613627
238
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/248
Next page
Ga naar http://solutions.brother.com voor productondersteuning en antwoorden op
veelgestelde vragen (FAQs).
Gecomputeriseerde naai- en borduurmachine
Productcode:882-S96
Bedieningshandleiding
i
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u deze machine gebruikt moet u elementaire veiligheidsmaatregelen nemen zoals:
Lees alle instructies voor gebruik.
GEVAAR - Verminder de kans op elektrische schok:
1. Laat de machine nooit onbeheerd achter met de stekker in het stopcontact. Haal de stekker uit het wandstop-
contact direct na gebruik en voordat u de machine reinigt.
WAARSCHUWING - Verklein de kans op brandwonden, brand, elektrische schok
of letsel:
1. Laat deze machine niet worden gebruikt als speelgoed. Let goed op wanneer kinderen in de buurt zijn terwijl u
de machine gebruikt.
2. Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik
alleen door de fabrikant aanbevolen accessoires zoals beschreven in deze handleiding.
3. Gebruik de machine beslist niet als een snoer of stekker beschadigd is, als de machine niet goed werkt, als de
machine is gevallen, beschadigd of in water terecht is gekomen. Breng de machine naar de dichtstbijzijnde
erkende dealer of een servicecentrum voor onderzoek, reparatie, elektrische of mechanische aanpassingen.
4. Gebruik de machine niet met geblokkeerde ventilatieopeningen. Houd de ventilatiegaten van de machine en
het voetpedaal vrij van stof, plusjes en stukken stof.
5. Steek nooit een voorwerp in een opening. Zorg dat er niets in de openingen valt.
6. Gebruik de machine niet buiten.
7. Gebruik de machine niet wanneer spuitbussen worden gebruikt of zuurstof wordt toegediend.
8. Zet eerst de hoofdschakelaar op “ ” wanneer u de stekker uit het stopcontact wilt halen.
9. Trek niet aan het snoer. Pak de stekker vast, niet het snoer.
10. Blijft met uw vingers uit de buurt van alle bewegende onderdelen. Let vooral op bij de naald.
11. Gebruik altijd de juiste steekplaat. Door een onjuiste steekplaat kan de naald breken.
12. Gebruik geen verbogen naalden.
13. Trek of duw de stof niet tijdens het naaien. Dan verbuigt of breekt de naald misschien.
14. Zet de hoofdschakelaar op “ ” wanneer u in de buurt van de naald iets wilt aanpassen, zoals de naald inrij-
gen, de naald verwisselen, de spoel inrijgen, de persvoet verwisselen, e.d.
15. Haal de stekker altijd uit het stopcontact wanneer u deksels verwijdert, smeert of andere servicehandelingen
verricht die u als gebruiker volgens de bedieningshandleiding moet uitvoeren.
16. Deze naaimachine is niet bedoeld om zonder toezicht door jonge kinderen of minder validen te worden
gebruikt.
17. Let op dat jonge kinderen niet zonder toezicht met deze machine kunnen spelen.
18. Als de verlichtingsunit beschadigd is, moet deze door een erkende dealer worden vervangen.
19. Hou de stekker van het voetpedaal vast bij het terugspoelen van de draad. Laat de stekker niet springen bij het
terugspoelen.
ii
Gebruik de machine alleen zoals bedoeld, volgens de beschrijvingen in deze handleiding.
Gebruik uitsluitend accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant, zoals beschreven in deze handleiding.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
Meer productinformatie vindt u op onze website www.brother.com
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik.
Personen (of kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis
mogen deze machine alleen gebruiken onder toezicht en met aanwijzingen over het gebruik door degene die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. U moet erop toezien dat kinderen niet met de machine spelen.
ALLEEN VOOR GEBRUIKERS IN
GROOTBRITTANNIË, IERLAND,
MALTA EN CYPRUS
BELANGRIJK
Als u de stekkerzekering moet vervangen, gebruikt u een zekering die is goedgekeurd door ASTA voor BS 1362
(met het -teken) met de sterkte die op de stekker is aangegeven.
Plaats de zekeringkap altijd terug. Gebruik nooit zekeringen waarvan de zekeringskap ontbreekt.
Als het beschikbare stopcontact niet geschikt is voor de stekker van deze apparatuur, schaf dan via de erkende
dealer het juiste snoer aan.
iii
GEFELICITEERD MET UW KEUZE VAN DEZE MACHINE
Uw machine is een zeer geavanceerde, computergestuurde borduur- en huishoudnaaimachine. Om alle functies
van de machine zo veel mogelijk te kunnen benutten raden wij u aan deze gebruiksaanwijzing aandachtig door te
lezen.
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING VOORDAT U DE
MACHINE IN GEBRUIK NEEMT
Voor een veilig gebruik
1. Houd de naald tijdens het naaien in de gaten. Raak de schijf, draadophaalhendel, naald of andere bewegende
delen niet aan.
2. Vergeet niet de schakelaar uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen wanneer:
U stopt met naaien
U de naald of andere onderdelen vervangt, verwisselt of verwijdert
Er tijdens het gebruik een stroomstoring plaatsvindt
Er onderhoud aan de machine moet worden verricht
U de machine onbeheerd achterlaat
3. Plaats geen voorwerpen op het voetpedaal.
4. Sluit de machine rechtstreeks op een wandstopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoeren.
Voor een langere levensduur
1. Zet de machine niet weg op een plaats met direct zonlicht of een hoge vochtigheidsgraad. Gebruik of plaats de
machine niet vlakbij de verwarming, een strijkijzer, halogeenlamp of andere warme voorwerpen.
2. Maak voor het reinigen van de behuizing alleen gebruik van neutrale zeep of reinigingsmiddelen. Benzeen,
thinner en schuurmiddelen kunnen de behuizing en de machine beschadigen en mogen nooit worden gebruikt.
3. Laat de machine niet vallen en sla niet tegen de machine.
4. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing altijd als u delen, de persvoet, de naald of andere onderdelen vervangt of
installeert om te zorgen dat dit juist gebeurt.
Voor reparatie of bijstelling
Indien de machine een defect vertoont of moet worden bijgesteld, kijk dan eerst aan de hand van het overzicht voor
probleemoplossing achterin deze gebruiksaanwijzing of u de machine zelf kunt controleren of bijstellen. Als u het
probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer.
