579653
9
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/225
Next page
B
B
B
r
r
r
o
o
o
t
t
t
h
h
h
e
e
e
r
r
r
K
K
K
l
l
l
e
e
e
u
u
u
r
r
r
e
e
e
n
n
n
l
l
l
a
a
a
s
s
s
e
e
e
r
r
r
p
p
p
r
r
r
i
i
i
n
n
n
t
t
t
e
e
e
r
r
r
H
H
H
L
L
L
-
-
-
2
2
2
6
6
6
0
0
0
0
0
0
C
C
C
N
N
N
s
s
s
e
e
e
r
r
r
i
i
i
e
e
e
G
G
G
e
e
e
b
b
b
r
r
r
u
u
u
i
i
i
k
k
k
e
e
e
r
r
r
s
s
s
h
h
h
a
a
a
n
n
n
d
d
d
l
l
l
e
e
e
i
i
i
d
d
d
i
i
i
n
n
n
g
g
g
Versie 0
U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de printer gebruiken. Raadpleeg de
installatiehandleiding alvorens de printer te installeren.
Leest u deze handleiding aandachtig door alvorens de printer in gebruik te nemen, en bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u
hem wanneer nodig snel even kunt raadplegen
Kijk voor ondersteuning op onze website, Brother Solutions Center, op http://solutions.brother.com. Hier kunt u updates voor de
driver en productinformatie downloaden.
Handelsmerken
Brother is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Apple, het Apple-logo en Macintosh zijn handelsmerken die in de Verenigde Staten en in andere
landen geregistreerd zijn en TrueType is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Centronics is een handelsmerk van Genicom Corporation.
EPSON is een gedeponeerd handelsmerk, en FX-850 en FX-80 zijn handelsmerken van Seiko Epson
Corporation.
Hewlett-Packard, HP, PCL5C, PCL5e, PCL6 en PCL zijn gedeponeerde handelsmerken, en HP
LaserJet 5, HP LaserJet 4+, HP LaserJet Plus, HP LaserJet II, HP LaserJet IID, HP LaserJet IIID, HP-
GL, HP-GL/2 en Bi-Tronics zijn handelsmerken van Hewlett-Packard Company.
IBM, Proprinter XL, Proprinter en IBM/PC zijn gedeponeerde handelsmerken van International
Business Machines Corporation.
Intellifont is een gedeponeerd handelsmerk van AGFA Corporation, een divisie van Miles, Inc.
Microsoft en MS-DOS zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Windows is een handelsmerk van Microsoft Corporation dat in de Verenigde Staten en andere landen
geregistreerd is.
PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Deze printer is uitgerust met UFST en Micro Type van Agfa Division.
De PANTONE kleuren die door de HL-2600CN worden gegenereerd, zijn kleursimulaties met vier
en/of drie kleuren en komen wellicht niet precies overeen met de door PANTONE geïdentificeerde
vaste kleurnormen. Gebruik de meest recente PANTONE kleurengidsen als u nauwkeurige kleuren
wenst.
De PANTONE kleursimulaties zijn op dit product uitsluitend mogelijk indien gegenereerd met door
Pantone gelicentieerde softwarepakketten. Neem contact op met Pantone Inc. voor een recente lijst
van bevoegde licentiehouders.
Alle handelsmerken hierin vermeld zijn het eigendom van Brother Industries, Ltd. PANTONE
®
en
andere Pantone, Inc. handelsmerken zijn het eigendom van Pantone, Inc. ©Pantone, Inc., 1988
E
NERGY
S
TAR
is een merk dat in de VS geregistreerd is.
Alle andere merknamen en productnamen die in deze handleiding worden gebruikt, zijn
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Samenstelling en publicatie
Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De
nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt.
De inhoud van deze handleiding en de productspecificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling
worden gewijzigd.
Brother behoudt zich het recht voor de specificaties en het materiaal hierin vervat te wijzigen zonder
voorafgaande mededeling. Brother is niet verantwoordelijk voor enige schade, inbegrepen
vervolgschade, voortvloeiend uit het vertrouwen op deze handleiding, met inbegrip van, maar niet
beperkt tot, drukfouten en andere fouten gerelateerd aan deze publicatie.
©2001 Brother Industries Ltd.
Vervoer van de printer
Als u de printer moet vervoeren, is het raadzaam om hem zorgvuldig te verpakken; dit om eventuele
beschadiging van het apparaat te voorkomen. Wij adviseren u om het originele verpakkingsmateriaal te
bewaren. Zorg er bovendien voor dat de printer tijdens vervoer verzekerd is.
WAARSCHUWING
Wanneer de printer wordt vervoerd, dienen de TONERCARTRIDGES en ALLE VERBRUIKSARTIKELEN uit
de printer te worden gehaald.
Wanneer de VERBRUIKSARTIKELEN tijdens vervoer niet uit de printer
worden gehaald, kan dit de printer ernstig beschadigen en VERVALT DE GARANTIE.
i
B
B
B
r
r
r
o
o
o
t
t
t
h
h
h
e
e
e
r
r
r
l
l
l
a
a
a
s
s
s
e
e
e
r
r
r
p
p
p
r
r
r
i
i
i
n
n
n
t
t
t
e
e
e
r
r
r
H
H
H
L
L
L
-
-
-
2
2
2
6
6
6
0
0
0
0
0
0
C
C
C
N
N
N
s
s
s
e
e
e
r
r
r
i
i
i
e
e
e
G
G
G
e
e
e
b
b
b
r
r
r
u
u
u
i
i
i
k
k
k
e
e
e
r
r
r
s
s
s
h
h
h
a
a
a
n
n
n
d
d
d
l
l
l
e
e
e
i
i
i
d
d
d
i
i
i
n
n
n
g
g
g
(Alleen voor de VS en CANADA)
For technical and operational assistance, please call:
In USA 1-800-276-7746
In CANADA 1-800-853-6660
514-685-6464 (within Montreal)
If you have comments or suggestions, please write us at:
In USA Printer Customer Support
Brother International Corporation
15 Musick
Irvine, CA 92618
In CANADA Brother International Corporation (Canada), Ltd.
- Marketing Dept.
1, rue Hôtel de Ville
Dollard-des-Ormeaux, PQ, Canada H9B 3H6
FAX-BACK SYSTEM
Brother Customer Service has installed an easy to use Fax-Back System so you can get instant answers to common technical
questions and product information for all Brother products. This is available 24 hours a day, 7 days a week. You can use the
system to send the information to any fax machine, not just the one you are calling from.
Please call 1-800-521-2846 (USA) or 1-800-681-9838 (Canada) and follow the voice prompts to receive faxed instructions on
how to use the system and your index of Fax-Back subjects.
DEALERS/SERVICE CENTERS (USA only)
For the name of an authorized dealer or service center, call 1-800-284-4357.
SERVICE CENTERS (Canada only)
For service center addresses in Canada, call 1-800-853-6660
INTERNET-ADRES
Brother's wereldwijde website:
http://www.brother.com
Voor veelgehoorde vragen, productondersteuning en technische vragen, en updates voor drivers:
http://solutions.brother.com
(Alleen voor de VS) For Brother Accessories & Supplies:
http://www.brothermall.com
ii
D
D
D
E
E
E
F
F
F
I
I
I
N
N
N
I
I
I
T
T
T
I
I
I
E
E
E
V
V
V
A
A
A
N
N
N
W
W
W
A
A
A
A
A
A
R
R
R
S
S
S
C
C
C
H
H
H
U
U
U
W
W
W
I
I
I
N
N
N
G
G
G
,
,
,
L
L
L
E
E
E
T
T
T
O
O
O
P
P
P
E
E
E
N
N
N
O
O
O
P
P
P
M
M
M
E
E
E
R
R
R
K
K
K
I
I
I
N
N
N
G
G
G
In deze handleiding zult u onderstaande aanduidingen tegenkomen die uw
aandacht op bepaalde punten vestigen:
!
Waarschuwing
Duidt op een waarschuwing waarmee rekening moet worden gehouden
teneinde eventuele persoonlijke ongelukken te voorkomen.
!
Let op
Duidt op een waarschuwing waarmee rekening moet worden gehouden
teneinde zeker te stellen dat de printer op juiste wijze wordt gebruikt of om te
voorkomen dat de printer wordt beschadigd.
Opmerking
Dit zijn opmerkingen of nuttige wenken die u van pas kunnen komen bij het
gebruik van de printer.
V
V
V
E
E
E
I
I
I
L
L
L
I
I
I
G
G
G
G
G
G
E
E
E
B
B
B
R
R
R
U
U
U
I
I
I
K
K
K
V
V
V
A
A
A
N
N
N
D
D
D
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
E
E
E
R
R
R
!
Waarschuwing
Deze printer is zwaar en weegt ongeveer 39 kg. Wanneer de printer
moet worden opgetild of verplaatst, dient dit door ten minste twee
personen te worden gedaan.
!
Waarschuwing
De fuserrol wordt tijdens gebruik zeer HEET. Wacht met het vervangen
van verbruiksartikelen totdat deze rol voldoende is afgekoeld.
iii
!
Waarschuwing
Als de printer heet wordt, er rook uit komt of als hij vreemde luchtjes
produceert, dient u de printer onmiddellijk uit te zetten en de stekker uit
het stopcontact te halen. Neem contact op met uw dealer.
!
Waarschuwing
Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de printer
terecht komen, moet u de printer onmiddellijk uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken. Neem contact op met uw dealer.
!
Waarschuwing
Verbruiksartikelen zoals de tonercartridges en de doos voor afgewerkte
toner niet verbranden. Sommige verbruiksartikelen kunnen onder
bepaalde omstandigheden ontvlambaar zijn.
!
Waarschuwing
Nooit rechtstreeks in de laserstraal kijken. Dit kan de ogen
beschadigen. De veiligheidsvergrendeling van de printer niet
verwijderen of verbreken.
!
Waarschuwing
De printer nooit met open boven-, voor- of achterklep of zonder de
veiligheidsvergrendeling gebruiken.
!
Waarschuwing
Zet de printer uit voordat u verbruiksartikelen gaat vervangen.
!
Waarschuwing
Zet nooit voorwerpen boven op de printer.
!
Waarschuwing
Geknoeide fuserolie onmiddellijk opvegen. Neem contact op met uw
dealer.
iv
W
W
W
A
A
A
T
T
T
W
W
W
E
E
E
L
L
L
E
E
E
N
N
N
W
W
W
A
A
A
T
T
T
N
N
N
I
I
I
E
E
E
T
T
T
T
T
T
E
E
E
D
D
D
O
O
O
E
E
E
N
N
N
V
V
V
O
O
O
O
O
O
R
R
R
E
E
E
E
E
E
N
N
N
O
O
O
P
P
P
T
T
T
I
I
I
M
M
M
A
A
A
L
L
L
E
E
E
A
A
A
F
F
F
D
D
D
R
R
R
U
U
U
K
K
K
K
K
K
W
W
W
A
A
A
L
L
L
I
I
I
T
T
T
E
E
E
I
I
I
T
T
T
!
Let op
Voordat u de printer verplaatst of optilt, altijd eerst de tonercartridges, doos
voor afgewerkte toner, oliefles en fuser verwijderen. Dit om knoeien te
voorkomen. Zorg ervoor dat u de printer zo horizontaal mogelijk houdt.
Schade veroorzaakt door het niet verwijderen van de verbruiksartikelen doet
de garantie vervallen.
!
Let op
De rollen van de fuser nooit aanraken. Dit kan de afdrukkwaliteit nadelig
beïnvloeden.
INHOUDSOPGAVE
v
I
I
N
N
H
H
O
O
U
U
D
D
S
S
O
O
P
P
G
G
A
A
V
V
E
E
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-1
OVER DEZE PRINTER 1-3
Controleren wat er in de doos zit 1-3
Algemeen overzicht 1-5
Kenmerken 1-6
Toebehoren 1-12
RAM 1-13
Gebruik en opslag 1-13
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
Printer Driver 2-1
Functies in de PCL-driver (alleen bij gebruik van Windows 95/98/Me) 2-2
Functies in de PS-driver (alleen bij gebruik van Windows 95/98/Me) 2-10
Software voor netwerken 2-15
Software voor Windows 2-17
Software voor Macintosh (alleen via een netwerk) 2-18
Printerinstellingen 2-21
Fabrieksinstellingen 2-21
INHOUDSOPGAVE
vi
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
AUTOMATISCHE EMULATIESELECTIE 3-1
AUTOMATISCHE INTERFACESELECTIE 3-3
OMGAAN MET PAPIER 3-4
Afdrukmedia 3-4
Invoer via de papiercassette 3-12
Handinvoer 3-13
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
BEDIENINGSPANEEL 4-1
TOETSEN 4-2
De toets Go 4-3
De toets Job Cancel 4-3
De toets Secure Print 4-4
De toets Reprint 4-5
De toetsen + en – 4-13
De toets Set 4-13
De toets Back 4-14
Lampjes 4-15
LCD-scherm 4-16
Meldingen op LCD-scherm 4-17
GEBRUIK VaN HET bedieningspaneel 4-19
INSTELLINGEN VIA BEDIENINGSPANEELMENU 4-21
INHOUDSOPGAVE
vii
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
DE VERBRUIKSARTIKELEN VERVANGEN 5-1
De tonercartridges 5-5
De oliefles 5-9
De fuserreiniger 5-13
De doos voor afgewerkte toner 5-16
De cassette met de OPC-riem 5-18
Het ozonfilter 5-22
De fuser 5-23
120K Kit 5-27
DE PRINTER REINIGEN 5-35
DE PRINTER OPNIEUW INPAKKEN EN VERPLAATSEN 5-43
TOEBEHOREN 5-45
Onderste papierbak (LT-26CL) 5-45
Duplexbak (DX-2600) 5-50
CompactFlash-kaart / HDD-kaart (HD-6G/HD-EX) 5-56
RAM uitbreiden 5-63
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEMEN OPLOSSEN 6-1
Foutmeldingen 6-1
Onderhoudsmeldingen (op de onderste regel) 6-4
Servicemeldingen 6-5
Papierdoorvoerstoringen 6-8
Vragen & antwoorden 6-18
De hardware instellen 6-18
De printer installeren 6-19
Omgaan met papier 6-20
Afdrukken 6-21
Afdrukkwaliteit 6-22
INHOUDSOPGAVE
viii
APPENDIX
PRINTERSPECIFICATIES A-1
Afdrukken A-1
Functies A-2
Elektrische en mechanische specificaties A-3
PAPIERSPECIFICATIES A-4
SYMBOLEN/TEKENSETS A-9
OCR-symbolensets A-9
HP PCL-emulatie A-10
EPSON-emulatie A-12
IBM-emulatie A-13
HP-GL-emulatie A-14
Symbolensets die worden ondersteund door de Intellifont-compatibele lettertypen van de printer
A-15
Symbolensets die worden ondersteund door de met TrueType™ en Type 1 Font compatibele
lettertypen van de printer, en originele lettertypen A-17
INDEX
REGULERINGEN
ix
B
B
E
E
L
L
A
A
N
N
G
G
R
R
I
I
J
J
K
K
E
E
I
I
N
N
F
F
O
O
R
R
M
M
A
A
T
T
I
I
E
E
:
:
R
R
E
E
G
G
U
U
L
L
E
E
R
R
I
I
N
N
G
G
E
E
N
N
O
O
O
P
P
P
M
M
M
E
E
E
R
R
R
K
K
K
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
I
I
I
N
N
N
Z
Z
Z
A
A
A
K
K
K
E
E
E
E
E
E
L
L
L
E
E
E
K
K
K
T
T
T
R
R
R
O
O
O
N
N
N
I
I
I
S
S
S
C
C
C
H
H
H
E
E
E
E
E
E
M
M
M
I
I
I
S
S
S
S
S
S
I
I
I
E
E
E
Federal Communications Commission(FCC) Compliance Notice (alleen voor
de VS)
Responsible Party : Brother International Corporation
100 Somerset Corporate Boulevard
Bridgewater, NJ 08807-0911, USA
TEL : (908) 704-1700
declares, that the products
Product Name : Brother Laser Printer HL-2600CN
Model Number: HL-2600CN
Product Options : ALL
complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device
may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including
interference that may cause undesired operation.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to
Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful
interference a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy
and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio
communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If
this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by
turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the
following measures:
- Reorient or relocate the receiving antenna.
- Increase the separation between the equipment and receiver.
- Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
- Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Belangrijk
Er dient een afgeschermde interfacekabel gebruikt te worden, zodat wordt voldaan aan de normen voor een
digitaal apparaat van klasse B.
Wijzigingen of veranderingen die zijn uitgevoerd zonder uitdrukkelijke goedkeuring van Brother Industries,
Ltd. kunnen het gebruik van het apparaat illegaal maken.
REGULERINGEN
x
Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada)
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Conformiteitsverklaring (voor Europa)
Wij, Brother Industries Ltd.
15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan
verklaren dat dit product voldoet aan onderstaande normgevende documenten:
Veiligheid: EN 60950, EN 60825
EMC: EN 55022 Klasse B, EN 55024
EN 61000-3-2, EN 61000-3-3
volgens de bepalingen van het directief inzake Lage Spanning 73/23/EEC en het directief inzake
Elektromagnetische Compatibiliteit 89/336/EEC (zoals geamendeerd door 91/263/EEC en 92/31/EEC).
Uitgegeven door: Brother Industries Ltd.
Information & Document Company
Radio-interferentie (alleen voor modellen van 220-240 volt)
Deze printer voldoet aan EN55022(CISPR publicatie 22)/Klasse B.
Dit product mag uitsluitend worden gebruikt met een dubbel afgeschermde twisted-pair kabel met de
IEEE1284 certificatie. Deze kabel mag niet langer zijn dan 1,8 meter.
Naleving van het internationale
E
NERGY
S
TAR
®
programma
E
NERGY
S
TAR
®
is een merk dat in de VS geregistreerd is.
Het doel van het International E
NERGY
S
TAR
®
programma is het wereldwijd bevorderen van de ontwikkeling
en het gebruik van energiebesparende kantoorapparatuur.
Brother Industries, Ltd. is een partner in het ENERGY STAR
®
programma en verklaart dat dit product voldoet
aan de ENERGY STAR
®
richtlijnen inzake enrgiebesparing.
REGULERINGEN
xi
Opmerkingen over laserstraling
Laser Safety (alleen voor modellen van 120 volt)
This printer is certified as a Class I laser product under the U.S. Department of Health and Human Services
(DHHS) Radiation Performance Standard according to the Radiation Control for Health and Safety Act of
1968. This means that the printer does not produce hazardous laser radiation.
Since radiation emitted inside the printer is completely confined within protective housings and external
covers, the laser beam cannot escape from the machine during any phase of user operation. However, the
machine contains 5-milliwat, 700-800 nanometer wavelength, GaAIAs laser diodes. Direct (or indirect
reflected) eye contact with the laser beam might cause serious eye damage. Safety precautions and
interlock mechanisms have been designed to prevent any possible laser beam exposure to the operator.
FDA Regulations (alleen voor modellen van 120 volt)
U.S. Food and Drug Administration (FDA) has implemented regulations for laser products manufactured on
and after August 2, 1976. Compliance is mandatory for products marketed in the United States. The label
shown on the back of the printer indicates compliance with the FDA regulations and must be attached to laser
products marketed in the United States.
Let op
: Wanneer de bediening, afstelling of procedures niet nauwkeurig zoals in deze handleiding
beschreven uitgevoerd worden, wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaarlijke straling.
MANUFACTURED:
BROTHER INDUSTRIES, LTD.
15-1 Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya, 467-8561 Japan
This product complies with FDA radiation performance standards, 21 CFR Subchapter J.
REGULERINGEN
xii
IEC 60825 specificatie (alleen voor modellen van 220-240 volt)
Deze printer is een Klasse 1 laserproduct zoals gedefinieerd in de IEC 60825 specificaties. De printer is in de
landen waar dit vereist is, voorzien van onderstaand etiket.
CLASS 1LASER PRODUCT
APPAREIL Å LASER DE CLASSE 1
LASER KLASSE 1 PRODUKT
Deze printer is uitgerust met een Klasse 3B laserdiode die onzichtbare laserstraling afgeeft in
de scanner
.
De scanner mag onder geen beding worden geopend.
Let op
: Wanneer de bediening, afstelling of procedures niet nauwkeurig zoals in deze handleiding
beschreven uitgevoerd worden, wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaarlijke straling.
Onderstaand waarschuwingsetiket is op het deksel van de scanner aangebracht.
Voor Finland en Zweden
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASER APPARAT
Varoitus! Laitteen käyttäminen muulla kuin tässä käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättölle lasersäteilylle.
Varning Om apparaten används på annat sätt än i denna Bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas
r osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
REGULERINGEN
xiii
Veiligheidsinformatie
BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid
Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden
gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is.
Gebruik met dit apparaat nooit een verlengsnoer. Als het gebruik van een verlengsnoer onvermijdelijk is, mag
u alleen een daarvoor geschikt verlengsnoer met de juiste bedrading en een geschikte stekker gebruiken, zodat
een goede aarding verzekerd is. Verlengsnoeren met de verkeerde bedrading kunnen persoonlijke ongelukken
veroorzaken en de apparatuur beschadigen.
Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding is geaard en dat de
installatie volkomen veilig is. Voor uw eigen veiligheid raden wij u aan om in twijfelgevallen altijd een bevoegd
elektricien te raadplegen.
Let op
Wanneer de bediening, afstelling of procedures niet nauwkeurig zoals in deze handleiding beschreven
uitgevoerd worden, wordt u mogelijk blootgesteld aan gevaarlijke straling.
De voeding van het apparaat afsluiten
Deze printer moet in de buurt van een makkelijk toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd. In
noodgevallen moet het netsnoer uit het stopcontact worden getrokken, zodat de netvoeding van de printer
volledig is afgesloten.
Waarschuwing voor batterijen
De batterij mag niet worden vervangen. Een onjuist geplaatste batterij kan explosiegevaar veroorzaken. De
batterij niet uit elkaar halen, opladen of in vuur werpen. Lege batterijen moeten in overeenstemming met
plaatselijk geldende voorschriften worden weggegooid.
Waarschuwing bij aansluiting op een LAN
Dit product moet worden aangesloten op een LAN-aansluiting die niet aan overspanning onderhevig is.
IT power system (For Norway only)
This product is also designed for IT power system with phase to phase voltage 230V.
Opmerking / Oplaadbare Batterij Recycle Informatie (alleen voor Nederland).
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar inleveren als Klein Chemisch Afval.
Geräuschemission / Acoustic Noise Emission (alleen voor Duitsland)
Lpa < 70 dB (A) DIN 45635-19-01-KL2
REGULERINGEN
xiv
Wiring Information (alleen voor het V.K.)
Belangrijk
If the mains plug supplied with this printer is not suitable for your socket outlet, remove the plug from the
mains cord and fit an appropriate three pin plug. If the replacement plug is intended to take a fuse then fit the
same rating fuse as the original.
If a moulded plug is severed from the mains cord then it should be destroyed because a plug with cut wires is
dangerous if engaged in a live socket outlet. Do not leave it where a child might find it!
In the event of replacing the plug fuse, fit a fuse approved by ASTA to BS1362 with the same rating as the
original fuse.
Always replace the fuse cover. Never use a plug with the cover omitted.
WARNING - THIS PRINTER MUST BE PROPERLY EARTHED.
The wires in the mains cord are colored in accordance with the following code:
Green and yellow: Earth
Blue: Neutral
Brown: Live
The colours of the wires in the main lead of this printer may not correspond with the colored markings
identifying the terminals in your plug.
If you need to fit a different plug, proceed as follows.
Remove a length of the cord outer sheath, taking care not to damage the colored insulation of the wires inside.
Cut each of the three wires to the appropriate length. If the construction of the plug permits, leave the green and
yellow wire longer than the others so that, in the event that the cord is pulled out of the plug, the green and
yellow wire will be the last to disconnect.
Remove a short section of the colored insulation to expose the wires.
The wire which is colored green and yellow must be connected to the terminal in the plug which is marked with
the letter “E” or by the safety earth symbol
or colored green or green and yellow.
The wire which is colored blue must be connected to the terminal which is marked with the letter “N” or
colored black or blue.
The wire which is colored brown must be connected to the terminal which is marked with the letter “L” or
colored red or brown.
The outer sheath of the cord must be secured inside the plug. The colored wires should not hang out of the
plug.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
H
H
H
O
O
O
O
O
O
F
F
F
D
D
D
S
S
S
T
T
T
U
U
U
K
K
K
1
1
1
I
I
I
N
N
N
L
L
L
E
E
E
I
I
I
D
D
D
I
I
I
N
N
N
G
G
G
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-1
O
O
V
V
E
E
R
R
D
D
E
E
Z
Z
E
E
G
G
E
E
B
B
R
R
U
U
I
I
K
K
E
E
R
R
S
S
H
H
A
A
N
N
D
D
L
L
E
E
I
I
D
D
I
I
N
N
G
G
Deze handleiding helpt u bij het aansluiten en optimaal gebruiken van uw
printer. Onderstaande onderwerpen worden in deze handleiding besproken:
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
In dit hoofdstuk worden de kenmerken van
deze printer in het kort beschreven. Wij raden u aan dit hoofdstuk te lezen
om vertrouwd te raken met uw printer.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
Dit hoofdstuk geeft algemene
informatie over de printer driver en de software. Wij adviseren u dit
hoofdstuk door te nemen voordat u de printer gaat gebruiken.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
Dit hoofdstuk geeft u
gedetailleerde informatie over het installeren van de printer, zodat hij
optimaal werkt met uw computer en de door u gebruikte software. Het is
raadzaam dit hoofdstuk te lezen
voordat
u met uw printer gaat werken.
HOOFDSTUK 4 HET BEDIENINGSPANEEL
De functies van de
bedieningstoetsen en de betekenis van de verschillende lampjes worden in
dit hoofdstuk beschreven.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
In dit hoofdstuk treft u richtlijnen aan voor
het onderhoud van uw printer.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
Dit hoofdstuk helpt u
problemen met de printer op te lossen.
APPENDIX
Bevat printerspecificaties en papierspecificaties.
INDEX
Hier krijgt u een alfabetisch overzicht van de terminologie die in
deze gebruikershandleiding wordt gebruikt.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-2
Opmerking
Let bij het lezen van deze handleiding op het onderstaande:
De aanwijzingen en stapsgewijze instructies in deze handleiding leren u
met deze printer om te gaan. De instructies, vooral die in hoofdstuk 2
en hoofdstuk 3, gaan uit van de fabrieksinstellingen. Wanneer u de
fabrieksinstellingen - zoals de emulatiestand - wijzigt, zullen de
meldingen op het LCD-scherm overeenkomstig worden aangepast.
Afhankelijk van het land van bestemming van deze printer is de
standaardinstelling van het te gebruiken papier ingesteld op A4-papier
of op papier van Letter-formaat. Sommige meldingen op het LCD-
scherm kunnen variëren, afhankelijk van deze instelling.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-3
O
O
V
V
E
E
R
R
D
D
E
E
Z
Z
E
E
P
P
R
R
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
!
