585296
3
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/164
Next page
Gebruikershandleiding
Brother inkjetprinter
HL-S7000DN
Voor visueel gehandicapte gebruikers
Deze handleiding kan door de software Screen Reader 'text-to-speech'
worden gelezen.
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de machine gebruiken.
Gebruik de Installatiehandleiding om de machine in te stellen. In de doos vindt u een gedrukt exemplaar.
Lees deze Gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de machine gaat gebruiken.
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Kijk op
http://solutions.brother.com/ voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Versie A
DUT/BEL-DUT
i
Gebruikershandleidingen en waar ze te vinden zijn
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de handleiding?
Handleiding
product veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze handleiding voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
Gedrukt / in de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en installeren van de drivers en
software voor het besturingssysteem en het type
verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Gebruikershandleiding Hier vindt u meer informatie over de
afdrukfuncties, het vervangen van
verbruiksartikelen en het uitvoeren van
routineonderhoud. Zie tips voor het oplossen van
problemen.
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie over
instellingen voor bedrade en draadloze
netwerken en beveiligingsinstellingen bij het
gebruik van de Brother-machine. U kunt er
eveneens informatie vinden over ondersteunde
protocollen voor uw machine en gedetailleerde
tips voor het oplossen van problemen.
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Handleiding
mobiel printen/scannen
voor Brother
iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige informatie
over het afdrukken van JPEG- en
PDF
1
-bestanden vanaf een mobiel apparaat bij
verbinding met een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
Handleiding
IPsec instellen
In deze handleiding vindt u gedetailleerde
informatie over een optionele beveiligingsfunctie
voor het IP-protocol met verificatie- en
versleutelingsvoorzieningen.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
Handleiding kaartlezer In deze handleiding vindt u nuttige informatie
over de kaartverificatiefunctie waarmee u de
toegang tot de functie Afdrukken van opslag kunt
beveiligen.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
1
Afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund door een Windows
®
Phone.
©2012 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
ii
Gebruik van de documentatie
Bedankt voor uw keuze voor een Brother-machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal
benutten van uw machine.
Gebruikte symbolen en conventies in de documentatie
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien
genegeerd, kan leiden tot fataal of ernstig letsel.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien
genegeerd, kan leiden tot licht letsel.
Belangrijk
Belangrijk geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd,
kan leiden tot schade of verminderde functionaliteit van het product.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden
uitgevoerd.
Dit pictogram geeft aan dat ontvlambare spuitbussen niet mogen worden
gebruikt.
Dit pictogram geeft aan dat organische oplosmiddelen, zoals alcohol en
vloeistoffen niet mogen worden gebruikt.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
Opmerking
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of
geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere
functies.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen op het bedieningspaneel van de
machine of op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar
een verwant onderwerp.
Courier New
Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden
weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
iii
Inhoudsopgave
1 Afdrukmethoden 1
Over deze machine .................................................................................................................................. 1
Voor- en achteraanzicht .................................................................................................................... 1
Geschikt papier en andere afdrukmedia .................................................................................................. 2
Aanbevolen papier en afdrukmedia ................................................................................................... 2
Papiertype en -formaat ..................................................................................................................... 3
Behandeling en gebruik van speciaal papier ..................................................................................... 5
Onbedrukbaar gedeelte bij het afdrukken vanaf een computer ......................................................... 6
Papier plaatsen ........................................................................................................................................ 7
Papier en afdrukmedia plaatsen ........................................................................................................ 7
Papier in de standaardpapierlade en de optionele onderladen plaatsen .......................................... 7
Lade-ID instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd) .................................................................. 11
Scheidingsvellade instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd) ................................................. 11
Lade uitsluiten instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd) ....................................................... 12
Papier in de multifunctionele lade (MF-lade) plaatsen .................................................................... 12
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ............................................................................................................ 20
Richtlijnen voor afdrukken op beide zijden van het papier .............................................................. 20
Automatisch dubbelzijdig afdrukken ................................................................................................ 20
2 Driver en software 24
Printerdriver ........................................................................................................................................... 24
Documenten afdrukken ................................................................................................................... 25
Printerdriverinstellingen ................................................................................................................... 26
Windows
®
.............................................................................................................................................. 27
De printerdriverinstellingen openen ................................................................................................. 27
Functies in de Windows
®
-printerdriver ............................................................................................ 27
Tabblad Normaal ............................................................................................................................. 28
Tabblad Geavanceerd ..................................................................................................................... 33
Tabblad Afdrukken van opslag ........................................................................................................ 38
Tabblad Afdrukprofielen .................................................................................................................. 41
Tabblad Onderhoud ......................................................................................................................... 43
Tabblad Accessoires ....................................................................................................................... 44
Ondersteuning ................................................................................................................................. 45
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie) .......................................... 46
De installatie van de printerdriver ongedaan maken ....................................................................... 53
Status Monitor ................................................................................................................................. 54
Macintosh .............................................................................................................................................. 56
Functies in de printerdriver (Macintosh) .......................................................................................... 56
Opties voor de pagina-instelling kiezen ........................................................................................... 56
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie) .......................................... 65
De printerdriver verwijderen ............................................................................................................ 68
Status Monitor ................................................................................................................................. 68
Software voor netwerken ...................................................................................................................... 71
iv
3 Algemene informatie 72
Bedieningspaneel .................................................................................................................................. 72
Overzicht bedieningspaneel ............................................................................................................ 72
LED-betekenissen ........................................................................................................................... 74
Machinestatusmeldingen ................................................................................................................. 75
Menuschema ................................................................................................................................... 76
Tekst invoeren ....................................................................................................................................... 88
Opgeslagen gegevens afdrukken .......................................................................................................... 89
Opgeslagen gegevens ..................................................................................................................... 89
Opgeslagen gegevens afdrukken .................................................................................................... 89
Opgeslagen gegevens wissen ......................................................................................................... 90
Beveiligingsfuncties ............................................................................................................................... 91
Beveiligd functieslot 2.0 ................................................................................................................... 91
Kaartverificatie ................................................................................................................................. 91
Instelslot .......................................................................................................................................... 91
Zomertijd automatisch inschakelen ....................................................................................................... 94
Milieubesparende functies ..................................................................................................................... 94
Inktbesparing ................................................................................................................................... 94
Slaaptijd ........................................................................................................................................... 94
Stand Diepe slaap ........................................................................................................................... 95
4 Toebehoren 96
Onderlade (LT-7100) ............................................................................................................................. 97
Uitvoerlade (MX-7100) ........................................................................................................................... 98
Optionele stabilisator (SB-7100) ............................................................................................................ 99
Kaartlezer ............................................................................................................................................ 100
5 Routineonderhoud 101
De inktcartridge vervangen .................................................................................................................. 101
De inktcartridge vervangen ............................................................................................................ 102
De machine reinigen en controleren .................................................................................................... 106
De buitenkant van de machine reinigen ........................................................................................ 106
De papierinvoerrollen reinigen ....................................................................................................... 107
De afdrukkwaliteit controleren ....................................................................................................... 110
De printkop reinigen ...................................................................................................................... 111
6 Probleemoplossing 115
Uw probleem bepalen .......................................................................................................................... 115
Fout- en onderhoudsmeldingen ........................................................................................................... 116
Papierstoringen ............................................................................................................................. 120
Als zich problemen voordoen met uw machine ................................................................................... 140
Informatie over de machine ................................................................................................................. 147
Het serienummer controleren ........................................................................................................ 147
Standaardinstellingen .................................................................................................................... 147
v
A Appendix 149
Machinespecificaties ............................................................................................................................ 149
Algemeen ...................................................................................................................................... 149
Afdrukmedia .................................................................................................................................. 150
Printer ............................................................................................................................................ 151
Interface ......................................................................................................................................... 151
Computervereisten ........................................................................................................................ 152
Belangrijke informatie over het kiezen van papier ......................................................................... 153
Verbruiksartikel .............................................................................................................................. 153
Netwerk (LAN) ............................................................................................................................... 154
Bellen met Brother ............................................................................................................................... 155
B Index 156
1
1
1
Afdrukmethoden
Over deze machine
Voor- en achteraanzicht
213
4
5
6
8
7
9
10
11
1 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
2 Papierstop
3 Bedieningspaneel met een LCD-scherm (Liquid Crystal Display)
4 Inktcartridgeklep
5 Papierlade
6 Multifunctionele lade (MF-lade)
7 Ingang voor netsnoer
8 Achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven wanneer open)
9 10BASE-T / 100BASE-TX / 1000BASE-T-poort
10 USB-poort voor het aansluiten van de machine op een computer
11 USB-poort voor het aansluiten van de optionele kaartlezer op de machine
1
1
Op deze poort is voor verzending uit de fabriek een sticker geplakt. Verwijder de sticker om deze poort te gebruiken.
Afdrukmethoden
2
1
Geschikt papier en andere afdrukmedia
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, briefpapier of
kringlooppapier.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats GEEN verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen
vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het formaat instellen van het papier dat
zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst of het papier geschikt is.
Aanbevolen papier en afdrukmedia
Voor de beste afdrukkwaliteit adviseren wij u papier van Brother te gebruiken.
Brother-papier
Papiertype Artikel
Inkjet normaal
papier
BP60PA (A4)
Overig papier
Papiertype Artikel
Normaal papier
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier
Xerox Recycled Supreme 80 g/m
2
Ga voor de meest recente informatie over papier naar de veelgestelde vragen (FAQ's) voor uw model in het
Brother Solutions Center (
http://solutions.brother.com/).
Afdrukmethoden
3
1
Papiertype en -formaat
De machine laadt papier vanuit de geïnstalleerde standaardpapierlade, de multifunctionele lade of de
optionele onderladen.
In de printerdriver en deze handleiding worden voor de papierladen de volgende namen gebruikt:
Lade en optionele accessoires Naam
Standaardpapierlade Lade 1
Optionele onderlade-eenheden Lade 2 / Lade 3 / Lade 4
Multifunctionele lade MF-lade
Papiercapaciteit van de papierladen
Papierformaat Papiertypes Aantal vellen
Papierlade
(Lade 1)
A4, Letter, Legal, B5 (JIS),
Executive, A5, A5 (Lange
zijde), Folio
1
Normaal papier,
dun papier en
kringlooppapier
tot 500 vellen (80 g/m
2
)
Multifunctionele-lade
(MF-lade)
Breedte:
76,2 tot 216 mm
Lengte:
127 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun papier,
dik papier,
kringlooppapier en
briefpapier
100 vellen (80 g/m
2
)
Optionele onderladen
(Lade 2 / Lade 3 /
Lade 4)
A4, Letter, Legal, B5 (JIS),
Executive, A5,
Folio
1
Normaal papier,
dun papier en
kringlooppapier
tot 500 vellen (80 g/m
2
) in
elke onderlade
1
Folio-formaat is 215,9 mm × 330,2 mm
Afdrukmethoden
4
1
Aanbevolen papierspecificaties
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Basisgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 µm
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langlopend
Helderheid Hoger dan 80%
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langlopend papier met een vochtigheidspercentage van circa 5%.
(Raadpleeg Belangrijke informatie over het kiezen van papier uu pagina 153 om te bepalen welk papier u
met deze machine kunt gebruiken.)
Afdrukmethoden
5
1
Behandeling en gebruik van speciaal papier
De machine functioneert goed met xerografisch en briefpapier. Sommige typen papier kunnen echter van
invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u
papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en
zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Bij gebruik van briefpapier, grof, verkreukeld of gevouwen papier kan het resultaat wat minder zijn.
Typen papier die u moet vermijden
Belangrijk
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1
1
1 Door een krul van 2 mm of meer kan het papier vastlopen.
dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft. Bij gecoat papier, zoals glanzend papier, kunnen er
inktvlekken op het papier komen als de inkt niet goed is gedroogd.
dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke
schade wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
Afdrukmethoden
6
1
Onbedrukbaar gedeelte bij het afdrukken vanaf een computer
De onderstaande waarden geven de maximale onbedrukbare gedeeltes aan. Het onbedrukbare gedeelte kan
variëren afhankelijk van de instellingen van het programma dat u gebruikt.
1
3
24
Gebruik
Documentgrootte
Bovenkant (1)
Links (2)
Onderkant (3)
Rechts (4)
Afdrukken A4 / Letter /
Legal
4,23 mm
Afdrukmethoden
7
1
Papier plaatsen
Papier en afdrukmedia plaatsen
De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade, de optionele onderste laden of de
multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat,
kunt u het formaat selecteren via de toepassingssoftware. Als deze optie niet door de toepassingssoftware
geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.
Papier in de standaardpapierlade en de optionele onderladen plaatsen
U kunt maximaal 500 vellen papier in de standaardpapierlade (Lade 1) of in elk van de optionele onderladen
(Lade 2 / Lade 3 / Lade 4) plaatsen. De stapel papier mag niet hoger zijn dan de maximummarkering (bbb)
die wordt aangegeven op de linkerzijde van de papierlade. (Raadpleeg Geschikt papier en andere
afdrukmedia uu pagina 2 om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier vanuit Lade 1, Lade 2, Lade 3 en
Lade 4
a Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
Afdrukmethoden
8
1
b Houd de groene vrijgavehendel van de papiergeleiders (1) ingedrukt en stel de papiergeleiders af op het
papierformaat dat u in de lade plaatst. Controleer of de geleiders goed in de sleuven passen.
1
1
Opmerking
1
Druk voor Legal- of Folio-formaat op de vrijgaveknop (1) en trek de achterkant van de papierlade naar
achter. (In sommige regio's zijn Legal- en Folio-papier niet beschikbaar.)
c Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat het papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor dat:
Afdrukmethoden
9
1
de stapel papier niet uitsteekt boven de maximummarkering (bbb) (1).
Als u de papierlade te hoog vult, kan het papier vastlopen.
de te bedrukken zijde naar beneden gericht is.
de papiergeleider met de maximummarkering (bbb) (1) is aangesloten tegen de zijkant van het papier,
zodat dit correct wordt ingevoerd.
1
e Plaats de papierlade weer in de machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit.
Afdrukmethoden
10
1
Opmerking
Wijzig voor papier van Legal- of Folio-formaat de positie van de papierstop op de uitvoerlade. Om de
papierstop naar de Legal-positie te verplaatsen, drukt u op de vrijgaveknoppen (1) op de basis van de
papierstop en verwijdert u deze. Schuif vervolgens het klepje naar de achterzijde van de machine, zoals
in de illustratie getoond. Plaats de papierstop weer op de machine in de ruimte die door het verschuiven
van het klepje is vrijgekomen.
1
f Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Executive
A5 B5
(JIS)
Folio A5 lange zijde
(alleen Lade 1)
Zie Papiertype en -formaat uu pagina 3 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier
Papierbron
Lade1 Lade2
(indien
beschikbaar)
Lade3
(indien
beschikbaar)
Lade4
(indien beschikbaar)
Lade-ID 1 Lade-ID 2 Lade-ID 3 Lade-ID 4
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Afdrukmethoden
11
1
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de
versie ervan verschillen.
g Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
Opmerking
Plaats uw handen niet in het papieruitvoergebied.
Plaats geen voorwerpen in het papieruitvoerpad.
Wacht tot alle pagina's volledig zijn uitgevoerd voordat u ze oppakt.
Lade-ID instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd)
Bij het verzenden van afdrukgegevens naar de machine kunt u de lade-ID selecteren via de optie
Papierbron in de printerdriver. Als de lade-ID op de machine is ingesteld, kan de machine, zelfs als de lade
naar een andere positie is verplaatst, de lade detecteren en van hieruit afdrukken.
Om de lade-ID in te stellen, verschuift u het lipje naar de gewenste positie van de lade-ID (zie illustratie).
Zie voor meer details over het selecteren van de lade-ID in de printerdriver Papierbron uu pagina 32 (voor
Windows
®
-printerdriver), Afdrukvoorkeuren uu pagina 46 (voor Windows
®
BR-Script3-printerdriver), en
Afdrukinstellingen uu pagina 62 (voor Macintosh-printerdrivers).
Scheidingsvellade instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd)
Als u een papierlade selecteert met de optie Lade schd.vel, wordt tussen de afzonderlijke afdruktaken
een vel papier vanuit de opgegeven lade ingevoegd. Als u bijvoorbeeld een lade selecteert waarin gekleurd
papier is geplaatst, kunt u gemakkelijk het begin en einde van iedere afdruktaak vinden. (Zie Papierlade
uu pagina 78.)
Afdrukmethoden
12
1
Lade uitsluiten instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd)
Als u de optie Lade gebruiken instelt op Auto worden de papierladen gebruikt in de volgorde die u hebt
opgegeven met behulp van de optie Prioriteit en kunt u instellen dat het papier in de onderste lade niet
wordt gebruikt. Als bijvoorbeeld Lade 2 is geïnstalleerd en u papier in Lade 2 hebt geplaatst, kunt u de optie
Prioriteit instellen op MP>T1 of T1>MP, zodat het papier in Lade 2 niet wordt gebruikt. (Zie Papierlade
uu pagina 78.)
Papier in de multifunctionele lade (MF-lade) plaatsen
U kunt maximaal 100 vellen normaal papier in de MF-lade plaatsen. Gebruik deze lade om af te drukken op
dik papier of briefpapier. (Raadpleeg Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 2 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken op normaal papier, dun papier en kringlooppapier vanuit de MF-lade
a Maak de MF-lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
b Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
2
1
c Plaats papier in de MF-lade en zorg ervoor dat:
Afdrukmethoden
13
1
de stapel papier niet boven de maximummarkering uitsteekt (1).
u het papier met de te bedrukken zijde naar boven richt en met de bovenkant eerst plaatst.
1
d Houd de grijze ontgrendelingshendel van de papiergeleider (1) ingedrukt en stel de geleider af op het
gebruikte papierformaat.
1
Afdrukmethoden
14
1
Opmerking
Wijzig voor papier van Legal- of Folio-formaat de positie van de papierstop op de uitvoerlade. Om de
papierstop naar de Legal-positie te verplaatsen, drukt u op de vrijgaveknoppen (1) op de basis van de
papierstop en verwijdert u deze. Schuif vervolgens het klepje naar de achterzijde van de machine, zoals
in de illustratie getoond. Plaats de papierstop weer op de machine in de ruimte die door het verschuiven
van het klepje is vrijgekomen.
1
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 3 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
1
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd te kiezen in de Windows
®
-printerdriver,
Grootte van aangepaste pagina (PostScript) in de BR-Script3-printerdriver voor
Windows
®
of
Aangepaste formaten in
Macintosh-printerdrivers.
Zie Papiertype en -formaat uu pagina 3 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier
Papierbron
MF lade
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Afdrukmethoden
15
1
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de
versie ervan verschillen.
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
Opmerking
Plaats uw handen niet in het papieruitvoergebied.
Plaats geen voorwerpen in het papieruitvoerpad.
Wacht tot alle pagina's volledig zijn uitgevoerd voordat u ze oppakt.
Afdrukken op dik papier of briefpapier vanuit de MF-lade
Belangrijk
Open voor het afdrukken op dik papier of briefpapier de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde
naar boven) om omkrullen en kreukels te voorkomen waardoor de printkop kan slijten.
a Maak de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
Afdrukmethoden
16
1
b Trek de steun van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven (1) uit en vouw de steunklep (2)
open.
2
1
c Maak de MF-lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
d Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
2
1
Afdrukmethoden
17
1
e Plaats papier in de MF-lade. Zorg ervoor dat:
de stapel papier niet boven de maximummarkering uitsteekt (1).
de te bedrukken zijde naar boven is gericht.
1
f Houd de grijze ontgrendelingshendel van de papiergeleider (1) ingedrukt en stel de geleider af op het
gebruikte papierformaat.
1
g Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
<Voor het afdrukken op dik papier of briefpapier>
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 3 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
1
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd te kiezen in de Windows
®
-printerdriver,
Grootte van aangepaste pagina (PostScript) in de BR-Script3-printerdriver voor
Windows
®
of
Aangepaste formaten in
Macintosh-printerdrivers.
Zie Papiertype en -formaat uu pagina 3 voor de bruikbare papierformaten.
Afdrukmethoden
18
1
Mediatype
<Voor het afdrukken op dik papier>
Dik papier
<Voor het afdrukken op briefpapier>
Briefpapier
Papierbron
MF lade
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de
versie ervan verschillen.
h Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
Opmerking
Plaats uw handen niet in het papieruitvoergebied.
Plaats geen voorwerpen in het papieruitvoerpad.
Wacht tot alle pagina's volledig zijn uitgevoerd voordat u ze oppakt.
Als het dikke papier omkrult tijdens het afdrukken, plaatst u slechts één vel per keer in de MF-lade.
i Vouw de steun van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven (1) in en schuif de steunklep
(2) in.
1
2
Afdrukmethoden
19
1
j Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven).
Afdrukmethoden
20
1
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Alle meegeleverde printerdrivers maken dubbelzijdig afdrukken mogelijk. Raadpleeg de Help in de
printerdriver voor meer informatie hierover.