Meer informatie over onze producten en updates vindt u op onze website www.brother.com.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product, en ook het ontwerp van de weergave, kunnen
zonder kennisgeving worden gewijzigd.
iv
WAT U KUNT DOEN MET DEZE MACHINE
Bewerkingen controleren en advies weergeven op het grote LCD-scherm (liquid crystal display).
SPECIALE FUNCTIES
Spoeldraad gereed maken in één stap.
Naaien van proeflapjes overbodig met automatische draadspanning.
Inrijgen snel en gemakkelijk met automatisch inrijgen.
Naaisteken
Lettersteken en
decoratieve steken
Hoofdstuk
1
Hoofdstuk
3
Hoofdstuk
4
Hoofdstuk
2
Belangrijkste onderdelen en schermen
leren bedienen.
Geprogrammeerd met meer dan 100 veel
gebruikte steken.
Leren voorbereiden op naaien en
standaardhandelingen.
Meer creatieve mogelijkheden door variëteit
van steken.
Voorbereidingen
Grondbeginselen
van naaien
Borduren
Hoofdstuk
5
Maximaal 30 cm x 18 cm (ca. 12 x 7 inch) voor
grote borduurontwerpen.
Borduurcombinatie
Hoofdstuk
6
Ontwerpen combineren, roteren of vergroten.
MY CUSTOM STITCH
Hoofdstuk
7
Originele decoratieve steken maken.
Bijlage
Hoofdstuk
8
Uw machine verzorgen en omgaan met fouten
en storingen.
Pagina 7 Pagina 37
Pagina 47 Pagina 97
Pagina 125 Pagina 175
Pagina 199 Pagina 209
v
HOE U DEZE GEBRUIKSAANWIJZING MOET LEZEN
In Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 worden de standaardfuncties van de naaimachine beschreven voor dege-
nen die de naaimachine voor het eerst gebruiken. Als u naaisteken, lettersteken en decoratieve steken
wilt gebruiken, lees dan eerst Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 en daarna Hoofdstuk 3 (Naaisteken) of Hoofd-
stuk 4 (Lettersteken en decoratieve steken naaien).
Als u na het lezen van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2 met de borduurfunctie wilt werken, gaat u verder met
Hoofdstuk 5 (Borduren). Als u de stappen in Hoofdstuk 5 stappen hebt begrepen, kunt u doorgaan met
Hoofdstuk 6 (Borduurcombinatie) waarin de handige functies van borduurcombinatiefuncties worden
beschreven.
In de schermen van de stapsgewijze aanwijzingen worden de onderdelen die bij bepaalde werkzaamhe-
den worden gebruikt getoond in . Vergelijk het scherm met aanwijzingen met uw eigen scherm en
voer de werkzaamheden uit.
Komt u tijdens het gebruik van de machine iets tegen dat u niet begrijpt of wilt u meer weten over een
bepaalde functie? Kijk dan in de trefwoordenlijst achter in de gebruiksaanwijzing en de inhoudsopgave in
welk gedeelte van de gebruiksaanwijzing dit wordt behandeld.
Naaisteken naaien
Lettersteken en decora-
tieve steken naaien
Borduren
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
Inhoudsopgave
vi
INHOUDSOPGAVE
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ............i
WAT U KUNT DOEN MET DEZE MACHINE........iv
HOE U DEZE GEBRUIKSAANWIJZING MOET
LEZEN....................................................................v
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE .......1
Machine ................................................................................. 1
Naald en persvoetgedeelte...................................................... 2
Borduurtafel............................................................................ 2
Bedieningstoetsen ................................................................... 3
Bijgeleverde accessoires ......................................................... 3
Optioneel ............................................................................... 6
Hoofdstuk 1Voorbereidingen 7
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN.....................8
DISPLAY................................................................9
Gebruik van de instellingstoets ............................................ 12
Gebruik van de gebruiksaanwijzingtoets............................... 17
Gebruik van de patroonbeschrijvingstoets............................. 18
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD....................19
Spoel opwinden.................................................................... 19
Spoel aanbrengen ................................................................. 22
Onderdraad naar boven halen .............................................. 23
BOVENDRAAD INRIJGEN ..................................25
Inrijgen met de Automatisch inrijgentoets ............................. 25
Handmatig inrijgen ............................................................... 27
Gebruik van de tweelingnaaldstand ...................................... 29
Gebruik van draden die snel afwikkelen ............................... 31
PERSVOET VERWISSELEN ...................................32
Persvoet verwijderen............................................................. 32
Persvoet bevestigen............................................................... 32
Boventransportvoet bevestigen.............................................. 33
NAALD VERWISSELEN........................................34
Hoofdstuk 2Grondbeginselen van naaien 37
NAAIEN...............................................................38
Een steek naaien ................................................................... 38
Verstevigingssteken naaien .................................................. 40
Bochten naaien..................................................................... 40
Van naairichting veranderen ................................................. 40
Zware stof naaien ................................................................ 41
Lichte stof naaien ................................................................. 41
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN........................42
Steekbreedte instellen ........................................................... 42
Steeklengte instellen ............................................................. 42
Draadspanning instellen ....................................................... 43
HANDIGE FUNCTIES..........................................44
Automatische verstevigingssteken ......................................... 44
Automatisch draadknippen ................................................... 45
Display vergrendelen ........................................................... 46
Hoofdstuk 3Naaisteken 47
NAAISTEKEN KIEZEN .........................................48
Steekpatroon kiezen.............................................................. 48
Uw steekinstellingen opslaan in het geheugen ...................... 50
Gebruik van de keuzehelptoets ............................................ 51
NAAISTEKEN NAAIEN ........................................53
Rechte steken........................................................................ 53
Figuurnaad............................................................................ 57
Plooien ................................................................................. 57
Engelse naad......................................................................... 58
Gepaspelde naad .................................................................. 59
Zigzagsteken ........................................................................ 60
Elastische zigzagsteken ........................................................ 62
Overhandse steken .............................................................. 63
Quilten ................................................................................ 67
Blindzoomsteken ................................................................. 72
Appliceren ...........................................................................73
Schelprijgsteken ...................................................................74
Schelpsteken ........................................................................75
Afwerksteken.........................................................................75
Smocksteken ........................................................................76
Fagotsteken ..........................................................................76
Band of elastiek bevestigen ..................................................77
Erfstukwerk ...........................................................................78
Knoopsgaten in één stap .......................................................80
Knoopsgaten in vier stappen..................................................84
Trenzen ................................................................................88
Knopen aanzetten ................................................................90
Oogje ...................................................................................92
Steken in verschillende richtingen (rechte steek en
zigzagsteek) ..........................................................................93
Rits inzetten ..........................................................................94
Hoofdstuk 4Lettersteken en decoratieve
steken 97
STEEKPATRONEN KIEZEN.................................. 98
Decoratieve steekpatronen/7 mm decoratieve steekpatronen/
Satijnsteekpatronen/7 mm satijnsteekpatronen/Kruissteek/
decoratieve naaisteekpatronen ................................................. 100
Letterpatronen ....................................................................100
STEEKPATRONEN NAAIEN............................... 102
Aantrekkelijke afwerkingen naaien......................................102