Waarschuwing
Deze printer is zwaar en weegt ongeveer 39 kg. Teneinde letsel tijdens het
verplaatsen of optillen van de printer te voorkomen, dient hij altijd door ten
minste twee personen te worden opgetild.
C
C
C
O
O
O
N
N
N
T
T
T
R
R
R
O
O
O
L
L
L
E
E
E
R
R
R
E
E
E
N
N
N
W
W
W
A
A
A
T
T
T
E
E
E
R
R
R
I
I
I
N
N
N
D
D
D
E
E
E
D
D
D
O
O
O
O
O
O
S
S
S
Z
Z
Z
I
I
I
T
T
T
Controleer nadat u de printer hebt uitgepakt eerst of u alle onderdelen hebt.
*
Deze onderdelen zitten in de Localisatiekit in Europa.
Fig. 1
-
1
Fuserreiniger
(CR-3CL)
Netsnoer*
Tonercartridge
(Zwart (TN03BK), Cyaan (
TN03C
),
Magenta (TN03M), Geel (TN03Y))
Standaard papiercassette
(reeds-geïnstalleerd)
Printer
Oliefles
(FO-2CL)
Oliespuit
Installatie-
handleidin
g
*
CD-ROM
*
Cassette met OPC-riem
(OP-3CL)
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-4
Opmerking
Het is mogelijk dat er in de doos nog andere voorwerpen zitten die hier niet
vermeld zijn; dit is afhankelijk van het land waar de printer is gekocht.
!
Let op
De tonercartridges, cassette met OPC-riem, oliefles en fuserreiniger zijn als
meegeleverd eerste pakket in een afzonderlijke doos verpakt. Maak dit
pakket nu nog NIET open. Maak het pas open als u het gaat gebruiken. De
cassette met de OPC-riem mag niet te lang aan licht worden blootgesteld,
daar hij anders wordt beschadigd.
Opmerking
Een interfacekabel wordt niet standaard meegeleverd. Koop een
interfacekabel die geschikt is voor de interface die u gaat gebruiken.
Parallelle kabels moeten voldoen aan IEEE 1284 en mogen niet langer zijn
dan 1,8 meter. Welk netsnoer er wordt geleverd is afhankelijk van het land
waar de printer is gekocht, en dit snoer kan er derhalve anders uitzien dan
hier afgebeeld.
Opmerking
Het is mogelijk dat er in de doos nog andere voorwerpen zitten die hier niet
vermeld zijn (dit is afhankelijk van het land waar de printer is gekocht en het
door u gekochte model uit de HL-2600CN serie).
Opmerking
Wij raden u aan om altijd de volgende onderdelen in voorraad te houden. Als
een van onderstaande onderdelen opgebruikt is, kan de printer namelijk niet
meer afdrukken.
Tonercartridges (TN-03BK, TN-03C, TN-03M, TN-03Y)
Doos voor afgewerkte toner (WT-3CL)
Oliefles (FO-2CL)
Fuserreiniger (CR-3CL)
Cassette met OPC-riem (OP-3CL)
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-5
A
A
A
L
L
L
G
G
G
E
E
E
M
M
M
E
E
E
E
E
E
N
N
N
O
O
O
V
V
V
E
E
E
R
R
R
Z
Z
Z
I
I
I
C
C
C
H
H
H
T
T
T
Afb. 1-2
Afb. 1-3
Bovenklep
Bedienin
g
spaneel
Voorklep
Stroomschakelaar
Hoekpaneeltje aan
de achterkant
Achterklep
Netsnoeraansluiting
Controllerkaart
Papiercassette
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-6
K
K
K
E
E
E
N
N
N
M
M
M
E
E
E
R
R
R
K
K
K
E
E
E
N
N
N
Deze printer beschikt standaard over onderstaande mogelijkheden.
Resolutie - 2400 dpi klasse
De printer drukt standaard af met een resolutie van 600 dpi (dots per inch =
punten per inch). Als u de volgende Brother-technologieën gebruikt, krijgt u
een afdrukkwaliteit die overeenkomt met een resolutie van 2400 dpi klasse:
High Resolution Control (HRC) en Color Advanced Photoscale Technology
(CAPT).
Snelle en kleurenlaserafdrukken
U kunt heldere beelden afdrukken in schitterende 24-bits kleuren.
Deze printer kan in monochrome afdrukken met een snelheid van 24
pagina’s per minuut en in full colour met een snelheid van 6 ppm. De
controller in de HL-2600CN gebruik van een snelle 64-bit RISC
microprocessor en speciale hardwarechips, waardoor afdruktaken snel
verwerkt worden.
Colour Advanced Photoscale Technology (CAPT)
Deze printer kan grafische afbeeldingen afdrukken in 256 tinten voor elke
kleur in de HP
®
-kleurenprinteremulatie PCL5C™ en BR-Script 3, wat een
resultaat oplevert dat praktisch gelijk is aan fotokwaliteit. CAPT is het
effectiefste wanneer u fotografische afbeeldingen afdrukt.
High Resolution Control
(HRC)
De High Resolution Control (HRC) levert duidelijke en scherpe afdrukken en
verbetert zelfs de uitvoer in de resolutie van 600 dpi. HRC is het effectiefste
wanneer u tekst afdrukt.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-7
Onderhoudsvrije en economische tonercartridge
De onderhoudsvrije tonercartridge kan maximaal 12.000 enkelzijdige
bladzijden (zwart) afdrukken, en 7200 bladzijden in kleur (cyaan, magenta
en geel) bij een bladvulling van 5%. Deze printer gebruikt makkelijk
vervangbare cartridges die uit slechts één deel bestaan.
Universele papiercassette
Deze printer voert papier automatisch vanuit de papiercassette in. De
papiercassette is een universele papierbak waarin papier van diverse maten
gebruikt kan worden. Zelfs enveloppen kunnen via deze papiercassette
worden ingevoerd. Raadpleeg hoofdstuk 3 Omgaan met papier” voor
gedetailleerde papierspecificaties.
Drie interfaces
Deze printer is voorzien van een snelle, bi-directionele parallelle interface,
USB en Ethernet 10/100BaseTX.
Maakt uw software gebruik van de bi-directionele parallelle interface, dan
kan de status van de printer via de computer worden gecontroleerd. Deze
interface is volledig compatibel met de industrie-standaard bi-directionele
parallelle interface.
Als u de Brother-netwerkkaart (NC-4100h) installeert, kunt u de HL-2600CN
in de volgende netwerkomgevingen gebruiken: TCP/IP, IPS/SPX,
AppleTalk, DLC/LLC, Banyan VINES, DEC LAT en NetBEUI. Verder staan
er op de cd-rom die met de HL-2600CN printer wordt geleverd ook diverse
nuttige hulpprogramma's, zoals BRAdmin Professional voor de beheerder
en de Brother Network Printing Software. Raadpleeg de netwerkhandleiding
voor nadere informatie over de installatie van deze programma's.
Automatische interfaceselectie
Deze printer kan automatisch de bi-directionele parallelle interface, USB-
interface of de Ethernet 10/100BaseTX-interface kiezen, afhankelijk van de
interfacepoort via welke de gegevens binnenkomen. Dit betekent dat u de
printer op meerdere computers tegelijk kunt aansluiten.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-8
Vijf emulatiestanden
Deze printer beschikt over de printeremulatie Hewlett-Packard
®
Color PCL
®
5C language (PCL6
®
bij monochrome afdrukken), de printeremulatie
PostScript
®
3 language (Brother BR-Script 3), de industrie-standaard
plotteremulatie HP-GL™ , evenals de printeremulatie EPSON
®
FX-850™ en
IBM
®
Proprinter XL
®
(alleen voor monochrome afdrukken). U kunt alle
software gebruiken die minstens één van deze emulaties ondersteunt.
Automatische emulatieselectie
De printer kan automatisch de juiste emulatie kiezen, afhankelijk van de
printcommando’s die hij van de computersoftware ontvangt. Dankzij deze
eigenschap kan de printer eenvoudig in een netwerk worden opgenomen.
Gegevenscompressie
Grafische gegevens en lettertypen (fonts) worden automatisch
gecomprimeerd in het geheugen opgeslagen. Hierdoor kunnen meer
lettertypen en grotere grafische afbeeldingen worden afgedrukt zonder dat
daarvoor extra geheugen nodig is.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-9
Lettertypen
Deze printer beschikt over de 66 schaalbare en 12 bitmap fonts. Welke
lettertypen u kunt gebruiken hangt af van de gebruikte emulatie.
In de PCL-emulatie kunt u de 13 hieronder vermelde streepjescodes
afdrukken. In de BR-Script-emulatie beschikt de printer over 165 schaalbare
fonts.
Barcodes afdrukken
Deze printer kan de volgende 13 typen streepjescodes afdrukken:
Code 39
UPC-E
Interleaved 2 of 5
Codabar
EAN-8
FIM (US-PostNet)
EAN-13
Post Net (US-Post Net)
EAN- 128
ISBN (EAN)
Code 128
ISBN (UPC-E)
UPC-A
Paneelslot
Als de instellingen van het bedieningspaneel worden gewijzigd zonder dat u
daar erg in hebt, dan kan de printer een ander resultaat dan verwacht
geven. Als u de beheerder bent van deze printer, kunt u dit soort problemen
voorkomen door het bedieningspaneel op slot zetten. Raadpleeg
PANEELSLOT” onder Het menu SETUP” in hoofdstuk 4.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-10
Stroombespaarstand
Deze printer heeft een stroombespaarstand. Omdat laserprinters stroom
verbruiken voor het op hoge temperatuur houden van de fixeerinrichting,
zijn ze voorzien van een ingebouwde stroombespaarstand waarin deze
printers in rust veel minder stroom gebruiken. In de fabriek wordt deze
stand standaard op AAN ingesteld, zodat de printer voldoet aan de nieuwe
EPA Energy Star-norm.
Tonerbespaarstand
Deze printer beschikt over een stand voor tonerbesparing. In deze stand
werkt de printer aanzienlijk goedkoper en gaan de tonercartridges langer
mee.
Functie voor opnieuw afdrukken
U kunt de laatst afgedrukte taak met slechts een druk op een
bedieningstoets opnieuw afdrukken. Met deze functie kunt u een afdruktaak
herhalen en daar meerdere kopieën van afdrukken zonder dat de gegevens
opnieuw vanaf de computer hoeven worden doorgegeven.
Als u geen HDD of CompactFlash-kaart installeert, kunt u afdruktaken via
het RAM-geheugen herhalen. Raadpleeg " DE TOETS REPRINT" in
hoofdstuk 4 voor nadere informatie hierover.
Als er niet voldoende geheugen is om de laatste bewerking in haar geheel
opnieuw af te drukken, kan de laatste pagina opnieuw worden afgedrukt.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-11
PANTONE
®
gekalibreerd
Bij de reproductie van kleuren die door de HL-2600CN gegenereerd
worden, kunnen vele variabelen de kwaliteit van de PANTONE
kleurensimulatie beïnvloeden. Dergelijke variabelen zijn onder meer:
1. Type papier dat wordt gebruikt
2. Type toner dat wordt gebruikt
3. Uiteindelijke resolutie waarmee wordt afgedrukt
4. Structuur/halftinten van de dots
Voor optimale resultaten raden wij u aan de volgende materialen en
instellingen te gebruiken:
NEUSIEDLER voor kleurenkopieën, 90 gram
Brother-tonercartridges TN-03 BK/C/M/Y voor “2” hierboven.
Pantone-modus (600 x 600 dpi)
Netwerk
Met Ethernet 10/100BaseTX kunt u de printer in de volgende omgevingen
gebruiken:
(TCP/IP, IPX/SPX, AppleTalk, DLC/LLC, VINES, LAT, NetBEUI)
Ten behoeve van de netwerkbeheerder worden er tevens aan aantal nuttige
hulpprogramma’s meegeleverd, zoals BRAdmin Professional en Brother
Network Printing Software. Raadpleeg de documentatie op de cd-rom voor
nadere informatie over deze hulpprogramma’s.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-12
T
T
T
O
O
O
E
E
E
B
B
B
E
E
E
H
H
H
O
O
O
R
R
R
E
E
E
N
N
N
Voor deze printer zijn de volgende extra toebehoren verkrijgbaar:
Onderste papierbak (LT-26CL)
Met een onderste papierbak hebt u een grotere papiercapaciteit. Deze bak
kan bijvoorbeeld worden gevuld met extra papier of met andere
papierformaten. Hierin kunt u Letter-, A4-, B5- (JIS en ISO) of Executive-
papier gebruiken (176 x 250 tot 215,9 x 297 mm).
Legal-cassette (LC-26LG)
Als u op Legal-papier wilt afdrukken, dient u deze cassette te gebruiken.
Aangezien in deze cassette echter ook andere formaten dan het Legal-
formaat gebruikt kunnen worden, kunt u hierin ook Letter-, A4-, B5-
(JIS/ISO) en Executive-papier of enveloppen gebruiken.
Duplexbak (DX-2600)
Als u de duplexbak DX-2600 installeert, kunt u dubbelzijdig afdrukken. Als
de duplexbak is geïnstalleerd, kunt u afdrukken op Letter-, A4-, B5-
(JIS/ISO), Executive- en Legal-papier.
Hard Disk Drive (HD-6G/HD-EX)
Als u de HDD (HD-6G/HD-EX) installeert, kunt u daar macro's, een printlog
en lettertypen op opslaan, of een afdruktaak selecteren en deze via het
netwerk opnieuw afdrukken.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-13
R
R
R
A
A
A
M
M
M
Extra RAM
Met los verkrijgbare geheugenmodules kan het geheugen worden
uitgebreid tot 384 Mbytes.
Opmerking
De instructies voor het installeren worden samen met de toebehoren
geleverd.
G
G
G
E
E
E
B
B
B
R
R
R
U
U
U
I
I
I
K
K
K
E
E
E
N
N
N
O
O
O
P
P
P
S
S
S
L
L
L
A
A
A
G
G
G
Lees voordat u de printer in gebruik neemt eerst de volgende informatie
door.
Voeding
Gebruik de printer met de gespecificeerde netspanning.
Netspanning: ±10% van het nominaal vermogen in uw land
Frequentie: 50/60 Hz (120 volt of 220-240 volt)
Het netsnoer, inclusief eventueel verlengsnoer, mag niet langer zijn dan 5
meter.
Sluit uw printer niet aan op een stopcontact waarop reeds andere apparaten
zijn aangesloten, vooral geen airconditioners, kopieermachines of
papiervernietigers. Als een gemeenschappelijk stopcontact onvermijdelijk is,
dan raden wij u aan om een scheidingstransformator of een ruisfilter met
hoge frequentie te gebruiken.
Gebruik een spanningstabilisator wanneer de stroomtoevoer niet stabiel is.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-14
Omgeving
Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en
maximumwaarden:
Omgevingstemperatuur: 2C tot 32,5°C
Vochtigheid van omgeving: 20% tot 80% (zonder condensvorming)
Plaats de printer zo, dat de ventilatieopeningen boven aan de printer niet
worden geblokkeerd. Leg nooit voorwerpen boven op de printer, vooral niet
op de ventilatieopeningen.
Het ozonfilter van de printer dient te allen tijde geïnstalleerd te zijn.
De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan.
De printer mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht. Moet de printer
noodgedwongen toch in de buurt van een raam worden opgesteld, gebruik
dan gordijnen of lamellen om het apparaat tegen direct zonlicht te
beschermen.
Plaats de printer niet in de buurt van toestellen die magneten bevatten of
een sterk magnetisch veld opwekken.
Installeer de printer niet in een ruimte waar zware schokken of trillingen
worden voortgebracht. Open vuur en zilte of bijtende stoffen kunnen de
printer beschadigen.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1-15
Plaats de printer op een vlak en horizontaal oppervlak.
Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte.
Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner.
Onderstaande afbeelding toont hoeveel ruimte er rondom de printer moet
worden vrijgehouden, zodat hij probleemloos kan werken en u er makkelijk
bij kunt.
20cm(8")
70cm(28")
50cm(20")50cm(20")
Afb. 1
-
4
Opmerking
Zorg ervoor dat u voldoende ruimte vrij laat achter de printer, zodat u
ingeval van papierdoorvoerstoringen bij de achterklep of de duplexbak
kunt.
Zorg dat de papiercassette niet voorbij de rand steekt van de tafel
waarop de printer staat.
Achter
Voor
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
H
H
H
O
O
O
O
O
O
F
F
F
D
D
D
S
S
S
T
T
T
U
U
U
K
K
K
2
2
2
D
D
D
R
R
R
I
I
I
V
V
V
E
E
E
R
R
R
E
E
E
N
N
N
S
S
S
O
O
O
F
F
F
T
T
T
W
W
W
A
A
A
R
R
R
E
E
E
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-1
P
P
R
R
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
D
D
R
R
I
I
V
V
E
E
R
R
Een printer driver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de
computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een bepaalde
printer kan worden gebruikt; dit formaat is meestal een printeropdrachttaal
of een page description language (PDL).
Op de meegeleverde cd-rom staan printer drivers voor de volgende
besturingssystemen. Updates voor de printer driver kunt u downloaden
vanaf het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com.
Voor Windows
®
95/98/Me, Windows NT
®
4.0 en Windows
®
2000/XP
PCL-driver (Hewlett-Packard laserprinter-LaserJet)
BR-Script-driver (PostScript 3 taalemulatie)
Voor Macintosh
BR-Script-driver (PostScript 3 taalemulatie) (raadpleeg de
netwerkhandleiding op de cd-rom voor nadere informatie hierover.)
Opmerking
Raadpleeg hoofdstuk 3 voor meer informatie over emulaties.
Raadpleeg hoofdstuk 6 als u wilt afdrukken vanuit een DOS-toepassing.
Hoe het scherm er precies uitziet, is afhankelijk van uw
besturingssysteem.
PCL-driver PS-driver
Windows 95/98/Me
! !
Windows 2000/XP
! !
Windows NT4.0
! !
Macintosh (via netwerk)
!
Macintosh (via USB)
!
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-2
F
F
F
U
U
U
N
N
N
C
C
C
T
T
T
I
I
I
E
E
E
S
S
S
I
I
I
N
N
N
D
D
D
E
E
E
P
P
P
C
C
C
L
L
L
-
-
-
D
D
D
R
R
R
I
I
I
V
V
V
E
E
E
R
R
R
(
(
(
A
A
A
L
L
L
L
L
L
E
E
E
E
E
E
N
N
N
B
B
B
I
I
I
J
J
J
G
G
G
E
E
E
B
B
B
R
R
R
U
U
U
I
I
I
K
K
K
V
V
V
A
A
A
N
N
N
W
W
W
I
I
I
N
N
N
D
D
D
O
O
O
W
W
W
S
S
S
9
9
9
5
5
5
/
/
/
9
9
9
8
8
8
/
/
/
M
M
M
E
E
E
)
)
)
Raadpleeg de on line helpfunctie in de printer driver voor meer informatie
hierover.
U kunt instellingen ook wijzigen door te klikken op de afbeelding aan de
linkerkant van het tabblad.
Het tabblad Normaal
1.
Selecteer het papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, afdrukstand
enz.
2.
Selecteer de kleurenmodus.
3.
Selecteer de papierbron enz.
1
3
2
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-3
Het tabblad Geavanceerd
1.
Klik op een pictogram om de desbetreffende functie in te stellen.
Afdrukkwaliteit
Duplex
Watermerk
Pagina-instelling
Opties apparaat
1
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-4
AFDRUKKWALITEIT
Selecteer de instellingen voor kwaliteit, kleuraanpassing en kalibratie.
Voor de kwaliteit zijn de volgende instellingen mogelijk:
Normaal 600 dpi
Fijn 2400 dpi klasse met CAPT*
*CAPT (Color Advanced PhotoScale Technology)
= de fijnste afdrukstand. Gebruik deze stand als u
precieze beelden of foto’s wilt afdrukken. In deze stand
zijn er aanzienlijk meer afdrukgegevens, waardoor het
verwerken, overdragen en afdrukken van de gegevens
meer tijd in beslag neemt.
U kunt de kleuraanpassing als volgt wijzigen:
Aan beeldscherm aanpassen
Foto
Afbeeldingen
Levendig / Tekst
Geen
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-5
DUPLEX
Als u het papier aan beide zijden wilt bedrukken, dient u de duplexbak op de
printer te installeren. Als u de knop Duplex selecteert, wordt een
dialoogvenster geopend waar u de benodigde instellingen voor tweezijdig
afdrukken kunt maken. Voor elke afdrukstand zijn er zes manieren waarop
tweezijdig kan worden afgedrukt.
WATERMERK
U kunt een logo of tekst als een watermerk op uw documenten afdrukken.
Als u een watermerk in de vorm van een bitmap-bestand gebruikt, kunt u de
grootte ervan wijzigen en het watermerk op een willekeurige plaats
neerzetten.
Als u tekst voor uw watermerk gebruikt, kunt u het lettertype wijzigen,
evenals het contrast en de hoek waaronder het op papier wordt afgedrukt.
PAGINA-INSTELLING
U kunt de schaal van het af te drukken beeld wijzigen, in spiegelbeeld
afdrukken of het beeld 180 graden draaien.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-6
OPTIES APPARAAT
1.
In dit tabblad kunt u de volgende instellingen maken:
Taak spoolen Tonerbespaarstand
Snelle printerinstelling
Slaapstand
Statusvenster
Macro
Beheerder
Opdracht/bestand invoegen
Afdrukinstellingen
Afdrukinstellingen (alleen voor monochrome)
Paginabescherming
Datum & tijd afdrukken
1
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-7
Taak spoolen
Als u aangeeft dat de afdruktaak moet kunnen worden herhaald, zal de
printer de gegevens bewaren. U kunt een document dan opnieuw afdrukken
zonder dat de gegevens wederom vanaf de computer hoeven worden
doorgegeven (dit geldt niet voor beveiligde afdrukken).
Laatste taak opnieuw afdrukken:De laatste taak wordt nogmaals
afgedrukt
Afdruk beveiligen:De gegevens worden met een wachtwoord afgedrukt
Openbaar:De gegevens worden zonder een wachtwoord opgeslagen
Proef:De gegevens worden opgeslagen en afgedrukt
Raadpleeg het onderdeel “De toets REPRINT” in hoofdstuk 4 voor meer
informatie over deze functie.
Opmerking
Als u wilt voorkomen dat derden de functie voor het herhalen van een
afdruktaak gebruiken om uw gegevens af te drukken, dient u onder de
instellingen van Taak spoolen de optie "Reprint gebruiken" uit te schakelen.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-8
Het tabblad Accessoires
Als u een of meerdere toebehoren installeert, kunt ze aan het tabblad
Accessoires toevoegen en daar de volgende instellingen maken.
1.
U kunt alle toebehoren van de printer handmatig toevoegen of
verwijderen. De instellingen voor de papierladen komen overeen met
de geplaatste toebehoren.
2.
De toebehoren van de printer automatisch waarnemen
Deze functie neemt automatisch waar welke toebehoren er zijn
geïnstalleerd en zorgt dat de bijbehorende functies in de printer driver
worden weergegeven.
Als u op "Autom. waarnemen" klikt, wordt een lijst weergegeven van
alle toebehoren die op de printer zijn geïnstalleerd. U kunt zelf items
aan deze lijst toevoegen of daar uit verwijderen.
3.
Instelling papierbron
Hiermee wordt automatisch waargenomen welk papierformaat in de
verschillende laden is geplaatst.
1
2
3
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-9
Het tabblad Ondersteuning
U kunt de meest recente driver downloaden vanaf de website Brother
Solutions Center.
U kunt de versie van de driver controleren.
U kunt de huidige instellingen van de driver controleren.
U kunt de configuratiepagina en de testpagina afdrukken.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-10
F
F
F
U
U
U
N
N
N
C
C
C
T
T
T
I
I
I
E
E
E
S
S
S
I
I
I
N
N
N
D
D
D
E
E
E
P
P
P
S
S
S
-
-
-
D
D
D
R
R
R
I
I
I
V
V
V
E
E
E
R
R
R
(
(
(
A
A
A
L
L
L
L
L
L
E
E
E
E
E
E
N
N
N
B
B
B
I
I
I
J
J
J
G
G
G
E
E
E
B
B
B
R
R
R
U
U
U
I
I
I
K
K
K
V
V
V
A
A
A
N
N
N
W
W
W
I
I
I
N
N
N
D
D
D
O
O
O
W
W
W
S
S
S
9
9
9
5
5
5
/
/
/
9
9
9
8
8
8
/
/
/
M
M
M
E
E
E
)
)
)
Raadpleeg de on line helpfunctie in de printer driver voor meer informatie
hierover.
Het tabblad Details
Selecteer de poort waarop uw printer is aangesloten, of het pad naar de
netwerkprinter die u gebruikt.
Selecteer de printer driver die u hebt geïnstalleerd.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-11
Het tabblad Papier
1.
Selecteer het papierformaat, de lay-out en de afdrukstand.
2.
Selecteer de papierbron.
3.
Als de duplexbak op de printer is geïnstalleerd, moet u de duplexbak
eerst als een van de geïnstalleerde toebehoren toevoegen (zie Het
tabblad Opties Apparaat, Installeerbare toebehoren). Klik vervolgens
op Meer opties om voor het tweezijdig afdrukken te kiezen tussen Aan
lange zijde omslaan, Aan korte zijde omslaan, of Geen.
2
1
3
0
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-12
Het tabblad Afbeeldingen
1.
Stel de afdrukkwaliteit enz. in.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-13
Het tabblad Opties apparaat
1.
U kunt instellingen wijzigen door in de lijst met printerkenmerken op
een instelling te klikken en voor de betreffende instelling een nieuwe
waarde in te voeren in de keuzelijst Instellingen wijzigen voor: xxxxx.
Tonerbespaarstand
Slaapstand
Papiersoort
HRC
Sorteren (alleen als er een HDD of CompactFlash-kaart is
geïnstalleerd)
Taak spoolen
Wachtwoord
Kwaliteit
Kleur/Mono
Kleuraanpassing
Halftoon scherm vergrendelen
Gebruikersnaam
Naam taak
1
2
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-14
2.
Selecteer de toebehoren die op de printer zijn geïnstalleerd in de
keuzelijst Installeerbare toebehoren.
U kunt instellingen wijzigen door te klikken op een instelling in de lijst
van installeerbare toebehoren, waarna u voor de betreffende instelling
een nieuwe waarde selecteert in de keuzelijst Instellingen wijzigen
voor: xxxxx.
TAAK SPOOLEN
Als u aangeeft dat de afdruktaak moet kunnen worden herhaald, zal de
printer de gegevens bewaren. U kunt een document dan opnieuw afdrukken
zonder dat de gegevens wederom vanaf de computer hoeven worden
doorgegeven en zonder dat u het wachtwoord hoeft op te geven (dit geldt
niet voor beveiligde afdrukken).