Richtlijnen voor afdrukken op beide zijden van het papier
Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst. Als het
papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Als het papier niet correct wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Als het papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Opmerking
Controleer of de papierlade zo ver mogelijk in de machine is gestoken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) uu pagina 64 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken met de Windows
®
-printerdriver
a Stel de instellingshendel voor dubbelzijdig afdrukken aan de achterkant van de printer in op LTR/LGL of
A4. Stel de instellingshendel bij gebruik van Folio-formaat in op LTR/LGL.
Letter-, Legal- of Folio-formaat
A4-formaat
Opmerking
Als u probeert af te drukken terwijl de papierinstellingshendel voor dubbelzijdig afdrukken niet is afgesteld
op het papierformaat dat wordt gebruikt, verschijnt DX-hendelfout op het LCD-scherm en wordt het
afdrukken gestaakt. Zet de hendel op de positie van het juiste papierformaat als dit gebeurt.
Afdrukmethoden
21
1
b Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Folio
Mediatype
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Papierbron
Lade1 MF lade Lade2
(indien
beschikbaar)
Lade3
(indien
beschikbaar)
Lade4
(indien
beschikbaar)
Lade-ID 1 Lade-ID 2 Lade-ID 3 Lade-ID 4
Duplex / Folder
Duplex
Soort duplex in Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge in Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Opmerking
U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de
versie ervan verschillen.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
c Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
Opmerking
Plaats uw handen niet in het papieruitvoergebied.
Plaats geen voorwerpen in het papieruitvoerpad.
Wacht tot alle pagina's volledig zijn uitgevoerd voordat u ze oppakt.
Afdrukmethoden
22
1
Automatisch dubbelzijdig afdrukken met de BR-Script3-printerdriver voor Windows
®
a Stel de instellingshendel voor dubbelzijdig afdrukken aan de achterkant van de printer in op LTR/LGL of
A4. Stel de instellingshendel bij gebruik van Folio-formaat in op LTR/LGL.
Letter-, Legal- of Folio-formaat
A4-formaat
Opmerking
Als u probeert af te drukken terwijl de papierinstellingshendel voor dubbelzijdig afdrukken niet is afgesteld
op het papierformaat dat wordt gebruikt, verschijnt DX-hendelfout op het LCD-scherm en wordt het
afdrukken gestaakt. Zet de hendel op de positie van het juiste papierformaat als dit gebeurt.
b Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
A4 Letter Legal Folio
Soort papier
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Papierinvoer
Lade1 MF lade Lade2
(indien
beschikbaar)
Lade3
(indien
beschikbaar)
Lade4
(indien
beschikbaar)
Lade ID 1 Lade ID 2 Lade ID 3 Lade ID 4
Dubbelzijdig afdrukken
Over korte zijde omslaan Over lange zijde omslaan
Paginavolgorde
Vooraan beginnen Achteraan beginnen
Afdrukmethoden
23
1
Opmerking
U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem en de
versie ervan verschillen.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
c Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
Opmerking
Plaats uw handen niet in het papieruitvoergebied.
Plaats geen voorwerpen in het papieruitvoerpad.
Wacht tot alle pagina's volledig zijn uitgevoerd voordat u ze oppakt.
2
24
2
Driver en software
Printerdriver
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in
een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Doorgaans is dit formaat PDL (page
description language).
U vindt de printerdrivers voor de ondersteunde versies van Windows
®
en Macintosh op de meegeleverde cd-
rom. Installeer de drivers door het volgen van de stappen in de Installatiehandleiding. De meest recente
printerdrivers kunt u downloaden via de website van het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
Voor Windows
®
Printerdriver voor Windows
®
(de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™ taalemulatie)
1
1
De driver installeren met de aangepaste installatie op de cd-rom.
Voor Macintosh
Printerdriver voor Macintosh (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™ taalemulatie)
1
1
De installatie-instructies voor de driver vindt u op http://solutions.brother.com/.
Voor Linux
® 1 2
LPR-printerdriver
CUPS-printerdriver
1
Voor meer informatie over de printerdriver voor Linux en voor het downloaden van deze driver gaat u naar de modelpagina van uw machine op
http://solutions.brother.com/ of gebruikt u de koppeling op de meegeleverde cd-rom.
2
Afhankelijk van de Linux-distributies is het mogelijk dat de driver niet beschikbaar is, of mogelijk wordt deze pas vrijgegeven na de marktintroductie
van uw model.
Driver en software
25
2
Documenten afdrukken
Wanneer de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint het afdrukproces en wordt papier uit de
papierlade gehaald. Via de papierlade kunnen diverse papiertypes worden ingevoerd. (Zie Papiercapaciteit
van de papierladen uu pagina 3.)
a Kies in uw toepassing de opdracht Afdrukken.
Als er andere printerdrivers op uw computer geïnstalleerd zijn , kiest u Brother HL-S7000DN series als
printerdriver in het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van uw softwaretoepassing, en klikt u
vervolgens op OK of Afdrukken om het afdrukken te starten.
b Uw computer stuurt de gegevens naar de machine. Het Data-lampje gaat knipperen en op het LCD-
scherm wordt Printen weergegeven. De papierstop gaat ook knipperen als deze zich in de standaard
A4/Letter-positie bevindt.
c Wanneer alle gegevens zijn afgedrukt stoppen het Data-lampje en de papierstop met knipperen.
Opmerking
U kunt het papierformaat en de afdrukstand selecteren in uw softwaretoepassing.
Als de softwaretoepassing het door u opgegeven papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een formaat
dat net iets groter is. Vervolgens past u het afdrukgebied aan door de rechter- en linkermarge in de
softwaretoepassing te wijzigen.
Driver en software
26
2
Printerdriverinstellingen
Wanneer u via de computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen:
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Soort papier
Langzaam drogend papier
1
Meerdere pagina's afdrukken
Duplex / Folder
3
Papierbron
Uitvoerlade
Schaal
Ondersteboven afdrukken
2
Watermerk gebruiken
2 3
Kop/Voetregel printen
2 3
Inktbespaarstand
Beheerder
2 3
Gebruikersverificatie
2 3
Slaaptijd
Macro
2 3
Dichtheidregeling
TrueType-modus
3
Afdrukken van opslag
Afdrukprofiel
2 3
1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de BR-Script3-printerdriver voor Macintosh.
2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de BR-Script3-printerdriver voor Windows
®
.
3
Deze instellingen zijn niet beschikbaar met de Macintosh-printerdriver en de BR-Script3-printerdriver voor Macintosh.
Driver en software
27
2
Windows
®
De printerdriverinstellingen openen
a (Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
)
Klik op start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
(Voor Windows Vista
®
)
Klik op
, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers.
(Voor Windows
®
7)
Klik op
en vervolgens op Apparaten en printers.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother HL-S7000DN series en selecteer
Eigenschappen (en indien nodig Eigenschappen van printer en Brother HL-S7000DN series). Het
dialoogvenster met de printereigenschappen wordt weergegeven.
c Selecteer het tabblad Algemeen en klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken
(Voorkeursinstellingen). Selecteer het tabblad Accessoires voor het configureren van de lade-
instellingen.
Functies in de Windows
®
-printerdriver
Raadpleeg de Help in de printerdriver voor meer informatie.
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows
®
7. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Zie De printerdriverinstellingen openen uu pagina 27 voor het openen van de instellingen voor de
printerdriver.
Driver en software
28
2
Tabblad Normaal
U kunt de pagina-indeling ook wijzigen door te klikken op de afbeelding aan de linkerkant van het tabblad
Normaal.
4
1
2
3
a Geef de instellingen op voor Papierformaat, Afdrukstand, Aantal en Mediatype (1).
b Geef de instellingen op voor Meerdere pag. afdrukken en Duplex / Folder (2).
c Geef de instellingen op voor Papierbron en Uitvoerlade (3).
d Controleer uw huidige instellingen in het venster (4).
e Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
Papierformaat
Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u gebruikt.
Driver en software
29
2
Afdrukstand
Met de afdrukstand wordt de positie van uw document bij afdrukken bepaald (Staand of Liggend).
Staand (Verticaal) Liggend (Horizontaal)
Aantal
Bij het aantal kunt u aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Sorteren
Wanneer het vakje Sorteren is aangevinkt, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt,
waarna dit proces wordt herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als het vakje
Sorteren niet is aangevinkt, wordt van elke pagina het aangegeven aantal exemplaren afgedrukt voordat
de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Sorteren aangevinkt
Sorteren niet aangevinkt
Driver en software
30
2
Soort papier
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet de juiste
papiersoort worden geselecteerd.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Briefpapier
Kringlooppapier
Opmerking
Wanneer u normaal papier van 60 tot 105 g/m
2
gebruikt, selecteert u Normaal papier. Als u zwaarder
papier of ruw papier gebruikt, kiest u Dik papier. Voor briefpapier selecteert u Briefpapier.
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u papier gebruikt dat langzaam droogt, om te voorkomen dat de inkt doorloopt.
Meerdere pagina's afdrukken
Met de optie Meerdere pag. afdrukken kunt u de beeldgrootte van een pagina verkleinen zodat u meerdere
pagina's per vel kunt afdrukken, of vergroten zodat u één pagina verspreid over meerdere vellen kunt
afdrukken.
Paginavolgorde
Als de optie N op 1 is geselecteerd, kunt u de paginavolgorde in de keuzelijst kiezen.
Rand
Wanneer u meerdere pagina's op één vel afdrukt, kunt u geen kader, een ononderbroken kader, of een
kader met stippellijn om elke pagina op het vel afdrukken.
Snijlijn afdrukken
Wanneer de optie 1 op NxN pagina's geselecteerd is, kunt u de optie Snijlijn afdrukken selecteren. Met
deze optie kunt u een vage snijlijn afdrukken rond het afdrukgebied.
Driver en software
31
2
Duplex / Folder
Gebruik deze functie als u een folder wilt afdrukken of dubbelzijdig wilt afdrukken.
Geen
Schakel dubbelzijdig afdrukken uit.
Duplex
Gebruik deze opties als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
Wanneer u Duplex kiest, wordt de knop Duplexinstellingen beschikbaar. U kunt de volgende instellingen
opgeven in het dialoogvenster Duplexinstellingen.
Soort duplex
Voor elke afdrukstand zijn er vier manieren waarop dubbelzijdig kan worden afgedrukt.
Staand
Lange rand (links)
Lange rand (rechts)
Korte rand (boven)
Korte rand (onder)
Liggend
Lange rand (boven)
Lange rand (onder)
Korte rand (rechts)
Korte rand (links)
Inbindmarge
Als u Inbindmarge aanvinkt, kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeter of inch opgeven.
Folder
Gebruik deze optie om een document in folderformaat dubbelzijdig af te drukken; het document wordt
geordend op paginanummers en u kunt het in het midden vouwen zonder de volgorde van de pagina's te
moeten wijzigen.
Wanneer u Folder kiest, wordt de knop Duplexinstellingen beschikbaar. U kunt de volgende instellingen
opgeven in het dialoogvenster Duplexinstellingen.
Driver en software
32
2
Soort duplex
Voor elke afdrukstand zijn er twee manieren waarop dubbelzijdig kan worden afgedrukt.
Staand Liggend
Links inbinden
Rechts inbinden
Boven inbinden
Onder inbinden
Folder afdrukken
Wanneer Onderverdelen in sets is geselecteerd:
Met deze optie kunt u de volledige folder afdrukken in sets van kleinere individuele folders, die u nog
steeds in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de pagina's te hoeven wijzigen. U kunt het
aantal pagina's in elke kleinere folder specificeren van 1 tot 15. Deze optie kan handig zijn voor het
vouwen van een afgedrukte folder die een groot aantal pagina's bevat.
Inbindmarge
Als u Inbindmarge aanvinkt, kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeter of inch opgeven.
Papierbron
U kunt Automatisch, Lade1, Lade2
1
, Lade3
1
, Lade4
1
, MF lade, Handmatig, Lade-ID 1, Lade-ID 2,
Lade-ID 3 of Lade-ID 4 selecteren en afzonderlijke laden opgeven voor het afdrukken van de eerste pagina
en voor het afdrukken van de tweede pagina en verder.
1
Beschikbaar als deze optionele onderlade is geplaatst.
Uitvoerlade
U kunt de volgende uitvoerladen selecteren:
Automatisch
Standaard
Optioneel
1
1
Beschikbaar als de optionele uitvoerlade is geplaatst.
Driver en software
33
2
Tabblad Geavanceerd
1
2
3
4
5
6
7
8
Wijzig de instellingen op dit tabblad door op een van de volgende selecties te klikken:
Scaling (1)
Ondersteboven afdrukken (2)
Watermerk gebruiken (3)
Kop/Voetregel printen (4)
Inktbespaarstand (5)
Beheerder (6)
Verificatie van gebruiker (7)
Andere afdrukopties (8)
Scaling
U kunt de afdrukschaal wijzigen.
Ondersteboven afdrukken
Vink Ondersteboven afdrukken aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren.
Driver en software
34
2
Watermerk gebruiken
U kunt een logo of tekst als watermerk op uw document plaatsen. U kunt een van de vooringestelde
watermerken kiezen of een zelfgemaakt bitmapbestand gebruiken. Vink Watermerk gebruiken aan en klik
op de knop Instellingen.
Watermerkinstellingen
Aangepaste instellingen
U kunt kiezen welk watermerk er moet worden afgedrukt op de eerste of de andere pagina's.
Driver en software
35
2
Een watermerk toevoegen
Klik op de knop Toevoegen om de watermerkinstellingen toe te voegen en selecteer vervolgens
Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken onder Stijl van watermerk.
Titel
Voer een geschikte titel in het veld in.
Tekst
Typ in het veld Tekst een tekst voor het watermerk en geef vervolgens de instellingen bij Lettertype,
Stijl, Grootte en Contrast op.
•Bitmap
Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmapafbeelding in het vak Bestand in of klik op
Bladeren om het bestand te zoeken. U kunt ook de schaalgrootte van de afbeelding instellen.
Positie
Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt bepalen.
Kop/Voetregel printen
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden op het document de datum en tijd van uw computerklok
afgedrukt, evenals uw aanmeldnaam of andere tekst die u hebt ingevoerd. Door op Instellingen te klikken,
kunt u deze informatie aanpassen.
ID printen
Als u Login Gebruikers Naam selecteert, wordt de aanmeldnaam van de pc-gebruiker afgedrukt. Als u
Aangepast selecteert en de tekst invoert in het invoervak Aangepast, wordt de tekst die u hebt ingevoerd
afgedrukt.
Driver en software
36
2
Inktbespaarstand
Met deze functie kunt u inkt besparen. Wanneer u Inktbespaarstand selecteert, wordt er lichter afgedrukt.
U kunt deze modus niet gebruiken wanneer Langzaam drogend papier op het tabblad Normaal is
geselecteerd.
Beheerder
Beheerders zijn bevoegd om toegang tot functies als schaal en watermerk te beperken.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in dit vak in.
Opmerking
Klik op Wachtwoord instellen... om het wachtwoord te wijzigen.
Kopiëren vergrendelen
Hier kunt u het afdrukken van meerdere pagina's vergrendelen.
Meerdere pag. & Schaal vergrendelen
Hier kunt u de instellingen voor schaal en meerdere pagina's vergrendelen.
Watermerk vergrendelen
Hier kunt u de huidige instellingen voor het watermerk vergrendelen, zodat deze niet kunnen worden
gewijzigd.
Kop/Voetregel printen vergrendelen
Hier kunt u de huidige instellingen voor de Kop-/Voetregeloptie vergrendelen, zodat deze niet kunnen
worden gewijzigd.
Afdrukken van opslag vergrendelen (instelling in stuurprogramma)
U kunt de gebruikerstoegang tot de functie Afdrukken van opslag beperken. Zie Tabblad Afdrukken van
opslag uu pagina 38 voor meer informatie over Afdrukken van opslag.
Driver en software
37
2
Gebruikersverificatie
Als u PC-printen niet kunt gebruiken ten gevolge van de beperkingen die zijn ingesteld via de functie Beveiligd
functieslot 2.0, moet u uw ID en PIN invoeren in het dialoogvenster Instellingen voor verificatie van
gebruikers. Klik op Instellingen bij Verificatie van gebruiker en voer uw ID en PIN in. Als de inlognaam
van uw pc geregistreerd is bij Beveiligd functieslot 2.0, kunt u Aanmeldnaam van pc gebruiken aanvinken
in plaats van uw ID en PIN in te voeren.
Meer informatie over Beveiligd functieslot 2.0 uu Netwerkhandleiding
Opmerking
Wanneer u de machine in een netwerk gebruikt, kunt u door te klikken op Afdrukstatus controleren de
informatie van uw ID bekijken, zoals de status van beperkte functies en het aantal pagina's dat u nog mag
afdrukken. Het dialoogvenster Verificatieresultaat wordt weergegeven.
Wanneer u de machine in een netwerk gebruikt, kunt u instellen dat het dialoogvenster
Verificatieresultaat bij elke afdruk wordt weergegeven door Afdrukstatus weergeven voor afdrukken
aan te vinken.
Als u uw ID en pincode wilt invoeren telkens wanneer u afdrukt, vinkt u Id/pincode invoeren
voor elke afdruktaak aan.
Overige afdrukopties
Bij Printerfunctie kunt u het volgende instellen:
Slaaptijd
Macro
Dichtheid afstelling
TrueType-modus
Driver en software
38
2
Slaaptijd
Als de machine een bepaalde tijd geen gegevens ontvangt (time-out) schakelt hij over op de slaapstand. In
de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert, wordt de time-
outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de driver. De Intelligente
slaapstand past deze instelling automatisch aan op de regelmaat waarmee u de machine gebruikt.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine nog
wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine automatisch
geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Macro
U kunt een pagina van een document als een macro in het geheugen van de machine opslaan. U kunt de
opgeslagen macro vervolgens uitvoeren (u kunt de opgeslagen macro gebruiken als een sjabloon voor alle
documenten). Zo wordt voor veelgebruikte informatie zoals formulieren, bedrijfslogo's, briefhoofden of
facturen tijd bespaard en kunnen deze sneller worden afgedrukt.
Dichtheidregeling
Verhoogt of verlaagt de afdrukdichtheid.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer Langzaam drogend papier op het tabbladNormaal is
geselecteerd.
Als u Duplex of Folder selecteert en de afdrukdichtheid verhoogt, neemt de afdruksnelheid af.
TrueType-modus
TrueType-lettertypen kunnen op een van de volgende manieren naar de printer worden overgebracht:
Als TrueType downloaden
Als bitmap downloaden
Tabblad Afdrukken van opslag
Met Afdrukken van opslag kunt u afdruktaken op de machine opslaan en op een later tijdstip afdrukken. Het
document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de machine stuurt. U kunt het document via het
bedieningspaneel van de machine afdrukken. (Zie Opgeslagen gegevens afdrukken uu pagina 89.)
Driver en software
39
2
Opmerking
Als de optionele kaartlezer op de machine is aangesloten, kunt u opgeslagen gegevens met behulp van
kaartverificatie afdrukken. Omdat uw persoonlijke opslaggegevens alleen met uw kaart toegankelijk zijn,
is kaartverificatie een effectief middel om ongeautoriseerde toegang van uw gegevens te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de
pagina Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
1
3
4
2
Een afdruktaak verzenden en op de machine opslaan:
a Selecteer in het vak Opgeslagen taaktype (1) of de afdruktaak moet worden opgeslagen als persoonlijke
of openbare gegevens.
Uit
De afdruktaak wordt niet in de machine opgeslagen.
Opslaan als persoonlijk (beveiligd) / Opslaan als persoonlijk
De afdruktaak wordt opgeslagen in de map van de gebruiker op de machine.
Opslaan als openbaar
De afdruktaak wordt op de machine opgeslagen en is voor iedere gebruiker toegankelijk.
Driver en software
40
2
b Als u Opslaan als persoonlijk (beveiligd) selecteert, voert u in het veld Wachtwoord een wachtwoord
van vier cijfers in. Uw afdruktaak wordt beveiligd door het wachtwoord en naar de machine verzonden.
Als u de afdruktaak wilt afdrukken, moet u het wachtwoord invoeren op het bedieningspaneel van de
machine.
c Als u uw document wilt afdrukken op het moment dat u de afdruktaak op de machine opslaat, vinkt u
Een proefexemplaar afdrukken (2) aan.
d Geef in het vak Gebruikersnaam (3) de gebruikersnaam op die aan de afdruktaak is toegekend.
Aanmeldnaam van pc gebruiken
Voor de gebruikersnaam wordt de aanmeldnaam van de pc gebruikt.
Aangepaste gebruikersnaam gebruiken
Voer de gebruikersnaam in die u wilt gebruiken.
e Selecteer de naam van de afdruktaak in het vak Naam van taak (4).
Standaardnaam van systeem gebruiken
Hiermee wordt de taaknaam gebruikt die door de toepassing is gespecificeerd.
