585316
176
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/182
Next page
Gebruikershandleiding
Brother-laserprinter
HL-5470DW
HL-6180DW
HL-6180DWT
Voor slechtzienden
Deze handleiding kan door de software Screen Reader 'text-to-speech'
worden gelezen.
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de machine gebruiken.
Gebruik de Installatiehandleiding om de machine in te stellen. In de doos vindt u een gedrukt exemplaar.
Lees deze Gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de machine gaat gebruiken.
Kijk op http://solutions.brother.com/
voor antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en technische vragen, voor
productondersteuning en de meest recente driver-updates en hulpprogramma's.
Opmerking: bepaalde modellen zijn in niet alle landen verkrijgbaar.
Versie 0
DUT/BEL-DUT
i
Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?
1
Afdrukken van PDF-bestanden wordt niet ondersteund door een Windows
®
Phone.
2
HL-5470DW en HL-6180DW(T) bieden geen ondersteuning voor de scanfunctie.
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product
veligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine installeert.
Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en
wettelijke beperkingen.
Gedrukt / in de verpakking
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw machine
en installeren van de drivers en software voor het
besturingssysteem en het type verbinding dat u
gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Gebruikershandleiding Hier vindt u meer informatie over de afdrukfuncties,
het vervangen van verbruiksartikelen en het
uitvoeren van routineonderhoud. Zie tips voor het
oplossen van problemen.
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Netwerkhandleiding Deze handleiding biedt u nuttige informatie over
instellingen voor bedrade en draadloze netwerken en
beveiligingsinstellingen bij het gebruik van de
Brother-machine. U kunt er eveneens informatie
vinden over ondersteunde protocollen voor uw
machine en gedetailleerde tips voor het oplossen van
problemen.
PDF-bestand / cd-rom / in de
verpakking
Wi-Fi Direct™
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor
rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een mobiel
apparaat dat de standaard Wi-Fi Direct™
ondersteunt.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
Google cloud print
handleiding
Deze handleiding biedt u informatie over het
configureren van uw Brother-machine voor een
Google-account en het gebruik van Google Cloud
Print-services om af te drukken via het internet vanaf
apparaten die gebruik maken van Gmail™ voor
mobiel, GOOGLE DOCS™ voor mobiel en
toepassingen voor het Chrome-besturingssysteem.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
Handleiding mobiel
printen/scannen voor
Brother iPrint&Scan
In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het
afdrukken van JPEG- en PDF
1
-bestanden vanaf een
mobiel apparaat en scannen
2
vanaf uw Brother-
machine naar een mobiel apparaat bij verbinding met
een Wi-Fi-netwerk.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center op
http://solutions.brother.com/
ii
Gebruik van de documentatie
Bedankt voor uw keuze voor een Brother-machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal
benutten van uw machine.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
WAARSCHUWING
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze
niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
Belangrijk
geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in
schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden
uitgevoerd.
Pictogrammen voor elektrisch gevaar wijzen u op een risico op elektrische
schok.
Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.
Deze symbolen wijzen u erop dat u hete oppervlakken in de machine niet mag
aanraken.
Opmerking
Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of
geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere
functies.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen op het bedieningspaneel van de machine of
op het computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar
een verwant onderwerp.
Courier New Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden weergegeven
op het LCD-scherm van de machine.
WAARSCHUWING
Belangrijk
iii
1 Afdrukmethoden 1
Over deze machine....................................................................................................................................1
Vooraanzicht en achteraanzicht ..........................................................................................................1
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt .........................................................2
Aanbevolen papier en afdrukmedia.....................................................................................................2
Type en formaat van het papier...........................................................................................................2
Speciaal papier gebruiken ...................................................................................................................4
Onbedrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer....................................................................7
Papier laden ..............................................................................................................................................8
Papier en afdrukmedia laden...............................................................................................................8
Papier laden in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade .............................................8
Papier laden in de multifunctionele lade (MF-lade) ...........................................................................12
Duplex (dubbelzijdig) printen ...................................................................................................................19
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken..............................................................................................19
Automatisch tweezijdig afdrukken .....................................................................................................20
Handmatig Duplex printen .................................................................................................................22
2 Driver en software 23
Printerdriver .............................................................................................................................................23
Een document afdrukken...................................................................................................................24
Instellingen van de printerdriver ........................................................................................................25
Windows
®
................................................................................................................................................26
De instellingen voor de printerdriver openen.....................................................................................26
Functies in de Windows
®
-printerdriver ..............................................................................................27
Het tabblad Normaal..........................................................................................................................27
Het tabblad Geavanceerd..................................................................................................................33
Tabblad Afdrukprofielen ....................................................................................................................41
Accessoirestab ..................................................................................................................................43
Ondersteuning...................................................................................................................................45
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie) ............................................47
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................54
Status Monitor ...................................................................................................................................55
Macintosh ................................................................................................................................................57
Functies in de printerdriver (Macintosh) ............................................................................................57
Het kiezen van pagina-instellingsopties. ...........................................................................................57
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie) ............................................68
De printerdriver verwijderen ..............................................................................................................73
Status Monitor ...................................................................................................................................74
Software ..................................................................................................................................................76
Software voor netwerken ..................................................................................................................76
Inhoudsopgave
iv
3 Algemene informatie 77
Bedieningspaneel ....................................................................................................................................77
Overzicht bedieningspaneel ..............................................................................................................77
LED-aanduidingen.............................................................................................................................79
Machinestatusmeldingen...................................................................................................................79
Tabel met menuopties .......................................................................................................................80
Documenten nogmaals afdrukken...........................................................................................................95
De laatste taak opnieuw afdrukken ...................................................................................................95
De laatste taak opnieuw afdrukken ...................................................................................................95
Beveiligde gegevens afdrukken...............................................................................................................96
Beveiligde gegevens .........................................................................................................................96
Beveiligde gegevens afdrukken.........................................................................................................96
Beveiligingsfuncties .................................................................................................................................97
Secure Function Lock 2.0..................................................................................................................97
Instelslot ............................................................................................................................................97
Ecologische functies................................................................................................................................99
Toner besparen .................................................................................................................................99
Slaaptijd.............................................................................................................................................99
Stand diepe slaap..............................................................................................................................99
Stroomuitschakelstand ....................................................................................................................100
Functie van de stille stand .....................................................................................................................101
De stille stand in-/uitschakelen ........................................................................................................101
4 Toebehoren 102
Onderste lade (LT-5400) .......................................................................................................................103
SO-DIMM ..............................................................................................................................................104
SO-DIMM-types...............................................................................................................................104
Extra geheugen plaatsen.................................................................................................................105
5 Routineonderhoud 107
Verbruiksartikelen vervangen ................................................................................................................107
De tonercartridge vervangen ...........................................................................................................109
De drumkit vervangen .....................................................................................................................116
De machine reinigen en controleren......................................................................................................122
De buitenkant van de machine schoonmaken.................................................................................122
De primaire corona reinigen ............................................................................................................124
De drumkit reinigen .........................................................................................................................126
De papierpick-uprol schoonmaken ..................................................................................................131
De machine inpakken en vervoeren ......................................................................................................132
v
6 Problemen oplossen 135
Uw probleem identificeren .....................................................................................................................135
Fout- en onderhoudsmeldingen.............................................................................................................136
Vastgelopen papier..........................................................................................................................140
Als u problemen hebt met uw machine..................................................................................................153
De afdrukkwaliteit verbeteren ................................................................................................................157
Informatie over de machine ...................................................................................................................164
Het serienummer controleren ..........................................................................................................164
Standaardinstellingen ......................................................................................................................164
AAppendix 166
Machinespecificaties..............................................................................................................................166
Algemeen ........................................................................................................................................166
Afdrukmedia ....................................................................................................................................168
Printer..............................................................................................................................................169
Interface...........................................................................................................................................169
Computervereisten ..........................................................................................................................170
Belangrijke informatie bij het kiezen van papier ..............................................................................171
Verbruiksartikelen............................................................................................................................172
Netwerk (LAN).................................................................................................................................173
Brother telefoonnummers ......................................................................................................................174
BIndex 175
1
1
1
Over deze machine 1
Vooraanzicht en achteraanzicht 1
1 Voorklepknop
2 Bedieningspaneel met een Liquid Crystal Display (LCD)
3 Steunklep van de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden (steunklep)
4Voorklep
5 Papierlade
6 Stroomschakelaar
7 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
8 Multifunctionele lade (MP-lade)
9 Achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven wanneer open)
10 Ingang voor netsnoer
11 USB-poort
12 10BASE-T/100BASE-TX/1000BASE-T-poort
1
1
1000BASE-T is beschikbaar voor HL-6180DW(T).
Opmerking
De meeste illustraties in deze Gebruikershandleiding tonen de HL-5470DW.
Afdrukmethoden 1
1
2
3
4
5
6
7
8
10
9
11
12
2
Afdrukmethoden
1
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden
gebruikt 1
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.
U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier,
bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten of enveloppen.
Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies:
Plaats GEEN verschillende soorten enveloppen tegelijk in de papierlade, omdat deze dan kunnen
vastlopen of scheef worden ingevoerd.
Voor een correct afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het
papier dat zich in de lade bevindt.
Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.
Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Aanbevolen papier en afdrukmedia 1
Type en formaat van het papier 1
De machine laadt papier vanuit de geïnstalleerde standaardpapierlade, de multifunctionele lade of de
optionele onderste lade.
In de printerdriver en deze handleiding worden voor de papierladen de volgende namen gebruikt:
Papiertype Artikel
Normaal papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier
Xerox Recycled Supreme 80 g/m
2
Etiketten Avery-laseretiketten L7163
Enveloppen Antalis River series (DL)
Lade en optionele accessoires Naam
Papierlade Lade 1
Optionele onderste lade-eenheid
(Standaard voor HL-6180DWT)
Lade 2
Multifunctionele lade MF lade
3
Afdrukmethoden
1
Capaciteit van de papierladen 1
1
Het Folio-formaat is 215,9 mm x 330,2 mm.
2
250 vellen voor HL-5470DW, 500 vellen voor HL-6180DW(T)
3
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
Aanbevolen papierspecificaties 1
De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.
Gebruik normaal kopieerpapier.
Gebruik papier van 75 tot 90 g/m
2
.
Gebruik langlopend papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.
In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN 19309.
(Raadpleeg Belangrijke informatie bij het kiezen van papier uu pagina 171 om te bepalen welk papier u met
deze machine kunt gebruiken.)
Papierformaat Papiertypes Aantal vellen
Papierlade
(Lade 1)
A4, Letter, Legal,
B5 (ISO/JIS), Executive, A5,
A5 (Lange zijde), A6,
B6 (ISO), Folio
1
Normaal papier, dun papier
en kringlooppapier
tot 250 vellen (80 g/m
2
)
2
tot 500 vellen (80 g/m
2
)
2
Multifunctionele-lade
(MF-lade)
Breedte:
76,2 tot 215,9 mm
Lengte:
127 tot 355,6 mm
Normaal papier, dun papier,
dik papier, dikker papier,
bankpostpapier,
kringlooppapier, enveloppen
en etiketten
50 vellen (80 g/m
2
)
3 enveloppen
Optionele onderste
lade
(Lade 2)
3
A4, Letter, Legal,
B5 (ISO/JIS), Executive, A5,
B6 (ISO), Folio
1
Normaal papier, dun papier
en kringlooppapier
tot 500 vellen (80 g/m
2
)
Basisgewicht
75-90 g/m
2
Dikte 80-110 μm
Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Stijfheid
90-150 cm
3
/100
Vezelrichting Langlopend
Soortelijke
volumeweerstand
10e
9
-10e
11
ohm
Soortelijke weerstand aan
oppervlakte
10e
9
-10e
12
ohm-cm
Vulmiddel
CaCO
3
(Neutraal)
Asgehalte Minder dan 23 wt%
Helderheid Hoger dan 80%
Ondoorzichtigheid Hoger dan 85%
4
Afdrukmethoden
1
Speciaal papier gebruiken 1
De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier
kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een
proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de
originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct
zonlicht en warmte.
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, het kan leiden tot papieropstoppingen of schade aan de machine.
Voor voorgedrukt papier moet inkt gebruikt worden dat bestand is tegen de temperatuur van het
fuseerproces van de machine (200 °C).
Bij gebruik van briefpapier, grof, verkreukeld of gevouwen papier kan het resultaat wat minder zijn.
Te vermijden typen papier 1
Belangrijk
Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of meer kan papierstoringen veroorzaken.
dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft
dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is
dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand
is
dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon
dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen papier gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Dergelijke
schade wordt niet door de garantie of de service-overeenkomst van Brother gedekt.
1
1
5
Afdrukmethoden
1
Enveloppen 1
De meeste enveloppen die ontwikkeld zijn voor laserprinters zijn geschikt voor deze machine. Sommige
vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe-vouwen. De enveloppe moet plat en stevig zijn.
Gebruik geen flodderige enveloppen. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u
de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.
Te vermijden soorten enveloppen 1
Belangrijk
Gebruik GEEN enveloppen:
die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben
die extreem glanzend zijn of een speciale structuur hebben
met klemmen, nietjes, haken of touwtjes
met een zelfklevende rand
die flodderig zijn
die niet scherp gevouwen zijn
die van reliëf zijn voorzien (bv. letters in reliëf)
die eerder werden bedrukt met een laserprinter
die aan-de binnenkant zijn voorbedrukt
die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld
die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine
met randen die niet recht of regelmatig zijn
met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties
met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond
met dubbele flappen zoals hieronder getoond
met flappen die niet omlaag zijn gevouwen bij aankoop
6
Afdrukmethoden
1
met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond
Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze
schade wordt mogelijk niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother.
Etiketten 1
De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten
dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge
temperaturen in de fusereenheid. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine,
omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen
met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten
moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van
ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of
afdrukproblemen kunnen ontstaan.
Etiketten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C gedurende 0,1 seconden.
Te vermijden typen etiketten 1
Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.
Belangrijk
Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen in. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de
machine.
Etiketbladen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze Gebruikershandleiding is
gespecificeerd. Etiketten die deze specificatie overschrijden, worden mogelijk niet correct ingevoerd of
afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.
U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten
ontbreekt.
7
Afdrukmethoden
1
Onbedrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer 1
De onderstaande waarden geven de maximale onbedrukbare gedeeltes aan. Het onbedrukbare gedeelte kan
variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het programma dat u gebruikt.
Opmerking
Wanneer u BR-Script3-emulatie gebruikt, bedraagt de grootte van het onbedrukbaar gedeelte rond de
rand van het papier 4,23 mm.
Gebruik Documentgr
ootte
Bovenkant (1)
Onderkant (3)
Links (2)
Rechts (4)
Afdrukken Letter 4,23 mm 6,35 mm
A4 4,23 mm 6,01 mm
Legal 4,23 mm 6,35 mm
1
3
24
8
Afdrukmethoden
1
Papier laden 1
Papier en afdrukmedia laden 1
De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de
multifunctionele lade.
Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst:
Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat,
kunt u het formaat selecteren via de toepassingssoftware. Als deze optie niet door de toepassingssoftware
geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of via het bedieningspaneel.
Papier laden in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade 1
U kunt tot 250 vellen (HL-5470DW) of tot 500 vellen (HL-6180DW(T)) laden in de standaardpapierlade (Lade
1). U kunt eveneens tot 500 vellen laden in de optionele onderste lade (Lade 2)
1
. De stapel papier mag niet
hoger zijn dan de maximummarkering ( ) die u terugvindt aan de rechterzijde van de papierlade.
(Raadpleeg Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt uu pagina 2 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
1
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier in Lade 1 en Lade 2 1
a Trek de papierlade volledig uit de machine.
9
Afdrukmethoden
1
b Houd de groene vrijgavehendel van de papiergeleiders (1) ingedrukt en stel de papiergeleiders af op het
papierformaat dat u in de lade plaatst. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
Opmerking
Druk op vrijgaveknop (1) aan de onderkant van de papierlade voor Legal- of Folio-formaat en trek de
achterkant van de papierlade naar buiten. (In sommige regio's zijn Legal- en Folio-papier niet
beschikbaar.)
c Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat het papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
1
1
1
10
Afdrukmethoden
1
d Plaats papier in de lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet uitsteekt boven de maximummarkering ( ) (1).
Als u de papierlade te hoog vult, kan het papier vastlopen.
de te bedrukken zijde naar beneden gericht is.
de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
e Plaats de papierlade weer in de machine. Zorg ervoor dat hij geheel in de machine zit.
f Zet de steunklep (1) omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte
zijde naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
1
1
11
Afdrukmethoden
1
g Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Papierbron
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
h Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
A4 Letter Legal Executive A5
B5 B6 Folio A5 lange zijde
(alleen Lade 1)
A6 (alleen Lade 1)
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier
Lade1 Lade2
(indien beschikbaar)
12
Afdrukmethoden
1
Papier laden in de multifunctionele lade (MF-lade) 1
U kunt tot 3 enveloppen of speciale afdrukmedia of tot 50 vellen normaal papier in de MF-lade plaatsen.
Gebruik deze lade om af te drukken op dik papier, bankpostpapier, etiketten of enveloppen. (Raadpleeg
Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt uu pagina 2 om te zien welke
papiersoorten u kunt gebruiken.)
Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier en bankpostpapier vanuit de MF-
lade 1
a Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
b Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
2
1
13
Afdrukmethoden
1
c Plaats papier in de MP-lade en zorg ervoor dat:
de stapel papier niet boven de maximummarkering uitsteekt (1).
u het papier met de te bedrukken zijde naar boven gericht en met de bovenkant eerst plaatst.
de papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.
d Zet de steunklep omhoog om te voorkomen dat het papier van de documentuitvoer met bedrukte zijde
naar beneden valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen.
1
14
Afdrukmethoden
1
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows
®
printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
Papierbron
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 B6 3 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
1
Normaal papier Dun papier Kringlooppapier Briefpapier
MF lade
15
Afdrukmethoden
1
Afdrukken op dik papier, etiketten en enveloppen vanuit de MF-lade 1
Maak de hoeken en de zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk voordat u deze laadt.
a Maak de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) open.
b Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
c Trek de steun van de MF-lade (1) uit en vouw de steunklep (2) open.
1
2
16
Afdrukmethoden
1
d Plaats papier, etiketten of enveloppen in de MF-lade. Zorg ervoor dat:
het aantal enveloppen in de MF-lade niet hoger is dan 3.
het papier, de etiketten of de enveloppen niet boven de maximummarkering uitsteken (1).
de te bedrukken zijde naar boven gericht is.
17
Afdrukmethoden
1
e Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
<Voor het afdrukken op dik papier of etiketten>
<Voor het afdrukken op enveloppen>
1
U kunt het standaardpapierformaat definiëren door Door gebruiker gedefinieerd... te kiezen in Windows
®
printerdriver, Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) in BR-script printerdriver voor Windows
®
of Aangepaste Pagina in Macintosh printerdrivers.
Zie Type en formaat van het papier uu pagina 2 voor de bruikbare papierformaten.
Mediatype
<Voor het afdrukken van dik papier>
<Voor het afdrukken op etiketten>
<Voor het afdrukken op enveloppen>
Papierbron
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
Opmerking
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
Wanneer u Envelope #10 gebruikt, selecteert u Com-10 (voor Windows
®
) of #10-envelop (voor
Macintosh) in de Papierformaat keuzelijst.
Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of
Enveloppe C6, gebruikt u Door gebruiker gedefinieerd... (voor de Windows
®
printerdriver), Grootte van
aangepaste pagina (PostScript) (voor de BR-Script printerdriver voor Windows
®
) of Aangepaste
Pagina (voor de Macintosh printerdriver).
A4 Letter Legal Executive A5
A5 lange zijde A6 B5 B6 3 x 5
Folio
Aangepast papierformaat
1
Com-10 DL C5 Monarch
Aangepast papierformaat
1
Dik papier Dikker papier
Label
Enveloppen Env. Dun Env. Dik
MF lade
18
Afdrukmethoden
1
f Stuur de afdrukgegevens naar de machine.
Opmerking
Verwijder elke enveloppe zodra deze is afgedrukt. Als u de enveloppen stapelt, kunnen deze vastlopen of
omkrullen.
Indien de enveloppen of het dikke papier vuil worden tijdens het afdrukken, stelt u Mediatype in op
Env. Dik of Dikker papier om de afdruktemperatuur te verhogen.
Indien de enveloppen verkreukelt raken nadat ze afgedrukt zijn, raadpleegt u De afdrukkwaliteit
verbeteren uu pagina 157.
Als het dikke papier omkrult tijdens het afdrukken, plaatst u slechts één vel per keer in de MF-lade.
Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
Alle zijden moeten correct gevouwen zijn en mogen niet gekreukt zijn.
g Sluit de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven).
19
Afdrukmethoden
1
Duplex (dubbelzijdig) printen 1
Alle meegeleverde printerdrivers maken duplex printen mogelijk. Raadpleeg Help in de printerdriver voor
meer informatie hierover.
Richtlijnen bij het tweezijdig afdrukken 1
Als u dun papier gebruikt, kunnen de vellen verkreukelen.
Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst. Als het
papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Als het papier niet correct wordt ingevoerd, is het misschien omgekruld. Verwijder het en strijk het glad.
Als het papier blijft omkrullen, vervangt u het papier.
Wanneer u de handmatige duplexfunctie gebruikt, kan het papier vastlopen of kan de kwaliteit van de
afdruk wat minder zijn. (Raadpleeg Vastgelopen papier uu pagina 140 als het papier is vastgelopen.
Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 157 als u problemen met de afdrukkwaliteit hebt.)
Opmerking
Controleer dat de papierlade zo ver mogelijk in de machine is gestoken.
20
Afdrukmethoden
1
Automatisch tweezijdig afdrukken 1
Raadpleeg Duplex (dubbelzijdig) printen uu pagina 67 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
Automatisch tweezijdig afdrukken met de Windows
®
printerdriver 1
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
Mediatype
Papierbron
Duplex / Folder
Soort duplex bij Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge bij Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Opmerking
U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
A4
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Lade1 MF lade Lade2
(indien beschikbaar)
Duplex
21
Afdrukmethoden
1
Automatisch tweezijdig afdrukken met de BR-Script printerdriver voor Windows
®
1
a Kies de volgende instellingen in elk menu van de printerdriver.
Papierformaat
Soort papier
Papierbron
Dubbelzijdig afdrukken
Paginavolgorde
Opmerking
U moet normaal papier, kringlooppapier of dun papier gebruiken. Gebruik geen briefpapier.
De namen van opties in de keuzelijsten kunnen verschillen afhankelijk van het gebruikte
besturingssysteem en de versie ervan.
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine zal het papier nu automatisch aan beide zijden
bedrukken.
