718740
10
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/112
Next page
Bedieningshandleiding
Naaimachine
Product Code: 888-H22
Lees dit document voordat u de machine gebruikt.
Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
INLEIDING
i
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig de “BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES” te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat u de diverse functies goed
gebruikt.
Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding zo nodig
raadplegen.
Lees eerst deze veiligheidsinstructies alvorens de machine in gebruik te nemen.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok
1Neem altijd de stekker uit het wandstopcontact: direct na gebruik; voordat u de machine reinigt; wanneer u
onderhoud pleegt aan de machine; of wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden,
brand, elektrische schok of letsel.
2Neem altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u servicehandelingen verricht die u als gebruiker volgens de
gebruiksaanwijzing moet uitvoeren.
Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, zet u de machine eerst op “O” (uit). Vervolgens pakt u de stekker
beet en trekt u deze uit het stopcontact. Trek niet aan het snoer.
Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact bij een stroomstoring.
3Gevaren in verband met elektriciteit:
Sluit de machine aan op een stopcontact met wisselstroom binnen het op de kenplaat aangegeven bereik. Sluit
de machine niet aan op een stopcontact met gelijkstroom of omvormer. Als u niet zeker weet welke
stoomvoorziening u hebt, neem dan contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land van aanschaf.
4Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is; als de machine niet goed werkt; als de
machine is gevallen of beschadigd; of als u water op de machine hebt gemorst. Breng de machine naar de
dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische aanpassingen.
Of de machine in gebruik is of niet, wanneer u iets ongebruikelijks opmerkt aan de machine - geur, hitte,
verkleuring of vervorming - stopt u onmiddellijk en neemt u de netstekker uit het stopcontact.
Wanneer u de machine vervoert, draagt u deze aan het handvat. Wanneer u de machine optilt aan een ander
onderdeel dan het handvat, kan de machine beschadigen of vallen. Dit kan letsel veroorzaken.
Wanneer u de machine optilt, maak dan geen plotselinge onvoorzichtige bewegingen. Daardoor kunt u letsel
oplopen.
INLEIDING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
ii
5Houd altijd uw werkvlak vrij:
Gebruik de machine nooit wanneer de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd. Houd de ventilatieopeningen van
de machine en het voetpedaal vrij van stof, pluisjes en stukken stof.
Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.
Gebruik geen verlengsnoeren. Sluit de machine rechtstreeks op een stopcontact aan.
Zorg dat er nooit iets in een opening valt en steek geen voorwerpen in een opening.
Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
Gebruik de machine niet in de buurt van een warmtebron, zoals fornuis of strijkbout. Anders kan de machine,
het netsnoer, het kledingstuk dat u naait ontvlammen. Dit kan leiden tot brand of een elektrische schok.
Plaats deze machine niet op een wankel of scheef oppervlak. Dan kan de machine vallen, en dit kan letsel
veroorzaken.
6Wees vooral voorzichtig tijdens het naaien:
Let altijd goed op de naald. Gebruik geen verbogen of beschadigde naalden.
Blijf met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
Zet de machine op de stand “O” (uit) wanneer u iets aanpast in de buurt van de naald.
Gebruik nooit een beschadigde of onjuiste steekplaat. Daardoor kan de naald breken.
Duw of trek de stof niet tijdens het naaien. Volg bij vrij naaien de aanwijzingen zorgvuldig, zodat u de naald niet
buigt. Daardoor zou hij kunnen breken.
7Deze machine is geen speelgoed:
Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u de machine gebruikt.
Houd de plastic zak waarin de machine werd geleverd buiten bereik van kinderen, of gooi de zak weg. Laat
nooit kinderen met de zak spelen. Ze zouden hierin kunnen stikken.
Gebruik de machine niet buiten.
8Voor een langere levensduur:
Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de
machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen,
thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
Raadpleeg altijd de Bedieningshandleiding als u onderdelen, de persvoet, naald of andere onderdelen vervangt
of installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
9Voor reparatie of bijstelling:
Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze worden vervangen door een erkende Brother-dealer.
Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht
voor probleemoplossing achter in deze Bedieningshandleiding of u de machine zelf kunt controleren of
bijstellen. Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie over onze producten vindt u op onze website www.brother.com
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
iii
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
VOOR GEBRUIKERS BUITEN EUROPA:
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen)
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens, tenzij onder
toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Let goed op dat kinderen niet met het
apparaat spelen.
VOOR GEBRUIKERS BINNEN EUROPA:
Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen vanaf 8 jaar en personen met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en
kennis als zij toezicht of instructies krijgen omtrent het veilige gebruik van het
apparaat en als zij de mogelijke gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht uitgevoerd
worden door kinderen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN GROOT-BRITTANNIË,
IERLAND, MALTA EN CYPRUS:
BELANGRIJK
Wanneer u de stekkerstop vervangt, moet u een door ASTA voor BS 1362 goedgekeurde stop gebruiken, met het
-merk, met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
Plaats altijd de afdekking van de zekering terug. Gebruik nooit stekkers waarvan de zekering niet is afgedekt.
Als uw wandstopcontact niet geschikt is voor de stekker die bij deze apparatuur wordt geleverd, neem dan
contact op met uw erkende Brother-dealer om het juiste snoer te verkrijgen.
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
iv
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN
B Basishandelingen
Lees dit gedeelte eerst nadat u de machine hebt aangeschaft. U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de
machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies.
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN
Pagina B-2
Belangrijkste onderdelen en schermen leren bedienen
Hoofdstuk 2 BEGINNEN MET NAAIEN
Pagina B-29
Leren voorbereiden op naaien en standaardhandelingen
S Naaien
In dit gedeelte vindt u de procedures voor het gebruik van de verschillende naaisteken en andere functies. U vindt hier
uitvoerige informatie over de grondbeginselen van naaien en de meer creatieve functies van de machine, zoals het naaien
van pijpvormige stukken en knoopsgaten.
Hoofdstuk 1 AANTREKKELIJKE AFWERKINGEN NAAIEN
Pagina S-2
Tips om aantrekkelijke afwerkingen en diverse stoffen te naaien
Hoofdstuk 2 NAAISTEKEN
Pagina S-7
Geprogrammeerde, veel gebruikte steken naaien
A Bijlage
In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine.
Hoofdstuk 1 ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
Pagina A-2
De diverse onderhouds- en probleemoplossingsprocedures worden beschreven.