Aangepaste taaknaam gebruiken
Voer de taaknaam in die u wilt gebruiken.
f Klik op OK om het door u geselecteerde profiel toe te passen.
Gegevens uit Afdrukken van opslag verwijderen:
U kunt gegevens uit Afdrukken van opslag verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie
Opgeslagen gegevens wissen uu pagina 90.)
Driver en software
41
2
Tabblad Afdrukprofielen
Afdrukprofielen zijn bewerkbare voorinstellingen waarmee u snel toegang krijgt tot vaak gebruikte
afdrukconfiguraties.
1
2
3
4
5
Keuzelijst met afdrukprofielen (1)
Profiel verwijderen (2)
Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen (3)
Profiel toevoegen (4)
Weergave van het huidige afdrukprofiel (5)
a Kies het gewenste profiel in de keuzelijst met afdrukprofielen.
b Als u voor toekomstige afdruktaken eerst het tabblad Afdrukprofielen wilt weergeven, vinkt u
Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen aan.
c Klik op OK om het door u geselecteerde profiel toe te passen.
Driver en software
42
2
Profiel toevoegen
Als u op de knop Profiel toevoegen klikt, verschijnt het dialoogvenster Profiel toevoegen. U kunt hierin 20
nieuwe profielen met gewenste instellingen toevoegen.
a Voer de gewenste titel in bij Naam.
b Kies in de pictogrammenlijst het pictogram dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op OK.
c De huidige instellingen die weergegeven worden aan de linkerzijde van het printerdrivervenster worden
opgeslagen.
Profiel verwijderen
Als u op de knop Profiel verwijderen klikt, verschijnt het dialoogvenster Profiel verwijderen. U kunt hierin
toegevoegde profielen verwijderen.
a Kies het gewenste profiel in de keuzelijst met afdrukprofielen.
b Klik op Verwijderen.
c Klik op Ja om de instelling te bevestigen.
Het geselecteerde profiel wordt verwijderd.
d Klik op Sluiten om het dialoogvenster te sluiten.
Driver en software
43
2
Tabblad Onderhoud
Voor het behoud van een goede afdrukkwaliteit wordt de printkop indien nodig automatisch gereinigd. Als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces ook handmatig starten.
Testafdruk
U kunt een testpagina afdrukken om de afdrukkwaliteit te controleren.
Standaardreiniging
U kunt het reinigingsproces handmatig starten. Voer een reiniging uit als er verticale lijnen door tekst of
afbeeldingen lopen of als stukken tekst zijn weggevallen.
Geavanceerde reiniging
Hiermee wordt de printkop grondiger gereinigd dan met Standaardreiniging. Kies deze optie als de
printkop met Standaardreiniging niet voldoende gereinigd is, als de afdrukken vaag zijn of vlekken
vertonen.
Opmerking
Met Geavanceerde reiniging wordt meer inkt verbruikt dan met Standaardreiniging.
Driver en software
44
2
Tabblad Accessoires
Opmerking
Zie De printerdriverinstellingen openen uu pagina 27 om het tabblad Accessoires te openen.
U kunt in het tabblad Accessoires het papierformaat voor elke papierlade definiëren en het serienummer
automatisch detecteren.
1
2
3
4
Beschikbare opties / Geïnstalleerde opties (1)
U kunt zelf op de machine geïnstalleerde toebehoren aan deze lijst toevoegen of daaruit verwijderen.
Welke instellingen u voor de laden kunt maken, is afhankelijk van de toebehoren die zijn geïnstalleerd.
Instelling papierbron (2)
Wanneer u op Autom. waarnemen (3) klikt, wordt in dit vak aangegeven welk papierformaat via het
bedieningspaneelmenu voor elke papierlade is ingesteld.
Autom. waarnemen (3)
De functie Autom. waarnemen detecteert de geïnstalleerde optionele accessoires en toont de
beschikbare instellingen in de printerdriver. Wanneer u op Autom. waarnemen klikt, worden de optionele
accessoires die op uw machine geïnstalleerd zijn weergegeven onder Beschikbare opties (1). U kunt de
opties handmatig toevoegen of verwijderen door een optioneel accessoire te selecteren dat u wilt
toevoegen of verwijderen, en daarna op Toevoegen of Verwijderen te klikken.
Opmerking
De functie Autom. waarnemen (3) is niet beschikbaar als:
De machine is uitgeschakeld.
De machine een foutmelding weergeeft.
De machine in een gedeelde netwerkomgeving met behulp van een USB-kabel is aangesloten op de
afdrukserver.
Driver en software
45
2
De kabel niet goed op de machine is aangesloten.
Serienummer. (4)
Wanneer u op Autom. waarnemen (3) klikt, wordt het serienummer van de machine weergegeven. Als
de printer deze informatie niet kan achterhalen, wordt “---------------” in plaats van het serienummer op het
scherm weergegeven.
Ondersteuning
Klik in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op de knop Ondersteuning.
1
2
4
3
5
6
Driver en software
46
2
Brother Solutions Center (1)
Het Brother Solutions Center (
http://solutions.brother.com/) is een website waar u informatie vindt over uw
Brother-product, zoals veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het
gebruik van uw machine.
Website Originele Verbruiksartikelen (2)
Klik op deze knop om naar onze website voor originele Brother-verbruiksartikelen te gaan.
Instellingen afdrukken (3)
Met deze knop kunt u een lijst afdrukken met de interne instellingen die voor de machine zijn
geconfigureerd.
Instelling controleren (4)
U kunt de huidige instellingen van de driver controleren.
Info (5)
Klik op deze knop om een lijst met de printerdriverbestanden en versie-informatie weer te geven.
Lettertypen afdrukken (6)
Met deze knop kunt u een lijst afdrukken met de interne lettertypen van de machine.
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie)
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows
®
7. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Afdrukvoorkeuren
Opmerking
U opent het dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken door op het tabblad Algemeen van
het dialoogvenster Eigenschappen van Brother HL-S7000DN BR-Script3 op Voorkeursinstellingen
voor afdrukken (Voorkeursinstellingen) te klikken.
Driver en software
47
2
Tabblad Indeling
Hier kunt u de indeling wijzigen door de instellingen voor Afdrukstand, Dubbelzijdig afdrukken (Duplex),
Paginavolgorde en Paginaindeling te selecteren.
Afdrukstand
De afdrukstand bepaalt in welke stand het document wordt afgedrukt.
(Staand, Liggend of Liggend gedraaid)
Dubbelzijdig afdrukken
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken, kiest u Over korte zijde omslaan of Over lange zijde omslaan.
Paginavolgorde
Hiermee wordt de volgorde waarin de pagina's van uw document worden afgedrukt, opgegeven. Met
Vooraan beginnen wordt het document zodanig afgedrukt dat pagina 1 bovenop de stapel ligt. Met
Achteraan beginnen wordt het document zodanig afgedrukt dat pagina 1 onderop de stapel ligt.
Paginaindeling
De optie Pagina’s per vel kan het beeld van een pagina verkleinen zodat er meerdere pagina's op één
vel papier kunnen worden afgedrukt. U kunt eveneens een document automatisch in folderstijl
afdrukken door Brochure te selecteren.
Driver en software
48
2
Tabblad Papier/Kwaliteit
Kies hier de Papierinvoer.
Papierinvoer
U kunt kiezen uit Automatisch selecteren, Printer selecteert automatisch, Lade1, Lade2
1
, Lade3
1
,
Lade4
1
, MF lade, Lade ID 1, Lade ID 2, Lade ID 3, Lade ID 4 of Handmatige invoer.
Automatisch selecteren
Papier wordt automatisch uit een papierbron gehaald waarvoor in de printerdriver een papierformaat is
ingesteld dat overeenstemt met uw document.
Printer selecteert automatisch
Papier wordt automatisch uit een papierbron gehaald waarvoor in de machine een papierformaat is
ingesteld dat overeenstemt met uw document.
Lade1
Met deze instelling wordt er papier genomen uit Lade 1.
Lade2 / Lade3 / Lade4
Met deze instelling wordt er papier genomen uit Lade 2, Lade 3 of Lade 4.
1
MF lade
Met deze instelling wordt er papier genomen uit de MF-lade. Het papierformaat dient overeen te komen
met het papierformaat dat in de printerdriver en op de machine is opgegeven.
Lade ID 1 / Lade ID 2 / Lade ID 3 / Lade ID 4
Met deze instelling wordt er papier genomen uit de lade die overeenstemt met de opgegeven Lade-ID.
(Zie Lade-ID instellen (als de onderladen zijn geïnstalleerd) uu pagina 11.)
1
Beschikbaar als de optionele onderladen zijn geïnstalleerd.
Driver en software
49
2
Tabblad Afdrukken van opslag
Met Afdrukken van opslag kunt u afdruktaken op de machine opslaan en op een later tijdstip afdrukken.
Het document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de machine stuurt. U kunt het document
via het bedieningspaneel van de machine afdrukken. (Zie Opgeslagen gegevens afdrukken
uu pagina 89.)
Opmerking
Als de optionele kaartlezer op de machine is aangesloten, kunt u opgeslagen gegevens met behulp van
kaartverificatie afdrukken. Omdat uw persoonlijke opslaggegevens alleen met uw kaart toegankelijk zijn,
is kaartverificatie een effectief middel om ongeautoriseerde toegang van uw gegevens te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de
pagina Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
Een afdruktaak verzenden en op de machine opslaan:
a Vink Opslaan als persoonlijk (beveiligd) aan en voer in het veld Wachtwoord een wachtwoord van
vier cijfers in.
De afdruktaak wordt beveiligd door het wachtwoord en naar de machine verzonden. Als u de
afdruktaak wilt afdrukken, moet u het wachtwoord invoeren op het bedieningspaneel van de machine.
b Geef onder Taakinformatie de gebruikersnaam en taaknaam op.
Standaardnaam van systeem gebruiken
Hiermee wordt voor de gebruikersnaam de aanmeldnaam van de pc gebruikt en wordt de
taaknaam door de toepassing gespecificeerd.
Aangepaste naam gebruiken
Voer de gebruikersnaam en taaknaam in die u wilt gebruiken.
Driver en software
50
2
c Klik op OK om het door u geselecteerde profiel toe te passen.
Gegevens uit Afdrukken van opslag verwijderen:
U kunt gegevens uit Afdrukken van opslag verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie
Opgeslagen gegevens wissen uu pagina 90.)
Geavanceerde opties
U opent het dialoogvenster Geavanceerde opties door op het tabblad Indeling of Papier/Kwaliteit op de
knop Geavanceerd te klikken.
1
2
3
a Kies het Papierformaat en Aantal afdrukken (1).
Papierformaat
Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u gebruikt.
Aantal afdrukken
Bij het aantal kunt u aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
b Geef de instellingen op voor Schaal en TrueType-lettertype (2).
Schaal
Geeft aan of documenten worden verkleind of vergroot en met welke percentage.
TrueType-lettertype
Specificeert de opties voor TrueType-lettertypen. Klik op Vervangen door lettertype van apparaat
(standaardinstelling) om gelijkwaardige printerlettertypen te gebruiken voor het afdrukken van
documenten met TrueType-lettertypen. Het afdrukken verloopt dan sneller, maar u verliest wellicht
speciale tekens die niet door het printerfont worden ondersteund. Klik op
Downloaden als laadbaar lettertype om TrueType-lettertypen voor afdrukken te downloaden in
plaats van printerlettertypen te gebruiken.
Driver en software
51
2
c U kunt de instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Printerfuncties (3) te selecteren:
Soort papier
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet
de juiste papiersoort worden geselecteerd.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Briefpapier
Kringlooppapier
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u papier gebruikt dat langzaam droogt, om te voorkomen dat de inkt
doorloopt.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Inktbespaarstand is geselecteerd of wanneer de
Dichtheid afstelling is veranderd.
Uitvoerlade
U kunt de volgende uitvoerladen selecteren:
Als documentinstelling
Standaard
Optioneel
1
1
Beschikbaar als de optionele uitvoerlade is geplaatst.
Inktbespaarstand
Met deze functie kunt u inkt besparen. Wanneer u Inktbespaarstand op Aan zet, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Langzaam drogend papier is geselecteerd.
Slaaptijd [Min.]
Als de machine een bepaalde tijd geen gegevens ontvangt (time-out) schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in
de driver.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de
machine nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de
machine automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
U kunt de afdrukkwaliteit verbeteren. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken instelt op Aan, neemt de
afdruksnelheid af.
Dichtheid afstelling
Verhoogt of verlaagt de afdrukdichtheid.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Langzaam drogend papier is geselecteerd.
Als u Duplex of Folder selecteert en de afdrukdichtheid verhoogt, neemt de afdruksnelheid af.
Driver en software
52
2
Tabblad Poorten
Als u de poort waarop uw machine is aangesloten of het pad naar de gebruikte netwerkmachine wilt wijzigen,
selecteert u de gewenste poort of voegt u de poort toe.
Tabblad Apparaatinstellingen
Driver en software
53
2
Optionele uitvoerlade
Als een optionele uitvoerlade op de machine is geïnstalleerd, stelt u deze optie in op Geïnstalleerd.
De installatie van de printerdriver ongedaan maken
U kunt de geïnstalleerde printerdriver als volgt verwijderen.
Opmerking
Installatie ongedaan maken is niet beschikbaar wanneer de printerdriver oorspronkelijk vanaf de
Windows
®
-functie Een printer toevoegen werd geïnstalleerd.
Wij raden u aan de computer opnieuw te starten nadat u de driver hebt verwijderd, zodat bestanden die
tijdens de deïnstallatie in gebruik waren ook worden gewist.
a Klik op start ( ), wijs naar Alle programma’s en klik op Brother en vervolgens op de naam van uw
machine.
b Klik op Installatie ongedaan maken.
c Volg de instructies op het scherm.
Driver en software
54
2
Status Monitor
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u
de status van een of meerdere apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden
gesteld van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is of is vastgelopen.
U kunt de status van het apparaat op elk moment controleren door op het pictogram op de taakbalk te klikken
of door Status Monitor te kiezen via start (
)/Alle programma’s/Brother/HL-S7000DN op uw pc.
(Windows
®
7)
Als u Status Monitor inschakelen tijdens starten hebt ingesteld tijdens de installatie, wordt de knop
of
het pictogram Status Monitor weergegeven op de taakbalk.
Klik op de knop
om het pictogram Status Monitor weer te geven op de taakbalk. Het pictogram
Status Monitor wordt weergegeven in het kleine venster. Versleep het pictogram
naar de taakbalk.
U vindt er ook een koppeling naar Problemen oplossen en de website voor originele Brother-
verbruiksartikelen. Klik op de knop Bezoek de website Originele Verbruiksartikelen voor meer informatie
over originele verbruiksartikelen van Brother.
Opmerking
Voor meer informatie over het gebruik van de software Status Monitor klikt u met de rechtermuisknop op
het pictogram Status Monitor en kiest u Help.
De functie voor automatische software-updates is geactiveerd wanneer de functie Status Monitor
geactiveerd is.
Driver en software
55
2
De machinestatus controleren
Het pictogram Status Monitor verandert van kleur naargelang de machinestatus.
Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft aan dat er een afdrukfout is opgetreden.
Er zijn twee locaties waar u de Status Monitor kunt weergeven op uw pc: in de taakbalk of op het bureaublad.
Driver en software
56
2
Macintosh
Functies in de printerdriver (Macintosh)
Deze machine ondersteunt Mac OS X v10.5.8 - 10.6.x - 10.7.x.
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Mac OS X v10.7. De schermen op uw Macintosh kunnen er
anders uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Opties voor de pagina-instelling kiezen
U kunt instellingen opgeven voor Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein.
a Klik in een toepassing zoals TextEdit op Archief en daarna op Pagina-instelling. Controleer of
Brother HL-S7000DN series is geselecteerd in het pop-upmenu Stel in voor. U kunt de instellingen
wijzigen voor Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein. Klik vervolgens op OK.
b Klik in een toepassing zoals TextEdit op Archief en daarna op Druk af om het afdrukken te starten.
Driver en software
57
2
(Voor Mac OS X v10.5.8 en 10.6.x)
Voor meer opties voor de pagina-instelling klikt u op de openingsdriehoek naast het pop-upmenu
Printer.
Opmerking
U kunt de huidige instelling opslaan als een voorinstelling door Bewaar als te selecteren in de keuzelijst
Instellingen.
Driver en software
58
2
(Voor Mac OS X v10.7.x)
Klik voor meer opties voor de pagina-instelling op de knop Toon details.
Opmerking
U kunt de huidige instellingen opslaan als een voorinstelling door Bewaar huidige instellingen als
voorinstelling te selecteren in de keuzelijst Instellingen.
Driver en software
59
2
Afdrukopties kiezen
U kunt speciale afdrukfuncties beheren door Afdrukinstellingen te selecteren in het dialoogvenster
Afdrukken. Zie de volgende omschrijvingen van elke optie voor meer informatie over de beschikbare opties.
Voorblad
U kunt de volgende instellingen voor het voorblad kiezen:
Druk voorblad af
Gebruik deze functie als u ook een voorblad voor uw document wilt maken.
Type voorblad
Kies een sjabloon voor het voorblad.
Extra informatie
Als u extra informatie wilt toevoegen aan het voorblad, voert u de tekst in het venster Extra informatie in.
Driver en software
60
2
Lay-out
Pagina’s per vel
De optie Pagina’s per vel kan het beeld van een pagina verkleinen zodat er meerdere pagina's op één
vel papier kunnen worden afgedrukt.
Richting van indeling
Wanneer u het aantal pagina's per vel specificeert, kunt u tevens aangeven in welke richting deze moeten
worden ingedeeld.
Rand
Gebruik deze functie als u ook een rand wilt gebruiken.
Dubbelzijdig
Raadpleeg Dubbelzijdig afdrukken (duplex) uu pagina 64.
Keer paginarichting om
Vink Keer paginarichting om aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren.
Spiegel horizontaal (Mac OS X v10.6.x en 10.7.x)
Vink Spiegel horizontaal aan om af te drukken als een spiegelbeeld dat van links naar rechts is
omgedraaid.
Afdrukken van opslag
Met Afdrukken van opslag kunt u afdruktaken op de machine opslaan en op een later tijdstip afdrukken. Het
document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de machine stuurt. U kunt het document via het
bedieningspaneel van de machine afdrukken. (Zie Opgeslagen gegevens afdrukken uu pagina 89.)
Driver en software
61
2
Opmerking
Als de optionele kaartlezer op de machine is aangesloten, kunt u opgeslagen gegevens met behulp van
kaartverificatie afdrukken. Omdat uw persoonlijke opslaggegevens alleen met uw kaart toegankelijk zijn,
is kaartverificatie een effectief middel om ongeautoriseerde toegang van uw gegevens te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de
pagina Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
Een afdruktaak verzenden en op de machine opslaan:
a Selecteer in het vak Opgeslagen taaktype of de afdruktaak moet worden opgeslagen als persoonlijke
of openbare gegevens.
Uit
De afdruktaak wordt niet in de machine opgeslagen.
Opslaan als persoonlijk (beveiligd) / Opslaan als persoonlijk
De afdruktaak wordt opgeslagen in de map van de gebruiker op de machine.
Opslaan als openbaar
De afdruktaak wordt op de machine opgeslagen en is voor iedere gebruiker toegankelijk.
b Als u Opslaan als persoonlijk (beveiligd) selecteert, voert u in het veld Wachtwoord een wachtwoord
van vier cijfers in.
De afdruktaak wordt beveiligd door het wachtwoord en naar de machine verzonden. Als u de afdruktaak
wilt afdrukken, moet u het wachtwoord invoeren op het bedieningspaneel van de machine.
c Als u uw document wilt afdrukken op het moment dat u de afdruktaak op de machine opslaat, vinkt u
Een proefexemplaar afdrukken aan.
Gegevens uit Afdrukken van opslag verwijderen:
U kunt gegevens uit Afdrukken van opslag verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie
Opgeslagen gegevens wissen uu pagina 90.)
Driver en software
62
2
Afdrukinstellingen
U kunt de instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Afdrukinstellingen te selecteren:
Mediatype
U kunt de volgende papiersoorten selecteren:
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Briefpapier
Kringlooppapier
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u papier gebruikt dat langzaam droogt, om te voorkomen dat de inkt doorloopt.
Papierbron
U kunt kiezen uit Automatisch, Lade1, Lade2
1
, Lade3
1
, Lade4
1
, MF lade, Handmatig, Lade-ID 1,
Lade-ID 2, Lade-ID 3 of Lade-ID 4.
1
Beschikbaar als deze optionele onderlade is geplaatst.
Uitvoerlade
U kunt de volgende uitvoerladen selecteren:
Automatisch
Standaard
Optioneel
1
1
Beschikbaar als de optionele uitvoerlade is geplaatst.
