14
32-bits (x86) of
64-bits (x64)
processor
500 MB 500 MB
Windows
®
7
14
650 MB 1,2 GB
Windows
®
8
14
Windows Server
®
2003
N.v.t. Afdrukken
32-bits (x86) of
64-bits (x64)
processor
50 MB N.v.t.
Windows Server
®
2003 x64 Edition
64-bits (x64)
processor
Windows Server
®
2008
32-bits (x86) of
64-bits (x64)
processor
Windows Server
®
2008 R2
64-bits (x64)
processor
Windows Server
®
2012
Macintosh-
besturingssysteem
Mac OS X v10.6.8 Afdrukken
PC-Fax (verzenden)
3
Scannen
Intel
®
-
processor
80 MB 400 MB
OS X v10.7.x
OS X v10.8.x
238
Verbruiksartikelen D
1
De geschatte cartridgeopbrengst wordt vermeld in overeenstemming met ISO/IEC 19798.
2
De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen met het soort gebruik.
3
Bevat 4-delige drumkit.
4
Bevat 1-delige zwarte drumeenheid.
5
Bevat 1-delige kleurdrumeenheid.
Model
MFC-9140CDN MFC-9330CDW MFC-9340CDW
Naam van het
model
Tonercartridge
Inbox Zwart
Ong. 1.000 pagina's (A4 of Letter)
1
Cyaan
Magenta
Geel
Ong. 1.000 pagina's (A4 of Letter)
1
Standaard
Zwart
Ong. 2.500 pagina's (A4 of Letter)
1
TN-241BK
Cyaan
Magenta
Geel
Ong. 1.400 pagina's (A4 of Letter)
1
TN-241C
TN-241M
TN-241Y
Hoge
capaciteit
Zwart
Cyaan
Magenta
Geel
Ong. 2.200 pagina's (A4 of Letter)
1
TN-245C
TN-245M
TN-245Y
Drumeenheid Ong. 15.000 pagina's (A4 of Letter)
(1 pagina/taak)
2
DR-241CL
3
DR-241CL-BK
4
DR-241CL-CMY
5
Riemeenheid Ong. 50.000 pagina's (A4 of Letter) BU-220CL
Tonerbak Ong. 50.000 pagina's (A4 of Letter) WT-220CL
239
E
E
A
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......56
ADF (automatische documentinvoer)
gebruik
..................................................38
Adresboek
gebruik
..................................................61
instellen
.................................................62
wijzigen
.................................................63
Afdrukken
document vanaf uw computer
...............70
drivers
.................................................233
kwaliteit
...............................................157
problemen
.................................. 143, 145
resolutie
..............................................233
specificaties
........................................233
uuSoftwarehandleiding.
Afmetingen
.............................................226
Annuleren
...................................................9
ANTW.APP. (antwoordapparaat),
extern
.......................................................46
uitgaand bericht opnemen
....................56
verbinden
..............................................55
Antwoordapparaat (ANTW.APP)
verbinden
..............................................55
Apple Macintosh
uuSoftwarehandleiding.
Automatisch
fax ontvangen
.......................................46
faxnummer opnieuw kiezen
..................61
B
Belvertraging, instelling ............................47
Bericht Geheugen vol
............................126
C
Contacten
EXT
ANTW.APP (antwoordapparaat)
........55
externe telefoon
.................................57
ControlCenter2 (voor Macintosh)
uuSoftwarehandleiding.
ControlCenter4 (voor Windows
®
)
uuSoftwarehandleiding.
D
Document
plaatsen
..........................................38, 39
Draadloos netwerk
uuInstallatiehandleiding en
Netwerkhandleiding.
Draadloze telefoon (niet van Brother)
..... 58
Drumeenheden
vervangen
............................................ 87
Drumeenheid
reinigen
......................................108, 111
E
Een document naar een computer
scannen
................................................... 71
Enveloppen
.......................... 29, 33, 34, 36
Etiketten
............................... 27, 33, 34, 37
Externe installatie
uuSoftwarehandleiding.
externe telefoon, verbinding
.................... 57
F
Fax waarnemen ....................................... 48
Fax, stand-alone
ontvangen
belvertraging, instelling
..................... 47
fax waarnemen
.................................. 48
storing op de telefoonlijn
................. 155
van tweede toestel
......................57, 58
verzenden
............................................ 40
storing op de telefoonlijn
................. 155
Fax/Tel-modus
antwoorden aan tweede toestel
........... 58
belvertraging
........................................ 47
code voor activeren op afstand
............ 58
code voor deactiveren op afstand
........ 58
F/T-beltijd (dubbel belsignaal)
.............. 47
fax waarnemen
..................................... 48
faxen ontvangen
................................... 58
Faxcodes
code voor activeren op afstand
............ 58
code voor deactiveren op afstand
........ 58
wijzigen
................................................ 59
Folio
...................................................32, 34
Index
240
Foutmeldingen op aanraakscherm ........122
Afdrukken Onm XX
.............................122
Comm. Fout
........................................123
Geen papier
........................................125
Geheugen vol
......................................126
Scannen Onm. XX
..............................128
G
Geheugen ..............................................226
Gewicht
..................................................226
Glasplaat
gebruik
..................................................39
Grijswaarden
................................. 230, 232
H
Handmatig
kiezen
....................................................61
ontvangen
.............................................46
Help
berichten op aanraakscherm
..............170
Instellingstabellen
...............................171
Home
.........................................................9
I
Informatie over de machine
de machine resetten
...........................168
firmwareversie
.....................................167
resetfuncties
........................................168
serienummer
.......................................167
Instellingstabellen
..................................171
K
Kiezen
Adresboek
.............................................61
automatisch faxnummer opnieuw
kiezen
....................................................61
een pauze
.............................................62
handmatig
.............................................61
Kwaliteit
afdrukken