Standaardnaaiwerkzaamheden............................................102
Aanpassingen .....................................................................103
STEEKPATRONEN AANPASSEN........................ 105
Grootte wijzigen .................................................................106
Lengte van steekpatronen wijzigen
(alleen bij 7 mm-satijnsteekpatronen) .................................107
Verticaal gespiegeld patroon maken ....................................107
Horizontaal gespiegeld patroon maken ..............................107
Meerdere steken van een patroon naaien ...........................107
Draaddichtheid wijzigen (alleen voor satijnsteekpatronen) ............108
Afbeelding controleren........................................................108
STEEKPATRONEN COMBINEREN..................... 110
Alvorens patronen te combineren........................................110
Diverse steekpatronen controleren ......................................110
Grote en kleine steekpatronen combineren .........................112
Horizontale gespiegelde steekpatronen combineren............112
Steekpatronen van verschillende lengten combineren .........113
Stappatronen maken (alleen bij
7 mm-satijnsteekpatronen) .................................................114
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE......... 116
Voorzorgsmaatregelen steekgegevens..................................116
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine.......... 118
Steekpatronen opslaan op USB-media (in de handel
verkrijgbaar) ........................................................................120
Steekpatronen opslaan op de computer...............................121
Steekpatronen ophalen uit het geheugen van de machine ........ 122
Ophalen van USB-media.....................................................123
Ophalen van de computer...................................................123
Hoofdstuk 5Borduren 125
VOORDAT U GAAT BORDUREN..................... 126
Borduren stap voor stap.......................................................126
Borduurvoet “W” bevestigen ..............................................127
Borduurtafel bevestigen ......................................................128
PATRONEN KIEZEN.......................................... 130
Borduurpatronen/Erfstukpatronen/Randpatronen/
Kruissteekpatronen/Bloemletterpatronen selecteren .............132
Letterpatronen selecteren Alphabet Character Patterns ........133
Kaderpatronen selecteren ....................................................134
Patronen selecteren van borduurkaarten .............................135
Patronen kiezen van een USB-medium/computer................135
Inhoudsopgave
vii
1
2
3
4
5
6
7
8
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN.......136
DE STOF VOORBEREIDEN................................138
Opstrijksteunstof bevestigen ...............................................138
Stof in het borduurraam plaatsen.........................................139
Kleine stukjes stof, hoeken of randen en lint of band
borduren .............................................................................141
BORDUURRAAM BEVESTIGEN ........................143
PATROONPOSITIE BEPALEN............................144
Positie van patroon controleren ..........................................144
Voorbeeld van het patroon bekijken ...................................145
BORDUURPATROON NAAIEN .......................146
Aantrekkelijke afwerkingen maken......................................146
Borduurpatronen naaien......................................................147
Applicaties borduren ...........................................................148
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ...150
Als de onderdraad bijna op is .............................................150
Wanneer de draad afbreekt tijdens het naaien ....................151
Opnieuw beginnen vanaf het begin ....................................152
Borduren hervatten nadat u de machine hebt uitgezet ........152
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ....154
Draadspanning aanpassen...................................................154
Gebruik van de automatische draadknipfunctie...................155
Gebruik van de draadknipfunctie ........................................155
Borduursnelheid aanpassen ................................................156
Garenkleurscherm wijzigen.................................................157
Borduurraamdisplay wijzigen .............................................158
BORDUURPATROON WIJZIGEN .....................159
Patroonpositie wijzigen .......................................................159
Patroon en naald in de juiste positie zetten .........................159
Grootte wijzigen .................................................................160
Patroon roteren ...................................................................161
Horizontaal gespiegeld patroon maken ..............................162
Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen) .............. 162
Kleuren van letterpatronen wijzigen ...................................163
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE..........164
Voorzorgsmaatregelen borduurgegevens .............................164
Steekpatronen opslaan in het geheugen van de machine ..........166
Borduurpatronen opslaan op USB-media (in de handel
verkrijgbaar) ........................................................................168
Borduurpatronen opslaan op de computer ..........................169
Patronen ophalen uit het geheugen van de machine ...........170
Ophalen van USB-media.....................................................170
Patronen ophalen van de computer.....................................171
BORDUURAPPLICATIE ....................................173
Applicatie maken met kaderpatroon (1) ..............................173
Applicatie maken met kaderpatroon (2) ..............................174
Hoofdstuk 6Borduurcombinatie 175
UITLEG VAN FUNCTIES ...................................176
PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN ..........177
Borduurpatronen/Erfstukpatronen/Randpatronen/
Kruissteekpatronen/Bloemletterpatronen/Kaderpatronen
selecteren............................................................................178
Letterpatronen kiezen..........................................................178
PATRONEN BEWERKEN ...................................181
Patroon verplaatsen.............................................................183
Patroon roteren ..................................................................183
Grootte van patroon wijzigen .............................................184
Patroon wissen ....................................................................185
Lay-out van letterpatroon wijzigen ......................................185
Spatiëring tussen letters wijzigen ........................................185
Kleuren van letterpatronen wijzigen ...................................186
Garenkleur wijzigen ...........................................................187
Eigen kleurkaart maken .......................................................188
Kleur kiezen uit eigen kleurkaart .........................................189
Herhaalpatronen ontwerpen................................................190
Na het bewerken.................................................................194
PATRONEN COMBINEREN...............................195
Gecombineerde patronen....................................................195
Gecombineerde patronen naaien ........................................197
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE..........198
Hoofdstuk 7MY CUSTOM STITCH 199
STEEK ONTWERPEN ........................................ 200
STEEKGEGEVENS OPGEVEN ........................... 202
GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN STEKEN ..... 207
Eigen steken opslaan in uw lijst ......................................... 207
Opgeslagen steken ophalen ................................................ 208
Hoofdstuk 8Bijlage 209
ZORG EN ONDERHOUD................................. 210
Over het onderhoudsbericht ............................................... 210
LCD-display reinigen .......................................................... 210
Buitenkant van de machine reinigen .................................. 210
Grijper reinigen .................................................................. 210
Ander spoelhuis aanpassen (zonder markering) .................. 211
SCHERM AANPASSEN ...................................... 212
Schermleesbaarheid is slecht .............................................. 212
Storing in druktoetsen ......................................................... 212
PROBLEEMOPLOSSING ................................... 214
FOUTMELDINGEN .......................................... 217
SPECIFICATIES.................................................. 223
SOFTWARE-UPGRADE VOOR UW MACHINE .... 224
Procedure voor upgrade met USB-medium......................... 224
Upgrade-procedure met computer...................................... 224
STEEKINSTELLINGENTABEL ............................. 227
TREFWOORDENLIJUST.................................... 234
Inhoudsopgave
viii
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE
2
Naald en persvoetgedeelte
a Persvoethouder
De persvoet is bevestigd op de persvoethouder.