INHOUDSOPGAVE
v
INLEIDING............................................................ i
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ........... i
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN....... iv
B Basishandelingen
Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN 2
Namen van machineonderdelen en hun functie... 2
Machine ................................................................................ 2
Naald en persvoetgedeelte .......................................................... 3
Bedieningstoetsen .................................................................. 3
Bedieningspaneel en bedieningstoetsen ................................. 4
Werken met de accessoiretafel............................................... 4
Bijgeleverde accessoires ........................................................ 5
Optionele accessoires ............................................................ 6
De machine aan/uit zetten ................................... 7
De machine aanzetten ........................................................... 8
De machine uitzetten............................................................. 8
DISPLAY............................................................... 9
Display bekijken .................................................................... 9
Invoergevoeligheid voor bedieningstoetsen aanpassen......... 10
Spoel opwinden/installeren ................................ 11
Spoel opwinden................................................................... 11
De spoel installeren ............................................................. 14
Bovendraad inrijgen ........................................... 17
Bovendraad inrijgen............................................................. 17
Naald inrijgen...................................................................... 19
Naald handmatig inrijgen (zonder de naaldinrijger te
gebruiken)............................................................................ 20
Onderdraad naar boven halen ............................................. 21
Werken met de tweelingnaald ............................................. 21
Stof/draad/naald-combinaties ............................ 24
Naald wisselen ................................................... 25
Naald controleren................................................................ 25
Naald verwisselen................................................................ 25
Persvoet verwisselen .......................................... 27
Persvoet verwisselen ............................................................ 27
Persvoethouder verwijderen en bevestigen .......................... 28
Hoofdstuk 2 BEGINNEN MET NAAIEN 29
Naaien................................................................ 29
Steekpatroon selecteren ....................................................... 29
Een steek naaien .................................................................. 29
Verstevigingssteken naaien .................................................. 31
Automatisch verstevigingssteken naaien............................... 32
Versteviging voorrang .......................................................... 33
Steek instellen .................................................... 34
Steekbreedte instellen .......................................................... 34
Steeklengte instellen ............................................................ 34
Draadspanning instellen ...................................................... 35
Nuttige functies.................................................. 36
Automatisch de draad afknippen.......................................... 36
Persvoetdruk aanpassen ....................................................... 37
Steekinstellingentabel......................................... 38
S Naaien
Hoofdstuk 1 AANTREKKELIJKE
AFWERKINGEN NAAIEN 2
Naaitips ............................................................... 2
Proefnaaien ............................................................................ 2
Van naairichting veranderen
..................................................... 2
Bochten naaien ...................................................................... 2
Cilindrische stukken naaien.................................................... 2
Evenwijdige naden naaien...................................................... 3
Diverse stoffen naaien ......................................... 4
Zware stof naaien................................................................... 4
Lichte stof naaien ................................................................... 5
Stretchstoffen naaien .............................................................. 5
Leer of vinyl naaien................................................................ 5
Klittenband naaien ................................................................. 6
Hoofdstuk 2 NAAISTEKEN 7
Basissteken........................................................... 7
Basissteken............................................................................. 7
Blindzoomsteken naaien ...................................... 8
Afwerksteken ..................................................... 11
Afwerksteken naaien met afwerksteekvoet “G”..................... 11
Afwerksteken naaien met zigzagvoet “J”............................... 11
Afwerksteken naaien met de zijsnijder (optioneel
verkrijgbaar) ......................................................................... 12
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten.............. 14
Knoopsgaten naaien ............................................................. 14
Knopen aanzetten ................................................................ 17
Rits inzetten....................................................... 19
Een rits inzetten in het midden ............................................. 19
Zijrits inzetten ...................................................................... 20
Rits/passepoil inzetten ....................................... 23
Een rits inzetten in het midden ............................................. 23
Passepoil plaatsen ................................................................ 24
Stretchstoffen naaien en elastiek bevestigen ...... 25
Stretchstof naaien ................................................................. 25
Elastiek inzetten ................................................................... 25
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken .............. 26
Applicatiesteken naaien ....................................................... 26
Patchwork (fantasiequiltsteek) .............................................. 27
Aan elkaar zetten ................................................................. 27
Quilten................................................................................. 29
Fantasiequilten (vrij quilten) ................................................. 30
Satijnsteken naaien met de schuifknop voor
snelheidsregeling.................................................................. 31
Verstevigingssteken............................................ 33
Drievoudige steken naaien ................................................... 33
Trenssteek ............................................................................ 33
Stoppen................................................................................ 34
Decoratieve steek .............................................. 36
Fagotwerk ............................................................................ 36
Schelpsteken ........................................................................ 36
Smocksteken naaien ............................................................. 37
Verbindingssteken naaien..................................................... 37
Nostalgische steken naaien .................................................. 38
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
vi
A Bijlage
Hoofdstuk 1 ONDERHOUD EN
PROBLEEMOPLOSSING 2
Verzorging en onderhoud..................................... 2
Beperkingen op smeren.......................................................... 2
Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de machine ....... 2
LCD-display reinigen.............................................................. 2
Buitenkant van de machine reinigen ...................................... 2
Grijper reinigen...................................................................... 2
Probleemoplossing................................................ 4
Vaak voorkomende problemen .............................................. 4
Bovendraad te strak................................................................ 4
Draad verstrikt op achterkant van stof .................................... 5
Onjuiste draadspanning ......................................................... 6
De stof zit vast in de machine en kan niet worden verwijderd
... 7
Wanneer de draad verstrikt raakt onder de spoelwinderbasis
... 10
Foutmelding “E06” verschijnt op de display ......................... 11
Lijst met symptomen ............................................................ 13
Foutmeldingen ..................................................................... 19
Bedieningssignaal................................................................. 20
Index .................................................................. 21
Basishandelingen
U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de
nuttigste functies.
Paginanummer in dit gedeelte begint met “B”.
Hoofdstuk1 VOORBEREIDINGEN..........................................B-2
Hoofdstuk2 BEGINNEN MET NAAIEN .................................B-29
Namen van machineonderdelen en hun functie
B-2
Hieronder worden de diverse onderdelen van de machine en hun functie beschreven. Lees deze beschrijving alvorens de
naaimachine te gebruiken. Zo leert u de namen van de machineonderdelen en waar ze zitten.
Machine
Vooraanzicht
1 Bovendeksel
Open het bovendeksel om de klos garen op de klospen te
plaatsen.