A4
Normaal papier Kringlooppapier Dun papier
Lade1 MF lade Lade2
(indien beschikbaar)
Over korte zijde
spiegelen
Over lange zijde
spiegelen
Vooraan beginnen Achteraan
beginnen
22
Afdrukmethoden
1
Handmatig Duplex printen 1
De BR-Script printerdriver voor Windows
®
biedt geen ondersteuning voor het handmatig tweezijdig
afdrukken.
Raadpleeg Handmatig Duplex printen uu pagina 67 als u de Macintosh printerdriver gebruikt.
Handmatig tweezijdig afdrukken met de Windows
®
printerdriver 1
a Kies de volgende instellingen in elke keuzelijst van de printerdriver.
Papierformaat
U kunt alle papierformaten gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt.
Mediatype
U kunt alle mediatypes gebruiken die opgegeven zijn voor de lade die u gebruikt, behalve enveloppen
en etiketten die slechts één afdrukzijde hebben.
Papierbron
Duplex / Folder
Soort duplex bij Duplexinstellingen
Er zijn vier opties voor elke afdrukstand. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Inbindmarge bij Duplexinstellingen
U kunt de inbindmarge specificeren. (Zie Duplex / Folder uu pagina 31.)
Zie Driver en software in hoofdstuk 2 voor andere instellingen.
b Stuur de afdrukgegevens naar de machine. De machine drukt eerst alle pagina's met even nummers af
op een kant van het papier. Vervolgens geeft de Windows
®
driver aan (door een pop-upbericht) dat het
papier opnieuw moet worden geplaatst om de pagina's met oneven nummers af te drukken.
Opmerking
Strijk het papier voordat het u het terugplaatst goed glad, anders kan het papier vastlopen. Het gebruik
van erg dun of erg dik papier wordt afgeraden.
Lade1 MF lade Lade2
(indien beschikbaar)
Duplex (handmatig)
23
2
2
Printerdriver 2
Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in
een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt. Doorgaans is dit formaat PDL (page
description language).
De printerdrivers voor de ondersteunde versies van Windows
®
en Macintosh staan op de meegeleverde
cd-rom en op de website van het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. Installeer de drivers
door het volgen van de stappen in de Installatiehandleiding. De meest recente printerdrivers kunt u
downloaden via de website van het Brother Solutions Center op:
http://solutions.brother.com/
Voor Windows
®
2
Printerdriver voor Windows
®
(de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
®
3™ taalemulatie)
1
1
De driver installeren met de aangepaste installatie op de cd-rom.
Voor Macintosh 2
Printerdriver voor Macintosh (de meest geschikte printerdriver voor dit product)
BR-Script printerdriver (PostScript
®
3™ taalemulatie)
1
1
De installatie-instructies voor de driver vindt u op http://solutions.brother.com/.
Voor Linux
®12
2
LPR-printerdriver
CUPS-printerdriver
1
Voor meer informatie over de printerdriver voor Linux en voor het downloaden van deze driver gaat u naar de modelpagina van uw machine op
http://solutions.brother.com/
of gebruikt u de koppeling op de meegeleverde cd-rom.
2
Afhankelijk van de Linux-distributies is het mogelijk dat de driver niet beschikbaar is, of mogelijk wordt deze pas vrijgegeven na de marktintroductie
van uw model.
Driver en software 2
24
Driver en software
2
Een document afdrukken 2
Wanneer de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint het afdrukproces en wordt papier uit de
papierlade gehaald. Via de papierlade kunnen diverse papiertypes en enveloppen worden ingevoerd. (Zie
Capaciteit van de papierladen uu pagina 3.)
a Kies in uw toepassing de opdracht Afdrukken.
Als er andere printerdrivers zijn geïnstalleerd op uw computer, kiest u Brother HL-XXXX series (waarbij
XXXX uw modelnaam is) als printerdriver in het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van uw
softwaretoepassing, en klikt u vervolgens op OK of Druk af om het afdrukken te starten.
b Uw computer stuurt de gegevens naar de machine. De Data-LED knippert en Printen wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
c Wanneer alle gegevens zijn afgedrukt, stopt de Data-LED met knipperen.
Opmerking
U kunt het papierformaat en de afdrukstand selecteren in uw toepassingssoftware.
Als de toepassingssoftware het door u opgegeven papierformaat niet ondersteunt, selecteert u een
formaat dat net iets groter is.
Vervolgens past u het afdrukgebied aan door de rechter- en linkermarge in de toepassingssoftware te
wijzigen.
25
Driver en software
2
Instellingen van de printerdriver 2
Wanneer u via de computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen wijzigen:
Papierformaat
Afdrukstand
Aantal
Soort papier
Resolutie
Afdrukinstellingen
Meerdere pagina's afdrukken
Duplex
4
/ Folder
24
Papierbron
Schaal
Ondersteboven afdrukken
Watermerk gebruiken
12
Kop/Voetregel printen
12
Toner-bespaarstand
Afdruk beveiligen
Beheerder
12
Gebruikersverificatie
12
Gebruik Reprint
12
Slaaptijd
Macro
12
Dichtheidregeling
Uitvoer verbeteren
Blanco pagina overslaan
13
Afdrukprofiel
12
1
Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de BR-script printerdriver voor Windows
®
.
2
Deze instellingen zijn niet beschikbaar met de printerdriver voor Macintosh en de BR-Script-driver voor Macintosh.
3
Deze instellingen zijn niet beschikbaar in de BR-script-driver voor Macintosh.
4
Handmatig Duplex printen/Handmatig folder printen zijn niet beschikbaar bij de BR-script printerdriver voor Windows
®
.
26
Driver en software
2
Windows
®
2
De instellingen voor de printerdriver openen 2
a (Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op start en vervolgens op Printers en faxapparaten.
(Voor Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op de knop , Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers.
(Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008R2)
Klik op de knop , en klik vervolgens op Apparaten en printers.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother HL-XXXX series (hierbij staat XXXX voor de
naam van uw model) en selecteer Eigenschappen (Eigenschappen van printer, en
Brother HL-XXXX series indien nodig). Het dialoogvenster met de printereigenschappen wordt
weergegeven.
c Selecteer het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen...
(Voorkeursinstellingen...). Selecteer het tabblad Accessoires voor het configureren van de lade-
instellingen.
27
Driver en software
2
Functies in de Windows
®
-printerdriver 2
Raadpleeg Help in de printerdriver voor meer informatie.
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows
®
XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
•Zie De instellingen voor de printerdriver openen uu pagina 26 voor het openen van de instellingen voor
de printerdriver.
Het tabblad Normaal 2
U kunt de pagina-indeling ook wijzigen door te klikken op de afbeelding aan de linkerkant van het tabblad
Normaal.
a Selecteer Papierformaat, Afdrukstand, Aantal, Mediatype, Resolutie en Afdrukinstellingen (1).
b Kies Meerdere pag. afdrukken en Duplex / Folder (2).
c Kies de Papierbron (3).
d Controleer uw huidige instellingen in het venster (4).
e Klik op OK om de door u geselecteerde instellingen toe te passen.
Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op Standaard en vervolgens op OK.
4
1
2
3
28
Driver en software
2
Papierformaat 2
Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u gebruikt.
Afdrukstand 2
Met de afdrukstand wordt de positie van uw document bij afdrukken, bepaald (Staand of Liggend).
Aantal 2
Bij het aantal kunt u aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Sorteren
Wanneer het vakje Sorteren is aangevinkt, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt,
waarna dit proces wordt herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als het vakje
Sorteren niet is aangevinkt, wordt van elke pagina het aangegeven aantal exemplaren afgedrukt voordat
de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Mediatype 2
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet de juiste
papiersoort worden geselecteerd.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Kringlooppapier
Staand (verticaal) Liggend (horizontaal)
Sorteren aangevinkt
Sorteren niet aangevinkt
29
Driver en software
2
Label
Opmerking
Wanneer u normaal papier (60 tot 105 g/m
2
) gebruikt, kiest u Normaal papier. Als u zwaarder papier of
ruw papier gebruikt, kiest u Dik papier of Dikker papier. Voor briefpapier selecteert u Briefpapier.
Selecteer Enveloppen wanneer u enveloppen gebruikt. Als de toner niet goed op de envelop afdrukt als
Enveloppen is geselecteerd, kiest u Env. Dik. Als de envelop gekreukt raakt wanneer Enveloppen is
geselecteerd, kiest u Env. Dun. Raadpleeg Capaciteit van de papierladen uu pagina 3 voor meer
informatie hierover.
Resolutie 2
Voor de resolutie zijn de volgende instellingen mogelijk:
300 dpi
600 dpi
HQ 1200
1200 dpi
Opmerking
De afdruksnelheid is afhankelijk van de afdrukkwaliteit die u hebt gekozen. Afdrukken van hoge kwaliteit
duren langer en afdrukken van lagere kwaliteit nemen minder tijd in beslag.
Afdrukinstellingen 2
U kunt de afdrukinstellingen als volgt wijzigen:
Grafisch
Dit is de beste methode voor het afdrukken van documenten die afbeeldingen bevatten.
Tekst
Dit is de beste methode voor het afdrukken van tekstdocumenten.
Handmatig
U kunt de instellingen handmatig wijzigen door Handmatig te selecteren en op de knop
Handmatige instellingen... te klikken. U kunt de helderheid, het contrast en andere instellingen wijzigen.
30
Driver en software
2
Meerdere pagina's afdrukken 2
Met de optie Meerdere pag. afdrukken kunt u de beeldgrootte van een pagina verkleinen zodat u meerdere
pagina's per vel kunt afdrukken, of vergroten zodat u één pagina verspreid over meerdere vellen kunt
afdrukken.
Paginavolgorde
Als de optie N op 1 is geselecteerd, kunt u de paginavolgorde in de keuzelijst kiezen.
Rand
Wanneer u meerdere pagina's op één vel afdrukt, kunt u een ononderbroken kader, een kader met
stippellijn en geen kader om elke pagina op het vel afdrukken.
Snijlijn afdrukken
Wanneer de optie 1 op NxN pagina's geselecteerd is, kunt u de optie Snijlijn afdrukken selecteren. Met
deze optie kunt u een vage snijlijn afdrukken rond het afdrukgebied.
31
Driver en software
2
Duplex / Folder 2
Gebruik deze functie als u een folder wilt afdrukken of tweezijdig wilt afdrukken.
Geen
Schakel tweezijdig afdrukken uit.
Duplex / Duplex (handmatig)
Gebruik deze opties als u tweezijdig wilt afdrukken.
Duplex
De machine bedrukt het papier nu automatisch aan beide zijden.
Duplex (handmatig)
De machine drukt alle even pagina's als eerste af. Daarna stopt de printerdriver en wordt aangegeven
wat u moet doen om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven
pagina's afgedrukt.
Wanneer u Duplex of Duplex (handmatig) kiest, kan de knop Duplexinstellingen... ook worden
gekozen. U kunt de volgende instellingen doorvoeren in het dialoogvenster Duplexinstellingen....
Soort duplex
Voor elke afdrukstand zijn er vier manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt.
Inbindmarge
Als u Inbindmarge aanvinkt, kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeter of in inch
aangegeven.
Staand
Lange rand (links)
Lange rand (rechts)
Korte rand (boven)
Korte rand (onder)
Liggend
Lange rand (boven)
Lange rand (onder)
Korte rand (rechts)
Korte rand (links)
32
Driver en software
2
Folder / Folder (handmatig)
Gebruik deze optie om een document in folderformaat tweezijdig af te drukken; het document wordt
geordend op paginanummers en u kunt het in het midden vouwen zonder de volgorde van de pagina's te
moeten wijzigen.
Folder
De machine bedrukt het papier nu automatisch aan beide zijden.
Folder (handmatig)
De machine drukt alle even zijden als eerste af. Daarna stopt de printerdriver en wordt aangegeven wat
u moet doen om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven zijden
afgedrukt.
Wanneer u Folder of Folder (handmatig) kiest, kan de knop Duplexinstellingen... ook worden gekozen.
U kunt de volgende instellingen doorvoeren in het dialoogvenster Duplexinstellingen.
Soort duplex
Voor elke afdrukstand zijn er twee manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt.
Folder afdrukken
Wanneer Onderverdeleninsets geselecteerd is:
Met deze optie kunt u de volledige folder afdrukken in sets van kleinere individuele folders, die u nog
steeds in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de pagina's te moeten wijzigen. U kunt het
aantal pagina's in elke kleinere folder specificeren van 1 tot 15. Deze optie kan handig zijn voor het
vouwen van een afgedrukte folder die een groot aantal pagina's bevat.
Inbindmarge
Als u Inbindmarge aanvinkt, kunt u een waarde voor de inbindmarge in millimeter of in inch
aangegeven.
Papierbron 2
U kunt Automatisch, Lade1, Lade2
12
, MF lade of Handmatig selecteren en verschillende laden opgeven
voor het afdrukken van de eerste pagina en voor de volgende pagina's.
1
Beschikbaar als de optionele lade is geplaatst.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
Staand Liggend
Links inbinden
Rechts inbinden
Boven inbinden
Onder inbinden
33
Driver en software
2
Het tabblad Geavanceerd 2
Wijzig de tabbladinstellingen door op een van de volgende selecties te klikken:
Scaling (1)
Ondersteboven afdrukken (2)
Watermerk gebruiken (3)
Kop/Voetregel printen (4)
Toner-bespaarstand (5)
Afdruk beveiligen (6)
Beheerder (7)
Verificatie van gebruiker (8)
Andere afdrukopties... (9)
Schaal 2
U kunt de afdrukschaal wijzigen.
Ondersteboven afdrukken 2
Vink Ondersteboven afdrukken aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
34
Driver en software
2
Watermerk gebruiken 2
U kunt een logo of tekst als watermerk op uw document plaatsen. U kunt een van de vooringestelde
watermerken kiezen of een zelfgemaakt bitmapbestand gebruiken. Vink Watermerk gebruiken aan en klik
daarna op de knop Instellingen....
Watermerkinstellingen 2
Transparant
Selecteer Transparant als u de watermerkafbeelding op de achtergrond van het document wilt afdrukken.
Als deze optie niet is ingeschakeld, wordt het watermerk op de voorgrond van het document afgedrukt.
In contourtekst
Selecteer In contourtekst als u alleen een contour van het watermerk wilt afdrukken. Deze optie is
beschikbaar als u een tekstwatermerk selecteert.
35
Driver en software
2
Aangepaste instellingen
U kunt kiezen welk watermerk er moet worden afgedrukt op de eerste of de andere pagina's.
Klik op de knop Toevoegen... om de watermerkinstellingen toe te voegen en kies vervolgens
Tekst gebruiken of Bitmapbestand gebruiken bij Stijl van watermerk.
Titel
Voer een geschikte titel in het veld in.
Tekst
Voer in het vak Tekst de tekst voor het watermerk in en kies daarna Lettertype, Stijl, Grootte en
Contrast.
Bitmap
Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmapafbeelding in het vak Bestand in of klik op
Bladeren... om het bestand te zoeken. U kunt ook de schaalgrootte van de afbeelding instellen.
Positie
Gebruik deze instelling als u de positie van het watermerk op de pagina wilt bepalen.
36
Driver en software
2
Kop/Voetregel printen 2
Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden op het document de datum en tijd van uw computerklok
afgedrukt, evenals uw aanmeldnaam of andere tekst die u hebt ingevoerd. Door op Instellingen... te klikken,
kunt u deze informatie aanpassen.
ID printen
Indien u Login Gebruikers Naam selecteert, wordt de aanmeldnaam van de pc-gebruiker afgedrukt. Als
u Aangepast selecteert en de tekst invoert in het bijwerkvenster van Aangepast, wordt de tekst die u hebt
ingevoerd afgedrukt.
Toner-bespaarstand 2
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
Opmerking
Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Afdruk beveiligen 2
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de machine
werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord
kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via het
bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
a Klik op Instellingen... bij Afdruk beveiligen en vink Afdruk beveiligen aan.
b Voer uw wachtwoord in en klik op OK.
c Voor het afdrukken van een beveiligd document moet u uw wachtwoord invoeren via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
Een beveiligd document verwijderen:
U kunt een beveiligd document alleen verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde
gegevens afdrukken uu pagina 96.)
37
Driver en software
2
Beheerder 2
Beheerders zijn bevoegd om toegang tot functies als schaal en watermerk te beperken.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in dit vak in.
Opmerking
Klik op Wachtwoord instellen... om het wachtwoord te wijzigen.
Kopiëren vergrendelen
Hier kunt u het afdrukken van meerdere pagina's op slot zetten.
Meerdere pag. & Schaal vergrendelen
De instellingen voor schaal en meerdere pagina's vergrendelen.
Watermerk vergrendelen
Hier kunt u de huidige instellingen voor het watermerk op slot zetten, zodat deze niet kunnen worden
gewijzigd.
Kop/Voetregel printen vergrendelen
Hier kunt u de huidige instellingen voor de Kop-/Voetregeloptie op slot zetten, zodat deze niet kunnen
worden gewijzigd.
Verificatie van gebruiker 2
Als u PC-printen niet kunt gebruiken ten gevolge van de beperkingen ingesteld via de functie Secure Function
Lock 2.0, moet u uw ID en PIN invoeren in het dialoogvenster Instellingen voor verificatie van gebruiker.
Klik op Instellingen... bij Verificatie van gebruiker en voer uw ID en PIN in. Als de inlognaam van uw pc
geregistreerd is bij Secure Function Lock 2.0, kunt u Aanmeldnaam van pc gebruiken aanvinken in plaats
van uw ID en PIN in te voeren.
Meer informatie over Secure Function Lock 2.0 uu Netwerkhandleiding
38
Driver en software
2
Opmerking
Wanneer u de machine in een netwerk gebruikt, kunt u door te klikken op Afdrukstatus controleren de
informatie van uw ID bekijken, zoals de status van beperkte functies en het aantal pagina's dat u nog mag
afdrukken. Het dialoogvenster Verificatieresultaat wordt weergegeven.
Wanneer u de machine in een netwerk gebruikt, kunt u instellen dat het dialoogvenster
Verificatieresultaat bij elke afdruk wordt weergegeven door Afdrukstatus weergeven voor afdrukken
aan te vinken.
Als u uw ID en PIN wilt invoeren telkens wanneer u afdrukt, vinkt u Id/pincode invoeren voor elke
afdruktaak aan.
Overige afdrukopties 2
Bij Printerfunctie kunt u het volgende instellen:
Gebruik Reprint
Slaaptijd
Macro
Dichtheid afstelling
Uitvoer verbeteren
Lege pagina overslaan
39
Driver en software
2
Gebruik Reprint 2
De machine bewaart de afdruktaak die hij heeft ontvangen in het geheugen. U kunt de laatste afdruktaak
nogmaals afdrukken zonder de gegevens opnieuw vanaf uw computer te verzenden. Voor meer informatie
over de Reprintfunctie, raadpleegt u Documenten nogmaals afdrukken uu pagina 95.
Opmerking
Als u wilt voorkomen dat anderen uw gegevens afdrukken met behulp van de Reprintfunctie, deactiveert
u het vakje Gebruik Reprint.
Slaaptijd 2
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de slaapstand.
In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert, wordt de time-
outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de driver. De
Intelligente slaapstand past deze instelling automatisch aan op de regelmaat waarmee u de machine
gebruikt.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine nog
wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine automatisch
geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Macro 2
U kunt een pagina van een document als een macro in het geheugen van de machine opslaan. U kunt de
opgeslagen macro vervolgens uitvoeren (u kunt de opgeslagen macro gebruiken als een sjabloon voor alle
documenten). Zo wordt voor veelgebruikte informatie zoals formulieren, bedrijfslogo's, briefhoofden of
facturen tijd bespaard en kunnen deze sneller worden afgedrukt.
Dichtheid afstelling 2
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Uitvoer verbeteren 2
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om.
Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de
instelling van de printerdriver bij Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Opmerking
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
40
Driver en software
2
Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende verbetering
oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Opmerking
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Minder wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze instelling
beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad lager ligt dan
30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Opmerking
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Blanco pagina overslaan 2
Als Lege pagina overslaan aangevinkt is, neemt de printerdriver automatisch blanco pagina's waar en
worden deze overgeslagen tijdens het afdrukken.
Opmerking
Deze optie werkt niet wanneer u de volgende opties kiest:
Watermerk gebruiken
Kop/Voetregel printen
Nop1 en 1 op NxN pagina's bij Meerdere pag. afdrukken
Duplex (handmatig), Folder, Folder (handmatig) en Duplex met Inbindmarge bij Duplex / Folder
41
Driver en software
2
Tabblad Afdrukprofielen 2
Afdrukprofielen zijn bewerkbare voorinstellingen waarmee u snel toegang krijgt tot vaak gebruikte
afdrukconfiguraties.
Keuzelijst met afdrukprofielen (1)
Profiel verwijderen... (2)
Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. (3)
Profiel toevoegen... (4)
Weergave van het huidige afdrukprofiel (5)
a Kies het gewenste profiel in de keuzelijst met afdrukprofielen.
b Als u vanaf de volgende keer dat u afdrukt het tabblad Afdrukprofielen wilt weergeven aan de voorzijde
van het venster, vinkt u Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen. aan.
c Klik op OK om het door u geselecteerde profiel toe te passen.
Profiel toevoegen 2
Het dialoogvenster Profiel toevoegen... wordt weergegeven als u op Profiel toevoegen... klikt. U kunt 20
nieuwe profielen met gewenste instellingen toevoegen.
a Voer de gewenste titel in bij Naam.
b Kies in de pictogrammenlijst het pictogram dat u wilt gebruiken en klik vervolgens op OK.
c De huidige instellingen die weergegeven worden aan de linkerzijde van het printerdrivervenster worden
opgeslagen.
1
2
3
4
5
42
Driver en software
2
Profiel verwijderen 2
Het dialoogvenster Profiel verwijderen... wordt weergegeven als u op Profiel verwijderen... klikt. U kunt
toegevoegde profielen verwijderen.
a Kies het gewenste profiel in de keuzelijst met afdrukprofielen.
b Klik op Verwijderen.
c Het geselecteerde profiel wordt verwijderd.
43
Driver en software
2
Accessoirestab 2
Opmerking
Zie De instellingen voor de printerdriver openen uu pagina 26 om het tabblad Accessoires te openen.
U kunt in het tabblad Accessoires het papierformaat voor elke papierlade definiëren en het serienummer
automatisch waarnemen.
Beschikbare opties / Geïnstalleerde opties (1)
U kunt zelf op de machine geïnstalleerde toebehoren aan deze lijst toevoegen of daaruit verwijderen.
Welke instellingen u voor de laden kunt maken, is afhankelijk van de toebehoren die zijn geïnstalleerd.
Instelling papierbron (2)
Wanneer u op Autom. waarnemen(4) klikt, wordt in dit vak aangegeven welk papierformaat via het
bedieningspaneelmenu voor elke papierlade is ingesteld.
Serienummer. (3)
Wanneer u op Autom. waarnemen (4) klikt, wordt het serienummer van de machine weergegeven. Als
deze informatie niet kan worden achterhaald, wordt "---------------" weergegeven op het scherm.