Geavanceerde afdrukinstellingen
Driver en software
63
2
Als u op het driehoekje (c) naast Geavanceerd klikt, worden de geavanceerde afdrukinstellingen
weergegeven.
Inktbespaarstand
Met deze functie kunt u inkt besparen. Wanneer u Inktbespaarstand op Aan zet, wordt er lichter afgedrukt.
De standaardinstelling is Uit.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Langzaam drogend papier is geselecteerd.
Dichtheid afstelling
Verhoogt of verlaagt de afdrukdichtheid.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Langzaam drogend papier is geselecteerd.
Als u Duplex of Folder selecteert en de afdrukdichtheid verhoogt, neemt de afdruksnelheid af.
Slaaptijd
Als de machine een bepaalde tijd geen gegevens ontvangt (time-out) schakelt hij over op de slaapstand.
In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert, wordt de time-
outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de driver. Als u de
slaaptijd wilt wijzigen, kiest u Handmatig en voert u de tijd in het daarvoor bestemde vak in.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Driver en software
64
2
Dubbelzijdig afdrukken (duplex)
Stel voordat u gaat afdrukken de instellingshendel voor dubbelzijdig afdrukken aan de achterkant van de
printer in op LTR/LGL of A4. Stel de instellingshendel bij gebruik van Folio-formaat in op LTR/LGL.
Letter-, Legal- of Folio-formaat
A4-formaat
Opmerking
Als u probeert af te drukken terwijl de papierinstellingshendel voor dubbelzijdig afdrukken niet is afgesteld
op het papierformaat dat wordt gebruikt, verschijnt DX-hendelfout op het LCD-scherm en wordt het
afdrukken gestaakt. Zet de hendel op de positie van het juiste papierformaat als dit gebeurt.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
Selecteer Lay-out.
Kies Lange kant binden of Korte kant binden in het keuzemenu Dubbelzijdig.
Driver en software
65
2
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie)
Dit onderdeel beschrijft de specifieke handelingen van de BR-Script3-printerdriver. Voor de basishandelingen
van de BR-Script3-printerdriver, raadpleegt u Functies in de printerdriver (Macintosh) uu pagina 56 voor
Pagina-instelling, Voorblad, Papierbron en Lay-out.
Opmerking
Als u de PS-driver (BR-Script3-printerdriver) wilt installeren, gaat u naar het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/ en gaat u op de modelpagina van uw machine naar de veelgestelde vragen
voor instructies.
Afdrukopties kiezen
U kunt speciale afdrukfuncties beheren door Printerfuncties te selecteren in het dialoogvenster Afdrukken.
Printerfuncties
Functiesets: General 1
Soort papier
U kunt de volgende papiersoorten selecteren:
Driver en software
66
2
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Briefpapier
Kringlooppapier
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u papier gebruikt dat langzaam droogt, om te voorkomen dat de inkt doorloopt.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Inktbespaarstand is geselecteerd of wanneer de
Dichtheid afstelling is veranderd.
Uitvoerlade
U kunt de volgende uitvoerladen selecteren:
Als documentinstelling
Standard
Optional
1
1
Beschikbaar als de optionele uitvoerlade is geplaatst.
Inktbespaarstand
Met deze functie kunt u inkt besparen. Wanneer u Inktbespaarstand selecteert, wordt er lichter afgedrukt.
De standaardinstelling is Uit.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Langzaam drogend papier is geselecteerd.
Slaaptijd [Min.]
Als de machine een bepaalde tijd geen gegevens ontvangt (time-out) schakelt hij over op de slaapstand.
In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert, wordt de time-
outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de driver. Als u de
slaapstand wilt wijzigen, kiest u 2, 10 of 30.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
U kunt de afdrukkwaliteit verbeteren. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken instelt op Aan, neemt de
afdruksnelheid af.
Driver en software
67
2
Functiesets: General 2
Dichtheid afstelling
Verhoogt of verlaagt de afdrukdichtheid.
Deze modus kan niet worden gebruikt wanneer Langzaam drogend papier is geselecteerd.
Als u Duplex of Folder selecteert en de afdrukdichtheid verhoogt, neemt de afdruksnelheid af.
Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de machine
werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord
kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via het
bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Opmerking
Als de optionele kaartlezer op de machine is aangesloten, kunt u gebruikmaken van kaartverificatie om
beveiligde gegevens af te drukken. Omdat uw persoonlijke beveiligde gegevens alleen met uw kaart
toegankelijk zijn, is kaartverificatie een effectief middel om ongeautoriseerde toegang van uw gegevens
te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de
pagina Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
Driver en software
68
2
Als u een beveiligde afdruktaak wilt aanmaken, klikt u op Afdruk beveiligen en vinkt u Afdruk beveiligen
aan. Voer een wachtwoord in het vak Wachtwoord in en klik op Druk af.
(Zie Opgeslagen gegevens afdrukken uu pagina 89 voor meer informatie over Afdruk beveiligen.)
De printerdriver verwijderen
a Meld u als Beheerder aan.
b Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op Afdrukken en faxen
1
en selecteer de printer die
u wilt verwijderen en verwijder deze vervolgens door op de knop - te drukken.
c Klik op OK
2
.
1
Afdrukken en scannen voor gebruikers van Mac OS X v10.7.x
2
Verwijder printer voor gebruikers van Mac OS X v10.6.x en 10.7.x
Status Monitor
Het hulpprogramma Status Monitor is softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u de
status van meerdere apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden gesteld
van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is of is vastgelopen. U kunt ook Beheer via een
webbrowser openen. U kunt de status van het apparaat controleren door Brother Status Monitor te starten
aan de hand van deze stappen:
Voor Mac OS X v10.5.8
a Voer Systeemvoorkeuren uit en selecteer Afdrukken en faxen en vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij en vervolgens op Hulpprogramma. De Status Monitor wordt gestart.
Voor Mac OS X v10.6.x
a Voer Systeemvoorkeuren uit en selecteer Afdrukken en faxen en vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij en vervolgens op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad
Onderhoud en klik daarna op Open Printerhulpprogramma. De Status Monitor wordt gestart.
Voor Mac OS X v10.7.x
a Voer Systeemvoorkeuren uit en selecteer Afdrukken en scannen en vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij en vervolgens op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad
Onderhoud en klik daarna op Open Printerhulpprogramma. De Status Monitor wordt gestart.
Driver en software
69
2
De machinestatus bijwerken
Als u de meest recente status van de machine wilt bekijken terwijl het venster Status Monitor is geopend,
klikt u op het pictogram
Vernieuwen. U kunt instellen met welk interval de statusinformatie van de
machine door de software wordt bijgewerkt. Ga naar de menubalk, Brother Status Monitor en kies
Voorkeuren.
Onderhoud
Voor het behoud van een goede afdrukkwaliteit wordt de printkop indien nodig automatisch gereinigd. Als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces ook handmatig starten.
Klik op Besturing in de menubalk en vervolgens op Onderhoud.
Testafdruk
U kunt een testpagina afdrukken om de afdrukkwaliteit te controleren.
Standaardreiniging
U kunt het reinigingsproces handmatig starten. Voer een reiniging uit als er verticale lijnen door tekst of
afbeeldingen lopen of als stukken tekst zijn weggevallen.
Driver en software
70
2
Geavanceerde reiniging
Hiermee wordt de printkop grondiger gereinigd dan met Standaardreiniging. Kies deze optie als de
printkop met Standaardreiniging niet voldoende gereinigd is, als de afdrukken vaag zijn of vlekken
vertonen.
Het venster verbergen of weergeven
Na het opstarten van Status Monitor kunt u het venster verbergen of weergeven. Om het venster te
verbergen gaat u naar de menubalk, Brother Status Monitor en kiest u Verberg Status Monitor. Om het
venster weer te geven, klikt u op het pictogram Brother Status Monitor in het hulpvenster.
Het venster sluiten
Klik op Brother Status Monitor in de menubalk en kies vervolgens Stop Status Monitor in het pop-upmenu.
Beheer via een webbrowser (alleen met netwerkverbinding)
U kunt Beheer via een webbrowser openen door op het pictogram van de machine in het scherm Status
Monitor te klikken. U kunt een standaardwebbrowser gebruiken om uw machine met HTTP (Hyper Text
Transfer Protocol) te beheren.
Meer informatie over Beheer via een webbrowser uu Netwerkhandleiding: Beheer via een webbrowser
Driver en software
71
2
Software voor netwerken
Meer informatie over netwerksoftware uu Netwerkhandleiding: Netwerkfuncties
3
72
3
Algemene informatie
Bedieningspaneel
Overzicht bedieningspaneel
5
1
2
3
4
6
7
8
1 Data LED
Afhankelijk van de status van de machine knippert de LED. (Zie voor meer informatie LED-betekenissen
uu pagina 74.)
2 Error LED
Knippert oranje als op het LCD-scherm een foutmelding of een belangrijke melding over de status wordt
weergegeven. (Zie voor meer informatie LED-betekenissen uu pagina 74.)
3On/Off
U schakelt de machine in door op de knop On/Off te drukken.
U schakelt de machine uit door de knop On/Off even ingedrukt te houden.
Als de machine is uitgeschakeld, wordt de printkop nog steeds periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit
te behouden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, een goede afdrukkwaliteit te
behouden, en zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan, dient u de machine te allen tijde aangesloten te
laten op een stroombron.
Algemene informatie
73
3
4 Menutoetsen:
Clear
Druk op deze toets om tekens te wissen of terug te gaan naar het vorige menuniveau.
Storage
Hiermee drukt u de gegevens af die in het geheugen van de machine zijn opgeslagen.
Menu
Hiermee opent u het menu om de instellingen van de machine te programmeren.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan.
d of c
Druk hierop om naar de volgende of vorige menuoptie te gaan.
a of b
Druk op deze toetsen om door de menu's en opties te bladeren.
5LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
Hiermee geeft u het beschikbare inktvolume weer.
Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal
weergegeven via een aanduiding met vier niveaus.
0 Max.
6 Numerieke toetsen
Gebruik deze toetsen voor het invoeren van gegevens in de machine.
7Go
U kunt enkele foutmeldingen wissen door op Go te drukken. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel
of zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 116 om alle overige fouten te wissen.
Afdrukken pauzeren en hervatten.
Hiermee kunt u de resterende gegevens in het machinegeheugen afdrukken.
Hiermee kunt u de weergegeven optie in het laatste menuniveau weergeven. Nadat u een instelling hebt
veranderd, is de machine weer klaar voor gebruik (stand Gereed).
8 Cancel
Hiermee kunt u de huidige instelling annuleren.
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u deze uit het geheugen van de machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt annuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCD-scherm
Alles annuleren toont.
Algemene informatie
74
3
LED-betekenissen
De LED-lampjes geven de machinestatus aan.
Data-LED (groen)
Lampje Betekenis
Aan Er zijn gegevens aanwezig in het geheugen van de machine.
Knippert De machine ontvangt of verwerkt gegevens.
Uit Er zitten geen gegevens meer in het geheugen.
Error-LED (oranje)
Lampje Betekenis
Knippert Er is iets niet in orde met de machine.
Uit Er is geen machineprobleem.
Papierstop-LED
Lampje Betekenis
Aan (groen) Er zijn gegevens aanwezig in het geheugen van de machine.
Knippert (groen) De machine ontvangt of verwerkt gegevens.
Knippert (oranje) Er is iets niet in orde met de machine.
Uit Er zitten geen gegevens meer in het geheugen.
Algemene informatie
75
3
Machinestatusmeldingen
In het onderstaande schema staan de statusmeldingen die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm
worden weergegeven:
Machinestatusmelding Betekenis
Afkoelen
De machine is aan het afkoelen.
Alles annuleren
Stop afdrukken
De machine annuleert de taak.
Data negeren
De machine negeert gegevens die met de PS-driver verwerkt worden.
Pauze
De machine pauzeert. Druk op Go om de machine weer op te starten.
Wachten a.u.b.
De machine wordt opgestart.
De machine is aan het kalibreren.
Printen
De machine is bezig met afdrukken.
Gereed
De machine is klaar om af te drukken.
Slaapstand
In de slaapstand (energiebesparende stand) lijkt het alsof de machine
uitstaat. De machine kan echter nog steeds gegevens ontvangen.
Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Slaapstand
1
In de stand Diepe slaap (er wordt minder energie verbruikt dan in de
slaapstand) lijkt het alsof de machine uitstaat. Als de machine een
bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt tijdens de slaapstand, schakelt
deze automatisch over naar de stand Diepe slaap.
1
Als de machine is aangesloten op een draadloos netwerk of als er een optionele IC-kaartlezer is aangesloten, wordt de stand Diepe slaap niet
ingeschakeld. Als u het draadloze netwerk wilt uitschakelen, wijzigt u de instelling van WLAN Activeren naar Uit. (Zie Netwerkmenu
uu pagina 84.)
Algemene informatie
76
3
Menuschema
De menumodus openen
a Druk op Menu.
b Blader door elk menuniveau door te drukken op a of b voor de gewenste richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft het
volgende menuniveau weer.
d Druk op a of b om naar de volgende menuselectie te gaan.
e Druk op OK of Go.
Wanneer u een optie hebt ingesteld, toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Menuschema
Er zijn zeven menu's. Raadpleeg de volgende tabellen voor meer informatie over de beschikbare menuopties.
Als er gedurende 30 seconden geen knop op het bedieningspaneel ingedrukt wordt, gaat het LCD-scherm
automatisch terug naar Gereed.
Opmerking
Op het LCD-scherm van het bedieningspaneel worden voor de verschillende papierladen de volgende
namen gebruikt:
Standaardpapierlade: Lade1 en T1
Multifunctionele lade: MP
Optionele onderste laden: Lade2 / T2, Lade3 / T3 en Lade4 / T4
Info over de machine
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Print instell.
- - Drukt de pagina met printerinstellingen af.
Druk NetSetting
- - Drukt het netwerkconfiguratierapport af.
WLAN-rapp. afdr.
- - Drukt het resultaat van de verbindingsdiagnose voor
draadloos LAN af.
Print Best.Lijst
- - Drukt een lijst af met gegevens die opgeslagen zijn in
het geheugen.
Testafdruk
- - Drukt de testpagina af.
Font afdrukken HP LaserJet
- Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden
van de HP LaserJet af.
BR-Script 3
- Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden van
BR-Script af.
Serienummer
- - Toont het serienummer van de machine.
Algemene informatie
77
3
Info over de machine (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Versie Hoofdversie
- Toont de versie van de hoofdfirmware.
Sub-versie
- Toont de versie van de sub-firmware.
Motorversie
- Toont de versie van de motor van de machine.
Grootte RAM
- Toont de grootte van het geheugen in deze machine.
Aant. pagina’s
- - Toont het aantal pagina's dat tot nu toe is afgedrukt.
DuurOnderdelen Duur PF-kit MP
-
Toont de resterende levensduur van de
papiertoevoerset van de MF-lade.
Duur PF-kit 1
- Toont de resterende levensduur van
papiertoevoerset 1.
Duur PF-kit 2
1
- Toont de resterende levensduur van
papiertoevoerset 2.
Duur PF-kit 3
1
- Toont de resterende levensduur van
papiertoevoerset 3.
Duur PF-kit 4
1
- Toont de resterende levensduur van
papiertoevoerset 4.
Toner opvangbak
- Toont de resterende levensduur van de
inktopvangbak.
Reset teller PF-kit MP
- Reset de levensduurteller voor de papierinvoerkit
van de MF-lade.
PF-kit 1
- Reset de levensduurteller voor de papierinvoerkit van
lade 1.
PF-kit 2
1
- Reset de levensduurteller voor de papierinvoerkit van
lade 2.
PF-kit 3
1
- Reset de levensduurteller voor de papierinvoerkit van
lade 3.
PF-kit 4
1
- Reset de levensduurteller voor de papierinvoerkit van
lade 4.
1
Wanneer de optionele onderladen zijn geïnstalleerd.
Onderhoud
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Reinigingswizard
- - Reinigt de printkop.
Geav. reiniging
- - Reinigt de printkop grondiger dan met
Reinigingswizard.
Testafdruk
- - Drukt een testpagina af.
Algemene informatie
78
3
Papierlade
Submenu Toebehoren Omschrijving
Lade gebruiken
Auto* / Alleen MP-lade /
Alleen lade 1 /
Alleen lade 2
1
/
Alleen lade 3
1
/
Alleen lade 4
1
Selecteert welke lade er wordt gebruikt.
Handinvoer
Aan / Uit* Selecteert of het papier handmatig moet worden
ingevoerd.
Prioriteit
(Zonder optionele onderladen)
MP>T1*
/ T1>MP
(Wanneer Lade 2 geïnstalleerd is)
MP>T1>T2* / MP>T2>T1 /
T1>T2>MP / T2>T1>MP / MP>T1 /
T1>MP
(Wanneer Lade 2 en 3 geïnstalleerd
zijn)
MP>T1>T2>T3* / MP>T3>T2>T1 /
T1>T2>T3>MP / T3>T2>T1>MP /
MP>T1>T2 / MP>T2>T1 /
T1>T2>MP / T2>T1>MP
(Wanneer Lade 2, 3 en 4
geïnstalleerd zijn)
MP>T1>T2>T3>T4* /
MP>T4>T3>T2>T1 /
T1>T2>T3>T4>MP
/
T4>T3>T2>T1>MP / MP>T1>T2>T3 /
MP>T3>T2>T1 / T1>T2>T3>MP /
T3>T2>T1>MP
Wanneer Auto geselecteerd wordt bij
Lade gebruiken
: selecteert de volgorde
waarin de machine de papierladen gebruikt die
papier van hetzelfde formaat bevatten.
Lade schd.vel
1
Uit* / Lade 2 / Lade 3 / Lade 4 Selecteert de lade die de scheidingsvellen bevat
die tussen iedere afdruktaak moeten worden
ingevoegd.
MP eerst
Aan / Uit* Selecteert of papier al dan niet eerst uit de MF-lade
moet worden ingevoerd.
Duplex
Aan(Lang bind) /
Aan(Kort bind) / Uit*
Selecteert of het papier al dan niet automatisch aan
beide zijden wordt bedrukt.
Uitvoerlade
2
Automatisch* / Standaard /
Optioneel
Selecteert de uitvoerlade.
MP maat
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / B5 / A5 /
A5 L / JIS B6 / A6 / Folio / 3X5 /
Afwijkend
Selecteert het formaat van het papier dat u in de
multifunctionele lade hebt geplaatst.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
79
3
Papierlade (Vervolg)
Submenu Toebehoren Omschrijving
Formaat lade1
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / A5 / A5 L /
Folio
Selecteert het papierformaat dat u in de
standaardpapierlade hebt geplaatst.
Formaat lade2
1
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / A5 / Folio
Selecteert het papierformaat dat u in deze
optionele onderlade hebt geplaatst.
Formaat lade3
1
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / A5 /
Folio
Selecteert het papierformaat dat u in deze
optionele onderlade hebt geplaatst.
Formaat lade4
1
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / A5 /
Folio
Selecteert het papierformaat dat u in deze
optionele onderlade hebt geplaatst.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
Wanneer de optionele onderladen zijn geïnstalleerd.
2
Wanneer de optionele uitvoerlade is geïnstalleerd.
Algemene instelling
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Taalkeuze
- English* / Français... Wijzigt de taal op het LCD-scherm.
Dichtheid
- -6 / ... / -1 / 0* / 1 / ... / 6 Verhoogt of verlaagt de
afdrukdichtheid.
Door het verhogen van de
afdrukdichtheid wordt de afdruk
donkerder. Als u Duplex of Folder
selecteert en de afdrukdichtheid
verhoogt, neemt de afdruksnelheid af.
Bespaarstand Slaapstand
0 / 1 / 2 / 3* / 4 / 5 / ... Min Geeft aan na hoeveel tijd wordt
overgeschakeld naar de
stroombespaarstand.
Inktbesparing
Aan / Uit* Stelt de inktbespaarstand in,
waardoor de inktcartridge langer mee
kan gaan.
Stille modus
- Aan / Uit* Voor het verlagen van het
afdruklawaai. Wanneer de stille stand
ingeschakeld is, verlaagt de
afdruksnelheid.
Waarsch.toon
- Laag / Half / Hoog / Uit* Wijzigt het volume van de
waarschuwingstoon.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
80
3
Algemene instelling (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Bediening Snelh. +/-
0,1 sec* / 0,4 sec /
0,6 sec / 0,8 sec /
1,0 sec
/
1,4 sec
/
1,8 sec / 2,0 sec
Stelt de tijd in voor het
LCD-schermbericht om te veranderen
wanneer a of b met tussenpozen
ingedrukt gehouden wordt.
Bladersnelheid
Niveau1* / Niveau2 / ... /
Niveau10
Geeft in seconden aan hoe snel een
melding over het LCD-scherm rolt.
Van niveau 1=0,2 sec tot Niveau
10=2,0 sec.
LCD-contrast
-nnonn+ Wijzigt het contrast van het
LCD-scherm.