Afdruk beveiligen: De gegevens worden met een wachtwoord afgedrukt
Openbaar: De gegevens worden zonder een wachtwoord opgeslagen
Proef: De gegevens worden opgeslagen en afgedrukt
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-15
S
S
S
O
O
O
F
F
F
T
T
T
W
W
W
A
A
A
R
R
R
E
E
E
V
V
V
O
O
O
O
O
O
R
R
R
N
N
N
E
E
E
T
T
T
W
W
W
E
E
E
R
R
R
K
K
K
E
E
E
N
N
N
BRAdmin Professional
BRAdmin Professional is een hulpprogramma waarmee u Brother-
netwerkprinters kunt beheren onder Windows(r) 95/98/Me, Windows(r) 2000
en Windows NT(r) 4.0. Hiermee kunt u de printer op het netwerk
configureren en zijn status op het netwerk controleren.
Storage Manager
Met Brother Storage Manager kunt u printerformulieren manipuleren die zijn
opgeslagen in een Compact Flash of een 2.5 HDD.
U kunt een vast formulier op elk gewenst moment via het bedieningspaneel
van de printer afdrukken.
Als u een dergelijk vast document wilt maken, moet u lettertypen, macro’s of
vaste formulieren in de printer opslaan.
Analysis Tool
Als u een HDD of CompactFlash-kaart in de printer installeert, kunt u
printlogs verkrijgen door de logfunctie met het embedded webbeheer in te
schakelen. Vervolgens kunt u deze printlogs in de Analysis Tool laden en
een kostenanalyse maken.
Analysis Tool is een 32-bits Windows-toepassing waarmee u belangrijke
informatie over een afdruktaak kunt beheren, zoals de namen van
gebruikers en afdruktaken, en aantal afgedrukte pagina's. Met deze
software kunt u de kosten bepalen van de afdrukken die door afzonderlijke
gebruikers of door groepen gebruikers worden gemaakt.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-16
De wizard Driver Installeren
Brother's wizard Driver Installeren bespaart u tijd en moeite omdat hij de
installatie en configuratie van genetwerkte Brother-printers in een TCP/IP-
omgeving automatisch laat verlopen.
Gebruik de wizard voor het configureren van de TCP/IP-instellingen van de
printer en om aan te geven welke printer driver moet worden gebruikt. De
wizard kan dan een automatisch uitvoerbaar bestand maken, dat u aan
andere netwerkgebruikers kunt e-mailen. Als dit bestand op een andere pc
wordt uitgevoerd, installeert het de juiste printer driver en software voor het
via een netwerk afdrukken rechtstreeks op deze pc.
Om de wizard Driver installeren te openen, plaatst u de met de printer
meegeleverde cd-rom in uw cd-rom-station, klikt u op het pictogram
Installeren en selecteert u de wizard Driver installeren.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-17
S
S
S
O
O
O
F
F
F
T
T
T
W
W
W
A
A
A
R
R
R
E
E
E
V
V
V
O
O
O
O
O
O
R
R
R
W
W
W
I
I
I
N
N
N
D
D
D
O
O
O
W
W
W
S
S
S
U kunt de software op de meegeleverde cd-rom als volgt installeren:
1.
Plaats de cd-rom in uw cd-rom-station. Het eerste scherm verschijnt
automatisch. Volg de instructies op uw scherm.
2.
Klik in het scherm met het menu op het pictogram Software installeren.
3.
Klik op “Printer Driver” en volg de instructies op uw scherm. De printer
driver zal de installatie voltooien.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-18
S
S
S
O
O
O
F
F
F
T
T
T
W
W
W
A
A
A
R
R
R
E
E
E
V
V
V
O
O
O
O
O
O
R
R
R
M
M
M
A
A
A
C
C
C
I
I
I
N
N
N
T
T
T
O
O
O
S
S
S
H
H
H
(
(
(
A
A
A
L
L
L
L
L
L
E
E
E
E
E
E
N
N
N
V
V
V
I
I
I
A
A
A
E
E
E
E
E
E
N
N
N
N
N
N
E
E
E
T
T
T
W
W
W
E
E
E
R
R
R
K
K
K
)
)
)
Deze printer ondersteunt Macintosh
®
OS 8.6, 9.0, 9,04, 9.1, 9.2 en X.
Driver voor Apple LaserWriter 8
De driver voor de Apple LaserWriter is mogelijk al in uw systeem
geïnstalleerd. U kunt deze driver echter ook downloaden van
http://www.apple.com.
LaserWriter 8 versie 8.6.5 en 8.7 zijn getest voor gebruik met de Brother
HL-2600CN.
PostScript Printer Description (PPD-bestanden)
PPD-bestanden maken samen met de driver van de Apple LaserWriter 8
gebruik van de printerfuncties en laten de computer met de printer
communiceren.
Op de cd-rom staat een installatieprogramma voor de PPD-bestanden (het
installatieprogramma voor BR-Script PPD).
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-19
De printer driver voor Macintosh installeren
BIJ GEBRUIKVAN EEN NETWERK*
Bij gebruik van Mac OS 8.6 t/m 9.2
1. Zet uw Macintosh aan. Plaats de cd-rom in uw cd-rom-station. Het
volgende venster wordt automatisch geopend. Dubbelklik op het
pictogram Hier beginnen! Volg de instructies op uw scherm.
2. Klik in het scherm met het menu op het pictogram Software installeren
om het BR-Script PPD-bestand te installeren.
3. De netwerkhandleiding geeft uitleg bij het instellen van de driver voor
de LaserWriter.
Bij gebruik van Mac OS X
(Volgt u onderstaande instructies als u het BR-Script PPD-bestand niet kunt
installeren via het pictogram Software installeren.)
1. Zet de Macintosh-computer AAN.
2. Zet de printer UIT.
3. Sluit het ene uiteinde van de netwerkkabel aan op de printer en het
andere uiteinde op de vrije poort op de hub.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-20
4.
Zet de printer AAN.
5.
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Open de map Mac OS X.
6.
Open de map met uw taal.
7.
Dubbelklik op het installatiepictogram. Volg de instructies op uw
scherm.
8.
Open het pictogram Macintosh HD.
9.
Open de map met applicaties. Open de map met hulpprogramma’s.
10.
Open het pictogram met het afdrukcentrum.
11.
Klik op de knop waarmee u een printer kunt toevoegen.
12.
Selecteer BRN_xxxxxx_P1_AT en klik op de knop waarmee u deze
printer kunt toevoegen. (xxxxxx zijn de laatste zes cijfers van het
Ethernetadres. Raadpleeg hoofdstuk 7 van de netwerkhandleiding voor
nadere informatie hierover.)
13.
Selecteer in het menu van het afdrukcentrum de optie waarmee u dit
centrum sluit.
14.
De installatie is nu voltooid.
* Gebruikt u USB, raadpleeg dan de installatiehandleiding voor de driver voor
informatie over het installeren van de printer driver.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
2-21
P
P
R
R
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
I
I
N
N
S
S
T
T
E
E
L
L
L
L
I
I
N
N
G
G
E
E
N
N
F
F
F
A
A
A
B
B
B
R
R
R
I
I
I
E
E
E
K
K
K
S
S
S
I
I
I
N
N
N
S
S
S
T
T
T
E
E
E
L
L
L
L
L
L
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
De instellingen van deze printer zijn vóór verzending in de fabriek
geselecteerd. Dit noemen we de fabrieksinstellingen. U kunt de printer
bedienen door deze fabrieksinstellingen te handhaven, maar u heb ook de
mogelijkheid om de instellingen aan te passen en gebruikersinstellingen in
het geheugen van de printer op te slaan. Raadpleeg de lijst van
fabrieksinstellingen in hoofdstuk 4.
Opmerking
Het wijzigen van in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen heeft
geen invloed op de standaard aanwezige fabrieksinstellingen. De
fabrieksinstellingen zelf kunt u niet veranderen.
In de modus RESET MENU kunt u de gewijzigde gebruikersinstellingen
terugstellen naar de fabrieksinstellingen. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer
informatie hierover.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
H
H
H
O
O
O
O
O
O
F
F
F
D
D
D
S
S
S
T
T
T
U
U
U
K
K
K
3
3
3
B
B
B
E
E
E
D
D
D
R
R
R
I
I
I
J
J
J
F
F
F
S
S
S
K
K
K
L
L
L
A
A
A
A
A
A
R
R
R
M
M
M
A
A
A
K
K
K
E
E
E
N
N
N
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-1
A
A
U
U
T
T
O
O
M
M
A
A
T
T
I
I
S
S
C
C
H
H
E
E
E
E
M
M
U
U
L
L
A
A
T
T
I
I
E
E
S
S
E
E
L
L
E
E
C
C
T
T
I
I
E
E
Deze printer heeft een functie voor automatische emulatieselectie. Wanneer
de printer gegevens van de computer ontvangt, kiest hij automatisch de
juiste emulatie. Deze functie is in de fabriek ingesteld op AAN.
De printer kan uit de volgende combinaties kiezen:
EPSON (standaard) IBM
HP LaserJet HP LaserJet
BR-Script 3 BR-Script 3
HP-GL HP-GL
EPSON FX-850 IBM Proprinter XL
Om deze laser printer optimaal te kunnen gebruiken, adviseren wij u de
Brother BR-Script 3-emulatie te gebruiken.
De printer is ingesteld op automatisch gebruik van de HP-emulatie voor
kleurenprinters (PCL5C). Aangezien de PCL5C-stand voorrang krijgt bij de
automatische emulatieselectie, kunt u de printer veelal gewoon gebruiken
met de standaardinstellingen.
Opmerking
Emulatiestanden anders dan PCL5C en BR-Script 3 zijn monochrome
emulatiestanden.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-2
Als u de emulatiestand handmatig wilt selecteren, doet u dit via het
bedieningspaneel in het menu EMULATIE van de modus SETUP.
Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer informatie hierover.
Opmerking
Let bij gebruik van de automatische emulatieselectie op het volgende:
Of de EPSON- of IBM-emulatiestand voorrang heeft, moet u zelf
selecteren. De printer maakt hiertussen geen onderscheid. De
fabrieksinstelling is standaard ingesteld op de EPSON-emulatie en als u
de IBM-emulatie wilt gebruiken, moet u deze zelf selecteren. Gebruik
hiervoor het bedieningspaneel en selecteer in de modus SETUP het
emulatiemenu.
Probeer de automatische emulatieselectie met uw toepassing of uw
netwerkserver. Werkt de automatische emulatieselectie niet naar
behoren, stel dan de emulatie handmatig in met behulp van het
bedieningspaneel van de printer of gebruik de opdrachten voor
emulatieselectie in uw software.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-3
A
A
U
U
T
T
O
O
M
M
A
A
T
T
I
I
S
S
C
C
H
H
E
E
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
F
F
A
A
C
C
E
E
S
S
E
E
L
L
E
E
C
C
T
T
I
I
E
E
Deze printer heeft een functie voor automatische interfaceselectie. Zodra de
printer gegevens van de computer ontvangt, selecteert hij automatisch de
juiste interface: de IEEE 1284 parallelle interface of de USB-interface.
Bij gebruik van de parallelle interface kan de snelle en bi-directionele
parallelle communicatie worden aan- of uitgezet. Gebruik hiervoor het
bedieningspaneel en de selecteer de gewenste optie in het menu
PARALLEL van de modus INTERFACE. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer
informatie hierover. Aangezien de automatische interfaceselectie in de
fabriek is ingesteld op AAN, hoeft u alleen maar de interfacekabel op de
printer aan te sluiten. (Opmerking: de computer en de printer mogen nooit
aanstaan als u de kabel aansluit of losmaakt.)
Indien nodig, moeten de interface of de seriële communicatieparameters
handmatig worden geselecteerd door via het bedieningspaneel de modus
INTERFACE te openen. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer informatie
hierover. Raadpleeg de handleiding van de computer of de software die u
gebruikt voor meer informatie over de instellingen op uw computer.
Opmerking
Let bij gebruik van de automatische interfaceselectie op het onderstaande:
Het duurt een paar seconden voordat deze functie werkt. Als u sneller
wilt afdrukken, kunt u de gewenste interface via het bedieningspaneel in
het selectiemenu van de modus
INTERFACE zelf
selecteren.
Indien u doorgaans slechts één interface gebruikt, raden wij u aan om de
betreffende interface in de modus INTERFACE te selecteren. Wanneer
slechts één interface is geselecteerd, wijst de printer de volledige
invoerbuffer aan die interface toe.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-4
O
O
M
M
G
G
A
A
A
A
N
N
M
M
E
E
T
T
P
P
A
A
P
P
I
I
E
E
R
R
A
A
A
F
F
F
D
D
D
R
R
R
U
U
U
K
K
K
M
M
M
E
E
E
D
D
D
I
I
I
A
A
A
Papierafmetingen
DE STANDAARD PAPIERCASSETTE
Aangezien de papiercassette universeel is, kan hij voor alle soorten papier
uit onderstaande lijst worden gebruikt. Deze cassette kan maximaal 250 vel
papier (75 g/m
2
) of maximaal 15 enveloppen bevatten (papier mag niet
boven de bovenste streep op de verschuifbare geleider uitsteken).
Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive
Transparanten (max. 50 vel)
Enveloppen: COM10, DL (max. 15 stuks of 7 stuks voor bij hoge
temperaturen/vochtigheid)
Dik karton (max. 120 vel)
Etiketten (max. 80 vel)
Afwijkend formaat: 104,8 mm - 215,9 mm breed,
220 mm - 297 mm lang
[Gewicht = 64 tot 163 g/m
2
]
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-5
DE LOS VERKRIJGBARE ONDERSTE
PAPIERCASSETTE (LT-26CL)
Deze cassette kan maximaal 500 vel papier (75 g/m
2
) bevatten. De stapel
papier mag maximaal 52 mm hoog zijn.
Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive
Van 176 mm x 250 mm tot 215,9 mm x 297 mm [Gewicht = 64 tot 105
g/m
2
]
Dik karton [Gewicht = 90 tot 105 g/ m
2
], en de stapel mag maximaal 52
mm hoog zijn.
Afwijkend formaat: 176 mm - 215,9 mm breed,
250 mm - 297 mm lang
[Gewicht = 64 tot 105 g/m
2
]
DE LOS VERKRIJGBARE LEGAL-CASSETTE
(LC-26LG)
Deze cassette kan maximaal 250 vel papier (75 g/m
2
) bevatten.
Als u op
Legal-papier wilt afdrukken, dient u deze cassette te gebruiken.
Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive, Legal
Dik karton (max. 120 vel)
Etiketten (max. 80 vel)
Transparanten (max. 50 vel)
Enveloppen: COM10, DL (max. 15 stuks of 7 stuks voor bij hoge
temperaturen/vochtigheid)
Afwijkend formaat: 104,8 mm - 215,9 mm breed,
220 mm - 355,6 mm lang
[Gewicht = 64 tot 163 g/m
2
]
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-6
DE LOS VERKRIJGBARE DUPLEXBAK (DX-2600)
Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive, Legal
Afwijkend formaat: 104,8 mm - 215,9 mm breed,
220 mm - 355,6 mm lang
[Gewicht = 64 tot 105 g/m
2
]
PAPIERSPECIFICATIES
Met deze printer kunnen onderstaande papiersoorten worden gebruikt.
Item
Aanbevolen
papier-
specificatie
Xerox 4024
Hammermill
Laserprint
Basisgewicht (g/m
2
)
82±5
75
90
Dikte (µm)
95±6
102
105
Gladheid (Bekk)
90±20
35
120
Stijfheid (Clark)
100±15
100
90
Oppervlakte-
weerstand X10
9
(
!
)
10-100
10-100
10-100
Helderheid (%)
85±2
80
85
Korrelrichting
Langlopend
Langlopend
Langlopend
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-7
Papierbron
Geschikte papierafmetingen
en -soorten
Capaciteit
Standaard
papiercassette
Losse vellen: Letter, A4,
B5(JIS/ISO),
Executive,
Enveloppen: COM 10, DL
Transparanten: Letter, A4
Afwijkend formaat: 104,8-215,9
mm breed
220-297 mm
lang
250
15
50
Max. ca. 250 vel
van 75g/m
2
Los
verkrijgbare
onderste
papiercassette
(LT-26CL)
Losse vellen: Letter, A4,
B5 (JIS/ISO),
Executive
500
Los
verkrijgbare
Legal-cassette
(LC-26LG)
Losse vellen: Legal, Letter, A4,
B5(JIS/ISO),
Executive
Enveloppen: COM10, DL
Transparanten: A4, Letter
Afwijkend formaat: 104,8-215,9
mm breed
220-355,6 mm
lang
250
50
5
Max. ongeveer
250 vellen van
75 g/m
2
Los
verkrijgbare
duplexbak
(DX-2600)
Losse vellen: Legal, Letter, A4,
B5 (JIS/ISO),
Executive
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-8
Aanbevolen papiersoorten
Voor gebruik met deze printer worden onderstaande papiersoorten
aanbevolen:
Xerox 4024, Hammermill Laserprint, NEUSIEDLER voor kleurenkopieën, 90
gram, of soortgelijk
Opmerking
!
Voor optimale resultaten en om beschadigingen te voorkomen, moet
glad wit papier worden gebruikt.
!
Test het papier, vooral de soort en het formaat, voordat u grote
hoeveelheden papier aanschaft.
De kwaliteit van de afdruk kan variëren, afhankelijk van het door u
gebruikte papier.
Opmerking
Plaats geen enveloppen, transparanten, etiketten of dik karton (29lb of meer)
in de los verkrijgbare onderste papierbak. Dit kan papierdoorvoerstoringen
veroorzaken.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-9
Bedrukbaar gedeelte
Hoe groot het bedrukbare gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen in
de door u gebruikte software. Onderstaande afbeelding toont het fysiek
bedrukbaar gedeelte en het niet-gegarandeerd bedrukbaar gedeelte van de
diverse soorten papier die met deze printer kunnen worden gebruikt.
Afb. 3-1
Opmerking
Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het in de
gebruikershandleiding gespecificeerde papier, zullen de diverse
verbruiksartikelen en onderdelen minder lang meegaan.
Enveloppen
Losse vellen
Niet-bedrukbaar gedeelte
Niet-gegarandeerd bedrukbaar gedeelte
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-10
Enveloppen
Gebruik geen enveloppen met:
Een glanzend of glimmend
oppervlak
Een beschermstrook op de
lijmlaag
Flappen die bij aankoop niet
omgevouwen waren
Flappen zoals rechts staan
afgebeeld
Drie of meer lagen papier in
het aangegeven gebied
Elke zijde gevouwen zoals
rechts staat afgebeeld
Afb. 3
-
2
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-11
Controleer voordat u enveloppen in de papiercassette plaatst of:
de flap van de envelop in de
lengte is gevouwen;
de flappen netjes en niet
gekreukt zijn gevouwen (niet
goed gevouwen enveloppen
kunnen een
papierdoorvoerstoring
veroorzaken);
het hiernaast aangegeven
gebied twee lagen papier
heeft;
Afb. 3
-
3
Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn
vastgeplakt.
Alle zijden moeten netjes zijn gevouwen en mogen niet gekreukt zijn.
De afdrukkwaliteit kan variëren, afhankelijk van de door u gebruikte
soort enveloppen. Het is raadzaam de enveloppen te testen voordat u
grote hoeveelheden aanschaft.
Invoerrichting
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-12
I
I
I
N
N
N
V
V
V
O
O
O
E
E
E
R
R
R
V
V
V
I
I
I
A
A
A
D
D
D
E
E
E
P
P
P
A
A
A
P
P
P
I
I
I
E
E
E
R
R
R
C
C
C
A
A
A
S
S
S
S
S
S
E
E
E
T
T
T
T
T
T
E
E
E
Papier kan worden ingevoerd via de papiercassette, de los verkrijgbare
onderste papiercassette of de los verkrijgbare Legal-cassette.
Opmerking
Als u papier in de papiercassette plaatst, dient u met het volgende rekening
te houden:
Als de door u gebruikte software een afdrukmenu heeft waarin
papierafmetingen kunnen worden ingesteld, gebruikt u uw software om
de gewenste papierafmeting in te stellen. Als dit met uw software niet
mogelijk is, kunt u de papierafmeting instellen via de printer driver of via
het bedieningspaneel.
De papierafmeting is bij modellen die op 120 volt werken in de fabriek
standaard ingesteld op Letter, en bij modellen die op 220/240 volt
werken op A4. Wenst u papier met afwijkende afmetingen of enveloppen
te gebruiken, dan verandert u de papierafmeting via het
bedieningspaneel in de modus Paginalayout van de modus Layout.
Raadpleeg het onderdeel PRINT MENU” in hoofdstuk 4 voor informatie
over het selecteren van papierformaten.
Gebruikt u voorbedrukt papier in de cassette, plaats dit dan met de
bedrukte zijde naar boven en met de bovenkant van het papier naar de
achterkant van de cassette gericht.
De printer neemt automatisch waar welke papierafmeting u in de
papiercassette hebt geplaatst. Als u in de papiercassette ander papier
plaats dan geselecteerd is, kunt u de instelling voor het papierformaat via
het bedieningspaneel of uw toepassing wijzigen. De printer vraagt u met de
volgende melding om het juiste papierformaat te plaatsen:
ONGELDIG FORMAAT
Papier in printer komt niet overeen met in
driver gespecificeerde papier. Plaats <size> in
Lade <1/2>
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
3-13
H
H
H
A
A
A
N
N
N
D
D
D
I
I
I
N
N
N
V
V
V
O
O
O
E
E
E
R
R
R
Deze printer heeft geen handinvoer, noch een multifunctionele papierbak.
Ongebruikelijke soorten papier kunnen derhalve niet met de hand worden
ingevoerd. De printer is echter uitgerust met een speciale stand voor
handinvoer waarbij Lade 1 (de bovenste lade) wordt gebruikt. U kunt deze
stand in de printer driver of via het bedieningspaneel selecteren.
Raadpleeg “Papier” in hoofdstuk 4 voor nadere informatie hierover.
1.
Wanneer u de opdracht voor handinvoer selecteert, wacht de printer
totdat u papier in Lade 1 hebt geplaatst.
HANDINVOER
=AAN
2.
Trek Lade 1 uit en plaats het te gebruiken papier in deze lade. Wellicht
moet eerst het papier dat nog in die lade zit worden verwijderd,
afhankelijk van de afmetingen van het papier in de lade en de
afmetingen van het papier dat u gaat gebruiken.
3.
Plaats Lade 1 weer en druk op
Go
. De printer begint nu af te drukken.
Opmerking
Het soort papier dat u gebruikt en het af te drukken beeld kunnen de
afdrukkwaliteit beïnvloeden.
Tijdens het dubbelzijdig afdrukken levert de papierdoorvoer soms
problemen op.
Met deze machine mag niet continu dubbelzijdig worden afgedrukt.
Als u handmatig tweezijdig afdrukt en u de printer nadat de eerste zijde
is bedrukt 5 minuten lang niet gebruikt, wordt deze functie automatisch
teruggesteld.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
H
H
H
O
O
O
O
O
O
F
F
F
D
D
D
S
S
S
T
T
T
U
U
U
K
K
K
4
4
4
W
W
W
E
E
E
R
R
R
K
K
K
I
I
I
N
N
N
G
G
G
V
V
V
A
A
A
N
N
N
H
H
H
E
E
E
T
T
T
B
B
B
E
E
E
D
D
D
I
I
I
E
E
E
N
N
N
I
I
I
N
N
N
G
G
G
S
S
S
P
P
P
A
A
A
N
N
N
E
E
E
E
E
E
L
L
L
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-1
B
B
E
E
D
D
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
G
G
S
S
P
P
A
A
N
N
E
E
E
E
L
L
Op het bedieningspaneel van deze printer bevinden zich een Liquid Crystal
Display (LCD), acht toetsen en vier lampjes. Op dit LCD-scherm kunnen
diverse meldingen worden weergegeven in twee regels, met een maximum
van 16 tekens per regel. Door het oplichten van de lampjes wordt de status
van de printer aangegeven.
Afb. 4-1
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-2
T
T
O
O
E
E
T
T
S
S
E
E
N
N
Met de 8 toetsen op het bedieningspaneel van de printer (
Go
,
Job Cancel
,
Secure Print
,
Reprint
,
+
,
-
,
Set
,
Back
) kunt u de meeste bewerkingen
uitvoeren en diverse printerinstellingen wijzigen.
T
T
T
o
o
o
e
e
e
t
t
t
s
s
s
F
F
F
u
u
u
n
n
n
c
c
c
t
t
t
i
i
i
e
e
e
Go
Voor het afsluiten van het bedieningspaneelmenu
en de instellingen voor het herhalen van een
afdruk, en voor het wissen van foutmeldingen.
Afdrukken pauzeren/hervatten.
Job Cancel
De huidige printerbewerking stoppen en
annuleren.
Secure Print
Vertrouwelijke documenten veilig afdrukken.
Reprint
Het menu voor het herhalen van afdrukken
selecteren. (1-999)
+
Loopt vooruit door de menu's.
Loopt vooruit door de opties die u kunt selecteren.
-
Loopt achteruit door de menu's.
Loopt achteruit door de opties die u kunt
selecteren.
Set
Het bedieningspaneelmenu selecteren.
De geselecteerde menu’s en instellingen
accepteren.
Menu
Back
Eén niveau terug in de menustructuur.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-3
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
G
G
G
O
O
O
Door eenmaal op de toets
Go
te drukken, kunt u van de huidige weergave
(het menu, de reprint-instellingen, of een foutmelding) overschakelen naar
een ander menu. Foutmeldingen kunnen alleen worden gewist nadat de
fout is verholpen.
U kunt het afdrukken onderbreken door op de toets
Go
te drukken. Als u
nogmaals op
Go
drukt, wordt de melding PAUZE gewist en het afdrukken
hervat. Tijdens deze pauze is de printer off line.
Opmerkingen
Als de printer pauzeert (het afdrukken is onderbroken) en u de rest van de
gegevens niet wenst af te drukken, dan moet u op
Job Cancel
drukken. Druk
op de toets
Go
om de melding PAUZE te wissen en de printer weer klaar voor
gebruik te maken (status
GEREED
).
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
J
J
J
O
O
O
B
B
B
C
C
C
A
A
A
N
N
N
C
C
C
E
E
E
L
L
L
U kunt het verwerken of het afdrukken van gegevens annuleren door op
Job Cancel
te drukken. De melding “
BEZIG: ANNULEREN
blijft op het
LCD-scherm staan totdat de taak is geannuleerd. Nadat de taak is
geannuleerd, is de printer weer klaar voor gebruik (status
GEREED
).
Als u op deze toets druk en de printer geen gegevens ontvangt en niet
afdrukt, wordt op het LCD-scherm de melding “
NIETS OPGESLAGEN
weergegeven en kunt u geen taken annuleren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-4
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
S
S
S
E
E
E
C
C
C
U
U
U
R
R
R
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
Hiermee kunt u een afdruktaak aan de printer doorgeven en deze alleen
laten afdrukken wanneer u de printer via het bedieningspaneel of een
webbrowser daar opdracht toe geeft. Zo kunt u beveiligde gegevens dus
alleen afdrukken als u bij de printer bent.
De functie voor het beveiligd afdrukken kan worden gebruikt wanneer de
printer klaar voor gebruik is (status
GEREED
).
1.
Druk op
Secure Print
.
2.
Selecteer de gebruikersnaam, de taak, het wachtwoord en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken.
3.
Druk op
Set
of
Secure Print
om af te drukken.
Opmerkingen
De functie voor het beveiligd afdrukken kan niet worden gebruikt als de
printer off line staat of als een afdruktaak is onderbroken.