1
2
3
4
44
Driver en software
2
Autom. waarnemen (4)
De functie Autom. waarnemen detecteert de geïnstalleerde optionele accessoires en toont de
beschikbare instellingen in de printerdriver. Wanneer u op Autom. waarnemen klikt, worden de optionele
accessoires die op uw machine geïnstalleerd zijn, weergegeven in Beschikbare opties (1). U kunt de
opties handmatig toevoegen of verwijderen door een optioneel accessoire te selecteren dat u wilt
toevoegen of verwijderen, en daarna op Toevoegen of Verwijderen te klikken.
Opmerking
De functie Autom. waarnemen (4) is onder de volgende omstandigheden niet beschikbaar:
Als de machine uitstaat.
Als de machine een foutmelding weergeeft.
De machine wordt in een gedeelde netwerkomgeving aangesloten op de afdrukserver met behulp van
een USB- kabel.
Als de kabel niet goed op de machine is aangesloten.
45
Driver en software
2
Ondersteuning 2
Klik op Ondersteuning... in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen.
Brother Solutions Center (1)
Het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.com/
) is een website waar u informatie vindt over uw
Brother-product, zoals veelgestelde vragen, Gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het
gebruik van uw machine.
1
2
3
4
7
5
6
46
Driver en software
2
Website Originele Verbruiksartikelen (2)
Klik op deze knop om naar onze website voor originele/legitieme Brother-verbruiksartikelen te gaan.
Brother CreativeCenter (3)
Klik op deze knop om onze website te bezoeken voor gratis en eenvoudige onlineoplossingen voor
zakelijk en thuisgebruik.
Instellingen afdrukken (4)
Met deze knop kunt u een lijst afdrukken met de interne instellingen die voor de machine zijn
geconfigureerd.
Instelling controleren... (5)
U kunt de huidige instellingen van de driver controleren.
Info... (6)
Klik op deze knop om een lijst met de printerdriverbestanden en versie-informatie weer te geven.
Lettertypen afdrukken (7)
Met deze knop kunt u een lijst afdrukken met de interne lettertypen van de machine.
47
Driver en software
2
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie) 2
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Windows
®
XP. De schermen op uw pc kunnen er anders
uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Voorkeursinstellingen 2
Opmerking
U kunt het dialoogvenster Voorkeursinstellingen openen door te klikken op Voorkeursinstellingen... op
het tabblad Algemeen in het dialoogvenster Brother HL-XXXX BR-Script3 Eigenschappen.
Tabblad Indeling
U kunt de indeling wijzigen door de instellingen voor Afdrukstand, Dubbelzijdig afdrukken (Duplex),
Paginavolgorde en Pagina's per vel te selecteren.
Afdrukstand
De afdrukstand bepaalt in welke stand het document wordt afgedrukt.
(Staand, Liggend of Liggend gedraaid)
Dubbelzijdig afdrukken
Selecteer Over korte zijde spiegelen of Over lange zijde spiegelen wanneer u duplexprinten wilt
gebruiken.
Paginavolgorde
Hiermee wordt de volgorde waarin de pagina's van uw document worden afgedrukt, opgegeven. Met
Vooraan beginnen wordt het document zodanig afgedrukt dat pagina 1 bovenop de stapel ligt. Met
Achteraan beginnen wordt het document zodanig afgedrukt dat pagina 1 onderop de stapel ligt.
48
Driver en software
2
Pagina's per vel
De optie Pagina's per vel kan het beeld van een pagina verkleinen zodat er meerdere pagina's op één
vel papier kunnen worden afgedrukt. U kunt eveneens een document automatisch in folderstijl
afdrukken door Folder te selecteren.
Tabblad Papier/Kwaliteit
Kies de Papierinvoer.
Papierinvoer
U kunt Automatisch selecteren, Automatisch, Lade1, Lade2
12
, MF lade of Handmatige invoer
selecteren.
Automatisch selecteren
Papier wordt automatisch uit een papierbron gehaald waarvoor in de printerdriver een papierformaat is
ingesteld dat overeenstemt met uw document.
Automatisch
Papier wordt automatisch uit een papierbron gehaald waarvoor in de machine een papierformaat is
ingesteld dat overeenstemt met uw document.
Lade1
Met deze instelling wordt er papier genomen uit Lade 1.
Lade2
Met deze instelling wordt er papier genomen uit Lade 2. (Beschikbaar als de optionele lade is
geplaatst.)
2
MF lade
Met deze instelling wordt er papier genomen uit de MF-lade. Het papierformaat moet gelijk zijn aan het
opgegeven papierformaat.
1
Beschikbaar als de optionele lade is geplaatst.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
49
Driver en software
2
Tabblad Afdruk beveiligen
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de
machine werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het
wachtwoord kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via
het bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
a Vink Afdruk beveiligen aan.
b Voer uw wachtwoord in en klik op OK.
c Voor het afdrukken van een beveiligd document moet u uw wachtwoord invoeren via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
Een beveiligd document verwijderen:
U kunt een beveiligd document alleen verwijderen via het bedieningspaneel van de machine. (Zie
Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
50
Driver en software
2
Geavanceerde opties 2
U kunt de Geavanceerde opties raadplegen door te klikken op de toets Geavanceerd... op het tabblad
Indeling of Papier/Kwaliteit.
a Selecteer Papierformaat en Aantal afdrukken (1).
Papierformaat
Selecteer in de keuzelijst het papierformaat dat u gebruikt.
Aantal afdrukken
Bij het aantal kunt u aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
b Kies de instellingen voor Schaal en TrueType-lettertype (2).
Schaal
Geeft aan of documenten worden verkleind of vergroot en met welke percentage.
TrueType-lettertype
Specificeert de opties voor TrueType-lettertypen. Klik op Vervangen door lettertype van apparaat
(standaardinstelling) om gelijkwaardige printerlettertypen te gebruiken voor het afdrukken van
documenten met TrueType-lettertypen. Het afdrukken verloopt dan sneller, maar u verliest wellicht
speciale tekens die niet door het printerfont worden ondersteund. Klik op Downloaden als laadbaar
lettertype om TrueType-lettertypen voor afdrukken te downloaden in plaats van printerlettertypen te
gebruiken.
1
2
51
Driver en software
2
c U kunt de instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Printerfuncties te selecteren (3):
Afdrukkwaliteit
Hier kunt u de volgende instellingen voor de afdrukkwaliteit selecteren.
300 dpi
600 dpi
HQ 1200
1200 dpi
Soort papier
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit moet
de juiste papiersoort worden geselecteerd.
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Kringlooppapier
Label
3
52
Driver en software
2
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er
lichter afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
Opmerking
Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Slaaptijd [Min.]
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in
de driver. De Intelligente slaapstand past deze instelling automatisch aan op de regelmaat waarmee
u de machine gebruikt.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de
machine nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de
machine automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Halftoon Schermvergendeling
Stopt andere toepassingen van het modificeren van de Halftooninstellingen. De standaardinstelling
is Aan.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
Hiermee worden afbeeldingen met hoge kwaliteit afgedrukt. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken
instelt op Aan, neemt de afdruksnelheid af.
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om. Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt,
hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de instelling van de printerdriver bij
Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Opmerking
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende
verbetering oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Soort papier naar een dikke
instelling.
Opmerking
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
53
Driver en software
2
Instelling wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze
instelling beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad
lager ligt dan 30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Opmerking
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Dichtheid afstelling
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Het tabblad Poorten 2
Als u de poort waarop uw machine is aangesloten of het pad naar de gebruikte netwerkmachine wilt wijzigen,
selecteert u de gewenste poort of voegt u de poort toe.
54
Driver en software
2
De printerdriver verwijderen 2
U kunt de geïnstalleerde printerdriver als volgt verwijderen.
Opmerking
Dit is niet mogelijk als u oorspronkelijk de printerdriver hebt geïnstalleerd via de functie
Een printer toevoegen van Windows.
Wij raden u aan de computer opnieuw te starten nadat u driver hebt verwijderd, zodat bestanden die
tijdens de deïnstallatie in gebruik waren ook worden gewist.
a Klik op de knop start, selecteer Alle Programma's, Brother en vervolgens de naam van uw machine.
b Klik op Installatie ongedaan maken.
c Volg de instructies op uw scherm.
55
Driver en software
2
Status Monitor 2
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwareprogramma dat u zelf kunt configureren en waarmee u
de status van een of meerdere apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden
gesteld van foutmeldingen, bijvoorbeeld wanneer het papier op is of is vastgelopen.
U kunt de status van het apparaat op elk moment controleren door op het pictogram op de taakbalk te
dubbelklikken of door Status Monitor te kiezen via start/Alle Programma's/Brother/HL-XXXX op uw pc.
(Windows
®
7)
Als u Status Monitor inschakelen tijdens starten hebt ingesteld tijdens de installatie, wordt de knop of
het pictogram Status Monitor weergegeven op de taakbalk.
Klik op de knop om het pictogram Status Monitor weer te geven op de taakbalk. Het pictogram
Status Monitor wordt weergegeven in het kleine venster. Versleep het pictogram naar de taakbalk.
U vindt er ook een koppeling naar de Problemen oplossen en de website voor originele Brother-
verbruiksartikelen. Klik op Bezoek de website Originele Verbruiksartikelen voor meer informatie over
originele Brother-verbruiksartikelen.
Opmerking
Voor meer informatie over het gebruik van de software Status Monitor klikt u met de rechtermuisknop op
het pictogram Status Monitor en kiest u Help.
De functie voor automatische software-updates is geactiveerd wanneer de functie Status Monitor
geactiveerd is.
56
Driver en software
2
De status van de machine controleren 2
Het pictogram Status Monitor verandert van kleur naargelang de machinestatus.
Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
Een rood pictogram geeft aan dat er een afdrukfout is opgetreden.
Er zijn twee locaties waar u de Status Monitor kunt weergeven op uw pc: in de taakbalk of op het
bureaublad.
57
Driver en software
2
Macintosh 2
Functies in de printerdriver (Macintosh) 2
Deze machine ondersteunt Mac OS X 10.5.8 - 10.6.x - 10.7.x.
Opmerking
De schermen in dit gedeelte zijn afkomstig uit Mac OS X 10.5. De schermen op uw Macintosh kunnen er
anders uitzien, afhankelijk van uw besturingssysteem.
Het kiezen van pagina-instellingsopties. 2
U kunt Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein instellen.
a Klik in een toepassing zoals TextEdit op Archief en daarna op Pagina-instellingen. Controleer of
Brother HL-XXXX (hierbij staat XXXX voor de naam van uw model) gekozen is in het keuzemenu
Stel in voor. U kunt de instellingen voor Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein wijzigen. Klik
daarna op OK.
58
Driver en software
2
b Klik in een toepassing zoals TextEdit op Archief en daarna op Druk af om het afdrukken te starten.
(Voor Mac OS X 10.5.8 en 10.6.x)
Voor meer opties voor de pagina-instelling klikt u op de openingsdriehoek naast het pop-upmenu
Printer.
Opmerking
U kunt de huidige instelling opslaan als een voorinstelling door Bewaar als... te selecteren in de keuzelijst
Instellingen.
59
Driver en software
2
(Voor Mac OS X 10.7.x)
Voor meer opties voor de pagina-instelling klikt u op de knop Toon details.
Opmerking
U kunt de huidige instelling opslaan als een voorinstelling door Bewaar huidige instellingen als
voorinstelling... te selecteren in de keuzelijst Instellingen.
60
Driver en software
2
Het kiezen van afdrukopties 2
U kunt speciale afdrukfuncties beheren door Afdrukinstellingen te selecteren in het dialoogvenster
Afdrukken. Zie de volgende omschrijvingen van elke optie voor meer informatie over de beschikbare opties.
61
Driver en software
2
Voorblad 2
U kunt de volgende instellingen voor het voorblad kiezen:
Druk voorblad af
Gebruik deze functie als u ook een voorblad voor uw document wilt maken.
Type voorblad
Kies een sjabloon voor het voorblad.
Extra informatie
Als u extra informatie wilt toevoegen aan het voorblad, voert u de tekst in het venster Extra informatie in.
62
Driver en software
2
Lay-out 2
Pagina’s per vel
De optie Pagina’s per vel kan het beeld van een pagina verkleinen zodat er meerdere pagina's op één
vel papier kunnen worden afgedrukt.
Lay-outrichting
Wanneer u het aantal pagina's per vel specificeert, kunt u tevens aangeven in welke richting deze moeten
worden ingedeeld.
Rand
Gebruik deze functie als u ook een rand wilt gebruiken.
Dubbelzijdig
Raadpleeg Duplex (dubbelzijdig) printen uu pagina 67.
Keer paginarichting om
Vink Keer paginarichting om aan als u de gegevens van boven naar onderen wilt omkeren.
Spiegel horizontaal (Mac OS X 10.6.x en 10.7.x)
Vink Spiegel horizontaal aan om af te drukken als een spiegelbeeld dat van links naar rechts is
omgedraaid.
63
Driver en software
2
Afdruk beveiligen 2
Afdruk beveiligen:
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de
machine werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het
wachtwoord kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via
het bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Een beveiligd document verzenden:
a Vink Afdruk beveiligen aan.
b Voer uw wachtwoord, gebruikersnaam en de naam van de taak in en klik op Druk af.
c Voor het afdrukken van een beveiligd document moet u uw wachtwoord invoeren via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
Een beveiligd document verwijderen: u kunt een beveiligd document alleen verwijderen via het
bedieningspaneel van de machine. (Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
64
Driver en software
2
Afdrukinstellingen 2
U kunt de instellingen wijzigen door een instelling in de lijst Afdrukinstellingen te selecteren:
Mediatype
U kunt de volgende papiersoorten selecteren:
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Kringlooppapier
Label
Resolutie
U kunt de resolutie als volgt wijzigen:
300 dpi
600 dpi
HQ 1200
1200 dpi
Papierbron
U kunt Automatisch, Lade1, Lade2
12
, MF lade of Handmatig kiezen.
1
Beschikbaar als de optionele lade is geplaatst.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
65
Driver en software
2
Afdrukinstellingen: Geavanceerd
Als u op het driehoekje (c) naast Geavanceerd klikt, worden de geavanceerde afdrukinstellingen
weergegeven.
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand instelt op Aan, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
Opmerking
Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Grafische kwaliteit
U kunt de afdrukkwaliteit als volgt wijzigen:
Grafisch
Dit is een modus voor afbeeldingen (contrastprioriteit). Kies deze instelling voor het afdrukken van tekst
en afbeeldingen, zoals visitekaartjes en presentatiedocumenten. U kunt scherpe contrasten
aanbrengen tussen donkere en lichte delen.
Tekst
Dit is de beste methode voor het afdrukken van tekstdocumenten.
66
Driver en software
2
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om.
Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de
instelling van de printerdriver bij Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Opmerking
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende verbetering
oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Opmerking
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Minder wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze instelling
beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad lager ligt dan
30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Opmerking
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Dichtheid afstelling
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
Slaaptijd
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de
driver. Als u de slaaptijd wilt wijzigen, kiest u Handmatig en voert u de tijd in het daarvoor bestemde vak in.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Andere afdrukopties
Lege pagina overslaan
Als Lege pagina overslaan aangevinkt is, neemt de printerdriver automatisch blanco pagina's waar
en worden deze overgeslagen tijdens het afdrukken.
67
Driver en software
2
Duplex (dubbelzijdig) printen 2
Automatisch tweezijdig afdrukken
Selecteer Lay-out.
Selecteer Lange kant binden of Korte kant binden bij Dubbelzijdig.
Handmatig Duplex printen
Selecteer Papierafhandeling.
Selecteer Alleen even en Druk af. Plaats het afgedrukte papier opnieuw in de lade (de niet-bedrukte
zijde naar beneden gericht in Lade 1 of 2 of naar boven gericht in de MF-lade). Selecteer
Alleen oneven en Druk af.
68
Driver en software
2
Functies in de BR-Script3-printerdriver (PostScript
®
3™-taalemulatie) 2
Dit onderdeel beschrijft de specifieke handelingen van de BR-Script3-printerdriver. Voor de
basishandelingen van de BR-Script3-printerdriver raadpleegt u Functies in de printerdriver (Macintosh)
uu pagina 57 voor Pagina-instellingen, Voorblad, Papierbron en Lay-out.
Opmerking
Als u de PS-driver (BR-Script3-printerdriver) wilt instellen, gaat u naar het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/ en gaat u op uw modelpagina naar de veelgestelde vragen voor instructies.
Het kiezen van afdrukopties 2
U kunt speciale afdrukfuncties beheren door Printerfuncties te selecteren in het dialoogvenster Afdrukken.
69
Driver en software
2
Printerfuncties 2
Functiesets: General 1
Afdrukkwaliteit
U kunt de resolutie als volgt wijzigen:
300 dpi
600 dpi
HQ 1200
1200 dpi
Soort papier
U kunt de volgende papiersoorten selecteren:
Normaal papier
Dun papier
Dik papier
Dikker papier
Briefpapier
Enveloppen
Env. Dik
Env. Dun
Kringlooppapier
Label
Hagaki
1
1
Briefkaart met het gespecificeerde formaat van Japan Post Service Co., LTD
70
Driver en software
2
Toner-bespaarstand
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u Toner-bespaarstand aanvinkt, wordt er lichter
afgedrukt. De standaardinstelling is Uit.
Opmerking
Wij raden het gebruik van Toner-bespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met
grijstinten.
Toner-bespaarstand is niet beschikbaar voor de resoluties HQ 1200 en 1200 dpi.
Slaaptijd [Min.]
Als de machine een bepaalde tijd lang geen gegevens ontvangt (time-out), schakelt hij over op de
slaapstand. In de slaapstand lijkt het of de machine uitstaat. Wanneer u Standaardwaarde selecteert,
wordt de time-outinstelling teruggesteld op de fabriekswaarde. Deze instelling kunt u veranderen in de
driver. Selecteer 2, 10 of 30 als u de slaaptijd wilt wijzigen.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, toont het LCD-scherm Slaapstand, maar kan de machine
nog wel gegevens ontvangen. Wanneer er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine
automatisch geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Halftoon Schermvergendeling
Stopt andere toepassingen van het modificeren van de Halftooninstellingen. De standaardinstelling is
Aan.
Hoge beeldkwaliteit afdrukken
U kunt de beeldkwaliteit van afdrukken verhogen. Als u Hoge beeldkwaliteit afdrukken op Aan instelt,
neemt de afdruksnelheid af.
71
Driver en software
2
Functiesets: General 2
Uitvoer verbeteren
Met deze functie kunt u problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen.
Omkrullen van papier voorkomen
Als u deze instelling kiest, krult het papier minder om.
Wanneer u slechts enkele pagina's afdrukt, hoeft u deze instelling niet te wijzigen. Wij raden u aan de
instelling van de printerdriver bij Mediatype te wijzigen in een dunne instelling.
Opmerking
Deze handeling verlaagt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Tonerhechting verbeteren
Als u deze instelling kiest, hecht de toner mogelijk beter. Indien deze instelling onvoldoende verbetering
oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Opmerking
Deze handeling verhoogt de temperatuur in het fixeerproces van de machine.
Instelling wazige herhaalde beelden
Als u de machine in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad gebruikt, kunt u met deze instelling
beeldwaas op het papier vermijden. Gebruik deze instelling niet als de vochtigheidsgraad lager ligt dan
30%. Doet u dit wel, dan kan de beeldwaas toenemen.
Opmerking
Deze functie onderdrukt beeldwaas mogelijk niet voor alle papiertypes. Controleer voordat u een grote
hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is.
Dichtheid afstelling
Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.
72
Driver en software
2
Afdruk beveiligen 2
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord werden beveiligd toen ze naar de machine
werden gestuurd. Dergelijke documenten kunnen alleen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord
kennen. Aangezien de documenten in de machine zijn beveiligd, moet u het wachtwoord via het
bedieningspaneel van de printer invoeren om ze af te drukken.
Als u een beveiligde afdruktaak wilt aanmaken, klikt u op Afdruk beveiligen en vinkt u Afdruk beveiligen
aan. Voer een wachtwoord in in het vak Wachtwoord en klik op Druk af.
(Zie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96 voor meer informatie over Afdruk beveiligen.)
73
Driver en software
2
De printerdriver verwijderen 2
a Meld u als Beheerder aan.
b Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op Afdrukken en faxen
1
en kies vervolgens
de printer die u wilt verwijderen. Verwijder deze door op de knop - te klikken.
c Klik op OK
2
.
1
Afdrukken en sannen voor gebruikers van Mac OS X 10.7.x
2
Vewijder printer voor gebruikers van Mac OS X 10.6.x en 10.7.x
74
Driver en software
2
Status Monitor 2
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwaretool dat u zelf kunt configureren en waarmee u de status
van de machine kunt controleren. U kunt hiermee met vooraf ingestelde intervallen foutmeldingen bekijken,
waarin bijvoorbeeld wordt gemeld dat het papier op is of is vastgelopen. U kunt ook Beheer via een
webbrowser openen. U kunt de status van het apparaat controleren door Brother Status Monitor te starten
aan de hand van deze stappen:
Voor Mac OS X 10.5.8
a Voer Systeemvoorkeuren uit, selecteer Afdrukken en Faxen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukrij... en daarna op Hulpprogramma. Status Monitor zal opstarten.
Voor Mac OS X 10.6.x
a Voer Systeemvoorkeuren uit, selecteer Afdrukken en faxen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij... en daarna op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad Onderhoud
en klik daarna op Open Printerhulpprogramma. Status Monitor zal opstarten.
Voor Mac OS X 10.7.x
a Voer Systeemvoorkeuren uit, selecteer Afdrukken en sannen en kies vervolgens de machine.
b Klik op Open afdrukwachtrij... en daarna op Printerconfiguratie. Selecteer het tabblad
Onderhoud en klik daarna op Open Printerhulpprogramma. Status Monitor zal opstarten.
De status van de machine updaten 2
Als u de meest recente status van de machine wilt bekijken terwijl het venster Status Monitor is geopend,
klikt u op het pictogram Vernieuwen . U kunt instellen met welk interval de statusinformatie van de
machine door de software wordt bijgewerkt. Ga naar de menubalk, Brother Status Monitor en kies
Voorkeuren.
75
Driver en software
2
Het venster weergeven of verbergen 2
Na het opstarten van Status Monitor kunt u het venster verbergen of weergeven. Om het venster te
verbergen gaat u naar de menubalk, Brother Status Monitor en kiest u Verberg Status Monitor. Om het
venster weer te geven, klikt u op het pictogram Brother Status Monitor in het hulpvenster.
Het venster afsluiten 2
Klik op Brother Status Monitor op de menubalk en selecteer vervolgens Stop Status Monitor in het pop-
upmenu.
