451264
167
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/174
Next page
BEKNOPTE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-7360N
MFC-7460DN
MFC-7860DW
Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen.
Versie B
DUT/BEL-DUT
Als u de klantenservice moet bellen
Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig te
kunnen raadplegen:
Modelnummer: MFC-7360N, MFC-7460DN en
MFC-7860DW
(omcirkel uw modelnummer)
Serienummer:
1
Aankoopdatum:
Aankoopplaats:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het
toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen
met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in
geval van diefstal, brand of service in geval van
garantie.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2010 Brother Industries, Ltd.
i
Welke gebruikershandleidingen zijn er en waar
kan ik deze vinden?
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Veiligheid en wetgeving Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze handleiding
voor handelsmerken en wettelijke
beperkingen.
Gedrukt / In de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van
uw machine en installeren van de drivers
en software voor het besturingssysteem
en het type verbinding dat u gebruikt.
Beknopte
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de fax-,
kopieer- en scanfuncties en over het
vervangen van de verbruiksartikelen. Zie
tips voor het oplossen van problemen.
Afgedrukt / In de verpakking
Voor
HUN/BUL/ROM/POL/SVK/CZE
PDF-bestand / documentatie-
cd-rom / in de verpakking
Uitgebreide
gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over
geavanceerde functies: faxen, kopiëren,
beveiliging, afdrukrapporten en het
uitvoeren van routineonderhoud.
PDF-bestand /
Documentatie-cd-rom /
In de verpakking
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken,
scannen, netwerkscannen, externe
installatie, PC-Fax en het gebruik van
Brother ControlCenter.
Verklarende woordenlijst
Netwerk
In deze handleiding vindt u
basisinformatie over geavanceerde
netwerkfuncties van Brother-machines
en uitleg over algemene netwerk- en
standaardterminologie.
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige
informatie over bedrade en draadloze
netwerkinstellingen en
beveiligingsinstellingen bij het gebruik
van de Brother-machine. U kunt er
eveneens informatie vinden over
ondersteunde protocollen voor uw
machine en gedetailleerde tips voor het
oplossen van problemen.
ii
Inhoudsopgave
(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
De Uitgebreide gebruikershandleiding, Softwarehandleiding en
Netwerkhandleiding gebruiken ...........................................................................2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
Toegang tot ondersteuning door Brother (Windows
®
)...........................................4
Toegang tot Brother-support (Macintosh)..............................................................5
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................6
Volume-instellingen .............................................................................................14
Belvolume......................................................................................................14
Volume van waarschuwingstoon ...................................................................14
Volume luidspreker........................................................................................14
2 Papier plaatsen 15
Papier en afdrukmedia laden...............................................................................15
Papier in de standaardpapierlade plaatsen ...................................................15
Papier plaatsen in de multifunctionele lade ...................................................17
Onscanbare en onbedrukbare gebieden .......................................................22
Papierinstellingen ................................................................................................23
Papiersoort ....................................................................................................23
Papierformaat................................................................................................23
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt ...................23
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................23
Type en afmetingen van het papier ...............................................................24
Speciaal papier gebruiken .............................................................................25
3 Documenten laden 28
Documenten laden...............................................................................................28
De automatische documenttoevoer (ADF) gebruiken ...................................28
met behulp van de glasplaat..........................................................................29
4 Een fax verzenden 31
Een fax verzenden...............................................................................................31
Documenten in Letter-formaat faxen vanaf de glasplaat...............................32
Een fax in behandeling annuleren .................................................................32
Verzendrapport..............................................................................................32
iii
5 Een fax ontvangen 33
Ontvangststanden................................................................................................33
De ontvangststand kiezen .............................................................................33
Ontvangststanden gebruiken...............................................................................34
Alleen Fax......................................................................................................34
Fax/Tel...........................................................................................................34
Handmatig .....................................................................................................34
Extern ANTW.APP. .......................................................................................34
Instellingen ontvangststand .................................................................................35
Belvertraging .................................................................................................35
F/T-beltijd (uitsluitend Fax/Tel modus) ..........................................................35
Fax Waarnemen ............................................................................................36
6 Telefoon en externe apparatuur 37
Telefoonlijndiensten.............................................................................................37
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................37
Een extern ANTW.APP. aansluiten ....................................................................38
Aansluitingen .................................................................................................38
Een uitgaand bericht opnemen......................................................................39
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................39
Externe telefoons en tweede telefoons................................................................40
Een externe of tweede telefoon aansluiten ...................................................40
Handelingen bij externe of tweede toestellen................................................40
Uitsluitend voor Fax/Tel-modus.....................................................................40
Een draadloze externe handset niet van het merk Brother gebruiken ..........41
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................41
7 Het kiezen en opslaan van nummers 43
Nummers kiezen..................................................................................................43
Handmatig kiezen..........................................................................................43
Ééntoetsnummers handmatig........................................................................43
Snel kiezen ....................................................................................................43
Zoeken...........................................................................................................43
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................44
Nummers opslaan................................................................................................44
Opties voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers ....................................45
Een pauze opslaan........................................................................................46
Voorkeurnummers opslaan ...........................................................................46
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................48
Voorkeurnummers en snelkiesnummers veranderen....................................50
Eéntoetsnummers en snelkiesnummers verwijderen ....................................52
Toon of puls (voor Nederland).......................................................................52
8Kopiëren 53
Kopieën maken....................................................................................................53
Kopiëren onderbreken ...................................................................................53
Kopieerinstellingen ........................................................................................54
iv
9 Afdrukken vanaf een computer 55
Een document afdrukken.....................................................................................55
10 Scannen naar een computer 56
Een document scannen als PDF-bestand met ControlCenter4 (Windows
®
).......56
De instellingen voor de SCAN-knop wijzigen ......................................................59
Vóór het scannen ..........................................................................................59
Instellingen SCAN-knop ................................................................................59
Scannen met behulp van de SCAN-knop......................................................61
A Routineonderhoud 62
De verbruiksartikelen vervangen .........................................................................62
De tonercartridge vervangen .........................................................................63
De drumeenheid vervangen ..........................................................................68
De machine reinigen............................................................................................73
De buitenzijde van de machine schoonmaken ..............................................73
De glasplaat reinigen.....................................................................................74
De primaire corona reinigen ..........................................................................75
De drumeenheid reinigen ..............................................................................77
De invoerrollen voor papier reinigen..............................................................82
De machine controleren.......................................................................................83
De paginatellers controleren..........................................................................83
De resterende levensduur van onderdelen controleren ................................83
B Problemen oplossen 84
Fout- en onderhoudsberichten.............................................................................84
Faxen of faxjournaal overbrengen.................................................................89
Document vast.....................................................................................................91
Het document is bovenin de ADF vastgelopen .............................................91
Document is vastgelopen onder het documentdeksel...................................91
Kleine documenten die vastgelopen zijn in de ADF verwijderen...................92
Document is vastgelopen in de uitvoerlade...................................................92
Papier vast...........................................................................................................93
Het papier is vastgelopen in de standaard papierlade ..................................93
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine ............................94
Papier is vastgelopen binnenin de machine ..................................................97
Het papier is vastgelopen in de duplexlade
(MFC-7460DN en MFC-7860DW)...........................................................101
Als u problemen hebt met uw machine..............................................................103
Kiestoonherkenning instellen.......................................................................112
Storing op de telefoonlijn .............................................................................112
De afdrukkwaliteit verbeteren ............................................................................113
Informatie over de machine ...............................................................................123
Het serienummer controleren ......................................................................123
Resetfuncties .....................................................................................................123
De machine resetten ...................................................................................124
v
C Menu en functies 125
Programmeren op het scherm ...........................................................................125
Menutabel....................................................................................................125
Het menu openen ........................................................................................125
Menutabel ..........................................................................................................126
Tekst invoeren ...................................................................................................144
D Specificaties 146
Algemeen...........................................................................................................146
Documentgrootte ...............................................................................................148
Afdrukmedia.......................................................................................................149
Fax.....................................................................................................................150
Kopiëren ............................................................................................................151
Scanner .............................................................................................................152
Printer ................................................................................................................153
Interfaces ...........................................................................................................154
Systeemvereisten .............................................................................................155
Verbruiksartikelen ..............................................................................................158
Netwerk (LAN) ...................................................................................................159
E Index 160
vi
Inhoudsopgave
(UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
De Uitgebreide gebruikershandleiding biedt u meer informatie over de volgende functies. U kunt
de Uitgebreide gebruikershandleiding raadplegen op de documentatie-cd-rom.
1 Algemene instellingen
Opslag in het geheugen
Automatische zomer-/wintertijd
Ecologische functies
Tonerinstellingen
LCD-contrast
Timermodus
2 Beveiligingsfuncties
Beveiliging
3 Een fax verzenden
Aanvullende verzendopties
Aanvullende verzendopties
Overzicht pollen
4 Een fax ontvangen
Opties voor afstandsbediening
Aanvullende ontvangstfuncties
Overzicht pollen
5 Het kiezen en opslaan van
nummers
Telefoonlijndiensten
Aanvullende kiesopties
Bijkomende manieren om nummers op
te slaan
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten
Rapporten
7 Kopiëren
Kopieerinstellingen
Duplexkopiëren (1-zijdig naar 2-zijdig)
(MFC-7460DN en MFC-7860DW)
A Routineonderhoud
De machine reinigen
De machine controleren
De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
C Index
vii
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Dank u voor de aanschaf van een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie 1
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen
op het bedieningspaneel van
de machine of op het
computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
geeft de meldingen aan die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig
of fataal letsel.
VOORZICHTIG geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die, als deze niet
wordt voorkomen, kan resulteren in enig
letsel.
BELANGRIJK geeft een mogelijk
gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in
schade aan eigendommen, storingen of een
niet-werkend product.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
waarschuwen u voor een mogelijke
elektrische schok.
De pictogrammen Heet oppervlak
waarschuwen u voor hete delen van
de machine.
De aanduidingen Opmerkingen
geven aan hoe u moet reageren in
een bepaalde situatie of geven
informatie over hoe de huidige
functie werkt met andere functies.
Hoofdstuk 1
2
De Uitgebreide
gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding
en Netwerkhandleiding
gebruiken
1
Deze Beknopte gebruikershandleiding bevat
niet alle informatie over de machine zoals
hoe u de geavanceerde functies van fax,
kopie, printer, scanner, PC-Fax en netwerk
gebruikt. Wanneer u klaar bent voor
gedetailleerdere informatie over deze
functies, kunt u de Uitgebreide
gebruikershandleiding,
Softwarehandleiding, Verklarende
woordenlijst Netwerk en
Netwerkhandleiding die u terugvindt op de
documentatie-cd-rom raadplegen.
Documentatie bekijken 1
a Zet de computer aan. Plaats de cd-rom
met documentatie in het cd-romstation.
Opmerking
(Windows
®
-gebruikers) Als het scherm
niet automatisch wordt weergegeven,
gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-
rom en dubbelklikt u op index.html.
b (Macintosh-gebruikers) Dubbelklik op
het pictogram van de documentatie-cd-
rom, en dubbelklik vervolgens op
index.html.
c Klik op uw land.
d Wijs uw taal aan, wijs Handleiding
bekijken aan en klik vervolgens op de
handleiding die u wilt lezen.
Algemene informatie
3
1
Opmerking
(Alleen Windows
®
-gebruikers) Uw web
browser geeft mogelijk een gele balk weer
aan de bovenzijde van de pagina met een
beveiligingswaarschuwing betreffende
Active X-besturingselementen. Om de
pagina correct te kunnen weergeven,
moet u op de balk klikken, op
Geblokkeerde inhoud toestaan…
klikken en vervolgens op Ja klikken in het
dialoogvenster
Beveiligingswaarschuwing.
(Alleen Windows
®
-gebruikers)
1
Voor een
snellere toegang kunt u alle
gebruikersdocumentatie in PDF-formaat
kopiëren naar een lokale map op uw
computer. Wijs uw taal aan en klik
vervolgens op Kopiëren naar lokale
schijf.
1
Microsoft
®
Internet Explorer
®
6.0 of hoger.
Scaninstructies opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u
documenten kunt scannen. U kunt de
instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenter
Netwerkscannen
ScanSoft™ PaperPort™ 12SE met OCR
Hoe-te-handleidingen
(Windows
®
)
De complete handleidingen voor
ScanSoft™ PaperPort™ 12SE met OCR
kunt u bekijken in het Helpgedeelte in de
ScanSoft™ PaperPort™ 12SE-
toepassing.
Gebruikershandleiding Presto!
PageManager
(Macintosh)
Opmerking
U moet eerst de Presto! PageManager
van het internet ophalen en installeren.
Zie Toegang tot Brother-support
(Macintosh) op pagina 5 voor verdere
instructies.
U kunt de complete Presto! PageManager
Gebruikershandleiding bekijken via Help
in Presto! PageManager.
Instructies vinden voor het instellen van
een netwerk
Uw machine kan aangesloten worden op een
bedraad of een draadloos netwerk. De
standaardinstructies voor het instellen
hiervan vindt u in de Installatiehandleiding.
Wanneer de draadloze router / het draadloos
toegangspunt Wi-Fi Protected Setup™ of
AOSS™ ondersteunt, volg dan de stappen
op Installatiehandleiding. Raadpleeg de
Netwerkhandleiding voor meer informatie
over deze meldingen.
Hoofdstuk 1
4
Toegang tot
ondersteuning door
Brother (Windows
®
) 1
U kunt hier alle benodigde contactgegevens
vinden, zoals voor webondersteuning
(Brother Solutions Center) op de installatie-
cd-rom.
Klik op Brother-support in het
hoofdmenu. Het volgende venster
verschijnt:
Om onze website
(http://www.brother.com/
) te openen, klikt
u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com/
), klikt u op
Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
), klikt u
op Informatie over verbruiksartikelen.
Om naar Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/
)
te gaan voor GRATIS fotoprojecten en
afdrukbare downloads, klikt u op Brother
CreativeCenter.
Wanneer u wilt terugkeren naar de
hoofdpagina, klikt u op Terug. Als u klaar
bent, klikt u op Afsluiten.
Algemene informatie
5
1
Toegang tot Brother-
support (Macintosh) 1
U kunt hier alle benodigde contactgegevens
vinden, zoals voor webondersteuning
(Brother Solutions Center) op de installatie-
cd-rom.
Dubbelklik op het pictogram
Brother-support. Het volgende venster
verschijnt:
Klik op Presto! PageManager om Presto!
PageManager te downloaden en te
installeren.
Om uw machine te registreren op de
registratiepagina voor Brother-producten
(http://www.brother.com/registration/
),
klikt u op Onlineregistratie.
Voor het laatste nieuws en
productondersteuningsinformatie
(http://solutions.brother.com/
), klikt u op
Brother Solutions Center.
Wanneer u onze website wilt bezoeken
voor originele Brother-onderdelen
(http://www.brother.com/original/
), klikt u
op Informatie over verbruiksartikelen.
Hoofdstuk 1
6
Overzicht bedieningspaneel 1
MFC-7460DN
(voor België)
(voor Nederland)
1
2
3
6
4
5
Algemene informatie
7
1
3
6
4
578 910
Hoofdstuk 1
8
MFC-7860DW
Algemene informatie
9
1
Hoofdstuk 1
10
MFC-7360N
(voor België)
(voor Nederland)
1
2
3
6
4 5
1
2
3
6
4
5
Algemene informatie
11
1
3
6
4 5
7
8
910
3
6
4
578 910
Hoofdstuk 1
12
1 Eéntoetsnummers
Deze 4 toetsen geven direct toegang tot 8
vooraf opgeslagen nummers.
Shift
Geeft u toegang tot ééntoetsnummers 5 tot 8
door deze ingedrukt te houden.
2FAX toetsen:
Tel/R (Telefoon/Intern)
U gebruikt deze toets voor een
telefoongesprek na het oppakken van de
externe hoorn tijdens het snelle dubbele
belsignaal.
Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u
deze toets gebruiken om toegang te krijgen tot
een buitenlijn, om de telefonist(e) terug te
bellen of om een oproep over te zetten naar
een ander toestel.
Redial/Pause (Herkies/Pauze)
Met een druk op deze toets wordt het laatst
gekozen nummer herhaald. Het voegt ook een
pauze in bij het programmeren van
snelkiesnummers of wanneer u handmatig een
nummer kiest.
Resolution (Resolutie)
Hiermee stelt u de faxresolutie in.
3 COPY (KOPIE) toetsen:
Options (Opties)
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke
instellingen voor het kopiëren selecteren.
Enlarge/Reduce (Vergroot/Verklein)
Verkleint of vergroot kopieën.
Duplex (Dubbelzijdig)
(Voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
U kunt Duplex selecteren om dubbelzijdig af te
drukken.
4 PRINT toetsen:
Secure (Veilig Afdrukken)
(voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens
afdrukken door uw wachtwoord van vier cijfers
in te voeren. (Raadpleeg voor meer informatie
over het gebruik van de beveiligingssleutel de
Softwarehandleiding.)
Wanneer u het beveiligd functieslot gebruikt,
kunt u beperkte gebruikers wisselen door Shift
ingedrukt te houden terwijl u op Secure (Veilig
Afdrukken) drukt. (Zie Beveiligd functieslot 2.0
in hoofdstuk 2 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
Job Cancel (Opdracht Annuleren)
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde
afdruktaak en wist u deze uit geheugen van de
machine. Wanneer u meer afdruktaken wilt
annuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat
het LCD-scherm Alles annuleren toont.
5LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
(MFC-7860DW) In de FAX- en SCAN-modus:
wanneer u gebruik maakt van een draadloze
verbinding, wordt de sterkte van het draadloze
signaal weergegeven via een aanduiding met
vier niveaus.