Als er geen beveiligde gegevens zijn en u op
Secure Print
drukt, wordt op
LCD-scherm even de melding “
NIETS OPGESLAGEN
” weergegeven.
Raadpleeg “Handelingen bij het afdrukken van beveiligde gegevens” elders
in dit hoofdstuk voor nadere informatie hierover.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-5
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
R
R
R
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
Als u een document dat net is afgedrukt nogmaals wilt afdrukken, kunt u de
afdruktaak herhalen door op de toets
Reprint
te drukken. En als u een
document hebt gemaakt dat u met collega’s wilt delen, kunt u dit document
eenvoudigweg opslaan in een niet-beveiligd gedeelte van het
printergeheugen. Dit document kan dan worden afgedrukt door iedereen
die op het netwerk is aangesloten, of door iemand die bij de printer staat.
De functie voor het herhalen van een afdruk kan worden gebruikt wanneer
de printer klaar voor gebruik is (status
GEREED
).
Gebruik de los verkrijgbare HDD of CompactFlash-kaart als u
conceptafdrukken wilt maken (gegevens in het geheugen voor
conceptgegevens opslaan), openbare bestanden wilt afdrukken (gegevens
in het algemeen toegankelijke geheugen opslaan) of als u uw gegevens wilt
beveiligen.
Als u geen HDD of CompactFlash-kaart installeert (zie “COMPACTFLASH-
KAART/ HDD-KAART in hoofdstuk 5), dan kunt u de taak via het RAM-
geheugen opnieuw afdrukken. De reprint-gegevens in het RAM-geheugen
worden gewist als de printer wordt uitgezet.
Als u het RAM-geheugen gebruikt om een afdruk te herhalen:
1.
Druk op het bedieningspaneel op de toets
Set
om de status
GEREED
af
te sluiten en selecteer in de modus SETUP de optie RAMDISK SIZE.
2.
Standaard is er 0 MB RAM beschikbaar. Druk op de toets
+
om in
stappen van 1 MB meer RAM-geheugen voor het herhalen van een
afdruk beschikbaar te maken.
Opmerkingen
Als u meer RAM-geheugen beschikbaar maakt voor het beveiligd
afdrukken, heeft de printer minder werkruimte en een lager
prestatievermogen. Vergeet niet om RAMDISK SIZE weer in te stellen op
0 MB nadat u uw vertrouwelijke gegevens veilig hebt afgedrukt.
Als u de gegevens in het RAM-geheugen opslaat, worden deze gewist
wanneer de printer wordt uitgezet.
Als u een grote hoeveelheid gegevens beveiligd wilt afdrukken, is het
raadzaam om meer RAM-geheugen te plaatsen. (Raadpleeg het onderdeel
RAM uitbreiden” in hoofdstuk 5.)
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-6
De laatste taak opnieuw afdrukken
U kunt de laatst afgedrukte taak meerdere malen afdrukken zonder de
gegevens opnieuw vanuit de computer te sturen.
Opmerkingen
Als u REPRINT via het bedieningspaneel hebt uitgeschakeld en u op de
toets
Reprint
drukt, wordt op het LCD-scherm even de melding
NIETS
OPGESLAGEN
weergegeven.
Als u het opnieuw afdrukken van de taak wilt annuleren, drukt u op de
toets
Job Cancel
.
Als de printer niet genoeg geheugen heeft om de hele taak te spoolen,
wordt alleen de laatste pagina opnieuw afgedrukt. Wilt u grote
hoeveelheden gegevens opnieuw afdrukken, dan is het raadzaam om het
geheugen uit te breiden. Raadpleeg RAM UITBREIDEN in hoofdstuk 5
voor nadere informatie hierover.
Met de toetsen
en
+
kunt u aangeven hoeveel exemplaren er opnieuw
moeten worden afgedrukt. U kunt tussen de 1 en 999 exemplaren
afdrukken door
KOPIEEN= 1
t/m
KOPIEEN=999
te selecteren.
Raadpleeg Taak spoolen” in hoofdstuk 2 voor nadere informatie over de
instellingen in de printer driver.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-7
De laatste taak 3 keer opnieuw afdrukken
1.
U kunt de functie voor het herhalen van een afdruk via het
bedieningspaneel in de modus SETUP activeren.
Opmerkingen
Als u de driver van deze printer gebruikt, genieten de instellingen voor taak
spoolen in de driver de voorkeur over de instellingen die u met het
bedieningspaneel hebt gemaakt. Raadpleeg het onderdeel “Taak spoolen” in
hoofdstuk 2 voor meer informatie hierover.
2.
Druk op
Reprint
.
---REPRINT---
KOPIEEN= 1
Als u te lang wacht zonder op een toets te drukken, wordt
het menu REPRINT automatisch afgesloten.
Druk tweemaal op
+
.
---REPRINT---
KOPIEEN= 3
Druk op
Set
of op
Reprint
.
BEZIG:
AFDRUKKEN
---REPRINT---
KOPIEEN= 1
Opmerkingen
Als u op de toets
Go
drukt, sluit de printer het menu Reprint af.
Als u de gegevens opnieuw wilt afdrukken en op de toets
Go
hebt gedrukt,
wordt op het LCD-scherm de melding “
SET = AFDRUKKEN
” weergegeven.
Druk op
Set
om de taak opnieuw af te drukken, of druk op de toets
Go
om
het opnieuw afdrukken van de taak te annuleren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-8
Conceptgegevens afdrukken
Als er onbeveiligde conceptgegevens zijn afgedrukt, kunt u ze met deze
functie opnieuw afdrukken. Documenten in het geheugen voor
conceptgegevens zijn voor iedereen beschikbaar. Deze functie kan ook
worden gebruikt voor een document dat op een later tijdstip naar een
algemeen toegankelijk gedeelte moet worden verplaatst.
Als het geheugen voor gespoolde gegevens vol raakt, worden automatisch
eerst de oudste gegevens gewist. De volgorde van het wissen staat geheel
los van de volgorde waarin gegevens opnieuw zijn afgedrukt.
Raadpleeg ook het onderdeel Handelingen bij het afdrukken van
beveiligde gegevens” elders in dit hoofdstuk als u gegevens uit het
geheugen voor conceptgegevens wilt afdrukken.
Opmerkingen
Als u geen HDD of CompactFlash hebt geïnstalleerd en u de printer uitzet,
worden de opgeslagen reprint-gegevens gewist.
Als er in de taakinformatie gegevens zitten die niet op het LCD-scherm
kunnen worden weergegeven, verschijnt er een ?” op het LCD-scherm.
Raadpleeg Taak spoolen” in hoofdstuk 2 voor nadere informatie over de
instellingen in de printer driver.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-9
Openbare gegevens afdrukken
Gebruik deze functie als u openbare documenten opnieuw wilt afdrukken;
dit zijn documenten die zijn opgeslagen in het algemeen toegankelijke
geheugen van de printer. Documenten die in dit deel van het geheugen zijn
opgeslagen, zijn niet met een wachtwoord beveiligd en kunnen door
iedereen worden afgedrukt. Een dergelijk document wordt niet meteen
afgedrukt wanneer u dit naar de printer stuurt. Als u het document wilt
afdrukken, moet u de printer daar via het bedieningspaneel of via een
webbrowser opdracht toe geven.
Openbare gegevens kunnen via het bedieningspaneel worden gewist, of via
de op het web gebaseerde software voor het beheren van de printer.
Raadpleeg ook het onderdeel Handelingen bij het afdrukken van
beveiligde gegevens” als u gegevens uit het algemeen toegankelijke
geheugen wilt afdrukken.
Opmerkingen
Als er in de taakinformatie gegevens zitten die niet op het LCD-scherm
kunnen worden weergegeven, verschijnt er een ?” op het LCD-scherm.
Raadpleeg Taak spoolen” in hoofdstuk 2 voor nadere informatie over de
instellingen in de printer driver.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-10
Gegevens veilig afdrukken
Veilige documenten zijn documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd
en die alleen kunnen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord
kennen. Het document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de
printer stuurt. Als u het document wilt afdrukken, moet u het
bedieningspaneel van de printer gebruiken (met wachtwoord), of de printer
via een webbrowser kunnen bedienen.
U kunt de gespoolde gegevens wissen via het bedieningspaneel, of via op
het web gebaseerde software voor het beheren van de printer.
Opmerkingen
Als er in de taakinformatie gegevens zitten die niet op het LCD-scherm
kunnen worden weergegeven, verschijnt er een ?” op het LCD-scherm.
Raadpleeg Taak spoolen” in hoofdstuk 2 voor nadere informatie over de
instellingen in de printer driver.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-11
Handelingen bij het afdrukken van beveiligde gegevens
NIETS
OPGESLAGEN
Druk op
Reprint
.
Als er geen
gegevens
zijn.
--REPRINT--
LAATSTE TAAK
Druk op
+
of
-
.
--REPRINT--
VEILIG BESTAND
Druk op
Set
.
VEILIG BESTAND
GEBRUIKER XXXXXX
Druk op
+
of
om een gebruikersnaam te
selecteren.
Druk op
Set
om de gebruikersnaam vast te leggen.
GEBRUIKER XXXXXX
TAAK XXXXXX
Druk op
+
of
om de taak te selecteren.
Druk op
Set
om de taak in te stellen.
TAAK XXXXXXX
PINCODE=0000
Voer uw wachtwoord in.
Druk op
Set
om het wachtwoord in te stellen.
--REPRINT--
KOPIEEN= 1
De printer zal dit menu na de
time-out vanzelf afsluiten.
Druk op
Set
of op
Reprint
.
Als u op de toets
Go
drukt, wordt op het LCD-
scherm de melding
SET = AFDRUKKEN
weergegeven.
BEZIG: AFDRUKKEN
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-12
Als er geen gegevens in het geheugen zitten die opnieuw kunnen
worden afgedrukt
Als er geen reprint-gegevens in het buffergeheugen zitten en u op de toets
Reprint
drukt, wordt op het LCD-scherm de melding "
NIETS
OPGESLAGEN
" weergegeven.
De taak annuleren
Selecteer via het bedieningspaneel in het menu SETUP de optie
"
GEGEVENS WISSEN
". Selecteer de gebruikersnaam en de taak die u wilt
verwijderen (als u beveiligde gegevens wilt wissen, moet u het wachtwoord
invoeren).
Het opnieuw afdrukken van de taak annuleren
U kunt het herhalen van de huidige taak annuleren door op
Job Cancel
te
drukken. U kunt de toets
Job Cancel
ook gebruiken om het opnieuw
afdrukken van een gepauzeerde taak te annuleren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-13
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
E
E
E
N
N
N
+
+
+
E
E
E
N
N
N
Als u op de toets
+
of
drukt wanneer de printer on line staat (GEREED),
dan gaat hij off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm
weergegeven.
De menus in de huidige modus weergeven
Als u op de toets
+
of
drukt wanneer de printer on line staat, dan gaat
deze off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm weergegeven.
Druk op de toets
+
of
om in de huidige modus over te schakelen naar
andere menu’s. Door te drukken op de toets
+
of
kunt u vooruit of
achteruit door de menu’s en instellingen op het LCD-scherm bladeren. Druk
herhaaldelijk op deze toets, tot de gewenste optie op het LCD-scherm
verschijnt.
Nummers instellen
U kunt nummers op twee manieren invoeren. Druk op de toets
+
of om
één nummer vooruit of achteruit te gaan, of houd de toets
+
of ingedrukt
om sneller te bladeren. Druk op de toets
Set
zodra het gewenste nummer
wordt weergegeven.
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
S
S
S
E
E
E
T
T
T
Als u op de toets
Set
drukt wanneer de printer on line staat (GEREED), dan
gaat hij off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm
weergegeven.
Als u op
Set
drukt, kunt u het geselecteerde menu of nummer instellen.
Nadat u een menu of nummer hebt gewijzigd, wordt rechts van de melding
even een sterretje weergegeven.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-14
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
B
B
B
A
A
A
C
C
C
K
K
K
Als u op de toets
Back
drukt wanneer de printer on line staat (GEREED),
dan gaat hij off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm
weergegeven.
Druk op
Back
om vanuit het huidige menuniveau naar het vorige
menuniveau te gaan.
Tijdens het invoeren van nummers kunt u de toets
Back
ook gebruiken
voor het selecteren van het vorige cijfer.
Wanner het uiterst linkse cijfer is geselecteerd, kunt u met de toets
Back
één menuniveau hoger gaan.
Als u een menu of een nummer selecteert waar geen sterretje bij staat (u
hebt niet op de toets
Set
gedrukt), kunt u met een druk op de toets
Back
teruggaan naar het vorige menuniveau zonder dat de instellingen worden
gewijzigd.
Opmerkingen
Op het moment dat u
Set
indrukt om een nieuwe instelling vast te leggen,
verschijnt rechts op het LCD-scherm even een sterretje (*). Wanneer u door de
diverse opties bladert, geeft dit sterretje de huidige instellingen aan.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-15
L
L
A
A
M
M
P
P
J
J
E
E
S
S
De huidige printerstatus wordt aangegeven door oplichtende of
knipperende lampjes.
Het lampje READY
L
L
L
a
a
a
m
m
m
p
p
p
j
j
j
e
e
e
B
B
B
e
e
e
t
t
t
e
e
e
k
k
k
e
e
e
n
n
n
i
i
i
s
s
s
Aan
Klaar om af te drukken.
Bezig met afdrukken.
Knippert
Bezig met opwarmen.
Uit
Off line.
Het lampje POWER
L
L
L
a
a
a
m
m
m
p
p
p
j
j
j
e
e
e
B
B
B
e
e
e
t
t
t
e
e
e
k
k
k
e
e
e
n
n
n
i
i
i
s
s
s
Aan
De printer staat aan.
Uit
De printer staat uit.
Het lampje ALARM
L
L
L
a
a
a
m
m
m
p
p
p
j
j
j
e
e
e
B
B
B
e
e
e
t
t
t
e
e
e
k
k
k
e
e
e
n
n
n
i
i
i
s
s
s
Aan
Er is iets niet in orde in de printer.
Het lampje DATA
L
L
L
a
a
a
m
m
m
p
p
p
j
j
j
e
e
e
B
B
B
e
e
e
t
t
t
e
e
e
k
k
k
e
e
e
n
n
n
i
i
i
s
s
s
Aan
Er zitten nog gegevens in de printer-
buffer.
Knippert
De printer ontvangt of verwerkt
gegevens.
Uit
Geen gegevens meer.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-16
L
L
C
C
D
D
-
-
S
S
C
C
H
H
E
E
R
R
M
M
Op het LCD-scherm wordt de huidige printerstatus weergegeven. Als u de
toetsen op het bedieningspaneel gebruikt, wordt de weergave op het LCD-
scherm gewijzigd.
Als u de printer off line zet, wordt op het LCD-scherm de huidige emulatie
weergegeven.
Wanneer iets niet in orde is, verschijnt op het LCD-scherm een foutmelding,
een onderhoudsmelding of een storingsmelding. Raadpleeg Problemen
oplossen” in hoofdstuk 6 voor meer informatie over deze meldingen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-17
M
M
M
E
E
E
L
L
L
D
D
D
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
O
O
O
P
P
P
L
L
L
C
C
C
D
D
D
-
-
-
S
S
S
C
C
C
H
H
H
E
E
E
R
R
R
M
M
M
De melding op het LCD-scherm geeft tijdens normaal gebruik de huidige
printerstatus aan, zoals hieronder afgebeeld:
GEREED
! ! " !
K C M Y
De markering
!
geeft de status van de toner in de tonercartridges aan (K:
Zwart, C: Cyaan, M: Magenta, Y: Geel). Wanneer de indicatie
!
knippert
(
"
), is de betreffende kleur toner bijna op. Als de toner helemaal op is,
verdwijnt de indicatie
!
.
Als er een fout optreedt, wordt op de eerste regel van het LCD-scherm
aangegeven welk type fout het is (zie onderstaand voorbeeld).
De melding op de tweede regel geeft aan wat u moet doen om het
probleem te verhelpen (zie onderstaand voorbeeld).
KLEP OPEN
Sluit de bovenklep
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-18
Printerstatusmeldingen
In onderstaand schema staan de meldingen die betrekking hebben op de
printerstatus en die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm worden
weergegeven:
P
P
P
r
r
r
i
i
i
n
n
n
t
t
t
e
e
e
r
r
r
s
s
s
t
t
t
a
a
a
t
t
t
u
u
u
s
s
s
m
m
m
e
e
e
l
l
l
d
d
d
i
i
i
n
n
n
g
g
g
B
B
B
e
e
e
t
t
t
e
e
e
k
k
k
e
e
e
n
n
n
i
i
i
s
s
s
GEREED
Klaar om af te drukken
BEZIG: VERWERKEN
Bezig met het verwerken van gegevens.
SLAAP
De printer staat in de slaapstand.
BEZIG: AFDRUKKEN
Bezig met afdrukken.
PROGRAMMERING!
Bezig met het openen van
CompactFlash of HDD.
ZELFTEST
De printer voert een zelfdiagnose uit.
PAUZE
Pauze in de papiertoevoerfunctie. Druk
op
Go
om de formfeed te hervatten.
INITIALISEREN
De printer is aan het initialiseren.
BEZIG: OPWARMEN
De printer is aan het opwarmen.
RAM =xxMB
Deze printer heeft XX MB geheugen.
BEZIG: ANNULEREN
De printer annuleert de afdruktaak.
RES.AANGEPAST
Er wordt met een lagere resolutie
afgedrukt.
SET = AFDRUKKEN
Druk op
Set
om af te drukken.
RESET NAAR
FABR.INSTELLING
De printerinstellingen worden
teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-19
G
G
E
E
B
B
R
R
U
U
I
I
K
K
V
V
A
A
N
N
H
H
E
E
T
T
B
B
E
E
D
D
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
G
G
S
S
P
P
A
A
N
N
E
E
E
E
L
L
Houd bij het gebruik van de
Menu
-toetsen (
+
en
-
,
Set
en
Back
) rekening
met het volgende:
Als u 30 seconden lang niet op een toets op het bedieningspaneel
drukt, schakelt de printer automatisch over naar de status
GEREED
.
Op het moment dat u
Set
indrukt om een nieuwe instelling vast te
leggen, verschijnt rechts op het LCD-scherm even een sterretje (*).
Daarna wordt op het LCD-scherm weer het vorige menuniveau
weergegeven.
Als u de status of een instelling hebt gewijzigd en op de toets
Back
drukt voordat u op
Set
drukt, worden de instellingen niet gewijzigd en
wordt op het LCD-scherm weer het vorige menuniveau weergegeven.
U kunt nummers op twee manieren invoeren. Druk op
+
of - om stuk
voor stuk door de nummers te bladeren, of houd
+
of - ingedrukt om
sneller te bladeren; het knipperende nummer is het nummer dat u kunt
wijzigen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-20
Bijvoorbeeld: als u lade 1 als de "BRON" wilt gebruiken, selecteert u de
instelling "LADE1". Het papier wordt dan altijd uit Lade 1 ingevoerd.
GEREED
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-
toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
--MENU--
INFORMATIE
Druk op
+
of
om vooruit of achteruit door deze menu’s
te bladeren.
--MENU--
PAPIER
Druk op de toets
Set
om naar het volgende menuniveau
te gaan.
PAPIER
BRON
Druk op
Set
.
BRON
=AUTO
*
Druk op
+
.
BRON
=LADE1
Druk op
Set
.
Uiterst rechts op het LCD-scherm wordt even een
sterretje (
*
) weergegeven.
De standaardinstelling wordt aangegeven met een "*".
BRON
=TRAY1
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-21
I
I
N
N
S
S
T
T
E
E
L
L
L
L
I
I
N
N
G
G
E
E
N
N
V
V
I
I
A
A
B
B
E
E
D
D
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
G
G
S
S
P
P
A
A
N
N
E
E
E
E
L
L
M
M
E
E
N
N
U
U
Opmerkingen
Op het LCD-scherm worden voor de verschillende papierladen de volgende
namen gebruikt:
Bovenste papierlade: Lade 1
Los verkrijgbare onderste lade: Lade 2
Los verkrijgbare duplexbak: DX
Er zijn 8 modi. Raadpleeg de hieronder vermelde pagina’s voor nadere
informatie over de instellingen die u voor elke modus kunt maken.
INFORMATIE
Raadpleeg 4-22 voor meer informatie hierover.
PAPIER
Raadpleeg 4-23 voor meer informatie hierover.
KWALITEIT
Raadpleeg 4-23 voor meer informatie hierover.
SETUP
Raadpleeg 4-24 voor meer informatie hierover.
PRINT MENU
Raadpleeg 4-26 voor meer informatie hierover.
NETWERK
Raadpleeg 4-31 voor meer informatie hierover.
INTERFACE
Raadpleeg 4-32 voor meer informatie hierover.
RESET MENU
Raadpleeg 4-33 voor meer informatie hierover.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-22
INFORMATIE
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
PRINT SETTINGS
De configuratiepagina afdrukken.
PRINT TEST
Een testpagina afdrukken.
PRINT DEMO
De demonstratiepagina afdrukken.
PRINT FILE LIST
De lijst met de inhoud van de kaart afdrukken.
PRINT FONTS
De lijst van lettertypen en voorbeelden afdrukken.
Submenu
Beschrijving
SER.NR=#########
Serienummer van de printer.
ROM VER=####
Versie van ROM-firmware.
ROM DATUM
JJ/MM/DD
Datum van ROM.
NET VER=####
Versie van netwerkfirmware (alleen bij
gebruik van een netwerk).
NET DATE JJ/MM/DD
Datum van netwerk-build (alleen bij gebruik
van een netwerk).
ENGINE VER=####
Versie van motorfirmware.
VERSIE
RAM =###MB
De grootte van het geheugen in deze
printer.
PAGINATELLER
=######
Het aantal pagina’s
dat tot nu toe is
afgedrukt.
BEELDTELLERS
C=#####, M=#####,
Y=#####, K=#####,
TOTAAL=#####
Het aantal beelden
dat door een
bepaalde kleur is
geproduceerd, en
het totaal aantal
beelden van alle
kleuren samen.
RESTEREND FC ROL
=######
RESTEREND OPC
=######
RESTEREND: FUSER
=######
RESTEREND:120K
=######
RESTEREND:PIkit1
=######
ONDERHOUD
RESTEREND:Pikit2
=######
Geeft aan hoe lang
de fuserreiniger,
OPC-riem,fuser,
120K Kit,
papierinvoerkit 1 en
papierinvoerkit 2
nog meegaan.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-23
PAPIER
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
BRON
=AUTO/LADE 1/LADE 2
HANDINVOER
=UIT/AAN
LADE1 KLEIN
=B5/JIS B5/COM-10/DL/EXECUTIVE
LADE2 KLEIN
=B5/EXEC/JISB5
DUPLEX
=UIT/AAN(LANG BIND)/AAN(KORT BIND)
KWALITEIT
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
HRC
=NORMAAL/DONKER/UIT/LICHT
HRC: HRC (High Resolution Control) is een speciale functie die de
afdrukkwaliteit van tekens en grafische beelden verbetert. Het resultaat
is beter dan afdrukken die conventionele laserprinters produceren.
TONER BESPAREN
=UIT/AAN
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-24
SETUP
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
TAAL
= ENGLISH /NEDERLANDS /
STROOM BESPAREN
=AAN/UIT
STROOMBESP. NA
=1 MIN:99 MIN
AUTO CONTINUE
=UIT/AAN
=UIT/AAN
Zet het paneelslot AAN/UIT
PANEELSLOT
PINCODE=###
REPRINT
=AAN/UIT
PAG.BESCHERMING
=AUTO/OFF/LETTER/LEGAL/A4
EMULATIE
=AUTO(EPSON)/AUTO(IBM)/HP LASER JET/ .
BEWAAR PCL
=UIT/AAN
RAMDISK SIZE
=0/1/2/ MB HERSTART PRINTER?
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-25
SETUP (vervolg)
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
Wis de gegevens in de CompactFlash-kaart of HDD.
Submenu
Beschrijving
VEILIG BESTAND
Selecteer de naam van de gebruiker en van
de taak, en selecteer een wachtwoord.
PUBLIEK BESTAND
Selecteer de naam van de gebruiker en van
de taak.
PROEF BESTAND
Selecteer de naam van de gebruiker en van
de taak.
DATA ID(HD)
=####
DATA ID(CF)
=####
MACRO-ID(HD)
=####
MACRO-ID(CF)
=####
FONT ID(HD)
=####
FONT ID(CF)
=####
FORMAT. ID (HD)
OK?
GEGEVENS WISSEN
FORMAT. ID (CF)
OK?
STIJL TIJD
=JJ/MM/DD uu:mm
*
DISPLAY
JJJJ/MM/DD uu:mm
JAAR
=JJJJ
MAAND
=MM
DAG
=DD
UUR
=uu
DATUM & TIJD
MINUTEN
=mm
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-26
PRINT MENU
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
PAPIERSOORT
=NORMAAL PAPIER/DIK PAPIER/TRANSPARANTEN
KLEUR
=AAN/UIT
PAPIER
Stel het formaat voor losse vellen in op A4, EXECUTIVE, COM-10, DL,
B5, JIS B5, LETTER, LEGAL
U kunt controleren hoeveel paginas er zijn afgedrukt.
KOPIEEN
Geef aan hoeveel paginas worden afgedrukt. (1:999)
Deze printer kan paginas staand of liggend afdrukken.
AFDRUKSTAND
STAAND of LIGGEND
U kunt deze printer op het juiste papierformaat afstellen.
Submenu Beschrijving
X OFFSET=0
=-500:+500
Verplaats de beginpositie voor het afdrukken
(linker bovenhoek van het papier)
horizontaal – 500 dots (naar links) tot +500
dots (naar rechts) in 300 dpi.
PRINT POSITION
Y OFFSET=0
=-500:+500
Verplaats de beginpositie voor het afdrukken
(linker bovenhoek van het papier) verticaal
500 dots (naar boven) tot +500 dots (naar
beneden) in 300 dpi.
AUTO FF TIME
=UIT/1:99 (sec)
Drukt na de aangegeven tijd de resterende gegevens af zonder dat u
op
Go
hoeft te drukken.
FF SUPPRESS
=UIT/AAN
Zet de functie voor het onderdrukken van de formfeed AAN/UIT.
FONT NR.
=I0000:#####
FONT HOOGTE
=###.##
KIES TEKENSET
PC-8/…
Stel de symboolset of de tekenset in.
PRINT TABEL
Druk de tabel met codes af.
HP LASERJET
AUTO LF
=UIT/AAN
AAN:
CR
!
CR+LF,
UIT:
CR
!
CR
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-27
PRINT MENU (vervolg)
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
AUTO CR
=UIT/AAN
AAN: LF
!
LF+CR, FF+CR, of VT
!
VT+CR
UIT: LF
!
LF, FF
!
FF, of VT
!
VT
AUTO WRAP
=UIT/AAN
Bij het bereiken van de rechterkantlijn gaat de
printer automatisch naar het begin van de
volgende regel.
AUTO SKIP
=AAN/UIT
Bij het bereiken van de ondermarge gaat de
printer automatisch naar het begin van de
volgende regel.