Beheer via een webbrowser (alleen Netwerkaansluiting) 2
U kunt Beheer via een webbrowser openen door op het pictogram van de machine op het scherm
Status Monitor te klikken. U kunt een standaardwebbrowser gebruiken om uw machine met HTTP (Hyper
Text Transfer Protocol) te beheren.
Meer informatie over Beheer via een webbrowser uu Netwerkhandleiding: Beheer via een webbrowser
76
Driver en software
2
Software 2
Software voor netwerken 2
Meer informatie over netwerksoftware uu Netwerkhandleiding: Netwerkfuncties
77
3
3
Bedieningspaneel 3
Deze machine heeft een verlicht LCD-scherm (Liquid Crystal Display), zeven toetsen en twee LED's op het
bedieningspaneel. Het LCD-scherm heeft één regel van 16 tekens.
Overzicht bedieningspaneel 3
De afbeelding is gebaseerd op HL-5470DW.
1LCD
Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal
weergegeven via een aanduiding met vier niveaus.
2Data LED
Afhankelijk van de status van de machine knippert de LED. (Zie voor meer informatie LED-aanduidingen
uu pagina 79.)
3 Error LED
Knippert oranje als op het LCD-scherm een foutmelding of een belangrijke melding over de status wordt
weergegeven. (Zie voor meer informatie LED-aanduidingen uu pagina 79.)
Algemene informatie 3
0Max
.
1
2
3
4
5
6
7
78
Algemene informatie
3
4 Menutoetsen:
a of b ( + of -)
Druk op deze toetsen om door de menu's en opties te bladeren.
Druk hierop om aantallen in te voeren en het aantal te verhogen. U kunt nummers op twee manieren
invoeren. U kunt a of b indrukken om sneller af of op te tellen, of u kunt a of b ingedrukt houden om sneller
te gaan. Wanneer u het nummer ziet dat u wilt, druk dan op OK.
OK
Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan. Nadat u een instelling hebt veranderd, keert de
machine terug naar het vorige menuniveau.
Back
Eén niveau omhoog in de menustructuur.
Voor het selecteren van het vorige cijfer tijdens het invoeren van aantallen.
5Secure
U kunt in het geheugen opgeslagen gegevens afdrukken door uw wachtwoord van vier cijfers in te voeren.
(Zie voor meer informatie Beveiligde gegevens afdrukken uu pagina 96.)
6Go
U kunt enkele foutmeldingen wissen door op Go te drukken. Volg de aanwijzingen op het
bedieningspaneel of zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 136 om alle overige fouten te wissen.
Afdrukken pauzeren en hervatten.
Hiermee kunt u de resterende gegevens in het machinegeheugen afdrukken.
Voor het selecteren van de weergegeven optie in het laatste menuniveau. Nadat u een instelling hebt
veranderd, is de machine weer klaar voor gebruik (stand Gereed).
U schakelt over naar de modus Opnieuw afdrukken door deze toets ongeveer 4 seconden in te drukken.
(Zie voor meer informatie Documenten nogmaals afdrukken uu pagina 95.)
7Cancel
Hiermee kunt u de huidige instelling annuleren.
Hiermee annuleert u een geprogrammeerde afdruktaak en wist u deze uit het geheugen van de machine.
Wanneer u meer afdruktaken wilt annuleren, houdt u deze toets ingedrukt totdat het LCD-scherm
Ann. alle taken. toont.
79
Algemene informatie
3
LED-aanduidingen 3
De lampjes geven de machinestatus aan.
Datalampje (Groen)
3
Storingslampje (Oranje) 3
Machinestatusmeldingen 3
In het onderstaande schema staan de statusmeldingen die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm
worden weergegeven:
1
Wanneer de draadloze netwerkfunctie ingeschakeld is, schakelt de machine niet over naar de stand diepe slaap. Als u het draadloze netwerk wilt
uitschakelen, wijzigt u de instelling van WLAN Activeren naar Uit. (Zie Menu Netwerk uu pagina 90.)
Lampje Betekenis
Aan Er zijn gegevens aanwezig in het geheugen van de machine.
Knippert De machine ontvangt of verwerkt gegevens.
Uit Er zitten geen gegevens meer in het geheugen.
Lampje Betekenis
Knippert Er is iets niet in orde met de machine.
Uit Er is geen machineprobleem.
Machinestatusmelding Betekenis
Afkoelen De machine is aan het afkoelen.
Stop afdrukken
Ann. alle taken.
De machine annuleert de taak.
Data negeren De machine negeert gegevens die met de PS-driver verwerkt worden.
Pauze De machine pauzeert. Druk op Go om de machine weer op te starten.
Wachten a.u.b. De machine is aan het opwarmen.
De machine is aan het kalibreren.
Printen De machine is bezig met afdrukken.
Gereed De machine is klaar om af te drukken.
Slaapstand In de slaapstand (energiebesparende stand) lijkt het alsof de machine
uitstaat. De machine kan echter nog steeds gegevens ontvangen. Wanneer
er een afdruktaak wordt ontvangen, wordt de machine automatisch
geactiveerd om het afdrukken te beginnen.
Slaapstand
1
In de stand diepe slaap (er wordt minder energie verbruikt dan in de
slaapstand) lijkt het alsof de machine uitstaat. Als de machine een bepaalde
tijd lang geen gegevens ontvangt tijdens de slaapstand, schakelt deze
automatisch over naar de stand Diepe Slaap.
Uitschakelen De machine bevindt zich in de stroomuitschakelstand.
80
Algemene informatie
3
Tabel met menuopties 3
Het menu openen 3
a Druk op een van de menutoetsen (a, b, OK of Back) om de machine offline te brengen.
b Blader door elk menuniveau door te drukken op a of b voor de gewenste richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft het
volgende menuniveau weer.
d Druk op a of b om naar de volgende menuselectie te gaan.
e Druk op OK of Go.
Wanneer u een optie hebt ingesteld, toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
Tabel met menuopties 3
Er zijn zes menu's. Raadpleeg de volgende tabellen voor meer informatie over de beschikbare menuopties.
Als er gedurende 30 seconden geen knop op het bedieningspaneel ingedrukt wordt, gaat het LCD-scherm
automatisch terug naar Gereed.
Opmerking
Op het LCD-scherm van het bedieningspaneel worden voor de verschillende papierladen de volgende
namen gebruikt:
Standaardpapierlade: Lade 1 en T1
Multifunctionele lade: MP
Optionele onderste lade
1
: Lade 2 en T2
1
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
81
Algemene informatie
3
Machine-info 3
1
Wanneer Lade 2 geïnstalleerd is.
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Print instell. - - Drukt de pagina met printerinstellingen af.
Druk NetSetting - - Drukt het netwerkconfiguratierapport af.
WLAN-rapp. afdr. - - Drukt het resultaat van de verbindingsdiagnose voor
draadloos LAN af.
Print Best.Lijst - - Drukt een lijst af met gegevens die opgeslagen zijn
in het geheugen.
Testafdruk - - Drukt de testpagina af.
Drum Dot Print - - Drukt de drumcontrolepagina af.
Font afdrukken HP LaserJet - Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden van de
HP LaserJet af.
BR-Script 3 - Drukt de lijst van lettertypen en voorbeelden van
BR-Script af.
Serienummer - - Toont het serienummer van de machine.
Versie Hoofdversie - Toont de versie van de hoofdfirmware.
Sub-versie - Toont de versie van de sub-firmware.
Grootte RAM - Toont de grootte van het geheugen in deze
machine.
Aant. pagina's - - Toont het aantal pagina's dat tot nu toe is afgedrukt.
Duur drum - - Toont hoeveel pagina's er met de drumeenheid zijn
afgedrukt.
DuurOnderdelen Levensduur - Geeft aan hoe lang de drumeenheid nog meegaat.
Duur PF-kit MP
- Toont hoeveel pagina's er nog met de
papierinvoerkit voor de MF-lade kunnen worden
afgedrukt.
Duur PF-kit1 - Toont hoeveel pagina's er nog met de
papierinvoerkit voor lade 1 kunnen worden
afgedrukt.
Duur PF-kit2
1
- Toont hoeveel pagina's er nog met de
papierinvoerkit voor lade 2 kunnen worden
afgedrukt.
Duur fuser - Toont hoeveel pagina's er nog met de fuser kunnen
worden afgedrukt.
Duur laser - Toont hoeveel pagina's er nog met de lasereenheid
kunnen worden afgedrukt.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
82
Algemene informatie
3
Papierlade 3
1
Wanneer Lade 2 geïnstalleerd is.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
Submenu Toebehoren Omschrijving
Lade gebruiken Auto* / Alleen MP-lade /
Alleen lade 1 /
Alleen lade 2
1
Selecteert welke lade er wordt gebruikt.
Handinvoer Aan / Uit* Selecteer of het papier handmatig moet worden
ingevoerd.
Prioriteit (Zonder Lade 2 geplaatst)
MP>T1* /T1>MP
(Met Lade 2 geplaatst)
MP>T1>T2* / MP>T2>T1 /
T1>T2>MP / T2>T1>MP / T1>T2 /
T2>T1 / T1>MP>T2 / T2>MP>T1
Wanneer Auto geselecteerd wordt bij
Lade gebruiken: selecteert de volgorde waarin
de machine de papierladen gebruikt die papier van
hetzelfde formaat bevatten.
MP eerst Aan / Uit* Selecteer of papier al dan niet eerst uit de MF lade
moet worden ingevoerd.
Duplex Aan(Lang bind) /
Aan(Kort bind) / Uit*
Selecteert of het papier al dan niet automatisch aan
beide zijden wordt bedrukt.
MP maat Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / Com-10 / DL /
JIS B5 / B5 / A5 / A5 L /
JIS B6 / B6 / A6 / Monarch /
C5 / Folio / 3X5 / Afwijkend
Selecteer het formaat van het papier dat u in de
multifunctionele lade hebt geplaatst.
MF Media Vast Normaal papier /
Dik papier /
Dikker papier /
Dun papier /
Kringlooppap. /
Briefpapier / Enveloppen /
Env.
Dik / Env. Dun /
Etiketten / Uit*
Selecteer het type papier dat u in de MF-lade hebt
geplaatst. Wanneer u hier het type papier
selecteert (behalve Uit), dan zullen de instellingen
voor het papiertype geselecteerd in de printerdriver
genegeerd worden.
Formaat lade1 Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / B5 / A5 /
A5 L / B6 / A6 / Folio
Selecteer het papierformaat dat u in de
standaardpapierlade hebt geplaatst.
Formaat lade2
1
Ieder* / Letter / Legal / A4 /
Executive / JIS B5 / B5 / A5 /
B6 / Folio
Selecteer het papierformaat dat u in de optionele
onderste lade (Lade 2) hebt geplaatst
2
.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
83
Algemene informatie
3
Standaardinst.
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Taalkeuze - English* / Français... Wijzigt de taal op het LCD-scherm.
Resolutie - 300 / 600* / HQ1200 / 1200 Voor het selecteren van een
afdrukresolutie van 300, 600 of 1200
dpi, of HQ1200 (2400×600 dpi).
Dichtheid - -6 / ... / -1 / 0* / 1 / ... / 6 Voor het verhogen of verlagen van
de afdrukdichtheid.
Bespaarstand Slaapstand 0 / 1 / 2 / 3* / 4 / 5 / ... Min Geeft aan na hoeveel tijd wordt
overgeschakeld naar de
stroombespaarstand.
Toner sparen Aan / Uit* In de tonerbespaarstand gaat de
tonercartridge langer mee.
Aut. uitschak. Aan / Uit * Hiermee kunt u de
stroomuitschakelstand in- of
uitschakelen.
Stille modus - Aan / Uit* Voor het verlagen van het
afdruklawaai.
Bediening Snelh. +/- 0.1* / 0.4 / 0.6 / 0.8 /
1.0 / 1.4 / 1.8 / 2.0 Sec.
Stelt de tijd in voor het LCD-
schermbericht om te veranderen
wanneer a of b met tussenpozen
ingedrukt gehouden wordt.
Bladersnelheid niveau 1* / niveau
2 /
... / Niveau10
Geeft in seconden aan hoe snel een
melding over het LCD-scherm rolt.
Van niveau 1=0,2 sec tot Niveau
10=2,0 sec.
LCD-contrast -nnonn+ Wijzigt het contrast van het LCD-
scherm.
Autom. online Aan* / Uit Instellen dat de machine automatisch
terugkeert naar de stand Gereed.
Instelslot - - Schakelt de
paneelbeveiligingsinstellingen Aan
of Uit met behulp van het
wachtwoord.
Reprint - Aan / Uit* Schakelt de instellingen voor
Afdrukopdracht nogmaals afdrukken
op Aan of Uit.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
84
Algemene informatie
3
Interface Selecteren Auto* / USB / Netwerk Kiest de interface die wordt gebruikt.
Als u Auto kiest, wijzigt de machine
automatisch de interface naar USB
of Ethernet afhankelijk van welke
interface gegevens ontvangt.
Auto IF-tijd 1 / 2 / 3 / 4 / 5* / ... / 99Sec. U moet de time-out voor de
automatische interfaceselectie
instellen.
Invoerbuffer Niveau 1 / 2 / 3 / 4* / ... / 7 Maakt de input buffer groter of
kleiner.
Gegevens Wissen Macro-ID(ROM) - Voor het verwijderen van de
gegevens in de ROM.
Font ID(ROM) -
Formatteren(ROM)
- Formatteert de ROM.
Standaardinst. (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
85
Algemene informatie
3
Print Menu
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
Emulatie - Auto(EPSON)* /
Auto(IBM) /
HP LaserJet /
BR-Script 3 /
Epson FX-850 /
IBM Proprinter
Kiest de emulatiemodus die wordt
gebruikt.
Wanneer u Auto(EPSON) of
Auto(IBM) kiest, selecteert de
machine automatisch de
emulatiemodus uit de volgende
combinaties.
Auto(EPSON)
HP LaserJet / BR-Script 3 /
Epson FX-850
Auto(IBM)
HP LaserJet / BR-Script 3 /
IBM Proprinter
Als u een andere optie kiest dan
Auto(EPSON) of Auto(IBM), is
elke emulatiemodus vast.
Autom. doorgaan - Aan / Uit* Als deze instelling ingeschakeld is,
wist de machine automatisch fouten
betreffende het papierformaat en
gebruikt deze een compatibel
papierformaat uit andere
papierladen.
Mediatype - Normaal papier * /
Dik papier /
Dikker papier /
Dun papier /
Kringlooppap. /
Briefpapier /
Enveloppen / Env. Dik /
Env. Dun / Etiketten
Stelt de papiersoort in.
Papier - Letter / Legal / A4* /
Executive / Com-10 / DL /
JIS B5 / B5 / A5 / A5 L /
JIS B6 / B6 / A6 /
Monarch / C5 / Folio
S
telt het papierformaat in.
Kopieën - 1* / 2 / ... / 999 Geeft aan hoeveel pagina's er
worden afgedrukt.
Afdrukstand - Portret* / Landschap Deze machine kan pagina's staand of
liggend afdrukken.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
86
Algemene informatie
3
Printpositie X Offset -500 / -499 / ... / -1 / 0* /
1 / ... / 499 / 500Dots
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) horizontaal -500 dots (naar
links) tot +500 dots (naar rechts) in
300 dpi.
Y Offset -500 / -499 / ... / -1 / 0* /
1 / ... / 499 / 500Dots
Verplaatst de beginpositie voor het
afdrukken (linkerbovenhoek van het
papier) verticaal -500 dots (naar
boven) tot +500 dots (naar beneden)
in 300 dpi.
Auto FF - Aan / Uit* Hiermee kunt u de resterende
gegevens afdrukken zonder op Go te
drukken.
HP LaserJet Fontnr. I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
lettertypenummer.
Font breedte 0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059 instelt
op I071 bij de instelling Fontnr..
Font punts 4.00 / ... / 12.00* / ... /
999.75
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000 instelt
op I058 bij de instelling Fontnr..
Symbolenset PC-8* / PC-8 D/N / ... Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
Tabel afdrukken - Drukt de tabel met codes af.
Wa
nneer Emulatie wijzig. op
het LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Auto(EPSON), Auto(IBM)
of HP LaserJet bij Emulatie in
het Print Menu.
(Zie pagina 85.)
Auto LF Aan / Uit* AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto CR Aan / Uit* AAN: LF i LF+CR, FF i FF+CR, of
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF, of VT i VT
Auto WRAP Aan / Uit* Selecteert of de machine bij het
bereiken van de rechterkantlijn al dan
niet automatisch naar het begin van
de volgende regel moet gaan.
Print Menu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
87
Algemene informatie
3
HP LaserJet
(vervolg)
Auto SKIP Aan* / Uit Selecteert of de machine bij het
bereiken van de ondermarge al dan
niet automatisch naar het begin van
de volgende regel moet gaan.
Linkerkantlijn ## Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
Rechterkantlijn ## Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 78 cpi (A4).
Bovenmarge #.## Stelt de bovenmarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de bovenkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,50
inches.
Ondermarge #.## Stelt de ondermarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de onderkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,50
inches.
Regels ### Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 64 lijnen (A4).
Epson FX-850 Fontnr. I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
lettertypenummer.
Font breedte 0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059 instelt
op I071 bij de instelling Fontnr..
Font punts
4.00
/ ... /
12.00
*
/ ... /
999.75
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000 instelt
op I058 bij de instelling Fontnr..
Tekenset US ASCII* / GERMAN / ... Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
Print Menu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
88
Algemene informatie
3
Epson FX-850
(vervolg)
Tabel afdrukken - Drukt de tabel met codes af.
Wanneer Emulatie wijzig. op
het LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Auto(EPSON), Auto(IBM)
of HP LaserJet bij Emulatie in
het Print Menu.
(Zie pagina 85.)
Auto LF Aan / Uit * AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto Mask Aan / Uit * Stelt de boven- en ondermarge in op
telkens twee lijnen. Wanneer u
Auto Mask instelt op Aan, krijgt
deze instelling voorrang op de
instellingen Bovenmarge en
Ondermarge.
Linkerkantlijn ## Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
Rechterkantlijn ## Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 80 cpi.
Bovenmarge #.## Stelt de bovenmarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de bovenkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Ondermarge #.## Stelt de ondermarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de onderkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Regels ### Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 66 lijnen (A4).
IBM Proprinter Fontnr. I000 / ... / I059* / ... / I071 Voor het instellen van het
lettertypenummer.
Font breedte 0.44 / ... / 10.00* / ... /
99.99
Voor het instellen van de breedte van
het lettertype.
Het menu Font breedte wordt
weergegeven wanneer u I059 instelt
op I071 bij de instelling Fontnr..
Font punts 4.00 / ... / 12.00* / ... /
999.75
Voor het instellen van de grootte van
het lettertype.
Het menu Font punts wordt
weergegeven wanneer u I000 in
stelt
op I058 bij de instelling Fontnr..
Print Menu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
89
Algemene informatie
3
IBM Proprinter
(vervolg)
Tekenset PC-8* / PC-8 D/N / ... Stelt de symbolenset of de tekenset
in.
Tabel afdrukken - Drukt de tabel met codes af.
Wanneer Emulatie wijzig. op
het LCD-scherm wordt weergegeven,
kiest u Auto(EPSON), Auto(IBM)
of HP LaserJet bij Emulatie in
het Print Menu.
(Zie pagina 85.)
Auto LF Aan / Uit* AAN: CR i CR+LF, UIT: CR i CR
Auto CR Aan / Uit* AAN: LF i LF+CR, FF i FF+CR, of
VT i VT+CR
UIT: LF i LF, FF i FF, of VT i VT
Auto Mask Aan / Uit* Stelt de boven- en ondermarge in op
telkens twee lijnen. Wanneer u
Auto Mask instelt op Aan, krijgt
deze instelling voorrang op de
instellingen Bovenmarge en
Ondermarge.
Linkerkantlijn ## Stelt de linkermarge in van 0 t/m 70
kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 0 cpi.
Rechterkantlijn ## Stelt de rechtermarge in van 10 t/m
80 kolommen bij 1 cpi. De
standaardinstelling is 80 cpi.
Bovenmarge #.## Stelt de bovenmarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de bovenkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Ondermarge #.## Stelt de ondermarge in op 0,00, 0,33,
0,50, 1,00, 1,50 of 2,00 inches
afstand van de onderkant van het
papier. De standaardinstelling is 0,33
inch.
Regels ### Stelt het aantal regels per pagina in
op 5 tot 128 regels. De
standaardinstelling is 66 lijnen (A4).
BR-Script 3 Print foutlijst Aan* / Uit Selecteert of de foutinformatie al dan
wordt afgedrukt wanneer er zich
fouten voordoen.
Print Menu (Vervolg)
Submenu Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
90
Algemene informatie
3
Menu Netwerk
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
LAN met kabel
TCP/IP Opstartmethode Autom.* / Statisch /
RARP / BOOTP / DHCP
Kies hier de opstartmethode die
het beste in uw behoeften
voorziet.
IP Address ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
Gateway ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het adres van de gateway
in.
IP Boot poogt 0 / 1 / 2 / 3* / ... / 32767 Bepaalt het aantal pogingen die
de machine zal ondernemen om
een IP-adres te verkrijgen
wanneer de Opstartmethode
is ingesteld op om het even
welke instelling behalve
Statisch.
APIPA Aan* / Uit Wijst automatisch een IP-adres
toe uit het Link Local-
adresbereik.
1
IPv6 Aan / Uit* Stelt het gebruik van het
protocol IPv6 in.
Ethernet - Auto* / 100B-FD /
100B-HD / 10B-FD /
10B-HD
Kies hier de Ethernet-
verbindingsmodus.
Status kabel
-
Actief 1000B-FD
2
/
Actief 100B-FD /
Actief 100B-HD /
Actief 10B-FD /
Actief 10B-HD /
Inactief / Kabel UIT
Toont de Ethernet-
verbindingsstatus.
MAC-adres - - Toont het MAC-adres van de
machine.
Standaard inst
Herstelt de standaard fabriekswaarden van de bedrade netwerkinstellingen van de
interne afdrukserver.
Bedraad activ.
- Aan* / Uit Kies hier de Ethernet-
verbindingsmodus.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
91
Algemene informatie
3
WLAN TCP/IP Opstartmethode Autom.* / Statisch /
RARP / BOOTP / DHCP
Kies hier de opstartmethode die
het beste in uw behoeften
voorziet.
IP Address ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het IP-adres in.
Subnet Mask ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het subnetmasker in.
Gateway ###.###.###.###
(000.000.000.000)*
1
Voer het adres van de gateway
in.
IP Boot poogt 0 / 1 / 2 / 3* / ... / 32767 Bepaalt het aantal pogingen die
de machine zal ondernemen om
een IP-adres te verkrijgen
wanneer de Opstartmethode
is ingesteld op om het even
welke instelling behalve
Statisch.
APIPA Aan* / Uit Wijst automatisch een IP-adres
toe uit het Link Local-
adresbereik.
1
IPv6 Aan / Uit* Activeert of deactiveert het
protocol IPv6.