6 Modustoetsen:
FAX
Hiermee wordt de faxmodus van de machine
geactiveerd.
SCAN
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
COPY (KOPIE)
Hiermee wordt de kopieermodus van de
machine geactiveerd.
7 Menutoetsen:
Clear (Wis)
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine
opslaan.
0Max
Algemene informatie
13
1
Volumetoetsen:
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan. Druk hierop om het
volume te wijzigen in de fax- of stand-
bymodus.
a of b
Druk hierop om door de menu's en opties te
bladeren.
Adresboek
Hiermee kunt u rechtstreeks snelkiesnummers
oproepen.
8Kiestoetsen
(voor NederLand) Gebruik deze toetsen om
telefoon- en faxnummers te kiezen en als
toetsenbord om gegevens in de machine in te
voeren.
(Alleen voor Nederland)
De toets # schakelt de kies-modus tijdens een
gesprek tijdelijk om van puls naar toon.
9Start
Hiermee kunt u faxen verzenden of kopieën
maken.
10 Stop/Exit (Stop/Eindigen)
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten.
Hoofdstuk 1
14
Volume-instellingen 1
Belvolume 1
U kunt kiezen uit een aantal
belvolumeniveaus, van Hoog tot Uit.
In de faxmodus drukt u op of om het
volume in te stellen. Het LCD-scherm toont
de huidige instelling, en telkens wanneer u op
deze toets drukt, wordt het volume op een
volgend niveau ingesteld. De nieuwe
instelling blijft van kracht op de machine
totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume van de beltoon ook via het
menu wijzigen:
a Druk op Menu, 1, 3, 1.
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Volume van
waarschuwingstoon 1
Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat
zal de machine een geluidssignaal geven,
wanneer u een toets indrukt, een vergissing
maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt
kiezen uit een aantal volumeniveaus, van
Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 3, 2.
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Volume luidspreker 1
U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus
voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu, 1, 3, 3.
b Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
15
2
2
Papier en afdrukmedia
laden
2
De machine kan papier laden vanuit de
standaardpapierlade of handmatige
invoergleuf.
Houd rekening met het volgende als u papier
in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw
toepassingssoftware een optie biedt voor
het opgeven van het papierformaat, kunt u
dit via de toepassingssoftware doen. Als
deze optie niet door de
toepassingssoftware geboden wordt, kunt
u het papierformaat opgeven in de
printerdriver of via het bedieningspaneel.
Papier in de
standaardpapierlade plaatsen2
U kunt maximaal 250 vel plaatsen. De stapel
papier mag niet hoger zijn dan de aanduiding
voor de maximale papierhoogte (b b b) op de
papiergeleider voor de breedte. (Raadpleeg
Papiercapaciteit van de lades op pagina 24
om te zien welke papiersoorten u kunt
gebruiken.)
Afdrukken via de standaardpapierlade
op normaal papier, dun papier of
kringlooppapier
2
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
Papier plaatsen 2
Hoofdstuk 2
16
b Houd de groene vrijgavehendel van de
papiergeleiderhendel ingedrukt, en stel
de papiergeleiders af op het
papierformaat dat u in de lade doet.
Zorg dat de geleiders goed in de
sleuven zitten.
c Waaier de stapel papier goed door om
vastlopen van papier en storingen te
voorkomen.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor
dat:
De stapel papier niet boven de
markering (bbb)(1) uitsteekt.
Als u de papierlade te hoog vult, kan
het papier vastlopen.
De zijde waarop u wilt afdrukken,
naar beneden gericht is.
De papiergeleiders de zijkanten van
het papier raken zodat het goed
ingevoerd wordt.
e Plaats de papierlade stevig terug in de
machine. Zorg ervoor dat deze geheel in
de machine zit.
1
Papier plaatsen
17
2
f Vouw de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de
neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt.
Papier plaatsen in de
multifunctionele lade 2
U kunt enveloppen en speciale afdrukmedia
één voor één invoeren via de handmatige
invoergleuf. Gebruik de handmatige
invoergleuf om etiketten, enveloppen of
dikker papier af te drukken of te kopiëren.
Opmerking
De machine stelt vervolgens automatisch
de handmatige invoermodus in wanneer u
papier in de handmatige invoergleuf
plaatst.
Afdrukken op normaal papier, dun
papier of kringlooppapier vanuit de
handmatige invoergleuf
2
a Klap de steunflap (1) open om te
vermijden dat het papier van de
neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of
verwijder iedere pagina zodra deze uit
de machine komt.
1
1
1
1
Hoofdstuk 2
18
b Maak het deksel van de sleuf voor
handinvoer open.
c Stel de papiergeleiders voor handinvoer
met beide handen af op de breedte van
het gebruikte papier.
d Houd een vel papier met beide handen
vast en plaats het zo in de handinvoer,
dat de voorste rand van het papier de
papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los
als u voelt dat de machine het papier
invoert.
Afdrukken op dik papier,
bankpostpapier, etiketten en
enveloppen
2
Wanneer de achterste uitvoerlade naar
beneden is getrokken, heeft de machine een
recht papiertraject van de handmatige
invoergleuf tot aan de achterkant van de
machine. Gebruik deze methode voor
papierin- en uitvoer als u op dik papier,
etiketten of enveloppen wilt afdrukken.
Opmerking
Verwijder ieder afgedrukt vel of enveloppe
onmiddellijk, om een opstopping te
vermijden.
Papier plaatsen
19
2
a Open het achterdeksel (achterste
uitvoerlade).
Opmerking
<Uitsluitend voor enveloppen> Duw de
twee groene hendels naar beneden. Deze
bevinden zich aan de linker- en aan de
rechterzijde (zie de volgende afbeelding).
b Maak het deksel van de sleuf voor
handinvoer open.
Hoofdstuk 2
20
c Stel de papiergeleiders voor handinvoer
met beide handen af op de breedte van
het gebruikte papier.
d Plaats met beide handen één vel papier
of één enveloppe in de handmatige
invoergleuf tot de voorrand van het
papier of enveloppe de
papieraanvoerrol raakt. Laat het vel los
als u voelt dat de machine het papier
invoert.
Opmerking
Steek het vel met de te bedrukken zijde
(de blanco zijde) naar boven in de sleuf
voor handinvoer.
Zorg dat het afdrukmedium recht en in de
juiste stand in de sleuf voor handinvoer zit.
Is dit niet het geval, dan kan het papier
scheef worden ingevoerd waardoor de
vellen verkreukeld worden uitgevoerd of
het papier kan vastlopen.
Plaats nooit meer dan één vel papier
tegelijk in de handmatige invoergleuf. Dat
kan namelijk een papierstoring
veroorzaken.
Wanneer u printmedia in de handmatige
invoergleuf doet voordat de machine in de
toestand Gereed staat, werpt de machine
de media onbedrukt uit.
Papier plaatsen
21
2
Wanneer u een kleine afdruk gemakkelijk
uit de uitvoerlade wilt verwijderen, tilt u het
scannerdeksel met twee handen op, zoals
de illustratie weergeeft.
U kunt de machine blijven gebruiken
terwijl het scannerdeksel omhoog staat. U
sluit het scannerdeksel door het met beide
handen omlaag te duwen.
Hoofdstuk 2
22
Onscanbare en onbedrukbare gebieden 2
De cijfers in onderstaande afbeeldingen geven de maximaal onscanbare en onbedrukbare
gebieden aan. De onscanbare en onbedrukbare gebieden kunnen verschillen aan de hand van
het papierformaat en de instellingen in de toepassing die u gebruikt.
Gebruik Documentgro
otte
Bovenkant (1)
Onderkant (1)
Links (2)
Rechts (2)
Fax
(Verzenden)
Letter 3 mm 4 mm
A4 3 mm 3 mm
Kopiëren Letter 3 mm 4 mm
*een enkele
afdruk of een 1
in 1 afdruk
A4 3 mm 3 mm
Scannen Letter 3 mm 3 mm
A4 3 mm 3 mm
Afdrukken Letter 4 mm 6,35 mm
A4 4mm 6,35mm
2
2
1
1
Papier plaatsen
23
2
Papierinstellingen 2
Papiersoort 2
Stel de machine in op het papier dat u
gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste
afdrukkwaliteit.
a Druk op Menu, 1, 2, 1.
b Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik, Gerecycl.papier of
Etiketten te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Papierformaat 2
U kunt verscheidene papierformaten
gebruiken voor het afdrukken van kopieën:
A4, Letter, Executive, A5, A5 L, A6, B5, of B6
en voor het afdrukken van faxen: A4 of Letter.
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document of een binnenkomende fax
passend op de pagina kan plaatsen.
a Druk op Menu, 1, 2, 2.
b Druk op a of b om A4, Letter,
Executive, A5, A5 L, A6, B5 of B6 te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Papiersoorten en
andere afdrukmedia
die kunnen worden
gebruikt
2
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende printmedia gebruiken:
dun papier, normaal papier, dik papier,
briefpapier, kringlooppapier, etiketten of
enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u
onderstaande instructies:
Plaats NOOIT verschillende typen papier
tegelijk in de papierlade, anders kan het
papier vastlopen of verkeerd worden
ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in
uw softwaretoepassing het papierformaat
instellen van het papier dat zich in de lade
bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet
aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat
het papier geschikt is.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia 2
Papiersoort Item
Normaal papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier
Xerox Recycled Supreme
80 g/m
2
Etiketten Avery-laseretiketten L7163
Enveloppe Antalis River series (DL)
Hoofdstuk 2
24
Type en afmetingen van het
papier 2
De machine kan papier laden vanuit de
standaardpapierlade of handmatige
invoergleuf.
De namen voor de papierladen in de
printerdriver zijn in deze handleiding
als volgt:
2
Papiercapaciteit van de lades 2
Aanbevolen papierspecificaties 2
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Gebruik papier dat geschikt is voor kopiëren op normaal papier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langvezelig papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van
circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN
19309.
Lade en optionele
accessoires
Naam
Standaardpapierlade Lade 1
Sleuf voor handinvoer Handmatig
Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen
Papierlade
(Lade 1)
A4, Letter, B5,
Executive, A5, A5 (lange
zijde), A6, B6
Normaal papier, dun
papier en
kringlooppapier
maximaal 250 [80 g/m
2
]
Sleuf voor handmatige
invoer
Breedte: 76,2 tot
216 mm
Lengte: 116 tot 406,4
mm
Normaal papier, dun
papier, dik papier,
bankpostpapier,
kringlooppapier,
enveloppen en etiketten
Enkel vel [80 g/m
2
]
Standaardgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 m
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langvezelig
Soortelijke volumeweerstand
10e
9
-10e
11
ohm
Soortelijke weerstand aan
oppervlakte
10e
9
-10e
12
ohm-cm
Vulmiddel
CaCO
3
(Neutraal)
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80%
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Papier plaatsen
25
2
Speciaal papier gebruiken 2
De machine functioneert goed met de meeste
typen xerografisch en bankpostpapier.
Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of
bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd
eerst een proefafdruk voordat u papier
aanschaft om zeker te zijn van het gewenste
resultaat. Bewaar papier in de originele
verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.
Bewaar het papier plat en uit de buurt van
vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat
hierdoor het papier kan vastlopen of de
machine kan worden beschadigd.
Voorgedrukt papier moet inkt gebruiken
dat tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine bestand is
(200C (392F)).
Als u bankpostpapier, papier met een ruw
oppervlak of papier dat is gekreukeld of
gevouwen gebruikt, kan het
afdrukresultaat tegenvallen.
Te vermijden typen papier 2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of groter kan het
papier laten vastlopen.
dat gecoat is of een chemische
deklaag heeft
dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u één van de genoemde typen papier
gebruikt, kan de machine beschadigd
raken. Deze schade wordt niet gedekt
door enige garantie- of
serviceovereenkomst met Brother.
1
1
Hoofdstuk 2
26
Enveloppen 2
De meeste enveloppen die ontwikkeld zijn
voor laserprinters zijn geschikt voor deze
machine. Sommige vormen enveloppen
kunnen echter mogelijk problemen met de
toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Een geschikte envelop heeft randen met
rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet
dikker zijn dan twee vellen papier. De
envelop moet vlak liggen en mag niet
zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen
van hoge kwaliteit bij een leverancier die
weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in
een lasermachine.
U kunt enveloppen één voor één invoeren via
de handmatige invoergleuf. Advies: voordat u
een groot aantal enveloppen afdrukt, maakt u
een proefafdruk om zeker te zijn van het
afdrukresultaat.
Te vermijden typen enveloppen 2
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen:
die beschadigd, gekruld of verkreukeld
zijn of een ongebruikelijke vorm
hebben
die extreem glanzend zijn of een grove
structuur hebben
met klemmetjes, nietjes of dichtbinders
met een zelfklevende plakrand
die zakachtig zijn
die niet scherp gevouwen zijn
die van reliëf zijn voorzien
die eerder zijn bedrukt door een
lasermachine
die aan de binnenkant zijn voorbedrukt
die niet netjes op elkaar kunnen
worden gestapeld
die gemaakt zijn van papier dat
zwaarder is dan het gespecificeerde
papiergewicht voor de machine
met randen die niet recht of regelmatig
zijn
met vensters, gaten, uitsparingen of
perforaties
met lijm op het oppervlak zoals
hieronder getoond
met dubbele flappen zoals hieronder
getoond
met flappen die niet zijn gevouwen bij
aankoop
met flappen zoals hieronder getoond
met beide zijden gevouwen zoals
hieronder getoond
Papier plaatsen
27
2
Als u een van de bovenstaande typen
enveloppen gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Deze schade wordt
wellicht niet gedekt door enige garantie- of
serviceovereenkomst met Brother.
Etiketten 2
De machine kan afdrukken op de meeste
typen etiketten die bedoeld zijn voor een
lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag
op basis van acryl te hebben omdat dit
materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fuser unit. De plaklaag
dient niet in contact te komen met enig deel
van de machine, omdat de etiketten dan aan
de drumeenheid of rollen blijven kleven
waardoor papierstoringen en problemen met
de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag
geen plaklaag open liggen tussen de
etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt
worden dat de volledige lengte en breedte
van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het
loslaten van etiketten waardoor ernstige
papierstoringen of afdrukproblemen kunnen
ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een
temperatuur van 200 graden Celsius,
gedurende 0,1 seconden.
Laat een etiket slechts eenmaal door de
machine gaan.
Te vermijden typen etiketten 2
Gebruik geen etiketten die beschadigd,
gekruld of verkreukeld zijn of een
ongebruikelijke vorm hebben.
BELANGRIJK
Plaats GEEN gedeeltelijk gebruikte
etiketvellen. Het onbedekte draagvel kan
schade toebrengen aan de machine.
Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn
dan het gewicht dat in deze
gebruikershandleiding is gespecificeerd.
Etiketten die deze specificatie
overschrijden, worden mogelijk niet goed
ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
U mag etiketten NIET hergebruiken en u
mag GEEN etiketblad invoeren waarop
een aantal etiketten ontbreekt.
28
3
Documenten laden 3
U kunt een fax verzenden, kopieën maken en
scannen via de ADF (automatische
documentinvoer) en de glasplaat.
De automatische
documenttoevoer (ADF)
gebruiken 3
De ADF kan maximaal 35 pagina's bevatten
en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik
standaardpapier 80 g/m
2
en waaier de
pagina's altijd door voordat u ze invoert in de
ADF.
Ondersteunde documentformaten 3
BELANGRIJK
Gebruik GEEN papier dat gekruld,
gekreukeld, gevouwen, gescheurd of
geplakt is, of nietjes, paperclips of
plakband bevat.
Gebruik GEEN karton, krantenpapier of
stof.
Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag
u NIET aan het document trekken terwijl
het wordt ingevoerd.
Opmerking
•Zie met behulp van de glasplaat
op pagina 29 om documenten te scannen
die niet geschikt zijn voor de ADF.
Het is eenvoudiger om de ADF te
gebruiken voor een document met
meerdere pagina's.
Laat documenten met correctievloeistof of
inkt eerst volledig drogen.
Documenten laden 3
a Hef de ADF-documentuitvoersteunklep
(1) op en vouw deze uit. Vouw de ADF-
documentsteun (2) uit.
b Waaier de stapel goed door.
Documenten laden 3
Lengte: 147,3 tot 355,6 mm
Breedte: 147,3 tot 215,9 mm
Gewicht:
64 tot 90 g/m
2
(2)
(1)
Documenten laden
29
3
c Plaats de pagina’s van uw document om
en om, met de bedrukte kant naar boven
en de bovenrand eerst in de ADF tot de
melding op het lcd-scherm wijzigt en u
voelt dat het document de invoerrollen
raakt.
d Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
BELANGRIJK
Om te voorkomen dat u uw machine
beschadigt terwijl u de ADF gebruikt, mag
u NIET aan het document trekken terwijl
het wordt ingevoerd.
met behulp van de glasplaat 3
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's
van een boek één voor één te faxen, te
kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
BELANGRIJK
Laat dikke documenten NIET op de
glasplaat liggen. Hierdoor kan een
papierstoring in de ADF optreden.
Documenten laden 3
Opmerking
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
1
Lengte: Maximaal 297 mm
Breedte: Maximaal 215,9 mm
Gewicht: Maximaal 2 kg
Hoofdstuk 3
30
a Til het documentdeksel op.
b Leg met behulp van de
documentgeleiders links en boven het
document met de bedrukte zijde naar
beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
c Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
31
4
4
Een fax verzenden 4
De volgende stappen tonen u hoe u een fax
kunt verzenden.
a Wanneer u een fax wilt verzenden of de
verzend- of ontvangstinstellingen wilt
wijzigen, drukt u op de toets
(FAX) om deze blauw te doen
oplichten.
b Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF.