Autom. online
Aan* / Uit Stelt in of de machine automatisch
terugkeert naar de stand Gereed.
LED papierstop
- Aan* / Uit Selecteert of de papierstop brandt op
basis van de machinestatus. Dit is
mogelijk wanneer de papierstop op
zijn standaard A4/Letter-positie staat.
Instelslot
- - Zet de paneelbeveiligingsinstellingen
Aan of Uit wanneer u het
wachtwoord invoert.
Interface Selecteren
Auto* / USB / Netwerk Kiest de interface die wordt gebruikt.
Als u Auto kiest, wijzigt de machine
automatisch de interface naar USB of
Ethernet afhankelijk van welke
interface gegevens ontvangt.
Auto IF-tijd
1 / 2 / 3 / 4 / 5* / ... / 99Sec. U moet de time-out voor de
automatische interfaceselectie
instellen.
Invoerbuffer
Niveau1 / 2 / 3 / 4* / ... / 7 Maakt de invoerbuffer groter of kleiner.
Macro/lettert. Macro verwijd.
- Verwijdert de gegevens uit het
geheugen.
Lettertype verw.
-
Datum&Tijd Datum&Tijd
- Stelt de datum en tijd in voor uw
machine.
Aut. zomertijd
Aan* / Uit Stelt automatisch de zomertijd in.
Time Zone
- Stelt de tijdzone voor uw land in.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Afdrukmenu
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Emulatie
- Auto* / HP LaserJet /
BR-Script 3
Kiest de emulatiemodus die wordt
gebruikt.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
81
3
Afdrukmenu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Autom. doorgaan
- Aan / Uit* Als deze instelling ingeschakeld is,
wist de machine automatisch fouten
betreffende het papierformaat en
gebruikt deze een compatibel
papierformaat uit andere papierladen.
Mediatype
- Normaal papier* /
Dik papier /
Dun papier /
Kringlooppap.
/
Briefpapier
Stelt de papiersoort in.
Papier
- Letter / Legal / A4* /
Executive / JIS B5 / B5 /
A5 / A5 L / JIS B6 / A6 /
Folio
Stelt het papierformaat in.
Kopieën
- 1* / 2 / ... / 999 Geeft aan hoeveel pagina's er worden
afgedrukt.
Orientatie
- Portret* / Landschap Deze machine kan pagina's staand of
liggend afdrukken.
Printpositie X Offset
-500 / -499 / ... / -1 / 0* /
1 / ... / 499 /
500Dots
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) horizontaal -500 dots (naar
links) tot +500 dots (naar rechts) in
300 dpi.
Y Offset
-500 / -499 / ... / -1 / 0* /
1 / ... / 499 / 500Dots
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) verticaal -500 dots (naar
boven) tot +500 dots (naar
beneden) in 300 dpi.
Auto FF
- Aan / Uit* Hiermee kunt u de resterende
gegevens afdrukken zonder op Go te
drukken.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
82
3
Afdrukmenu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
HP LaserJet Fontnr.
I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
lettertypenummer.
Font breedte
0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059
instelt op I071 bij de instelling van
Fontnr.
Font punts
4.00 / ... / 12.00* / ... /
999.75
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000
instelt op I058 bij de instelling van
Fontnr.
Symbolenset
PC-8* / PC-8 D/N / ... Stelt de symbolenset of de tekenset in.
Tabel afdrukken
- Drukt de tabel met codes af.
Wanneer
Emulatie wijzig.
op het
LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Automatisch of
HP LaserJet bij Emulatie in het
Print Menu.
(Zie pagina 80.)
Auto LF
Aan / Uit* AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto CR
Aan / Uit* AAN: LF i LF+CR, FF i FF+CR, of
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF, of VT i VT
Auto WRAP
Aan / Uit* Selecteert of de machine bij het
bereiken van de rechterkantlijn al dan
niet automatisch naar het begin
van de volgende regel moet gaan.
Auto SKIP
Aan* / Uit Selecteert of de machine bij het
bereiken van de ondermarge al dan
niet automatisch naar het begin
van de volgende regel moet gaan.
Linkerkantlijn ##
Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
83
3
Afdrukmenu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
HP LaserJet
(vervolg)
Rechterkantlijn
##
Stelt de rechtermarge in van 10 t/m 80
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 78 cpi (A4).
Bovenmarge #.##
Stelt de bovenmarge in op 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inches (0, 8,4, 12,7,
25,4, 38,1 of 50,8 mm) afstand van de
bovenkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,5 inch (12,7
mm).
Ondermarge #.##
Stelt de ondermarge in op 0, 0,33, 0,5,
1,0, 1,5 of 2,0 inches (0, 8,4, 12,7,
25,4, 38,1 of 50,8 mm) afstand van de
onderkant van het papier. De
standaardinstelling is 0,5 inch (12,7
mm).
Regels ###
Stelt het aantal regels per
pagina in op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 64 regels (A4).
BR-Script 3
Print foutlijst
Aan* / Uit Selecteert of de foutinformatie al dan
niet wordt afgedrukt wanneer er zich
fouten voordoen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
84
3
Netwerkmenu
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
LAN met kabel
TCP/IP
Opstartmethode
Autom.* / Statisch /
RARP / BOOTP / DHCP
Kies hier de opstartmethode die
het beste in uw behoeften voorziet.
IP Address
###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask
###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
Gateway
###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het adres van de gateway in.
Knooppuntnaam BRNXXXXXXXXXXXX
Voer de knooppuntnaam in.
WINS Config
Autom.* / Statisch Hiermee selecteert u de
WINS-configuratiemodus.
WINS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres van de
primaire of secondaire
WINS-server.
DNS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres van de
primaire of secondaire DNS-server.
IP Boot pogingen
0 / 1 / 2 / 3* / ... / 32767 Bepaalt het aantal pogingen die de
machine zal ondernemen om een
IP-adres te verkrijgen wanneer de
Opstartmethode is
ingesteld op om het even welke
instelling behalve Statisch.
APIPA
Aan* / Uit Wijst automatisch een IP-adres toe
uit het link-local-adresbereik.
1
IPv6
Aan / Uit* Stelt het gebruik van het protocol
IPv6 in.
Ethernet
- Auto* / 100B-FD /
100B-HD / 10B-FD /
10B-HD
Kies hier de
Ethernet-verbindingsmodus.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
85
3
Netwerkmenu (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
LAN met kabel
(vervolg)
Status kabel
- Actief 1000B-FD /
Actief 100B-FD /
Actief 100B-HD
/
Actief 10B-FD /
Actief 10B-HD /
Inactief / Kabel UIT
Toont de
Ethernet-verbindingsstatus.
MAC-adres
- - Toont het MAC-adres van de
machine.
Standaard inst
Herstelt de standaard fabriekswaarden van de bedrade netwerkinstellingen van de
interne afdrukserver.
Bedraad activ.
- Aan* / Uit Kies hier de
Ethernet-verbindingsmodus.
WLAN TCP/IP
Opstartmethode
Autom.* / Statisch /
RARP / BOOTP / DHCP
Kies hier de opstartmethode die
het beste in uw behoeften voorziet.
IP Address
###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask
###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
Gateway
###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het adres van de gateway in.
Knooppuntnaam BRWXXXXXXXXXXXX
Voer de knooppuntnaam in.
WINS Config
Autom.*
/
Statisch Hiermee selecteert u de
WINS-configuratiemodus.
WINS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres van de
primaire of secondaire
WINS-server.
DNS Server
(Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
Specificeert het IP-adres van de
primaire of secondaire DNS-server.
IP Boot pogingen
0 / 1 / 2 / 3* / ... / 32767 Bepaalt het aantal pogingen die de
machine zal ondernemen om een
IP-adres te verkrijgen wanneer de
Opstartmethode is
ingesteld op om het even welke
instelling behalve Statisch.
APIPA
Aan* / Uit Wijst automatisch een IP-adres toe
uit het link-local-adresbereik.
1
IPv6
Aan / Uit* Activeert of deactiveert het
protocol IPv6.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
86
3
Netwerkmenu (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
WLAN
(vervolg)
Inst. Wizard
- - Configureert de draadloze
netwerkinstellingen met behulp
van de installatiewizard.
WPS/AOSS
- - Configureert de draadloze
netwerkinstellingen met behulp
van de WPS- of AOSS™-methode.
WPS m/pincode
- - Configureert de draadloze
netwerkinstellingen met behulp
van WPS met een PIN-code.
Status WLAN
(Verschijnt
uitsluitend
wanneer
WLAN Activeren
ingesteld is op
Aan en
Bedraad activ.
ingesteld is op
Uit.)
Status
Actief(11n) /
Actief(11b) /
Actief(11g)
/
Bedrade LAN act. /
WLAN UIT / AOSS actief /
Verbind. mislukt
Toont de draadloze
Ethernet-verbindingsstatus.
Signaal
Sterk / Medium / Zwak /
Geen
Geeft de signaalsterkte weer.
Kanaal
- Toont het gebruikte kanaal
wanneer Status actief is.
Snelheid
- Toont de verbindingssnelheid
wanneer Status actief is.
SSID
- Toont SSID [gebruikt maximaal 32
cijfers en tekens 0-9, a-z en A-Z in
ASCII-waarden].
Comm. Modus
Ad-hoc /
Infrastructuur
Toont de huidige
communicatiemodus.
MAC-adres
- - Toont het MAC-adres van de
machine.
Standaard inst
Herstelt de standaard fabriekswaarden van de draadloze netwerkinstellingen van de
interne afdrukserver.
WLAN Activeren
- Aan / Uit* Schakelt de draadloze
interface in of uit.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
87
3
Netwerkmenu (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
Beveiliging
IPsec
- Aan / Uit* IPsec is een optionele
beveiligingsfunctie van het
IP-protocol die verificatie- en
versleutelingsvoorzieningen
biedt. We raden u aan uw
netwerkbeheerder te raadplegen
voordat u deze instelling wijzigt.
Netwerkreset
Herstelt de fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
1
### staat voor een nummer binnen het bereik van 000 tot 255. Wanneer verbinding met het netwerk wordt gemaakt en de 'Boot Method' van de
machine 'Autom.' is, zal de machine proberen het IP-adres en subnetmasker automatisch bij een boot server zoals DHCP of BOOTP op te vragen.
Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. [001-254]. [000-255]. Wanneer de 'Boot
Method' van de machine is ingesteld op 'Statisch', moet u via het bedieningspaneel van de machine zelf een IP-adres invoeren.
Menu Reset
Op LCD staat Omschrijving
Netwerk
Herstelt de fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
Factory Reset
De machine wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen (inclusief de instellingen voor
opdrachten) worden teruggesteld op de standaard fabrieksinstellingen.
Algemene informatie
88
3
Tekst invoeren
Voor het instellen van bepaalde menuopties is het nodig om teksttekens in te voeren. Op de numerieke
toetsen zijn ook letters afgebeeld. Op de toetsen 0, # en l staan geen letters afgebeeld omdat deze voor
speciale tekens worden gebruikt.
Om het gewenste teken in te voeren, drukt u het aantal keer op de betreffende toets dat in onderstaande
tabel wordt aangegeven.
Druk op
toets
één keer twee
keer
drie keer vier keer vijf keer zes keer zeven
keer
acht
keer
negen
keer
1 @ . / 1 @ . / 1 @
2 a b c A B C 2 a b
3 d e f D E F 3 d e
4 g h i G H I 4 g h
5 j k l J K L 5 j k
6 m n o M N O 6 m n
7 p q r s P Q R S 7
8 t u v T U V 8 t u
9 w x y z W X Y Z 9
Spaties invoegen
Om een spatie in een naam in te voegen, drukt u tussen de tekens twee keer op c.
Correcties maken
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor naar het betreffende teken te verplaatsen en
drukt u vervolgens op Clear.
Letters herhalen
Om een ander teken in te voeren dat op dezelfde toets als het vorige teken staat, drukt u op c om de cursor
opnieuw voor de toets te plaatsen.
Speciale tekens en symbolen
Druk op l, # of 0 en druk vervolgens op d of c om de cursor naar het gewenste symbool of teken te verplaatsen.
Druk op OK om het te selecteren. De onderstaande symbolen en tekens verschijnen afhankelijk van uw
menuselectie.
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ’ ( ) l + , - . /
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ^ _
Druk op 0 voor 0 ¥ { | } ~
Algemene informatie
89
3
Opgeslagen gegevens afdrukken
Opgeslagen gegevens
Met Afdrukken van opslag kunt u afdruktaken op de machine opslaan en op een later tijdstip afdrukken. Het
document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de machine stuurt. U kunt het document via het
bedieningspaneel van de machine afdrukken.
Als het geheugengedeelte voor gespoolde gegevens vol is, toont het LCD Opslag vol. Druk op Cancel of
Go om terug te keren naar de stand Gereed.
U kunt de gespoolde gegevens wissen via het bedieningspaneel.
Opmerking
Voor meer informatie over de instellingen in de printerdriver en over het opslaan van afruktaken op de
machine, raadpleegt u Tabblad Afdrukken van opslag uu pagina 38 (voor de Windows
®
-printerdriver),
Afdrukvoorkeuren uu pagina 46 (voor de Windows
®
BR-Script3-printerdriver), Afdrukken van opslag
uu pagina 60 (voor de Macintosh-printerdriver) of Afdruk beveiligen uu pagina 67 (voor de Macintosh
BR-Script3-printerdriver).
Als de optionele kaartlezer op de machine is aangesloten, kunt u opgeslagen gegevens met behulp van
kaartverificatie afdrukken. Omdat uw persoonlijke opslaggegevens alleen met uw kaart toegankelijk zijn,
is kaartverificatie een effectief middel om ongeautoriseerde toegang van uw gegevens te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de
pagina Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
Opgeslagen gegevens afdrukken
a Druk op Storage.
Opmerking
Als u kaartverificatie inschakelt, wordt een lijst van de openbare afdruktaken weergegeven. Ga naar
stap c.
b Druk op a of b om Openbaar of de gebruikersnaam te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om de taak te selecteren. Druk op OK.
d (Alleen wanneer u persoonlijke beveiligde gegevens hebt geselecteerd)
Voer uw wachtwoord in. Druk op OK.
e Druk op a of b om Print of Afdrukken+verw. te kiezen. Druk op OK.
Afdrukken+verw. wordt alleen weergegeven als u persoonlijke gegevens hebt geselecteerd. Zodra
de gegevens zijn afgedrukt, worden ze gewist.
f (Alleen wanneer u Afdrukken+verw. hebt geselecteerd in stap e)
Druk op a of b om Ja te selecteren. Druk op OK.
Algemene informatie
90
3
g Geef het aantal exemplaren op. Druk op OK.
Opgeslagen gegevens wissen
a Druk op Storage.
Opmerking
Als u kaartverificatie inschakelt, wordt een lijst van de openbare afdruktaken weergegeven. Ga naar
stap c.
b Druk op a of b om Openbaar of de gebruikersnaam te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om de taak te selecteren. Druk op OK.
d (Alleen wanneer u persoonlijke beveiligde gegevens hebt geselecteerd)
Voer uw wachtwoord in. Druk op OK.
e Druk op a of b om Verwijder te selecteren. Druk op OK.
f Druk op a of b om Ja te selecteren. Druk op OK.
Verwijderd wordt weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine terugkeert naar de stand
Gereed.
Algemene informatie
91
3
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot 2.0
Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u de openbare toegang tot de afdrukfunctie
1
.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren. Toegang tot
beperkte handelingen kan worden geactiveerd door het creëren van een beperkte gebruiker. Met behulp van
Beheer via een browser of BRAdmin Professional 3 (alleen Windows
®
) kunt u Beveiligd functieslot handmatig
instellen. (uu Netwerkhandleiding)
1
De afdrukfunctie verzorgt ook afdruktaken via Brother iPrint&Scan.
Opmerking
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord
dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw Brother-leverancier voor meer
informatie over het resetten van het wachtwoord.
Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
Kaartverificatie
Als de optionele kaartlezer op de machine is aangesloten, kunt u opgeslagen gegevens met behulp van
kaartverificatie afdrukken. Omdat de identiteit van de gebruiker eenvoudig wordt bevestigd wanneer de kaart
tegen de kaartlezer wordt gehouden, heeft de gebruiker direct toegang tot zijn opgeslagen gegevens. Omdat
andere gebruikers geen toegang hebben tot de gegevens, is kaartverificatie bovendien een effectieve manier
om ongeautoriseerde toegang tot persoonlijke opgeslagen gegevens te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de pagina
Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
Instelslot
Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk
uw machine-instellingen wijzigen. Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord
vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met
uw beheerder of met uw Brother-leverancier.
Als het instelslot op Aan staat, kunt u de volgende instellingen niet wijzigen zonder een wachtwoord:
Onderhoud (behalve Testafdruk)
Papierlade
Algemene instelling
Afdrukmenu (behalve Tabelafdruk)
Netwerk (het Mac-adres en de statusinformatie worden weergegeven)
Algemene informatie
92
3
Het wachtwoord instellen
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
d Toets een nummer van vier cijfers (van 0-9) in voor het wachtwoord. Druk op OK.
e Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk
op OK.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen
Schakel het instelslot uit voor u het wachtwoord wijzigt. (Zie Instelslot in- of uitschakelen uu pagina 92.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Wachtw. inst. te selecteren. Druk op OK.
e Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK.
f Toets een nummer van vier cijfers in voor het nieuwe wachtwoord. Druk op OK.
g Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk
op OK.
h Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Instelslot in- of uitschakelen
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u de onderstaande instructies volgt, wordt
Fout wachtwoord weergegeven op het LCD-scherm. Voer het juiste wachtwoord in.
Instelslot inschakelen
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
d Druk op OK als Aan weergegeven wordt op het LCD-scherm.
e Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Algemene informatie
93
3
Instelslot uitschakelen
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
d Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK.
e Druk op OK als Uit weergegeven wordt op het LCD-scherm.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Algemene informatie
94
3
Zomertijd automatisch inschakelen
U kunt de machine instellen om automatisch over te schakelen op de zomertijd. Hiermee gaat de tijd in de
lente automatisch één uur vooruit en in de herfst weer één uur terug. Controleer met de optie Datum&Tijd
of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Datum&Tijd te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Aut. zomertijd te selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Milieubesparende functies
Inktbesparing
Met deze functie kunt u inkt besparen. Wanneer u de inktbespaarstand instelt op Aan, worden de afdrukken
lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Bespaarstand te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Inktbesparing te selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Slaaptijd
Door de slaapstand te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de
slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine uitgeschakeld is. De
machine wordt geactiveerd en begint af te drukken wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand. De timer
wordt gereset wanneer de machine een afdrukbestand of een document ontvangt. De standaardinstelling is
3 minuten. Wanneer de machine zich in de slaapstand bevindt, wordt Slaapstand op het LCD-scherm
weergegeven.
a Druk op Menu.
Algemene informatie
95
3
b Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Bespaarstand te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Slaapstand te selecteren. Druk op OK.
e Voer in hoe lang de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over te schakelen. Druk op
OK.
f Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Stand Diepe slaap
Als de machine in de slaapstand staat en een bepaalde tijd geen taken ontvangt, treedt automatisch de stand
Diepe slaap in werking en wordt op het LCD-scherm Slaapstand weergegeven. In de stand Diepe slaap
wordt minder energie verbruikt dan in de normale slaapstand. De machine wordt geactiveerd wanneer deze
een afdruktaak ontvangt.
Als de machine is aangesloten op een draadloos netwerk of als er een optionele kaartlezer is aangesloten,
wordt de stand Diepe slaap niet ingeschakeld.
Het draadloos netwerk uitschakelen uu Netwerkhandleiding: Het bedieningspaneel configureren
4
96
4
Toebehoren
Voor deze machine zijn de volgende toebehoren verkrijgbaar. Met deze artikelen kunt u de capaciteit van de
machine verhogen.
Onderlade Uitvoerlade Optionele stabilisator Kaartlezer
LT-7100 MX-7100 SB-7100
Raadpleeg Onderlade
(LT-7100) uu pagina 97.
Raadpleeg Uitvoerlade
(MX-7100)
uu pagina 98.
Raadpleeg Optionele
stabilisator (SB-7100)
uu pagina 99.
Raadpleeg Kaartlezer
uu pagina 100.
Toebehoren
97
4
Onderlade (LT-7100)
U kunt drie optionele onderladen (Lade 2, Lade 3 en Lade 4) installeren. In iedere onderlade kunt u maximaal
500 vellen van 80 g/m
2
plaatsen. Neem contact op met de Brother-leverancier waar u de machine hebt
aangeschaft of met de klantenservice van Brother als u een optionele lade-eenheid wilt aanschaffen.
Raadpleeg de meegeleverde gebruikershandleiding voor het installeren van de optionele onderlade-eenheid.
Belangrijk
Wanneer u twee of meer optionele onderladen hebt geïnstalleerd, dient u ook de optionele stabilisator te
installeren.