LINKERMARGE
=####
Stel de linkermarge in van 0 t/m 126 kolommen
bij 10 cpi.
RECHTERMARGE
=####
Stel de rechtermarge in van 10 t/m 136
kolommen bij 10 cpi.
BOVENMARGE
=####
Stel de bovenmarge in op een bepaalde afstand
van de bovenste rand van het papier. 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inch Fabrieksinstelling=0,5
ONDERMARGE
=####
Stel de ondermarge in op een bepaalde afstand
van de onderste rand van het papier. 0, 0,33,
0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inch
Fabrieksinstelling: 0,33(Niet HP), 0,5(HP)
HP LASERJET
REGELS
=####
Stelt het aantal regels per pagina in op 5 tot 128
regels.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-28
PRINT MENU (vervolg)
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
FONT NR.
=I0000:#####
FONT HOOGTE
=###.##
KIES TEKENSET
PC-8/…
Stel de symboolset of de tekenset in.
PRINT TABEL
Druk de tabel met codes af.
AUTO LF
=UIT/AAN
AAN: CR
!
CR+LF
UIT: CR
!
CR
AUTO MASK
=UIT/AAN
LINKERMARGE
Stel de linkermarge in van 0 t/m 126
kolommen bij 10 cpi.
RECHTERMARGE
Stel de rechtermarge in van 10 t/m 136
kolommen bij 10 cpi.
BOVENMARGE
Stel de bovenmarge in op een bepaalde
afstand van de bovenste rand van het
papier. 0, 0,33, 0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inch
Fabrieksinstelling=0,33
ONDERMARGE
Stel de ondermarge in op een bepaalde
afstand van de onderste rand van het
papier. 0, 0,33, 0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inch
Fabrieksinstelling=0,33
EPSON FX-850
REGELS
Stelt het aantal regels per pagina in op 5 tot
128 regels.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-29
PRINT MENU (vervolg)
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
FONT NR.
=I0000:#####
FONT HOOGTE
=###.##
KIES TEKENSET
PC-8/…
Stel de symboolset en de tekenset in.
PRINT TABEL
Druk de tabel met codes af.
AUTO LF
=UIT/AAN
AAN: CR
!
CR+LF,
UIT: CR
!
CR
AUTO CR
=UIT/AAN
AUTO MASK
=UIT/AAN
LINKERMARGE
Stel de linkermarge in van 0 t/m 126
kolommen bij 10 cpi.
RECHTERMARGE
Stel de rechtermarge in van 10 t/m 136
kolommen bij 10 cpi.
BOVENMARGE
Stel de bovenmarge in op een bepaalde
afstand van de bovenste rand van het
papier. 0, 0,33, 0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inch
Fabrieksinstelling=0,33
ONDERMARGE
Stel de ondermarge in op een bepaalde
afstand van de onderste rand van het
papier. 0, 0,33, 0,5, 1,0, 1,5 of 2,0 inch
Fabrieksinstelling: 0.33
IBM PROPRINTER
REGELS
Stelt het aantal regels per pagina in op 5 tot
128 regels.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-30
PRINT MENU (vervolg)
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
TEKENSET(STD)
=####
TEKENSET(ALT)
=####
PEN = MAAT
PEN 1 t/m 6
(Grootte plus grijs-percentage voor de
geselecteerde pen instellen.)
HP-GL
PEN # GRIJS
PEN 1 t/m 6
15, 30, 45, 75, 90 of 100 %
(# is het nummer van de geselecteerde
pen)
PRINT FOUTLIJST
=UIT/AAN
BR-SCRIPT
CAPT
=UIT/AAN
CAPT: met Color Advanced Photoscale
Technology zien de grijstinten in grafisch
werk er even scherp uit als in een foto. De
CAPT-instelling kan alleen worden gebruikt
met een resolutie van 600 dpi.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-31
NETWERK (alleen bij gebruik van een netwerk)
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
Submenu
Beschrijving
TCP/IP ENABLE
=AAN/UIT
IP-ADRES=
###.###.###.###
SUBNET MASK=
###.###.###.###
GATEWAY=
###.###.###.###
IP BOOT POGINGEN
=#
TCP/IP
IP-METHODE
=AUTO/STATIC/RARP/BOOTP/DHCP
NETWARE ENABLE
=AAN/UIT
NETWARE
NET FRAME
=AUTO/8023/ENET/8022/SNAP
APPLETALK
=AAN/UIT
NETBEUI
=AAN/UIT
DLC/LLC
=AAN/UIT
BANYAN
=AAN/UIT
LAT
=AAN/UIT
NETBIOS/IP
=AAN/UIT
ENET
=AUTO/100B-FD/100B-HD/10B-FD/10B-HD
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-32
INTERFACE
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
SELECTEREN
=AUTO/USB/PARALLEL/NETWERK
AUTO IF TIME
= 1:99 (sec)
U moet de time-out voor de automatische interfaceselectie instellen.
INPUT BUFFER
= Niveau1:15
Maak de input buffer
groter of kleiner.
HERSTART PRINTER
Bij gebruik van de parallelle interface.
Submenu Beschrijving
HOGE SNELHEID
=AAN/UIT
Zet de snelle parallelle communicatie
AAN/UIT.
PARALLEL
BI-DIR
=AAN/UIT
Zet de bi-directionele parallelle
communicatie AAN/UIT.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-33
RESET MENU
O
O
O
p
p
p
L
L
L
C
C
C
D
D
D
s
s
s
t
t
t
a
a
a
a
a
a
t
t
t
B
B
B
e
e
e
s
s
s
c
c
c
h
h
h
r
r
r
i
i
i
j
j
j
v
v
v
i
i
i
n
n
n
g
g
g
RESET PRINTER
De printer wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen, inclusief de
instellingen die m.b.v. commandos zijn gemaakt, worden teruggesteld
op de eerder met het bedieningspaneel gemaakte instellingen.
RESET
FABR.INST.
De printer wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen, inclusief de
instellingen die m.b.v. commandos zijn gemaakt, worden teruggesteld
op de fabrieksinstellingen. Raadpleeg de lijst van fabrieksinstellingen.
Submenu Beschrijving
FR ROL
Stelt de teller van de fuserreiniger
terug.
OPC RIEM
Stelt de teller van de OPC-riem
terug.
FUSER
Stelt de teller van de
fixeereenheid terug.
120K KIT
Stelt de teller van de 120K Kit
terug.
PI KIT1
Stelt de teller van papierinvoerkit 1
terug.
TELLER
PI KIT2
Stelt de teller van de
papierinvoerkit 2 terug.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-34
Datum en tijd instellen
--MENU--
INFORMATIE
Druk op de toets
+
of
totdat de modus SETUP” wordt
weergegeven.
--MENU--
SETUP
Druk op
Set
.
SETUP
DATUM & TIJD
Druk op
Set
.
DATUM & TIJD
JAAR
Druk op
Set
.
JAAR
=1999
*
Druk op
+
.
JAAR
=2000
Druk op
Set
.
JAAR
=2000
*
Na een korte tijd wordt de volgende melding weergegeven.
DATUM & TIJD
JAAR
Druk op
Set
.
DATUM & TIJD
MAAND
DATUM & TIJD
2000/04/25 10:22
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-35
IP-adres instellen
--MENU--
INFORMATIE
Druk op
+
.
--MENU--
NETWERK
Druk op
Set
.
NETWERK
TCP/IP
Druk op
Set
.
TCP/IP
TCP/IP ENABLE
Druk op
+
.
TCP/IP
IP-ADRES=
Druk op
Set
.
IP-ADRES=
192.0.0.192
*
Het laatste cijfer van het eerste deel van het nummer
knippert.
Druk op de toets
+
of
om een hoger of lager cijfer te
selecteren.
Druk op de toets
Set
om naar het volgende cijfer te gaan.
IP-ADRES=
123.
0.0.192
Herhaal dit totdat u het juiste IP-adres hebt ingesteld.
IP-ADRES=
123.45.67.89
Druk op de toets
Set
om het IP-adres vast te leggen.
IP-ADRES=
123.45.67.89
*
Uiterst rechts op het LCD-scherm wordt een sterretje
weergegeven.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-36
Omtrent de emulatiestanden
Deze printer heeft onderstaande emulatiestanden:
HP LaserJet-emulatie
De HP LaserJet-emulatie (of HP-emulatie) is de emulatie waar deze printer
de Hewlett-Packard LaserJet laserprinter emuleert. Dit type laserprinter
wordt door een groot aantal softwaretoepassingen ondersteund. Als u deze
emulatie selecteert, zal de printer in al deze toepassingen optimaal
presteren.
BR-Script 3-emulatie
BR-Script is een originele paginabeschrijvingstaal van Brother en is tevens
een PostScript
®
taalemulatievertolker. Deze printer ondersteunt level 3. De
BR-Script vertolker van deze printer zorgt dat de printer zonder problemen
hele pagina's tekst en afbeeldingen kan verwerken.
Als u technische informatie over de PostScript-commando's nodig hebt,
verwijzen wij u naar onderstaande handboeken:
Adobe Systems Incorporated.
PostScript Language Reference Manual,
3rd Edition.
Menlo Park: Addison-Wesley Publishing Company, Inc.,
1999.
Adobe Systems Incorporated.
PostScript Language Program Design.
Menlo Park: Addison-Wesley Publishing Company, Inc., 1988.
Adobe Systems Incorporated.
PostScript Language Reference Manual.
Menlo Park: Addison-Wesley Publishing Company, Inc., 1985.
Adobe Systems Incorporated.
PostScript Language Tutorial and
Cookbook.
Menlo Park: Addison-Wesley Publishing Company, Inc.,
1985.
Adobe Systems Incorporated.
PostScript Language Reference Manual,
third Edition.
Addison-Wesley Publishing Company, Inc., 1999.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-37
HP-GL-emulatie
De HP-GL-emulatie is de emulatie waarin deze printer de Hewlett-Packard
plotter model HP-7475A emuleert. Veel grafische en CAD-software
ondersteunt dit type plotter. Als u deze emulatie selecteert, zal de printer in
dergelijke toepassingen optimaal presteren.
EPSON FX-850- en IBM Proprinter XL-emulatie
De EPSON FX-850- en IBM Proprinter XL-emulaties zijn de emulaties waar
deze printer een dot matrix printer emuleert, zodat wordt voldaan aan de
normen van de desbetreffende producent. Sommige toepassingen
ondersteunen deze dot matrix printeremulaties. Als u deze emulatie
selecteert, zal de printer in dergelijke toepassingen optimaal presteren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-38
Lijst van fabrieksinstellingen
In de volgende tabel staat een lijst van de standaardinstellingen die in de
fabriek zijn gemaakt.
Opmerkingen
De instellingen zijn afhankelijk van de gekozen emulatie. De actieve
emulaties staan in onderstaande tabel tussen haakjes.
De volgende instellingen kunnen in het menu RESET FABR.INST. van de
de modus RESET MENU niet worden teruggesteld op de
fabrieksinstellingen: de instellingen voor interface, HRC,
paginabescherming, schaalbaar font, paneelslot en paginateller, en de taal
voor de meldingen op het LCD-scherm.
De instelling voor het aantal af te drukken exemplaren wordt altijd
teruggezet naar de fabrieksinstelling als u de printer uit- en weer aanzet.
De instellingen van NETWERK kunnen niet via het bedieningspaneel
worden teruggesteld. Als u de afdrukserver op de standaardinstellingen
wilt terugstellen (alle informatie terugstellen, zoals wachtwoord en IP-
adres), moet u de toets Network Test op de netwerkkaart (NC-4100h) ten
minste 5 seconden ingedrukt houden.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-39
M
M
M
O
O
O
D
D
D
U
U
U
S
S
S
M
M
M
E
E
E
N
N
N
U
U
U
F
F
F
a
a
a
b
b
b
r
r
r
i
i
i
e
e
e
k
k
k
s
s
s
i
i
i
n
n
n
s
s
s
t
t
t
e
e
e
l
l
l
l
l
l
i
i
i
n
n
n
g
g
g
BRON
=AUTO
HANDINVOER
=UIT
PAPIER
DUPLEX
=UIT
HRC
=NORMAAL
KWALITEIT
TONER BESPAREN
=UIT
TAAL
=ENGLISH
STROOMBESP. NA
=30MIN
AUTO CONTINUE
=UIT
PANEELSLOT
=UIT
REPRINT
=AAN
PAG.BESCHERMING
=AUTO
EMULATIE
=AUTO(EPSON)
BEWAAR PCL
=UIT
RAMDISK SIZE
=#MB
SETUP
STIJL TIJD
=JJ/MM/DD uu:mm
PAPIERSOORT
=NORMAAL PAPIER
PAPIER
=A4/LETTER
KOPIEEN
=1
AFDRUKSTAND
=STAAND
PRINT POSITION
X OFFSET=0
Y OFFSET=0
AUTO FF TIME
=5
PRINT MENU
FF SUPPRESS
=UIT
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-40
M
M
M
O
O
O
D
D
D
U
U
U
S
S
S
M
M
M
E
E
E
N
N
N
U
U
U
F
F
F
a
a
a
b
b
b
r
r
r
i
i
i
e
e
e
k
k
k
s
s
s
i
i
i
n
n
n
s
s
s
t
t
t
e
e
e
l
l
l
l
l
l
i
i
i
n
n
n
g
g
g
FONT NR.=59
FONT
HOOGTE/PUNTS=10,00/12,00
SYMBOOL/TEKENSET=PC8
AUTO LF=UIT
AUTO CR=UIT
AUTO WRAP=UIT
AUTO SKIP=AAN
LINKERMARGE=####
RECHTERMARGE=####
BOVENMARGE=####
ONDERMARGE=####
HP LASERJET
REGELS=####
FONT NR.=59
FONT
HOOGTE/PUNTS=10,00/12,00
SYMBOOL/TEKENSET=US ASCII
AUTO LF=UIT
AUTO MASK=UIT
LINKERMARGE=####
RECHTERMARGE=####
BOVENMARGE=####
ONDERMARGE=####
PRINT MENU
(vervolg)
EPSON FX-850
REGELS=####
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-41
M
M
M
O
O
O
D
D
D
U
U
U
S
S
S
M
M
M
E
E
E
N
N
N
U
U
U
F
F
F
a
a
a
b
b
b
r
r
r
i
i
i
e
e
e
k
k
k
s
s
s
i
i
i
n
n
n
s
s
s
t
t
t
e
e
e
l
l
l
l
l
l
i
i
i
n
n
n
g
g
g
FONT NR.=59
FONT
HOOGTE/PUNTS=10,00/12,00
SYMBOOL/TEKENSET=PC8
AUTO LF=UIT
AUTO CR=UIT
LINKERMARGE=####
RECHTERMARGE=####
BOVENMARGE=####
ONDERMARGE=####
IBM PROPRINTER
REGELS=####
TEKENSET(STD)=###
TEKENSET(ALT)=###
PEN = MAAT
HP-GL
PEN # GRIJS
FOUTLIJST=UIT
PRINT MENU
(vervolg)
BR-SCRIPT
CAPT=UIT
TCP/IP ENABLE=AAN
IP-METHODE=AUTO
IP-ADRES=192.0.0.192
SUBNET MASK=0.0.0.0
GATEWAY=0.0.0.0
IP BOOT POGINGEN=3
NETWERK TCP/IP
IP-METHODE=AUTO
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-42
M
M
M
O
O
O
D
D
D
U
U
U
S
S
S
M
M
M
E
E
E
N
N
N
U
U
U
F
F
F
a
a
a
b
b
b
r
r
r
i
i
i
e
e
e
k
k
k
s
s
s
i
i
i
n
n
n
s
s
s
t
t
t
e
e
e
l
l
l
l
l
l
i
i
i
n
n
n
g
g
g
NETWARE ENABLE=AAN
NETWARE
NET FRAME=AUTO
APPLETALK
=AAN
NETBEUI
=AAN
DLC/LLC
=AAN
BANYAN
=AAN
LAT
=AAN
NETBIOS/IP
=AAN
NETWERK
(vervolg)
ENET
=AUTO
SELECTEREN
=AUTO
AUTO IF TIME
=5
INPUT BUFFER
=NIVEAU 3
HOGE SNELH=AAN
INTERFACE
PARALLEL
BI-DIR=AAN
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
H
H
H
O
O
O
O
O
O
F
F
F
D
D
D
S
S
S
T
T
T
U
U
U
K
K
K
5
5
5
O
O
O
N
N
N
D
D
D
E
E
E
R
R
R
H
H
H
O
O
O
U
U
U
D
D
D
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-1
D
D
E
E
V
V
E
E
R
R
B
B
R
R
U
U
I
I
K
K
S
S
A
A
R
R
T
T
I
I
K
K
E
E
L
L
E
E
N
N
V
V
E
E
R
R
V
V
A
A
N
N
G
G
E
E
N
N
Onderstaande verbruiksartikelen moeten periodiek worden vervangen.
Wanneer een van deze onderdelen aan vervanging toe is, wordt op het
LCD-scherm een waarschuwingsmelding weergegeven.
De printer stopt met afdrukken wanneer de volgende meldingen
verschijnen:
Waarschuwingsmelding op
LCD-scherm
Te vervangen
artikel
Vervangen na
ongeveer
Hoe gaat
u te werk
Bestelnr
.
TONER OP X
Vervang de X tonercartridge.
Tonercartridge
C = Cyaan,
M = Magenta,
Y = Geel,
K = Zwart
12.000 pagina's
(Zwart)
7200 pagina's
(Cyaan,
Magenta, Geel)
*1
Zie 5-5 TN-03BK
TN-03C
TN-03M
TN-03Y
TONERDOOS VOL
Vervang de doos voor
afgewerkte toner.
Doos voor
afgewerkte
toner
18.000 beelden
*1 *4
Zie 5-16
WT-3CL
OLIE OP
Vervang de oliefles.
Oliefles 12.000 pagina's Zie 5-9 FO-2CL
FFR VERVANGEN
Vervang de fuserreiniger.
Fuserreiniger
12.000 pagina’s
*1
Zie 5-13 CR-3CL
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-2
In onderstaande tabel staan de onderhoudsmeldingen, die op het LCD-
scherm worden weergegeven als de printer in de status GEREED staat.
Deze meldingen waarschuwen u dat u de verbruiksartikelen moet
vervangen voordat ze helemaal op zijn. Voorkom onnodig ongemak, zorg
ervoor dat u reserveartikelen bij de hand hebt voordat de printer stopt met
afdrukken.
Waarschuwingsmelding op
LCD-scherm
Te vervangen
artikel
Vervangen na
ongeveer
Hoe gaat
u te werk
Bestelnr.
GEREED
! " " "
K C M Y
Toner-
cartridge,
zwart
12.000
pagina's
*1 *2
Zie 5-5
TN-03BK
GEREED
" ! ! !
K C M Y
Toner-
cartridge,
Cyaan /
Magenta /
Geel
7200 pages
*1 *2
Zie 5-5
TN-03C
TN-03M
TN-03Y
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-3
In onderstaande tabel staan de onderhoudsmeldingen, die afwisselend met
de melding GEREED” op de bovenste regel van het LCD-scherm worden
weergegeven als de printer in de status GEREED staat. Deze meldingen
waarschuwen u dat u het artikel in kwestie zo spoedig mogelijk dient te
vervangen, omdat het bijna helemaal verbruikt is. De printer kan nog steeds
afdrukken wanneer een van deze meldingen op het LCD-scherm staat.
Waarschuwingsmelding op
LCD-scherm
Te vervangen
artikel
Vervangen na
ongeveer
Hoe
gaat u te
werk
Bestelnr
.
FRR VERVANGEN
!"
GEREED
Fuserreiniger
12.000
pagina's
*1
Zie 5-13 CR-3CL
VERVANG OPC RIEM
!"
GEREED
Cassette met
OPC-riem
60.000 beelden
(onafgebroken
afgedrukt) *4
Zie 5-18 OP-3CL
FUSER VERVANGEN
!"
GEREED
Fuser
60.000
pagina's
*1
Zie 5-23
VERVANG 120K KIT
!"
GEREED
Drumreiniger,
Papier-
ontlader,
Transferrol,
Pick-up rol,
Scheidings-
kussentje,
Transferdrum
120.000
pagina's
Zie 5-27
*3
T.DOOS BIJNA VOL
!"
GEREED
Doos voor
afgewerkte
toner
18.000 beelden Zie 5-16
OLIE BIJNA OP
!"
GEREED
Oliefles
12.000
pagina’s
Zie 5-9 FO-2CL
Opmerking
Voor het ozonfilter verschijnt geen melding op het LCD-scherm. Dit filter
moet echter elk jaar worden vervangen.
*1 - Bij een bladvulling van 5 % (A4-/Letter-formaat).
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-4
Opmerking
De tonercartridges die met de nieuwe printer worden geleverd, bevatten
slechts half zoveel toner als normale tonercartridges (6000 pagina's (Zwart)
en 3600 pagina's (Cyaan, Magenta en Geel).
*2 - Als de Cyaan en Magenta tonercartridges bijvoorbeeld bijna leeg zijn,
is de indicatie “
" ! ! "
(
!
= knippert
"
)
K C M Y
Als de Cyaan en de Magenta tonercartridges helemaal leeg zijn, verdwijnt
de indicatie
"
.
*3 - Raadpleeg uw plaatselijke dealer/wederverkoper voor informatie over
het vervangen van de pick-up rol, het scheidingskussentje en de
transferdrum.
*4 - Definitie van pagina’s: eigenlijke nummer van uitgevoerde pagina.
Definitie van beelden:
als het beeld op een pagina slechts één kleur bevat (Cyaan, Magenta,
Geel of Zwart) => 1 beeld, 2 kleuren => 2 beelden, 3 kleuren => 3
beelden, 4 kleuren => 4 beelden.
Opmerking
Afgewerkte verbruiksartikelen moeten conform plaatselijk geldende
voorschriften worden weggegooid. Raadpleeg bij twijfel een bevoegde
instantie of uw dealer/wederverkoper. Zorg ervoor dat de
verbruiksartikelen altijd goed verpakt worden weggeworpen, zodat er
geen resten materiaal uit kunnen vallen. Gooi de verbruiksartikelen nooit
met het huisvuil weg.
Het is raadzaam de verbruiksartikelen op een stuk papier of doek te
plaatsen, voor het geval dat het materiaal in het artikel per ongeluk
wordt geknoeid.
Opmerking
Als u papier gebruikt dat niet een precies equivalent is van het
gespecificeerde papier, zullen de verbruiksartikelen en onderdelen
waarschijnlijk minder lang meegaan.
De bij benadering gegeven levensduur is gebaseerd op een gemiddelde
bladvulling van 5% van het bedrukbare gedeelte met gebruikmaking van
een willekeurige tonercartridge. Hoe vaak de cartridges vervangen
moeten worden, hangt af van de complexiteit van de afgedrukte
pagina's, het bladvullingspercentage en de gebruikte papiersoort.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-5
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
N
N
N
E
E
E
R
R
R
C
C
C
A
A
A
R
R
R
T
T
T
R
R
R
I
I
I
D
D
D
G
G
G
E
E
E
S
S
S
!
Let op
Wij raden u met klem aan om alleen originele tonercartridges van Brother te
gebruiken. Gebruik van andere of opnieuw gevulde tonercartridges kan de
garantie op deze printer doen vervallen.
Wanneer de toner bijna op is
Controleer de afgedrukte pagina’s regelmatig, en ook de paginateller en de
meldingen op het LCD-scherm. Als de indicatie
"
begint te knipperen (
!
),
betekent dit dat de toner bijna op is, of niet gelijkmatig in de cartridges is
verdeeld.
GEREED
"
!
!
"
K C M Y
*K betekent Zwart, C betekent Cyaan, M betekent Magenta en Y betekent
Geel.
Hoewel u nog ongeveer 300 (Zwart) / 500 (Cyaan, Magenta en Geel)
pagina's kunt afdrukken (bij een bladvulling van 5%) wanneer u de eerste
waarschuwing krijgt dat de toner bijna op is, is het toch verstandig om de
tonercartridge te vervangen voordat deze helemaal leeg is. Als de toner
helemaal op is, verdwijnt de indicatie
"
van het LCD-scherm.
Wanneer de toner op is
Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt en de printer met
afdrukken stopt, moet(en) de tonercartridge(s) worden vervangen.
TONER OP
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-6
De tonercartridges vervangen
!
Waarschuwing
Gooi de tonercartridge nooit in het vuur. Dit kan namelijk een
ontploffing veroorzaken.
!
Let op
Ga voorzichtig met de tonercartridges om wanneer u ze gaat vervangen,
er kan toner uit knoeien.
Wij raden u met klem aan om alleen originele tonercartridges van
Brother te gebruiken. Gebruik van andere of opnieuw gevulde
tonercartridges kan de garantie op deze printer doen vervallen.
Opmerking
Voor een optimale afdrukkwaliteit moeten originele Brother-
tonercartridges worden gebruikt. Tonercartridges van andere merken
werken mogelijk niet in deze printer.
De dealer waar u uw printer hebt gekocht kan u vertellen waar u
originele Brother-toebehoren kunt krijgen.
Voor het vervangen van de tonercartridge(s) volgt u onderstaande stappen:
1.
Maak de voorklep van de
printer open.
Afb. 5
-
1
2.
Neem de oude tonercartridge(s) uit de printer.
3.
Neem de nieuwe tonercartridge uit de doos.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-7
4.
Schud elke nieuwe tonercartridge enkele malen heen en weer, en
verwijder het label met het opschrift REMOVE en de oranje bescherming.
Afb. 5
-
2
5.
Plaats de nieuwe tonercartridge(s). Let erop dat u de juiste cartridge op de
juiste plaats installeert. Schuif de cartridges voorzichtig in de printer.
Probeer de nieuwe tonercartridges niet met kracht in de printer te duwen.
Ze behoren losjes op de geleiders te rusten en worden op hun plaats
gedrukt wanneer de voorklep wordt gesloten. Om te voorkomen dat u de
verkeerde kleur op de verkeerde plaats installeert, zijn de cartridges
makkelijk van elkaar te onderscheiden. Let erop dat u de juiste kleur toner
op de juiste plaats installeert, zoals aangegeven op het etiket.
C
M
Y
K
K
Y
M
C
Afb. 5
-
3
6.
Sluit de voorklep.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-8
!
Let op
Plaats de tonercartridge(s) voorzichtig in de printer. Probeer ze niet
met kracht in de printer te duwen. Ze behoren losjes op de geleiders
te rusten en worden op hun plaats gedrukt wanneer de voorklep wordt
gesloten.
De printer kan worden beschadigd als u verbruiksartikelen gebruikt
van een ander merk dan Brother, of als u opnieuw gevulde cartridges
gebruikt. Bovendien kan hierdoor uw garantie vervallen.
Een tonercartridge mag nooit op zijn kant of ondersteboven worden
gezet.
Plaats de tonercartridges onmiddellijk nadat de bescherming is
verwijderd. Raak het in onderstaande afbeelding gearceerde vlak niet
aan.