(Zie De automatische
documenttoevoer (ADF) gebruiken
op pagina 28.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat. (Zie met behulp van de
glasplaat op pagina 29.)
c Stel het formaat van de glasplaat, de
faxresolutie of het contrast in als u deze
wilt wijzigen.
Geavanceerdere handelingen voor het
versturen van faxen en instellingen vindt
u bij Een fax verzenden in hoofdstuk 3
van de Uitgebreide
gebruikershandleiding:
Groep-Zenden (Rondzenden)
Tijdklok
Verzamelen
Direct Verzend (Direct
verzend)
Verzend Pollen
Internationaal
Faxresolutie
Contrast
Voorblad inst.
Voorblad Opm. (Voorblad opm.)
d Voer het faxnummer in met behulp van
de kiestoetsen, een ééntoetsnummer of
(Adresboek) en voer het
driecijferige nummer in.
e Druk op Start.
Faxen vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen vanaf de glasplaat
Als u op Start drukt, scant de
machine de eerste pagina.
Ga op een van de volgende
manieren te werk:
Om een enkelzijdige pagina te
verzenden, drukt u op 2 om
Nee(Zend) te selecteren (of
drukt u nogmaals op Start). De
machine begint het document te
verzenden.
Om meer dan één pagina te
verzenden, drukt u op 1 om Ja te
selecteren en plaatst u de
volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK. De machine begint
de pagina te scannen. (Herhaal
deze stap voor elke extra pagina.)
Als u op Start drukt, begint de
machine het document te
verzenden.
Een fax verzenden 4
Hoofdstuk 4
32
Opmerking
Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen) om te
annuleren.
Documenten in Letter-formaat
faxen vanaf de glasplaat 4
Wanneer u documenten van Letter-formaat
faxt, moet u de glasplaat instellen op
Letter; als u dit niet doet, zal een gedeelte
van de fax ontbreken.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b (MFC-7360N)
Druk op Menu, 1, 7.
(MFC-7460DN en MFC-7860DW)
Druk op Menu, 1, 7, 1.
c Druk op a of b om Letter te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Een fax in behandeling
annuleren 4
Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen) om de
fax te annuleren. Als u op Stop/Exit
(Stop/Eindigen) drukt wanneer de machine
kiest of verzendt, wordt het volgende
weergegeven op het LCD-scherm:
Kiezen #XXX
1.Wis 2.Stop
Verzend #XXX XXX
1.Wis 2.Stop
Druk op 1 om de fax te annuleren.
Verzendrapport 4
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit
rapport bevat de naam of het faxnummer van
de ontvanger, de datum en de tijd van het
verzenden, de duur van het verzenden, het
aantal verzonden pagina's en informatie of de
fax al dan niet succesvol werd verzonden.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen beschikbaar:
Aan: na elke verzonden fax wordt een
rapport afgedrukt.
Aan+Beeld: na elke verzonden fax wordt
een rapport afgedrukt. Een gedeelte van
de eerste pagina van de fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit: als de fax niet is verzonden door een
storing wordt een rapport afgedrukt. De
standaardinstelling is Uitgeschakeld.
Uit+Beeld: als de fax niet is verzonden
door een storing wordt een rapport
afgedrukt. Een gedeelte van de eerste
pagina van de fax wordt op het rapport
afgedrukt.
a Druk op Menu, 2, 4, 1.
b Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Opmerking
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt het beeld alleen op het
verzendrapport afgedrukt als Direct
verzenden is ingesteld op Uit. (Zie
verzenden in hoofdstuk 3 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Als de fax goed is verzonden, wordt OK
naast RESULT weergegeven op het
verzendrapport. Als de fax niet is
verzonden, verschijnt FOUT naast
RESULT.
33
5
5
Ontvangststanden 5
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangststand kiezen 5
Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp
van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Ontvangststanden gebruiken
op pagina 34 voor meer informatie over de ontvangststanden.)
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen.
a Druk op Menu, 0, 1.
b Druk op a of b om de ontvangststand te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
Een fax ontvangen 5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Hoofdstuk 5
34
Ontvangststanden
gebruiken 5
In sommige ontvangststanden worden
oproepen automatisch beantwoord (Alleen
Fax en Fax/Telefoon). Mogelijk wilt u de
belvertraging wijzigen voordat u deze
standen gebruikt. (Zie Belvertraging
op pagina 35.)
Alleen Fax 5
In de stand Alleen Fax wordt elke oproep
automatisch beantwoord alsof het een
faxbericht betreft.
Fax/Tel 5
De Fax/Telefoon-modus helpt u
inkomende gesprekken automatisch te
beheren door te herkennen of het faxen of
gesprekken zijn en ze op één van de
volgende manieren te verwerken:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Voicemail activeert het F/T-belsignaal om
aan te geven dat u de oproep moet
aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel
dubbel belsignaal afkomstig van uw
machine.
(Zie ook Belvertraging op pagina 35 en F/T-
beltijd (uitsluitend Fax/Tel modus)
op pagina 35.)
Handmatig 5
In de stand Handmatig worden alle
automatische antwoordfuncties
uitgeschakeld.
Om een fax te ontvangen in de handmatige
modus te ontvangen, neemt u de hoorn van
de externe telefoon van de haak. Wanneer u
faxtonen hoort (korte repetitieve pieptonen),
drukt u op Start en daarna op 2 om een fax te
ontvangen. U kunt ook de functie Fax
waarnemen gebruiken om faxen te
ontvangen door de hoorn op te nemen van
een toestel op dezelfde lijn als die van de
machine.
(Zie ook Fax Waarnemen op pagina 36.)
Extern ANTW.APP. 5
In de stand Ext. TEL/ANT handelt een
extern antwoordapparaat de inkomende
oproepen af. Inkomende oproepen worden
op de volgende manieren behandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.
Bellers kunnen een bericht inspreken op
het externe antwoordapparaat.
(Zie Een extern ANTW.APP. aansluiten
op pagina 38 voor meer informatie.)
Een fax ontvangen
35
5
Instellingen
ontvangststand 5
Belvertraging 5
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat
de machine overgaat voordat deze antwoordt
in de standen Alleen Fax en
Fax/Telefoon.
Als er zich een externe of tweede telefoon op
dezelfde lijn van de machine bevindt,
selecteert u het maximale aantal beltonen.
(Zie Handelingen bij externe of tweede
toestellen op pagina 40 en Fax Waarnemen
op pagina 36.)
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 1.
c Druk op a of b om te selecteren hoeveel
keer de telefoon overgaat voor de
machine antwoordt.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
F/T-beltijd (uitsluitend Fax/Tel
modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van normale
telefoontonen. Het aantal keren dat de
telefoon overgaat wordt bepaald door de
instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze; als het echter een normale
oproep is, laat de machine het F/T-belsignaal
horen (een snel dubbel belsignaal)
gedurende de tijd die u hebt bepaald in de
instelling van de F/T-beltijd. Als u het F/T-
belsignaal hoort, betekent dit dat u een
normale oproep op de lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine
afkomstig is, rinkelen de tweede en externe
toestellen niet; u kunt de oproep echter nog
wel op iedere telefoon beantwoorden. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
op pagina 41 voor meer informatie.)
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 2.
c Druk op a of b om te selecteren hoe lang
de machine over gaat om u op een
normaal telefoongesprek te attenderen
(20, 30, 40 of 70 seconden).
Druk op OK.
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Hoofdstuk 5
36
Fax Waarnemen 5
Als de functie Fax Waarnemen is
ingesteld op Aan:
5
De machine kan een fax automatisch
ontvangen, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als Ontvangst op het LCD-
scherm wordt weergegeven of als u een klik
op de telefoonlijn hoort via de hoorn die u
hebt opgepakt, plaatst u de hoorn gewoon
terug. Uw machine doet de rest.
Als de functie Fax Waarnemen is
ingesteld op Uit:
5
Als u in de buurt van de machine bent en een
faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van
de externe telefoon op te pakken, drukt u op
Start en dan op 2 om de fax te ontvangen.
Als u de oproep beantwoordt vanaf een
tweede toestel, drukt u op l51. (Zie
Handelingen bij externe of tweede toestellen
op pagina 40.)
Opmerking
Als deze functie op Aan staat maar uw
machine de faxoproep niet overneemt
wanneer u de hoorn van een tweede of
externe telefoon opneemt, drukt u op de
faxontvangstcode l51.
Als u faxen verzendt met een computer
via dezelfde telefoonlijn en uw machine
deze onderschept, stelt u Fax
Waarnemen in op Uit.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 3.
c Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
37
6
6
Telefoonlijndiensten 6
Het type telefoonlijn instellen 6
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u ook instellen dat de machine altijd
toegang krijgt tot een buitenlijn (met het
netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang
krijgt tot een buitenlijn wanneer Tel/R
(Telefoon/Intern) wordt ingedrukt.
a (voor Nederland)
Druk op Menu, 0, 6.
(voor België)
Druk op Menu, 0, 5.
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
gekozen, gaat u naar g.
Als u PBX selecteert, drukt u op OK
en gaat u verder met stap d.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op 1 en gaat
u naar stap e.
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, drukt u op 2 en
gaat u naar stap g.
e Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
Opmerking
U kunt de cijfers 0 tot en met 9, #, l en
! gebruiken.
(Druk op Tel/R (Telefoon/Intern) om
“!” weer te geven.)
•Als u Aan selecteert, kunt u toegang
krijgen tot een buitenlijn door te
drukken op Tel/R (Telefoon/Intern)
(“!” wordt weergegeven op het
scherm).
•Als u Altijd kiest, hebt u toegang tot
een buitenlijn zonder op Tel/R
(Telefoon/Intern) te drukken.
f Druk op a of b om Aan of Altijd te
kiezen.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
PBX en doorverbinden 6
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt wanneer u op Tel/R
(Telefoon/Intern) hebt gedrukt.
Telefoon en externe apparatuur 6
Hoofdstuk 6
38
Een extern ANTW.APP.
aansluiten 6
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten op dezelfde lijn als uw machine.
Wanneer het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, “hoort” uw machine de faxtonen
afkomstig van een verzendende faxmachine.
Als er faxtonen klinken, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen klinken, laat de machine
een voicemail registreren door uw
antwoordapparaat en wordt op het display
Telefoon weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen
vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan
om twee belsignalen in te stellen). De reden
hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet
kan horen, totdat het externe
antwoordapparaat de oproep heeft
aangenomen. De verzendende machine
zendt slechts nog acht tot tien seconden
langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op
uw externe antwoordapparaat de functie
bespaarstand te gebruiken, als er meer dan
vier belsignalen nodig zijn om die te
activeren.
Opmerking
Als u problemen hebt met het ontvangen
van faxen, dient u de instelling
belvertraging op uw externe
antwoordapparaat te verlagen.
Aansluitingen 6
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
1 ANTW. APP.
a Stel uw extern ANTW.APP. in op één of
twee belsignalen. (De instelling voor de
belvertraging van de machine is niet van
toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus in op Ext.
TEL/ANT. (Zie De ontvangststand
kiezen op pagina 33.)
<België>
<Nederland>
Telefoon en externe apparatuur
39
6
Een uitgaand bericht
opnemen 6
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. Dit geeft uw
machine de tijd om naar faxtonen te
luisteren.
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
c U wordt aangeraden om aan het einde
van het uitgaande bericht
(20-seconden) de code voor Activeren
op afstand te vermelden, zodat men ook
handmatig faxberichten kan sturen.
Bijvoorbeeld: “Spreek een bericht in na
de toon of druk op l51 en Start om een
fax te verzenden.”
Opmerking
U moet de instelling Codes voor
afstandsbediening aanzetten om de
Faxactiveringscode l51 te gebruiken. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
op pagina 41.)
Wij raden u aan om aan het begin van uw
uitgaand bericht eerst een stilte van
5 seconden op te nemen, omdat de
machine geen faxtonen kan horen bij een
luide stem. U kunt proberen om deze
pauze weg te laten, maar als uw machine
problemen heeft met de ontvangst, dient u
het uitgaand bericht opnieuw op te nemen
en deze pauze in te lassen.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 6
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende oproepen door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden naar behoren
werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij
problemen met het verzenden of ontvangen
van faxen in eerste instantie contact op met
het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Hoofdstuk 6
40
Externe telefoons en
tweede telefoons 6
Opmerking
U moet de Codes voor afstandsbediening
inschakelen om de code voor Activeren op
afstand l51 en de code voor Deactiveren
op afstand #51 te kunnen gebruiken. (Zie
Codes voor afstandsbediening gebruiken
op pagina 41.)
Een externe of tweede
telefoon aansluiten 6
U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw
machine aansluiten, zoals in onderstaande
afbeelding.
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een extern toestel gebruikt, wordt op het
LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Handelingen bij externe of
tweede toestellen 6
Als u een faxoproep op een tweede toestel
beantwoordt of op een extern toestel dat
correct is aangesloten op de machine via de
T-stukaansluiting, kunt u de machine de
oproep laten aannemen via de code voor
activeren op afstand. Als u de code voor
Activeren op afstand l51 intoetst, zal de fax
op de machine worden ontvangen.
Als u een oproep aanneemt en er is
niemand aan de lijn:
6
U dient dan aan te nemen dat het gaat om het
ontvangen van een handmatige fax.
Druk op l51 en wacht op het tjirpende geluid
of tot Ontvangst wordt weergegeven op het
LCD-scherm van de machine. Hang
vervolgens op.
Opmerking
U kunt ook de functie fax waarnemen
gebruiken om ervoor te zorgen dat uw
machine het telefoontje automatisch
aanneemt. (Zie Fax Waarnemen
op pagina 36.)
Uitsluitend voor Fax/Tel-
modus 6
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normale oproep
betreft.
Neem de hoorn van het externe toestel op en
druk op Tel/R (Telefoon/Intern) om de
oproep te beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt,
moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd
opnemen en tussen de snelle / dubbele
belsignalen in op #51 drukken. Als niemand
aan het toestel is of wanneer iemand u een
fax wil toezenden, stuurt u de oproep terug
naar de machine door op l51 te drukken.
<België>
<Nederland>
Telefoon en externe apparatuur
41
6
Een draadloze externe
handset niet van het merk
Brother gebruiken 6
Als uw draadloze telefoon (niet Brother)
verbonden is met het telefoonsnoer (zie Een
externe of tweede telefoon aansluiten
op pagina 40) en u de draadloze hoorn vaak
ergens anders mee naartoe neemt, is het
eenvoudiger oproepen te beantwoorden
tijdens de belvertraging.
Als u de machine de oproep eerst laat
beantwoorden, zult u naar de machine
moeten gaan en op Tel/R (Telefoon/Intern)
drukken om de oproep door te schakelen
naar de draadloze hoorn.
Codes voor
afstandsbediening gebruiken 6
Code voor activeren op afstand 6
Als u een faxoproep beantwoordt met een
externe of tweede telefoon, kunt u de
machine de fax laten ontvangen door de code
voor Activeren op afstand l51 in te drukken.
Wacht tot u faxtonen hoort en plaats dan de
hoorn terug. (Zie Fax Waarnemen
op pagina 36.) De beller moet op start
drukken om de fax te verzenden.
Als u een faxoproep beantwoordt met de
externe telefoon, kunt u de machine de fax
laten ontvangen door op Start te drukken.
Code voor deactiveren op afstand 6
Als u een telefoonoproep ontvangt en de
machine in de stand F/T staat, wordt het
dubbele belsignaal gebruikt na de
aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep
op een tweede toestel aanneemt, kunt u het
dubbele belsignaal uitschakelen door op #51
te drukken (zorg ervoor dat u hierop drukt
tussen de belsignalen in).
Wanneer de machine een telefoongesprek
beantwoordt en het snelle/dubbele belsignaal
laat horen zodat u kunt overnemen, kunt u de
oproep beantwoorden met de externe
telefoon door op Tel/R (Telefoon/Intern) te
drukken.
De codes voor afstandsbediening
inschakelen
6
U moet de Codes voor afstandsbediening
inschakelen om de Faxontvangstcode en de
Code voor het aannemen van de telefoon te
kunnen gebruiken.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu 2, 1, 4.
c Druk op a of b om Aan te kiezen.
Druk op OK.
d Als u de code voor activeren op afstand
niet wilt wijzigen, drukt u op OK.
e Als u de code voor deactiveren op
afstand niet wilt wijzigen, drukt u op OK.
f Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
De codes voor afstandsbediening
wijzigen
6
De voorgeprogrammeerde code voor
Activeren op afstand is l51. De
voorgeprogrammeerde code voor
Deactiveren op afstand is #51. Als de
verbinding telkens wordt verbroken wanneer
u probeert toegang te krijgen tot uw externe
antwoordapparaat, is het raadzaam om de
driecijferige codes voor afstandsbediening te
wijzigen, bijvoorbeeld ### en 555.
a Controleer of de faxmodus is
ingeschakeld .
b Druk op Menu, 2, 1, 4.
Hoofdstuk 6
42
c Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
d Als u Aan hebt geselecteerd in stap c,
voert u nu de nieuwe code voor
Activeren op afstand in.
Druk op OK.
e Voer de nieuwe code voor Deactiveren
op afstand in.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
43
7
7
Nummers kiezen 7
U kunt op de volgende manieren een
nummer kiezen.
Handmatig kiezen 7
Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het
telefoon- of faxnummer in te voeren.
Ééntoetsnummers handmatig7
Druk op het ééntoetsnummer waaronder het
nummer is opgeslagen dat u wilt bellen. (Zie
Voorkeurnummers opslaan op pagina 46.)