Inst. Wizard
- - Configureert de draadloze
netwerkinstellingen met behulp
van de installatiewizard.
WPS/AOSS - - Configureert de draadloze
netwerkinstellingen met behulp
van de WPS- of AOSS™-
methode.
WPS m/pincode
- - Configureert de draadloze
netwerkinstellingen met behulp
van WPS met een PIN-code.
Menu Netwerk (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
92
Algemene informatie
3
WLAN
(vervolg)
Status WLAN
(Verschijnt
uitsluitend
wanneer
WLAN
Activeren
ingesteld is
op Aan
en Bedraad
activ.
ingesteld is
op Uit.)
Status Actief(11n) /
Actief(11b) /
Actief(11g) /
Bedrade LAN act. /
WLAN UIT / AOSS actief /
Verb. mislukt
Toont de draadloze Ethernet-
verbindingsstatus.
Signaal Sterk / Medium / Zwak /
Geen
Geeft de signaalsterkte weer.
Kanaal - Toont het gebruikte kanaal
wanneer Status actief is.
Snelheid - Toont de verbindingssnelheid
wanneer Status actief is.
SSID - Toont SSID [gebruikt maximaal
32 cijfers en tekens 0-9, a-z en
A-Z in ASCII-waarden].
Comm. Modus Ad-hoc* /
Infrastructuur
Toont de huidige
communicatiemodus.
MAC-adres - - Toont het MAC-adres van de
machine.
Standaard inst
Herstelt de standaard fabriekswaarden van de draadloze netwerkinstellingen van de
interne afdrukserver.
WLAN Activeren
- Aan / Uit* Schakelt de draadloze interface
in of uit.
Wi-Fi Direct
Drukknop - - U kunt de Wi-Fi Direct™-
netwerkinstellingen eenvoudig
configureren met de
éénknopsmethode.
Pincode - - U kunt de Wi-Fi Direct™-
netwerkinstellingen eenvoudig
configureren met behulp van
WPS met een PIN-code.
Handmatig - - U kunt de Wi-Fi Direct™-
netwerkinstellingen handmatig
configureren.
Groepseigenaar
- Aan / Uit* Voor het instellen van uw
machine als Groepseigenaar.
Menu Netwerk (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
93
Algemene informatie
3
1
### staat voor een nummer binnen het bereik van 000 tot 255. Wanneer verbinding met het netwerk wordt gemaakt en de 'Boot Method' van de
machine is 'Autom.' is, zal de machine proberen het IP-adres en subnetmasker automatisch bij een boot server zoals DHCP of BOOTP op te
vragen. Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. [001-254]. [000-255]. Wanneer
de 'Boot Method' van de machine is ingesteld op 'Statisch', moet u via het bedieningspaneel van de machine zelf een IP-adres invoeren.
2
Voor HL-6180DW(T)
Wi-Fi Direct
(vervolg)
Apparaatinfo.
Apparaatnaam - Hier kunt u de naam van uw
machine bekijken.
SSID - Hier kunt u de SSID van de
Groepseigenaar bekijken.
Wanneer de machine niet
aangesloten is, wordt
Niet verbonden
weergegeven op het LCD-
scherm.
IP Address - Hier kunt u het huidige IP-adres
van de machine bekijken.
Statusinfo Status Gr.eig. actf(**) /
Cliënt actief /
Niet verbonden / Uit /
Bedrade LAN act.
** = het aantal apparaten
Hier kunt u de huidige Wi-Fi
Direct™-netwerkstatus
bekijken.
Signaal - Hier kunt u de huidige Wi-Fi
Direct™-signaalsterkte
bekijken.
Als uw machine dienst doet als
Groepseigenaar, wordt Sterk
altijd weergegeven op het LCD-
scherm.
Kanaal - Toont het gebruikte kanaal
wanneer Status ingesteld is op
Gr.eig. actf(**) of
Cliënt actief.
Snelheid - Toont de verbindingssnelheid
wanneer Status ingesteld is op
Gr.eig. actf(**) of
Cliënt actief.
Interf. insch.
- Aan / Uit* Hier kunt u de Wi-Fi Direct™-
verbinding in- of uitschakelen.
Netwerkreset
Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne afdrukserver.
Menu Netwerk (Vervolg)
Submenu 1 Submenu 2 Menuopties Toebehoren Omschrijving
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
94
Algemene informatie
3
Reset Menu 3
Op LCD staat Omschrijving
Netwerk Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle netwerkinstellingen van de interne
afdrukserver.
Factory Reset De machine wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen (inclusief de instellingen voor
opdrachten) worden teruggesteld op de standaard fabrieksinstellingen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
95
Algemene informatie
3
Documenten nogmaals afdrukken 3
De laatste taak opnieuw afdrukken 3
U kunt de laatst afgedrukte taak meerdere malen afdrukken zonder de gegevens opnieuw vanaf de computer
te sturen.
Opmerking
De Reprintfunctie is niet beschikbaar wanneer Secure Function Lock 2.0 op Aan is ingesteld. (Meer
informatie over Secure Function Lock 2.0 uu Netwerkhandleiding: Beveiligd functieslot 2.0)
Als de machine niet genoeg geheugen heeft om de afdruktaak te spoolen, wordt het document niet
afgedrukt.
Als u 30 seconden wacht zonder op een toets te drukken, wordt de instelling voor opnieuw afdrukken
automatisch afgesloten.
Raadpleeg Het tabblad Geavanceerd uu pagina 33 voor meer informatie over de instellingen in de
printerdriver.
Wanneer u de printer uitzet, wordt de laatste afdruktaak gewist.
De laatste taak opnieuw afdrukken 3
a Zorg ervoor dat Reprint ingesteld is op Aan door de toetsen op het bedieningspaneel te gebruiken om
het menu Standaardinst. te openen.
Opmerking
Als u voor het afdrukken de Windows
®
printerdriver gebruikt, genieten de instellingen voor
Gebruik Reprint in de printerdriver de voorkeur over de instellingen die u met het bedieningspaneel hebt
gemaakt. Vink het vakje Gebruik Reprint van de printerdriver aan. (Raadpleeg Gebruik Reprint
uu pagina 39 voor meer informatie hierover.)
b Houd de knop Go ongeveer 4 seconden ingedrukt en laat hem los.
c Controleer of het LCD-scherm Opnieuw:Afdrukk. weergeeft. Druk op OK.
d Druk op a of b om het aantal kopieën in te voeren dat u wilt. U kunt tussen de 1 en 999 Kopieën kiezen.
e Druk op OK of Go.
Opmerking
Als u de laatste afdruktaak uit het geheugen wilt verwijderen, voert u de volgende procedure uit in plaats
van stap c en de daaropvolgende stappen.
•Druk op a of b om Opnieuw:Verwijd. te selecteren. Druk op OK.
Verwijderd wordt weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine terugkeert naar de stand
Gereed.
96
Algemene informatie
3
Beveiligde gegevens afdrukken 3
Beveiligde gegevens 3
Beveiligde documenten zijn documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd en die alleen kunnen worden
afgedrukt door mensen die het wachtwoord kennen. Het document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u
dit naar de machine stuurt. U kunt het document via het bedieningspaneel van de machine afdrukken (met
het wachtwoord). Zodra beveiligde gegevens één keer zijn afgedrukt, worden ze gewist.
Als het geheugengedeelte voor gespoolde gegevens vol is, toont het LCD Geheugen vol. Druk op Cancel
om terug te keren naar de stand Gereed.
U kunt de gespoolde gegevens wissen via het bedieningspaneel.
Opmerking
Beveiligde gegevens worden gewist wanneer u de machine uitzet.
Als u 30 seconden wacht zonder op een toets te drukken, wordt het Beveiligd afdrukken menu
automatisch afgesloten.
Voor meer informatie over de instellingen in de printerdriver en over het creëren van beveiligde gegevens,
raadpleegt u Afdruk beveiligen uu pagina 36 (voor Windows
®
-printerdriver), Geavanceerde opties
uu pagina 50 (voor Windows
®
BR-Script-printerdriver), Afdruk beveiligen uu pagina 63 (voor Macintosh-
printerdriver) of Afdruk beveiligen uu pagina 72 (voor Macintosh BR-Script-printerdriver).
Beveiligde gegevens afdrukken 3
a Druk op Secure.
b Druk op a of b om de gebruikersnaam te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om de taak te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om uw wachtwoord in te voeren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Afdrukken te selecteren. Druk op OK.
f Druk op a of b om het aantal kopieën in te voeren dat u wilt.
g Druk op OK of Go.
Opmerking
Als u de beveiligde afdrukgegevens uit het geheugen wilt verwijderen, voert u de volgende procedure uit
in plaats van stap e en de daaropvolgende stappen.
•Druk op a of b om Verwijder te selecteren. Druk op OK.
Verwijderd wordt weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine terugkeert naar de stand
Gereed.
97
Algemene informatie
3
Beveiligingsfuncties 3
Secure Function Lock 2.0 3
Met de functie Secure Function Lock beperkt u de openbare toegang tot de functie Printen
1
.
Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de
standaardinstellingen wijzigen. Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een
beheerderswachtwoord invoeren. Toegang tot beperkte handelingen kan worden geactiveerd door het
creëren van een beperkte gebruiker. Beperkte gebruikers moeten een gebruikerswachtwoord invoeren om
de machine te gebruiken. U kunt Secure Function Lock instellen met behulp van Beheer via een webbrowser
en BRAdmin Professional 3 (uitsluitend Windows
®
). (uu Netwerkhandleiding)
1
De functie Printen omvat afdruktaken via Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan.
Opmerking
Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moet het wachtwoord
dat is opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw Brother-leverancier voor
informatie over het resetten van het wachtwoord.
Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker.
Instelslot 3
Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk
uw machine-instellingen wijzigen. Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord
vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met
uw beheerder of met uw Brother-leverancier.
Als het instelslot op Aan staat, kunt u de volgende instellingen niet wijzigen zonder een wachtwoord:
Papierlade
Algemene instelling
Afdrukmenu (behalve Tabelafdruk)
Netwerk (behalve Status, Mac-adres, Statusinfo en Apparaatinfo van Wi-Fi Direct)
Menu Reset
Het wachtwoord instellen 3
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c Toets een nummer van vier cijfers in voor het wachtwoord. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b
om een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
d Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven.
98
Algemene informatie
3
Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen 3
Schakel het instelslot uit voor u het wachtwoord wijzigt. (Zie Instelslot in-/uitschakelen uu pagina 98.)
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Wachtw. inst. te selecteren. Druk op OK.
d Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b om
een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
e Toets een nummer van vier cijfers in voor het nieuwe wachtwoord. Om elk cijfer in te voeren drukt u op
a of b om een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
f Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven.
Instelslot in-/uitschakelen 3
Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u de onderstaande instructies volgt, wordt Fout wachtwoord
weergegeven op het LCD-scherm. Voer het juiste wachtwoord in.
Instelslot inschakelen
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c Druk op OK als Aan weergegeven wordt op het LCD-scherm.
d Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b om
een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
Instelslot uitschakelen
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Instelslot te selecteren. Druk op OK.
c Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Om elk cijfer in te voeren drukt u op a of b om
een cijfer te kiezen, en drukt u vervolgens op OK.
d Druk op OK of Go als Uit weergegeven wordt op het LCD-scherm.
99
Algemene informatie
3
Ecologische functies 3
Toner besparen 3
Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand instelt op Aan, worden de
afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit.
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Bespaarstand te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Toner sparen te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK of Go.
Slaaptijd 3
Door de slaapstand te gebruiken, kunt u het energieverbruik verminderen. Wanneer de machine zich in de
slaapstand (energiebesparende stand) bevindt, gedraagt deze zich alsof de machine uitgeschakeld is. De
machine wordt geactiveerd en begint af te drukken wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze overschakelt naar de slaapstand. De timer
wordt gereset wanneer de machine een afdrukbestand of een document ontvangt. De standaardinstelling is
3 minuten. Wanneer de machine zich in slaapstand bevindt, wordt Slaapstand op het LCD-scherm
weergegeven.
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Bespaarstand te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Slaapstand te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om in te voeren hoe lang de machine inactief moet zijn alvorens naar de slaapstand over
te schakelen. Druk op OK of Go.
Stand diepe slaap 3
Als de machine zich in de slaapstand bevindt en gedurende een bepaalde tijd geen opdrachten ontvangt,
schakelt de machine automatisch over naar de stand diepe slaap en geeft het LCD-scherm Slaapstand
weer. In de stand diepe slaap wordt er minder energie verbruikt dan in de slaapstand. De machine wordt
geactiveerd wanneer deze een afdruktaak ontvangt.
Als er een draadloos netwerk ingeschakeld is, schakelt de machine niet over naar de stand diepe slaap.
Om het draadloze netwerk uit te schakelen uu Netwerkhandleiding: Instellen via het bedieningspaneel
100
Algemene informatie
3
Stroomuitschakelstand 3
Als de stand diepe slaap gedurende 4 uur geactiveerd is, schakelt de machine automatisch over naar de
stroomuitschakelstand en wordt Uitschakelen weergegeven op het LCD-scherm. In de
stroomuitschakelstand verbruikt de machine het minst energie (minder dan 0,5 W). Om het afdrukken te
starten, drukt u op een willekeurige knop op het bedieningspaneel en verstuurt u de afdrukgegevens.
U kunt de stroomuitschakelstand in- of uitschakelen door de volgende stappen te volgen:
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Bespaarstand te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Aut. uitschak. te selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK of Go.
Opmerking
De machine schakelt niet over naar de stroomuitschakelstand wanneer deze aangesloten is op een
bedraad of draadloos netwerk.
101
Algemene informatie
3
Functie van de stille stand 3
Door de stille stand te gebruiken, kunt u het afdruklawaai verminderen. Wanneer de stille stand ingeschakeld
is, verlaagt de afdruksnelheid. De standaardinstelling is Uit.
De stille stand in-/uitschakelen 3
a Druk op a of b om Standaardinst. te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Stille modus te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK of Go.
102
4
4
Voor deze machine zijn de volgende toebehoren verkrijgbaar. Met deze artikelen kunt u de capaciteit van de
machine verhogen.
1
HL-6180DWT is standaard uitgerust met de onderste lade.
Toebehoren 4
Onderste lade
1
SO-DIMM-geheugen
LT-5400
Raadpleeg Onderste lade (LT-5400)
uu pagina 103.
Raadpleeg SO-DIMM
uu pagina 104.
103
Toebehoren
4
Onderste lade (LT-5400) 4
Een optionele onderste lade (Lade 2) kan worden geïnstalleerd op HL-5470DW en HL-6180DW
1
, en de
onderste lade heeft een capaciteit van maximaal 500 vellen van 80 g/m
2
. Wanneer de optionele onderste
lade is geplaatst, heeft de machine een maximale capaciteit van 800 vellen normaal papier van 80 g/m
2
voor
HL-5470DW en 1.050 vellen voor HL-6180DW. Neem contact op met de dealer waar u de machine gekocht
hebt of met de klantendienst van Brother als u een optionele onderste papierlade wenst te kopen.
1
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding meegeleverd bij de onderste lade voor de installatie.
WAARSCHUWING
Als u een onderste lade gebruikt, draag de machine dan NIET bij de onderste lade. Dit kan immers leiden
tot letsel of tot schade aan de machine omdat die niet vastzit aan de onderste lade.
104
Toebehoren
4
SO-DIMM 4
De machine heeft standaard 128 MB geheugen en één uitbreidingssleuf voor extra geheugen. U kunt het
geheugen verhogen tot maximaal 384 MB door een SO-DIMM (Small Outline Dual In-line Memory Module)
te plaatsen.
SO-DIMM-types 4
U kunt de volgende SO-DIMM's plaatsen:
256 MB Kingston KTH-LJ2015/256
256 MB Transcend TS256MHP423A
Opmerking
Meer informatie vindt u op de website van Kingston Technology op http://www.kingston.com/.
Meer informatie vindt u op de website van Transcend op http://www.transcend.com.tw/
.
Algemeen moet de SO-DIMM de volgende technische gegevens hebben:
Type: 144 pins en 16 bits-uitvoer
CAS latency: 4
Klokfrequentie: 267 MHz (533 MB/s/pin) of meer
Capaciteit: 256 MB
Hoogte: 30,0 mm (1,18 in.)
DRAM-type: DDR2 SDRAM
Opmerking
Het is mogelijk dat bepaalde SO-DIMM's niet werken in de machine.
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de wederverkoper waar u de machine hebt gekocht of tot de
klantendienst van Brother.
105
Toebehoren
4
Extra geheugen plaatsen 4
a Schakel de machine uit.
b Ontkoppel de interfacekabels van de machine en haal vervolgens de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
Opmerking
Zet de machine altijd uit alvorens u de SO-DIMM installeert of verwijdert.
c Verwijder de kunststof (1) en vervolgens de metalen SO-DIMM doppen (2).
d Haal de SO-DIMM uit de verpakking en houd deze vast bij de zijkanten.
Belangrijk
Raak NOOIT de geheugenchips of het bordoppervlak aan om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
2
1
106
Toebehoren
4
e Neem de SO-DIMM aan de zijkanten vast en breng de inkepingen in de SO-DIMM op een lijn met de
uitsteeksel in de sleuf. Plaats de SO-DIMM diagonaal (1), en draai deze dan richting interface-
aansluitkaart totdat de DIMM op zijn plaats klikt (2).
f Plaats de metalen (2) en dan de kunststof (1) SO-DIMM doppen weer terug.
g Steek de stekker van het netsnoer van de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de
interfacekabels aan.
h Schakel de machine in.
Opmerking
Als u wilt controleren of de SO-DIMM correct is geïnstalleerd, kunt u de lijst met printerinstellingen
afdrukken, waarop vermeld staat hoeveel geheugen er momenteel is geplaatst. (Zie Machine-info
uu pagina 81.)
12
1
2
107
5
5
Verbruiksartikelen vervangen 5
U dient de verbruiksartikelen te vervangen wanneer de machine aangeeft dat die aan vervanging toe zijn. De
volgende verbruiksartikelen kunt u zelf vervangen:
Opmerking
De drumeenheid en de tonercartridge zijn twee aparte onderdelen.
1
TN-3390 is verkrijgbaar voor HL-6180DW(T).
Routineonderhoud 5
Tonercartridge Drumeenheid
Raadpleeg De tonercartridge vervangen uu pagina 109.
Modelnaam: TN-3330, TN-3380, TN-3390
1
Raadpleeg De drumkit vervangen uu pagina 117.
Modelnaam: DR-3300
TN-3330, TN-3380
TN-3390
108
Routineonderhoud
5
U dient de machine regelmatig te reinigen en de verbruiksartikelen te vervangen wanneer de volgende
meldingen worden weergegeven op het LCD-scherm.
1
Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.
2
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
3
1 pagina per opdracht
4
De levensduur van de drum is een gemiddelde waarde, en kan verschillen met het soort gebruik.
5
Normale tonercartridge
6
Tonercartridge met hoge capaciteit
7
Tonercartridge met ultrahoge capaciteit (alleen HL-6180DW(T))
Opmerking
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor aanwijzingen over het terugsturen van gebruikte
tonercartridges aan het Brother-verzamelprogramma. Als u er voor kiest om de gebruikte tonercartridge
niet terug te sturen, gooi de gebruikte tonercartridge weg volgens de lokale regels en houdt het
gescheiden van huishoudelijk afval. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke
afvalverzamelplaats. (uu Handleiding product veligheid: Recyclinginformatie in overeenstemming met de
WEEE (2002/96/EC) en Batterij (2006/66/EC) richtlijnen)
Het is raadzaam de verbruiksartikelen op een stuk papier te plaatsen, voor het geval dat het materiaal in
het artikel per ongeluk wordt geknoeid.
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur van
verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.
De aangegeven gebruiksduur van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19752. Hoe vaak de
cartridges vervangen moeten worden, hangt af van de complexiteit van de afgedrukte pagina's, het
bladvullingspercentage en de gebruikte papiersoort.
Meldingen op LCD-
scherm
Verbruiksartikel
dat moet
worden
vervangen
Vervangen na
ongeveer
Hoe gaat u te werk Naam van het model
Toner vervangen Tonercartridge
3.000 pagina's
125
8.000 pagina's
126
12.000 pagina's
127
Zie pagina 110
TN-3330
5
TN-3380
6
TN-3390
7
Drum vervangen Drumeenheid
30.000 pagina's
134
Zie pagina 116 DR-3300
Drum stop
109
Routineonderhoud
5
De tonercartridge vervangen 5
Modelnaam: TN-3330
1
, TN-3380
2
, TN-3390
35
Met een standaardtonercartridge kunt u ongeveer 3.000 pagina's
4
afdrukken. Met een tonercartridge met
hoge capaciteit kunt u ongeveer 8.000 pagina's
4
afdrukken. Met een tonercartridge met ultrahoge capaciteit
kunt u ongeveer 12.000 pagina's
45
afdrukken. Het daadwerkelijke aantal pagina's hangt af van het type
document dat u over het algemeen gebruikt. Op het LCD-scherm wordt Vervang toner weergegeven als
de tonercartridge bijna leeg is.
De machine wordt geleverd met een tonercartridge die na ongeveer 3.000 pagina's
4
voor HL-5470DW en na
ongeveer 8.000 pagina's
4
voor HL-6180DW(T) moet worden vervangen.
1
Normale tonercartridge
2
Tonercartridge met hoge capaciteit
3
Tonercartridge met ultrahoge capaciteit
4
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
5
Verkrijgbaar voor HL-6180DW(T)
Opmerking
Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge klaar te houden wanneer de waarschuwing Toner laag wordt
weergegeven.
Wij raden het gebruik van originele tonercartridges van Brother aan voor een hoge afdrukkwaliteit. Neem
contact op met uw Brother-leverancier wanneer u tonercartridges wilt aanschaffen.
Als u afbeeldingen, vette tekst, grafieken, webpagina's met marges of andere documenten afdrukt die niet
alleen eenvoudige tekst bevatten, wordt er meer toner verbruikt.
Wij raden u aan om de machine te reinigen wanneer u een tonercartridge vervangt. Raadpleeg De
machine reinigen en controleren uu pagina 122.
Als u de afdrukdichtheid lichter of donkerder instelt, zal het tonerverbruik navenant worden aangepast.
Pak de tonercartridge pas uit wanneer u deze in de machine wilt plaatsen.
Toner laag 5
Vervang toner
Als op het LCD-scherm de melding Vervang toner verschijnt, is de toner bijna leeg. Koop een nieuwe
tonercartridge zodat u deze bij de hand hebt voordat de indicatie Toner vervangen wordt gegeven.
Toner vervangen 5
Als de volgende melding op het LCD-scherm wordt weergegeven, vervangt u de tonercartridge:
Toner vervangen
Wanneer Toner vervangen weergegeven wordt op het LCD-scherm, stopt de machine met afdrukken tot
u de tonercartridge vervangt.