b Persvoet
De persvoet drukt gelijkmatig op de stof tijdens het naaien.
Bevestig de geschikte persvoet voor de steek die u hebt gese-
lecteerd.
c Transporteur
De transporteur voert de stof door in de naairichting.
d Spoelhuisdeksel
Open het spoelhuisdeksel om de spoel te plaatsen.
e Naaldklemschroef
De naaldklemschroef houdt de naald op z’n plaats.
f Knoopsgathendel
De knoopsgathendel gebruikt u om knoopsgaten te maken met
de eenstapsknoopsgatvoet.
g Draadgeleiders op de naaldstang
Leid de bovendraad door de twee draadgeleiders op de naald-
stang.
h Steekplaat
Op de steekplaat staan markeringen om u te helpen recht te
naaien.
i Persvoetschroef
De persvoethouderschroef houdt de persvoet op z’n plaats.
Borduurtafel
a Wagen
De wagen verplaatst het borduurraam automatisch tijdens het
borduren.
b Ontgrendelingstoets (onder op de borduurtafel)
Druk op de ontgrendelingstoets om de borduurtafel te verwijde-
ren.
c Transporteurstandschakelaar
Met de transporteurstandschakelaar zet u de transporteur
omhoog en omlaag wanneer de borduurtafel is bevestigd.
d Verbindingspen van de borduurtafel
Steek de verbindingspen van de borduurtafel in de aansluitings-
poort op de machine wanneer u de borduurtafel bevestigt.
e Borduurraamhouder
Plaats het borduurraam in de borduurraamhouder om het raam
op z’n plaats te houden.
f Raambevestigingshendel
Druk op de raambevestigingshendel om het borduurraam vast
te zetten.
f
i
a
b
c
e
g
h
d
VOORZICHTIG
Wanneer u het borduurraam in de
borduurraamhouder hebt geplaatst,
controleert u of de borduurraamhendel op de
juiste manier omlaag hebt gezet.
Opmerking
Zorg dat de transporteurstandschakelaar op
de borduurtafel naar rechts staat tijdens het
borduren.
U kunt ook naaisteken/decoratieve steken
naaien wanneer de borduurtafel is beves-
tigd. Zet de transporteurstandschakelaar op
de borduurtafel op de juiste instelling.
e
f
d
a
c
b
DISPLAY
16
Taal instellen
a
Druk op .
Het scherm Naai-instellingen verschijnt.
b
Druk op .
Het scherm Algemene instellingen verschijnt.
c
Met en kiest u de schermtaal.
* U kunt kiezen uit de volgende talen: [ENGELS],
[DUITS], [FRANS], [ITALIAANS], [NEDERLANDS],
[SPAANS], [DEENS], [FINS], [ZWEEDS], [PORTU-
GEES], [RUSSISCH], [NOORS] of [JAPANS].
a Schermtaal
d
Druk op .
a
DISPLAY
Voorbereidingen
17
1
Gebruik van de gebruiksaanwijzingtoets
Druk op om het hieronder getoonde scherm te openen. Bovenaan het scherm staan zes catego-
rieën. Door op een toets te drukken krijgt u meer informatie over die categorie.
Met toont u informatie over
de belangrijkste onderdelen van de machine
en hun functies. Dit is het eerste scherm dat
verschijnt wanneer u op drukt.
Met toont u informatie over
de bedieningstoetsen.
Met toont u informatie over
het inrijgen van de machine, het verwisselen
van de persvoet enz.
Met toont u informatie over
het bevestigen van de borduurtafel, klaarma-
ken van stof voor borduren enz.
Met toont u informatie over
probleemoplossing.
Met toont u informatie over
het reinigen van de machine enz.
DISPLAY
18
Voorbeeld: Informatie tonen over het inrijgen
van de bovendraad
a
Druk op .
b
Druk op .
Het onderste gedeelte van het scherm verandert.
c
Druk op (bovendraad inrijgen).
In dit scherm vindt u aanwijzingen voor het inrijgen
van de machine.
d
Lees de aanwijzingen.
* Druk op om een video van de getoonde aan-
wijzingen te bekijken.
* Druk op om naar de volgende pagina te
gaan.
e
Druk op om terug te gaan naar het
oorspronkelijke scherm.
Gebruik van de patroonbeschrij-
vingstoets
Wilt meer weten over het gebruik van een steekpa-
troon? Selecteer dit patroon en druk op om
een beschrijving van de gekozen steek te bekijken.
Voorbeeld: Informatie tonen over
a
Druk op .
b
Druk op .
Op het scherm verschijnt informatie over .
c
Druk op om terug te gaan naar het
oorspronkelijke scherm.
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Voorbereidingen
19
1
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Spoel opwinden
Druk op
(in die volgorde) om op de display een
video te tonen over het opwinden van de spoel
(zie pagina 18). Volg onderstaande stappen om de
handeling te voltooien.
Gebruik van de extra klospen
Bij deze naaimachine kunt u de spoel tijdens het
naaien opwinden. Terwijl u borduurt met de hoofd-
klospen, kunt u de spoel opwinden met de extra
klospen.
a Extra klospen
a
Zet de hoofdschakelaar aan.
b
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
op de spoelwinderas en plaats de spoel op
de as.
a Gleuf in de spoel
b Veer op de as
c
Zet de extra klospen omhoog.
a Extra klospen
d
Zet de draadklos zo op de extra klospen dat
de draad aan de achterkant afwikkelt. Duw
vervolgens een kloskap zo ver mogelijk op
de klospen om de draadklos vast te zetten.
a Klospen
b Kloskap
c Draadklos
VOORZICHTIG
De bijgesloten spoel is specifiek ontworpen
voor deze naaimachine. Als u een spoel van
een ander model gebruikt, werkt de machine
niet goed. Gebruik alleen de bijgeleverde
spoel of spoelen van hetzelfde type
(onderdeelcode: SFB).