Om ééntoetsnummers 5 tot 8 te kiezen, houdt
u Shift ingedrukt terwijl u op de toets van het
ééntoetsnummer drukt.
Snel kiezen 7
Druk op (Adresboek) en voer vervolgens
het driecijferige snelkiesnummer in. (Zie
Snelkiesnummers opslaan op pagina 48.)
Opmerking
Als Nu registreren? wordt
weergegeven op het LCD-scherm als u
een ééntoets- of snelkiesnummer invoert,
betekent dit dat er geen nummer is
opgeslagen.
Zoeken 7
U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die
in het geheugen voor ééntoetsnummers en
snelkiesnummers zijn opgeslagen. (Zie
Voorkeurnummers opslaan op pagina 46 en
Snelkiesnummers opslaan op pagina 48.)
a Druk twee keer op (Adresboek).
b Druk op de toets op het
bedieningspaneel voor de eerste paar
letters van de naam. (Gebruik het
schema in Tekst invoeren
op pagina 144 bij het invoeren van de
letters.)
Druk op OK.
Het kiezen en opslaan van
nummers
7
Nummer met drie cijfers
Hoofdstuk 7
44
c Druk op a of b om te bladeren totdat u de
naam vindt die u zoekt.
Druk op OK.
d Druk op Start.
Opmerking
Als u geen letter invoert en op OK drukt in
stap b, worden alle geregistreerde
namen weergegeven. Druk op a of b om te
bladeren totdat u de naam vindt die u
zoekt.
Als op het LCD-scherm Geen contact
gev verschijnt bij het invoeren van de
eerste paar letters van de naam, betekent
dit dat er geen naam met die letter is
opgeslagen.
Faxnummer opnieuw kiezen 7
Als u een fax automatisch wilt verzenden en
het nummer in gesprek is, zal de machine het
nummer iedere vijf minuten automatisch drie
keer opnieuw proberen.
Als u handmatig een fax verzendt en de lijn is
bezet, drukt u op Redial/Pause
(Herkies/Pauze) en probeert u het opnieuw.
U kunt het laatste nummer kiezen met
Redial/Pause (Herkies/Pauze).
Redial/Pause (Herkies/Pauze) werkt alleen
als u het nummer via het bedieningspaneel
hebt gekozen.
Nummers opslaan 7
U kunt uw machine instellen om op de
volgende manieren snel te kiezen:
Eéntoetsnummers, snelkiesnummers en
groepsnummers voor het groepsverzenden
van faxen. U kunt ook de standaardresolutie
voor ieder ééntoetsnummer en
snelkiesnummer specificeren. Wanneer u op
een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-
scherm de opgeslagen naam of het
opgeslagen nummer weer. Met het
faxnummer kunt u ook een scanprofiel
opslaan.
De snelkiesnummers die in het geheugen zijn
opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom
uitvalt.
Een scanprofiel bestaat uit de resolutie en
andere scaninstellingen die u kiest wanneer u
een nummer opslaat. U zult bijvoorbeeld
worden gevraagd om standaard, fijn,
superfijn of foto te selecteren als u de I-FAX-
optie hebt geselecteerd. Of, u wordt
gevraagd om Z/W TIFF, Z/W PDF, Grijs JPG,
Grijs PDF, Grijs XPS, Kleur JPG, Kleur PDF
of Kleur XPS te selecteren, als u de e-
mailoptie hebt geselecteerd. (I-FAX en E-mail
opties kunt u uitsluitend ophalen voor
MFC-7460DN en MFC-7860DW.)
Het kiezen en opslaan van nummers
45
7
Opties voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers
Het volgende schema toont de opties voor het opslaan van ééntoetsnummers en
snelkiesnummers, nadat u de IFAX- en E-mailopties voor MFC-7460DN en MFC-7860DW hebt
gedownload.
Stap 1
Voer het
ééntoetsnu
mmer of
snelkiesnu
mmer in
Stap 2
Registratietype
selecteren
Stap 3
Nummer of
e-mailadres
invoeren
Stap 4
Naam
invoeren
Stap 5
Resolutie
selecteren
Stap 6
Bestandtype
selecteren
Voorkeur of
sneltoets
F/T Faxnummer
of
telefoonnum
mer
(Naam)
Druk op OK.
Std, Fijn,
S.Fijn, Foto
-
IFAX
E-mailadres Std, Fijn, Foto -
Email kleur PDF 100dpi, 200dpi,
300dpi, 600dpi
PDF, SPDF
Email kleur JPG 100dpi, 200dpi,
300dpi, 600dpi
-
Email kleur XPS 100dpi, 200dpi,
300dpi, 600dpi
-
Email grijs PDF 100dpi, 200dpi,
300dpi
PDF, SPDF
Email grijs JPG 100dpi, 200dpi,
300dpi
-
Email grijs XPS 100dpi, 200dpi,
300dpi
-
Email z/w PDF 200dpi,
200x100dpi
PDF, SPDF
Email z/w TIFF 200dpi,
200x100dpi
-
Hoofdstuk 7
46
Een pauze opslaan 7
Druk op Redial/Pause (Herkies/Pauze) om
een pauze van 3,5 seconden tussen de
nummers in te lassen. U kunt zo vaak als
nodig is op Redial/Pause (Herkies/Pauze)
drukken om de pauze langer te maken.
Voorkeurnummers opslaan 7
De machine heeft vier ééntoetsnummers
waaronder u acht fax- of telefoonnummers
kunt opslaan om ze automatisch te kunnen
kiezen. Om nummers 5 tot 8 te kiezen, houdt
u Shift ingedrukt terwijl u op de toets van het
ééntoetsnummer drukt.
a Druk op de toets voor het
ééntoetsnummer waaronder u een
nummer wilt opslaan.
Als er geen nummer onder die toets is
opgeslagen, verschijnt Nu
registreren? op het lcd-scherm.
Druk op 1 om Ja te kiezen.
b Voer het telefoon- of faxnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
c Kies een van de volgende stappen:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Gebruik het schema in Tekst
invoeren op pagina 144 om u te
helpen bij het invoeren van de
letters.
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
d (Voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
Als u samen met het nummer een
faxresolutie wilt opslaan, kiest u een van
de onderstaande opties:
Om de faxresolutie op te slaan, drukt
u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of
Foto te selecteren.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Wanneer u IFAX en E-mail opties hebt
opgehaald
(voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
7
a Druk op de toets voor het
ééntoetsnummer waaronder u een
nummer wilt opslaan.
Als er geen nummer onder die toets is
opgeslagen, wordt op het LCD-scherm
Nu registreren? weergegeven.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Druk op a of b om één van de volgende
items te kiezen:
F/T
IFAX
Email kleur PDF
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email z/w PDF
Email z/w TIFF
Druk op OK.
c Voer het telefoon- of faxnummer
(maximaal 20 cijfers) of e-mailadres in
(maximaal 60 tekens per adres).
Gebruik het schema in Tekst invoeren
op pagina 144 om u te helpen bij het
invoeren van de letters.
Druk op OK.
Het kiezen en opslaan van nummers
47
7
Opmerking
•Als u in stap b een type e-mailregistratie
hebt geselecteerd en het e-mailadres
opslaat, kunt u het e-mailadres alleen
gebruiken wanneer de machine zich in de
scanmodus bevindt.
Als u in stap b het type IFAX-registratie
hebt geselecteerd en het e-mailadres
opslaat, kunt u het e-mailadres alleen
gebruiken wanneer de machine zich in de
faxmodus bevindt.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax-/scanresolutie wilt
opslaan bij het nummer, ga dan naar
de juiste stap (zie onderstaande
tabel):
Wanneer u de standaard resolutie
niet wilt veranderen, druk dan op OK
en ga naar stap l.
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en u een scanprofiel hebt opgeslagen
samen met het nummer of het e-
mailadres, dan wordt het scanprofiel van
het eerst gekozen voorkeur-, snelkies- of
groepsnummer op de verzending
toegepast.
U kunt eveneens het nummer opslaan
door op Menu, 2, 3, 1 te drukken.
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor
meer informatie over het bestandsformaat
f Druk op a of b om Std, Fijn, S.Fijn
of Foto te selecteren.
Druk op OK en ga naar stap l.
g Druk op a of b om Std, Fijn of Foto te
selecteren.
Druk op OK en ga naar stap l.
h Druk op a of b om 100dpi, 200dpi,
300dpi of 600dpi te selecteren.
Druk op OK.
Als u Email kleur PDF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap k.
Als u Email kleur JPG of Email
kleur XPS hebt gekozen, gaat u
naar l.
i Druk op a of b om 100dpi, 200dpi of
300dpi te selecteren.
Druk op OK.
Als u Email grijs JPG hebt
geselecteerd, gaat u verder naar
stap k.
Als u Email grijs JPG of Email
grijs XPS hebt gekozen, gaat u
naar l.
Geselecteerde
optie in stap b
Ga door naar stap
F/T f
IFAX g
Email kleur PDF h
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF i
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email z/w PDF j
Email z/w TIFF
Hoofdstuk 7
48
j Druk op a of b om 200x100dpi of
200dpi te selecteren.
Druk op OK.
Als u Email z/w PDF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap k.
Als u Email z/w TIFF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap l.
k Selecteer het type pdf uit PDF of SPDF
(Beveiligde PDF) dat u wilt gebruiken bij
het verzenden naar uw pc.
Druk op OK en ga naar stap l.
l Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Snelkiesnummers opslaan 7
U kunt vaak gebruikte nummers opslaan als
snelkiesnummers, zodat u bij het kiezen
slechts enkele toetsen hoeft in te drukken (
(Adresboek), het driecijferige nummer en
Start). De machine kan 200
snelkiesnummers opslaan (001 - 200).
a Druk op (Adresboek) en voer het
locatienummer voor het driecijferige
snelkiesnummer (001-200) in. Als er
geen nummer onder die toets is
opgeslagen, wordt op het lcd-scherm Nu
registreren? weergegeven.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Voer het telefoon- of faxnummer in
(maximaal 20 cijfers). Raadpleeg het
Tekst invoeren op pagina 144 voor het
invoeren van de letters.
Druk op OK.
c Voer een van de volgende stappen uit:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (maximaal 15
tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
d (Voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
Als u samen met het nummer een
faxresolutie wilt opslaan, kiest u één van
de onderstaande opties:
Om de faxresolutie op te slaan, drukt
u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of
Foto te selecteren.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
Wanneer u IFAX en E-mail opties hebt
opgehaald
(Voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
7
a Druk op (Adresboek) en voer het
locatienummer voor het driecijferige
snelkiesnummer (001-200) in.
Als er geen nummer onder die toets is
opgeslagen, wordt op het LCD-scherm
Nu registreren? weergegeven.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Druk op a of b om één van de volgende
items te kiezen:
F/T
IFAX
Email kleur PDF
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email z/w PDF
Email z/w TIFF
Druk op OK.
c Voer het telefoon- of faxnummer
(maximaal 20 cijfers per nummer) of e-
mailadres in (maximaal 60 tekens per
adres). Gebruik het schema in Tekst
invoeren op pagina 144 om u te helpen
bij het invoeren van de letters.
Druk op OK.
Het kiezen en opslaan van nummers
49
7
Opmerking
•Als u in stap b een type e-mailregistratie
hebt geselecteerd en het e-mailadres
opslaat, kunt u het e-mailadres alleen
gebruiken wanneer de machine zich in de
scanmodus bevindt.
Als u in stap b het type IFAX-registratie
hebt geselecteerd en het e-mailadres
opslaat, kunt u het e-mailadres alleen
gebruiken wanneer de machine zich in de
faxmodus bevindt.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax-/scanresolutie wilt
opslaan bij het nummer, ga dan naar
de juiste stap (zie onderstaande
tabel):
Wanneer u de standaard resolutie
niet wilt veranderen, druk dan op OK
en ga naar stap l.
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en u een scanprofiel hebt opgeslagen
samen met het nummer of het e-
mailadres, dan wordt het scanprofiel van
het eerst gekozen voorkeur-, snelkies- of
groepsnummer op de verzending
toegepast.
U kunt eveneens het nummer opslaan
door op Menu, 2, 3, 2 te drukken.
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor
meer informatie over het bestandsformaat
f Druk op a of b om Std, Fijn, S.Fijn
of Foto te selecteren.
Druk op OK en ga naar stap l.
g Druk op a of b om Std, Fijn of Foto te
selecteren.
Druk op OK en ga naar stap l.
h Druk op a of b om 100dpi, 200dpi,
300dpi of 600dpi te selecteren.
Druk op OK.
Als u Email kleur PDF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap k.
Als u Email kleur JPG of Email
kleur XPS hebt gekozen, gaat u
naar l.
i Druk op a of b om 100dpi, 200dpi of
300dpi te selecteren.
Druk op OK.
Als u Email grijs PDF hebt
geselecteerd, gaat u verder naar
stap k.
Als u Email grijs JPG of Email
grijs XPS hebt gekozen, gaat u
naar l.
Geselecteerde
optie in stap b
Ga door naar stap
F/T f
IFAX g
Email kleur PDF h
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF i
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email z/w PDF j
Email z/w TIFF
Hoofdstuk 7
50
j Druk op a of b om 200x100dpi of
200dpi te selecteren.
Druk op OK.
Als u Email z/w PDF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap k.
Als u Email z/w TIFF hebt
gekozen, gaat u verder naar stap l.
k Selecteer het type pdf uit PDF of SPDF
(Beveiligde PDF) dat u wilt gebruiken bij
het verzenden naar uw pc.
Druk op OK en ga naar stap l.
l Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Voorkeurnummers en
snelkiesnummers veranderen7
Als u probeert een bestaand ééntoets- of
snelkiesnummer te veranderen, verschijnt de
naam of het opgeslagen nummer op het lcd-
scherm. Wanneer het bestaande ééntoets- of
snelkiesnummer dat u wilt veranderen, een
geplande taak heeft of is ingesteld als een
faxdoorzendnummer, verschijnt op het lcd-
scherm de vraag of u de naam of het nummer
wilt veranderen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Menu, 2, 3, 1 om een
opgeslagen ééntoetsnummer te
wijzigen.
Adresboek
1.Directkies
Druk op de toets voor het
ééntoetsnummer dat u wilt wijzigen.
Druk op Menu, 2, 3, 2 om een
opgeslagen snelkiesnummer te
wijzigen.
Adresboek
2.Snelkies
Voer het snelkiesnummer in dat u
wilt wijzigen en druk dan op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om de opgeslagen
gegevens te wijzigen. Ga naar stap
c.
Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen)
om af te sluiten zonder wijzigingen.
#005:MIKE
1.Wijz. 2.Wissen
Het kiezen en opslaan van nummers
51
7
c Bewerk het nummer en de naam door
de onderstaande instructies te volgen.
Wanneer u klaar bent met bewerken,
drukt u op OK.
Om de opgeslagen naam of het
opgeslagen nummer te bewerken,
drukt u op d of c om de cursor onder
het teken dat u wilt wijzigen te
plaatsen, en drukt u op Clear (Wis).
Voer vervolgens het juiste teken in.
d (Voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
Als u samen met het nummer een
faxresolutie wilt opslaan, kiest u een van
de onderstaande opties:
Om de faxresolutie op te slaan, drukt
u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of
Foto te selecteren.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
e Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Wanneer u I-FAX, Fax/Tel en E-mail opties
hebt opgehaald
(voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
7
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Menu, 2, 3, 1 om een
opgeslagen ééntoetsnummer te
wijzigen.
Selecteer het voorkeursnummer dat
u wilt wijzigen.
Druk op Menu, 2, 3, 2 om een
opgeslagen snelkiesnummer te
wijzigen.
Snelkies
Snelkiesnr? #
Selecteer het snelkiesnummer dat u
wilt wijzigen en druk daarna op OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om het opgeslagen
nummer te wijzigen.
Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen)
om af te sluiten zonder wijzigingen.
#005:MIKE
1.Wijz. 2.Wissen
c Druk op a of b om
F/T
IFAX
Email kleur PDF
Email kleur JPG
Email kleur XPS
Email grijs PDF
Email grijs JPG
Email grijs XPS
Email z/w PDF
Email z/w TIFF
Druk op OK.
d Druk op d of c om de cursor onder het
teken te zetten dat u wilt wijzigen en
druk vervolgens op Clear (Wis) om het
teken te wissen. Herhaal dit voor ieder
teken dat u wilt verwijderen.
Toets een nieuw nummer of teken in.
Druk op OK.
e Volg de instructies vanaf stap d onder
Eéntoetsnummers opslaan en
Snelkiesnummers opslaan. (Zie
Voorkeurnummers opslaan
op pagina 46 en Snelkiesnummers
opslaan op pagina 48.)
f Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Hoofdstuk 7
52
Eéntoetsnummers en
snelkiesnummers
verwijderen 7
Als u probeert een bestaand ééntoets- of
snelkiesnummer te wissen, verschijnt de
naam of het opgeslagen nummer op het lcd-
scherm. Wanneer het bestaande ééntoets- of
snelkiesnummer dat u wilt veranderen, een
geplande taak heeft of is ingesteld als een
faxdoorzendnummer, verschijnt op het lcd-
scherm de vraag of u de naam of het nummer
wilt veranderen.
a Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Menu, 2, 3, 1 om een
opgeslagen ééntoetsnummer te
wissen.
Adresboek
1.Directkies
Druk op de toets voor het
ééntoetsnummer dat u wilt wijzigen.
Druk op Menu, 2, 3, 2 om een
opgeslagen snelkiesnummer te
wissen.