Door een nieuwe originele tonercartridge van Brother te plaatsen, wordt de stand Toner vervangen gereset.
110
Routineonderhoud
5
De tonercartridge vervangen 5
a Controleer dat de machine aanstaat. Laat de machine minstens 10 minuten afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
c Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge uit de printer.
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
111
Routineonderhoud
5
Belangrijk
We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op een stuk wegwerppapier of op een
doek op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
WAARSCHUWING
Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Hij kan dan
namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol
of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand
veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uu Handleiding product veligheid: Algemene voorschriften)
112
Routineonderhoud
5
Belangrijk
Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding,
dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Raak de onderdelen die hier gearceerd staan afgebeeld NIET aan, daar dit problemen met de
afdrukkwaliteit kan veroorzaken.
We raden u aan de tonercartridge op een stuk wegwerppapier of op een doek op een propere, vlakke en
stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Opmerking
Stop de gebruikte tonercartridge in een geschikte zak en sluit deze goed af, zodat er geen tonerstof uit de
cartridge kan worden geknoeid.
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html
voor aanwijzingen over het terugsturen van gebruikte
verbruiksartikelen aan het Brother-verzamelprogramma. Als u het gebruikte verbruiksartikel niet
terugplaatst, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
(uu Handleiding product veligheid: Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE (2002/96/EC)
en Batterij (2006/66/EC) richtlijnen)
e Pak de nieuwe tonercartridge uit. Houd de cartridge met beide handen vast en schud deze enkele keren
heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
<Tonercartridge> <Drumeenheid>
113
Routineonderhoud
5
Belangrijk
Pak de tonercartridge pas uit als u deze in de machine wilt plaatsen. Als de tonercartridge gedurende
lange tijd in de verpakking blijft, gaat de toner minder lang mee.
Wanneer u een uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht of kamerverlichting plaatst, kan de eenheid
beschadigd worden.
Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en werken
optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele Brother-tonercartridges. Brother kan deze optimale
werking niet garanderen wanneer toner of tonercartridges van andere specificaties worden gebruikt. De
machine detecteert toner of tonercartridges van andere specificaties mogelijk niet correct en detecteert
bijvoorbeeld foutief een tonercartridge met standaardcapaciteit. Het gebruik van andere cartridges dan die
van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve
afgeraden in combinatie met deze machine. Indien de drumeenheid of andere onderdelen van deze
machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan originele
Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de garantie; deze
producten zijn namelijk incompatibel of ongeschikt voor deze machine.
f Verwijder het beschermende gedeelte.
Belangrijk
Installeer de tonercartridge onmiddellijk nadat u de bescherming hebt verwijderd in de drumkit. Raak de
grijze delen aangegeven in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
114
Routineonderhoud
5
g Plaats de nieuwe tonercartridge stevig in de drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken.
Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel op de drumeenheid
automatisch omhoog.
Opmerking
Zorg dat u de tonercartridge goed installeert. Doet u dit niet, dan kan deze uit de drumeenheid schuiven.
h Reinig de corona in de drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts
en weer terug te schuiven.
Opmerking
Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten (a) (1). Doet u dit niet, dan kan er een verticale
streep op de afgedrukte pagina's komen te staan.
1
115
Routineonderhoud
5
i Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in de machine.
j Sluit het frontdeksel van de machine.
Opmerking
Na het vervangen van de tonercartridge, mag u de machine NIET uitschakelen of het frontdeksel openen
voordat Gereed weergegeven wordt op het LCD-scherm.
116
Routineonderhoud
5
De drumkit vervangen 5
Modelnaam: DR-3300
Een nieuwe drumeenheid kan ongeveer 30.000 enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter bedrukken.
Belangrijk
Gebruik alleen originele drumeenheden en tonereenheden van Brother voor de beste prestaties. Door af
te drukken met een drum- of tonereenheid van een ander merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit minder
zijn, maar kunnen ook de prestaties en de levensduur van de machine afnemen. Problemen die worden
veroorzaakt door het gebruik van een drumeenheid of een tonereenheid van een ander merk, vallen niet
onder de garantie.
Drumfout 5
Drumfout
De primaire corona is vuil. Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon. (Zie De primaire corona
reinigen uu pagina 124.)
Als u de primaire corona gereinigd hebt en Drumfout nog steeds wordt weergegeven, moet de drumeenheid
vervangen worden. Vervang de drumeenheid door een nieuwe.
Drum bijna leeg 5
Drum bijna op
De drumeenheid is bijna aan het einde van zijn levensduur en dient vervangen te worden. Het verdient
aanbeveling een originele Brother-drumeenheid klaar te houden voor installatie.
Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon. Doet u dit niet, dan verschijnt er mogelijk een verticale
streep op de afgedrukte pagina's of kan Drumfout worden weergegeven. (Zie De primaire corona reinigen
uu pagina 124.)
Drum vervangen 5
Drum vervangen
De levensduur van de drumeenheid is verstreken. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient
aanbeveling nu een originele Brother-drumeenheid te installeren.
Stel na het vervangen de drumteller terug door de instructies bij de nieuwe drumeenheid te volgen.
Drum stoppen 5
Drum stop
Wij kunnen de afdrukkwaliteit niet garanderen. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient
aanbeveling nu een originele Brother-drumeenheid te installeren.
Stel na het vervangen de drumteller terug door de instructies bij de nieuwe drumeenheid te volgen.
117
Routineonderhoud
5
De drumkit vervangen 5
Belangrijk
Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de drumkit, er kan nog toner in zitten. Wanneer u toner morst
op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Reinig de binnenzijde van de machine als u de drumeenheid vervangt. (Zie De machine reinigen en
controleren uu pagina 122.)
Wanneer u de drumkit vervangt en een nieuwe drum plaatst, moet u de drumteller als volgt terugstellen:
a Controleer dat de machine aanstaat. Laat de machine minstens 10 minuten afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
c Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge uit de printer.
118
Routineonderhoud
5
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
Belangrijk
We raden u aan de module met de drumeenheid en tonercartridge op een stuk wegwerppapier of op een
doek op een propere, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
d Druk de groene vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
119
Routineonderhoud
5
WAARSCHUWING
Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Hij kan dan
namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol
of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand
veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uu Handleiding product veligheid: Algemene voorschriften)
Belangrijk
Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding,
dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Raak de onderdelen die hier gearceerd staan afgebeeld NIET aan, daar dit problemen met de
afdrukkwaliteit kan veroorzaken.
We raden u aan de tonercartridge op een stuk wegwerppapier of op een doek op een propere, vlakke en
stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
<Tonercartridge> <Drumeenheid>
120
Routineonderhoud
5
Opmerking
Stop de gebruikte drumeenheid in een geschikte zak en sluit deze goed af, zodat er geen tonerstof uit de
drumeenheid kan worden geknoeid.
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html
voor aanwijzingen over het terugsturen van gebruikte
verbruiksartikelen aan het Brother-verzamelprogramma. Als u het gebruikte verbruiksartikel niet
terugplaatst, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk
afval te behandelen. Met vragen kunt u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats.
(uu Handleiding product veligheid: Recyclinginformatie in overeenstemming met de WEEE (2002/96/EC)
en Batterij (2006/66/EC) richtlijnen)
e Pak de nieuwe drumeenheid uit.
f Plaats de tonercartridge stevig in de nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken.
Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel op de drumeenheid
automatisch omhoog.
Opmerking
Zorg dat u de tonercartridge goed installeert. Doet u dit niet, dan kan deze uit de drumeenheid schuiven.
g Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in de machine.
121
Routineonderhoud
5
h Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drum plaatst, moet u de drumteller terugstellen.
Houd Go ingedrukt tot het bericht Drum wissen weergegeven wordt op het LCD-scherm, en laat Go
vervolgens los.
Belangrijk
U mag de drumteller niet resetten als u alleen de tonercartridge vervangt.
i Sluit het frontdeksel van de machine.
122
Routineonderhoud
5
De machine reinigen en controleren 5
Reinig de buiten- en de binnenkant van de machine regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Wanneer u
de tonercartridge of drumeenheid vervangt, dient u ook de binnenkant van de machine te reinigen. Als er
tonervlekken op een pagina staan, moet het inwendige van de machine met een droge, pluisvrije doek
worden gereinigd.
WAARSCHUWING
Werp een tonercartridge of een module met drumeenheid en tonercartridge NIET in het vuur. Hij kan dan
namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol
of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand
veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.
(uu Handleiding product veligheid: Algemene voorschriften)
Belangrijk
Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de
behuizing van de machine.
De buitenkant van de machine schoonmaken 5
a Schakel de machine uit.
b Ontkoppel de interfacekabels van de machine en haal vervolgens de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
c Stof de buitenkant van de machine met een zachte, pluisvrije doek af.
123
Routineonderhoud
5
d Trek de papierlade volledig uit de machine.
e Verwijder het papier dat in de papierlade is geplaatst.
f Als er iets in de papierlade vastzit, dient u dit te verwijderen.
g Veeg de binnen- en buitenzijde van de papierlade af met een droge, pluisvrije zachte doek om stof te
verwijderen.
h Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in de machine.
i Steek de stekker van het netsnoer van de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de
interfacekabels aan.
j Schakel de machine in.
124
Routineonderhoud
5
De primaire corona reinigen 5
Bij problemen met de afdrukkwaliteit dient u de primaire corona als volgt te reinigen:
a Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme
interne delen van de machine kan afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
c Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge uit de printer.
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
125
Routineonderhoud
5
Belangrijk
Wij raden u aan om de module met de drumeenheid en tonercartridge op een stuk wegwerppapier of een
doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig met de module met de drumeenheid en tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw
handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
d Reinig de corona in de drumeenheid door het groene lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts
en weer terug te schuiven.
Opmerking
Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten (a) (1). Doet u dit niet, dan kan er een verticale
streep op de afgedrukte pagina's komen te staan.
e Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in de machine.
f Sluit het frontdeksel van de machine.
1
126
Routineonderhoud
5
De drumkit reinigen 5
Als er witte of zwarte stippen worden weergegeven op de afgedrukte documenten met intervallen van 94 mm,
zitten er mogelijk vreemde stoffen zoals lijm van etiketten op het oppervlak van de drum. Volg de
onderstaande stappen om het probleem op te lossen.
a Controleer dat de machine in de stand Gereed staat.
b Druk op a of b om Machine-info te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Drum Dot Print te selecteren. Druk op OK om de drumcontrolepagina af te
drukken.
d Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme
interne delen van de machine kan afkoelen.
e Schakel de machine uit.
f Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
g Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge uit de printer.
127
Routineonderhoud
5
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
Belangrijk
Wij raden u aan om de module met de drumeenheid en tonercartridge op een stuk wegwerppapier of een
doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig met de module met de drumeenheid en tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw
handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
h Druk de groene vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
128
Routineonderhoud
5
i Draai de drumeenheid zoals weergegeven op de afbeelding. Zorg ervoor dat het wieltje van de
drumeenheid (1) zich links bevindt.
j Gebruik de genummerde markeringen naast de drumrol om de markering te vinden. Een punt in kolom
2 op de controlepagina betekent bijvoorbeeld dat er een zich een markering bevindt op de drum in zone
"2".
1
129
Routineonderhoud
5
k Controleer het oppervlak van het verdachte deel terwijl u het tandwiel van de drumeenheid handmatig
naar u toe draait.
l Wanneer u hebt bepaald waar de verontreiniging die de fout op de drumcontrolepagina veroorzaakt zich
precies bevindt, veegt u deze plek op de drum met een wattenstaafje schoon totdat de markering is
verwijderd.
Belangrijk
Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige drum NIET met een scherp voorwerp of met een vloeistof.
m Plaats de tonercartridge weer in de drumeenheid; u hoort een klik als hij goed op zijn plaats zit. Wanneer
u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel op de drumeenheid automatisch
omhoog.
130
Routineonderhoud
5
Opmerking
Zorg dat u de tonercartridge goed installeert. Doet u dit niet, dan kan deze uit de drumeenheid schuiven.
n Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in de machine.
o Sluit het frontdeksel van de machine.
p Schakel de machine in.
131
Routineonderhoud
5
De papierpick-uprol schoonmaken 5
Als u de papierinvoerrol regelmatig reinigt, zorgt dit er mogelijk voor dat er geen papier vastloopt door papier
op de juiste manier in te voeren.
a Schakel de machine uit.
b Ontkoppel de interfacekabels van de machine en haal vervolgens de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact.
c Trek de papierlade volledig uit de machine.
d Maak een pluisvrije doek vochtig met lauw water, wring hem uit en veeg het scheidingskussentje (1) in
de papierlade er mee schoon om alle stof te verwijderen.
e Veeg de twee pick-uprollen (1) in de machine schoon om stof te verwijderen.
f Plaats de papierlade weer in de machine.
g Steek de stekker van het netsnoer van de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de
interfacekabels aan.
h Schakel de machine in.
1
1
132
Routineonderhoud
5
De machine inpakken en vervoeren 5
WAARSCHUWING
Als u een onderste lade gebruikt, draag de machine dan NIET bij de onderste lade. Dit kan immers leiden
tot letsel of tot schade aan de machine omdat die niet vastzit aan de onderste lade.
Opmerking
Als u de machine moet vervoeren, is het raadzaam om deze zorgvuldig te verpakken in de oorspronkelijke
verpakking om eventuele beschadiging te voorkomen. Zorg er bovendien voor dat de machine tijdens
vervoer voldoende verzekerd is.
Voor gebruikers van de HL-6180DWT moeten de onderste lade en de machine apart worden ingepakt in
hun oorspronkelijke verpakking, die daarna samen worden geplaatst in de grootste originele verpakking.
a Schakel de machine uit. Laat de machine gedurende minstens 10 minuten uitgeschakeld om deze te
laten afkoelen.
b Koppel alle kabels los en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
c Steek het verpakkingsmateriaal (1) in de doos.
REAR
1
FRONT
133
Routineonderhoud
5
d Wikkel de machine in een plastic zak en plaats deze op het onderste verpakkingsmateriaal (1).
e Plaats het verpakkingsmateriaal (2) gemarkeerd met "FRONT" op de voorzijde van de machine. Plaats
het verpakkingsmateriaal (3) gemarkeerd met "REAR" op de achterzijde van de machine.
REAR
1
FRONT
1
REAR
FRONT
2
3
134
Routineonderhoud
5
f Plaats de kartonnen plaat (1) boven op de machine en steek het netsnoer erin.
g Sluit de doos en tape deze stevig dicht.
h <Als u een onderste lade gebruikt>
Verpak de onderste lade zoals weergegeven op de afbeelding.
1
135
6
6
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan de onderstaande items en volg de tips
voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen.
Uw probleem identificeren 6
Controleer eerst de volgende punten.
Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld. Als de machine niet ingeschakeld
wordt na het aansluiten van het netsnoer, raadpleegt u Overige problemen uu pagina 156.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Het papier is correct in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn correct aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze verbinding is
ingesteld op de machine en de computer.
Meldingen op het LCD-scherm
(Zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 136.)
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het probleem
dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.
De machine drukt niet af.
Omgaan met papier
(Zie Problemen met papier uu pagina 154.)
Er wordt wel afgedrukt, maar er zijn problemen.
Afdrukkwaliteit
(Zie De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 157.)
De afdruk ziet er niet goed uit
(Zie Problemen met afdrukken uu pagina 153.)
Netwerk- en andere problemen:
Netwerkproblemen uu pagina 155
Overige problemen uu pagina 156
Problemen oplossen 6
136
Problemen oplossen
6
Fout- en onderhoudsmeldingen 6
Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen verbruiksartikelen op zijn.
Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste routinematige onderhoudsbeurt, en
toont deze de betreffende melding. De meest voorkomende fout- en onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Als u extra hulp nodig hebt,
kunt u terecht op het Brother Solutions Center voor veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van
problemen.
U vindt de site op http://solutions.brother.com/
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Cartridgefout De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Haal de module met de drumeenheid en
tonercartridge uit de machine, verwijder de
tonercartridge en plaats deze opnieuw in de
drumeenheid. Plaats de module met de drumeenheid
en tonercartridge terug in de machine. Als het
probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met
uw Brother-leverancier.
Drum bijna op De drumeenheid is bijna opgebruikt. Bestel een nieuwe drumeenheid zodat u een reserve-
eenheid bij de hand hebt wanneer
Drum vervangen weergegeven wordt op het LCD-
scherm. (Zie Drum bijna leeg uu pagina 116.)
Drum stop De drumeenheid moet vervangen
worden.
Vervang de drumeenheid. (Zie De drumkit vervangen
uu pagina 117.)
Drum vervangen De drumeenheid moet vervangen
worden.
Vervang de drumeenheid. (Zie De drumkit vervangen
uu pagina 117.)
De drumteller is na het plaatsen van
een nieuwe drum niet gereset.
Reset de teller van de drumeenheid. (Zie De drumkit
vervangen uu pagina 117.)
Drumfout De printcorona van de drumeenheid
moet worden schoongemaakt.
Reinig de primaire corona. (Zie De primaire corona
reinigen uu pagina 124.)
De tonercartridge wordt zonder de
drumeenheid in de machine
geplaatst.
Plaats de tonercartridge in de drumeenheid en plaats
de drumeenheid en tonercartridge vervolgens
opnieuw in de machine
Duplex gedeact. De achterklep van de machine is
niet volledig gesloten.
Sluit de achterklep van de machine.
De duplexlade is niet of niet juist
geïnstalleerd.
Plaats de duplexlade opnieuw.
Fout formaat DX Het papierformaat opgegeven in de
printerdriver en het
bedieningspaneelmenu is niet
beschikbaar voor automatisch
tweezijdig afdrukken.
Druk op Cancel. Kies een papierformaat die door de
duplexlade wordt ondersteund.
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
Het papier in de lade heeft niet het
juiste formaat en is niet beschikbaar
voor automatisch tweezijdig
afdrukken.
Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas
het papierformaat aan de lade aan. (Zie Papierlade
uu pagina 82.)
Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor
automatisch tweezijdig afdrukken is A4.
137
Problemen oplossen
6
Fout in DIMM De DIMM is niet juist
geïnstalleerd.
De DIMM is defect.
De DIMM voldoet niet aan de
vereiste specificaties.
Schakel de machine uit en verwijder de DIMM.
(Zie Extra geheugen plaatsen uu pagina 105.)
Controleer of de DIMM voldoet aan de vereiste
specificaties. (Zie voor meer informatie SO-DIMM-
types uu pagina 104.)
Installeer de DIMM opnieuw goed. Wacht een
paar seconden en zet hem weer aan.
Als deze melding opnieuw wordt weergegeven,
moet u een nieuwe DIMM installeren. (Zie Extra
geheugen plaatsen uu pagina 105.)
Fout toegang log De machine krijgt geen toegang tot
het bestand met het afdruklogboek
op de server.
Contacteer uw beheerder voor meer informatie over
de instellingen voor Afdruklogboek op netwerk
opslaan.
(Zie voor meer informatie uu Netwerkhandleiding:
Afdruklogboek op netwerk opslaan)
Fuser Vervangen De fusereenheid moet worden
vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier of een
bevoegd servicecentrum van Brother om de
fusereenheid te vervangen.
Fuserfout De fuser unit bereikt een bepaalde
temperatuur niet binnen een
bepaalde tijd.
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar
seconden en zet hem vervolgens weer aan. Laat de
machine aanstaan maar raak deze 15 minuten lang
niet aan.
De fuser unit is te heet.
Geen lade
Installeer Lade 1
opnieuw.
De standaardpapierlade is niet of
niet juist geïnstalleerd.
Plaats de standaardpapierlade opnieuw.
Geen papier
Plaats <Formaat>
papier in <Bak>.
De machine heeft geen papier meer
of het papier is niet goed in de
opgegeven papierlade geplaatst.
Plaats papier in de opgegeven papierlade.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte
formaat ingesteld zijn.
Geen toner
Installeer de
tonercartridge.
De tonercartridge of de module met
de drumeenheid en tonercartridge is
niet correct geïnstalleerd.
Verwijder het geheel van drumeenheid en
tonercartridge, verwijder de tonercartridge uit de
drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de
drumeenheid. Plaats het geheel van drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine. Als het probleem
zich blijft voordoen, vervangt u de tonercartridge.
(Raadpleeg De tonercartridge vervangen
uu pagina 110)
Geheugen vol
Het geheugen voor
beveiligd
afdrukken is vol.
Het geheugen van de machine is
vol.
Druk op Cancel en verwijder de eerder opgeslagen
beveiligde afdrukgegevens.
Geheugen vol
Plaats meer
geheugen.
Het geheugen van de machine is
vol.
Maak uw document minder complex of gebruik een
lagere afdrukresolutie.
Plaats meer geheugen. (zie Extra geheugen plaatsen
uu pagina 105.)
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
138
Problemen oplossen
6
Handinvoer Handmatig was geselecteerd als
papierbron wanneer er geen papier
aanwezig was in de MF-lade.
Plaats hetzelfde papierformaat in de MF-lade als het
formaat dat weergegeven wordt op het LCD-scherm.
Als de machine zich in Pauze-modus bevindt, drukt u
op Go. (Zie Papier laden in de multifunctionele lade
(MF-lade) uu pagina 12.)
Kan niet afdr. ## De machine heeft een mechanisch
probleem.
Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar minuten
en schakel deze vervolgens weer in.
Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact
op met uw Brother-leverancier.
Kap Open Het frontdeksel is niet volledig
gesloten.
Sluit het frontdeksel van de machine.
De fuserklep is niet volledig
gesloten of er is papier vastgelopen
in de achterzijde van de machine
toen u deze inschakelde.
Sluit de fuserklep van de machine.
Zorg ervoor dat er geen papier vastzit in de
achterkant van de machine, sluit de fuserklep en
druk op Go. (Zie Papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine uu pagina 145.)
Laser vervangen De lasereenheid moet vervangen
worden.
Neem contact op met uw Brother-leverancier of een
bevoegd servicecentrum van Brother om de
lasereenheid te vervangen.
Limiet bereikt Het maximale aantal pagina's dat u
mag afdrukken is overschreden. De
afdruktaak wordt geannuleerd.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor
Secure Function Lock te controleren.
Ongeldig formaat Het papier in de opgegeven lade
heeft niet het juiste formaat.
Plaats hetzelfde papierformaat dat geselecteerd is in
de printerdriver in de papierlade en druk vervolgens
op Go of selecteer het papierformaat dat u geplaatst
hebt in de opgegeven papierlade.
Opslag Vol Er is geen vrije ruimte op de ROM. Druk op Cancel of Go. Verwijder onnodige macro's of
lettertypen. (Zie Gegevens Wissen uu pagina 84.)
PF-kit1 vervang
vervang PF-kit2
PF-kitMP vervang
De papiertoevoerset moet worden
vervangen.
Neem contact op met uw Brother-leverancier of een
bevoegd servicecentrum van Brother om de
papiertoevoerset te vervangen.