Ware grootte
Dit model
Andere model-
len
11,5 mm
(ca. 7/16 inch)
1
7, 8
3, 4
2
9
5
6
o
l
a
a
b
a
a
b
c
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
20
e
Houd de draad met uw rechterhand bij de
draadklos vast. Houd met uw linkerhand het
uiteinde van de draad vast en leid de draad
met beide handen rond de draadgeleider.
a Draadgeleider
f
Leid de draad onder de pen en leid de draad
rond de voorspanningsschijf. Zorg dat de
draad zich onder de voorspanningsschijf
bevindt.
a Pen
b Voorspanningsschijf
g
Wind de draad vier à vijf maal met de klok
mee om de spoel.
h
Leid het uiteinde van de draad door de
geleidegleuf in de spoelwinderbasis en trek
de draad vervolgens naar rechts om de
draad af te snijden met de draadafsnijder.
a Geleidegleuf
b Spoelwinderbasis
VOORZICHTIG
Als u de draadklos en/of de kloskap niet juist
hebt geinstalleerd, kan de draad verstrikt raken
op de klospen. Hierdoor kan de naald breken.
Gebruik de kloskap (groot, medium of klein)
die de grootte van de draadklos het dichtst
benadert. Als u een kloskap gebruikt die
kleiner is dan de draadklos, komt de draad
mogelijk klem te zitten in de gleuf in de rand
van de klos. Hierdoor kan de naald breken.
Memo
Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad,
gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige
ruimte tussen de kap en de draadklos.
a Kloskap (klein)
b Draadklos (kruiswikkeldraad)
c Ruimte
a
c
b
a
VOORZICHTIG
Volg de beschreven procedure. Als de draad
niet wordt afgeknipt met de snijder en de spoel
wordt opgewonden, kan de draad verstrikt
raken wanneer deze op raakt. Hierdoor kan de
naald breken.
a
b
1
2
3
a
b
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
Voorbereidingen
21
1
i
Druk de spoelhouder naar links totdat hij
op zijn plaats klikt.
a Spoelhouder (schakelaar)
De spoel begint automatisch te winden en stopt met
draaien wanneer het winden voltooid is. De spoel-
houder wordt weer in de oorspronkelijke stand
gezet.
j
Knip de draad af met de draadafsnijder en
verwijder de spoel.
Gebruik van de klospen
Voordat u gaat naaien kunt u met de hoofdklospen
de spoel winden. U kunt deze klospen niet gebrui-
ken om de spoel te winden tijdens het naaien.
a
Zet de hoofdschakelaar aan.
b
Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer
op de spoelwinderas en plaats de spoel op
de as.
a Gleuf in de spoel
b Veer op de as
c
Draai de klospen zo dat deze omhoog wijst.
Zet de draadklos zo op de klospen dat de
draad vanaf de voorkant van de klos afwik-
kelt.
a Klospen
b Kloskap
c Draadklos
Memo
Wanneer de spoelhouder naar links staat,
werkt deze als een schakelaar, zodat de spoel
automatisch wordt opgewonden.
Memo
Trek niet aan de spoelwinderbasis wanneer
u de spoel verwijdert. Hierdoor wordt de
spoelwinderbasis losser gemaakt of verwij-
derd, waardoor u de naaimachine mogelijk
beschadigt.
VOORZICHTIG
Wanneer de spoel niet goed is geinstalleerd,
wordt de draadspanning mogelijk losser.
Hierdoor kan de naald kan breken en letsel
veroorzaken.
a
ab
2
3
4
5
6
8
1
o
l
7
a
b
b
c
a
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD
22
d
Duw de kloskap zo ver mogelijk op de klos-
pen en zet de klospen weer in de oorspron-
kelijke stand.
e
Houd de draad in uw handen en schuif deze
in de groeven op de draadgeleiderplaat.
a Draadgeleiderplaat
f
Leid de draad door de draadgeleider.
a Draadgeleider
g
Leid de draad onder de pen. Leid de draad
vervolgens rond de voorspanningsschijf.
Zorg dat de draad zich onder de voorspan-
ningsschijf bevindt.
a Draadgeleider
b Pen
c Voorspanningsschijf
h
Volg stap g t/m j op pagina 20 t/m 21.
Spoel aanbrengen
Druk op
in die volgorde om op de display een video
te tonen over het aanbrengen van de spoel (zie
pagina 18). Volg onderstaande stappen om de
handeling te voltooien.
a
Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet
omhoog te zetten.
b
Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel
naar rechts.
a Spoelhuisdeksel
b Grendel
Het spoelhuisdeksel gaat open.
c
Verwijder het spoelhuisdeksel.
d
Houd de spoel vast met uw rechterhand en
het uiteinde van de draad met uw linker-
hand.
a
a
a
b
a
b
c
VOORZICHTIG
Gebruik een onderdraad die juist is gewonden.
Anders breekt de naald mogelijk of is de
draadspanning onjuist.
BOVENDRAAD INRIJGEN
30
c
Leid de draad door de draadgeleider op de
naaldstang en rijg vervolgens de naald aan
de linkerkant in.
a Draadgeleiders op de naaldstang
d
Draai de extra klospen zodat deze omhoog
staat.
a Extra klospen
e
Zet de extra draadklos zo op de extra klos-
pen dat de draad aan de voorkant afwikkelt.
Duw vervolgens een kloskap zo ver moge-
lijk op de klospen om de draadklos vast te
zetten.
a Klospen
b Kloskap
c Draadklos
f
Houd de draad van de draadklos met beide
handen vast en plaats de draad in de draad-
geleider.
* Plaats de draad niet in de draadgeleider van de
spoelopwinder.
a Draadgeleider
g
Leid de draad door de draadgeleiderplaat in
de hieronder beschreven volgorde.
h
Leid de draad niet in de draadgeleiders op
de naaldstang. Rijg de naald aan de rechter-
kant in.
i
Druk op .