Als u wilt afdrukken vanuit de optionele onderladen, kiest u Lade2, Lade3 of Lade4 bij de instelling
Papierbron in de printerdriver. Bij gebruik van de Windows
®
-printerdriver dient u eerst de optionele
onderladen aan de printerdriver toe te voegen. Raadpleeg Tabblad Accessoires uu pagina 44.
Toebehoren
98
4
Uitvoerlade (MX-7100)
U kunt één optionele uitvoerlade installeren. Deze lade heeft een capaciteit van maximaal 500 vellen van
80 g/m
2
.
Raadpleeg de meegeleverde gebruikershandleiding voor het installeren van de optionele uitvoerlade.
Toebehoren
99
4
Optionele stabilisator (SB-7100)
Wanneer u twee of meer optionele onderladen hebt geïnstalleerd, dient u ook de optionele stabilisator te
installeren.
Raadpleeg de meegeleverde gebruikershandleiding voor het installeren van de optionele stabilisator.
Toebehoren
100
4
Kaartlezer
U kunt een kaartlezer aansluiten op de USB-poort van de machine. Als de kaartlezer op de machine is
aangesloten, kunt u door middel van kaartverificatie opgeslagen gegevens afdrukken. Omdat de identiteit
van de gebruiker eenvoudig wordt bevestigd wanneer de kaart tegen de kaartlezer wordt gehouden, heeft de
gebruiker direct toegang tot zijn opgeslagen gegevens. Omdat andere gebruikers geen toegang hebben tot
de gegevens, is kaartverificatie bovendien een effectieve manier om ongeautoriseerde toegang tot
persoonlijke opgeslagen gegevens te voorkomen.
Raadpleeg voor meer informatie over de kaartlezer en kaartverificatie de Handleiding kaartlezer op de pagina
Handleidingen voor uw model op de website van het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/.
5
101
5
Routineonderhoud
De inktcartridge vervangen
U dient de inktcartridge te vervangen wanneer de machine aangeeft dat dit verbruiksartikel aan vervanging
toe is.
Inktcartridge
Raadpleeg De inktcartridge vervangen uu pagina 102.
Modelnaam: HC-05BK
U dient de inktcartridge te vervangen wanneer de volgende melding op het LCD-scherm wordt weergegeven.
Melding op
LCD-scherm
Te vervangen
verbruiksartikel
Naam van het model Vervangen na
ongeveer
Hoe gaat u te
werk
Onvoldoende
inkt
Inktcartridge HC-05BK
30.000
pagina's
1 2
Raadpleeg
pagina 103
1
Enkelzijdige pagina's van A4- of Letter-formaat.
2
Het geschatte cartridgerendement is conform de ISO/IEC 24711-testmethode, op basis van continu afdrukken van zwart-wittestpagina's zoals
door ISO/IEC 19752 wordt gespecificeerd.
Opmerking
Ga naar
http://www.brother.com/original/index.html voor aanwijzingen over het terugsturen van gebruikte
verbruiksartikelen aan het Brother-verzamelprogramma. Als u het gebruikte verbruiksartikel niet
terugplaatst, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
(uu Handleiding product veiligheid: Recycle-informatie in overeenstemming met de WEEE (2002/96/EC)-
en batterij (2006/66/EC)-richtlijnen)
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur van
verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
De aangegeven gebruiksduur van de inktcartridges is gebaseerd op ISO/IEC 24711. Hoe vaak de
cartridges vervangen moeten worden, hangt af van de complexiteit van de afgedrukte pagina's, het
bladvullingspercentage en de gebruikte papiersoort.
Routineonderhoud
102
5
De inktcartridge vervangen
Modelnaam: HC-05BK
Met een vervangingscartridge kunt u ongeveer 30.000 pagina's
1
afdrukken. Het daadwerkelijke aantal
pagina's hangt af van het type document dat u over het algemeen gebruikt. Wanneer de inktcartridge bijna
leeg is, wordt op het LCD-scherm Inkt bijna op weergegeven.
De machine wordt geleverd met een inktcartridge die na ongeveer 10.000 pagina's moet worden vervangen.
1
Het geschatte cartridgerendement is conform de ISO/IEC 24711-testmethode, op basis van continu afdrukken van zwart-wittestpagina's zoals
door ISO/IEC 19752 wordt gespecificeerd.
Opmerking
Wij adviseren u een nieuwe inktcartridge klaar te houden wanneer de waarschuwing Inkt bijna op
wordt weergegeven.
Wij raden het gebruik van originele inktcartridges van Brother aan voor een hoge afdrukkwaliteit.
Als u afbeeldingen, vette tekst, grafieken, webpagina's met marges of andere documenten afdrukt die niet
alleen eenvoudige tekst bevatten, wordt er meer inkt verbruikt.
Als u de afdrukdichtheid lichter of donkerder instelt, zal het inktverbruik navenant worden aangepast.
Pak de inktcartridge pas uit wanneer u deze in de machine wilt plaatsen.
Onvoldoende inkt
Als op het LCD-scherm de melding Inkt bijna op verschijnt, is de inkt bijna leeg. Koop een nieuwe
inktcartridge zodat u deze bij de hand hebt voordat de indicatie Onvoldoende inkt wordt gegeven.
Inkt vervangen
Wanneer Onvoldoende inkt op het LCD-scherm wordt weergegeven, dient u de inktcartridge te
vervangen.
De machine stopt met afdrukken tot u de inktcartridge vervangt.
Door een nieuwe originele inktcartridge van Brother te plaatsen, wordt de stand Inkt vervangen gereset.
Als een melding verschijnt dat u een inktcartridge dient te vervangen, bevat de inktcartridge nog een kleine
hoeveelheid inkt. Voor een hoge afdrukkwaliteit gebruikt de inktcartridge naast zwarte inkt een blanke inkt
voor de pre-coating. Als de zwarte inkt of de blanke inkt voor de pre-coating dan ook op is, kan de cartridge
niet langer worden gebruikt en kan de printer niet meer afdrukken, zelfs als de cartridge nog een rest inkt
bevat.
V
OORZICHTIG
Als er inkt in uw ogen komt, spoel dit dan onmiddellijk met water weg en bel een dokter als u zich zorgen
maakt.
Routineonderhoud
103
5
Belangrijk
Verwijder de inktcartridge NIET uit de machine, tenzij u deze moet vervangen. Als u dit wel doet, zal de
machine om de afdrukkwaliteit te behouden mogelijk automatisch een reiniging uitvoeren waarbij enige
inkt wordt verbruikt.
Raak de ruimte waar de cartridge zich in de machine bevond NIET aan. U kunt anders inkt op uw handen
of kleding krijgen.
Als er inkt op uw huid of kleding terechtkomt, verwijder dit dan onmiddellijk met water en zeep of een
schoonmaakmiddel.
Als u een inktcartridge hebt geopend, installeer deze dan direct in de machine en verbruik deze binnen
zes maanden na installatie. Verbruik ongeopende inktcartridges voor de uiterste houdbaarheidsdatum die
op de verpakking staat.
Demonteer de inktcartridge NIET en breng op geen enkele andere wijze modificaties aan, anders kan er
inkt uit de cartridge lekken.
De inktcartridge vervangen
a Controleer of de machine aanstaat.
b Open de klep van de inktcartridge.
Routineonderhoud
104
5
Belangrijk
Controleer voordat u de oude cartridge verwijdert of de cartridgestop (1) zich heeft teruggetrokken. Als dit
niet het geval is, controleer dan of de machine is ingeschakeld.
1
c Verwijder de inktcartridge met beide handen uit de machine.
Opmerking
Ga naar
http://www.brother.com/original/index.html voor aanwijzingen over het terugsturen van gebruikte
verbruiksartikelen aan het Brother-verzamelprogramma. Als u het gebruikte verbruiksartikel niet
terugplaatst, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
(uu Handleiding product veiligheid: Recycle-informatie in overeenstemming met de WEEE (2002/96/EC)-
en batterij (2006/66/EC)-richtlijnen)
d Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking.
Routineonderhoud
105
5
Belangrijk
Plaats de inktcartridge direct na het uitpakken in de machine. Als een inktcartridge lange tijd buiten de
verpakking is, gaat de inkt korter mee.
Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met inkt van een bepaalde specificatie en werken optimaal
wanneer ze worden gebruikt met originele Brother-inktcartridges. Brother kan deze optimale werking niet
garanderen wanneer inkt of inktcartridges van andere specificaties worden gebruikt. Het gebruik van
andere cartridges dan die van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn
gevuld, wordt derhalve afgeraden in combinatie met deze machine. Indien de printkop of andere
onderdelen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van inkt of inktcartridges
anders dan originele Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de
garantie; deze producten zijn namelijk incompatibel of ongeschikt voor deze machine.
e Druk de nieuwe inktcartridge stevig in de machine.
f Sluit de inktcartridgeklep.
Opmerking
Schakel de machine NIET uit en open de inktcartridgeklep niet na het vervangen van de inktcartridge tot
Gereed wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Routineonderhoud
106
5
De machine reinigen en controleren
Reinig de buiten- en de binnenkant van de machine regelmatig met een droge, pluisvrije doek.
WAARSCHUWING
Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol of
ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. Hierdoor kan mogelijk brand
ontstaan. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uu Handleiding product veiligheid: Algemene voorzorgsmaatregelen)
De buitenkant van de machine reinigen
a Schakel de machine uit.
b Koppel de interfacekabels los van de machine en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
c Stof de buitenkant van de machine met een zachte, pluisvrije doek af.
Routineonderhoud
107
5
d Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
e Verwijder het papier dat in de papierlade is geplaatst.
f Als er iets in de papierlade vastzit, dient u dit te verwijderen.
g Veeg de binnen- en buitenzijde van de papierlade af met een droge, pluisvrije zachte doek om stof te
verwijderen.
h Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in de machine.
i Steek de stekker van het netsnoer van de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de interfacekabels
aan.
j Schakel de machine in.
De papierinvoerrollen reinigen
Als u de papierinvoerrollen regelmatig reinigt, kan dit het vastlopen van papier voorkomen doordat het papier
op de juiste manier wordt ingevoerd.
a Schakel de machine uit.
b Koppel de interfacekabels los van de machine en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Routineonderhoud
108
5
c Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
d Maak een pluisvrije doek vochtig met lauw water, wring hem uit en veeg de scheidingsrol (1) in de
papierlade ermee schoon om alle stof te verwijderen.
1
e Veeg de twee invoerrollen (1) in de machine schoon om stof te verwijderen.
1
f Plaats de papierlade weer in de machine.
Routineonderhoud
109
5
g Druk de ontgrendelingshendel van de bovenklep (1) omhoog (zie illustratie) en open de bovenklep.
1
h Maak de MF-lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
Routineonderhoud
110
5
i Open de voorklep in de machine.
j Veeg de invoerrol (1) in de machine schoon om stof te verwijderen.
1
k Sluit de voorklep in de machine.
l Sluit de MF-lade.
m Sluit de bovenklep.
n Steek de stekker van het netsnoer van de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de interfacekabels
aan.
o Schakel de machine in.
De afdrukkwaliteit controleren
Als er fletse of gestreepte tekst in uw afdrukken verschijnt, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt
dit controleren door een testpagina af te drukken en het patroon van de spuitmondjes te bekijken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Onderhoud te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te selecteren. Druk op OK.
De machine begint met het afdrukken van de testpagina.
Routineonderhoud
111
5
d Controleer de afdrukkwaliteit van de testpagina.
Als u documenten afdrukt die voornamelijk afbeeldingen bevatten, controleert u de zwarte balk (1).
Als u documenten afdrukt die voornamelijk tekst bevatten, controleert u de tekens en cijfers (2).
Als de tekens en cijfers vaag zijn afgedrukt of er lijnen in de zwarte balk te zien zijn, reinigt u de printkop.
(Zie De printkop reinigen uu pagina 111.)
6pt
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghij
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefg
0123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123
8pt
012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQ
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOP
10pt
01234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEF
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDE
1
2
De printkop reinigen
Voor het behoud van een goede afdrukkwaliteit wordt de printkop indien nodig automatisch gereinigd. Als de
afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces ook handmatig starten.
Voer een reiniging uit als er verticale lijnen door tekst of afbeeldingen lopen of als stukken tekst zijn
weggevallen.
Bij het reinigen van de inktkop wordt inkt verbruikt. Door te vaak te reinigen wordt onnodig inkt verbruikt.
Belangrijk
Raak de printkop NIET aan. Het aanraken van de printkop kan permanente schade veroorzaken. Schade
die op deze manier optreedt, wordt niet door de garantie gedekt.
Routineonderhoud
112
5
Opmerking
Als de stekker van de machine langere tijd uit het stopcontact verwijderd is geweest, voert de machine
automatisch een reinigingsprocedure uit zodra u de stekker weer in het stopcontact steekt. Dit
reinigingsproces verkort de aangegeven levensduur van de inktcartridge in de machine.
Reinigingswizard
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Onderhoud te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Reinigingswizard te selecteren. Druk op OK.
De machine begint met het afdrukken van de testpagina.
d Controleer de afdrukkwaliteit van de testpagina.
Als u documenten afdrukt die voornamelijk afbeeldingen bevatten, controleert u de zwarte balk (1).
Als u documenten afdrukt die voornamelijk tekst bevatten, controleert u de tekens en cijfers (2).
6pt
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghij
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefg
0123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123
8pt
012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQ
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOP
10pt
01234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEF
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDE
1
2
e U wordt via het LCD-scherm gevraagd of de afdrukkwaliteit in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als de afdruk er goed uitziet, drukt u op 1 om Ja te selecteren en de reiniging te voltooien. De machine
keert terug naar de Gereed-stand.
Routineonderhoud
113
5
Als de afdruk een kwaliteitsprobleem vertoont, drukt u op 2 om Nee te selecteren. Het reinigen wordt
gestart en een nieuwe testpagina wordt afgedrukt. Herhaal stap d en e tot de afdrukkwaliteit is
verbeterd.
Als de kwaliteit na drie keer reinigen nog niet is verbeterd, wordt u via het LCD-scherm gevraagd om
een geavanceerde reiniging te starten. Om een geavanceerde reiniging te starten, drukt u op 1 om Ja
te selecteren en gaat u vervolgens naar stap d onder het kopje Geavanceerde reiniging. Om de reiniging
te voltooien, drukt u op 2 om Nee te selecteren.
Geavanceerde reiniging
Met een geavanceerde reiniging voert u een grondiger reiniging uit dan met de Reinigingswizard. Kies
deze optie als de printkop met de Reinigingswizard niet voldoende gereinigd is, als de afdrukken vaag
zijn of vlekken vertonen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Onderhoud te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Geav. reiniging te selecteren. Druk op OK.
De machine begint met het afdrukken van de testpagina.
d Controleer de afdrukkwaliteit van de testpagina.
Als u documenten afdrukt die voornamelijk afbeeldingen bevatten, controleert u de zwarte balk (1).
Als u documenten afdrukt die voornamelijk tekst bevatten, controleert u de tekens en cijfers (2).
6pt
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghij
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefg
0123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123
8pt
012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQ
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOP
10pt
01234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEF
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDE
1
2
Routineonderhoud
114
5
e U wordt via het LCD-scherm gevraagd of de afdrukkwaliteit in orde is.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als de afdruk er goed uitziet, drukt u op 1 om Ja te selecteren en de reiniging te voltooien. De machine
keert terug naar de Gereed-stand.
Als de afdruk een kwaliteitsprobleem vertoont, drukt u op 2 om Nee te selecteren. Het reinigen wordt
gestart en een nieuwe testpagina wordt afgedrukt. Herhaal stap d en e tot de afdrukkwaliteit is
verbeterd.
Als de kwaliteit na drie keer reinigen nog niet is verbeterd, verschijnt op het LCD-scherm een melding dat u
een reparatieafspraak moet maken. Druk op OK en bel uw Brother-leverancier.
6
115
6
Probleemoplossing
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan de onderstaande items en volg de tips
voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen.
Uw probleem bepalen
Controleer eerst de volgende punten.
Het netsnoer van de machine is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld. Als de machine niet
ingeschakeld wordt na het aansluiten van het netsnoer, raadpleegt u Overige problemen
uu pagina 145.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Het papier is correct in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn correct aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze verbinding is
ingesteld op de machine en de computer.
Meldingen op LCD-scherm
(Zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 116.)
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het probleem
dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.
De machine drukt niet af:
Omgaan met papier
(Zie Papierproblemen uu pagina 144.)
Er wordt wel afgedrukt, maar er zijn problemen:
Afdrukkwaliteit
(Zie Afdrukkwaliteit, problemen uu pagina 142.)
De afdruk ziet er niet goed uit
(Zie Afdrukproblemen uu pagina 140.)
Netwerk- en andere problemen:
Netwerkproblemen uu pagina 145.
Overige problemen uu pagina 145.
Probleemoplossing
116
6
Fout- en onderhoudsmeldingen
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen er fouten optreden en kunnen verbruiks- en
onderhoudsartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste
routinematige onderhoudsbeurt, en toont deze de betreffende melding. De meest voorkomende fout- en
onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Als u extra hulp nodig hebt,
kunt u terecht op het Brother Solutions Center voor veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
U vindt de site op
http://solutions.brother.com/.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afdrukken Onm XX
De machine heeft een mechanisch
probleem.
Schakel de machine uit, wacht enkele minuten en
schakel deze vervolgens weer in.
Neem contact op met uw Brother-leverancier als het
probleem aanhoudt.
Cartridgefout
De inkt wordt niet correct
toegediend.
Schakel de machine uit en vervolgens weer in.
Neem contact op met uw Brother-leverancier als het
probleem aanhoudt.
De inktcartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Verwijder de inktcartridge en plaats deze weer
terug in de machine. Neem contact op met uw
Brother-leverancier als het probleem aanhoudt.
Dubbelzijdig
uit
De achterklep van de machine is
niet volledig gesloten.
Sluit de achterklep van de machine.
De duplexlade is niet of niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de duplexlade op de juiste manier.
DX-hendelfout
De papierinstellingshendel voor
dubbelzijdig afdrukken aan de
achterkant van de printer is niet
ingesteld op het papierformaat.
Zet de hendel aan de achterkant van de
printer op de juiste positie voor het papierformaat.
Fout formaat
DX
Het papierformaat
opgegeven in de printerdriver en
het bedieningspaneelmenu is niet
beschikbaar voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken.
Druk op Cancel. Kies een papierformaat dat
door de duplexlade wordt ondersteund.
De papierformaten die u kunt gebruiken voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken zijn A4, Letter,
Legal of Folio.
Het papier in de lade heeft niet het
juiste formaat en is niet
beschikbaar voor automatisch
dubbelzijdig afdrukken.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade en
pas het papierformaat aan de lade aan. (Zie
Papierlade uu pagina 78.)
De papierformaten die u kunt gebruiken voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken zijn A4, Letter,
Legal of Folio.
Fout toegang
log
De machine krijgt geen toegang tot
het bestand met het
afdruklogboek op de server.
Neem contact op met uw beheerder voor meer
informatie over de instellingen voor
Afdruklogboek op netwerk opslaan.
(Voor meer informatie
uu
Netwerkhandleiding
:
Afdruklogboek op netwerk opslaan)
Probleemoplossing
117
6
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Geen cartridge
De inktcartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Verwijder de inktcartridge en plaats deze weer
terug in de machine.
Als u andere inkt dan originele inkt
van Brother gebruikt, kan de
machine de inktcartridge mogelijk
niet detecteren.
Gebruik een originele inktcartridge van Brother.
Geen duplexlade
De duplexlade is niet of niet juist
geïnstalleerd.
Installeer de duplexlade op de juiste manier.
Geen lade
De papierlade is niet of niet juist
geïnstalleerd.
Plaats de aangegeven lade opnieuw.
Geen lade-id
XX
De opgegeven lade-ID is niet
gevonden.
Controleer de ID die aan de lade is toegekend en
selecteer deze ID bij het afdrukken.
Geen opvangbak
De inktopvangbak is niet of niet
juist geïnstalleerd.
Neem contact op met uw Brother-leverancier of
installeer de inktopvangbak opnieuw.
Geen papier Plaats
<formaat> papier
in <bak>.
De machine heeft geen papier
meer of het papier is niet
goed in de opgegeven papierlade
geplaatst.
Plaats papier in de opgegeven papierlade.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte
formaat ingesteld zijn.
Handinvoer
Handmatig was geselecteerd als
papierbron wanneer er geen papier
aanwezig was in de MF-lade.
Plaats hetzelfde papierformaat in de MF-lade als
het formaat dat weergegeven wordt op het
LCD-scherm. Als de machine zich in Pauze-modus
bevindt, drukt u op Go. (Zie Papier in de
multifunctionele lade (MF-lade) plaatsen
uu pagina 12.)
Inkt bijna op
De inktcartridge is bijna aan het
einde van zijn gebruiksduur.
Bestel nu een nieuwe inktcartridge zodat u een
vervangingscartridge paraat hebt wanneer
Onvoldoende inkt op het LCD-scherm wordt
weergegeven.