Adresboek
2.Snelkies
Voer het snelkiesnummer in dat u
wilt verwijderen en druk dan op OK.
b Druk op 2 om de opgeslagen gegevens
te wissen.
#005:MIKE
1.Wijz. 2.Wissen
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om de opgeslagen
gegevens te wissen.
Druk op 2 om af te sluiten zonder de
opgeslagen gegevens te wissen.
Gegevens wissen?
1.Ja 2.Nee
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Toon of puls (voor Nederland)7
Wanneer u een pulsservice hebt, maar
toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld
voor telefonisch bankieren), moet u
onderstaande instructies opvolgen. Wanneer
u een toetstoonservice hebt, hebt u deze
functie niet nodig voor het verzenden van
toonsignalen.
a Neem de hoorn van het externe toestel
van de haak.
b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna
worden gekozen, worden verzonden als
toonsignalen.
Wanneer u de hoorn op de haak legt,
keert de machine terug naar de
pulsservice.
53
8
8
Kopieën maken 8
De volgende stappen beschrijven de
basiskopieerhandelingen. Voor meer
informatie over iedere optie raadpleegt u de
Uitgebreide gebruikershandleiding op de cd-
rom.
a Wanneer u een kopie wilt maken, drukt
u op (COPY (KOPIE)) om deze
blauw te doen oplichten.
Controleer of de kopieermodus is
ingeschakeld.
MFC-7360N, MFC-7460DN,
MFC-7860DW (België)
MFC-7860DW (Nederland)
8
MFC-7360N, MFC-7460DN
(Nederland)
8
Op het LCD-scherm verschijnt:
Opmerking
De standaardinstelling is de faxmodus. U
kunt wijzigen hoelang de kopieermodus
geactiveerd blijft op de machine na de
laatste kopieerhandeling. (Zie
Tijdklokstand in hoofdstuk 1 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding.)
b Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF.
(Zie De automatische
documenttoevoer (ADF) gebruiken
op pagina 28.)
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat. (Zie met behulp van de
glasplaat op pagina 29.)
c Druk op Start.
Kopiëren onderbreken 8
Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen) om het
kopiëren te onderbreken.
Kopiëren 8
Hoofdstuk 8
54
Kopieerinstellingen 8
Druk op de tijdelijke COPY (KOPIE)-toetsen.
U kunt Options (Opties), Enlarge/Reduce
(Vergroot/Verklein) of Duplex
(Dubbelzijdig)
1
gebruiken.
Meer informatie over het wijzigen van de
kopieerinstellingen vindt u bij
Kopieerinstellingen in hoofdstuk 7 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding.
U kunt de volgende kopieerinstellingen
wijzigen:
Vergr./Verklein
Kwaliteit
Stapel/Sorteer
Helderheid
Contrast
Pagina layout (Pagina lay-out)
Duplex
1
1
Duplexkopiëren (1-zijdig naar 2-zijdig) voor
MFC-7460DN en MFC-7860DW
55
9
9
Een document
afdrukken
9
De machine kan gegevens van uw computer
ontvangen en deze afdrukken. Om af te
drukken vanaf een computer, moet u de
printerdriver installeren. (Zie Afdrukken voor
Windows
®
of Afdrukken en Faxen voor
Macintosh in de Softwarehandleiding voor
meer informatie over de afdrukinstellingen.)
a Installeer de Brother-printerdriver die u
terugvindt op de installatie-cd-rom. (Zie
de Installatiehandleiding.)
b Kies in uw applicatie de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Printen en klik op
Eigenschappen.
d Kies de gewenste instellingen in het
dialoogvenster Eigenschappen.
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Mediatype
Resolutie
Afdrukinstellingen
Meerdere pag. afdrukken
Duplex / Folder
Papierbron
e Klik op OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een computer 9
56
10
Een document scannen als PDF-bestand met
ControlCenter4 (Windows
®
) 10
(Voor Macintosh-gebruikers) Zie Scannen in de Softwarehandleiding.
Opmerking
De schermen op uw computer kunnen er anders uitzien afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot de
toepassingen die u het vaakst gebruikt. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen
automatisch geladen. U kunt ControlCenter4 gebruiken op uw computer.
a Plaats het document. (Zie Documenten laden op pagina 28.)
b Open ControlCenter4 door te klikken op start/Alle Programma's/Brother/XXX-XXXX
(XXX-XXXX is de modelnaam)/ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 wordt
geopend.
c Kies Startmodus of Geavanceerde modus voor u ControlCenter4 gebruikt.
d Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de Model-keuzelijst.
Scannen naar een computer 10
Scannen naar een computer
57
10
e Stel het bestandstype in voor opslaan in een map. De gescande gegevens worden
standaard opgeslagen als JPEG (*.jpg).
Klik op Configuratie en selecteer vervolgens Knopinstellingen, Scan en Bestand.
Het configuratiedialoogvenster wordt weergegeven. U kunt de standaardinstellingen
wijzigen.
1Kies PDF (*.pdf) uit de Type Bestand-keuzelijst.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die u aan het document wilt toekennen.
3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap of een andere map kiezen door te klikken
op de Browse-knop.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de Resolutie-keuzelijst.
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de keuzelijst.
f Klik op OK.
1
2
4
5
3
Hoofdstuk 10
58
g Klik op Bestand.
De machine begint met scannen. De map waar de gescande gegevens opgeslagen worden,
wordt automatisch geopend.
Scannen naar een computer
59
10
De instellingen voor de SCAN-knop wijzigen 10
Vóór het scannen 10
Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich
op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.
Installeer de scannerdrivers die u terugvindt op de installatie-cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt. (Zie
Netwerkscannen configureren in de Softwarehandleiding.)
Instellingen SCAN-knop 10
U kunt de instellingen voor de SCAN-knop van uw machine wijzigen met ControlCenter4.
a Open ControlCenter4 door te klikken op start/Alle Programma's/Brother/XXX-XXXX
(XXX-XXXX is de modelnaam)/ControlCenter4. De toepassing ControlCenter4 wordt
geopend.
b Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de Model-keuzelijst.
c Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
d Klik op Scaninstellingen apparaat.
Hoofdstuk 10
60
e Selecteer het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1 U kunt het bestandstype selecteren in de keuzelijst.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die u aan het document wilt toekennen.
3 U kunt het bestand opslaan in de standaardmap of een andere map kiezen door te klikken
op de Browse-knop.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de Resolutie-keuzelijst.
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de keuzelijst.
f Klik op OK.
1
2
4
5
3
Scannen naar een computer
61
10
Scannen met behulp van de SCAN-knop 10
a Plaats het document. (Zie Documenten laden op pagina 28.)
b Druk op (SCAN).
c Druk op a of b om Scannen > pc te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Bestand te kiezen.
Druk op OK.
e (Voor netwerkgebruikers)
Druk op a of b om de computer te selecteren waarnaar u wilt verzenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via de
kiestoetsen op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende
computer in.
Druk op OK.
f Druk op Start.
De machine begint met scannen.
Opmerking
Kies de gewenste scanmodus.
Scannen naar:
FTP
1
E-mail
Afbeelding
OCR
Bestand
1
Voor MFC-7460DN en MFC-7860DW
62
A
De verbruiksartikelen vervangen A
De machine geeft aan wanneer het tijd is om de verbruiksartikelen te vervangen. (Raadpleeg De
tonercartridge vervangen op pagina 63 en De drumeenheid vervangen op pagina 68.)
Opmerking
Als u het gebruikte verbruiksartikel niet terugplaatst, dient u dit te verwijderen conform de
plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer
informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij. (Zie EU-richtlijn 2002/96/EC
en EN 50419 in de Veiligheid en wetgeving Folder.)
We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen
dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur
van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
De aangegeven gebruiksduur van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19752. Hoe
vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van de complexiteit van afgedrukte
pagina's, de dekkingsgraad en het mediatype dat u gebruikt.
Routineonderhoud A
Tonercartridge Drumeenheid
Zie De tonercartridge vervangen op pagina 63.
Modelnaam: TN-2210, TN-2220
Zie De drumeenheid vervangen op pagina 68.
Modelnaam: DR-2200
Routineonderhoud
63
A
De tonercartridge vervangen A
Modelnaam: voor de modelnaam van
tonercartridges raadpleegt u De
verbruiksartikelen vervangen op pagina 62.
Een startcartridge kan circa 1.200
pagina's
1
drukken. Een “Grote capaciteit”
cartridge kan circa 2.600 pagina's drukken
1
.
De daadwerkelijke paginatelling hangt af van
het type document dat u over het algemeen
gebruikt. Op het LCD-scherm wordt Toner
Bijna Op weergegeven als de
tonercartridge bijna op is.
We leveren de machine met de;
(voor MFC-7360N)
Starter tonercartridge die u na circa 700
pagina’s moet vervangen.
1
. (Voor
MFC-7460DN / MFC-7860DW) Standaard
tonercartridge.
1
De capaciteit van de gemiddelde cartridge is in
overeenstemming met ISO/IEC 19752.
Opmerking
Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge
klaar te houden wanneer u de
waarschuwing Toner Bijna Op ziet.
Om een hoge afdrukkwaliteit te
garanderen, raden wij u aan om alleen
originele tonercartridges van Brother te
gebruiken. Neem contact op met uw
Brother dealer wanneer u tonercartridges
wilt aanschaffen.
Wij raden u aan om de machine te
reinigen wanneer u een tonercartridge
vervangt. Zie De machine reinigen
op pagina 73.
Als u de afdrukdichtheid instelt om lichter
of donkerder af te drukken, wijzigt de
hoeveelheid gebruikte toner.
Pak de tonercartridge pas uit wanneer u
deze in de machine wilt plaatsen.
Vervang toner A
Toner Bijna Op
Als het lcd-scherm
Toner Bijna Op
weergeeft, schaft u een nieuwe tonercartridge
aan en houdt u deze klaar voordat u de
melding
Toner vervangen
ziet.
Vervang toner A
Als de volgende melding op het LCD-scherm
wordt weergegeven, vervangt u de
tonercartridge:
Toner vervangen
De machine stopt met afdrukken tot u de
tonercartridge vervangt. Een nieuwe en
ongebruikte originele Brother tonercartridge
stelt de modus Vervang toner terug.
Opmerking
Om de machine het afdrukken te laten
voortzetten nadat het lcd-scherm Toner
vervangen weergeeft, zet u de machine
in de continumodus (Menu, 1, 8 en kiest u
Doorgaan). De machine drukt continu af
en op het lcd-scherm verschijnt Toner op
(Toner leeg). (Voor meer informatie
over de tonerinstellingen raadpleegt u
Tonerinstellingen in hoofdstuk 1 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Toner op A
(voor Nederland)
Toner op
(voor België)
Toner leeg
De machine kan pas weer afdrukken nadat u
een nieuwe tonercartridge heeft geplaatst.
(Zie De tonercartridge vervangen
op pagina 64.)
64
De tonercartridge vervangen A
a Controleer dat de machine aanstaat.
b Open de frontdeksel en laat de machine
10 minuten aan zodat ze kan afkoelen.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wanneer u het voordeksel of het
achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de
machine opent, mag u NOOIT de
onderdelen van de grijze zones in de
afbeelding aanraken. Als u dit doet, kunt u
brandwonden oplopen.
c Neem de drumeenheid en de
tonercartridge uit de machine.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
Routineonderhoud
65
A
WAARSCHUWING
Gooi de tonercartridges NIET in een vuur.
Deze kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Maak de binnen- of buitenzijde van de
machine NIET schoon met
schoonmaakmiddelen die ammoniak of
alcohol bevatten, en niet met sprays of
brandbare stoffen. U kunt dan brand
veroorzaken of een elektrische schok
krijgen.
In Veilig gebruik van het product in de
Veiligheid en wetgeving folder leest u hoe u
de machine reinigt.
Adem toner nooit in.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en/of
tonercartridge op een stuk wegwerppapier
of doek op een schone, vlakke en stabiele
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
Opmerking
Dicht de tonercartridge goed af in een
geschikte zak, zodat er geen toner uit de
cartridge kan worden gemorst.
Als u het gebruikte verbruiksartikel niet
terugplaatst, dient u dit te verwijderen
conform de plaatselijke voorschriften, en
dit niet als huishoudelijk afval te
behandelen. Voor meer informatie neemt
u contact op met de lokale
afvalmaatschappij. (Zie EU-richtlijn
2002/96/EC en EN 50419 in de Veiligheid
en wetgeving Folder.)
66
e Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd
de cartridge met beide handen vast en
schud deze voorzichtig enkele malen
heen en weer om de toner gelijkmatig
over de cartridge te verdelen.
BELANGRIJK
Pak de nieuwe tonercartridge uit, net voor
u deze in de machine plaatst. Wanneer
een tonercartridge te lang zonder
verpakking is gebleven, gaat de toner
minder lang mee.
De machines van Brother zijn ontworpen
voor gebruik met toner van een bepaalde
specificatie en werken optimaal wanneer
ze worden gebruikt met originele
tonercartridges van het merk Brother.
Brother kan deze optimale werking niet
garanderen wanneer toner of
tonercartridges van andere specificaties
worden gebruikt. Het gebruik van andere
cartridges dan de originele van Brother of
het gebruik van cartridges die met inkt van
andere merken zijn gevuld, wordt
derhalve afgeraden op deze machine.
Indien de drumeenheid of enig ander deel
van deze machine wordt beschadigd als
gevolg van het gebruik van toner of
tonercartridges anders dan originele
Brother-producten, dan vallen de als
gevolg hiervan benodigde reparaties niet
onder de garantie; deze producten zijn
namelijk incompatibel of ongeschikt voor
deze machine.
f Verwijder de bescherming.
BELANGRIJK
Plaats de tonercartridge direct in de
drumeenheid nadat u de bescherming
hebt verwijderd. Raak de grijze delen
aangegeven in de illustratie NIET aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
voorkomen.
Routineonderhoud
67
A
g Plaats de nieuwe tonercartridge stevig
in de drumeenheid tot u hem op zijn
plaats hoort vastklikken. Wanneer u
hem er op de goede manier in zet, komt
de groene vergrendelhendel
automatisch omhoog.
Opmerking
Zorg dat u de tonercartridge goed
installeert, daar hij anders uit de drumkit
kan schuiven.
h Reinig de corona in de drumeenheid
door het groene lipje voorzichtig een
paar keer van links naar rechts en van
rechts naar links te schuiven.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). Als u dit
niet doet, verschijnt mogelijk een verticale
streep op de afdrukken.
i Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge weer in de machine. Sluit
het voordeksel.
1
68
Opmerking
Zorg dat u na het vervangen van de
tonercartridge de machine NIET via de
stroomschakelaar uitschakelt of de
voorklep opent tot Wachten a.u.b.
verdwijnt van het lcd-scherm en het
apparaat terugkeert naar de modus
Gereed.
De drumeenheid vervangen A
Modelnaam: DR-2200
Een nieuwe drumkit kan circa 12.000
enkelzijdige bladzijden van A4 of Letter-
formaat te bedrukken.
BELANGRIJK
Gebruik alleen originele drumeenheden
en tonereenheden van Brother voor de
beste prestaties. Door af te drukken met
een drum- of tonereenheid van een ander
merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit
minder zijn, maar kunnen ook de
prestaties en de levensduur van de
machine afnemen. Problemen die worden
veroorzaakt door het gebruik van een
drumeenheid of een tonereenheid van
een ander merk, vallen niet onder de
garantie.
Drumfout A
Drumfout
De primaire corona is vuil geworden. Maak
de primaire corona in de drumeenheid
schoon. (Zie De primaire corona reinigen
op pagina 75.)
Als u de primaire corona hebt gereinigd en
Drumfout is niet verdwenen, vervang dan
de drumeenheid door een nieuwe.
Drum vervangen A
Drum vervangen
Gelieve de drumeenheid door een nieuwe te
vervangen. Het verdient aanbeveling nu een
originele drumeenheid van Brother te
installeren.
Reset na het vervangen de drumteller aan de
hand van de instructies bij de nieuwe
drumeenheid.
Routineonderhoud
69
A
Drum stoppen A
Drum stop
We kunnen de afdrukkwaliteit niet
garanderen. Gelieve de drumeenheid door
een nieuwe te vervangen. Het verdient
aanbeveling nu een originele drumeenheid
van Brother te installeren.
Reset na het vervangen de drumteller aan de
hand van de instructies bij de nieuwe
drumeenheid.
De drumkit vervangen A
BELANGRIJK
Verwijder de drumeenheid voorzichtig,
deze kan toner bevatten. Wanneer u toner
morst op uw handen of kleding, dient u de
vlekken onmiddellijk te verwijderen met
koud water.
Reinig de binnenzijde van de machine als
u de drumeenheid vervangt. (Zie De
machine reinigen op pagina 73.)
a Controleer dat de machine aanstaat.
b Open de frontdeksel en laat de machine
10 minuten aan zodat ze kan afkoelen.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wanneer u het voordeksel of het
achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de
machine opent, mag u NOOIT de
onderdelen van de grijze zones in de
afbeelding aanraken. Als u dit doet, kunt u
brandwonden oplopen.
70
c Neem de drumeenheid en de
tonercartridge uit de machine.
d Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
WAARSCHUWING
Gooi de tonercartridges NIET in een vuur.
Deze kan ontploffen en verwondingen
veroorzaken.
Maak de binnen- of buitenzijde van de
machine NIET schoon met
schoonmaakmiddelen die ammoniak of
alcohol bevatten, en niet met sprays of
brandbare stoffen. U kunt dan brand
veroorzaken of een elektrische schok
krijgen.
In Veilig gebruik van het product in de
Veiligheid en wetgeving folder leest u hoe u
de machine reinigt.