Opmerking
U kunt de “Automatisch inrijgentoets” niet
gebruiken. Rijg de tweelingnaald handmatig
in van voren naar achteren. Als u hierbij de
“Automatisch inrijgentoets” gebruikt, kunt u
de machine beschadigen.
a
a
a
b
c
a
BOVENDRAAD INRIJGEN
Voorbereidingen
31
1
j
Selecteer een steekpatroon. (Voorbeeld: )
* In de “STEEKINSTELLINGENTABEL” aan het eind
van deze gebruiksaanwijzing leest u welke steek u
kunt naaien met persvoet “J”.
De geselecteerde steek wordt weergegeven.
k
Druk op om de tweelingnaaldstand
te kiezen.
a Enkele naald/ tweelingnaald instellen
verschijnt.
l
Begin met naaien.
Voorbeeld van naaien met de tweelingnaald
Gebruik van draden die snel
afwikkelen
Gebruik van het klosnetje
Als u doorzichtig nylondraad, metallic garen of
andere sterke draad gebruikt, plaatst u het bijgele-
verde klosnetje over de klos voordat u begint. Wan-
neer u deze draden gebruikt, moet u ze handmatig
inrijgen.
Is het klosnetje te lang? Vouw het dan eenmaal zo
om dat het overeenkomt met het klosformaat, voor-
dat u het over de klos plaatst.
b
Gebruik van de verticale klospen
Gebruik de verticale klospen wanneer u een onre-
gelmatig gevormde draadklos gebruikt en wanneer u
naait of borduurt met metallic garen.
a
Steek de verticale klospen in het uiteinde
van de spoelwinderas.
b
Breng het klosvilt en dan de draadklos aan
en rijg de bovendraad in.
Opmerking
Als de toets lichtgrijs is nadat u een
steek hebt gekozen, kunt u de geselecteerde
steek niet naaien in de tweelingnaaldstand.
VOORZICHTIG
Stel beslist de tweelingnaaldstand in als u een
tweelingnaald gebruikt. Als u een tweelingnaald
gebruikt terwijl de machine in de enkele naaldstand
staat, kan de naald breken en schade veroorzaken.
a
Memo
Wanneer u klos inrijgt met het klosnetje
erop, komt de draad er mogelijk niet ver
genoeg uit. Zorg dat 5-6 cm (ca. 2 - 2-1/2
inch) draad zijn uitgetrokken.
Mogelijk moet u de draadspanning aanpas-
sen wanneer u het spoelnetje gebruikt.
Memo
Plaats de draadklos zo dat de draad vanaf
de voorkant van de klos afwikkelt.
Bij het naaien met een metallic garen raden
wij u aan een 90/14 naald voor huishoud-
naaimachines te gebruiken.
Deze methode voorkomt dat de draad zich
ronddraait wanneer ze van de klospen
afwikkelt.
a
d c
b
c Klosnetje
d Draadklos
e Klospen
f Kloskap
g Spoelwinderas
h Verticale klospen
i Klosvilt
j Draadklos
d
c
b
a
PERSVOET VERWISSELEN
32
PERSVOET VERWISSELEN
Persvoet verwijderen
a
Druk op de “Naaldstandtoets” om de naald
omhoog te zetten.
b
Druk op .
De toets ziet er zo uit .
c
Haal de persvoethendel omhoog.
d
Druk op de zwarte toets op de persvoethou-
der en verwijder de persvoet.
a Zwarte toets
b Persvoethouder
Persvoet bevestigen
a
Plaats de persvoetpen onder de inkeping op
de houder met de pen van de voet tegen-
over de inkeping in de houder. Zet de pers-
voethendel omlaag, zodat de persvoetpen
vast klikt in de inkeping in de houder.
a Inkeping
b Pen
b
Druk op om alle toetsen te ont-
grendelen.
c
Haal de persvoethendel omhoog.
VOORZICHTIG
Druk altijd op op het scherm voordat u de persvoet verwisselt. Als u niet op hebt gedrukt
en u op de “Start/stoptoets” of een andere toets drukt, gaat de naaimachine lopen. Dan kunt u letsel oplopen.
Gebruik altijd de juiste persvoet voor het geselecteerde steekpatroon. Als u de verkeerde persvoet
gebruikt, kan de naald de persvoet raken en buigen of breken. Hierdoor kunt u letsel oplopen.
Gebruik alleen persvoeten voor deze naaimachine. Het gebruik van andere persvoeten kan leiden tot
ongelukken en letsel.
b
a
a
b
PERSVOET VERWISSELEN
Voorbereidingen
33
1
Boventransportvoet bevestigen
De boventransportvoet houdt de stof tussen de
persvoet en de transporteur om de stof door te
voeren. Zo hebt u meer controle over moeilijke
stof (zoals quilts of fluweel) of stof die gemakkelijk
glijdt (zoals vinyl, leer of kunstleer).
a
Volg de stappen in “Persvoet verwijderen”
op de vorige pagina.
b
Draai de persvoethouderschroef los om de
persvoethouder te verwijderen.
c
Stel de bedieningshendel van de boven-
transportvoet zo af dat de vork om de
naaldklem komt te zitten en zet de boven-
transportvoet op de persvoetstang.
a Bedieningshendel
b Naaldklemschroef
c Vork
d Persvoetstang
d
Zet de persvoethendel omlaag. Breng de
schroef in en draai de schroef stevig vast
met de schroevendraaier.
Opmerking
Wanneer u de boventransportvoet gebruikt,
naait u op gemiddelde of lage snelheid.
Memo
U kunt de boventransportvoet alleen gebrui-
ken bij patronen voor rechte steken en zig-
zagsteken. U kunt geen achteruitsteken
naaien met de boventransportvoet. Als ver-
stevigingssteken selecteert u alleen rechte
of zigzagsteken.
a
c
d
b
VOORZICHTIG
Gebruik de schroevendraaier om de schroef
stevig vast te draaien. Als de schroef los zit,
kan de naald de persvoet raken en letsel
veroorzaken.
Draai het handwiel naar de voorkant van de
naaimachine om te controleren of de naald de
persvoet niet raakt. Als de naald de persvoet
raakt, kunt u letsel oplopen.
NAAIEN
38
NAAIEN
Een steek naaien
a
Zet de hoofdschakelaar aan en druk op de
“Naaldstandtoets” om de naald omhoog te
zetten.
b
Druk op de toets van het steekpatroon dat u
wilt gebruiken.