Afb. 5
-
4
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-9
D
D
D
E
E
E
O
O
O
L
L
L
I
I
I
E
E
E
F
F
F
L
L
L
E
E
E
S
S
S
Wanneer de olie bijna op is
Als de oliefles bijna leeg is, verschijnt onderstaande melding op het LCD-
scherm. Zorg dat u een nieuwe fles olie bij de hand hebt. Wanneer deze
melding verschijnt kunt u nog ongeveer 30 pagina’s afdrukken.
OLIE BIJNA OP !
!!
!"
""
" GEREED
Wanneer de olie op is
Als de oliefles helemaal leeg is, verschijnt onderstaande melding op het
LCD-scherm en stopt de printer met afdrukken. Wanneer deze melding
verschijnt, moet de oliefles worden vervangen.
OLIE OP
Vervang de oliefles.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-10
!
Waarschuwing
De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET. Wacht met het
vervangen van de oliefles totdat de fuser voldoende is afgekoeld.
U kunt uzelf aan de HETE onderdelen (in onderstaande afbeelding
gearceerd weergegeven) verwonden.
!
Let op
Let erop dat u geen olie in de printer knoeit. Dit kan aanzienlijke schade
veroorzaken en de garantie doen vervallen. Knoeit u toch olie, raadpleeg
dan uw dealer of een door Brother erkend servicemonteur.
Draai de dop van de oliefles niet los, daar er anders olie uit kan lekken.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-11
De oliefles vervangen
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten en wacht totdat hij
voldoende is afgekoeld.
2.
Maak de bovenklep open.
3.
Maak de sluithendels van de
oliefles los. Zie afbeelding.
Afb. 5
-
5
4.
Neem de lege oliefles uit de fuser. Houd een vel papier onder de oliefles
zodat er geen olie in de printer kan worden geknoeid en til de oliefles uit
de fuser. Beweeg de oliefles naar rechts uit de printer. Let erop dat u geen
olie in de printer knoeit. Dit kan de printer ernstig beschadigen.
Afb. 5
-
6
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-12
5.
Plaats de nieuwe oliefles met het
etiket naar u toe in de fuser. Om
installatie op de onjuiste plaats te
voorkomen is de oliefles
makkelijk herkenbaar gemaakt.
Afb. 5
-
7
6.
Zet de oliefles met de hendel stevig vast.
7.
Sluit de bovenklep.
8.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-13
D
D
D
E
E
E
F
F
F
U
U
U
S
S
S
E
E
E
R
R
R
R
R
R
E
E
E
I
I
I
N
N
N
I
I
I
G
G
G
E
E
E
R
R
R
Wanneer de fuserreiniger bijna aan vervanging toe is
Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt, is de fuserreiniger
bijna aan vervanging toe. Zorg dat u een nieuwe bij de hand hebt.
FRR VERVANGEN
!"
GEREED
Wanneer de fuserreiniger moet worden vervangen
Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt en de printer stopt
met afdrukken, moet de fuserreiniger worden vervangen.
FFR VERVANGEN
Vervang de fuserreiniger.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-14
De fuserreiniger vervangen
!
Waarschuwing
De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET! Wacht met het
vervangen van de fuserreiniger totdat de fuser voldoende is afgekoeld.
U kunt uzelf aan de HETE onderdelen verwonden.
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten en wacht totdat hij
voldoende is afgekoeld.
2.
Maak de bovenklep open.
3.
Maak de sluithendels van de
oliefles aan weerskanten los. Zie
afbeelding.
Afb. 5-8
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-15
4.
Houd de hendel van de
fuserreiniger vast en neem de
fuserreiniger uit de fuser. Zie
afbeelding.
Afb. 5
-
9
5.
Installeer de nieuwe fuserreiniger
in de geleider, met de zijde met
de rol naar u toe gericht.
Afb. 5
-
10
6.
Zet de fuserreiniger met de sluithendels van de oliefles vast.
7.
Sluit de bovenklep.
8.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
9.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
10.
Druk op
+
of
totdat RESET MENU” wordt weergegeven.
11.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of
totdat TELLER” wordt weergegeven.
12.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
+
. FR ROL” wordt weergegeven.
13.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
Go
. De printer staat nu in de status
GEREED.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-16
D
D
D
E
E
E
D
D
D
O
O
O
O
O
O
S
S
S
V
V
V
O
O
O
O
O
O
R
R
R
A
A
A
F
F
F
G
G
G
E
E
E
W
W
W
E
E
E
R
R
R
K
K
K
T
T
T
E
E
E
T
T
T
O
O
O
N
N
N
E
E
E
R
R
R
Nadat er ongeveer 18.000 paginas zijn afgedrukt met een bladvulling van
5%, moet de doos voor afgewerkte toner worden vervangen.
T.DOOS BIJNA VOL
!"
GEREED
Wanneer de tonerdoos vol is
Als de doos voor afgewerkte toner vol is, verschijnt onderstaande melding
op het LCD-scherm en stopt de printer met afdrukken. Dit betekent dat u de
doos moet vervangen.
TONERDOOS VOL
Vervang de doos voor afgewerkte toner.
!
Waarschuwing
De doos voor afgewerkte toner mag nooit opnieuw worden gebruikt.
De doos voor afgewerkte toner vervangen
!
Waarschuwing
Gooi de doos met afgewerkte toner nooit in het vuur. Dit kan
namelijk een ontploffing veroorzaken.
Let erop dat u geen toner knoeit. Zorg ervoor dat u geen toner
inademt en dat er geen toner in uw ogen komt.
!
Let op
Ga voorzichtig te werk als u de doos voor afgewerkte toner vervangt, zorg
ervoor dat er geen toner op uw handen of kleren kan worden geknoeid.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-17
1.
Maak de voorklep open.
2.
Neem de doos met afgewerkte
toner uit zijn houder. Deze houder
bevindt zich rechtsonder in de
printer. Let erop dat u geen toner
knoeit.
Afb. 5
-
11
3.
Haal het sluitzegel van de
linkerkant van de tonerdoos af.
Sluit de opening van de
tonerdoos met dit zegel af. Zie
afb. 5-12; deze afbeelding
illustreert waar het zegel geplakt
moet worden. Doe de doos met
afgewerkte toner in de
meegeleverde plastic zak, sluit
deze zak goed af en gooi de doos
weg. Gooi de doos met
afgewerkte toner weg in
overeenstemming met plaatselijk
geldende reguleringen.
Afb. 5
-
12
4.
Plaats de nieuwe doos voor afgewerkte toner in de houder.
5.
Sluit de voorklep.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-18
D
D
D
E
E
E
C
C
C
A
A
A
S
S
S
S
S
S
E
E
E
T
T
T
T
T
T
E
E
E
M
M
M
E
E
E
T
T
T
D
D
D
E
E
E
O
O
O
P
P
P
C
C
C
-
-
-
R
R
R
I
I
I
E
E
E
M
M
M
Wanneer de cassette met de OPC-riem moet worden
vervangen
Als de cassette met de OPC-riem aan vervanging toe is, verschijnt
onderstaande melding op het LCD-scherm. Dit betekent dat u de cassette
met de OPC-riem moet vervangen.
VERVANG OPC RIEM
!"
GEREED
!
Let op
Raak het oppervlak van de cassette met de OPC-riem niet aan. Doet u
dit toch, dan kan de afdrukkwaliteit te wensen overlaten.
De cassette met de OPC-riem mag niet langer dan twee minuten aan
licht worden blootgesteld (niet meer dan 800 lux). Als hij langer wordt
blootgesteld, kan de afdrukkwaliteit te wensen overlaten. Zorg ervoor dat
de voorklep van de printer openstaat VOORDAT u de bovenklep
openmaakt om de cassette met de OPC-riem te vervangen.
Schade als gevolg van het onjuist hanteren van de cassette met de
OPC-riem kan de garantie doen vervallen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-19
De cassette met de OPC-riem vervangen
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten.
2.
Maak de voorklep en vervolgens de bovenklep open.
3.
Trek de groene sluithendels aan
weerskanten van de cassette
naar u toe.
Afb. 5
-
13
4.
Neem de cassette met de OPC-
riem uit de printer.
Afb. 5
-
14
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-20
5.
Verwijder de spanningspennen
aan weerskanten van de nieuwe
cassette.
Afb. 5
-
15
Verwijder het beschermende vel
van de nieuwe cassette met
OPC-riem. Zorg ervoor dat u het
groene gedeelte van de cassette
niet aanraakt.
Afb. 5
-
16
6.
Plaats de nieuwe cassette met
de platte kant naar u toe in de
geleiders.
Afb. 5
-
17
7.
Duw de sluithendels aan weerskanten van de cassette naar achteren om
de cassette in de printer vast te zetten.
8.
Sluit de voorklep en de bovenklep.
9.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-21
10.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
11.
Druk op
+
of totdat RESET MENU” wordt weergegeven.
12.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of totdat TELLER” wordt weergegeven.
13.
Druk op
Set
en vervolgens op
+
of totdat "OPC RIEM" wordt
weergegeven.
14.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
Go
. De printer staat nu in de status
GEREED.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-22
H
H
H
E
E
E
T
T
T
O
O
O
Z
Z
Z
O
O
O
N
N
N
F
F
F
I
I
I
L
L
L
T
T
T
E
E
E
R
R
R
Het ozonfilter
Het ozonfilter moet eenmaal per jaar worden vervangen. Dit om te
voorkomen dat er ozon uit de printer komt.
!
Let op
Het ozonfilter dient eenmaal per jaar te worden vervangen. Doet u dit niet,
dan zal de printer een merkbare ozongeur afgeven.
Het ozonfilter vervangen
1.
Verschuif het hoekpaneeltje aan
de achterkant en verwijder dit.
Afb. 5
-
18
2.
Haal de ozonfilterhouder uit het
hoekpaneeltje aan de achterkant.
Afb. 5
-
19
3.
Plaats de nieuwe ozonfilterhouder in het hoekpaneeltje aan de achterkant.
4.
Schuif het hoekpaneeltje weer op zijn plaats.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-23
D
D
D
E
E
E
F
F
F
U
U
U
S
S
S
E
E
E
R
R
R
De fuser
Wanneer onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt, moet de
fuser worden vervangen.
FUSER VERVANGEN !
!!
!"
""
" GEREED
!
Waarschuwing
De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET. Wacht met het
vervangen van de fuser totdat de fuser voldoende is afgekoeld.
U kunt uzelf aan de HETE onderdelen verwonden.
!
Waarschuwing
Nadat de fuser is vervangen, moet u ongeveer 30 minuten wachten, pas
dan mag u gaan afdrukken; dit om de olie in de nieuwe fuser te laten
circuleren.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-24
De fuser vervangen
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. Haal de stekker
uit het stopcontact. Wacht met het vervangen van de fuser totdat de
printer voldoende is afgekoeld; dit om verwondingen te voorkomen.
2.
Maak de bovenklep open.
3.
Draai de twee lange schroeven
los, zodat u de fuser uit de printer
kunt nemen (zie afbeelding).
Afb. 5
-
20
Opmerking
Als u een nieuwe fuser meteen in gebruik neemt, kan dit de afdrukkwaliteit
nadelig beïnvloeden.
Nadat de fuser is vervangen, moet u ongeveer 30
minuten wachten, pas dan mag u gaan afdrukken; dit om de olie door
de verwarmingsrol te laten circuleren.
4.
Houd de fuser aan weerskanten
aan de hendels vast en til hem uit
de printer.
Afb. 5
-
21
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-25
!
Let op
Als u de fuser uit de printer haalt, dient u hem horizontaal te houden, zodat
er geen olie kan worden geknoeid. Als er olie in de printer wordt geknoeid,
kan dit aanzienlijke schade veroorzaken.
5.
Haal de oliefles en de fuserreiniger uit de fuser.
6.
Plaats de nieuwe fuser in de
printer. Zorg ervoor dat de fuser
zo ver mogelijk in de printer
wordt gedrukt, zodat hij goed op
zijn plaats zit.
Afb. 5
-
22
7.
Zet de fuser met de twee lange
schroeven vast.
Afb. 5
-
23
8.
Plaats de fuserreiniger en de oliefles in de nieuwe fuser en zet de
sluithendels van de oliefles vast. Let erop dat u geen olie in de printer
knoeit. Dit kan de printer beschadigen.
9.
Sluit de bovenklep.
10.
Steek de stekker in het stopcontact.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-26
Opmerking
Als de fuserreiniger er niet goed meer uitziet, is het raadzaam om de
fuserreiniger samen met de fuser te vervangen. De teller voor de
fuserreiniger moet dan ook worden teruggesteld. Raadpleeg pagina 5-15
voor instructies hierover.
Het is mogelijk om met een nieuwe fuser een gedeeltelijk gebruikte oliefles
te gebruiken.
Nadat de fuser is vervangen, moet u ongeveer 30 minuten wachten,
pas dan mag u gaan afdrukken; dit om de olie door de
verwarmingsrol te laten circuleren.
11.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
12.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
13.
Druk op
+
of totdat RESET MENU” wordt weergegeven.
14.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of totdat TELLER” wordt weergegeven.
15.
Druk op
Set
en vervolgens op
+
of
totdat "FUSER" wordt
weergegeven.
16.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
Go
. De printer staat nu in de status
GEREED.
!
Let op, Waarschuwing
Ga uiterst voorzichtig te werk wanneer u de fuser vervangt. Gebruik er
geen kracht bij, de fuser moet gemakkelijk in de printer passen. Als de
fuser er niet makkelijk in schuift, dient u te controleren dat de connector
vrij kan bewegen.
Geen kracht gebruiken! Dit kan de printer en de fuser beschadigen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-27
1
1
1
2
2
2
0
0
0
K
K
K
K
K
K
I
I
I
T
T
T
120K Kit
Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt, moet u de items
in de 120k kit vervangen. Dit pakket bevat de drumreiniger, papierontlader,
transferrol, pick-up rol, het scheidingskussentje en de transferdrum.
Opmerking
Het door de gebruiker zelf vervangen van bepaalde items in het 120K
pakket
wordt afgeraden
.
Raadpleeg onderstaande instructies voor het vervangen van de
drumreiniger, papierontlader en transferrol.
Raadpleeg uw plaatselijke Brother-wederverkoper of
onderhoudscentrum voor informatie over het vervangen van de pick-up
rol, het scheidingskussentje en de transferdrum.
Raadpleeg de wederverkoper waar u de printer heb gekocht als
onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt.
VERVANG 120K KIT !"
GEREED
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-28
De drumreiniger
!
Let op
Beide uiteinden van de drumreiniger bevatten metalen lagers die het bias-
element met de elektrische voeding verbinden. Deze dienen tijdens het
installeren van de drumreiniger op juiste wijze te worden aangesloten.
Controleer de aansluiting op de oude drumreiniger voordat u de drumreiniger
gaat vervangen.
De drumreiniger vervangen
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten.
2.
Maak de bovenklep open.
3.
Haal de kap van de drumreiniger
af.
Afb. 5
-
24
4.
Houd de drumreiniger aan
weerskanten vast en til hem naar
boven uit de printer.
Afb. 5
-
25
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-29
5.
Reinig het gedeelte waar de
nieuwe drumreiniger moet worden
geïnstalleerd met een katoenen
doek.
Afb. 5-26
6.
Installeer de nieuwe drumreiniger
in de printer. Hiertoe plaatst u de
koperen lagers voorzichtig in de
geleiders en drukt u de hendel
naar beneden tot de lagers op
hun plaats klikken. Controleer
nadat u de drumreiniger hebt
geïnstalleerd dat deze in de
behuizing een stukje omhoog kan
bewegen (lichtjes rond de lagers
roterend).
Afb. 5
-
27
7.
Zet kap van de drumreiniger weer op zijn plaats en sluit de bovenklep.
8.
Steek de stekker in het stopcontact.
9.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
10.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
11.
Druk op
+
of
totdat RESET MENU” wordt weergegeven.
12.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of
totdat TELLER” wordt weergegeven.
13.
Druk op
Set
en vervolgens op
+
of
totdat "120K KIT" wordt
weergegeven.
14.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
Go
. De printer staat nu in de status
GEREED.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-30
De papierontlader
!
Let op
Raak de spanningvoerende draad NIET aan!
Afb. 5-28
De papierontlader vervangen
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten.
2.
Maak de achterklep van de printer open.
3.
Neem de papierontlader uit de
transfereenheid door er
voorzichtig op te drukken en de
ontlader vervolgens naar rechts
te schuiven, totdat hij vrijkomt.
Houd de rechterkant van de
papierontlader vast en trek hem
naar boven uit de eenheid.
Afb. 5-29
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-31
4.
Reinig het gedeelte waar de
nieuwe papierontlader moet
worden geïnstalleerd met een
katoenen doek.
Afb. 5-30
5.
Installeer de nieuwe
papierontlader in de
transfereenheid. Hiervoor voert u
de procedure voor het
verwijderen in omgekeerde
volgorde uit.
Afb. 5
-
31
6.
Steek de stekker in het stopcontact.
7.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
8.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
9.
Druk op
+
of
totdat RESET MENU” wordt weergegeven.
10.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of
totdat TELLER” wordt weergegeven.
11.
Druk op
Set
en vervolgens op
+
of
totdat "120K KIT" wordt
weergegeven.
12.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
Go
. De printer staat nu in de status
GEREED.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-32
De transferrol vervangen
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten.
2.
Maak de achterklep van de printer open.
3.
Maak de sluithendels aan
weerskanten van de transferrol
los en til deze hendels op om de
transferrol vrij te geven.
Afb. 5
-
32
4.
Neem de transferrol uit de printer
door de rechterkant van de
transferrol voorzichtig omhoog te
tillen. Schuif de rol naar rechts
om hem uit de printer te halen.
Afb. 5-33
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-33
5.
Installeer de nieuwe transferrol
als volgt: houd de sluithendels
van transferrol vast en zet de
pennen op de hendels (aan
weerskanten) schuin, zodat ze in
de groeven van de transferdrum
passen. Zet de transferrol op de
pennen en druk de rol op de
veren, zoals hieronder afgebeeld.
Afb. 5
-
34
Afb. 5-35
Afb. 5-36
6.
Duw de sluithendels naar beneden om de transferrol op zijn plaats vast te
zetten.
7.
Sluit de achterklep van de printer.
8.
Steek de stekker in het stopcontact.
9.
Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
As van transferrol
Veer
Sluithendels
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-34
Opmerking
Het door de gebruiker vervangen van bepaalde onderdelen wordt
afgeraden.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer/wederverkoper voor informatie
over het vervangen van de pick-up rol, het scheidingskussentje
en de transferdrum.
Nadat uw dealer of een door Brother erkend onderhoudsmonteur
de pick-up rol, het scheidingskussentje en de transferdrum heeft
vervangen, dient hij stap 10 t/m 14 uit te voeren.
Als alleen de papierontlader
en de transferrol worden vervangen,
hoeft de teller niet te worden teruggesteld. Dit hoeft pas te
gebeuren wanneer de andere onderdelen van de 120K kit zijn
vervangen.
10.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
11.
Druk op
+
of totdat RESET MENU” wordt weergegeven.
12.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of totdat TELLER” wordt weergegeven.
13.
Druk op
Set
en vervolgens op
+
of
totdat "120K KIT" wordt
weergegeven.
14.
Druk op
Set
en druk vervolgens op
Go
. De printer staat nu in de status
GEREED.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-35
D
D
E
E
P
P
R
R
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
R
R
E
E
I
I
N
N
I
I
G
G
E
E
N
N
De binnen- en buitenkant van de printer moeten regelmatig met een droge,
zachte doek worden gereinigd. Als er tonervlekken op een pagina staan,
moet het inwendige van de printer met een droge, zachte doek worden
gereinigd.
Wij raden u aan om de papiergeleider, de registreringsrol en de uitvoerrol
na elke 20.000 pagina's of elke 12 maanden te vervangen.
De buitenkant van de printer reinigen
De buitenkant van de printer wordt als volgt gereinigd:
1.
Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Neem de papiercassette uit de printer.
3.
Veeg met een zachte doek alle stof van de behuizing af. Als de behuizing
grondig gereinigd moet worden, bevochtigt u de doek in water en wringt u
hem vervolgens goed uit.
Opmerking
Gebruik voor het reinigen alleen water. Vluchtige middelen zoals
verdunner of benzine beschadigen de behuizing van de printer.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen die ammoniak bevatten. Dit kan de
printer beschadigen, in het bijzonder de tonercartridges.
Afb. 5
-
37
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-36
4.
Reinig de papiergeleider met een droge, zachte doek. Als er papier of iets
anders in de papiercassette vastzit, moet dit worden verwijderd.
Afb. 5-38
5.
Installeer de papiercassette in de printer.
6.
Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
De printer periodiek reinigen
Opmerking
Als u de binnenkant van de printer reinigt, dient u rekening te houden met
het volgende:
Als er toner op uw kleding komt, veegt u ze dan met een droge doek
schoon en was ze onmiddellijk in koud water; dit om vlekken te
voorkomen.
De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET. Zorg dat u de in
onderstaande afbeelding gearceerde onderdelen nooit aanraakt.
De transferrol mag nooit worden aangeraakt of gereinigd, daar dit de
afdrukkwaliteit nadelig zou beïnvloeden.
Let erop dat u geen toner inademt.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-37
De binnenkant van de printer wordt als volgt gereinigd:
1.
Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Maak de achterklep van de printer open.
3.
Reinig de registratierol en de pick-up rol met een droge, zachte doek; dit
om te voorkomen dat het papier vastloopt.
Afb. 5-39
!
Let op
Let erop dat de papiersensor tijdens het reinigen van de pick-up rol niet
breekt.
Afb. 5-40
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-38
4.
Neem de papierontlader uit de duplexbak.
Afb. 5-41
5.
Reinig de papierontlader met een droge katoenen doek.
Reinig de coronadraad en de binnenkant van de behuizing van de
papierontlader met een droog wattenstaafje.
Afb. 5-42
6.
Plaats de papierontlader weer in de transfereenheid.
!
Let op
Let erop dat de vinyl draad boven op de papierontlader tijdens het
reinigen niet breekt.
Zorg dat de coronadraad niet breekt.
7.
Sluit de achterklep van de printer.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-39
8.
Maak de bovenklep een stukje open, zodat u de uitvoerrol kunt zien. Zo
voorkomt u dat het papier bij de papieruitvoer vastloopt of dat het
bedrukte papier bevlekt wordt.
Afb. 5
-
43
9.
Maak de voorklep en vervolgens de bovenklep open.
10.
Trek de groene sluithendels aan weerskanten van de cassette met de
OPC-riem naar u toe.
Afb. 5
-
44
11.
Neem de cassette met de OPC-riem uit de printer.
Afb. 5
-
45
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-40
!
Let op
Het oppervlak van de OPC-riem niet aanraken, niet met blote handen en
ook niet als u handschoenen draagt.
Als de riem langer dan twee minuten aan een lichtbron van meer dan
800 lux wordt blootgesteld, kan de riem worden beschadigd.
12.
Reinig de cassette met de OPC-riem en de behuizing ervan met een
droge katoenen doek.
Afb. 5
-
46
13.
Reinig de coronadraad. Veeg toner met het meegeleverde reinigingslipje
van de coronadraad door dit lipje voorzichtig enige malen heen en weer
te bewegen.
Afb. 5-47
!
Let op
Zorg dat de coronadraad niet breekt.
Zet het reinigingslipje van de coronadraad na het reinigen weer in de
beginstand.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-41
14.
Neem alle tonercartridges uit de printer.
15.
Houd de twee knoppen op het stofvrije glasplaatje met de vingers van
beide handen vast en til het voorzichtig omhoog uit de lasereenheid.
Afb. 5
-
48
16.
Reinig het oppervlak van het stofvrije glasplaatje met een droog
wattenstaafje.
Afb. 5
-
49
17.
Zet het stofvrije glasplaatje weer op zijn plaats door de twee markeringen
op de lasereenheid en het stofvrije glas op één lijn te zetten. Dit
garandeert dat het glasplaatje goed op zijn plaats zit en niet kan
bewegen.
Afb. 5
-
50
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-42
18.
Zet alle tonercartridges en de cassette met de OPC-riem weer op hun
plaats.
19.
Sluit de voorklep en de bovenklep.
!
Let op
Gebruik NOOIT alcohol of soortgelijke oplosmiddelen om het stofvrije
glasplaatje te reinigen, daar dit de beeldkwaliteit nadelig kan
beïnvloeden.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-43
D
D
E
E
P
P
R
R
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
O
O
P
P
N
N
I
I
E
E
U
U
W
W
I
I
N
N
P
P
A
A
K
K
K
K
E
E
N
N
E
E
N
N
V
V
E
E
R
R
P
P
L
L
A
A
A
A
T
T
S
S
E
E
N
N
!
Waarschuwing
Moet de printer worden vervoerd, gebruik dan ALTIJD het originele
verpakkingsmateriaal waarin de printer werd geleverd. Volg voor
het opnieuw inpakken onderstaande stappen, anders kan de printer
worden beschadigd. Dit kan de garantie van de printer doen
vervallen.
Neem onderstaande artikelen uit de printer voordat u hem gaat
verplaatsen of vervoeren, en plaats deze onderdelen in afzonderlijke
zakken (stop ze niet in de doos met de printer):
* De fuser
* Doos voor afgewerkte toner
* De tonercartridges
* Cassette met OPC-riem
Gebruik nadat de oliefles is verwijderd de meegeleverde oliespuit om
eventuele olieresten uit de fuserbak op te zuigen. Olie die niet met de
spuit kan worden opgezogen, met een doekje opvegen (zie Afb. 5-51).
De olie moet conform plaatselijk geldende voorschriften worden
weggegooid.
Afb. 5
-
51
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-44
De printer opnieuw inpakken
1.
Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. Haal de
stekker uit het stopcontact.
2.
Neem de doos voor afgewerkte toner, de tonercartridges, de fuser en
de cassette met de OPC-riem uit de printer. Stop ze in de
oorspronkelijke verpakking.
Stop ze niet samen met de printer in de
doos.
3.
Plaats de printer in het originele verpakkingsmateriaal en in de
originele kartonnen doos.
4.
Maak de doos dicht en sluit hem met stevig plakband goed af.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-45
T
T
O
O
E
E
B
B
E
E
H
H
O
O
R
R
E
E
N
N
O
O
O
N
N
N
D
D
D
E
E
E
R
R
R
S
S
S
T
T
T
E
E
E
P
P
P
A
A
A
P
P
P
I
I
I
E
E
E
R
R
R
B
B
B
A
A
A
K
K
K
(
(
(
L
L
L
T
T
T
-
-
-
2
2
2
6
6
6
C
C
C
L
L
L
)
)
)
Papier vanuit de onderste papiercassette invoeren
De onderste papierbak is een tweede papierbron. Deze bak kan maximaal
500 vel papier bevatten (75 g/m
2
). Voor deze papierbak kunt u zich wenden
tot de dealer waar u de printer hebt gekocht.
Het plaatsen van papier in de onderste papierbak gebeurt op dezelfde wijze
als het plaatsen van papier in de bovenste papiercassette.
De onderste papierbak installeren
!
Waarschuwing
Deze printer is zwaar en weegt ongeveer 39 kg. Teneinde letsel tijdens
het verplaatsen of optillen van de printer te voorkomen, dient hij altijd
door ten minste twee personen te worden opgetild.