Adem toner nooit in.
BELANGRIJK
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud
water.
Routineonderhoud
71
A
We raden u aan de drumeenheid en/of
tonercartridge op een stuk wegwerppapier
of doek op een schone, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
Opmerking
Dicht de gebruikte drumeenheid goed af in
een zak, zodat er geen toner uit de
eenheid kan worden gemorst.
Als u het gebruikte verbruiksartikel niet
terugplaatst, dient u dit te verwijderen
conform de plaatselijke voorschriften, en
dit niet als huishoudelijk afval te
behandelen. Voor meer informatie neemt
u contact op met de lokale
afvalmaatschappij. (Zie EU-richtlijn
2002/96/EC en EN 50419 in de Veiligheid
en wetgeving Folder.)
e Pak de nieuwe drumeenheid uit.
BELANGRIJK
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
Pak de nieuwe drumeenheid uit, net vóór
u deze in de machine plaatst. Wanneer u
de uitgepakte drumeenheid in direct
zonlicht of kamerverlichting plaatst, kan
de eenheid beschadigd worden.
72
f Plaats de tonercartridge stevig in de
nieuwe drumeenheid tot u hem op zijn
plaats hoort vastklikken. Wanneer u
hem er op de goede manier in zet, komt
de groene vergrendelhendel
automatisch omhoog.
Opmerking
Zorg dat u de tonercartridge goed
installeert, daar hij anders uit de drumkit
kan schuiven.
g Reinig de corona in de drumeenheid
door het groene lipje voorzichtig een
paar keer van links naar rechts en van
rechts naar links te schuiven.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het groene lipje weer
terugzet in de oorspronkelijke stand (a)
(1). Als u dit niet doet, verschijnt mogelijk
een verticale streep op de afdrukken.
h Plaats het geheel van nieuwe
drumeenheid en tonercartridge in de
machine.
De drumteller terugstellen op de
beginwaarde
A
Wanneer u de drumkit vervangt en een
nieuwe drum plaatst, moet u de drumteller als
volgt terugstellen:
a Druk op Clear (Wis).
Druk op 1 om te bevestigen dat u een
nieuwe drumeenheid plaatst.
b Wanneer op het lcd-scherm
Geaccepteerd verschijnt, sluit u het
voordeksel.
1
Routineonderhoud
73
A
De machine reinigen A
Reinig de buiten- en de binnenkant van de
machine regelmatig met een droge, pluisvrije
doek. Reinig de binnenzijde van de machine
wanneer u de tonercartridge of de
drumeenheid vervangt. Als er tonervlekken
op een pagina staan, moet het inwendige van
de machine met een droge, pluisvrije doek
worden gereinigd.
WAARSCHUWING
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van de machine
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met
alcohol of ammoniak. U kunt dan brand
veroorzaken of een elektrische schok
krijgen.
In Veilig gebruik van het product in de folder
Veiligheid en wetgeving leest u hoe u de
machine reinigt.
Adem toner nooit in.
BELANGRIJK
Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals
thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het
oppervlak van de machine beschadigd.
De buitenzijde van de
machine schoonmaken A
a Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het
telefoonsnoer en vervolgens alle kabels
en haal dan de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact.
Opmerking
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN)
Raadpleeg Faxen of faxjournaal
overbrengen op pagina 89 om te
vermijden dat u een belangrijke melding
verliest.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
74
c Reinig de buitenzijde van de machine
met een droge, pluisvrije zachte doek
om stof te verwijderen.
d Verwijder papier dat eventueel nog in de
papierlade zit.
e Veeg de binnen- en buitenzijde van de
papierlade af met een droge, pluisvrije
zachte doek om stof te verwijderen.
f Laad het papier opnieuw en plaats de
papierlade stevig terug in de machine.
g Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact, sluit alle kabels
aan en sluit dan het telefoonsnoer weer
aan. Schakel de machine in.
De glasplaat reinigen A
a Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het
telefoonsnoer en vervolgens alle kabels
en haal dan de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact.
Opmerking
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN)
Raadpleeg Faxen of faxjournaal
overbrengen op pagina 89 om te
vermijden dat u een belangrijke melding
verliest.
b Til het documentdeksel op (1).
Reinig het witte plastic oppervlak (2) en
de glasplaat (3) eronder met een
zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd
met water.
1
2
3
Routineonderhoud
75
A
c In de ADF-eenheid reinigt u de witte
balk (1) en de glazen strook op de
glasplaat (2) eronder met behulp van
een zachte, pluisvrije doek die is
bevochtigd met water.
Opmerking
Ga nadat u de glasplaat en glazen strook
hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije
doek die u hebt bevochtigd met water,
nogmaals met uw vingertop over het glas
om te controleren of zich hierop nog vuil
bevindt. Reinig het glas zonodig opnieuw.
Mogelijk dient u het reinigingsproces drie
tot vier keer te herhalen. Maak na elke
reiniging een kopie om te controleren of
de glasplaat schoon is.
d Steek eerst de stekker van de machine
weer in het stopcontact, sluit alle kabels
aan en sluit dan het telefoonsnoer weer
aan. Schakel de machine in.
De primaire corona reinigen A
Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit,
reinigt u de corona als volgt:
a Open de frontdeksel en laat de machine
10 minuten aan zodat ze kan afkoelen.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wacht totdat de machine is
afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen
binnen in de machine aanraken.
76
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
VOORZICHTIG
We raden u aan de drumeenheid en
tonercartridges gescheiden van elkaar op
een stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke ondergrond te plaatsen
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, teneinde schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
c Reinig de primaire corona in de
drumeenheid door het groene lipje
voorzichtig een paar keer van rechts
naar links en van links naar rechts te
schuiven.
Opmerking
Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in
de oorspronkelijke stand (a) (1). Als u dit
niet doet, verschijnt mogelijk een verticale
streep op de afdrukken.
d Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge weer in de machine. Sluit
het voordeksel.
1
Routineonderhoud
77
A
De drumeenheid reinigen A
Wanneer u afdrukproblemen hebt, kan het
zijn dat op het drumoppervlak van de
drumeenheid een vreemde stof plakt, zoals
lijm van een etiket. Volg de onderstaande
stappen om het probleem op te lossen.
a Zorg dat u papier van formaat A4 of
Letter gereed hebt om in de lade te
doen.
b Controleer dat de printer in de Gereed-
modus staat.
c Open de achterklep (face-up
uitvoerlade).
d Maak het deksel van de sleuf voor
handinvoer open.
e Druk tegelijkertijd op Clear (Wis) en
Menu. De melding Drum reinigen.
verschijnt op het lcd-scherm.
f Stel de papiergeleiders voor handinvoer
met beide handen af op de breedte van
het papier.
g Plaats een vel papier van formaat A4 of
Letter met beide handen zodanig in de
handinvoer dat de bovenste rand van
het papier de papierdoorvoerrol raakt.
Laat het vel los zodra u voelt dat de
machine het papier invoert. De machine
vangt aan de drum te reinigen.
78
Opmerking
De machine maakt een mechanisch
geluid tijdens het drumreinigingsproces
omdat de machine de OPC-drum in
omgekeerde richting draait. Dit geluid
duidt niet op een probleem met de
machine.
Plaats NOOIT meer dan één vel papier
tegelijk in de handmatige invoergleuf. Dat
kan namelijk een papierstoring
veroorzaken.
Wanneer u een ander formaat papier dan
A4 of Letter in de handmatige invoergleuf
plaatst, stopt de machine met het reinigen
van de drum en werpt het papier uit.
Zorg dat het papier zich recht en in de
juiste stand in de sleuf voor handinvoer
bevindt. Is dit niet het geval, dan bestaat
de kans dat het scheef worden ingevoerd
resulterend in een scheve afdruk of
papierstoring.
Sluit de achterklep (face-up uitvoerlade)
NIET terwijl de drum gereinigd wordt. Dan
stopt de machine met het reinigen van de
drum en werpt het papier uit. Dit kan een
papierstoring veroorzaken.
Wanneer de machine een afdruktaak
ontvangt voordat u papier in de
handmatige invoergleuf hebt geplaatst,
dan voltooit de machine eerst het
drumreinigingsproces, en drukt
vervolgens de afdruktaak af.
h Wanneer de printer klaar is met
reinigen, gaat hij terug naar de Ready-
stand.
i Doorloop de stappen c tot h nog
tweemaal met steeds een nieuw leeg
vel papier. Hierna gooit u het gebruikte
papier weg.
Volg onderstaande stappen, als het probleem
nu nog niet is opgelost:
a Open de frontdeksel en laat de machine
10 minuten aan zodat ze kan afkoelen.
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
VOORZICHTIG
We raden u aan de drumeenheid en
tonercartridges gescheiden van elkaar op
een stuk wegwerppapier of doek op een
schone, vlakke ondergrond te plaatsen,
voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, dient u de vlekken
onmiddellijk te verwijderen met koud water.
Routineonderhoud
79
A
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, teneinde schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
c Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid.
BELANGRIJK
Raak de gearceerde delen in de
onderstaande illustraties NIET aan om
problemen met de afdrukkwaliteit te
voorkomen.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
80
d Plaats het afdrukvoorbeeld vóór de
drumeenheid en bepaal de exacte
plaats van de slechte afdruk.
e Houd het oppervlak van de OPC-drum
(1) in het oog en draai aan het tandwiel
van de drumkit.
f Als u de vlek op de drum hebt gevonden
die overeenkomt met het
afdrukvoorbeeld, veegt u het oppervlak
van de drum voorzichtig schoon met
een droog wattenstaafje totdat stof of
lijmresten verwijderd zijn.
BELANGRIJK
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige
drum NIET met een scherp voorwerp.
1
Routineonderhoud
81
A
g Plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid tot u hem op zijn plaats
hoort vastklikken. Wanneer u hem er op
de goede manier in zet, komt de groene
vergrendelhendel automatisch omhoog.
h Installeer het geheel van drumeenheid
en tonercartridge opnieuw in de
machine.
i Sluit het voordeksel.
82
De invoerrollen voor papier
reinigen A
Als er problemen zijn met het invoeren van
papier, reinigt u de papierinvoerrollen als
volgt:
a Zet de machine uit. Haal de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact.
Opmerking
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN)
Raadpleeg Faxen of faxjournaal
overbrengen op pagina 89 om te
vermijden dat u een belangrijke melding
verliest.
b Trek de papierlade volledig uit de
machine.
c Maak een pluisvrije doek vochtig met
lauw water, wring hem uit en veeg het
scheidingskussentje (1) in de papierlade
er mee schoon om alle stof te
verwijderen.
1
Routineonderhoud
83
A
d Veeg de twee invoerrollen (1) in de
machine af om stof te verwijderen.
e Plaats de papierlade weer in de
machine.
f Steek de stekker van het netsnoer van
de machine weer in het stopcontact.
Schakel de machine in.
De machine
controleren A
De paginatellers controleren A
U kunt de paginatellers van de machine
bekijken voor kopieën, afgedrukte pagina’s,
rapporten en lijsten, faxen of een
totaaloverzicht.
a (Voor MFC-7360N/MFC-7460DN) Druk
op Menu, 6, 2.
(Voor MFC-7860DW) Druk op Menu, 7,
2.
b Druk op a of b om Totaal, Fax/Lijst,
Kopie of Print te bekijken.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
De resterende levensduur van
onderdelen controleren A
U kunt de levensduur van de onderdelen van
de machine lezen op het lcd-scherm.
a (Voor MFC-7360N/MFC-7460DN) Druk
op Menu, 6, 3.
(Voor MFC-7860DW) Druk op Menu, 7,
3.
b Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
1
84
B
Fout- en onderhoudsberichten B
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen
verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste
routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fout-
en onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
U kunt de meeste foutmeldingen en meldingen betreffende routineonderhoud zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde
vragen en tips voor het oplossen van problemen:
Kijk op http://solutions.brother.com/
.
Problemen oplossen B
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afdrukken Onm XX De machine heeft een
mechanisch probleem.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN )
Faxen of faxjournaal overbrengen
op pagina 89 voordat u de machine
loskoppelt, zodat u geen belangrijke
meldingen verliest. Haal vervolgens de
machine verscheidene minuten van de
stroom af en doe de stekker er weer in.
(Voor MFC-7860DW) Schakel de
machine gedurende enkele minuten uit
en steek daarna de stekker terug in het
stopcontact.
Neem contact op met uw Brother-
leverancier als het probleem zich blijft
voordoen.
Afgebroken (Verb.
verbroken)
De andere persoon of de
faxmachine van de andere
persoon heeft het gesprek
beëindigd.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te
ontvangen.
Problemen oplossen
85
B
Afkoelen
Ogenblik aub
(Ogenblikje
a.u.b.)
De temperatuur van de
drumeenheid of de tonercartridge
is te hoog. De machine
onderbreekt de huidige
afdruktaak en gaat in de
afkoelingsstand. Tijdens het
afkoelen hoort u de koelventilator
draaien terwijl op het LCD-
scherm Afkoelen en Ogenblik
aub (Ogenblikje a.u.b.)
wordt weergegeven.
Controleer of u de ventilator in de machine
kunt horen draaien, en dat de uitlaat
nergens door geblokkeerd wordt.
Als de ventilator draait, verwijdert u
eventuele voorwerpen rondom de uitlaat, en
laat u de machine vervolgens ingeschakeld
zonder deze enkele minuten aan te raken.
Wanneer de ventilator niet draait, verricht u
één van de volgende handelingen:
(voor MFC-7360N en MFC-7460DN )
Zie Faxen of faxjournaal overbrengen
op pagina 89 voordat u het apparaat
ontkoppelt, opdat u geen belangrijke
berichten verliest.
Haal vervolgens de machine verscheidene
minuten van de stroom af en doe de stekker
er weer in.
(Voor MFC-7860DW) Schakel de machine
gedurende enkele minuten uit en steek
daarna de stekker terug in het stopcontact.
Cartridgefout De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Verwijder de drumeenheid en de
tonercartridge en plaats vervolgens een
tonercartridge terug in de drumeenheid.
Communicatiefout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Probeer de fax nogmaals te verzenden of
probeer de machine aan te sluiten op een
andere telefoonlijn. Als het probleem nog
niet is verholpen, belt u het telefoonbedrijf
en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen
controleren.
Document nazien Het document is niet goed
geplaatst of het document dat via
de ADF werd gescand, was te
lang.
Zie Het document is bovenin de ADF
vastgelopen op pagina 91 of De
automatische documenttoevoer (ADF)
gebruiken op pagina 28.
Drumfout De primaire corona van de
drumeenheid moet worden
schoongemaakt.
Maak de primaire corona van de
drumeenheid schoon. (Zie De primaire
corona reinigen op pagina 75.)
Drum stop De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid. (Zie De
drumeenheid vervangen op pagina 68.)
Drum vervangen De drumeenheden moeten
worden vervangen.
Vervang de drumeenheid.
(Zie De drumeenheid vervangen
op pagina 68.)
De drumteller is na het plaatsen
van een nieuwe drum niet gereset.
Reset de teller van de drumeenheid.
(Zie De drumkit vervangen op pagina 69.)
Duplex gedeact. De duplexlade is verwijderd of
niet juist geïnstalleerd.
De achterkant van de machine is
niet volledig gesloten.
Plaats de duplexlade voorzichtig in de
machine totdat hij op zijn plaats vastklikt.
Sluit het achterdeksel van de machine.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
86
EL Fout De machine heeft een
mechanisch probleem.
Open het frontdeksel en sluit het opnieuw.
Fuserfout De temperatuur van de
fuseereenheid bereikt een
bepaalde temperatuur niet
binnen een bepaalde tijd.
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN )
Ontvangen faxenberichten in het geheugen
gaan verloren wanneer u het apparaat
uitzet. Zie Faxen of faxjournaal overbrengen
op pagina 89 voordat u de machine
loskoppelt, zodat u geen belangrijke
meldingen verliest. Zet dan de
stroomschakelaar uit, wacht een paar
seconden en zet hem vervolgens weer aan.
Laat de machine ingeschakeld, maar raak
deze 15 minuten lang niet aan.
(Voor MFC-7860DW)
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar
seconden en zet hem vervolgens weer aan.
Laat de machine ingeschakeld, maar raak
deze 15 minuten lang niet aan.
De fuseereenheid is te heet.
Fout formaat DX
Het papier in de papierlade kan niet
worden gebruikt voor automatisch
tweezijdig afdrukken.
Laad A4 papier voor automatisch tweezijdig
afdrukken en druk op Start. (Raadpleeg
Afdrukmedia op pagina 149.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Fax bezig met verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Start om de gescande pagina's
te verzenden of te kopiëren.
Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen) en
wacht tot andere taken zijn voltooid en
probeer het vervolgens opnieuw.
Wis de faxen in het geheugen.
Druk de faxberichten die opgeslagen zijn
in het geheugen af om het geheugen
voor 100% beschikbaar te maken.
Schakel vervolgens Fax opslaan uit om
te vermijden dat er nog faxen in het
geheugen worden opgeslagen. (Zie Een
fax afdrukken voor het geheugen in
hoofdstuk 4 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding en Fax Opslaan
in hoofdstuk 4 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.
Bezig met afdrukken
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Verlaag de afdrukresolutie. (Zie het
tabblad Basis in de
Softwarehandleiding.)
Wis de faxen in het geheugen. (Zie de
bovenstaande uitleg.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
87
B
Geen antw/Bezet Het gekozen nummer antwoordt
niet of is bezet.
Controleer het nummer en probeer opnieuw.
Geen contact U hebt geprobeerd te pollen naar
een faxmachine die niet in de
wachtstand voor pollen staat.