De code van de juiste persvoet wordt linksboven in
de display aangegeven.
c
Bevestig de juiste persvoet (zie “PERSVOET
VERWISSELEN” op pagina 32).
d
Plaats de stof onder de persvoet. Houd de
stof en de uiteinden van de draden in uw
linkerhand en draai het handwiel om de
naald te zetten waar u met naaien wilt
beginnen.
e
Zet de persvoet omlaag.
* U hoeft de onderdraad niet naar boven te halen.
f
Pas de naaisnelheid aan met de schuifknop
voor snelheidsregeling.
* Met deze knop kunt u de naaisnelheid ook tijdens
het naaien aanpassen.
a Langzaam
b Snel
VOORZICHTIG
Om letsel te voorkomen moet u de naald tijdens het gebruik van de machine goed in de gaten houden.
Houd uw handen tijdens het gebruik van de machine uit de buurt van de bewegende delen.
Trek of duw de stof niet tijdens het naaien. U kunt daardoor letsel oplopen.
Gebruik geen verbogen of gebroken naalden. U kunt daardoor letsel oplopen.
Zorg dat de naald tijdens het naaien geen rijgspelden of andere voorwerpen raakt. Anders kan de naald
breken en hierdoor kunt u letsel oplopen.
Zitten de steken te dicht op elkaar? Stel dan een langere steeklengte in voordat u verder gaat. Anders kan
de naald breken en hierdoor kunt u letsel oplopen.
VOORZICHTIG
Gebruik altijd de juiste persvoet. Als u niet de
juiste persvoet gebruikt, kan de naald de
persvoet raken en buigen of breken. Hierdoor
kunt u letsel oplopen.
Memo
De zwarte toets aan de linkerkant van pers-
voet “J” mag u alleen indrukken als de stof niet
wordt doorgevoerd of bij het naaien van dikke
naden (zie pagina 41). Normaliter kunt u
naaien zonder op de zwarte toets te drukken.
ab
NAAIEN
Grondbeginselen van naaien
39
2
g
Druk op de “Start/stoptoets” om te begin-
nen met naaien.
* Voer de stof lichtjes met de hand door.
h
Als u wilt stoppen met naaien, drukt u nog-
maals op de “Start/Stoptoets”.
i
Druk op de “Draadkniptoets” om de draden
af te knippen.
De naald wordt automatisch weer omhoog gezet.
j
Wanneer de naald niet meer beweegt, zet u
de persvoet omhoog en haalt u de stof weg.
Gebruik van het voetpedaal
U kunt ook het voetpedaal gebruiken om te starten
en stoppen met naaien.
a
Steek de stekker van het voetpedaal in de
betreffende aansluiting op de machine.
a Voetpedaal
b Aansluiting voetpedaal
VOORZICHTIG
Druk niet meer op de “Draadkniptoets” nadat
de draden zijn afgeknipt. Hierdoor kan de
draad verstrikt raken of de naald breken en de
machine beschadigd worden.
Druk niet op de “Draadkniptoets” wanneer er
geen stof onder de naald ligt of wanneer de
naaimachine loopt. Hierdoor kan de draad
verstrikt raken en dit kan schade veroorzaken.
Opmerking
Voor het afknippen van draad die dikker is
dan nr. 30, nylondraad of andere decora-
tieve draden gebruikt u de draadafsnijder
aan de zijkant van de naaimachine.
Memo
Deze machine heeft een onderdraadsensor die
waarschuwt wanneer de onderdraad bijna op is. Als
de onderdraad bijna op is, stopt de machine auto-
matisch. Als u echter op de “Start/Stoptoets” drukt,
kunt u nog enkele steken naaien. Als u deze waar-
schuwing ziet, moet u de onderdraad direct inrijgen.
VOORZICHTIG
Zorg dat er zich geen stukken stof en vuil
verzamelen in het voetpedaal. Hierdoor bestaat er
namelijk kans op brand of elektrische schokken.
Memo
Wanneer het voetpedaal in gebruik is, heeft de
“Start/Stoptoets” geen effect op het naaien.
U kunt het voetpedaal niet gebruiken wan-
neer u borduurt.
U kunt met het voetpedaal naaisteken en
decoratieve steken naaien wanneer de bor-
duurtafel is bevestigd.
Opmerking
Trek het intrekbare snoer niet verder uit dan
de rode markering op het snoer.
b
a
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN
Grondbeginselen van naaien
43
2
Druk op om de steeklengte langer te maken.
De waarde op de display wordt hoger.
Draadspanning instellen
Misschien moet u de draadspanning wijzigen,
afhankelijk van de stof en draad waarmee u werkt.
Volg onderstaande stappen om instellingen te wij-
zigen.
Juiste draadspanning
De boven- en onderdraad moeten elkaar vlakbij het
midden van de stof kruisen. Als de draadspanning
niet juist is ingesteld, wordt de naad misschien niet
goed afgewerkt of kan de stof gaan trekken.
a Achterkant
b Voorkant
c Bovendraad
d Onderdraad
Bovendraad is te strak
Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant van
de stof, druk dan op .
a Onderdraad
b Bovendraad
c Voorkant
d Er verschijnen plukjes op de voorkant van de stof
Bovendraad is te los
Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant
van de stof, druk dan op .
a Bovendraad
b Onderdraad
c Achterkant
d Er verschijnen plukjes op de achterkant van de stof
Memo
Met de “Patroonafbeeldingtoets” kunt u de
wijzigingen in de steek controleren.
Druk op om de oorspronkelijke instel-
ling voor de steeklengte te herstellen.
VOORZICHTIG
Als de steken te dicht op elkaar zitten, stel dan
een langere steeklengte in voordat u verder gaat.
Naai niet verder zonder een langere steeklengte
in te stellen. Anders kan de naald breken en
hierdoor kunt u letsel oplopen.
Memo
Druk op om de oorspronkelijke instel-
ling voor draadspanning te herstellen.
c
a
d
b
b
a
d
c
c
a
b
d
HANDIGE FUNCTIES
Grondbeginselen van naaien
45
2
Automatisch draadknippen
Als u na het kiezen van een steekpatroon de func-
tie Automatisch draadknippen aanzet voordat u
begint met naaien, worden er automatisch verste-
vigingssteken (of achteruitsteken, afhankelijk van
het steekpatroon) aan het begin en het eind van
het naaiwerk genaaid en worden de draden aan
het eind van het naaiwerk automatisch afgeknipt.
Deze functie is handig bij het naaien van knoops-
gaten en trenzen.
a
Selecteer een steekpatroon.
b
Druk op om de functie Automatisch
draadknippen in te stellen.