2 Draadgeleiderplaat
Bij het inrijgen van de bovendraad leidt u de draad rond de
draadgeleiderplaat.
3 Draadgeleider voor het opwinden van de spoel en
voorspanningsschijf
Leid de draad onder deze draadgeleider en rond de
voorspanningsschijf wanneer u de onderdraad opwindt.
4 Kloshouder
De kloshouder houdt de garenklos op zijn plaats.
5 Klospen
Plaats een klos garen op de klospen.
6 Spoelopwinder
Met de spoelopwinder windt u de spoel op.
7 Display
Instellingen voor de geselecteerde steek en foutmeldingen
worden weergegeven op de display. (paginaB-9)
8 Bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel kunt u steekinstellingen selecteren en
bewerkingen om de machine te gebruiken selecteren. (paginaB-4)
9 Bedieningstoetsen en schuifknop voor
snelheidsregeling
Met deze toetsen en de schuif bedient u de machine. (paginaB-3)
0 Accessoiretafel
Plaats de opbergruimte voor persvoeten in het accessoirevak
van de accessoiretafel. Verwijder de accessoiretafel wanneer u
cilindrische stukken naait, zoals manchetten.
A Draadafsnijder
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te snijden.
B Naaldinrijgerhendel
Rijg de naald in met de draadinrijger.
C Draaiknop draadspanning
Met de draaiknop kunt u de bovendraadspanning aanpassen.
(paginaB-35)
Rechterkant/Achteraanzicht
1 Handwiel
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om de naald
omhoog en omlaag te zetten om één steek te naaien.
2 Persvoetdrukknop
Pas de druk van de persvoet op de stof aan.
3 Handvat
Draag de machine aan het handvat om deze te vervoeren.
4 Persvoethendel
Zet de persvoethendel omhoog en omlaag om de persvoet
omhoog en omlaag te zetten.
5 Transporteurstandschakelaar
Zet de transporteur omhoog en omlaag met de
transporteurstandschakelaar. (paginaS-30)
6 Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar zet u de naaimachine aan en uit.
7 Voedingsaansluiting
Plaats de stekker van het netsnoer in de voedingsaansluiting.
8 Voetpedaal
Door het voetpedaal in te drukken regelt u de snelheid van de
machine. (paginaB-31)
9 Ventilatieopening
Door de ventilatieopening kan de lucht rond de motor
circuleren. Bedek de ventilatieopening niet wanneer u de
naaimachine gebruikt.
0 Aansluiting voetpedaal
Plaats de stekker aan het uiteinde van de voetpedaalkabel in
de aansluiting voor het voetpedaal.
Hoofdstuk
1
VOORBEREIDINGEN
Namen van machineonderdelen en hun functie
a
b
c
d
e
f
h
i
j
k
l
m
g
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
Namen van machineonderdelen en hun functie
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-3
B
Naald en persvoetgedeelte
1 Draadgeleiders op de naaldstang
Leid de bovendraad door de draadgeleider op de naaldstang.
2 Steekplaat
Op de steekplaat staan markeringen om rechte naden te
naaien.
3 Steekplaatdeksel
Verwijder het steekplaatdeksel om het spoelhuis en de grijper
te reinigen.
4 Spoelhuisdeksel/spoelhuis
Verwijder het spoelhuisdeksel en plaats de spoel in het
spoelhuis.
5 Transporteur
De transporteur voert de stof door in de naairichting.
6 Persvoet
De persvoet drukt gelijkmatig op de stof tijdens het naaien.
Bevestig de geschikte persvoet voor de steek die u hebt
geselecteerd.
7 Persvoethouder
De persvoet wordt bevestigd aan de persvoethouder.
8 Persvoethouderschroef
De persvoethouderschroef houdt de persvoet op zijn plaats.
(paginaB-28)
9 Knoopsgathendel
Zet de knoopsgathendel omlaag wanneer u knoopsgaten en
trenzen naait of stopwerk doet.
Bedieningstoetsen
1 “Start/Stop”-toets
Druk op de “Start/Stop”-toets om te beginnen of te stoppen
met naaien. De machine naait in het begin langzaam wanneer u
de toets indrukt. Wanneer u stopt met naaien, wordt de naald
omlaag gezet in de stof. Meer informatie vindt u in “BEGINNEN
MET NAAIEN” op paginaB-29.
De toets verandert van kleur naar gelang de bedieningsstand
van de naaimachine.
2 Achteruitsteektoets
Voor rechte, zigzag- en elastische zigzagsteekpatronen met
achteruitsteken naait de machine alleen heel langzaam
achteruitsteken wanneer u de achteruitsteektoets ingedrukt
houdt. De steken worden in tegengestelde richting genaaid.
Voor andere steken gebruikt u deze toets om
verstevigingssteken te naaien aan het begin en het eind van het
naaiwerk. Wanneer u deze toets ingedrukt houdt, naait de
machine drie steken op dezelfde plek, waarna de machine
automatisch stopt met naaien. (paginaB-31)
3 Verstevigingssteektoets
De verstevigingssteektoets naait één enkele steek meerdere
malen en dient als afhechtsteek aan het begin of einde van het
naaiwerk vervolgens af te hechten.
(paginaB-31)
4 Naaldstandtoets
Druk op de naaldstandtoets om de naald omhoog of omlaag te
zetten. Wanneer u tweemaal op de knop drukt, naait u één
steek.
5 Draadafkniptoets
Druk op de draadafkniptoets nadat u bent gestopt met naaien,
om de boven- en onderdraad af te knippen. Meer
bijzonderheden vindt u in stap
j onder “Een steek naaien” op
paginaB-30.
6 Schuifknop voor snelheidsregeling
Schuif de schuifknop voor snelheidsregeling om de
naaisnelheid aan te passen.
i
b
a
c
d
e
f
g
h
Groen: De naaimachine is klaar om te naaien of is
bezig met naaien.
Rood: De machine kan nu niet naaien.
Oranje: De onderdraad wordt opgewonden of de
spoelwinderas staat naar rechts.
VOORZICHTIG
Druk niet op (draadafkniptoets) wanneer
de draden al zijn afgeknipt. Dan kan de naald
breken, kunnen de draden verstrikt raken of
kan de machine worden beschadigd.
Namen van machineonderdelen en hun functie
B-4
Bedieningspaneel en bedieningstoetsen
1 Display
Instellingen voor de geselecteerde steek en foutmeldingen bij
incorrecte handelingen worden weergegeven op de display.