Controleer of de andere faxmachine is
ingesteld op pollen.
Geen papier De machine heeft geen papier
meer of het papier is niet goed in
de papierlade geplaatst.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Vul papier bij in de papierlade, en druk
op Start.
Verwijder het papier en plaats het
opnieuw. Druk daarna op Start.
Als het probleem niet is verholpen, moet
de invoerrol voor papier wellicht
gereinigd worden. Reinig de invoerrol
voor papier. (Zie De invoerrollen voor
papier reinigen op pagina 82.)
Geen toner De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Trek de drumeenheid naar buiten. Verwijder
de tonercartridge eruit en plaats haar
daarna terug in de drumeenheid.
Handinvoer Handinvoer werd geselecteerd
als de papierbron wanneer er
geen papier in de sleuf voor
handmatige invoer zit.
Plaats een vel papier in de sleuf voor
handinvoer. (Zie Papier plaatsen in de
multifunctionele lade op pagina 17.)
Init. Onmog
(Init. onmog) XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN)
Ontvangen faxberichten in het
geheugen gaan verloren wanneer u het
apparaat uitzet. Zie Faxen of faxjournaal
overbrengen op pagina 89 voordat u de
machine loskoppelt, zodat u geen
belangrijke meldingen verliest.
Haal vervolgens de machine
verscheidene minuten van de stroom af
en doe de stekker er weer in.
(Voor MFC-7860DW)
Schakel de machine gedurende enkele
minuten uit en steek daarna de stekker
terug in het stopcontact.
Neem contact op met uw Brother-
leverancier als het probleem zich blijft
voordoen.
Kap open (Deksel
is open)
Het frontdeksel is niet volledig
gesloten.
Sluit het voordeksel van de machine.
Klep is open
(Deksel is open)
De fuseerklep is niet volledig
gesloten of er is papier
vastgelopen in de achterzijde van
de machine toen u deze
inschakelde.
Sluit de fuseerklep van de machine.
Zorg ervoor dat er geen papier vastzit
binnenin aan de achterkant van de
machine, sluit het fuseerdeksel en druk
op Start.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
88
Klep open (Deksel
is open)
Het ADF-deksel is niet volledig
gesloten.
Sluit het ADF-deksel van de machine.
Het ADF-deksel is geopend
tijdens het laden van een
document.
Sluit het ADF-deksel van de machine en
druk dan op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Limiet bereikt De paginagrens die voor uw ID
werd ingesteld met Secure
Function Lock 2.0 is bereikt.
Contacteer uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Niet beschikbaar De aangevraagde functie is door
Secure Function Lock 2.0 niet
toegestaan voor alle ID's.
Contacteer uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Ongeldig formaat Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat.
Plaats papier met het juiste formaat in de
lade en stel het “Papierformaat” terug op de
beginwaarden (Menu, 1, 2, 2). (Raadpleeg
Papierformaat op pagina 23.)
Scannen Onm.
(Scannen onm.) XX
De machine heeft een
mechanisch probleem.
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN )
Raadpleeg Faxen of faxjournaal
overbrengen op pagina 89 voordat u de
machine loskoppelt, zodat u geen
belangrijke meldingen verliest. Haal
vervolgens de machine verscheidene
minuten van de stroom af en doe de
stekker er weer in.
(Voor MFC-7860DW)
Schakel de machine gedurende enkele
minuten uit en steek daarna de stekker
terug in het stopcontact.
Neem contact op met uw Brother-
leverancier als het probleem zich blijft
voordoen.
ToegangGeweigerd De functie die u wilt gebruiken is
beperkt door Secure Function
Lock.
Contacteer uw beheerder om uw
instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Toner Bijna Op De tonercartridge is bijna aan het
einde van zijn gebruiksduur.
Koop een nieuwe tonercartridge voordat de
melding Vervang toner verschijnt.
Toner op (Toner
leeg)
De tonercartridge is aan
vervanging toe.
Vervang de tonercartridge. (Zie De
tonercartridge vervangen op pagina 63.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
89
B
Faxen of faxjournaal
overbrengen B
Wanneer op het LCD-scherm een van de
volgende meldingen wordt weergegeven:
Init. Onmog (Init. onmog) XX
Afdrukken Onm XX
Scannen Onm. (Scannen onm.) XX
(MFC-7360N en MFC-7460DN)
Wanneer u de stekker van de machine uit het
stopcontact moet nemen, adviseren we u
eerst de faxen over te brengen naar een
andere faxmachine of naar de pc. (Zie Faxen
naar een andere faxmachine overbrengen
op pagina 89 of Faxen naar de pc
overbrengen op pagina 90.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
zien of er faxen zijn die u moet overbrengen.
(Zie Het faxjournaal overbrengen naar een
andere faxmachine op pagina 90.)
Opmerking
Als een foutmelding op het LCD-scherm
van de machine verschijnt nadat de faxen
zijn overgebracht, verwijdert u de stekker
van de machine enkele minuten uit het
stopcontact en sluit u deze vervolgens
weer aan.
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen
B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken. (Zie Persoonlijke informatie
invoeren (stationskenmerk) in de
Installatiehandleiding.)
a Druk op Menu, 9, 0, 1.
Toner vervangen De machine stopt met afdrukken
tot u de tonercartridge vervangt.
Wanneer u de tonerinstelling hebt op
Stoppen hebt gezet, vervangt u de
tonercartridge door een nieuwe en
ongebruikte originele Brother
tonercartridge. Dit stelt de modus Vervang
Toner terug op de beginstand. (Zie De
tonercartridge vervangen op pagina 63.)
Wanneer u de tonerinstelling op Doorgaan
hebt gezet, blijft de machine de gegevens
afdrukken tot het lcd-scherm Toner op
(Toner leeg) toont. In Tonerinstellingen
in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding leest u hoe u de
machine in de continumodus gebruikt.
Vast: achter Het papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine.
(Zie Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine op pagina 94.)
Vast: binnenin Het papier is vastgelopen in de
machine.
(Zie Papier is vastgelopen binnenin de
machine op pagina 97.)
Vast duplex Het papier is vastgelopen in de
duplexlade aan de achterkant van
de machine.
(Zie Het papier is vastgelopen in de
duplexlade (MFC-7460DN en
MFC-7860DW) op pagina 101.)
Vast lade Het papier is vastgelopen in de
papierlade van de machine.
(Zie Het papier is vastgelopen in de
standaard papierlade op pagina 93.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
90
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm Geen
dataopslag wordt weergegeven,
zijn er geen faxen meer in het
geheugen van de machine
aanwezig. Druk op Stop/Exit
(Stop/Eindigen).
Voer het faxnummer in van het
apparaat waarnaar de faxen moeten
worden verzonden. Druk op Start.
Faxen naar de pc overbrengen B
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw pc overbrengen.
a Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite
geïnstalleerd is op de pc en activeer
PC-Fax Ontvangst op de pc. (Voor
meer informatie PC-Fax Ontvangen,
raadpleegt u PC-FAX ontvangen in de
Softwarehandleiding.)
b Controleer of u PC-Fax ontv. hebt
ingesteld op de machine. (Zie PC-Fax
Ontvangen in hoofdstuk 4 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Wanneer er nog faxen in het geheugen
van de machine zijn wanneer u PC-Fax
ontvangen instelt, vraagt het LCD-
scherm u of u de faxen wilt overbrengen
naar uw pc.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u alle faxen wilt
overbrengen naar uw pc, drukt u op
1. De machine vraagt u of u een
reserveafdruk wilt.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op 2.
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Het faxjournaal overbrengen naar een
andere faxmachine
B
Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld,
kunt u de faxoverbrengingsstand niet
gebruiken. (Zie Persoonlijke informatie
invoeren (stationskenmerk) in de
Installatiehandleiding.)
a Druk op Menu, 9, 0, 2.
b Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden verzonden.
c Druk op Start.
Problemen oplossen
91
B
Document vast B
Het document is bovenin de
ADF vastgelopen B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Open het ADF-deksel.
c Trek het vastgelopen document er naar
links uit.
d Sluit het ADF-deksel.
e Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Document is vastgelopen
onder het documentdeksel B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Til het documentdeksel op.
c Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
d Sluit het documentdeksel.
e Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
92
Kleine documenten die
vastgelopen zijn in de ADF
verwijderen B
a Til het documentdeksel op.
b Plaats een stuk stevig papier, zoals
Cardstock, in de ADF om kleine stukjes
papier erdoor te duwen.
c Sluit het documentdeksel.
d Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Document is vastgelopen in
de uitvoerlade B
a Verwijder al het papier dat niet is
vastgelopen uit de ADF.
b Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Problemen oplossen
93
B
Papier vast B
Het papier is vastgelopen in
de standaard papierlade B
Als op het LCD-scherm Vast lade wordt
weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Trek met beide handen het vastgelopen
papier voorzichtig naar buiten.
BELANGRIJK
Als het papier niet eenvoudig in deze
richting kan worden verwijderd, stopt u en
volgt u de instructies voor Papier is
vastgelopen binnenin de machine
op pagina 97.
Opmerking
Als u het vastgelopen papier naar
beneden gericht eruit trekt, kunt u het
papier eenvoudiger verwijderen.
c Zorg ervoor dat het papier de
maximummarkering (b b b) (1) van de
papierlade niet bereikt. Druk op de
groene ontgrendeling van de
papiergeleiders en verschuif de
papiergeleiders voor het correcte
papierformaat. Zorg dat de geleiders
goed in de sleuven zitten. (Zie Papier in
de standaardpapierlade plaatsen
op pagina 15.)
d Plaats de papierlade stevig terug in de
machine.
1
94
Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine B
Als op het LCD-scherm Vast: achter
wordt weergegeven, is het papier achter het
achterdeksel vastgelopen. Volg deze
stappen:
a Maak de voorklep open. Laat de
machine 10 minuten ingeschakeld om
deze te laten afkoelen.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt,
zijn sommige onderdelen in de machine erg
heet. Wanneer u het voordeksel of het
achterdeksel (achterste uitvoerlade) van de
machine opent, mag u NOOIT de
onderdelen van de grijze zones in de
afbeelding aanraken. Als u dit doet, kunt u
brandwonden oplopen.
Problemen oplossen
95
B
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er langzaam uit.
BELANGRIJK
We raden u aan de drumeenheid en de
tonercartridge op een stuk wegwerppapier
of doek op een schone, vlakke
ondergrond te plaatsen voor het geval u
per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, teneinde schade aan de
machine tengevolge van statische
elektriciteit te vermijden.
c Open de achterklep (face-up
uitvoerlade).
96
d Trek de lipjes aan de linker- en
rechterkant naar beneden om de
fuserdeksel te openen (1).
e Trek met beide handen voorzichtig het
vastgelopen papier uit de
fuseereenheid.
f Sluit de fuser- en de achterklep (face-up
uitvoerlade).
g Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge weer in de machine.
h Sluit het voordeksel. Druk op Start als
de machine niet automatisch begint met
afdrukken.
1
Problemen oplossen
97
B
Papier is vastgelopen
binnenin de machine B
Als op het LCD-scherm Vast: binnenin
wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Maak de voorklep open. Laat de
machine 10 minuten ingeschakeld om
deze te laten afkoelen.
VOORZICHTIG
HEET
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn
sommige onderdelen in de machine erg heet.
Wanneer u het voordeksel of het achterdeksel
(achterste uitvoerlade) van de machine opent,
mag u NOOIT de onderdelen van de grijze
zones in de afbeelding aanraken. Als u dit
doet, kunt u brandwonden oplopen.
98
b Pak de drumeenheid en de
tonercartridge-module er voorzichtig uit.
Het vastgelopen papier kan mogelijk
worden verwijderd samen met de
drumeenheid en tonercartridge, of het
kan zijn dat hierdoor het papier wordt
vrijgegeven zodat u het uit de machine
kunt trekken.
BELANGRIJK
Wij raden u aan om de drumkit en
tonercartridge op een stuk papier of een
doek te plaatsen voor het geval dat er
toner wordt geknoeid.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de
afbeelding ziet, om schade aan de
machine door statische elektriciteit te
vermijden.
c Druk de groene vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid. Neem het eventuele
vastgelopen papier uit de drumeenheid.
Problemen oplossen
99
B
BELANGRIJK
Wees voorzichtig bij het hanteren van de
tonercartridge. Wanneer u toner morst op
uw handen of kleding, moet u de vlekken
onmiddellijk afvegen of verwijderen met
koud water.
Raak de grijze delen in de illustratie NIET
aan om problemen met de afdrukkwaliteit
te voorkomen.
d Plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid tot u hem op zijn plaats
hoort vastklikken. Wanneer u hem er op
de goede manier in zet, komt de groene
vergrendelhendel automatisch omhoog.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u de drumeenheid en
tonercartridgeconstructie met het
vastgelopen papier kon verwijderen,
ga dan naar stap j.
Wanneer u het geheel van
drumeenheid en tonercartridge niet
kunt verwijderen, gebruik dan geen
extra kracht. Til in plaats daarvan het
scannerdeksel omhoog.
Problemen oplossen
105
B
Kan geen fax ontvangen.
(vervolg)
Een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie beantwoordt de oproep
voordat uw machine van Brother reageert. Om dit te testen, stelt u de
belvertraging langzamer in:
Als de antwoordmodus is ingesteld op Alleen Fax of Fax/Telefoon,
vermindert u de belvertraging tot 1 keer overgaan. (Zie Belvertraging
op pagina 35.)
Als de antwoordmodus is ingesteld op Ext. TEL/ANT, vermindert u het
aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot 2 keer.
Als de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig, past u de belvertraging
NIET aan.
Laat iemand anders u een testfax sturen:
Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine naar behoren.
Vergeet niet om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat
weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het
ontvangen van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de
oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat
of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.
Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een
dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.
Als u een antwoordapparaat (stand Ext. TEL/ANT) op dezelfde lijn gebruikt als
de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld.
(Zie Een extern ANTW.APP. aansluiten op pagina 38.)
1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals afgebeeld op pagina 38.
2 Stel uw antwoordapparaat in op een of twee keer overgaan.
3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Beëindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand
voor degene die handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: “Spreek
een bericht in na de toon of druk op l 51 om een fax te verzenden.”
4 Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.
5 Stel de ontvangststand van uw machine van Brother in op Ext. TEL/ANT.
(Zie Instellingen ontvangststand op pagina 35.)
Controleer dat de functie Fax waarnemen van de Brother machine aan staat. Met
de functie Fax waarnemen kunt u een fax ontvangen, ook al hebt u de oproep op
een externe of tweede telefoon beantwoord. (Zie Fax Waarnemen op pagina 36.)
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Std (voor VoIP) te zetten. (Zie
Storing op de telefoonlijn op pagina 112.)
(Voor MFC-7860DW)
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Faxen ontvangen (Vervolg)
Problemen Suggesties
106
Faxen verzenden
Problemen Suggesties
Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of
de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet
goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 74.)
In het verzendrapport staat
RESULT:FOUT.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw
te verzenden. Als u een bericht via PC-Fax verzendt en in het verzendrapport
staat RESULT:FOUT, is het geheugen van de machine wellicht vol. Om extra
geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen (zie Opties voor
afstandsbediening veranderen in hoofdstuk 4 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding), faxen die in het geheugen zijn opgeslagen afdrukken (zie
Een fax uit het geheugen afdrukken in hoofdstuk 4 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding) of een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren (zie
Faxtaken in het geheugen controleren en annuleren in hoofdstuk 3 van de
Uitgebreide gebruikershandleiding). Als het probleem nog niet is verholpen,
vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt
u proberen de instelling Compatibiliteit op Std (voor VoIP) te zetten. (Zie
Storing op de telefoonlijn op pagina 112.)
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. (Zie Documenten laden op pagina 28.)
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen
op pagina 74.)
Kan geen fax verzenden. (Voor MFC-7860DW)
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Inkomende telefoontjes afhandelen
Problemen Suggesties
De machine registreert een
spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor
geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn
geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Druk op
Stop/Exit (Stop/Eindigen) om de machine uit te schakelen. Probeer dit probleem
te vermijden door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax
Waarnemen op pagina 36.)
Een faxoproep naar de machine
overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de code voor
Activeren op afstand intoetsen (standaardinstelling is l51). Hang op zodra uw
machine opneemt.
Speciale functies op een enkele
lijn.
Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave, voicemail,
een antwoordapparaat, een alarmsysteem of andere speciale diensten samen
met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren
bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere
speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine
een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of
verstoren. De functie van Brother voor foutencorrectie (ECM-functie) kan helpen
om dit probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op
telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en
ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het
voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen
worden voorkomen, wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies
aanbevolen.
Problemen oplossen
107
B
Problemen met het openen van menu-onderdelen
Problemen Suggesties
De machine piept wanneer u de
menu’s Ontvangststand instellen
en Verzenden instellen probeert te
openen.
Als FAX niet brandt, drukt u op deze toets om de faxmodus in te
schakelen. Ontvangststand instellen (Menu, 2, 1) en Verzenden instellen (Menu,
2, 2) zijn alleen beschikbaar als de faxmodus geactiveerd is.
Kopieerproblemen
Problemen Suggesties
Kan geen kopie maken.
Controleer of COPY (KOPIE) is verlicht. (Zie Kopieën maken
op pagina 53.)
(Voor MFC-7860DW)
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal doordat er zich vuil of
correctievloeistof op de glasplaat bevindt of doordat de primaire corona vuil is. (Zie
De glasplaat reinigen op pagina 74 en De primaire corona reinigen op pagina 75.)
De kopieën zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. (Zie De automatische documenttoevoer
(ADF) gebruiken op pagina 28 of met behulp van de glasplaat op pagina 29.)