ToegangGeweigerd De functie die u wilt gebruiken is
beperkt door Secure Function Lock
2.0.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor
Secure Function Lock te controleren.
Toner vervangen De tonercartridge is aan het einde
van zijn gebruiksduur. De machine
stopt alle afdruktaken.
Vervang de tonercartridge. (Zie De tonercartridge
vervangen uu pagina 110.)
Vast duplex Het papier is vastgelopen in de
duplexlade of in de fusereenheid.
Raadpleeg Het papier is vastgelopen in de
duplexlade uu pagina 142.
Vast in lade1
Vast in lade2
Het papier is vastgelopen in de
papierlade van de machine.
Raadpleeg Papier is vastgelopen in papierlade 1 of 2
uu pagi
na 140.
Vast in MP lade Het papier is vastgelopen in de MF-
lade van de machine.
Raadpleeg Het papier is vastgelopen in de MF-lade
uu pagina 140.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
139
Problemen oplossen
6
Vast: achter Het papier is vastgelopen aan de
achterkant van de machine.
Raadpleeg Papier is vastgelopen aan de achterkant
van de machine uu pagina 145.
Vast: binnenin Het papier is vastgelopen in de
machine.
Raadpleeg Papier is vastgelopen binnenin de
machine uu pagina 149.
De tonercartridge wordt zonder de
drumeenheid in de machine
geplaatst.
Plaats de tonercartridge in de drumeenheid en
installeer de drumeenheid en tonercartridge
vervolgens opnieuw in de machine.
Vervang toner Als Vervang toner verschijnt op
het LCD-scherm, kunt u nog steeds
afdrukken. De machine laat u echter
weten dat de tonercartridge bijna
leeg is.
Bestel een nieuwe tonercartridge zodat u een
reservecartridge bij de hand hebt wanneer Toner
vervangen weergegeven wordt op het LCD-scherm.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
140
Problemen oplossen
6
Vastgelopen papier 6
Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet u altijd eerst al het papier dat nog in de lade zit verwijderen en
het papier in een nette stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat er meerdere vellen papier tegelijk worden
ingevoerd en dat papier vastloopt.
Het papier is vastgelopen in de MF-lade 6
Als op het LCD-scherm Vast in MP lade wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Verwijder het papier uit de MF lade.
b Verwijder eventueel vastgelopen papier uit de MF-lade.
c Blader de stapel door en leg hem weer in de MF lade.
d Wanneer u papier plaatst in de MP-lade, dient u ervoor te zorgen dat het papier de maximummarkering
aan beide kanten van de lade niet overschrijdt.
e Druk op Go om het afdrukken voort te zetten.
Papier is vastgelopen in papierlade 1 of 2 6
Wanneer het LCD-scherm Vast in lade1 of Vast in lade2 weergeeft, dient u deze stappen te volgen:
a Trek de papierlade volledig uit de machine.
Voor Vast in lade1:
141
Problemen oplossen
6
Voor Vast in lade2:
b Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
Opmerking
Wanneer u het vastgelopen papier er naar beneden toe uittrekt, gaat het eenvoudiger.
c Zorg ervoor dat het papier de maximummarkering ( ) van de papierlade niet bereikt. Houd de
groene ontgrendelingshendel van de papiergeleiders ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte
papierformaat. Controleer dat de geleiders goed in de sleuven passen.
d Plaats de papierlade weer in de machine.
142
Problemen oplossen
6
Het papier is vastgelopen in de duplexlade 6
Als op het LCD-scherm Vast duplex wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme
interne delen van de machine kan afkoelen.
b Trek de papierlade volledig uit de machine.
c Maak de achterklep open.
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
143
Problemen oplossen
6
d Trek het vastgelopen papier voorzichtig en met beide handen uit de achterkant van de machine.
e Zorg dat de achterklep goed is gesloten.
f Trek de duplexlade volledig uit de machine.
g Trek het vastgelopen papier uit de machine of uit de duplexlade.
144
Problemen oplossen
6
h Zorg ervoor dat het vastgelopen papier niet onder de machine blijft steken ten gevolge van statische
elektriciteit.
i Plaats de duplexlade terug in de machine.
j Plaats de papierlade weer in de machine.
145
Problemen oplossen
6
Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine 6
Als op het LCD-scherm Vast: achter wordt weergegeven, is het papier achter de achterklep vastgelopen.
Volg deze stappen:
a Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme
interne delen van de machine kan afkoelen.
b Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
c Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge voorzichtig uit de printer. Het vastgelopen papier
kan mogelijk samen met de module met de drumeenheid en tonercartridge worden verwijderd. Het is
eveneens mogelijk dat deze handeling ervoor zorgt dat het papier los komt te zitten zodat u het kunt
verwijderen uit de machine.
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
146
Problemen oplossen
6
Belangrijk
Wij raden u aan om de module met de drumeenheid en tonercartridge op een stuk wegwerppapier of een
doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig met de module met de drumeenheid en tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw
handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
d Maak de achterklep open.
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
147
Problemen oplossen
6
e Trek de groene lipjes aan de linker- en rechterkant naar u toe en klap de fuserklep(1) open.
f Trek het vastgelopen papier voorzichtig en met beide handen uit de fuser.
g Sluit de fuserklep.
h Zorg dat de achterklep goed is gesloten.
1
148
Problemen oplossen
6
i Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in de machine.
j Sluit het frontdeksel van de machine.
149
Problemen oplossen
6
Papier is vastgelopen binnenin de machine 6
Als op het LCD-scherm Vast: binnenin wordt weergegeven, voert u deze stappen uit:
a Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme
interne delen van de machine kan afkoelen.
b Trek de papierlade volledig uit de machine.
c Trek het vastgelopen papier er voorzichtig en met beide handen uit.
Opmerking
Wanneer u het vastgelopen papier er naar beneden toe uittrekt, gaat het eenvoudiger.
150
Problemen oplossen
6
d Druk op de knop waarmee de voorklep wordt geopend en maak deze klep open.
e Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge voorzichtig uit de printer. Het vastgelopen papier
kan mogelijk samen met de module met de drumeenheid en tonercartridge worden verwijderd. Het is
eveneens mogelijk dat deze handeling ervoor zorgt dat het papier los komt te zitten zodat u het kunt
verwijderen uit de machine.
WAARSCHUWING
Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht totdat
de machine is afgekoeld, pas dan mag u de onderdelen binnen in de machine aanraken.
151
Problemen oplossen
6
Belangrijk
Wij raden u aan om de module met de drumeenheid en tonercartridge op een stuk wegwerppapier of een
doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.
Wees voorzichtig met de module met de drumeenheid en tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw
handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.
Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van
statische elektriciteit te vermijden.
Opmerking
De drumeenheid en de tonercartridge zijn twee aparte onderdelen. Zorg ervoor dat deze als een module
geïnstalleerd zijn. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine wordt geplaatst, worden
mogelijk de meldingen Drum Error of Jam Inside weergegeven.
f Druk de groene vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. Als er
papier in de drumeenheid is vastgelopen, dient u dit te verwijderen.
152
Problemen oplossen
6
g Plaats de tonercartridge weer in de drumeenheid; u hoort een klik als hij goed op zijn plaats zit. Wanneer
u de cartridge correct plaatst, komt de groene vergrendelhendel op de drumeenheid automatisch
omhoog.
Opmerking
Zorg dat u de tonercartridge goed installeert. Doet u dit niet, dan kan deze uit de drumeenheid schuiven.
h Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in de machine.
i Sluit het frontdeksel van de machine.
j Plaats de papierlade weer in de machine.
Opmerking
Als u de machine uitschakelt wanneer het papier vastgelopen is, zal de machine onvolledige gegevens
van uw computer afdrukken. Voor u de machine opnieuw inschakelt, dient u de afdruktaak te verwijderen
van uw computer.
153
Problemen oplossen
6
Als u problemen hebt met uw machine 6
Belangrijk
Voor technische ondersteuning moet u de servicedienst bellen in het land waar u de machine hebt
gekocht. Er dient vanuit dat land te worden gebeld.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de onderstaande tabel en volgt u de tips
voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen.
Als u verdere hulp nodig hebt, kan het Brother Solutions Center uitkomst bieden met antwoorden op de
meest recente vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
.
Problemen met afdrukken
Problemen Suggesties
Er kan niet worden afgedrukt. Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Fout- en onderhoudsmeldingen uu pagina 136.)
Controleer of de machine online is:
(Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op de knop Start en daarna op Apparatenenprinters. Klik met de
rechtermuisknop op Brother HL-XXXX series en klik op Afdruktaken weergeven.
Klik op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken uitgevinkt is.
(Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008)
Klik op de knop Starten, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en
vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother HL-XXXX series.
Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
(Windows
®
XP en Windows Server
®
2003)
Klik op de knop Start en selecteer Printers en faxapparaten. Klik met de
rechtermuisknop op Brother HL-XXXX series. Zorg ervoor dat
Printer off line gebruiken is uitgevinkt.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te
controleren.
Controleer of de stroomuitschakelstand geactiveerd is op de machine.
Druk op een willekeurige toets op het bedieningspaneel en verstuur vervolgens de
afdrukgegevens opnieuw.
(Zie Stroomuitschakelstand uu pagina 100.)
De machine drukt niet af of is
met afdrukken gestopt.
Druk op Cancel.
De machine annuleert de afdruktaak en wist deze uit het geheugen. De afgedrukte
documenten zijn mogelijk onvolledig.
De kop- en voettekst van mijn
document verschijnt wel op
het scherm, maar wordt niet
afgedrukt.
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de
boven- en ondermarge voor uw document aan.
(Zie Onbedrukbaar gebied bij afdrukken vanaf een computer uu pagina 7.)
154
Problemen oplossen
6
De machine drukt onverwacht
of heel slecht af.
Druk op Cancel om afdruktaken te annuleren.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn met
uw machine.
De machine print de eerste
pagina's correct, maar daarna
ontbreekt tekst op enkele
pagina's.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn met
uw machine.
Uw computer herkent het signaal dat de ingangsbuffer van de machine vol is niet.
Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten.
(uu Installatiehandleiding)
Kan afdrukken van 'Paginalay-
out' niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
De afdruksnelheid is te traag. Wijzig de instelling in de printerdriver. Als u de hoogste resolutie selecteert, duurt het
langer om de gegevens te verwerken, te versturen en af te drukken.
Controleer of de achterklep goed gesloten is en de duplexlade correct geïnstalleerd
is.
Wanneer de stille stand ingeschakeld is, verlaagt de afdruksnelheid. Controleer de
instelling van de stille stand.
(Zie De stille stand in-/uitschakelen uu pagina 101.)
De machine drukt niet af
vanuit Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de afdrukkwaliteit.
(Zie Het tabblad Normaal uu pagina 27 (voor Windows
®
))
(Zie Afdrukinstellingen uu pagina 64 (voor Macintosh))
Slechte afdrukkwaliteit Raadpleeg De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 157.
Problemen met papier
Problemen Suggesties
De machine voert geen papier
in.
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Zit er nog papier in de papierlade, zorg dan dat het recht ligt, in een nette stapel.
Wanneer het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit
de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de papierlade en probeer opnieuw.
Controleer dat in de printerdriver niet de handinvoer is geselecteerd.
Reinig de invoerrol voor papier.
(Zie De papierpick-uprol schoonmaken uu pagina 131.)
De machine neemt geen
papier uit de MP-lade.
Controleer of in de printerdriver MF lade is geselecteerd.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Hoe kan ik enveloppen
afdrukken?
U kunt enveloppen invoeren in de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat
u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu
pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing.
(Zie de handleiding bij de toepassing voor meer informatie.)
Problemen met afdrukken (Vervolg)
Problemen Suggesties
155
Problemen oplossen
6
Netwerkproblemen
Problemen Suggesties
Printen via een bedraad
netwerk onmogelijk.
Bij netwerkproblemen uu Netwerkhandleiding.
Controleer of de machine ingeschakeld is, online is en in de stand Gereed staat. Druk
het netwerkconfiguratierapport af om te controleren of uw netwerkinstellingen correct
zijn. U kunt het netwerkconfiguratierapport als volgt afdrukken:
Machine-info, Druk NetSetting en druk vervolgens op Go.
Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de
netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te
sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. U kunt de
huidige status van het bedrade netwerk controleren in het bedieningspaneelmenu
Netwerk.
(Zie Menu Netwerk uu pagina 90.)
De Brother-software kan niet
geïnstalleerd worden.
(Windows
®
)
Als er een beveiligingswaarschuwing weergegeven wordt op het scherm van de pc
tijdens de installatie, wijzigt u de instellingen van de beveiligingssoftware zodat er
toegestaan wordt dat het Brother-installatieprogramma of een ander programma
wordt uitgevoerd.
(Macintosh)
Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient
u deze tijdelijk uit te schakelen en daarna de Brother-software te installeren.
Er kan geen verbinding
worden gemaakt met een
draadloos netwerk.
Onderzoek het probleem met behulp van het WLAN-rapport. U kunt het WLAN-
rapport als volgt afdrukken:
Machine-info, WLAN-rapp. afdr. en druk vervolgens op Go.
Voor meer informatie uu Installatiehandleiding
Overige problemen betreffende het gebruik van uw machine in een netwerk uu Netwerkhandleiding
156
Problemen oplossen
6
1
Eigenschappen van printer voor gebruikers van Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2
Overige problemen
Problemen Suggesties
De machine schakelt niet in. De stroomvoorziening kan nadelig beïnvloed zijn door bijvoorbeeld bliksem of een
spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine
ingeschakeld worden. Zet de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Wacht 10 minuten, steek de stekker weer in het stopcontact en zet de machine aan.
Schakel de machine uit als het probleem niet verholpen is. Als u een
stroomonderbreker gebruikt, koppelt u deze los om na te gaan of deze het probleem
niet veroorzaakt. Steek de stekker van het netsnoer rechtstreeks in een ander
stopcontact waarvan u weet dat het goed werkt, en schakel de machine in. Probeer
een ander netsnoer als er nog steeds geen stroom is.
De machine kan geen EPS-
gegevens met binary-
gegevens afdrukken met de
BR-Script3-printerdriver.
(Windows
®
)
Voor het afdrukken van EPS-gegevens moet u de volgende instellingen doorvoeren:
a Voor Windows
®
7 en Windows Server
®
2008 R2:
Klik op de knop Start en Apparaten en printers.
Voor Windows Vista
®
en Windows Server
®
2008:
Klik op de knop Starten, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en
vervolgens op Printers.
Voor Windows
®
XP en Windows Server
®
2003:
Klik op de knop Start en selecteer Printers en faxapparaten.
b Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother HL-XXXX BR-Script3
en selecteer Eigenschappen
1
.
c Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen bij TBCP de optie
Uitvoerprotocol (Tagged binary communicatieprotocol).
(Macintosh)
Als uw machine op een computer is aangesloten met een USB-interface, kunt u geen
EPS-gegevens afdrukken die binaire gegevens bevatten. U kunt de EPS-gegevens
afdrukken bij de machine via een netwerk. Raadpleeg het Brother Solutions Center
op http://solutions.brother.com/
voor het installeren van de BR-Script3-printerdriver
via het netwerk.
157
Problemen oplossen
6
De afdrukkwaliteit verbeteren 6
Bij problemen met de afdrukkwaliteit moet u eerst een testpagina afdrukken (raadpleeg Machine-info
uu pagina 81). Als de afdruk er goed uitziet, ligt het probleem waarschijnlijk niet bij de machine. Controleer
de interfacekabel of probeer de machine met een andere computer te gebruiken. Wanneer u problemen hebt
met de kwaliteit van het drukwerk, verricht dan eerst de volgende stappen. Als u dan nog problemen hebt
met de afdrukkwaliteit, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips op voor het oplossen van problemen.
Opmerking
Brother raadt u af cartridges te gebruiken die geen originele Brother-cartridges zijn of gebruikte cartridges
te hervullen met toner van andere bronnen.
a Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan het aanbevolen papier te gebruiken. Zorg
ervoor dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia
die kunnen worden gebruikt uu pagina 2.)
b Controleer of de drumeenheid en tonercartridge correct zijn geïnstalleerd.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
Vaag beeld
Trek de module met de drumeenheid en tonercartridge uit de printer. Houd
de module met beide handen vast en schud deze enkele keren heen en weer
om de toner gelijkmatig in de cartridge te verdelen.
Als Toner vervangen weergegeven wordt op het LCD-scherm, dient u een
nieuwe tonercartridge te plaatsen.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
Controleer de omgeving van de machine. Dit probleem kan worden
veroorzaakt door omstandigheden als vochtigheid, hoge temperatuur enz.
uu Handleiding product veligheid: Kies een veilige locatie voor uw product
Wanneer de hele pagina te licht is, is Toner sparen misschien
ingeschakeld. Schakel Toner sparen uit in de menu-instellingen van de
machine, of Toner-bespaarstand op het tabblad Geavanceerd (voor
Windows
®
) of de Geavanceerd afdrukinstellingen van Afdrukinstellingen
(voor Macintosh) van de driver.
Maak de primaire corona van de drumeenheid schoon.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 124
Installeer een nieuwe tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
C
DE
F
d
ef
g
BC
b
c
d
2
3
158
Problemen oplossen
6
Grijze achtergrond
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Controleer de omgeving van de machine. Omstandigheden zoals hoge
temperaturen en hoge luchtvochtigheid kunnen een donkerdere achtergrond
veroorzaken.
uu Handleiding product veligheid: Kies een veilige locatie voor uw product
Installeer een nieuwe tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Vage afdruk van vorige pagina
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
Gestructureerd of dik papier kan dit probleem veroorzaken.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in de printerdriver of in
het instelmenu Mediatype van de machine.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Selecteer Minder wazige herhaalde beelden in de printerdriver.
uu Overige afdrukopties uu pagina 38 (Voor Windows
®
)
uu Afdrukinstellingen uu pagina 64 (Voor Macintosh)
Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Installeer een nieuwe tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
De fuser is misschien vuil. Bel uw Brother-leverancier voor service
Tonervlekken
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet. Papier met
een ruw oppervlak kan de oorzaak zijn van dit probleem.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Maak de primaire corona van de drumeenheid schoon.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 124
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
De fuser is misschien vuil. Bel uw Brother-leverancier voor service
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
159
Problemen oplossen
6
Ontbrekende stukken
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Selecteer Dik papier in het printerstuurprogramma, selecteer Dik papier
in het menu van de machine voor het instellen van de papiersoort, of gebruik
dunner papier.
Controleer de omgeving van de machine. Dit probleem kan worden
veroorzaakt door omstandigheden zoals hoge vochtigheid.
uu Handleiding product veligheid: Kies een veilige locatie voor uw product
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Alles zwart
Reinig de primaire corona in de drumeenheid door de groene lip te
verschuiven. Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke
stand (a).
uu De primaire corona reinigen uu pagina 124
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Horizontale witte strepen over
de pagina
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
Gestructureerd of erg dik papier kan dit probleem veroorzaken.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2.
Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in de printerdriver of in
het instelmenu Mediatype van de machine.
Dit probleem verdwijnt soms vanzelf. Druk meer blanco pagina's af om dit
probleem te verhelpen, met name wanneer u de machine een lange tijd niet
hebt kunnen gebruiken.
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Lijnen op de pagina
Maak de primaire corona in de drumeenheid schoon.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 124
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
160
Problemen oplossen
6
Witte lijnen, strepen of ribbels
over de pagina.
Controleer de omgeving van de machine. Zaken zoals een hoge vochtigheid
en hoge temperaturen kunnen de oorzaak zijn van dit
kwaliteitsafdrukprobleem.
uu Handleiding product veligheid: Kies een veilige locatie voor uw product
Als het probleem niet is opgelost na het afdrukken van enkele pagina's,
installeer dan een nieuwe drumeenheid.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Witte plekken op zwarte tekst en
afbeeldingen, op intervallen van
94 mm
Zwarte plekken op intervallen
van 94 mm
Als het probleem na het afdrukken van een paar pagina's niet is verholpen,
zitten er misschien vreemde stoffen zoals lijm van etiketten op de
drumeenheid. Reinig de drumkit.
uu De drumkit reinigen uu pagina 126
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
161
Problemen oplossen
6
Zwarte tonervlekken op de
pagina
Als u etiketten voor laserprinters gebruikt, kan de lijm op de vellen aan het
oppervlak van de drumeenheid blijven kleven. Reinig de drumkit.
uu De drumkit reinigen uu pagina 126
Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Gebruik geen papier met paperclips of nietjes, daar deze het oppervlak van
de drum bekrassen.
Als een uitgepakte drumeenheid aan direct zonlicht wordt blootgesteld, kan
de drum beschadigd worden.
De tonercartridge is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe
tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Verticale zwarte strepen op de
pagina
Afgedrukte pagina's hebben
tonervlekken onder aan de
pagina
Reinig de primaire corona in de drumeenheid door de groene lip te
verschuiven.
uu De primaire corona reinigen uu pagina 124
Controleer dat het groene lipje van de primaire corona in de beginstand staat
(a).
De tonercartridge is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe
tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
De fuser is misschien vuil. Bel uw Brother-leverancier voor service
Verticale witte strepen op de
pagina
Zorg ervoor dat er geen vreemde stoffen zoals een gescheurd stukje papier,
kleverige etiketten of stof aanwezig zijn in de machine en rond de
drumeenheid en tonercartridge.
De tonercartridge is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe
tonercartridge.
uu De tonercartridge vervangen uu pagina 110
De drumeenheid is mogelijk beschadigd. Installeer een nieuwe drumkit.
uu De drumkit vervangen uu pagina 117
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
162
Problemen oplossen
6
Beeld scheef
Controleer of het papier of ander afdrukmateriaal correct in de papierlade is
geplaatst en of de geleiders niet te strak of te los op de papierstapel
aansluiten.
Controleer dat de papiergeleiders goed zijn afgesteld.
uu Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier in Lade 1 en
Lade 2 uu pagina 8
Wanneer u de MP-lade gebruikt, zie Afdrukken op normaal papier, dun
papier, kringlooppapier en bankpostpapier vanuit de MF-lade uu pagina 12.
De papierlade is misschien te vol.
uu Papier en afdrukmedia laden uu pagina 8
Controleer dat u de juiste papiersoort en -kwaliteit gebruikt.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Controleer of er losse objecten zoals gescheurd papier in de machine
aanwezig zijn.
Als het probleem zich alleen voordoet tijdens tweezijdig afdrukken,
controleert u of er gescheurd papier in de duplexlade aanwezig is, gaat u na
of de duplexlade correct geplaatst is en controleert u dat de achterklep
volledig gesloten is.
Papier krult om of vervormt
Controleer dat u de juiste papiersoort en -kwaliteit gebruikt. Hoge
temperaturen en hoge luchtvochtigheid kunnen het papier doen omkrullen.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
uu Handleiding product veligheid: Kies een veilige locatie voor uw product
Als u de machine niet vaak gebruikt, is het mogelijk dat het papier te lang in
de papierlade heeft gelegen. Neem de stapel papier uit de papierlade, draai
hem om en leg hem weer terug. Blader de stapel papier ook door en draai
het papier 180° om in de papierlade.