Meer informatie vindt u in “DISPLAY” op paginaB-9
2 Toetsen voor steeklengte
Druk hierop om de steeklengte aan te passen op de display.
3 Automatisch achteruit/verstevigingssteektoets
Druk hierop om de functie automatische verstevigingssteken
(achteruit naaien) te gebruiken.
4 Automatische draadkniptoets
Druk hierop om de automatische draadknipfunctie te kiezen.
5 Toets voor beginnaaldstand
Druk hierop om te zorgen dat “1 Rechte steek (links)” of “3
Rechte steek (midden)” automatisch wordt geselecteerd als
naaisteek wanneer u de machine aanzet.
6 Naaldstandtoets
Druk hierop om omhoog of omlaag te selecteren als
naaldstopstand (de naaldstand als de machine niet wordt
gebruikt).
7 Toets voor breedteregeling
Druk hierop om te zorgen dat de steekbreedte kan worden
aangepast met de schuifknop voor snelheidsregeling. Meer
bijzonderheden vindt u in “Satijnsteken naaien met de
schuifknop voor snelheidsregeling” in “Naaien”.
8 Tweelingnaaldtoets
Druk hierop om de tweelingnaald te gebruiken. Meer informatie
vindt u in “Werken met de tweelingnaald” op paginaB-21.
9 Steekpatroontoetsen
Met deze toetsen selecteert u de gewenste steek.
0 Toetsen voor steekbreedte
Druk hierop om de steekbreedte aan te passen op de display.
Werken met de accessoiretafel
Trek de bovenkant van de accessoiretafel naar u toe om de
accessoireruimte te openen.
In de accessoiretafel met accessoireruimte bevindt zich
een opbergvak voor persvoeten.
1 Opbergruimte van de accessoiretafel
2 Opbergruimte voor persvoeten
b
g
e
a
f
c
d
h
i
j
Opmerking
De bedieningstoetsen van deze machine zijn
capacitieve aanraaksensoren. U bedient de
toetsen door er rechtstreeks met uw vinger op te
drukken.
De werking van de toetsen is afhankelijk van de
gebruiker.
De op de toetsen uitgeoefende druk heeft geen
effect op de werking van de toetsen.
Aangezien de bedieningstoetsen anders
reageren per gebruiker, past u de instelling voor
de gevoeligheid van invoer aan. (paginaB-10)
Wanneer u een elektrostatische touchpen
gebruikt, moet de punt 8 mm of meer zijn.
Gebruik geen touchpen met een dunne punt.
b
a
Namen van machineonderdelen en hun functie
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-5
B
Bijgeleverde accessoires
Bijgeleverde accessoires kunnen (afhankelijk van uw model) verschillen van de hieronder vermelde tabel. Meer bijzonderheden
over meegeleverde accessoires en de onderdeelcodes van uw machine vindt u in de Beknopte bedieningshandleiding.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Zigzagvoet “J” (op
machine)
Monogramvoet “N” Afwerksteekvoet “G” Ritsvoet “I” Blindzoomvoet “R” Knoopaanzetvoet “M”
7. 8. 9. 10. 11. 12.
Knoopsgatvoet “A”
Naaldsetje
*1
Tweelingnaald
*2
Spoel × 4
(één is op de machine
geplaatst.)
Tornmesje Schoonmaakborsteltje
13. 14. 15. 16. 17. 18.
Gaatjesponser Schroevendraaier Schijfvormige
schroevendraaier
Horizontale klospen Kloshouder (groot) Kloshouder (medium) × 2
(één is op de machine
geplaatst.)
19. 20. 21. 22. 23. 24.
Kloshouder (klein) Garenklos hulpinzet (bij
mini- of kingsize garenklos)
Klosnetje Spoelhuis
(op de machine geplaatst)
Voetpedaal Accessoires tasje
25. 26.
Bedieningshandleiding Beknopte
bedieningshandleiding
*1
75/11 2 naalden
90/14 2 naalden
90/14 2 naalden: Ballpointnaald (goudkleurig)
*2
2/11 naald
J
N
G
I
R
M
A
Namen van machineonderdelen en hun functie
B-6
Optionele accessoires
Onderstaande optionele accessoires zijn afzonderlijk verkrijgbaar. Welke optionele accessoires zijn meegeleverd, verschilt per
model. Meer optionele accessoires en onderdeelcodes vindt u in de Beknopte bedieningshandleiding.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Quiltvoet Boventransportvoet 1/4-inch quiltvoet 1/4-inch quiltvoet met
geleider
Quiltgeleider Zijsnijder “S”
7. 8. 9. 10. 11. 12.
Open voet Open quiltvoet “O” voor
quilten uit de vrije hand
Gladde transportvoet Steekgeleidervoet “P” Verstelbare ritsvoet/
paspelvoet
Rechte-steekvoet en
naaldplaatset
13.
Rolvoet
Memo
Als u optionele accessoires of onderdelen wilt aanschaffen, neemt u contact op met uw erkende Brother-dealer.
Alle specificaties waren correct toen dit document werd gemaakt. Sommige specificaties kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
Er zijn nog meer handige naaivoetjes verkrijgbaar om het naaiwerk te vereenvoudigen en fraaie afwerkingen te
maken. Bezoek uw dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer voor een complete lijst optionele accessoires die
verkrijgbaar zijn voor uw machine.
Gebruik altijd de aanbevolen accessoires voor deze machine.
O
P
De machine aan/uit zetten
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-7
B
De machine aan/uit zetten
WAARSCHUWING
Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan
brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben.
Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het stopcontact en in de voedingsingang van de machine
zitten. Anders kan brand of elektrische schokken het gevolg zijn.
Steek de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact dat in slechte staat is.
In onderstaande situaties moet u de machine uitzetten met de hoofdschakelaar en de netstekker uit het
stopcontact nemen:
Wanneer u de machine onbeheerd achterlaat
Nadat u de machine hebt gebruikt
Bij een stroomstoring tijdens het gebruik
Wanneer de machine niet goed werkt door een slechte verbinding, of doordat de verbinding wordt
verbroken
Tijdens onweersbuien
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend het netsnoer dat bij deze machine is geleverd.
Gebruik geen verlengsnoeren of stekkerdozen waarop andere apparaten zijn aangesloten. Dit kan brand of
elektrische schokken veroorzaken.