............................................157
L
LCD-aanraakscherm
(liquid crystal display)
........................ 8, 170
M
Macintosh
uuSoftwarehandleiding.
Modus, oproepen
fax
......................................................... 40
kopiëren
................................................ 64
N
Netwerk
afdrukken
uuNetwerkhandleiding.
faxen
uuSoftwarehandleiding.
scannen
uuSoftwarehandleiding.
Netwerkaansluiting
................................ 234
Nuance™ PaperPort™ 12SE
uuSoftwarehandleiding en Help in de
PaperPort™ 12SE-toepassing om de
procedurehandleidingen op te roepen.
O
Onderhoud, routinematig ....................... 103
vervangen
drumeenheden
.................................. 87
riemeenheid
...................................... 94
tonerbak
............................................ 98
tonercartridges
.................................. 80
Opnieuw kiezen
....................................... 61
Overzicht bedieningspaneel
...................... 8
P
Papier ......................................................33
aanbevolen
.....................................33, 34
formaat
...........................................32, 33
ladecapaciteit
....................................... 34
plaatsen
................................................ 25
in papierlade
...................................... 25
in sleuf voor handmatige invoer
........ 27
soort
...............................................32, 33
Pauze
...................................................... 62
PC-Fax
uuSoftwarehandleiding.
241
E
Presto! PageManager
uuSoftwarehandleiding. uuook Help in de
Presto! PageManager-toepassing.
Problemen oplossen
..............................143
als u problemen hebt
afdrukken
................................ 143, 145
afdrukkwaliteit
..................................157
faxen ontvangen
..............................147
faxen verzenden
..............................149
inkomende oproepen
.......................150
kopieerkwaliteit
................................150
netwerk
............................................152
papierbehandeling
...........................145
scannen
...........................................151
software
...........................................151
telefoonlijn
........................................155
foutmeldingen op aanraakscherm
......122
onderhoudsberichten op
aanraakscherm
...................................122
vastgelopen document
............... 132, 133
vastgelopen
papier
................ 134, 135, 136, 138, 141
R
Rapporten
Verzendrapport
.....................................42
Rechtstreeks afdrukken
.................... 66, 67
specificatie
..........................................236
Reiniging
coronadraden
......................................108
drumeenheid
.......................................111
LED-kop
..............................................105
scanner
...............................................106
Resolutie
afdrukken
............................................233
fax (standaard, fijn, superfijn, foto)
.....230
kopiëren
..............................................231
scannen
..............................................232
Riemeenheid
vervangen
.............................................94
S
Scannen
uuSoftwarehandleiding.
Serienummer
opzoeken
Zie de binnenzijde van het bovendeksel
Synchronisatie
.......................................155
T
Tekst, invoeren ...................................... 225
Tel/R
........................................................ 58
Telefoonlijn
meerdere lijnen (PBX)
.......................... 56
problemen
.......................................... 146
storing
................................................ 155
verbindingen
......................................... 55
Terug
......................................................... 9
Tonerbak
vervangen
............................................ 98
Tonercartridges
vervangen
............................................ 80
Tweede toestel, gebruiken
...................... 58
U
Uw machine programmeren .................. 170
V
Verbinden
extern ANTW.APP
(antwoordapparaat)
.............................. 55
externe telefoon
................................... 57
Verbruiksartikelen
........................76, 77, 78
Vervangen
drumeenheden
..................................... 87
riemeenheid
......................................... 94
tonerbak
............................................... 98
tonercartridges
..................................... 80
VoIP
....................................................... 155
Volume, instelling
bellen
.................................................... 23
luidspreker
............................................ 24
waarschuwingstoon
.............................. 23
W
Wi-Fi Direct™ ............................................ 5
Windows
®
uuSoftwarehandleiding.
www.brotherearth.com
Bezoek ons online
http://www.brother.com/
Deze machines zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale
Brother-bedrijven of hun dealers voeren alleen servicewerkzaamheden uit aan machines die in
eigen land zijn aangeschaft.
248


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother MFC-9340CDW at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother MFC-9340CDW in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,92 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother MFC-9340CDW

Brother MFC-9340CDW Installation Guide - English - 42 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - English - 75 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - English - 234 pages

Brother MFC-9340CDW Installation Guide - German - 44 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - German - 78 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - German - 259 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - Dutch - 80 pages

Brother MFC-9340CDW Installation Guide - Dutch - 44 pages

Brother MFC-9340CDW Installation Guide - French - 44 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - French - 79 pages

Brother MFC-9340CDW User Manual - French - 256 pages

Brother MFC-9340CDW Additional guide - All languages - 20 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info