Til de printer altijd op aan de handgrepen die op de vier onderhoeken
van de printer zijn aangebracht.
!
Let op
Houd de printer tijdens het verplaatsen of optillen altijd waterpas. Teneinde
knoeien te voorkomen is het raadzaam om eerst de tonercartridges, de doos
voor afgewerkte toner, de oliefles en de fuser te verwijderen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-46
1.
Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Zet de onderste papierbak op een
platte tafel en verwijder de
beschermende onderdelen.
Afb. 5
-
52
3.
Trek de papiercassette uit de
onderste papierbak en verwijder de
tape en de beschermende
onderdelen uit de cassette.
Installeer de papiercassette in de
onderste papierbak.
Afb. 5
-
53
4.
Trek de aansluitkabel uit de
achterkant van de onderste
papierbak (links).
Afb. 5
-
54
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-47
5.
Controleer de twee uitlijnpennen
van de onderste papierbak. Til de
printer met twee personen op en
zet hem op de onderste papierbak.
Til de printer altijd op aan de
handgrepen die op de vier hoeken
van de printer zijn aangebracht.
Controleer dat de uitlijnpennen
goed in de printer passen.
Afb. 5
-
55
6.
Haal de dekplaat van het
aansluitingspunt linksonder op de
printer.
Afb. 5
-
56
7.
Draai de duimschroef van de
borgklem aan de linkerkant van de
onderste papierbak naar links los.
Draai de borgklem en haak hem
aan de printer vast, zodat hij naar
beneden hangt, en zet hem
vervolgens met de duimschroef
vast.
Afb. 5
-
57
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-48
8.
Steek de aansluitkabel in de
ingang van de printer.
Afb. 5
-
58
9.
Trek de bovenste papiercassette
uit en sluit de onderste papierbak
op de printer aan door de
borgklem boven op de onderste
papierbak naar rechts te schuiven.
Afb. 5
-
59
10.
Bevestig de haak aan de voorkant
van de rechterdekplaat en schuif
deze plaat in de rechterkant van
de onderste papierbak.
Plaats het gat aan de achterkant
van de zijdekplaat op de pin van
de onderste papierbak en
installeer de linkerdekplaat. Sluit
de zijdekplaat door de haak van
de onderste papierbak in de groef
te steken.
Afb. 5
-
60
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-49
11.
Stel de ankervoetjes rechtsvoor en
-achter van de onderste papierbak
af, zodat de bak waterpas staat.
Draai aan de ankervoetjes om ze
op en neer te bewegen. De
voetjes zijn juist afgesteld en de
bak staat waterpas wanneer ze
het oppervlak raken waar de
eenheid op staat. Draai de
borgschroef aan om de
ankervoetjes vast te zetten.
Afb. 5
-
61
Opmerking
Plaats geen transparanten, etiketten en enveloppen in de cassette van de
onderste papierbak. Dit kan papierdoorvoerstoringen veroorzaken.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-50
D
D
D
U
U
U
P
P
P
L
L
L
E
E
E
X
X
X
B
B
B
A
A
A
K
K
K
(
(
(
D
D
D
X
X
X
-
-
-
2
2
2
6
6
6
0
0
0
0
0
0
)
)
)
In de duplexbak kan het volgende papier gebruikt worden:
A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Legal, Executive
De duplexbak installeren
!
Waarschuwing
Deze printer is zwaar en weegt ongeveer 39 kg. Teneinde letsel
tijdens het verplaatsen of optillen van de printer te voorkomen,
dient hij altijd door ten minste twee personen te worden opgetild.
Til de printer altijd op aan de handgrepen die op de vier
onderhoeken van de printer zijn aangebracht.
!
Let op
Houd de printer tijdens het verplaatsen of optillen altijd waterpas. Teneinde
knoeien te voorkomen is het raadzaam om eerst de tonercartridges, de
doos voor afgewerkte toner, de oliefles en de fuser te verwijderen.
Opmerking
Eerst moet de onderste papierbak worden aangesloten, pas dan mag u
de duplexbak installeren.
Als u de printer moet onderhouden, dient u eerst de bovenkap van de
duplexbak te openen.
Als u de achterklep van de printer wilt openen, moet u eerst de onderste
kap van de duplexbak en de dekplaat binnen in deze bak openmaken.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-51
1.
Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Verwijder het fuserdeksel; dit
bevindt zich boven achter in de
printer.
Verwijder de achterste kappen (2
stuks) van de fuser. Gebruik een
munt of een schroevendraaier om
deze te verwijderen.
Afb. 5
-
62
3.
Neem het linkerzijpaneel van de
onderste papierbak.
Afb. 5
-
63
4.
Verwijder de achterste kappen (2
stuks) van de onderste papierbak.
Druk er voorzichtig op en schuif ze
naar achteren van de printer af.
Afb. 5
-
64
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-52
5.
Verwijder de beschermende
onderdelen zoals afgebeeld
(verwijder nu nog niet ALLE
beschermende onderdelen van de
duplexbak).
Afb.
5-65
6.
Trek de aansluitkabel uit de
achterkant van de onderste
papierbak (links).
Afb. 5
-
66
7.
Til de duplexbak aan zijn
handgrepen op.
Afb. 5
-
67
Opmerking
Zorg dat de bovenkap van de duplexbak op één lijn staat met het onderste
deel van de bak en dat deze kap goed aan het onderste deel is bevestigd.
!
Let op
Let er bij het optillen van de duplexbak op, dat u uw vingers niet klemt
tussen het bovenste en onderste deel van de bak.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-53
8.
Steek de bevestigingspennen aan
weerskanten van de duplexbak in
de groeven in de onderste
papierbak.
Afb. 5
-68
Opmerking
Zorg dat de achterklep van de onderste papierbak gesloten is.
9.
Steek de pal van de duplexbak in
het rechthoekige gat aan de
achterkant van de printer.
Afb. 5-69
10.
Maak de onderkap van de
duplexbak open en verwijder de
beschermende onderdelen. Sluit
de onderkap van de duplexbak.
Afb. 5
-
70
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-54
11.
Maak het binnenste gedeelte
open, verwijder de
beschermende onderdelen en
sluit dit gedeelte weer.
Afb. 5
-
71
12.
Maak het deksel van de
duplexbak open en verwijder de
beschermende onderdelen uit
het bovenste gedeelte van de
duplexbak.
Afb. 5
-
72
13.
Zet de duplexbak en de printer
met de duimschroeven (2 stuks)
aan elkaar vast.
Afb. 5
-
73
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-55
14.
Sluit de verbindingskabel aan op
de bovenste ingang van de
printer.
Afb. 5
-
74
15.
Plaats het linkerzijpaneel op de
onderste papierbak.
Afb. 5
-
75
16.
Steek de stekker van de printer
in het stopcontact en zet hem
aan.
Afb. 5
-
76
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-56
C
C
C
O
O
O
M
M
M
P
P
P
A
A
A
C
C
C
T
T
T
F
F
F
L
L
L
A
A
A
S
S
S
H
H
H
-
-
-
K
K
K
A
A
A
A
A
A
R
R
R
T
T
T
/
/
/
H
H
H
D
D
D
D
D
D
-
-
-
K
K
K
A
A
A
A
A
A
R
R
R
T
T
T
(
(
(
H
H
H
D
D
D
-
-
-
6
6
6
G
G
G
/
/
/
H
H
H
D
D
D
-
-
-
E
E
E
X
X
X
)
)
)
Deze printer heeft een sleuf voor een los verkrijgbare CompactFlash-kaart.
Als u een los verkrijgbare CompactFlash-kaart of HDD installeert, kunt u
daar macro's, een printlog en fonts op opslaan, en kunt u tevens via het
netwerk een afdruktaak selecteren en deze opnieuw afdrukken. Als u een
los verkrijgbare fontkaart hebt gnstalleerd, kunt u de op die kaart
opgeslagen lettertypen gebruiken, plus de residente fonts. Voor informatie
over de los verkrijgbare fontkaarten kunt u zich wenden tot de dealer waar
u de printer hebt gekocht.
Opmerking
Een kaart mag nooit worden geïnstalleerd of verwijderd wanneer de
printer aanstaat, anders gaan alle gegevens op de kaart verloren of
wordt de kaart zelf ernstig beschadigd.
Voor meer informatie over dergelijke kaarten kunt u zich wenden tot de
dealer waar u de printer hebt gekocht.
Voor de meest recente informatie:
http://solutions.brother.com
De optionele fonts selecteren
Nadat u de los verkrijgbare fontkaart hebt geïnstalleerd, kunt u de optionele
fonts op diverse manieren selecteren:
1. Via uw software-toepassing
2. Met een fontselectiecommando
3. Met de menufuncties op het bedieningspaneel
Voor het selecteren van fonts via uw software-toepassing volgt u de
instructies voor uw software. Raadpleeg de met uw software meegeleverde
handleiding voor nadere informatie. Als u de fonts selecteert met een
fontselectiecommando, moet het fontselectiecommando in uw programma
worden opgenomen. Raadpleeg de technische handleiding van deze printer
(deze is op verzoek verkrijgbaar).
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-57
Opmerking
Wanneer u de fonts selecteert via uw software of met een commando, moet
u rekening houden met het volgende:
De fontinstelling die u via het bedieningspaneel hebt gemaakt, is niet
belangrijk. De software-instelling of het commando heeft voorrang boven
de instellingen van het bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat u de fontkaart installeert waarop de gewenste fonts
staan. De printer selecteert automatisch een font dat dezelfde of
nagenoeg dezelfde kenmerken heeft als het font dat u via uw software of
met een commando voor fontselectie aanstuurt. Wanneer de
geïnstalleerde fontkaart geen font heeft dat sterke gelijkenissen vertoont
met het door u gekozen font, is het mogelijk dat de printer een afdruk
maakt in een ander dan het door u geselecteerde font.
Voor het selecteren van fonts via het bedieningspaneelmenu, volgt u
onderstaande stappen:
1.
Druk op het bedieningspaneel op een van de
Menu
-toetsen (
+
,
-
,
Set
of
Back
) om de printer off line te zetten.
2.
Druk op
+
of tot “INFORMATIE op het LCD-scherm wordt weergegeven.
3.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of totdat PRINT FONTS” wordt weergegeven.
4.
Druk op
Set
om een lijst van de optionele fonts af te drukken (Afb. 5-77).
5.
Zoek het fontnummer in de lijst.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-58
Afb. 5-77
6.
Gebruik
+
of
op het bedieningspaneel om PRINT MENU" te selecteren.
7.
Druk op
Set
om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk
vervolgens op
+
of
om “HP LASERJET”, “EPSON FX-850” of IBM
PROPRINTER” te selecteren.
8.
Druk op
Set
om de emulatie voor de gewenste fonts te selecteren:HP
LASERJET”, “EPSON FX-850” of IBM PROPRINTER.
9.
Gebruik
+
of
om "FONT NR." te selecteren, en selecteer het gewenste
fontnummer.
Fontnumme
r
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-59
CompactFlash-kaart installeren
1.
Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Koppel de interfacekabel los van de printer.
2.
Steek de CompactFlash-kaart
met het etiket naar u toe in de
sleuf. Zorg ervoor dat de kaart
goed vastzit.
Afb. 5-78
3.
Als u de kaart wilt verwijderen, zet u eerst de printer uit, pas dan mag u de
kaart uit de sleuf halen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-60
Een HDD (Hard Disk Drive) installeren
1.
Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Koppel de interfacekabel los van de printer.
2.
Draai de twee schroefjes op de
achterplaat van de
hoofdbesturingskaart los en trek
deze kaart uit de printer.
Afb. 5
-
79
3.
Steek de 4 borstbouten die met
de HD-6G/HD-EX werden
geleverd in de onderkant van de
HD-6G/HD-EX.
Afb. 5
-
80
4.
Leg de kortere kabel van de HD-
6G/HD-EX parallel met de HDD
en sluit deze met de
gemarkeerde zijde naar boven op
de HDD aan.
Afb. 5
-
81
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-61
5.
Steek de 4 borstbouten van de
HD-6G/HD-EX in de 4 gaten op
de hoofdbesturingskaart, en zet
de bouten in de schroefjes op de
achterkant van de printkaart vast.
Afb. 5
-
82
6.
Sluit de platte kabel aan op de
hoofdbesturingskaart.
Afb. 5
-
83
7.
Schuif de hoofdbesturingskaart
in de geleiderails en installeer
hem weer in de printer.
Afb. 5
-
84
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-62
8.
Zet de hoofdbesturingskaart met de twee schroefjes vast.
9.
Sluit de interfacekabel weer op de printer aan. Steek de stekker in het
stopcontact en zet de printer aan.
10.
Formatteer de HD-6G/HD-EX via het bedieningspaneel. Raadpleeg
hoofdstuk 4 voor gedetailleerde informatie.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-63
R
R
R
A
A
A
M
M
M
U
U
U
I
I
I
T
T
T
B
B
B
R
R
R
E
E
E
I
I
I
D
D
D
E
E
E
N
N
N
Deze printer heeft standaard 64 Mbytes geheugen en drie sleuven voor
geheugenuitbreiding. Het geheugen kan worden uitgebreid tot maximaal
384 Mbytes. Hiertoe plaatst u los verkrijgbare Dual In-line Memory Modules
(DIMM's). (Hoeveel geheugen standaard is geplaatst, is afhankelijk van het
model en het land waar de printer werd geleverd.)
Onderstaande DIMM’s kunnen worden geïnstalleerd:
100 pins, geen pariteit, SDRAM met 64 Mbit of meer.
In deze printer kunnen geen Extended Data Output (EDO) DIMM's worden
gebruikt, noch DIMM's die 16 Mbit SDRAM gebruiken.
U kunt onderstaande typen DIMM installeren:
<Europa>
16 Mbytes BUFFALO TECHNOLOGY 12323-0001
32 Mbyte BUFFALO TECHNOLOGY 12324-0001
64 Mbyte BUFFALO TECHNOLOGY 12325-0001
128 Mbyte BUFFALO TECHNOLOGY 12326-0001
<VS>
16 Mbytes TECHWORKS 12456-0001
32 Mbyte TECHWORKS 12457-0001
64 Mbyte TECHWORKS 12458-0001
128 Mbyte TECHWORKS 12459-0001
Doorgaans moeten de DIMM's aan onderstaande specificaties voldoen:
Type: 100 pins en 32 bits output
CAS Latency: 2
Klokfrequentie: 66 Mhz of meer
Capaciteit: 16, 32, 64 of 128 Mbyte
Hoogte: 46 mm of minder
Pariteit: GEEN
Dram type: 64 M bit SDRAM 4 Bank SDRAM kan worden
gebruikt.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-64
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige DIMM's niet met deze printer werken.
Voor nadere informatie hierover kunt u zich wenden tot de dealer waar u
de printer hebt gekocht.
Voor de meest recente informatie:
http://solutions.brother.com
Voor het installeren van de DIMM's handelt u als volgt:
1.
Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Opmerking
Zorg ervoor dat de elektrische voeding van de printer is afgesloten
voordat
u
DIMM's gaat installeren of verwijderen.
2.
Draai de twee schroefjes op de
achterplaat van de
hoofdbesturingskaart los en trek
deze kaart uit de printer.
Afb. 5-85
3.
Pak de DIMM uit en houd hem bij de randen vast.
!
Let op
Raak het oppervlak van de chips en de hoofdbesturingskaart niet aan.
Statische elektriciteit zal deze onderdelen beschadigen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-65
4.
Houd de DIMM met uw vingers aan
de randen en met uw duim tegen de
achterkant vast. Zorg ervoor dat de
inkepingen op de DIMM op één lijn
staan met de DIMM-sleuf.
(Controleer dat de vergrendelingen
aan weerskanten van de DIMM
open of naar buiten gericht staan).
Afb. 5
-
86
5.
Plaats de DIMM recht in de sleuf (stevig aandrukken). Controleer dat de
vergrendelingen aan weerskanten van de DIMM naar binnen toe op hun
plaats klikken. (Voor het verwijderen van de DIMM dienen deze
vergrendelingen losgemaakt te worden.)
Opmerking
Als u minder dan twee DIMM's installeert, dient u ze in de volgende
volgorde te plaatsen: sleuf 1, sleuf 2 en sleuf 3.
Wanneer u DIMM's van verschillende capaciteit installeert, plaatst u de
DIMM met de grootste capaciteit in sleuf 1 en de DIMM's met lagere
capaciteit in sleuf 2 en sleuf 3.
6.
Schuif de hoofdbesturingskaart in
de geleiderails en installeer hem
weer in de printer.
Afb. 5
-
87
7.
Zet de hoofdbesturingskaart met de twee schroefjes vast.
8.
Sluit de printerkabel van uw computer weer aan. Steek de stekker in het
stopcontact en zet de printer aan.
9.
Controleer of de DIMM op juiste wijze is geïnstalleerd door de printer een
testafdruk van de configuratie te laten maken. In deze lijst staat hoeveel
geheugen er in de printer is geplaatst.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
H
H
H
O
O
O
O
O
O
F
F
F
D
D
D
S
S
S
T
T
T
U
U
U
K
K
K
6
6
6
P
P
P
R
R
R
O
O
O
B
B
B
L
L
L
E
E
E
M
M
M
E
E
E
N
N
N
O
O
O
P
P
P
L
L
L
O
O
O
S
S
S
S
S
S
E
E
E
N
N
N
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-1
P
P
R
R
O
O
B
B
L
L
E
E
M
M
E
E
N
N
O
O
P
P
L
L
O
O
S
S
S
S
E
E
N
N
Wanneer er iets niet in orde is, stopt de printer met afdrukken, bepaalt hij
waar de storing is opgetreden en verschijnt op het LCD-scherm de
betreffende storingsmelding om u te waarschuwen. In onderstaande
tabellen wordt aangegeven wat u moet doen om een storing te verhelpen.
Kunt u de storing niet zelf verhelpen, raadpleeg dan uw leverancier. Geef
het nummer van de storingsmelding door voor een snelle diagnose.
F
F
F
O
O
O
U
U
U
T
T
T
M
M
M
E
E
E
L
L
L
D
D
D
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
Als een van onderstaande meldingen verschijnt, stopt de printer met
afdrukken.
Foutmelding Opmerkingen
TONER OP X
Vervang de X tonercartridge.
X = C, M, Y, K,
GEEN TONER X
Installeer de X tonercartridge.
X = C, M, Y, K,
KAP OPEN
Sluit het voorpaneel
KAP OPEN
Sluit de bovenklep
KAP OPEN
Sluit de achterklep
KAP OPEN
Sluit de kap van de onderste invoer
KAP OPEN
Sluit de kap van de duplexbak
VAST: X
Raadpleeg het schema om te zien waar het papier kan zijn
vastgelopen en verwijder vastgelopen papier.
X = A1, A2, B, C, D, E1,
of E2
GEEN PAPIER L1/2
Plaats papier in papierlade 1/2.
TONERDOOS VOL
Vervang de doos voor afgewerkte toner.
OLIE OP
Vervang de oliefles.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-2
Foutmelding Opmerkingen
FFR VERVANGEN
Vervang de fuserreiniger.
GEEN OPC RIEM
Installeer de OPC-riem.
GEEN FR ROL
Installeer de fuserreiniger.
GEEN 2DE BAK
Installeer de onderste papierbak.
Als de duplexbak is
geïnstalleerd.
GEEN TR-ROL
Installeer de transferrol.
TONER FOUT
Gebruik alleen Brother-tonercartridges.
GEEN LADE 1/2
De aangegeven papierlade wordt niet waargenomen. Plaats
deze lade goed in de printer.
FOUT FORMAAT L1/2
Specificeer het juiste papierformaat voor de aangegeven
lade.
FOUT FORMAAT DX
Duplexbak kan alleen op aangegeven papierformaten
afdrukken. Specificeer een geldig formaat.
STACKER VOL
Verwijder het papier uit de uitvoerlade.
ONGELDIGE MEDIA
Papier in printer komt niet overeen met in driver
gespecificeerde papier. Plaats XX in Lade <1/2>
XX = Normaal papier,
transparanten, dik
papier
ONGELDIG FORMAAT
Papier in printer komt niet overeen met in driver
gespecificeerde papier. Plaats <size> in Lade <1/2>
HANDINVOER
Plaats <size> in Lade 1 en druk op GO.
FOUT MEDIATYPE
Specificeer de juiste papiersoort: XX
XX=L1, L2, of DX
XX = L1, L2 of DX
GEEN FUSER
Er wordt geen fuser waargenomen. Installeer een fuser.
FOUT IN KAART
Fout bij openen van flash-kaart. Controleer dat deze is
geformatteerd en niet schrijfbeschermd is.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-3
Foutmelding Opmerkingen
FOUT IN HDD
Fout bij openen van HDD. Zet de printer uit en weer aan en
controleer dat de HDD is geformatteerd.
FOUT IN DIMM
Controleer dat de DIMM goed is geïnstalleerd.
KAART WEG
De Flash-kaart is verwijderd terwijl de printer aanstond. Zet
de printer uit en weer aan.
BUFFER FOUT
Controleer de kabelaansluiting tussen printer en pc.
OPSLAG VOL
Er is niet voldoende ruimte op de harde schijf.
OPSLAG VOL
RAMDISK SIZE is ingesteld op 0MB of er is geen ruimte
meer om taken op te slaan.
OPSLAG VOL
Er is geen ruimte meer op de CompactFlash.
DOWNLOAD VOL
De download-buffer van de printer is vol. Plaats meer
geheugen in de printer.
GEHEUGEN VOL
Printergeheugen is vol. De printer kan de pagina niet
afdrukken. Plaats meer geheugen.
BUFFER VOL
Kies een lagere resolutie of stel de paginabescherming in de
driver in op het juiste formaat.
WEINIG GEHEUGEN
Plaats meer geheugen.
Breid het geheugen met
extra DIMM's uit tot
minimaal 64 MB.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-4
O
O
O
N
N
N
D
D
D
E
E
E
R
R
R
H
H
H
O
O
O
U
U
U
D
D
D
S
S
S
M
M
M
E
E
E
L
L
L
D
D
D
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
(
(
(
O
O
O
P
P
P
D
D
D
E
E
E
O
O
O
N
N
N
D
D
D
E
E
E
R
R
R
S
S
S
T
T
T
E
E
E
R
R
R
E
E
E
G
G
G
E
E
E
L
L
L
)
)
)
Foutmelding Betekenis Wat te doen
! ! " !
(K C M Y)
Wanneer de indicatie
!
knippert (
"
), is de
betreffende kleur toner
bijna op. K: Zwart, C:
Cyaan, M: Magenta, Y:
Geel. Als de toner
helemaal op is,
verdwijnt de indicatie
!
.
Zorg dat u nieuwe
tonercartridges bij de hand
hebt voordat de toner
helemaal op is. Vervang de
tonercartridge als hij leeg is.
OLIE BIJNA OP
De oliefles is bijna leeg. Vervang de oliefles.
FRR VERVANGEN
De fuserreiniger is aan
vervanging toe.
Vervang de fuserreiniger.
VERVANG OPC RIEM
De cassette met de
OPC-riem is aan
vervanging toe.
Vervang de cassette met de
OPC-riem.
FUSER VERVANGEN
De fuser is aan
vervanging toe.
Vervang de fuser.
VERVANG 120K KIT
Drumreiniger,
papierontlader,
transferrol,
scheidingskussentje,
pick-up rol en
transferdrum zijn aan
vervanging toe.
Vervang drumreiniger,
papierontlader, transferrol,
scheidingskussentje, pick-up
rol en transferdrum.
VERVANG PI KIT1
Papierinvoerkit 1 is aan
vervanging toe.
Neem contact op met uw
wederverkoper voor
vervanging van
papierinvoerkit 1.
VERVANG PI KIT2
Papierinvoerkit 2 is aan
vervanging toe.
Neem contact op met uw
wederverkoper voor
vervanging van
papierinvoerkit 2.
T.DOOS BIJNA VOL
De doos met
afgewerkte toner is
bijna vol.
Vervang de doos voor
afgewerkte toner.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-5
S
S
S
E
E
E
R
R
R
V
V
V
I
I
I
C
C
C
E
E
E
M
M
M
E
E
E
L
L
L
D
D
D
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
Als een van de volgende meldingen op het LCD-scherm wordt
weergegeven, dient u de printer uit te zetten. Wacht een paar seconden en
zet hem weer aan. Is het probleem nu niet verholpen, raadpleeg dan uw
dealer of een bevoegd onderhoudsmonteur.
Servicemelding
Betekenis Wat te doen
FOUT EC3
WAARSCHUWING
FOUT IN NVRAM Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EC4
WAARSCHUWING
Fout in hardware
van
motorcontroller.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EC7
WAARSCHUWING
Fout in tijdklok. Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ED1
WAARSCHUWING
Fout in Y (geel)
switching clutch.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ED2
WAARSCHUWING
Fout in M
(magenta)
switching clutch.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ED3
WAARSCHUWING
Fout in C (cyaan)
switching clutch.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ED4
WAARSCHUWING
Fout in K (zwart)
switching clutch.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ED5
WAARSCHUWING
Fout in YK
(zwart/geel)
switching
solenoïde.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ED6
WAARSCHUWING
Fout in MC
(magenta/cyaan)
switching
solenoïde.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE1
WAARSCHUWING
Fout in
ontwikkelmotor.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE2
WAARSCHUWING
Fout in
hoofdmotor.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE3
WAARSCHUWING
Fout in drum. Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-6
Servicemelding Betekenis Wat te doen
FOUT EE4
WAARSCHUWING
Fout in sensor
voor Toner op.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE5
WAARSCHUWING
Fout in solenoïde
van transferrol.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE6
WAARSCHUWING
Fout in solenoïde
van drumreiniger.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE7
WAARSCHUWING
Fout in clutch van
drumreiniger.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE8
WAARSCHUWING
Fout in clutch van
fuser.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EE9
WAARSCHUWING
Fout in riem-
markeersensor.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EEL
WAARSCHUWING
Fout in wis-LED.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EF0
WAARSCHUWING
Fout in
koelventilator.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EF2
WAARSCHUWING
Fout in
ozonventilator.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EF4
WAARSCHUWING
Fout in
fuserventilator.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EF5
WAARSCHUWING
Fout in HV
laadeenheid.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EH0
WAARSCHUWING
Fout in
fuserthermistor.
Zet de printer uit. Wacht 15 minuten en
zet hem weer aan.
FOUT EH2
WAARSCHUWING
Fout in
fusertemperatuur
2
Zet de printer uit. Wacht 15 minuten en
zet hem weer aan.
FOUT EH3
WAARSCHUWING
Fout in
fusertemperatuur
3
Zet de printer uit. Wacht 15 minuten en
zet hem weer aan.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-7
Servicemelding Betekenis Wat te doen
FOUT EH4
WAARSCHUWING
Fout in
fusertemperatuur
4
Zet de printer uit. Wacht 15 minuten en
zet hem weer aan.
FOUT EL1
WAARSCHUWING
Fout in
straaldetector.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EL2
WAARSCHUWING
Fout in
scannermotor.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT ELL
WAARSCHUWING
Fout in
laservoeding.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EP1
WAARSCHUWING
Fout in hardware
van duplex-
controller.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EP3
WAARSCHUWING
Fout in solenoïde
invoerkiezer.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EP4
WAARSCHUWING
Fout in
duplexmotor.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EP5
WAARSCHUWING
Fout in solenoïde
uitvoerkiezer.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
FOUT EP6
WAARSCHUWING
Fout in optionele
ventilator.