Raak de stekker niet aan met natte handen. Hierdoor kunnen elektrische schokken ontstaan.
Zet de schakelaar altijd eerst uit voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Trek altijd de stekker uit
het stopcontact. Als u aan het snoer trekt, kunt u het snoer beschadigen of brand of elektrische schokken
veroorzaken.
Zorg dat het snoer niet wordt ingesneden, beschadigd, gewijzigd, stevig verbogen, getrokken, gedraaid of
samengeperst. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Stel het snoer niet bloot aan warmte. Hierdoor
kan het snoer beschadigd raken en kunnen brand of elektrische schokken ontstaan. Als de stekker of het
snoer zijn beschadigd, breng de machine dan voor reparatie naar uw erkende Brother-dealer voordat u de
machine weer gebruikt.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine een tijd niet gebruikt. Anders kan er brand ontstaan.
Als u de machine onbeheerd achterlaat, moet u de hoofdschakelaar van de machine uitzetten of de
stekker uit het stopcontact halen.
Wanneer u onderhoud aan de machine verricht of deksels verwijdert, moet u eerst de netstekker uit het
stopcontact halen.
De machine aan/uit zetten
B-8
De machine aanzetten
a
Controleer of de machine is uitgezet (hoofdschakelaar
op “ ), en steek het netsnoer in de
voedingsaansluiting op de rechterkant van de machine.
b
Sluit de stekker van het netsnoer aan op een gewoon
huishoudstopcontact.
1 Voedingsaansluiting
2 Hoofdschakelaar
c
Druk op de rechterkant van de hoofdschakelaar op de
rechterkant van de machine om de machine aan te
zetten (op “I” zetten).
Het lampje, de display en de “Start/Stop”-toets gaan
branden wanneer u de machine aanzet.
De machine uitzetten
Wanneer u klaar bent zet u de machine uit. En voordat u de
machine vervoert naar een andere plek, controleert u of de
machine is uitgezet.
a
Zorg dat de machine niet naait.
b
Druk op de hoofdschakelaar op de rechterkant van de
machine in de richting van het symbool “ ” om de
machine uit te zetten.
Memo
Wanneer de machine is aangezet, maken de
naald en de transporteur geluid als ze bewegen.
Dit is geen storing.
Wanneer de machine tijdens het naaien wordt
uitgezet in de functie “Naaien”, wordt de
bewerking niet hervat wanneer u de machine weer
aanzet.
1
2
DISPLAY
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-9
B
Display bekijken
Wanneer de machine aangezet wordt, gaat de display aan en wordt het volgende scherm weergegeven.
Het scherm kan worden veranderd met de toetsen onder de display.
DISPLAY
Nr. Display Naam van het onderdeel Uitleg Pagina
1 Persvoet Geeft aan welke persvoet u moet gebruiken. B-27
2 Versteviging voorrang
Geeft aan dat versteviging voorrang is ingesteld op “ .
B-33
3 Breedteregeling Geeft aan dat de steekbreedte kan worden aangepast met de schuifknop voor
snelheidsregeling.
S-31
4 Naaldstandinstelling Hier verschijnt de enkele-naaldstand of de tweelingnaaldstand en de
naaldstopstand.
: Enkele naald/omlaag
: Enkele naald/omhoog
: Tweelingnaald/omlaag
: Tweelingnaald/omhoog
B-4
5 Beginnaaldstand Geeft “1 Rechte steek (links)” of “3 Rechte steek (midden)” aan als de naaisteek die
automatisch wordt geselecteerd als naaisteek wanneer u de machine aanzet.
: Rechte steek (links)
: Rechte steek (midden)
B-4
6 - Steeknummer Geeft het aantal geselecteerde steekpatronen aan. B-38
7 Automatisch draadknippen Geeft automatisch knippen voor zowel de boven- als de onderdraad aan na het
naaien.
B-36
8 Automatisch achteruit/
verstevigingssteken naaien
Geeft automatisch achteruit of verstevigingssteken naaien aan nadat een steek is
genaaid.
B-32
9 Steeklengte Geeft de steeklengte van het geselecteerde steekpatroon aan. B-34
0 Steekbreedte Geeft de steekbreedte van het geselecteerde steekpatroon aan. B-34
6
0 9 7
54321
8
DISPLAY
B-10
Invoergevoeligheid voor bedieningstoetsen
aanpassen
U kunt de gevoeligheid voor de bedieningstoetsen
instellen op vijf niveaus. Open het instellingenscherm om
het gewenste niveau in te stellen.
1 Bedieningstoetsen
a
Zet de machine uit.
b
Terwijl u op (verstevigingssteektoets) van het
bedieningspaneel drukt, zet u de naaimachine aan.
c
Druk op toets “-” of “+” om ” te selecteren.
d
Wijzig de invoergevoeligheid door op “-” of “+” te
drukken.
Hoe lager de instelling, hoe minder gevoelig de
toetsen zullen zijn; des te hoger de instelling, des te
meer gevoelig de toetsen zullen zijn. De
standaardinstelling is “3”.
e
Druk op een willekeurige bedieningstoets met
uitzondering van “-” of “+” om de gevoeligheid te
controleren. Wanneer de toets reageert, knippert
“”.
f
Zet de machine uit en daarna weer aan.
Als de machine niet reageert wanneer u op een
bedieningstoets drukt
Zet de machine uit en houd de (naaldstandtoets)
ingedrukt en zet de machine aan om de instellingen terug
te zetten. Zet de machine uit en pas de instellingen
opnieuw aan.
1
Opmerking
We adviseren u de hoogste instelling te kiezen
als u een elektrostatische touchpen gebruikt.
Opmerking
Alvorens de machine uit te schakelen, drukt u op
een willekeurige toets, met uitzondering van “-”
of “+”. Anders slaat de machine de instelling
mogelijk niet op.
Spoel opwinden/installeren
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-11
B
Spoel opwinden
In dit gedeelte wordt omschreven hoe u draad opwindt op
een spoel.
a
Open het bovendeksel.
b
Plaats de spoel zo op de spoelwinderas dat de veer op
de as in de inkeping van de spoel past
.
Druk op de spoel totdat deze vastklikt.
1 Inkeping
2 Veer van spoelwinderas
c
Schuif de spoelopwinder in de richting van de pijl
totdat deze op zijn plek klikt.
De “Start/Stop”-toets licht oranje op.
d
Verwijder de kloshouder die op de klospen is geplaatst.