Afdrukproblemen
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de
machine is ingeschakeld.
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd.
(Zie De drumeenheid vervangen op pagina 68.)
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw
computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en
onderhoudsberichten op pagina 84.)
Controleer of de machine online is:
(Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2) Klik op de knop Starten en
daarna op Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother
MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
(Windows Vista
®
) Klik op de knop Starten, Configuratiescherm, Hardware
en geluiden en vervolgens op Printer. Klik met de rechtermuisknop op
Brother MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is
uitgevinkt.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003/2008) Klik op de knop Starten en
selecteer Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op Brother
MFC-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
(Windows
®
2000) Klik op de knop Starten, selecteer Instellingen en daarna
Printer. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer. Zorg
ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
(Voor MFC-7860DW)
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
108
De machine print onverwacht of
print heel slecht.
Druk op Job Cancel (Opdracht Annuleren) om afdruktaken te annuleren.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel
zijn met uw machine.
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met
afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige
minuten uit het stopcontact.
(Voor MFC-7360N en MFC-7460DN)
De faxen die in het geheugen van de machine zijn opgeslagen, worden
gewist. Zie Faxen of faxjournaal overbrengen op pagina 89 voordat u de
machine loskoppelt, zodat u geen belangrijke meldingen verliest.
De machine print de eerste
pagina’s correct, maar dan
ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel
zijn met uw machine.
Uw computer herkent het signaal “ingangsbuffer vol” van de machine niet.
Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de
Installatiehandleiding.)
De kop- of voetteksten in het
document worden op het scherm
weergegeven, maar worden niet in
het document afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas
de boven- en ondermarge voor uw document aan. (Zie Onscanbare en
onbedrukbare gebieden op pagina 22.)
De machine drukt niet dubbelzijdig
af, ook al is de printerdriver
ingesteld op Duplex.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. Selecteer
hiervoor het formaat A4 [60 tot 105 g/m
2
].
De machine drukt niet af of is met
afdrukken gestopt.
Druk op Job Cancel (Opdracht Annuleren).
Als de machine de taak annuleert en deze uit het geheugen verwijdert, kan het
afdrukken niet volledig worden voltooid.
Scanproblemen
Problemen Suggesties
Tijdens het scannen treden er
TWAIN-fouten op.
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is gekozen. Klik in
PaperPort™ 12SE op Bestand, knop Scannen of foto ophalen en kies de
Brother TWAIN-driver.
OCR (optische tekstherkenning)
werkt niet.
Probeer de scanresolutie te verhogen.
(Bij gebruik van een Macintosh)
U moet eerst de Presto! PageManager van het internet ophalen en installeren. Zie
Toegang tot Brother-support (Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
Zie Netwerkproblemen (uitsluitend netwerkmodellen) op pagina 110.
Kan niet scannen. (Voor MFC-7860DW)
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Softwareproblemen
Problemen Suggesties
Kan geen software installeren en
kan niet afdrukken.
(Uitsluitend Windows
®
)
Activeer het programma MFL-Pro Suite repareren op de installatie-cd-rom. Dit
programma repareert en installeert de software opnieuw.
Afdrukproblemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
109
B
Kan ‘2 op 1’ of ‘4 op 1’-afdrukken
niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
De machine drukt niet af vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Probeer de afdrukresolutie te verlagen. (Zie het tabblad Algemeen in de
Softwarehandleiding.)
Problemen met het papier
Problemen Suggesties
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont Geen
papier of de melding Vastgelopen
papier.
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de
papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer
het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de
lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer of de handmatige invoermodus niet in de printerdriver is
geselecteerd.
Reinig de invoerrol voor papier. Zie Routineonderhoud op pagina 62.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven
en het probleem is niet verholpen, raadpleegt u Fout- en onderhoudsberichten
op pagina 84.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken? U kunt enveloppen invoeren via de handmatige invoergleuf. Uw toepassing moet
zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u
meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw
toepassing.
Welk papier kan ik gebruiken? U kunt dun papier, normaal papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen
en etiketten gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 23 voor meer
informatie.)
U kunt enveloppen invoeren via de handmatige invoergleuf.
Het papier is vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier. (Zie Papier vast op pagina 93.)
Problemen met de afdrukkwaliteit
Problemen Suggesties
De afgedrukte pagina’s zijn
gekruld.
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen
papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer het probleem te
verhelpen door de stapel papier in de papierlade om te draaien.
Controleer of u de juiste papiersoort hebt gekozen die past bij het type
afdrukmedia. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 23.)
De afgedrukte pagina’s zijn
vlekkerig.
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het
gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Papiersoorten en andere
afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 23 en het tabblad Algemeen
in de Softwarehandleiding.)
Softwareproblemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
110
De afdrukken zijn te licht. Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën of het
afdrukken van ontvangen faxen, schakelt u de tonerbespaarstand in de
menu-instellingen van de machine op Uit. (Zie Toner besparen in hoofdstuk 1
van de Uitgebreide gebruikershandleiding)
Zet de tonerbespaarstand op Uit in het tabblad Geavanceerd van de
printerdriver. (Zie het tabblad Algemeen in de Softwarehandleiding.)
Netwerkproblemen (uitsluitend netwerkmodellen)
Problemen Suggesties
Afdrukken via een bedraad
netwerk onmogelijk.
Als u netwerkproblemen hebt, raadpleegt u de Netwerkhandleiding voor meer
informatie.
Controleer of de machine aan staat, online is en in de stand Gereed staat. Druk
de netwerkconfiguratielijst af om uw huidige netwerkinstellingen te bekijken. (Zie
Rapporten in hoofdstuk 6 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.) Sluit de
LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de
netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te
sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. U kunt de
huidige status van het bedrade netwerk controleren in het
bedieningspaneelmenu Netwerk.
De functie netwerkscannen werkt
niet.
(Windows
®
)
U dient in te stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware Netwerkscannen
toestaat. Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor
netwerkscannen:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer: voer 54925 in.
Bij Protocol: selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de leverancier van de software.
Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen lezen op http://solutions.brother.com/
.
(Macintosh)
Misschien werkt de functie netwerkscannen niet vanwege firewallinstellingen.
Verander de firewallinstellingen of schakel ze uit. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij uw software of neem contact op met de fabrikant als u
firewallsoftware van derden gebruikt.
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing DeviceSelector in Macintosh
HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de modellijst in
ControlCenter2.
Problemen met de afdrukkwaliteit (Vervolg)
Problemen Suggesties
Problemen oplossen
111
B
De functie PC-Fax ontvangen via
het netwerk werkt niet.
(Alleen Windows
®
)
U dient in te stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware PC-Fax
ontvangen toestaat. Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te
voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen.
Bij Poortnummer: voer 54926 in.
Bij Protocol: selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem
contact op met de leverancier van de software.
Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen
oplossen lezen op http://solutions.brother.com/
.
Uw computer kan de machine niet
vinden.
(Windows
®
)
De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding
blokkeren. (Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.)
(Macintosh)
De computer kan de machine misschien niet detecteren vanwege
firewallinstellingen. Verander de firewallinstellingen of schakel ze uit.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw software of neem contact op met
de fabrikant als u firewallsoftware van derden gebruikt.
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing DeviceSelector in
Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of
in de modellijst in ControlCenter2.
Verbinding met draadloos netwerk
niet mogelijk. (MFC-7860DW)
Onderzoek het probleem met behulp van de WLAN-rapport. Druk op Menu, 5,
8 en vervolgens op Start. Raadpleeg Installatiehandleiding voor meer informatie.
Overige
Problemen Suggesties
De machine kan niet worden
ingeschakeld.
De stroomvoorziening kan nadelig zijn beïnvloed door bijvoorbeeld bliksem of een
spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine zijn
ingeschakeld. Schakel de machine uit en haal de stekker ervan uit het
stopcontact. Wacht tien minuten, steek de stekker weer in het stopcontact en
schakel de machine in.
Schakel de machine uit als het probleem niet verholpen is. Steek de stekker van
het netsnoer in een ander stopcontact waarvan u weet dat het goed werkt, en
schakel de machine in.
Netwerkproblemen (uitsluitend netwerkmodellen) (Vervolg)
Problemen Suggesties
112
Kiestoonherkenning instellenB
Wanneer u een fax automatisch verzendt,
wacht uw machine standaard een bepaalde
tijd alvorens te beginnen met het kiezen van
het nummer. Door de instelling van de
kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u
uw machine laten kiezen zodra er een
kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan
wat tijd besparen bij het versturen van één fax
naar een aantal verschillende nummers. Als
u de instelling wijzigt en problemen krijgt met
kiezen, moet u de standaardinstelling Geen
detectie herstellen.
a (voor Nederland)
Druk op Menu, 0, 5.
(voor België)
Druk op Menu, 0, 4.
b Druk op a of b om Waarneming of Geen
detectie te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Storing op de telefoonlijn B
Als u problemen met het verzenden of
ontvangen van een fax hebt door een
mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij
u aan de instelling Synchronisatie aan te
passen om de modemsnelheid voor
faxhandelingen te verlagen.
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om Std (voor VoIP),
Normaal of Hoog te kiezen.
(MFC-7860DW)
Std (voor VoIP) verlaagt de
modemsnelheid naar 9.600 bps en
schakelt u de foutencorrectiemodus
(ECM) uit.
Voor een standaardtelefoonlijn:
probeer deze instelling als u
regelmatig storing ondervindt op uw
standaardtelefoonlijn.
Bij gebruik van VoIP: aanbieders van
de VoIP-voorziening bieden
faxondersteuning via verschillende
standaards. Probeer deze instelling
als u regelmatig foutmeldingen
ontvangt bij het verzenden van
faxen.
Met Normaal stelt u de
modemsnelheid in op 14400 bps.
Met Hoog stelt u de modemsnelheid
in op 33.600 bps. (uitsluitend
MFC-7860DW)
Druk op OK.
c Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).
Opmerking
Als u de compatibiliteit instelt op Std
(voor VoIP), is de
foutencorrectiefunctie (ECM) alleen
beschikbaar voor het verzenden van
kleurfaxen.
Problemen oplossen
113
B
De afdrukkwaliteit verbeteren B
Bij problemen met de afdrukkwaliteit moet u eerst een testpagina afdrukken (Menu, 4, 2, 3). Als
de afdruk er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met uw machine te maken.
Controleer de aansluitingen van de interfacekabel of probeer om een ander document af te
drukken. Als de afdruk of de testpagina die is afgedrukt met de machine niet van een goede
kwaliteit is, volgt u eerst de volgende stappen. Als u dan nog problemen hebt met de
afdrukkwaliteit, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips op voor het oplossen van
problemen.
Opmerking
Het gebruik van andere cartridges dan de originele van Brother of het gebruik van cartridges die
met inkt van andere merken zijn bijgevuld, wordt derhalve afgeraden op deze machine.
a Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan om het aanbevolen papier te
gebruiken. Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. (Zie
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 23.)
b Controleer of de drumeenheid en tonercartridge juist zijn geïnstalleerd.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
Vaag beeld
Neem de drumeenheid en de tonercartridge uit de machine. Houd
het samenstelniveau met beide handen vast en schud deze
verscheidene malen heen en weer om de toner gelijkmatig over
de cartridge te verdelen.
Controleer of de tonerinstellingen van Vervang toner is
Doorgaan (continumodus) door op Menu, 1, 8 te drukken. (Zie
Tonerinstellingen in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding)
Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals
vochtigheid, hoge temperaturen enzovoort kunnen de afdruk
slechter maken. (Raadpleeg Veiligheid en wetgeving folder.)
Wanneer de hele pagina te licht is, staat Tonerbesparing
misschien aan. Schakel de Toner sparen in de menu-
instellingen van de machine of de modus Toner-bespaarstand in
de printer Eigenschappen van de driver uit. (Zie Toner besparen
in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide gebruikershandleiding of
tabblad Geavanceerd in de Softwarehandleiding.)
Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon. (Zie De
primaire corona reinigen op pagina 75.)
Plaats een nieuwe tonercartridge. (Zie De tonercartridge
vervangen op pagina 63.)
Installeer een nieuwe drumeenheid. (Zie De drumeenheid
vervangen op pagina 68.)
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
C
DE
F
d
ef
g
BC
b
c
d
2
3
114
Grijze achtergrond
Controleer of u papier gebruikt dat aan onze specificaties voldoet.
(Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 23.)
Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een
hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad kunnen leiden
tot grijze achtergronden. (Raadpleeg Veiligheid en wetgeving
folder.)
Plaats een nieuwe tonercartridge. (Zie De tonercartridge
vervangen op pagina 63.)
Installeer een nieuwe drumeenheid. (Zie De drumeenheid
vervangen op pagina 68.)
Vage afdruk van vorige pagina
Controleer of u papier gebruikt dat aan onze specificaties voldoet.
Papier met een ruw oppervlak of dik materiaal kan de oorzaak zijn
van dit probleem. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die
kunnen worden gebruikt op pagina 23.)
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in het
printer-stuurprogramma of in het menu voor het instellen van de
papiersoort. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die
kunnen worden gebruikt op pagina 23 en het tabblad Algemeen
in de Softwarehandleiding.)
Selecteer Minder wazige herhaalde beelden in de printerdriver.
(Zie Instellingen om dubbele afdrukken te reduceren in de
Softwarehandleiding.)
Plaats een nieuwe tonercartridge. (Raadpleeg De tonercartridge
vervangen op pagina 63.)
Installeer een nieuwe drumeenheid. (Zie De drumeenheid
vervangen op pagina 68.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier.
Tonervlekken
Controleer of u papier gebruikt dat aan onze specificaties voldoet.
Gestructureerd papier kan dit probleem veroorzaken. (Zie
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 23.)
Maak de primaire corona en de drumeenheid schoon. (Zie De
primaire corona reinigen op pagina 75 en De drumeenheid
reinigen op pagina 77.)
De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe
drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 68.)
De fuseereenheid is misschien verontreinigd. Bel uw Brother-
leverancier.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
118
Scheve afdruk
Controleer dat het papier of materiaal waarop moet worden
afgedrukt op juiste wijze in de papierlade is geplaatst en dat de
geleiders niet te los zijn afgesteld of te strak tegen de stapel
liggen.
Stel de papiergeleiders correct in. (Zie Papier plaatsen
op pagina 15.)
Wanneer u de handmatige invoergleuf gebruikt, zie Papier
plaatsen in de multifunctionele lade op pagina 17.
De papierlade is mogelijk te vol. (Zie Papier plaatsen
op pagina 15.)
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 23.)
Controleer op losse objecten zoals gescheurd papier in de
machine.
Controleer dat de twee groene enveloppehendels in de
achterklep in dezelfde positie staan.
Controleer dat de twee grijze antikrulhendels in de achterklep in
dezelfde positie staan.
Wanneer het probleem uitsluitend optreedt tijdens duplex
afdrukken, controleer dan of er gescheurd papier in de duplexlade
aanwezig is; controleer dat de duplexlade volledig is geplaatst en
dat de achterklep geheel is gesloten.
Gekruld of gegolfd
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Door hoge temperaturen
en een hoge vochtigheid kan het papier gaan krullen. (Zie
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt op pagina 23.)
Als u de machine niet vaak gebruikt, ligt het papier wellicht te lang
in de papierlade. Draai de stapel papier in de papierlade om.
Blader de stapel papier ook door, en draai het papier 180° om in
de papierlade.
Open de achterklep (face-up uitvoerlade) zodat de machine de
bedrukte pagina’s naar de face-up uitvoerlade kan afvoeren.
Kies de modus Omkrullen van papier voorkomen in de
printerdriver wanneer u niet het door ons aanbevolen papier
gebruikt. (Zie Andere afdrukopties (Windows
®
) of Instellingen
afdrukken (Macintosh) in de Softwarehandleiding.)
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
Problemen oplossen
119
B
Kreukels of vouwen
Controleer dat het papier op juiste wijze is geplaatst. (Zie Papier
plaatsen op pagina 15.)
Controleer de papiersoort en -kwaliteit. (Zie Papiersoorten en
andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 23.)
Neem de stapel papier uit de papierlade en draai hem om, of draai
hem 180.
Enveloppen kreukelen
Controleer of de twee enveloppehendels naar beneden zijn
getrokken wanneer u de enveloppe bedrukt.
Opmerking
Wanneer u klaar bent met afdrukken, moet u achterklep
openmaken en de twee groene hendels weer in hun
oorspronkelijke stand zetten.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Advies
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde
134
Specificaties
157
D
1
Internet Explorer
®
6.0 of hoger.
2
Voor WIA, 1.200 x 1.200 resolutie. Brother Scanner Toepassing verbetert tot 19.200 x 19.200 dpi.
3
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
4
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
5
PaperPort™ 11SE ondersteunt Microsoft
®
SP4 of hoger voor Windows
®
2000.
6
PaperPort™ 12SE ondersteunt Microsoft
®
SP3 of hoger voor Windows
®
XP en SP2 of hoger voor Windows Vista
®
en Windows
®
7.
Voor de laatste actualiseringen van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn eigendom van hun respectieve bedrijven.
167


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother MFC-7460DN at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother MFC-7460DN in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 11,07 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother MFC-7460DN

Brother MFC-7460DN User Manual - English - 64 pages

Brother MFC-7460DN User Manual - English - 162 pages

Brother MFC-7460DN User Manual - German - 68 pages

Brother MFC-7460DN User Manual - German - 174 pages

Brother MFC-7460DN User Manual - Dutch - 67 pages

Brother MFC-7460DN User Manual - French - 69 pages

Brother MFC-7460DN User Manual - French - 176 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info