De toets ziet er zo uit .
c
Plaats de stof op het punt waar u wilt begin-
nen en begin met naaien.
a Verstevigingssteken (of achteruitsteken)
De machine naait automatisch verstevigingssteken
(of achteruitsteken) en gaat daarna door met naaien.
d
Druk op de “Achteruit/verstevigingssteek-
toets”.
a Verstevigingssteken (of achteruitsteken)
De machine naait verstevigingssteken (of achteruit-
steken) en knipt de draad daarna af.
Memo
Bij borduren wordt deze functie automatisch
ingesteld.
Memo
Als u op de “Start/ Stoptoets” drukt om even te
stoppen met naaien, moet u nogmaals op
deze toets drukken als u weer door wilt gaan.
De machine naait nu geen verstevigingsste-
ken (of achteruitsteken) meer aan het begin.
Memo
Als u de functie Automatisch draadknippen
wilt uitzetten, drukt u nogmaals op de toets
, die er dan zo uitziet .
a
a
228
STEEKINSTELLINGENTABEL
Overhandse steek Versteviging van lichte en mid-
delzware stof
3,5
(1/8)
2,5 - 5,0
(3/32 - 3/16)
2,0
(1/16)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Overhandse steek Versteviging van zware stof
5,0
(3/16)
2,5 - 5,0
(3/32 - 3/16)
2,5
(3/32)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Overhandse steek Verstevigd naaien van middel-
zware en zware stof en stof die
snel rafelt of decoratief naai-
werk.
5,0
(3/16)
3,5 - 5,0
(1/8 - 3/16)
2,5
(3/32)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Overhandse steek Verstevigde naden op stretchstof
5,0
(3/16)
0,0 - 7,0
(0 - 9/32)
2,5
(3/32)
0,5 - 4,0
(1/32 - 3/16)
OK
( J )
Overhandse steek Verstevigd naaien van middel-
zware stretchstof en zware stret-
chstof, decoratief naaiwerk
5,0
(3/16)
0,0 - 7,0
(0 - 9/32)
2,5
(3/32)
0,5 - 4,0
(1/32 - 3/16)
OK
( J )
Overhandse steek Verstevigd naaien van stretch-
stof of decoratieve steken
4,0
(3/16)
0,0 - 7,0
(0 - 1/4)
4,0
(3/16)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
OK
( J )
Overhandse steek Gebreide stretchnaad
5,0
(3/16)
0,0 - 7,0
(0 - 1/4)
4,0
(3/16)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Enkelvoudige ruit
overhandse steek
Versteviging en naden van stret-
chstof
6,0
(15/64)
1,0 - 7,0
(1/16 - 1/4)
3,0
(1/8)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
OK
( J )
Enkelvoudige ruit
overhandse steek
Versteviging van stretchstof
6,0
(15/64)
1,0 - 7,0
(1/16 - 1/4)
1,8
(1/16)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
OK
( J )
Met zijsnijder Rechte steken tijdens insnijden
stof
0,0
(0)
0,0 - 2,5
(0 - 3/32)
2,5
(3/32)
0,2 - 5,0
(1/64 - 3/16)
NEE
Met zijsnijder Zigzagsteken tijdens insnijden
stof
3,5
(1/8)
3,5 - 5,0
(1/8 - 3/16)
1,4
(1/16)
0,0 - 4,0
(0 - 3/16)
NEE
Met zijsnijder Overhands naaien tijdens insnij-
den stof
3,5
(1/8)
3,5 - 5,0
(1/8 - 3/16)
2,0
(1/16)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Met zijsnijder Overhands naaien tijdens insnij-
den stof
5,0
(3/8)
3,5 - 5,0
(1/8 - 3/16)
2,5
(1/16)
1,0 - 4,0
(3/16 - 3/16)
NEE
Met zijsnijder Overhands naaien tijdens insnij-
den stof
5,0
(3/16)
3,5 - 5,0
(1/8 - 3/16)
2,5
(3/32)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Verbindingssteek
(rechts)
Aan elkaar zetten/patchwork
6,5 mm (approx. 1/4 inch) marge
rechts
5,5
(7/32)
0,0 - 7,0
(0 - 1/4)
2,0
(1/16)
0,2 - 5,0
(1/64 - 3/16)
NEE
Verbindingssteek
(midden)
Aan elkaar zetten/patchwork
2,0
(1/16)
0,2 - 5,0
(1/64 - 3/16)
NEE
Verbindingssteek
(links)
Aan elkaar zetten/patchwork
6,5 mm (approx. 1/4 inch) marge
links
1,5
(1/16)
0,0 - 7,0
(0 - 1/4)
2,0
(1/16)
0,2 - 5,0
(1/64 - 3/16)
NEE
Quiltsteek met hand-
gemaakt uiterlijk
Quiltsteek die eruit ziet als hand-
genaaid
0,0
(0)
0,0 - 7,0
(0 - 1/4)
2,5
(3/32)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Zigzagsteek voor
quiltapplicatie
Zigzagsteek voor quilten en
bevestigen van applicatiequilt-
stukken
3,5
(1/8)
0,0 - 7,0
(0 - 1/4)
1,4
(1/16)
0,0 - 4,0
(0 - 3/16)
NEE
Steek voor quiltap-
plicatie
Quiltsteek voor onzichtbare
applicatie of bevestigen van
band
1,5
(1/16)
0,5 - 5,0
(1/64 - 3/16)
1,8
(1/16)
1,0 - 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Steek Steeknaam Persvoet Toepassingen
Steekbreedte
[mm (inch)]
Steeklengte
[mm (inch)]
Tweeling-
naald
Autom. Handmatig Autom. Handmatig
238


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother Innov-is 5000 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother Innov-is 5000 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 8,26 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother Innov-is 5000

Brother Innov-is 5000 Quick start guide - English - 64 pages

Brother Innov-is 5000 Additional guide - English - 44 pages

Brother Innov-is 5000 User Manual - English - 252 pages

Brother Innov-is 5000 Quick start guide - German - 64 pages

Brother Innov-is 5000 Additional guide - German - 44 pages

Brother Innov-is 5000 User Manual - German - 248 pages

Brother Innov-is 5000 Quick start guide - Dutch - 64 pages

Brother Innov-is 5000 Additional guide - Dutch - 44 pages

Brother Innov-is 5000 Quick start guide - French, Italian, Spanish - 64 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info