1 Klospen
2 Kloshouder
e
Plaats de klos draad voor de spoel op de klospen.
Schuif de klos zodanig op de pen dat de klos
horizontaal staat en de draad aan de voorkant van
onderen afwikkelt.
Als de klos niet zo is geplaatst dat de draad correct
afwikkelt, kan de draad verstrikt raken rond de
klospen.
Spoel opwinden/installeren
VOORZICHTIG
Gebruik alleen de spoel (onderdeelcode:
SA156, SFB: XA5539-151) die specifiek voor
deze machine is ontworpen. Wanneer u een
andere spoel gebruikt, kan dit leiden tot letsel
of beschadiging van de machine.
De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen
voor deze machine.
Als u een spoel van een ander model gebruikt,
werkt de machine niet goed. Gebruik alleen de
bijgeleverde spoel of spoelen van hetzelfde
type (onderdeelcode: SA156, SFB: XA5539-
151).
SA156 is een spoeltype van klasse 15.
* Vervaardigd van plastic
1 Dit model
2 Andere modellen
3 11,5 mm (ca. 7/16 inch)
Memo
Wanneer het voetpedaal is aangesloten, kunt u
het opwinden van de spoel starten en stoppen
met het voetpedaal.
2
1
1
2
Spoel opwinden/installeren
B-12
f
Schuif de kloshouder op de klospen.
Schuif de kloshouder zo ver mogelijk naar rechts, zoals
aangegeven, met de afgeronde kant naar links.
VOORZICHTIG
Als de klos of kloshouder niet correct is
geïnstalleerd, kan de draad verstrikt raken
rond de klospen. Daardoor kan de naald
breken.
Er zijn drie formaten kloshouder beschikbaar.
Zo kunt u een kloshouder kiezen die het best
past bij het formaat klos dat u gebruikt. Als de
kloshouder te klein is voor de klos die u
gebruikt, kan de draad blijven haken achter de
gleuf in de klos, of kan de machine beschadigd
raken. Wanneer u mini-king-garenklos
gebruikt, heeft u de garenklos hulpinzet (bij
mini of kingsize garenklos) nodig.
Meer bijzonderheden voor de garenklos
hulpinzet (bij mini of kingsize garenklos) vindt
u in “Memo” op paginaB-12.
Memo
Wanneer u de klos gebruikt zoals hieronder,
neemt u de kleine kloshouder en laat u enige
ruimte tussen de houder en de klos.
1 Kloshouder (klein)
2 Klos (kruiswikkeldraad)
3 Ruimte
Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos
afwikkelt, zoals transparant nylon garen of
metallic garen, plaats dan het klosnetje over de
klos voordat u de klos draad op de klospen
plaatst.
Als het klosnetje te lang is, vouwt u het zo dat het
past op het formaat klos.
1 Klosnetje
2 Klos
3 Kloshouder
4 Klospen
Als u een draadklos met een kern van 12 mm
(1/2 inch) doorsnee en 75 mm (3 inch) hoog op de
klospen plaatst, gebruik dan de garenklos inzet
(mini-king-garenklos).
1 Garenklos inzet (mini-king-garenklos)
2 12 mm (1/2 inch)
3 75 mm (3 inch)
a
c
b
2
1
4
3
Spoel opwinden/installeren
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-13
B
g
Terwijl u de draad in de buurt van de klos vasthoudt
met uw rechterhand, zoals aangegeven, trekt u de
draad met uw linkerhand uit. Vervolgens leidt u de
draad achter het draadgeleiderdeksel en naar voren.
1 Draadgeleiderdeksel
h
Leid de draad onder de draadgeleiderplaat en trek deze
vervolgens naar rechts.
1 Draadgeleiderplaat
i
Leid de draad onder de haak op de draadgeleider en
wind de draad vervolgens tegen de klok in onder de
voorspanningsschijf.
1 Draadgeleider
2 Voorspanningsschijf
3 Trek de draad zo ver mogelijk naar binnen.
j
Houd de draad vast met uw linkerhand. Draai de
uitgetrokken draad met uw rechterhand met de klok
mee vijf- of zesmaal rond de spoel.
k
Leid het uiteinde van de draad door de geleidesleuf in
de spoelwinderbasis. Trek de draad vervolgens naar
rechts om deze af te snijden.
1 Geleidesleuf in de spoelwinderbasis
(met ingebouwde zijsnijder)
l
Schuif de schuifknop voor snelheidsregeling naar
rechts.
1 Snelheidsregeling
Opmerking
Zorg dat de draad onder de voorspanningsschijf
loopt.
1
1
1
2
3
Opmerking
Zorg dat de draad tussen de klos en de spoel
strak staat.
Let op dat u de draad met de klok mee rond de
spoel windt. Anders wordt de draad rond de
spoelwinderas gewonden.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de draad afknipt zoals aangegeven.
Wanneer u de spoel opwindt zonder de draad
af te snijden met de in de spoelwinderbasis
ingebouwde draadafsnijder, kan de draad
verward raken in de spoel of kan de naald
verbuigen en breken wanneer de draad
opraakt.
Opmerking
De snelheid van het opwinden van de spoel
verschilt naargelang het type draad dat op de
spoel wordt gewonden.
1
1
Spoel opwinden/installeren
B-14
m
Zet de machine aan.
n
Druk eenmaal op de “Start/Stop”-toets om de spoel op
te winden.
Wanneer het voetpedaal is aangesloten, drukt u met
uw voet het voetpedaal in.
1 “Start/Stop”-toets
o
Wanneer het opwinden van de spoel trager gaat, drukt
u eenmaal op de “Start/Stop”-toets om de machine te
stoppen.
Wanneer het voetpedaal is aangesloten, haalt u uw
voet van het voetpedaal.
p
Knip met een schaartje het uiteinde van de rond de
spoel gewonden draad af.
q
Schuif de spoelwinderas naar links en verwijder de
spoel van de as.
r
Schuif de knop voor snelheidsregeling terug in de stand
van de gewenste naaisnelheid.
s
Verwijder de klos voor de onderdraad van de klospen.
De spoel installeren
De spoel met omwonden draad installeren.
U kunt direct beginnen met naaien zonder de onderdraad op
te halen door simpelweg de spoel in het spoelhuis te plaatsen
en de draad door de gleuf in het steekplaatdeksel te leiden.