Klein papier
De papierformaat dat in de
printerdriver is opgegeven is te
klein om op de documentuitvoer
met de bedrukte zijde naar
beneden te kunnen worden
uitgeworpen.
Open de achterklep (documentuitvoer met bedrukte
zijde naar boven) zodat de afdrukken op deze
documentuitvoer kunnen worden uitgeworpen en
druk op Go.
Klep open
Deksel open
Een van de kleppen van de
machine is niet volledig gesloten.
Sluit de klep die in het LCD-scherm wordt
aangegeven.
Kort papier
Het papier in de lade is te
kort om te worden
uitgeworpen op de
documentuitvoer met de bedrukte
zijde naar beneden.
Open de achterklep (documentuitvoer met bedrukte
zijde naar boven) zodat de afdrukken op deze
documentuitvoer kunnen worden uitgeworpen.
Verwijder de afdrukken en druk dan op Go.
Lade XX fout
De papierlade is niet juist
geïnstalleerd.
Trek de lade die op het LCD-scherm wordt
aangegeven volledig uit de machine en
controleer of zich in de machine en in de lade nog
papier bevindt. Installeer de lade hierna op de juiste
manier.
LadeXX bijna leeg
Het papier in de lade is bijna op. Plaats papier in de opgegeven papierlade.
Probleemoplossing
118
6
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Limiet bereikt
Het aantal pagina's dat u kunt
afdrukken is overschreden. De
afdruktaak wordt geannuleerd.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Beveiligd functieslot te controleren.
Onderdelen verv.
PF-kit MP
PF-kit XX
De papiertoevoerset moet worden
vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier of een
bevoegd servicecentrum van Brother om de
papiertoevoerset te vervangen.
Ongeldig formaat
Het papier in de opgegeven lade
heeft niet het juiste formaat.
Plaats hetzelfde papierformaat dat
geselecteerd is in de printerdriver in de
papierlade en druk vervolgens op Go of selecteer
het papierformaat dat u geplaatst hebt in de
opgegeven papierlade.
Onjuist pap.frmt
Het papierformaat van de
afdrukgegevens komt niet overeen
met het formaat van het
papier in de lade. Of u hebt de
papiergeleiders in de lade niet
afgesteld op het papierformaat
dat u gebruikt.
Plaats hetzelfde papierformaat in de lade
als in de printerdriver is opgegeven.
Controleer of de papiergeleiders in de lade zijn
afgesteld op het juiste papierformaat.
Onvoldoende inkt
De inktcartridge is aan het einde
van zijn gebruiksduur. De machine
stopt alle afdruktaken.
Vervang de inktcartridge. (Zie De inktcartridge
vervangen uu pagina 102.)
Voor een hoge afdrukkwaliteit gebruikt de
inktcartridge naast zwarte inkt een blanke inkt
voor de pre-coating. Als de zwarte inkt of de blanke
inkt voor de pre-coating dan ook op is, kan de
cartridge niet langer worden gebruikt en kan de
printer niet meer afdrukken, zelfs als de cartridge
nog een rest inkt bevat.
Opslag vol
Er is geen ruimte meer in het
geheugen.
Druk op Cancel of Go. Verwijder onnodige
macro's of lettertypen. (Zie Macro/lettert.
uu pagina 80.)
Druk op Cancel of Go. Verwijder de eerder
opgeslagen afdrukgegevens.
Opslagfout
Het opslaggeheugen is beschadigd. U kunt deze fout wissen door de machine uit te
schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
Neem contact op met uw beheerder om het
opslaggeheugen te formatteren. Neem contact op
met uw Brother-leverancier als het probleem
aanhoudt.
Opvangbak vol
De inktopvangbak is vol. De inktopvangbak moet worden vervangen. Neem
hiervoor contact op met uw Brother-leverancier.
Temperatuur laag
De kamertemperatuur is te laag
voor de machine.
Verhoog de kamertemperatuur.
ToegangGeweigerd
De functie die u wilt gebruiken is
beperkt door Beveiligd functieslot
2.0.
Neem contact op met uw beheerder om uw
instellingen voor Beveiligd functieslot te controleren.
Uitvoerlade vol
De uitvoerlade is vol. Verwijder de afdrukken uit de uitvoerlade.
Probleemoplossing
119
6
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Vast MF-lade
Vast A lade 1
Vast A lade 2
Vast A lade 3
Vast A lade 4
Vast B binnen
Vast C binnen
Vast D duplex
Vast E achter
Vast F op. lade
Het papier is vastgelopen in het
aangegeven gebied.
Raadpleeg Papierstoringen uu pagina 120.
Waarsch. cartr.
De inktcartridge is met te veel
printers gebruikt.
Verwijder een cartridge alleen als de inkt op is.
Als u een cartridge verwijdert terwijl deze nog inkt
bevat, kan inkt uit de cartridge lekken.
U kunt deze melding verwijderen door de klep
van de inktcartridge op de printer te openen en
sluiten.
Als u andere inkt dan originele inkt
van Brother gebruikt, kan de
machine de inktcartridge mogelijk
niet detecteren.
Gebruik een originele inktcartridge van Brother. U
kunt deze melding verwijderen door de klep van de
inktcartridge op de printer te openen en sluiten.
De houdbaarheidsdatum van de
cartridge is verlopen.
U kunt deze melding verwijderen door de klep
van de inktcartridge op de printer te openen en
sluiten. Als u de cartridge blijft gebruiken, kan de
afdrukkwaliteit afnemen. Vervang de inktcartridge.
(Zie
De inktcartridge vervangen uu pagina 102.)
Waarsch. opv.bak
De inktopvangbak is bijna vol. De inktopvangbak moet binnenkort worden
vervangen. Neem hiervoor contact op met uw
Brother-leverancier.
Probleemoplossing
120
6
Papierstoringen
Als zich een papierstoring in de machine voordoet, wordt het afdrukken onderbroken. Een van de volgende
foutmeldingen verschijnt om aan te geven waar het papier is vastgelopen.
3
1
2
6
5
4
Foutmelding
1
Vast MF-lade
Het papier is vastgelopen in de MF-lade. (uu pagina 121)
2
Vast A lade 1
Het papier is vastgelopen in de papierlade. (uu pagina 121)
Vast A lade 2
Vast A lade 3
Vast A lade 4
Het papier is vastgelopen in de aangegeven papierlade. (uu pagina 125)
3
Vast B binnen
Het papier is vastgelopen in de machine. (uu pagina 126)
Vast C binnen
Het papier is vastgelopen in de machine. (uu pagina 130)
4
Vast D duplex
Het papier is vastgelopen in de duplexlade. (uu pagina 133)
5
Vast E achter
Het papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine. (uu pagina 137)
6
Vast F op. lade
Het papier is vastgelopen in de optionele uitvoerlade. (uu pagina 139)
Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet u altijd eerst al het papier dat nog in de lade zit verwijderen en
het papier in een nette stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat er meerdere vellen papier tegelijk worden ingevoerd
en dat papier vastloopt.
Opmerking
Als het papier is vastgelopen, kan het papier door inkt bevuild worden.
Probleemoplossing
121
6
Vast in MP lade (papier is vastgelopen in de MF-lade)
Als op het LCD-scherm Vast MF-lade wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Verwijder het papier uit de MF-lade.
b Verwijder eventueel vastgelopen papier uit de MF-lade.
c Blader de stapel door en leg hem weer in de MF-lade.
d Wanneer u papier plaatst in de MF-lade, dient u ervoor te zorgen dat het papier de maximummarkering
aan beide kanten van de lade niet overschrijdt.
e Druk op Go om het afdrukken voort te zetten.
Vast A lade 1 (papier is vastgelopen in de papierlade)
Als op het LCD-scherm Vast A lade 1 wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Verwijder de afdrukken uit de uitvoerlade.
b Druk de ontgrendelingshendel van de bovenklep (1) omhoog (zie illustratie) en open de bovenklep.
1
Probleemoplossing
122
6
c Maak de MF-lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
d Trek de twee groene lipjes op de papierrol naar u toe om het papier vrij te maken.
Probleemoplossing
123
6
e Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
f Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
g Plaats de papierlade weer in de machine.
Probleemoplossing
124
6
h Duw de groene lipjes op de papierrol naar achteren.
i Sluit de MF-lade.
j Sluit de bovenklep.
Opmerking
Als zich papierstof op het oppervlak van de papierinvoerrollen heeft verzameld, kan zich een papierstoring
in de papierlade voordoen. Reinig de papierinvoerrollen. (Zie De papierinvoerrollen reinigen
uu pagina 107.)
Probleemoplossing
125
6
Vast A lade 2 / lade 3 / lade 4 (papier is vastgelopen in de papierlade)
Wanneer het LCD-scherm Vast A lade 2, Vast A lade 3 of Vast A lade 4 weergeeft, dient u deze
stappen te volgen:
a Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm en trek de lade langzaam naar buiten tot deze blokkeert. Til
de voorkant van de lade dan enigszins op en trek de lade uit de machine.
b Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
Opmerking
Wanneer u het vastgelopen papier er naar beneden toe uittrekt, gaat het eenvoudiger.
Probleemoplossing
126
6
c Zorg ervoor dat het papier de maximummarkering (bbb) van de papierlade niet bereikt. Houd de groene
ontgrendelingshendel van de papiergeleiders ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte
papierformaat. Controleer of de geleiders goed in de sleuven passen.
d Plaats de papierlade weer in de machine.
Belangrijk
Verwijder de bovenlade niet terwijl papier wordt ingevoerd vanuit een onderlade. Hierdoor kan een
papierstoring optreden.
Opmerking
Als zich papierstof op het oppervlak van de papierinvoerrollen heeft verzameld, kan zich een papierstoring
in de papierlade voordoen. Reinig de papierinvoerrollen. (Zie De papierinvoerrollen reinigen
uu pagina 107.)
Vast B binnen (papier is vastgelopen in de machine)
Als op het LCD-scherm Vast B binnen wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Verwijder de afdrukken uit de uitvoerlade.
b Druk de ontgrendelingshendel van de bovenklep (1) omhoog (zie illustratie) en open de bovenklep.
1
Probleemoplossing
127
6
c Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
d Maak de MF-lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
Probleemoplossing
128
6
e Trek de twee groene lipjes op de papierrol naar u toe om het papier vrij te maken.
f Open de voorklep in de machine.
g Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
h Sluit de voorklep in de machine.
Probleemoplossing
129
6
i Duw de groene lipjes op de papierrol naar achteren.
j Sluit de MF-lade.
k Plaats de papierlade weer in de machine.
l Sluit de bovenklep.
Probleemoplossing
130
6
Vast C binnen (papier is vastgelopen in de machine)
Als op het LCD-scherm Vast C binnen wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Verwijder de afdrukken uit de uitvoerlade.
b Druk de ontgrendelingshendel van de bovenklep (1) omhoog (zie illustratie) en open de bovenklep.
1
c Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
Probleemoplossing
131
6
d Maak de MF-lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
e Trek de twee groene lipjes op de papierrol naar u toe om het papier vrij te maken.
f Pak het papier vlak bij de binnenkant van de machine aan beide zijden beet en trek het vervolgens naar
buiten.
Probleemoplossing
132
6
g Verwijder het vastgelopen papier uit de machine.
Opmerking
Raak de grijze delen in de illustraties NIET aan. U kunt anders inkt op uw handen krijgen.
h Duw de groene lipjes op de papierrol naar achteren.
i Sluit de MF-lade.
j Plaats de papierlade weer in de machine.
k Sluit de bovenklep.
Probleemoplossing
133
6
Vast D duplex (papier is vastgelopen in de duplexlade)
Als op het LCD-scherm Vast D duplex wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Trek de duplexlade volledig uit de machine.
b Trek het vastgelopen papier uit de duplexlade.
Probleemoplossing
134
6
c Maak de achterklep open.
d Open het achterpaneel.
Probleemoplossing
135
6
e Als er nog vastgelopen papier in de machine zit, trek dit dan met beide handen voorzichtig uit de
achterzijde van de machine.
f Sluit het achterpaneel.
g Zorg dat de achterklep goed is gesloten.
h Trek de papierlade langzaam uit de machine tot deze blokkeert. Til de voorkant van de lade dan enigszins
op en trek de lade uit de machine.
Probleemoplossing
136
6
i Zorg ervoor dat het vastgelopen papier niet onder de machine blijft steken ten gevolge van statische
elektriciteit.
j Plaats de papierlade weer in de machine.
k Plaats de duplexlade terug in de machine.
Probleemoplossing
137
6
Vast E achter (papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine)
Als op het LCD-scherm Vast E achter wordt weergegeven, is het papier achter de achterklep vastgelopen.
Volg deze stappen:
a Maak de achterklep open.
b Open het achterpaneel.
Probleemoplossing
138
6
c Trek het vastgelopen papier voorzichtig en met beide handen uit de achterkant van de machine.
d Sluit het achterpaneel.
e Zorg dat de achterklep goed is gesloten.
Probleemoplossing
139
6
Vast F op. lade (papier is vastgelopen in de optionele uitvoerlade)
Als op het LCD-scherm Vast F op. lade wordt weergegeven, is het papier in de optionele uitvoerlade
vastgelopen. Volg deze stappen:
a Maak de achterklep van de optionele uitvoerlade open.
b Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
c Sluit de achterklep van de optionele uitvoerlade.
Probleemoplossing
140
6
Als zich problemen voordoen met uw machine
Belangrijk
Voor technische ondersteuning moet u de servicedienst bellen in het land waar u de machine hebt gekocht.
Er dient vanuit dat land te worden gebeld.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de onderstaande tabel en volgt u de tips
voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen.
Als u verdere hulp nodig hebt, kan het Brother Solutions Center uitkomst bieden met antwoorden op de
meest recente vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar
http://solutions.brother.com/.
Afdrukproblemen
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie
Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 116.)
Controleer of de machine online is:
(Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op
en Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op
Brother HL-S7000DN series en klik vervolgens op Afdruktaken weergeven. Klik
indien nodig op Brother HL-S7000DN series of Brother HL-S7000DN
BR-Script3. Klik op Printer en controleer of Printer offline gebruiken is
uitgeschakeld.
Voor Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008:
Klik op
, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en daarna op Printers.
Klik met de rechtermuisknop op uw machine. Als de printer offline is, verschijnt de
melding Printer online gebruiken. Selecteer deze optie om de printer in te
schakelen.
Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
2003:
Klik op start en selecteer Printers en faxapparaten. Klik met de
rechtermuisknop op uw machine. Als de printer offline is, verschijnt de melding
Printer on line gebruiken. Selecteer deze optie om de printer in te schakelen.
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd
functieslot te controleren.
Als Onvoldoende inkt op het LCD-scherm wordt weergegeven, is de
inktcartridge aan het einde van zijn gebruiksduur. Vervang de inktcartridge. (Zie De
inktcartridge vervangen uu pagina 102.)
Voor een hoge afdrukkwaliteit gebruikt de inktcartridge naast zwarte inkt een
blanke inkt voor de pre-coating. Als de zwarte inkt of de blanke inkt voor de
pre-coating dan ook op is, kan de cartridge niet langer worden gebruikt en kan de
printer niet meer afdrukken, zelfs als de cartridge nog een rest inkt bevat.
Probleemoplossing
141
6
Afdrukproblemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
De machine drukt niet af of is
met afdrukken gestopt.
Druk op Cancel.
De machine annuleert de afdruktaak en wist deze uit het geheugen. De afgedrukte
documenten zijn mogelijk onvolledig.
De kop- en voettekst van mijn
document verschijnt wel op
het scherm, maar wordt niet
afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina.
Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
(Zie Onbedrukbaar gedeelte bij het afdrukken vanaf een computer uu pagina 6.)
De machine drukt
onverwacht of heel slecht af.
Druk op Cancel om afdruktaken te annuleren.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
De machine print de eerste
pagina's correct, maar
daarna ontbreekt tekst op
enkele pagina's.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn
met uw machine.
Uw computer herkent het signaal dat de invoerbuffer van de machine vol is niet.
Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten.
(uu Installatiehandleiding)
Kan afdrukken van
'Paginalay-out' niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
De afdruksnelheid is te traag. Controleer of de achterklep stevig gesloten is.
Wanneer de stille stand ingeschakeld is, verlaagt de afdruksnelheid. Controleer de
instelling van de stille stand.
(Zie Algemene instelling uu pagina 79.)
De machine stopt tijdens het
afdrukken.
De machine detecteert automatisch figuren, foto's en andere grafische gegevens
die een hogere inktdichtheid vereisen. Om de afdrukkwaliteit te garanderen,
kan de machine tijdens het afdrukken tijdelijk pauzeren.
Probleemoplossing
142
6
Afdrukkwaliteit, problemen
Problemen Suggesties
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren uu pagina 110.)
Controleer of de instelling voor Mediatype in de printerdriver overeenkomt met het
papier dat u gebruikt. Zie
Soort papier uu pagina 30
(voor de
Windows
®
-printerdriver), Geavanceerde opties uu pagina 50 (voor de Windows
®
BR-Script3-printerdriver), Afdrukinstellingen uu pagina 62 (voor de
Macintosh-printerdriver) en Printerfuncties uu pagina 65 (voor de Macintosh
BR-Script3-printerdriver).
Controleer of de inktcartridge nog bruikbaar is. Het volgende kan ervoor zorgen
dat de inkt verstopt raakt:
De houdbaarheidsdatum die op de verpakking staat is overschreden. (Originele
inkt van Brother blijft doorgaans twee jaar goed, mits in de originele verpakking.)
De inktcartridge bevindt zich al meer dan zes maanden in uw machine.
De inktcartridge is voor gebruik mogelijk niet correct bewaard.
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt. Het gebruik van andere
cartridges dan die van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van
andere merken zijn gevuld, wordt afgeraden.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie
Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 2.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 18 °C en
33 °C.
Verticale witte strepen in
tekst of afbeeldingen.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 111.)
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie
Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 2.)
De machine voert blanco
pagina's uit.
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen uu pagina 111.)
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt.
Probleemoplossing
143
6
Afdrukkwaliteit, problemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
Tekst of afbeeldingen scheef
afgedrukt.
Controleer of het papier correct in de papierlade is geplaatst en of de
papiergeleiders juist zijn afgesteld. (Zie
Papier plaatsen uu pagina 7.)
Plaats ten minste 10 vellen papier in de papierlade. Gebruik de MF-lade als u
minder dan 10 vellen papier plaatst. (Zie Papier in de multifunctionele lade (MF-lade)
plaatsen uu pagina 12.)
Als het probleem zich voordoet tijdens dubbelzijdig afdrukken, zijn de rollen van de
duplexlade mogelijk vuil. Maak een pluisvrije doek vochtig met lauw water en
veeg de vijf rollen (1) in de papierlade ermee schoon.
1
Vlekken midden boven op de
afdruk.
Controleer of het papier niet te dik of gekruld is.
(Zie Geschikt papier en andere afdrukmedia uu pagina 2.)
Afdrukken zijn vlekkerig of
inkt loopt uit.
Controleer of u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Geschikt papier en andere
afdrukmedia uu pagina 2.) Raak het papier niet aan voordat de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt.
Probleemoplossing
144
6
Afdrukkwaliteit, problemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
Vlekken op de achterkant,
onderkant of bovenkant van
het papier.
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt.
Controleer of het papier niet gekruld is. Wanneer het papier gekruld is, moet u het
plat maken.
Controleer of u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Geschikt papier en andere
afdrukmedia uu pagina 2.)
Verlaag de afdrukdichtheid vanuit uit menu-instellingen van de machine of de optie
Dichtheid afstelling in de printerdriver.
Gebruik de optie Langzaam drogend papier in de printerdriver.
Tijdens dubbelzijdig
afdrukken kan de achterzijde
van het papier mogelijk
vlekken vertonen.
Bij gebruik van papier met een laag absorptieniveau droogt de inkt niet snel en
kunnen er vlekken op de achterzijde van het papier komen. Gebruik de optie
Langzaam drogend papier in de printerdriver.
Afdrukken zijn gekreukeld. Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt.
Controleer of u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Geschikt papier en andere
afdrukmedia uu pagina 2.)
Controleer of de instelling van het papierformaat in het menu van de machine
overeenkomt met het papierformaat in de lade.
Controleer of de papiergeleiders in de lade zijn afgesteld op het juiste
papierformaat.
Papierproblemen
Problemen Suggesties
De machine voert geen
papier in.
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Zit er nog papier in de papierlade, zorg dan dat het recht ligt, in een nette stapel.
Wanneer het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier
uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de papierlade en probeer het opnieuw.
Controleer of de papierlade zo ver mogelijk in de machine is gestoken.
Controleer dat in de printerdriver niet de handinvoer is geselecteerd.
Reinig de papierinvoerrollen.
(Zie De papierinvoerrollen reinigen uu pagina 107.)
De machine neemt geen
papier uit de MF-lade.