Open de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) zodat
de bedrukte pagina's naar de documentuitvoer met bedrukte zijde naar
boven kunnen.
Kies de modus Omkrullen van papier voorkomen in de printerdriver
wanneer u niet het door ons aanbevolen papier gebruikt.
uu Overige afdrukopties uu pagina 38 (Voor Windows
®
)
uu Afdrukinstellingen uu pagina 64 (Voor Macintosh)
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
ABCDEFGH
abcdefghijk
ABCD
abcde
01234
163
Problemen oplossen
6
Kreukels of vouwen
Controleer of het papier correct is geladen.
uu Afdrukken op normaal papier, dun papier of kringlooppapier in Lade 1 en
Lade 2 uu pagina 8
Controleer dat u de juiste papiersoort en -kwaliteit gebruikt.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Draai de stapel papier in de lade om of draai het papier 180° om in de
invoerlade.
Enveloppe verkreukelt
Zorg ervoor dat de enveloppen afgedrukt worden met de achterklep
(documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) geopend.
uu Afdrukken op dik papier, etiketten en enveloppen vanuit de MF-lade
uu pagina 15
Controleer dat u de juiste enveloppesoort en -kwaliteit gebruikt.
uu Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt
uu pagina 2
Zorg ervoor dat enveloppen uitsluitend via de MP-lade worden ingevoerd.
uu Papier laden in de multifunctionele lade (MF-lade) uu pagina 12
Toner hecht niet goed.
Selecteer Tonerhechting verbeteren in de printerdriver.
uu Overige afdrukopties uu pagina 38 (Voor Windows
®
)
uu Afdrukinstellingen uu pagina 64 (Voor Macintosh)
Indien deze instelling onvoldoende verbetering oplevert, wijzigt u de instelling
van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling.
Omgekruld papier
Selecteer Omkrullen van papier voorkomen in de printerdriver.
uu Overige afdrukopties uu pagina 38 (Voor Windows
®
)
uu Afdrukinstellingen uu pagina 64 (Voor Macintosh)
Open de achterklep (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) zodat
de bedrukte pagina's naar de documentuitvoer met bedrukte zijde naar
boven kunnen.
Voorbeelden van slechte
afdrukkwaliteit
Oplossing
B DEFGH
abc efghijk
ACD
bcde
134
ABCDEFG
EFGHIJKLMN
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
164
Problemen oplossen
6
Informatie over de machine 6
Het serienummer controleren 6
U kunt het serienummer van de machine op het LCD-scherm bekijken.
a Druk op a of b om Machine-info te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Serienummer te selecteren. Druk op OK.
Standaardinstellingen 6
De machine heeft drie niveaus van standaardinstellingen; de standaardinstellingen zijn op de fabriek
ingesteld vóór verzending. (Zie Tabel met menuopties uu pagina 80.)
Netwerk
Fabrieksinstellingen
Instellingen reset
Opmerking
De standaardinstellingen zelf kunt u niet veranderen.
De paginatellers kunnen niet worden gewijzigd.
Standaardnetwerkinstellingen 6
Als u uitsluitend de standaardinstellingen van de afdrukserver wilt herstellen (alle informatie wordt
teruggesteld, zoals wachtwoord en IP-adres), volgt u de onderstaande stappen:
a Druk op a of b om Reset Menu te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a om Ja te selecteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Fabrieksinstellingen 6
U kunt de printer gedeeltelijk resetten op de standaard printerinstellingen daarvan. De instellingen die niet
gerest worden zijn Interface, Taalkeuze, Reprint, Instelslot, Secure Function Lock 2.0 en de
netwerkinstellingen:
a Druk op a of b om Reset Menu te selecteren. Druk op OK.
b Druk op a of b om Factory Reset te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a om Reset te selecteren.
165
Problemen oplossen
6
Instellingen reset 6
Deze operatie zal alle printerinstellingen resetten tot de instellingen zoals ze ingesteld werden op de fabriek:
a Ontkoppel de netwerkkabel van de machine, anders worden de netwerkinstellingen (zoals het IP-adres)
niet gereset.
b Druk op a of b om Reset Menu te selecteren. Druk op OK.
c Druk tegelijkertijd op a en Cancel. Druk op OK nadat Inst. resetten wordt weergegeven.
d Druk op OK nadat HerstartPrinter? wordt weergegeven.
e De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
166
A
A
Machinespecificaties A
Algemeen A
1
USB-verbindingen met pc
Appendix A
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT
Printertype Laser
Afdrukmethode Elektrofotografische laserprinter
Geheugencapaciteit Standaard 128 MB
Optioneel 1 sleuf: DDR2 SO-DIMM (144 pins) tot 256 MB
LCD-scherm (liquid crystal display) 16 tekens × 1 regel
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz
Stroomverbruik
1
(Gemiddeld)
Piek Ong. 1.200 W
Afdrukken Ong. 665 W bij 25 °C Ong. 701 W bij 25 °C
Afdrukken
(Stille stand)
Ong. 332 W bij 25 °C Ong. 340 W bij 25 °C
Gereed Ong. 4,7 W bij 25 °C Ong. 4,9 W bij 25 °C
Slaap
(WLAN: Aan)
Ong. 2,8 W Ong. 2,9 W
Diepe Slaap Ong. 0,7 W Ong. 0,8 W
Stroom uit Ong. 0,50 W
Afmetingen
Gewicht (met verbruiksartikelen) 10,5 kg 11,5 kg 14,6 kg
371
384
257 *
288 **
418 ***
Unit: mm
* : HL-5470DW
** : HL-6180DW, HL-6180DWT
***: HL-6180DWT
167
Appendix
A
1
Gemeten in overeenstemming met de in RAL-UZ122 beschreven methode.
2
Kantoorapparatuur met LWAd>6,30 B (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimten waar mensen voornamelijk intellectueel werk verrichten.
Dergelijke apparatuur moet u vanwege hun geluidsemissie in afzonderlijke ruimtes plaatsen.
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT
Geluidsniveau Geluidsdruk Afdrukken L
PAm = 59 dB (A)
Gereed L
PAm = 34 dB (A)
Afdrukken
(Stille stand)
L
PAm = 54 dB (A)
Geluidskracht
12
Afdrukken LWAd = 6,79 B (A) LWAd = 6,83 B (A) LWAd = 6,80 B (A)
Gereed L
WAd = 4,70 B (A) LWAd = 4,56 B (A) LWAd = 4,50 B (A)
Afdrukken
(Stille stand)
L
WAd = 6,4 B (A)
Temperatuur In bedrijf 10 tot 32,5°C
Opslag 0 tot 40°C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (niet condenserend)
Opslag 10 tot 90% (niet condenserend)
168
Appendix
A
Afdrukmedia A
1
Voor etiketten adviseren we u de afgedrukte vellen onmiddellijk na het afdrukken uit de uitvoerlade te verwijderen, om vlekken te vermijden.
2
Lade 2 is standaard voor HL-6180DWT.
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT
Papierinvoer
1
Papierlade
(standaard)
Papiertype Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (ISO/JIS), A5, A5 (Lange zijde), B6 (ISO), A6,
Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 250 vellen
gewoon papier van
80 g/m
2
Maximaal 500 vellen gewoon papier van
80 g/m
2
Multifunctionele
lade (MP-lade)
Papiertype Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier,
kringlooppapier, bankpostpapier, etiketten, enveloppen, env. dun,
env. dik
Papierformaat Breedte: 76,2 tot 215,9 mm
Lengte: 127,0 tot 355,6 mm
Papiergewicht
60 tot 163 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 50 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Papierlade 2
(optioneel)
2
Papiertype Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4, Letter, B5 (ISO/JIS), A5, B6 (ISO), Executive, Legal, Folio
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercapaciteit
Maximaal 500 vellen gewoon papier van 80 g/m
2
Papieruitvoer
1
Documentuitvoer met bedrukte
zijde naar beneden
Tot 150 vellen normaal papier van 80 g/m
2
(met de bedrukte zijde
naar beneden op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar
beneden uitgeworpen)
Documentuitvoer met bedrukte
zijde naar boven
Eén vel (met de bedrukte zijde naar boven op de documentuitvoer
met bedrukte zijde naar boven uitgeworpen)
Duplex Automatisch
tweezijdig
afdrukken
Papiertype Normaal papier, dun papier, kringlooppapier
Papierformaat A4
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
169
Appendix
A
Printer A
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
De afdruksnelheid kan lager zijn wanneer de machine op een draadloos LAN is aangesloten.
3
In de stand Gereed met de standaardlade
Interface A
1
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een computer met een USB 1.1-
interface.
2
Er worden geen USB-poorten van derden ondersteund.
3
Voor gedetailleerde netwerkspecificaties raadpleegt u Netwerk (LAN) uu pagina 173 en uu Netwerkhandleiding
4
Wanneer u de machine aansluit op een Gigabit Ethernet-netwerk, dient u netwerkapparaten te gebruiken die 1000BASE-T ondersteunen.
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT
Automatisch dubbelzijdig afdrukken
(duplex)
Ja
Emulatie
PCL6, BR-Script3 (PostScript
®
3™), IBM ProPrinter XL, EPSON FX-850
Resolutie 1200 1200 dpi
HQ1200-kwaliteit (2400 600 dpi)
600 600 dpi
Afdruksnelheid
12
Enkelzijdig
afdrukken
Tot 38 ppm
(A4-formaat)
Tot 40 ppm
(Letter-formaat)
Tot 40 ppm (A4-formaat)
Tot 42 ppm (Letter-formaat)
Tweezijdig
afdrukken
(duplex)
Max. 18 zijden per minuut (9 vellen per minuut) (formaat A4 of Letter)
Eerste afdruk na
3
Minder dan 8,5 seconden bij 23 °C / 230 V
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT
USB
Hi-Speed USB 2.0
12
Het is aanbevolen een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken van maximaal 2,0 m lang.
Ethernet
3
10BASE-T / 100BASE-TX
Gebruik een rechtstreekse
categorie 5 (of hoger)
twisted-pair-kabel.
10BASE-T / 100BASE-TX / 1000BASE-T
Gebruik een rechtstreekse categorie 5e (of hoger)
afgeschermde twisted-pairkabel (STP).
4
Draadloos LAN
3
IEEE 802.11 b/g/n (Infrastructuurmodus)
IEEE 802.11 b (Ad-hocmodus)
170
Appendix
A
Computervereisten A
1
Er worden geen USB-poorten van derden ondersteund.
2
1000Base-T is beschikbaar voor HL-6180DW(T).
Voor de laatste actualiseringen van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.
Computerplatform en versie
besturingssysteem
Minimumsnelheid
processor
Minimum
RAM
Aanbevolen
RAM
Harde
schijf
ruimte
om te
installeren
Ondersteunde
PC-
interface
1
Windows
®
-
besturings
systeem
Windows
®
XP Home
Edition
Intel
®
Pentium
®
II of
gelijkwaardig
128 MB 256 MB 80 MB USB,
10Base-T/
100Base-TX
(Ethernet),
1000Base-T
(Gigabit
Ethernet)
2
,
Draadloos
802.11b/g/n
Windows
®
XP
Professional
Windows
®
XP
Professional x64
Edition
64-bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
256 MB 512 MB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardige
64 bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 1 GB
Windows
®
7 Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardige
64 bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
1GB
(32 bits)
2GB
(64 bits)
1GB
(32 bits)
2GB
(64 bits)
Windows Server
®
2003
Intel
®
Pentium
®
III of
gelijkwaardig
256 MB 512 MB
Windows Server
®
2003 x64 Edition
64-bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
Windows Server
®
2008
Intel
®
Pentium
®
4 of
gelijkwaardige
64 bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
512 MB 2 GB
Windows Server
®
2008 R2
64-bits (Intel
®
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
Macintosh-
besturings
systeem
OS X 10.5.8 PowerPC G4/G5
Intel
®
-processor
512MB 1GB 80MB
OS X 10.6.x
Intel
®
-processor
1GB 2GB
OS X 10.7.x
Intel
®
-processor
2GB 2GB
171
Appendix
A
Belangrijke informatie bij het kiezen van papier A
Met de informatie in dit onderdeel kunt u papier kiezen dat geschikt is voor gebruik in deze machine.
Opmerking
Als u ander papier dan de aanbevolen soorten gebruikt, kan dit papier vastlopen of scheef worden
ingevoerd.
Voordat u grote hoeveelheden papier aanschaft A
Controleer dat het papier geschikt is voor deze machine.
Normaal kopieerpapier
A
Papier wordt onderverdeeld op gebruik. Zo is er papier voor afdrukken en papier voor kopiëren. Op de
verpakking wordt doorgaans aangegeven voor welke doeleinden het papier geschikt is. Controleer de
verpakking om te zien of het papier geschikt is voor gebruik met laserprinters. Gebruik alleen papier dat
geschikt is voor gebruik met laserprinters.
Basisgewicht
A
Het gewicht van papier voor algemeen gebruik kan van land tot land verschillen. Wij raden u aan om papier
te gebruiken van 75 tot 90 g/m
2
, maar u kunt in deze machine ook dunner of dikker papier gebruiken.
Langlopend en breedlopend papier A
De vezels in het papier worden tijdens de productie in een bepaalde richting gelegd. Papier kan worden
opgesplitst in twee soorten: langlopend en breedlopend.
Bij langlopend papier lopen de vezels in dezelfde richting als de lange zijde van het papier. Bij breedlopend
papier staan de vezels dwars ten opzichte van de lange zijde van het papier. Normaal kopieerpapier is
meestal langlopend, maar kan breedlopend zijn. Wij raden u aan om langlopend papier in deze machine te
gebruiken. Breedlopend papier is niet sterk genoeg voor gebruik in deze machine.
Papier met een hoge zuurgraad en geneutraliseerd papier
A
Papier heeft ofwel een hoge zuurgraad, of is geneutraliseerd.
De moderne papierindustrie produceerde in eerste instantie papier met een hoge zuurgraad, maar daar is
onlangs verandering in gekomen. Ten behoeve van het milieu wordt tegenwoordig steeds meer
geneutraliseerd papier geproduceerd.
In kringlooppapier wordt echter vaak nog papier met een hoge zuurgraad gebruikt. Wij raden u aan om
geneutraliseerd papier in deze machine te gebruiken.
Er bestaat een pen die u kunt gebruiken om te bepalen of papier een hoge zuurgraad heeft of geneutraliseerd
is.
Op welke zijde van het papier moet u afdrukken
A
De structuur van de voor- en achterkant van een vel papier is niet altijd hetzelfde.
Doorgaans is de kant waar u het pakket openmaakt de kant waarop u moet afdrukken. Volg de instructies op
de verpakking. Deze zijde wordt meestal met een pijltje aangeduid.
172
Appendix
A
Verbruiksartikelen A
1
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
2
De levensduur van de drum is een gemiddelde waarde, en kan verschillen met het soort gebruik.
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT Naam van
het model
Tonercartridge Inbox Ong. 3.000 pagina's
(A4 of Letter)
1
Ong. 8.000 pagina's (A4 of Letter)
1
-
Standaard
Ong. 3.000 pagina's (A4 of Letter)
1
TN-3330
Hoge
capaciteit
Ong. 8.000 pagina's (A4 of Letter)
1
TN-3380
Ultrahoge
capaciteit
-
Ong. 12.000 pagina's (A4 of Letter)
1
TN-3390
Drumkit
Ong. 30.000 pagina's (A4 of Letter) (1 pagina/taak)
2
DR-3300
173
Appendix
A
Netwerk (LAN) A
1
(Voor Windows
®
-gebruikers) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de cd-rom die bij de machine geleverd is.
(Voor Macintosh-gebruikers) Brother BRAdmin Light kan gedownload worden via http://solutions.brother.com/
.
2
(Voor Windows
®
-gebruikers) Voor een geavanceerd printerbeheer gebruikt u de meest recente versie van het hulpprogramma Brother BRAdmin
Professional dat u kunt ophalen op http://solutions.brother.com/
.
Model HL-5470DW HL-6180DW HL-6180DWT
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor Printen via het
netwerk.
De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light
12
is eveneens
bijgeleverd.
Protocollen IPv4 ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA(Auto IP), WINS/NetBIOS name
resolution, DNS Resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD, Custom
Raw Port/Port9100, IPP/IPPS, FTP Server, TELNET Server,
HTTP/HTTPS server, TFTP client and server, SMTP Client,
SNMPv1/v2c/v3, ICMP, Web Services (Print), CIFS client, SNTP client
IPv6 NDP, RA, DNS resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD, Custom
Raw Port/Port9100, IPP/IPPS, FTP Server, TELNET Server,
HTTP/HTTPS server, TFTP client and server, SMTP Client,
SNMPv1/v2c/v3, ICMPv6, Web Services (Print), CIFS Client, SNTP
Client
Beveiligingsprotocols Bedraad APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP,
POP), SNMP v3, 802.1x (EAP-MD5, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos
Draadloos APOP, POP voor SMTP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP,
POP), SNMP v3, 802.1x (LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,
EAP-TTLS), Kerberos
Draadloze netwerkbeveiliging WEP 64/128 bit, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (AES)
Hulpprogramma voor
het instellen van een
draadloos netwerk
AOSS™ Ja
WPS Ja
174
Appendix
A
Brother telefoonnummers A
Belangrijk
Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u het land waar u de
machine hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden gebeld.
Registreer dit product A
Vul de Brother Warranty Registration in of, voor een snellere en efficiëntere manier om uw nieuwe product te
registreren, ga on line naar
http://www.brother.com/registration/
Veelgestelde vragen (FAQ's) A
Op het Brother Solutions Center vindt u alle benodigde informatie over deze machine. Download de meest
recente drivers, software en hulpprogramma's, lees de veelgestelde vragen en de tips voor het oplossen van
problemen om te leren hoe u het meeste uit dit product van Brother kunt halen.
http://solutions.brother.com/
Hier vindt u de updates voor de drivers van Brother.
Klantenservice A
Kijk op http://www.brother.com/ of neem contact op met uw plaatselijke Brother-vestiging voor meer
informatie.
Servicecentra
A
Neem contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor voor informatie over onderhoudscentra in Europa. U
vindt de adressen en telefoonnummers van de Europese kantoren door op de website
http://www.brother.com/
uw land te selecteren.
Internetadressen
Wereldwijde Brother website: http://www.brother.com/
Voor veelgestelde vragen (FAQs), technische vragen, productondersteuning en updates voor drivers en
hulpprogramma's: http://solutions.brother.com/
175
B
B
A
Accessoirestab .......................................................... 43
Afdrukken
Macintosh
BR-Script3-printerdriver
...................................... 68
Printerdriver
........................................................ 57
problemen
............................................................ 153
Windows
®
BR-Script3-printerdriver ...................................... 47
Folder afdrukken
................................................. 32
Printerdriver
........................................................ 27
Tweezijdig afdrukken
.......................................... 31
Afdrukkwaliteit
......................................................... 157
Afdrukmenu
............................................................... 85
Afmetingen
.............................................................. 166
Algemene instelling
................................................... 83
B
Back-toets ................................................................. 78
Bedieningspaneel
..................................................... 77
Beveiligde gegevens
................................................. 96
BR-Script3
...........................................................47, 68
C
Cancel-toets .............................................................. 78
Computervereisten
.................................................. 170
Coronadraad
........................................................... 124
D
Datalampje ................................................................ 79
Diepe Slaap
.............................................................. 79
Dik papier
.................................................................. 15
Drumeenheid
.......................................................... 116
Duplex (dubbelzijdig) printen
.................................... 19
E
Emulatie .................................................................. 169
Enveloppen
...................................................... 3, 5, 15
Etiketten
........................................................... 3, 6, 15
F
Folio ............................................................................ 3
Foutmeldingen
........................................................ 136
G
Geheugen .......................................................104, 166
Gewicht
................................................................... 166
Go-toets
.................................................................... 78
H
Handmatig Duplex printen ........................................ 22
Hulpprogramma's
.................................................... 174
I
Informatie over de machine ...................................... 81
Interface
.................................................................. 169
L
LCD-menu op het bedieningspaneel ........................ 80
LCD-scherm (liquid crystal display)
.......................... 77
LED (light emitting diode)
.......................................... 79
Linux
......................................................................... 23
M
Macintosh .................................................................. 23
Menu Netwerk
........................................................... 90
Menu Reset
............................................................... 94
Menu-instellingen
...................................................... 80
N
Netwerkconnectiviteit .............................................. 169
Netwerksoftware
....................................................... 76
Niet bedrukbaar gedeelte
............................................ 7
Normaal papier
........................................................... 2
O
Onderhoudsmeldingen ....................................107, 108
Onderste lade
......................................................... 103
Opdracht nogmaals afdrukken
.................................. 95
Index
Index
176
B
P
Papier ..................................................................2, 171
aanbevolen
..........................................................2, 3
formaat
..................................................................... 2
ladecapaciteit
........................................................... 3
laden
..................................................................8, 12
type
.......................................................................... 2
Papier vast in de MP-lade
....................................... 140
Papier vast in duplex
............................................... 142
Papierlade
................................................................. 82
Papierspecificaties
.................................................. 168
Printerdriver
................................................. 23, 54, 73
Problemen oplossen
.......................................135, 153
als u problemen ervaart met
afdrukken
.......................................................... 153
netwerk
............................................................. 155
omgaan met papier
........................................... 154
R
Registreer dit product .............................................. 174
Reinigen
.................................................................. 122
S
Servicecentra (Europa en andere landen) .............. 174
Slaapstand
..........................................................79, 99
SO-DIMM
................................................................ 104
Specificaties
............................................................ 166
Stand diepe slaap
..................................................... 99
Standaardinstellingen
............................................. 164
Status Monitor
Macintosh
.............................................................. 74
Windows
®
.............................................................. 55
Stille stand
.............................................................. 101
Storingslampje
.......................................................... 79
Stroomuitschakelstand
............................................ 100
T
TCP/IP ................................................................90, 91
Toetsen
..................................................................... 77
Tonercartridge
.................................................109, 110
V
Vast in lade 1 .......................................................... 140
Vast in lade 2
.......................................................... 140
Vast: achter
............................................................. 145
Vast: binnenin
......................................................... 149
Vastgelopen papier
................................................. 140
Verbruiksartikelen
.................................. 107, 108, 172
W
Watermerk ..........................................................33, 37
WLAN
..................................................................91, 92
176


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother HL-6180DWT at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother HL-6180DWT in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,36 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother HL-6180DWT

Brother HL-6180DWT Installation Guide - English - 34 pages

Brother HL-6180DWT User Manual - English - 175 pages

Brother HL-6180DWT Installation Guide - German - 34 pages

Brother HL-6180DWT User Manual - German - 185 pages

Brother HL-6180DWT Quick start guide - Dutch - 34 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info