Opmerking
Wanneer u doorzichtig nylondraad om de spoel
windt, stopt u met spoelopwinden als deze 1/2
tot 2/3 vol is.
Als de spoel volledig is opgewonden met
transparante nylondraad, kan de druk barstjes
veroorzaken in de plastic spoel. Dit kan leiden tot
onregelmatige steken of breuk van de spoel.
VOORZICHTIG
Wanneer het opwinden van de spoel trager
gaat, stopt u de machine. Anders raakt de
machine mogelijk beschadigd.
1
Memo
Als de spoelwinderas naar rechts staat, beweegt
de naald niet. (Naaien is dan onmogelijk.)
Memo
Wanneer u de machine start of het handwiel draait
nadat de spoel is gewonden, maakt de machine
een klikkend geluid. Dit duidt niet op een storing.
Memo
Meer bijzonderheden over naaien nadat u de
onderdraad naar boven hebt gehaald,
bijvoorbeeld bij het maken van plooien of bij vrij
quilten, vindt u in “Onderdraad naar boven halen”
op paginaB-21.
VOORZICHTIG
Gebruik een spoel die op de juiste manier is
opgewonden met draad, anders kan de naald
breken of is de draadspanning mogelijk
onjuist.
Alvorens u de spoel plaatst of verwisselt, zet u
de machine uit. Anders kunt u letsel oplopen
als u op de “Start/Stop”-toets of een andere
toets drukt en de machine start.
Spoel opwinden/installeren
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-15
B
a
Druk een- of tweemaal op (naaldstandtoets) om de
naald omhoog te zetten.
b
Zet de machine uit.
c
Zet de persvoethendel omhoog.
d
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel naar rechts.
1 Spoelhuisdeksel
2 Grendel
e
Verwijder het spoelhuisdeksel.
f
Houd de spoel vast met uw rechterhand zodat de
draad naar links afwikkelt en houd het uiteinde van de
draad vast met uw linkerhand. Plaats met uw
rechterhand de spoel in het spoelhuis.
g
Houd de spoel losjes vast met uw rechterhand (1), en
leid met uw linkerhand het uiteinde van de draad rond
het lipje van het steekplaatdeksel (2).
1 Lipje
h
Terwijl u de spoel losjes vasthoudt met uw rechterhand
(1), leidt u de draad door de gleuf in het
steekplaatdeksel (2). Trek deze vervolgens met uw
linkerhand voorzichtig omhoog (3).
De draad gaat de spanningsveer van het spoelhuis
binnen.
i
Terwijl u met uw rechterhand op de spoel drukt om
hem op zijn plek te houden (1), leidt u met uw
linkerhand de draad door de gleuf (2) Vervolgens
knipt u de draad af met de draadafknipper (3).
VOORZICHTIG
Druk de spoel omlaag met uw vinger en wikkel
de onderdraad op de juiste manier af; anders
kan de draad breken of is de draadspanning
mogelijk niet juist.
2
1
Memo
In welke volgorde de onderdraad door de spoel
moet worden geleid, is aangegeven met
markeringen rond het spoelhuis. Rijg de machine
in volgens de aanwijzingen.
Spoel opwinden/installeren
B-16
j
Bevestig het spoelhuisdeksel weer op zijn plek.
Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van het
spoelhuisdeksel en druk voorzichtig op de rechterkant.
Het inrijgen van de onderdraad is hiermee voltooid.
Vervolgens rijgt u de bovendraad in. Ga verder met de
procedure in “Bovendraad inrijgen” op paginaB-17.
Opmerking
Als de draad niet correct door de spanningsveer
van het spoelhuis is geleid, is de draadspanning
mogelijk niet juist.
1 Spanningsveer
Memo
U kunt beginnen met naaien zonder de
onderdraad omhoog te halen. Wilt u de
onderdraad naar boven halen voordat u gaat
naaien, volg dan de procedure in “Onderdraad
naar boven halen” op paginaB-21.
1
1
2
Bovendraad inrijgen
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-17
B
Bovendraad inrijgen
Volg voor het inrijgen van de bovendraad de instructies
zorgvuldig op.
a
Zet de machine aan.
b
Zet de persvoet omhoog met de persvoethendel.
1 Persvoethendel
Het bovendraadluikje gaat open, zodat u de machine
kunt inrijgen.
1 Luikje
c
Druk op (naaldstandtoets) om de naald omhoog te zetten.
1 Naaldstandknop
De naald staat goed omhoog wanneer de markering op het
handwiel boven staat, zoals hieronder aangegeven.
Controleer het handwiel. Als deze markering niet op deze
positie staat, drukt u op (naaldstandtoets) totdat dit wel
het geval is.
1 Markering op handwiel
d
Zet de machine uit.
Bovendraad inrijgen
VOORZICHTIG
Er zijn drie formaten kloshouder beschikbaar.
Zo kunt u een kloshouder kiezen die het best
past bij het formaat klos dat u gebruikt. Als de
kloshouder te klein is voor de gebruikte klos,
kan de draad blijven hangen in de spleet in de
klos, of kan de naald breken. Wanneer u mini-
king-garenklos gebruikt, heeft u de garenklos
hulpinzet (bij mini of kingsize garenklos)
nodig. Meer informatie over de keuze van
kloshouders voor de gekozen draad vindt u in
paginaB-12.
Volg voor het inrijgen van de bovendraad de
instructies zorgvuldig op. Is de bovendraad
niet juist ingeregen, dan kan de draad verward
raken of de naald kan verbogen raken of
afbreken.
Gebruik nooit garen van dikte 20 of minder.
Gebruik de juiste combinatie van naald en draad.
Meer bijzonderheden over de juiste combinatie
van naalden en draden vindt u in “Stof/draad/
naald-combinaties” op paginaB-24.
Opmerking
Als de persvoet niet omhoog staat, kunt u de
naaimachine niet inrijgen.
1
a
1
1
Bovendraad inrijgen
B-18
e
Verwijder de kloshouder die op de klospen is geplaatst.
1 Klospen
2 Kloshouder
f
Plaats de draadklos op de klospen.
Schuif de klos zodanig op de pen dat de klos
horizontaal staat en de draad aan de voorkant van
onderen afwikkelt.
g
Schuif de kloshouder op de klospen.
Schuif de kloshouder zo ver mogelijk naar rechts, zoals
aangegeven, met de afgeronde kant naar links.
h
Terwijl u de draad losjes vasthoudt met uw
rechterhand, trekt u de draad met uw linkerhand.