Controleer of in de printerdriver MF lade is geselecteerd.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Probleemoplossing
145
6
Netwerkproblemen
Problemen Suggesties
Printen via een bedraad
netwerk onmogelijk.
Bij netwerkproblemen uu Netwerkhandleiding.
Controleer of de machine is ingeschakeld, online is en in de Gereed-stand staat.
Druk het netwerkconfiguratierapport af om te controleren of de netwerkinstellingen
correct zijn. Om het netwerkconfiguratierapport af te drukken, volgt u het volgende
menupad:
Machine-info,
Druk NetSetting
en drukt u op Go of OK
.
Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de
netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te
sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. U kunt de
huidige status van het bedrade netwerk controleren via het menu Netwerk op het
bedieningspaneel.
(Zie Netwerkmenu uu pagina 84.)
De Brother-software kan niet
geïnstalleerd worden.
(Windows
®
)
Als er tijdens de installatie een beveiligingswaarschuwing wordt weergegeven op
het scherm van de pc, wijzigt u de instellingen van de beveiligingssoftware
zodat er toegestaan wordt dat het Brother-installatieprogramma of een ander
programma wordt uitgevoerd.
(Macintosh)
Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt,
dient u deze tijdelijk uit te schakelen en daarna de Brother-software te installeren.
Er kan geen verbinding
worden gemaakt met een
draadloos netwerk.
Onderzoek het probleem aan de hand van het WLAN-rapport. Om het
WLAN-rapport af te drukken, volgt u het volgende menupad:
Machine-info,
WLAN-rapp. afdr.
en drukt u op Go of OK.
Voor meer informatie uu Installatiehandleiding
Overige problemen betreffende het gebruik van uw machine in een netwerk uu Netwerkhandleiding
Overige problemen
Problemen Suggesties
De machine schakelt niet in. De stroomvoorziening kan nadelig beïnvloed zijn door bijvoorbeeld bliksem of een
spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine
ingeschakeld worden. Zet de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Steek de stekker weer in het stopcontact.
Schakel de machine uit als het probleem niet verholpen is. Als u een
stroomonderbreker gebruikt, koppelt u deze los om na te gaan of deze het
probleem niet veroorzaakt. Steek de stekker rechtstreeks in een ander werkend
stopcontact. Probeer een ander netsnoer als er nog steeds geen stroom is.
Probleemoplossing
146
6
Overige problemen (Vervolg)
Problemen Suggesties
De machine kan geen
EPS-gegevens met
binaire-gegevens afdrukken
met de
BR-Script3-printerdriver.
(Windows
®
)
Voor het afdrukken van EPS-gegevens moet u de volgende instellingen
doorvoeren:
a Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2:
Klik op
en vervolgens op Apparaten en printers.
Voor Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008:
Klik op
, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op
Printers.
Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
2003:
Klik op start en selecteer Printers en faxapparaten.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother HL-S7000DN
BR-Script3 en selecteer
Eigenschappen
1
. Klik indien nodig op
Brother HL-S7000DN BR-Script3
.
c Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen de optie TBCP (Tagged
binary communication protocol) bij Uitvoerprotocol.
(Macintosh)
Als uw machine op een computer is aangesloten met een USB-interface, kunt u
geen EPS-gegevens afdrukken die binaire gegevens bevatten. U kunt de
EPS-gegevens afdrukken als de machine is aangesloten op een netwerk.
Raadpleeg het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/ voor het
installeren van de BR-Script3-printerdriver via het netwerk.
De inktcartridge is vlak na het
plaatsen leeg en er verschijnt
een melding waarin u wordt
gevraagd de inktcartridge te
vervangen.
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt.
De bovenklep van de
machine gaat niet open.
De bovenklep van de machine wordt mogelijk vergrendeld als u tijdens het
afdrukken het netsnoer loskoppelt. Steek de stekker in het stopcontact en wacht
tot de machine in de stand-bystand staat om de klep te ontgrendelen.
De machine blijft na het
afdrukken actief.
Nadat het afdrukken is voltooid, blijft de machine nog korte tijd doorgaan om
ervoor te zorgen dat de printkop niet uitdroogt en de afdrukkwaliteit gehandhaafd
blijft. U kunt gewoon afdrukken terwijl de machine zich in deze onderhoudsmodus
bevindt.
1
Eigenschappen van printer voor gebruikers van Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2
Probleemoplossing
147
6
Informatie over de machine
Het serienummer controleren
U kunt het serienummer van de machine op het LCD-scherm bekijken.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Machine-info te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te selecteren. Druk op OK.
Het serienummer van de machine wordt weergegeven.
d Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Standaardinstellingen
De machine heeft drie niveaus van standaardinstellingen; de standaardinstellingen zijn op de fabriek ingesteld
vóór verzending. (Zie Menuschema uu pagina 76.)
Netwerk
Fabrieksinstellingen
Instellingen reset
Opmerking
De standaardinstellingen zelf kunt u niet veranderen.
De paginatellers kunnen niet worden gewijzigd.
Standaardnetwerkinstellingen
Als u uitsluitend de standaardinstellingen van de afdrukserver wilt herstellen (alle informatie wordt
teruggesteld, zoals wachtwoord en IP-adres), volgt u de onderstaande stappen:
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Reset Menu te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK.
d Druk op 1 om 1.Herstel te selecteren.
e Druk op 1 om de machine opnieuw op te starten. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Probleemoplossing
148
6
Fabrieksinstellingen
U kunt de printer gedeeltelijk resetten op de standaardprinterinstellingen daarvan. De instellingen die niet
gereset worden, zijn Interface, Taalkeuze, Instelslot, Beveiligd functieslot 2.0 en de
netwerkinstellingen. Door deze procedure blijven de afdrukgegevens in het geheugen gehandhaafd:
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Reset Menu te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Factory Reset te selecteren. Druk op OK.
d Druk op 1 om 1.Herstel te selecteren.
e Druk op Cancel om terug te keren naar de stand Gereed.
Instellingen reset
Door deze procedure worden alle opgeslagen gegevens gewist en alle instellingen van de machine teruggezet
naar de standaardinstellingen:
a Ontkoppel de netwerkkabel van de machine, anders worden de netwerkinstellingen (zoals het IP-adres)
niet gereset.
b Druk op Menu.
c Druk op a of b om Reset Menu te selecteren. Druk op OK.
d Druk tegelijkertijd op a en Cancel. Druk op 1 om 1.Herstel te selecteren wanneer
Inst. resetten verschijnt.
e Druk op 1 om de machine opnieuw op te starten. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
A
149
A
Appendix
Machinespecificaties
Algemeen
Printertype Inkjet
Geheugencapaciteit 512 MB
LCD-scherm (liquid crystal display) 16 tekens × 5 regels
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz 1,0 A
Stroomverbruik
1
Afdrukken Circa 130 W
Gereed Circa 30 W
Slaap (WLAN:
Aan)
Circa 3 W
Diepe Slaap Circa 0,9 W
Uit Circa 0,5 W
Afmetingen (ongeveer)
592
478 475
Eenheid: mm
Gewicht (met verbruiksartikelen) Circa 46 kg
1
USB-verbindingen met pc
Geluidsniveau
Geluidsdruk Afdrukken LPAm = 64 dB (A)
Gereed LPAm = 40 dB (A)
Geluidskracht
1
Afdrukken
LWAd = 7,43 B (A)
2
Gereed
LWAd = 5,16 B (A)
2
Temperatuur In bedrijf 18 tot 33 °C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (niet condenserend)
1
Gemeten in overeenstemming met de methode beschreven in RAL-UZ122.
2
Kantoorapparatuur met LWAd>6,30 B (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimten waar mensen voornamelijk intellectueel werk verrichten. Dergelijke
apparatuur moet u vanwege hun geluidsemissie in afzonderlijke ruimtes plaatsen.
Appendix
150
A
Afdrukmedia
Papierinvoer
Papierlade
(standaard)
Papiertype Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (JIS), A5, A5 (Lange zijde), Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 500 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Multifunctionele
lade (MF-lade)
Papiertype Normaal papier, dun papier, dik papier, kringlooppapier, briefpapier
Papierformaat Breedte: 76,2 tot 216 mm
Lengte: 127,0 tot 355,6 mm
Papiergewicht
60 tot 163 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 100 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Lade 2 /
Lade 3 /
Lade 4
(optioneel)
Papiertype Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (JIS), A5, Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 500 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Papieruitvoer
Documentuitvoer met
bedrukte zijde naar
beneden
Tot 500 vellen normaal papier van 80 g/m
2
(uitgeworpen met de
bedrukte zijde naar beneden)
Documentuitvoer met
bedrukte zijde naar boven
100 vellen (uitgeworpen met de bedrukte zijde naar boven)
Uitvoerlade (optioneel)
Maximaal 500 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Duplex
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
Papiertype Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Appendix
151
A
Printer
Automatisch 2-zijdig afdrukken
(duplex)
Ja
Emulatie
PCL6, BR-Script3
(PostScript
®
3™), XPS
Resolutie 600 × 600 dpi
Afdruksnelheid
1 2
Enkelzijdig
afdrukken
Tot 100 ppm (A4- of Letter-formaat)
3
Dubbelzijdig
afdrukken
(duplex)
Max. 50 zijden per minuut (25 vellen per minuut) (A4- of
Letter-formaat)
3
Eerste afdruk na
3
Minder dan 8,5 sec.
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
De afdruksnelheid kan lager zijn wanneer de machine op een draadloos LAN is aangesloten.
3
Bij gebruik van de standaardinvoer- en uitvoerlade in de Gereed-stand.
Interface
USB
Hi-Speed USB 2.0
1 2
Gebruik een USB 2.0-kabel (type A/B) van maximaal 2,0 meter lang.
Ethernet
3
10BASE-T / 100BASE-TX / 1000BASE-T
Gebruik een rechtstreekse categorie 5e (of hoger) twisted-pair (STP)-kabel.
4
Draadloos LAN
3
IEEE 802.11 b/g/n (Infrastructuurmodus)
IEEE 802.11 b (Ad-hocmodus)
1
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een computer met een USB 1.1-interface.
2
Er worden geen USB-poorten van derden ondersteund.
3
Voor gedetailleerde netwerkspecificaties raadpleegt u Netwerk (LAN) uu pagina 154 en uu Netwerkhandleiding.
4
Wanneer u de machine aansluit op een Gigabit Ethernet-netwerk, gebruikt u netwerkapparaten die compatibel zijn met 1000BASE-T.
Appendix
152
A
Computervereisten
Computerplatform en versie
besturingssysteem
Minimumsnelheid
processor
Minimum
RAM
Aanbevolen
RAM
Hardeschijfruimte
voor
installatie
Ondersteunde
PC-interface
1
Windows
®
-
besturingssys
teem
Windows
®
XP
Home Edition
Intel
®
Pentium
®
II of
gelijkwaardig
128 MB 256 MB 80 MB USB,
10Base-T/
100Base-TX
(Ethernet),
1000Base-T
(Gigabit
Ethernet),
Draadloos
802.11b/g/n
Windows
®
XP
Professional
Windows
®
XP
Professional x64
Edition
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde
CPU
256 MB 512 MB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardige
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde
CPU
512 MB 1 GB
Windows
®
7 Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardige
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde
CPU
1 GB
(32-bits)
2 GB
(64-bits)
1 GB
(32-bits)
2 GB
(64-bits)
Windows Server
®
2003
Intel
®
Pentium
®
III of
gelijkwaardig
256 MB 512 MB
Windows Server
®
2003 x64 Edition
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde
CPU
Windows Server
®
2008
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardige
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde
CPU
512 MB 2 GB
Windows Server
®
2008 R2
64-bits (Intel
®
64 of
AMD64) ondersteunde
CPU
Macintosh-
besturingssys
teem
Mac OS X v10.5.8 PowerPC G4/G5
Intel
®
-processor
512 MB 1 GB 80 MB
Mac OS X v10.6.x
Intel
®
-processor
1 GB 2 GB
Mac OS X v10.7.x
Intel
®
-processor
2 GB 2 GB
1
Er worden geen USB-poorten van derden ondersteund.
Voor de laatste updates van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.
Appendix
153
A
Belangrijke informatie over het kiezen van papier
Met de informatie in dit onderdeel kunt u papier kiezen dat geschikt is voor gebruik in deze machine.
Opmerking
Als u ander papier dan de aanbevolen soorten gebruikt, kan dit papier vastlopen of scheef worden
ingevoerd.
Voordat u een grote hoeveelheid papier koopt
Controleer of het papier geschikt is voor deze machine.
Papier voor normaal kopieergebruik
Papier wordt onderverdeeld op gebruik. Zo is er papier voor afdrukken en papier voor kopiëren. Op de
verpakking wordt doorgaans aangegeven voor welke doeleinden het papier geschikt is. Controleer de
verpakking om te zien of het papier geschikt is voor gebruik met inkjetprinters. Gebruik alleen papier dat
geschikt is voor gebruik met inkjetprinters.
Basisgewicht
Het gewicht van papier voor algemeen gebruik kan van land tot land verschillen. We raden u aan om papier
te gebruiken van 75 tot 90 g/m
2
, maar u kunt in deze machine ook dunner of dikker papier gebruiken.
Langlopend en breedlopend papier
De vezels in het papier worden tijdens de productie in een bepaalde richting gelegd. Papier kan worden
opgesplitst in twee soorten: langlopend en breedlopend.
Bij langlopend papier lopen de vezels in dezelfde richting als de lange zijde van het papier. Bij breedlopend
papier staan de vezels dwars ten opzichte van de lange zijde van het papier. Normaal kopieerpapier is meestal
langlopend, maar kan breedlopend zijn. Wij raden u aan om langlopend papier in deze machine te gebruiken.
Breedlopend papier is niet sterk genoeg voor gebruik in deze machine.
Afdrukzijde
De structuur van de voor- en achterkant van een vel papier is niet altijd hetzelfde.
Doorgaans is de kant waar u het pakket openmaakt de kant waarop u moet afdrukken. Volg de instructies op
de verpakking. Deze zijde wordt meestal met een pijltje aangeduid.
Verbruiksartikel
Inktcartridge
Inbox
Circa 10.000 pagina's (A4 of Letter)
1
-
Vervanging
Circa 30.000 pagina's (A4 of Letter)
1
HC-05BK
1
Het geschatte cartridgerendement is conform de ISO/IEC 24711-testmethode, op basis van continu afdrukken van zwart-wittestpagina's zoals
door ISO/IEC 19752 wordt gespecificeerd.
Appendix
154
A
Netwerk (LAN)
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor Printen via het
netwerk.
De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light
1 2
is
eveneens bijgeleverd.
Beveiligingsprotocols Bedraad APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS,
SMTP, POP), SNMP v3, 802.1x (EAP-MD5, EAP-FAST, PEAP,
EAP-TLS, EAP-TTLS), Kerberos, IPSec
Draadloos APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS,
SMTP, POP), SNMP v3, 802.1x (LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos, IPSec
Draadloze netwerkbeveiliging WEP 64/128-bits, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (AES), 802.1x
(LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS, EAP-TTLS)
Hulpprogramma voor
het instellen van een
draadloos netwerk
AOSS™ Ja
WPS Ja
1
(Voor Windows
®
-gebruikers) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de cd-rom die bij de machine geleverd is.
(Voor Macintosh-gebruikers) Brother BRAdmin Light kan gedownload worden via
http://solutions.brother.com/.
2
(Voor Windows
®
-gebruikers) Voor een geavanceerd printerbeheer gebruikt u de meest recente versie van het hulpprogramma Brother BRAdmin
Professional dat u kunt ophalen op
http://solutions.brother.com/.
Appendix
155
A
Bellen met Brother
Belangrijk
Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u het land waar u de machine
hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden gebeld.
Registreren van uw product
Vul de Brother Warranty Registration in of ga, voor een snellere en efficiëntere manier om uw nieuwe product
te registreren, naar
http://www.brother.com/registration/
Veelgestelde vragen (FAQ's)
Op het Brother Solutions Center vindt u alle benodigde informatie over deze machine. Download de meest
recente drivers, software en hulpprogramma's, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van
problemen om te leren hoe u het meeste uit dit product van Brother kunt halen.
http://solutions.brother.com/
Hier vindt u de updates voor de drivers van Brother.
Klantenservice
Kijk op
http://www.brother.com/ of neem contact op met uw plaatselijke Brother-vestiging voor meer
informatie.
Locaties van onderhoudscentra
Neem contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor voor informatie over onderhoudscentra in Europa. U
vindt de adressen en telefoonnummers van de Europese kantoren door op de website
http://www.brother.com/ uw land te selecteren.
Internetadressen
Wereldwijde Brother website:
http://www.brother.com/
Voor veelgestelde vragen (FAQ's), technische vragen, productondersteuning en updates voor drivers en
hulpprogramma's:
http://solutions.brother.com/
B
Index
156
B
A
Afdrukken
Macintosh
BR-Script3-printerdriver ...................................... 65
Printerdriver ........................................................ 56
problemen ............................................................ 140
Windows
®
BR-Script3-printerdriver ...................................... 46
Dubbelzijdig afdrukken ....................................... 31
Folder afdrukken ................................................. 31
Printerdriver ........................................................ 27
Afdrukkwaliteit ......................................................... 142
Afdrukmenu ............................................................... 80
Afmetingen .............................................................. 149
Algemene instelling ................................................... 79
B
Bedieningspaneel ..................................................... 72
BR-Script3 ........................................................... 46, 65
C
Cancel-toets .............................................................. 73
Computervereisten .................................................. 152
D
Data-LED .................................................................. 74
Diepe Slaap .............................................................. 75
Dik papier .................................................................. 15
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) ................................ 20
E
Emulatie .................................................................. 151
Error-LED .................................................................. 74
F
Folio ............................................................................ 3
Foutmeldingen ........................................................ 116
G
Geheugen ............................................................... 149
Gewicht ................................................................... 149
Go-toets .................................................................... 73
H
Hulpprogramma's .................................................... 155
I
Informatie over de machine ...................................... 76
Inktcartridge .................................................... 102, 103
Interface .................................................................. 151
L
LCD-menu op het bedieningspaneel ........................ 76
LCD-scherm (liquid crystal display) .......................... 72
LED (light-emitting diode) ......................................... 74
Linux ......................................................................... 24
M
Macintosh .................................................................. 24
Mediaspecificaties ................................................... 150
Menu Reset ............................................................... 87
Menu-instellingen ...................................................... 76
N
Netwerkconnectiviteit .............................................. 151
Netwerkmenu ............................................................ 84
Netwerksoftware ....................................................... 71
Normaal papier ........................................................... 2
O
Onbedrukbaar gedeelte .............................................. 6
Onderhoud ................................................................ 77
Onderhoudscentra (Europa en andere landen) ...... 155
Onderhoudsmeldingen ............................................ 116
Onderlade ................................................................. 97
Opgeslagen gegevens .............................................. 89
P
Papier .................................................................. 2, 153
aanbevolen .......................................................... 2, 4
formaat ..................................................................... 3
ladecapaciteit ........................................................... 3
plaatsen ............................................................. 7, 12
type .......................................................................... 3
Papierlade ................................................................. 78
Papierstop ................................................................. 74
Papierstoringen ....................................................... 120
Index
157
B
Printerdriver .................................................. 24, 53, 68
Probleemoplossing ......................................... 115, 140
problemen met
afdrukken .......................................................... 140
afdrukkwaliteit ................................................... 142
netwerk ............................................................. 145
papier ................................................................ 144
R
Registreren van uw product .................................... 155
Reinigen .................................................................. 106
papierinvoerrollen ................................................ 107
printkop ................................................................ 111
S
Slaapstand .......................................................... 75, 94
Specificaties ............................................................ 149
Stand Diepe slaap ..................................................... 95
Standaardinstellingen ............................................. 147
Status Monitor
Macintosh .............................................................. 68
Windows
®
.............................................................. 54
T
Tabblad Accessoires ................................................. 44
TCP/IP ................................................................ 84, 85
Tekst, invoeren ......................................................... 88
Toetsen ..................................................................... 72
V
Vast achter .............................................................. 137
Vast binnen ..................................................... 126, 130
Vast duplex ............................................................. 133
Vast in MP lade ....................................................... 121
Vast in optionele uitvoerlade ................................... 139
Vast in papierlade ........................................... 121, 125
Verbruiksartikel ............................................... 101, 153
W
Watermerk .......................................................... 33, 36
WLAN .................................................................. 85, 86
Bezoek ons op het world wide web
http://www.brother.com/
Dit product is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen
alleen service voor machines die in hun eigen land zijn aangekocht.
www.brotherearth.com
3


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother HL-S7000DN at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother HL-S7000DN in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 15,53 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother HL-S7000DN

Brother HL-S7000DN Installation Guide - English - 35 pages

Brother HL-S7000DN User Manual - English - 160 pages

Brother HL-S7000DN Installation Guide - German - 35 pages

Brother HL-S7000DN User Manual - German - 165 pages

Brother HL-S7000DN Installation Guide - Dutch - 35 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info