Vervolgens leidt u de draad achter het
draadgeleiderdeksel en naar voren.
1 Draadgeleiderdeksel
i
Terwijl u de draad losjes vasthoudt met uw
rechterhand, leidt u de draad onder de
draadgeleiderplaat en trekt u hem omhoog.
1 Draadgeleiderplaat
j
Leid de draad door het inrijgtraject in de hieronder
aangegeven volgorde.
1 Luikje
VOORZICHTIG
Als de draadklos of de kloshouder niet op de
juiste plek zit, kan de draad verward raken
rond de klospen, waardoor de naald kan
breken.
1
2
1
Opmerking
Als de persvoet omlaag staat en het klepje
gesloten is, kunt u de machine niet inrijgen. Zet
de persvoet omhoog om het klepje te openen
voordat u de machine inrijgt. Zet bovendien de
persvoet omhoog om het klepje te openen
voordat u de bovendraad verwijdert.
Deze machine is uitgerust met een venster
waarin u de stand van de draadophaalhendel
kunt controleren. Kijk door dit venster om te
controleren of de draad juist door de
draadophaalhendel is geleid.
a
Bovendraad inrijgen
VOORBEREIDINGEN
Basishandelingen B-19
B
k
Schuif de draad achter de draadgeleider op de naaldstang.
U kunt de draad gemakkelijk achter de draadgeleider
aan de naaldstang schuiven: u houdt de draad vast in
uw linkerhand en leidt de draad vervolgens met uw
rechterhand, zoals aangegeven.
Zorg dat de draad door de linkerkant van het lipje van
de draadgeleiders op de naaldstang gaat.
1 Draadgeleiders op de naaldstang
2 Lipje
Naald inrijgen
a
Trek het uiteinde van de draad die door de
draadgeleiders op de naaldstang is geleid, naar links.
Leid vervolgens de draad door de inkeping van de
draadgeleider van de inrijger a. Trek vervolgens de
draad stevig vanaf de voorkant en steek deze helemaal
in de gleuf van de geleiderschijf van de inrijger die is
gemarkeerd met “7b.
Zorg dat de draad door de gleuf van de draadgeleider
van de inrijger gaat.
1 Inkeping van de draadgeleider van de inrijger
2 Draadgeleiderschijf van de inrijger
b
Snijd de draad met de draadafsnijder op de linkerkant
van de machine.
1 Draadafsnijder
c
Zet de persvoet omlaag met de persvoethendel.
1 Persvoethendel
Memo
U kunt de naaldinrijger gebruiken met
machinenaalden 75/11 t/m 100/16.
U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met de
platte naald of de tweelingnaald.
Wanneer u draad als transparante, eenvezelige
nylondraad of speciale garens gebruikt is het niet
aan te raden om de naaldinrijger te gebruiken.
Zie “Naald handmatig inrijgen (zonder de
naaldinrijger te gebruiken)” op paginaB-20 als de
naaldinrijger niet kan worden gebruikt.
1
2
2
1
a
b
Opmerking
Als u de draad erdoor trekt en deze niet goed
kan worden afgesneden, zet u de
persvoethendel omlaag. Zo blijft de draad op zijn
plek en kunt u hem beter afsnijden. Als u deze
bewerking hebt uitgevoerd, slaat u stap
c over.
Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos
afwikkelt, zoals metallic garen, is het misschien
moeilijk om de naald in te rijgen nadat u de draad
hebt afgeknipt.
In plaats van de draadsnijder te gebruiken trekt u
de draad ongeveer 8 cm (ca. 3 inch) uit nadat u
deze door de draadgeleiderschijven van de
inrijger hebt geleid (aangegeven met “7”).
1 8 cm (ca. 3 inch) of meer
1
1
1
Bovendraad inrijgen
B-20
d
Zet de naaldinrijghendel aan de linkerkant van de
machine omlaag totdat deze klikt. Zet de hendel
vervolgens in de oorspronkelijke stand.
1 Haak
2 Naaldinrijgerhendel
De haak draait en leidt de draad door het oog van de
naald.
e
Trek voorzichtig aan het draaduiteinde dat door het
oog van de naald is getrokken.
Als de naald niet volledig wordt ingeregen, maar zich in
het oog van de naald een lus vormt, trekt u voorzichtig
de lus door het oog van de naald zodat ook het uiteinde
van de draad door het oog gaat.
f
Zet de persvoethendel omhoog. Leid het uiteinde van
de draad door en onder de persvoet en trek ongeveer
5 cm (ca. 2 inch) draad naar de achterkant van de
machine.
1 5 cm (ca. 2 inch)
Naald handmatig inrijgen (zonder de
naaldinrijger te gebruiken)
Wanneer u een speciale draad, zoals transparante nylondraad
gebruikt, kunt u geen platte naald of tweelingnaald gebruiken
met de naaldinrijger. Rijg de naald in zoals hieronder
beschreven.
a
Rijg de machine in totdat u het oog van de naald
bereikt.
Meer informatie vindt u in “Bovendraad inrijgen” op
paginaB-17.
b
Zet de persvoethendel omlaag.
1 Persvoethendel
c
Leid de draad van voren naar achteren door het oog
van de naald.
d
Zet de persvoethendel omhoog. Leid het uiteinde van
de draad door en onder de persvoet en trek ongeveer
5 cm (ca. 2 inch) draad naar de achterkant van de
machine.
Opmerking
Als de naald niet in de hoogste stand staat, kunt
u de naald niet inrijgen met de naaldinrijger.
Draai het handwiel tegen de klok in totdat de
naald in de hoogste stand staat. De naald staat
goed omhoog wanneer de markering op het
handwiel boven staat, zoals aangegeven onder
stap
c op paginaB-17.
VOORZICHTIG
Trek niet te hard aan de draad. Dan kan de
naald breken of verbuigen.
1
VOORZICHTIG
Zorg dat de machine is uitgeschakeld wanneer
u de draad handmatig inrijgt. Anders kunt u
letsel oplopen wanneer u de “Start/Stop”-toets
of een andere toets indrukt en de machine gaat
werken.
1
10


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother Innov-is F400 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother Innov-is F400 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,96 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother Innov-is F400

Brother Innov-is F400 User Manual - English - 112 pages

Brother Innov-is F400 User Manual - German - 112 pages

Brother Innov-is F400 User Manual - French - 112 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info