Zet de printer uit. Wacht een paar
seconden en zet hem weer aan.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-8
P
P
P
A
A
A
P
P
P
I
I
I
E
E
E
R
R
R
D
D
D
O
O
O
O
O
O
R
R
R
V
V
V
O
O
O
E
E
E
R
R
R
S
S
S
T
T
T
O
O
O
R
R
R
I
I
I
N
N
N
G
G
G
E
E
E
N
N
N
Deze printer is zodanig ontwikkeld dat hij zonder problemen moet kunnen
afdrukken. Mocht er echter toch iets niet in orde zijn, noteer dan de melding
op het LCD-scherm en tref de juiste maatregelen. Hieronder wordt
beschreven hoe u papierdoorvoerstoringen en andere printproblemen kunt
verhelpen.
Papierdoorvoerstoring
Als het papier in de printer vastloopt, stopt hij met afdrukken en verschijnt
onderstaande melding.
X (Display) Betekenis
VAST A1/A2
Papier vastgelopen binnen in de papierlade.
VAST B
Papier vastgelopen in het bovenste gedeelte
van de duplexbak.
VAST C
Papier vastgelopen in het onderste gedeelte
van de duplexbak.
VAST D
Papier vastgelopen bij de transferrol.
VAST E1
Papier vastgelopen bij de papieruitvoer.
VAST E2
Papier vastgelopen bij de ingang van de
fuserrol.
ALS op het LCD-scherm wordt aangegeven dat het papier op meer dan een
plaats is vastgelopen, dient u het papier uit elk van deze plaatsen te
verwijderen. Volg hiervoor de instructies in 'Vastgelopen papier uit de
printer verwijderen'.
V
AST X
*
Raadpleeg het schema in de printer om te zien waar het
papier is vastgelopen.
Verwijder het vastgelopen papier.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-9
Opmerking
Gebruik nooit papier dat:
verkreukeld is
vochtig is
niet overeenkomt met de specificaties
Het papier kan vastlopen in de papiercassette, in het inwendige van de
printer, bij de achterklep of bij de papieruitvoer. Controleer waar het papier
is vastgelopen en volg onderstaande instructies om het papier te
verwijderen.
De printer hervat het afdrukken automatisch nadat de instructies zijn
opgevolgd. Het kan echter gebeuren dat het
Data
-lampje gaat branden en
de volgende melding op het LCD-scherm verschijnt:
PAUZE
Na een papierdoorvoerstoring blijven er normaal gesproken gegevens in
het geheugen van de printer achter. De melding op het LCD-scherm vraagt
u een form feed uit te voeren om de resterende gegevens af te drukken.
Klik op
Go
om door te gaan.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-10
Vastgelopen papier uit de printer verwijderen
PAPIER LOOPT VAST BIJ PAPIERUITVOER
VAST E1
Wanneer het papier de toegangsklep aan de achterkant is gepasseerd en
vast komt te zitten bij de papieruitvoer, volgt u onderstaande stappen:
1.
Maak de bovenklep open en
maak de hendels van de
fuser los.
Afb.
6
-
1
2.
Maak de achterklep open en
trek het vastgelopen papier
er langzaam en voorzichtig
uit.
Afb.
6
-
2
3.
Sluit de achterklep van de printer.
4.
Zet de hendels van de fuser weer in de oorspronkelijke stand en sluit
de bovenklep.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-11
Opmerking
Als het papier steeds vaker bij de achterklep vastloopt, moet de
papierontlader worden vervangen.
PAPIER LOOPT VAST BIJ FUSERROL BINNEN IN DE
PRINTER
VAST D
of
VAST E2
Als het papier vastloopt bij de transferrol of de fuserrol, verwijdert u dat
papier op dezelfde wijze als papier dat is vastgelopen bij de papieruitvoer.
U kunt ook onderstaande stappen volgen:
!
Waarschuwing
De fuserrol wordt tijdens gebruik zeer heet. Verwijder vastgelopen
papier uiterst voorzichtig.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-12
1.
Maak de achterklep van de printer open.
2.
Houd het vastgelopen papier met
beide handen vast en trek het
voorzichtig naar u toe.
Afb. 6
-
3
3.
Als het papier in de registreringsrol
bekneld is, moet u het papier met
beide handen voorzichtig naar u
toe trekken.
Afb. 6-4
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-13
Als het papier in de fuserrol
bekneld zit, volgt u onderstaande
stappen:
1) Maak de bovenklep open.
2) Maak de hendels aan
weerskanten van de fuser los.
3) Houd het vastgelopen papier
met beide handen vast en trek
het voorzichtig naar u toe.
4) Zet de hendels van de fuser
weer in de oorspronkelijke
stand en sluit de bovenklep.
Afb. 6-5
Afb. 6-6
4.
Sluit de achterklep van de printer.
!
Let op
Raak de zijde met toner van het vastgelopen papier niet aan. De toner
kan uw handen of kleren bevlekken.
Als er na het verwijderen van vastgelopen papier tonervlekken op de
afgedrukte vellen staan, moet u voordat u verdergaat u eerst een
aantal pagina’s afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig; dit om te voorkomen dat
er toner geknoeid wordt.
Pas op dat u geen toner aan uw handen of kleding krijgt. Was
eventuele tonervlekken onmiddellijk met koud water weg.
Raak de transferrol nooit aan.
Als de randen van het papier in de papiercassette omgekruld zijn, kan
het papier vastlopen. U kunt dit voorkomen door de stapel om te
draaien.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-14
PAPIER LOOPT VAST IN DE PAPIERCASSETTE
VAST A 1/2
Als het papier in de papiercassette vastloopt, volgt u onderstaande
procedure:
1.
Trek de papiercassette uit de printer.
2.
Verwijder het vastgelopen
papier.
Afb. 6
-
7
3.
Zet de papiercassette weer op zijn plaats.
4.
Maak de achterklep van de printer open. Verwijder papier dat bij de
uitvoer is vastgelopen.
5.
Sluit de achterklep van de printer.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-15
Vastgelopen papier uit de duplexbak verwijderen
PAPIER LOOPT VAST IN HET BOVENSTE DEEL VAN DE
DUPLEXBAK
VAST B
Als het papier in het bovenste deel van de duplexbak vastloopt, volgt u
onderstaande stappen:
1.
Maak de bovenkap van de
duplexbak open.
Afb. 6
-
8
2.
Als het papier bij de uitvoer van
het bovenste deel van de
duplexbak vastzit, moet u het er
voorzichtig uit trekken.
Afb. 6
-
9
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-16
3.
Als het papier in het bovenste
deel van de duplexbak is
vastgelopen, moet u de groene
knijprol naar beneden draaien
om het papier uit te voeren.
Afb. 6
-
10
4.
Als het papier in het bovenste
deel van de duplexbak bekneld
is, moet u de papiergeleider
openmaken en het papier
verwijderen.
Sluit de papiergeleider.
Afb. 6
-
11
5.
Sluit de bovenkap van de
duplexbak.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-17
PAPIER LOOPT VAST IN HET ONDERSTE DEEL VAN
DE DUPLEXBAK
VAST C
Als het papier in het onderste deel van de duplexbak vastloopt, volgt u
onderstaande procedure:
1.
Maak de onderkap van de
duplexbak open.
Trek enig vastgelopen papier dat u
ziet voorzichtig naar u toe.
2.
Als u geen vastgelopen papier
kunt zien, maakt u de eenheid
binnen in de bak open door hem
aan de handgrepen vast te houden
en naar achteren te trekken.
Verwijder enig vastgelopen papier
dat u ziet.
Afb. 6-12
3.
Sluit de eenheid binnen in de duplexbak, en sluit het onderste gedeelte
van deze bak.
4.
Als er een stukje papier vastzit
tussen het bovenste en het
onderste deel van de duplexbak,
kunt u de eenheid binnen in de
duplexbak wellicht niet
openmaken. In dat geval moet u
het bovenste gedeelte van de
duplexbak openmaken en het
vastgelopen papier met beide
handen voorzichtig naar boven,
zoals hier staat afgebeeld.
Afb. 6-13
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-18
V
V
R
R
A
A
G
G
E
E
N
N
&
&
A
A
N
N
T
T
W
W
O
O
O
O
R
R
D
D
E
E
N
N
Het kan gebeuren dat er zich problemen met de HL-2600CN printer
voordoen. Hieronder staan veelgehoorde vragen en de antwoorden daarop.
Zoek uw vraag in onderstaande tabel op en volg de instructies. U zult de
meeste problemen zelf kunnen verhelpen.
D
D
D
E
E
E
H
H
H
A
A
A
R
R
R
D
D
D
W
W
W
A
A
A
R
R
R
E
E
E
I
I
I
N
N
N
S
S
S
T
T
T
E
E
E
L
L
L
L
L
L
E
E
E
N
N
N
Vraag
Oplossing
De printer werkt niet.
Controleer of:
De stekker van de printer goed in het stopcontact zit.
De voeding aanstaat.
De stroomschakelaar aanstaat.
De printer drukt niet af
Controleer of:
De printer aanstaat.
De printer on line is.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Alle kappen van de printer zijn gesloten.
De tonercartridges goed zijn geplaatst.
De melding ‘Toner op’ op het LCD-scherm staat. Als
het LCD-scherm aangeeft dat een of meerdere kleuren
op zijn, moet(en) de betreffende tonercartridge(s)
worden vervangen.
De interfacekabel goed is aangesloten tussen de
printer en de computer.
Het
Alarm
-lampje knippert. Is dit het geval, raadpleeg
dan het onderdeel “Foutmeldingen” in dit hoofdstuk.
In de printerinstellingen van uw software de HL-
2600CN printer is geselecteerd.
De host goed is geconfigureerd: controleer
printerpoort, afdrukbeheer enz. (opgeslagen
afdruktaken wissen, of de optie voor afdrukbeheer
uitschakelen).
Er ergens in de printer papier is vastgelopen.
Er papier in de papiercassette zit.
Er een foutmelding op het LCD-scherm staat.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-19
D
D
D
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
E
E
E
R
R
R
I
I
I
N
N
N
S
S
S
T
T
T
A
A
A
L
L
L
L
L
L
E
E
E
R
R
R
E
E
E
N
N
N
Vraag
Oplossing
Ik kan niet afdrukken
vanuit mijn software
De meegeleverde Windows printer driver moet
geïnstalleerd zijn en in uw software zijn geselecteerd.
Ik kan geen hele
pagina afdrukken.
Controleer of het papierformaat in de invoer hetzelfde
is als het formaat dat u in uw toepassing of de printer
driver hebt geselecteerd.
Controleer of de interfacekabel tussen de printer en de
computer goed is aangesloten.
Computer geeft een
time-out melding
Als het Alarm-lampje knippert, kunt u in de eerste
secties van dit hoofdstuk opzoeken hoe u het probleem
het beste kunt oplossen en vervolgens opnieuw
proberen om af te drukken.
Als het Alarm-lampje niet brandt, is er niets met de
printer aan de hand. Wacht een paar seconden en klik
vervolgens in het dialoogvenster op uw scherm op de
knop Opnieuw proberen’.
Controleer dat de printer on line staat.
Computer meldt dat
het papier op is
Het papier is op. Plaats papier in de invoer en druk op
Go
om de foutmelding te wissen.
Computer geeft een off
line melding
Druk op
Go
om de printer in de status GEREED te zetten.
Computer meldt dat de
printer uitstaat.
Controleer of de stekker van de printer goed in het
stopcontact is gestoken en of de stroomschakelaar
aanstaat.
Computer geeft een
foutmelding die hier
niet beschreven is.
Controleer of:
De computer bi-directioneel kan werken.
De juiste printerpoort wordt gebruikt.
De juiste printer is geselecteerd.
De aanbevolen interfacekabel wordt gebruikt (IEEE
1284-compliant).
Of selecteer binnen de driver Regeling’ en schakel het
statusvenster uit.
Als u de printer driver
voor de HL-2600CN
installeert via Plug &
Play, kan het gebeuren
dat de installatie
mislukt en
onderstaande
foutmelding op uw
scherm verschijnt.
Klik in het dialoogvenster Instellingen-Printers op Printer
toevoegen’ en installeer de printer driver opnieuw.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-20
O
O
O
M
M
M
G
G
G
A
A
A
A
A
A
N
N
N
M
M
M
E
E
E
T
T
T
P
P
P
A
A
A
P
P
P
I
I
I
E
E
E
R
R
R
Vraag
Oplossing
De printer voert geen
papier in.
Controleer of het Alarm-lampje brandt. Is dit het
geval, dan zit er wellicht geen papier in de
papiercassette, of is deze niet juist geplaatst. Is het
papier op, plaats dan een nieuwe stapel in de
papiercassette.
Zit er nog papier in de papiercassette, zorg er dan
voor dat het recht ligt, in een nette stapel. Gekruld
papier moet voordat u gaat afdrukken altijd glad
worden gestreken. Soms helpt het om de stapel
papier uit de papiercassette te halen, hem om te
draaien en weer terug te leggen.
Plaats minder papier in de papiercassette en
probeer opnieuw.
Hoe moet ik
enveloppen plaatsen?
Enveloppen kunnen via de papiercassette worden
ingevoerd (Lade 1). Vergeet niet om de papiergeleider
af te stellen. Ook de toepassing waarin u werkt moet
zijn ingesteld om het door u gebruikte formaat
enveloppen te bedrukken. Dit gebeurt over het
algemeen in het menu voor het instellen van pagina’s
of documenten. Raadpleeg de met uw software
meegeleverde handleiding voor meer informatie.
Wat voor papier kan ik
gebruiken?
Raadpleeg Omgaan met papier in hoofdstuk 3 voor
gedetailleerde papierspecificaties.
Hoe kan ik vastgelopen
papier verwijderen?
Raadpleeg Papierdoorvoerstoringen elders in dit
hoofdstuk.
De printer voert meer
dan een vel tegelijk in
Controleer of:
Er misschien verschillende soorten papier zijn
geplaatst.
De juiste soort papier is geplaatst.
De stapel was losgeschud voordat het papier werd
geplaatst.
De stapel papier niet te hoog is.
De zij-geleider niet te strak is ingesteld.
Papier wordt scheef
ingevoerd
Controleer of:
De zij-geleider juist is afgesteld.
De juiste hoeveelheid papier is geplaatst.
Raadpleeg de papierspecificaties in de appendix.
Soms doen er zich
problemen voor bij het
oppikken van het
papier in de papierbak
of wordt het papier niet
goed uitgevoerd.
Reinig de papiergeleider, de registreringsrol en de
uitvoerrol. Raadpleeg hiervoor De printer periodiek
reinigen’ in hoofdstuk 5.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-21
A
A
A
F
F
F
D
D
D
R
R
R
U
U
U
K
K
K
K
K
K
E
E
E
N
N
N
Vraag
Oplossing
De printer drukt
onverwachts af, of
drukt wartaal af
Annuleer de printopdracht vanaf uw computer. Zet
de printer uit, wacht een paar seconden en zet hem
weer aan, of stel de printer terug.
Controleer dat uw toepassing is ingesteld op het
gebruik van deze printer. Controleer de instellingen
in de printer driver en in uw toepassing.
De computer blijft
hangen zodra de
printer begint af te
drukken, of er wordt
een software-fout
gemeld.
Controleer of u voldoende systeembronnen hebt (pc-
geheugen, enz.). Wanneer u veel toepassingen
tegelijk open hebt, zijn de systeembronnen van uw
systeem wellicht niet toereikend en blijft uw computer
hangen. Sluit de toepassingen die u niet gebruikt en
probeer opnieuw.
De kop- en voettekst
van mijn document
verschijnt wel op het
scherm, maar wordt
niet afgedrukt.
De meeste laserprinters kunnen slechts een bepaald
gedeelte van de pagina bedrukken. Stel de boven- en
de ondermarge in uw document hierop af.
Het afdrukken duurt te
lang
Als u grafische afbeeldingen in kleur afdrukt,
worden er veel gegevens gebruikt en zal het
afdrukken relatief gezien lang duren.
Wanneer u in de superfijne stand afdrukt, zal het
afdrukken relatief gezien lang duren.
Als het DATA-lampje knippert, bereidt de printer de
afdruk voor. De afdruksnelheid is afhankelijk van de
hoeveelheid geplaatst geheugen en van de
prestaties van uw pc.
De printer drukt niet in
kleur af
De printer staat misschien in de monochrome
stand.
Controleer of een van de tonercartridges misschien
leeg is.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-22
A
A
A
F
F
F
D
D
D
R
R
R
U
U
U
K
K
K
K
K
K
W
W
W
A
A
A
L
L
L
I
I
I
T
T
T
E
E
E
I
I
I
T
T
T
Opmerking
Als op het LCD-scherm de melding “Toner bijna op” of “Toner op” staat, kunt
u problemen met de afdrukkwaliteit vaak verhelpen door een nieuwe
tonercartridge te plaatsen.
Vraag Oplossing
Witte horizontale
strepen of lijnen, of
vlekken op de afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer dat de printer op een stevig, plat
oppervlak staat.
2) Controleer of de achterklep goed is gesloten.
3) Controleer of de tonercartridges goed zijn geplaatst.
4)Schud de tonercartridges voorzichtig enkele malen
heen en weer.
De kleuren op de hele
pagina zijn te licht of
onduidelijk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer of het gespecificeerde papier wordt
gebruikt.
2)Gebruik gloednieuw papier dat pas is uitgepakt en
controleer of het probleem nu verholpen is.
3) Controleer dat de achterklep goed is gesloten.
4) Schud de tonercartridges voorzichtig enkele malen
heen en weer.
Witte verticale strepen
of lijnen op de afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Bepaal welke kleur er ontbreekt en vervang de
tonercartridge in kwestie.
*De toner is waarschijnlijk bijna op.
Als er echter een witte verticale streep op de tonerrol
zichtbaar is, kunt u het volgende proberen om het
probleem te verhelpen.
1. Knip uit een transparant een vel van ongeveer 50
mm x 50 mm.
2. Steek dit vel ongeveer 10 mm in de opening tussen
de tonerrol en het mes.
3. Schuif het vel nu in de opening heen en weer en
trek het eruit (zie onderstaande afbeelding).
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-23
Vraag Oplossing
Zwarte verticale
strepen of lijnen op de
afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Bepaal welke kleur er ontbreekt en vervang de
tonercartridge in kwestie.
2) Vervang de cassette met de OPC-riem.
Zwarte (gekleurde)
horizontale strepen
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Bepaal welke kleur er ontbreekt en vervang de
tonercartridge in kwestie.
Witte stippen op
afdruk, of vage afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Gebruik gloednieuw papier dat pas is uitgepakt en
controleer of het probleem nu verholpen is.
2) Controleer of het gespecificeerde papier wordt
gebruikt.
3) Controleer of de kamertemperatuur hoger is dan
10°C.
Er staat niets op de
afdruk, of er ontbreekt
een kleur
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Bepaal welke kleur er ontbreekt, en controleer dat
de tonercartridges goed zijn geïnstalleerd.
2) Installeer de tonercartridge in kwestie.
3) Vervang de cassette met OPC-riem.
Zwarte (gekleurde)
stippen of tonervlekken
op de afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Neem contact op met uw Brother-dealer of met een
bevoegd onderhoudsmonteur.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-24
Vraag Oplossing
Hier en daar wordt
toner geknoeid, of
tonervlekken op de
afdruk
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Bepaal welke kleur het probleem veroozaakt en
vervang de tonercartridge in kwestie.
2) Vervang de cassette met de OPC-riem.
De kleur van de afdruk
is niet wat u verwachtte
1) Maak via het bedieningspaneel een testafdruk.
2) Controleer of de tonercartridges goed zijn geplaatst.
3) Controleer of de tonercartridges misschien leeg zijn.
4) Stel de kleuren via de driver bij. De kleur die u op
uw scherm ziet kan enigszins afwijken van de kleur
die uw printer afdrukt. Het is mogelijk dat deze
printer de kleuren zoals u die op uw scherm ziet, niet
nauwkeurig kan reproduceren.
5) Controleer of het gespecificeerde papier wordt
gebruikt.
De afdruk heeft slechts
één kleur
Vervang de cassette met OPC-riem.
De achterkant van het
papier is vuil
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Vervang de oliefles.
2) Vervang de fuserreiniger.
Er staan schaduwen
op transparanten.
1) Gebruik de aanbevolen transparanten en controleer
of het probleem nu verholpen is.
2) Controleer of het juiste type media is geselecteerd.
Foute kleuren
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer dat de cassette met de OPC-riem goed
is geplaatst.
2) Vervang de cassette met de OPC-riem.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-25
Vraag Oplossing
Soms is de
printdichtheid
horizontaal niet
gelijkmatig
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer of de tonercartridges goed zijn geplaatst.
2) Controleer dat de cassette met de OPC-riem goed
is geplaatst.
Er ontbreekt een stuk
van het beeld aan de
rand van de pagina
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Installeer de tonercartridge in kwestie.
2) Vervang de cassette met de OPC-riem.
Het papier krult
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Gebruik de aanbevolen papiersoort en controleer of
het probleem nu verholpen is.
2) Controleer dat de achterklep goed is gesloten.
3) Controleer dat de papierontlader goed is geplaatst.
Gemengde kleuren op
afbeelding
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer of de voorklep goed is gesloten.
2) Controleer of de tonercartridges goed zijn geplaatst.
3) Vervang de tonercartridges.
Niet voldoende glans 1) Controleer of de oliefles misschien leeg is.
2) Vervang de fuserreiniger.
3) Controleer of het gespecificeerde papier wordt
gebruikt.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
6-26
Vraag Oplossing
Verschoven beeld.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer of het gespecificeerde papier wordt
gebruikt.
2) Controleer of de oliefles misschien leeg is.
3) Vervang de fuserreiniger.
Toner wordt niet goed
aangebracht
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
1) Controleer of het gespecificeerde papier wordt
gebruikt.
2) Controleer of het juiste type media is geselecteerd.
Toner wordt niet goed
aangebracht
Wacht 15 tot 30 minuten en probeer opnieuw.
Toner wordt niet goed
op papier gebracht als
op dik papier wordt
gedrukt.
Stel de printer in op het gebruik van dik papier. U kunt
dit doen op het bedieningspaneel of via de printer
driver.
Vage verticale streep
en kleurenvlekjes.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Reinig de spanningvoerende draad. Raadpleeg het
onderdeel De printer periodiek reinigen in hoofdstuk
5 voor meer informatie hierover.
Er staan vuile vlekken
op het bedrukte papier
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Reinig de papiergeleider, de registreringsrol en de
uitvoerrol. Raadpleeg hiervoor De printer periodiek
reinigen’ in hoofdstuk 5.
Kunt u het probleem niet zelf verhelpen, neem dan contact op met uw
dealer of met een bevoegd onderhoudsmonteur.
!
Let op
Als de printer anders dan volgens de specificaties wordt gebruikt, wordt dit
als oneigenlijk gebruik beschouwd en zijn alle reparaties daarna de
verantwoordelijkheid van de eindgebruiker/persoon die de printer heeft
aangeschaft.
APPENDIX
A
A
A
P
P
P
P
P
P
E
E
E
N
N
N
D
D
D
I
I
I
X
X
X
APPENDIX
A-1
P
P
R
R
I
I
N
N
T
T
E
E
R
R
S
S
P
P
E
E
C
C
I
I
F
F
I
I
C
C
A
A
T
T
I
I
E
E
S
S
A
A
A
F
F
F
D
D
D
R
R
R
U
U
U
K
K
K
K
K
K
E
E
E
N
N
N
Printmethode Elektrofotografisch met behulp van halfgeleider laserstraal-
aftasting
Laser Golflengte: 780 nm
Vermogen: 5 mW max.
Resolutie 600x600 dots per inch (Normaal)
2400 dots per inch met CAPT en HRC (De resolutie kan
m.b.v. Brother's HRC (High Resolution Control) en CAPT
(Color Advanced Photoscale Techology) worden verbeterd
tot 2400 dpi)
Afdruksnelheid Standaard: 24 pagina's per minuut (A4/Letter in
monochrome)
6 pagina's per minuut (A4/Letter in full colour)
Duplex: 12 pagina's per minuut (A4/Letter in
monochrome)
3 pagina's per minuut (A4/Letter in full colour)
Opwarmtijd Max. 4 minuten bij 20°C
Eerste afdruk na Monochrome: 15 seconden of minder
Full Colour: 22,5 seconden of minder
(A4/Letter met bedrukte zijde naar beneden uitgevoerd
vanuit de standaard bovenste papiercassette)
Verbruiks-
artikelen: Toner in een uit één deel bestaande tonercartridge
Verwachte levensduur: 12.000 (Zwart): 7200 (Cyaan,
Magenta en Geel) enkelzijdige pagina’s/cassette (A4- of
Letter-papier met een bladvulling van ongeveer 5%).
Interne (residente)
printerfonts 66 schaalbare fonts, 12 bitmapped fonts,
13 barcode fonts (PCL)
165 schaalbare fonts (BR-Script)
APPENDIX
A-2
F
F
F
U
U
U
N
N
N
C
C
C
T
T
T
I
I
I
E
E
E
S
S
S
CPU MIPS TMPR4955 (266MHz)
Emulatie Automatische emulatieselectie
HP Color Printer (PCL5C ) inclusief HP LaserJet 4+ (PCL
5e) en HP LaserJet5 (PCL 6) monochrome stand
BR-Script Level 3 (compatibel met Adobe Postscript
Level 3)
HP-GL
EPSON FX850
IBM Proprinter XL
Interface Automatische interfaceselectie tussen IEEE 1284 Parallel,
10/100BaseTX Ethernet, USB1.1
RAM 64 Mbytes
(kan met DIMM's worden uitgebreid tot 384 Mbytes)
Hoeveel geheugen er standaard is geplaatst, is afhankelijk
van het model printer en van het land waar de printer wordt
geleverd.
Opslagapparaten Hard Disk Drive (2.5 inch IDE HDD; HD-6G/HD-EX)
CompactFlash Type II
Bedieningspaneel 8 toetsen, 4 lampjes en tweeregelig LCD-scherm met op
elke regel 16 tekens
Diagnostiek Zelftestprogramma
APPENDIX
A-3
E
E
E
L
L
L
E
E
E
K
K
K
T
T
T
R
R
R
I
I
I
S
S
S
C
C
C
H
H
H
E
E
E
E
E
E
N
N
N
M
M
M
E
E
E
C
C
C
H
H
H
A
A
A
N
N
N
I
I
I
S
S
S
C
C
C
H
H
H
E
E
E
S
S
S
P
P
P
E
E
E
C
C
C
I
I
I
F
F
F
I
I
I
C
C
C
A
A
A
T
T
T
I
I
I
E
E
E
S
S
S
Spanning VS en Canada: 120 V wisselstroom, 50/60 Hz
Europa en Australië: 220 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik Afdrukken (gemiddeld): 600 W of minder
Stand-by: 260 W of minder
Stand-by in slaapstand: 30 W of minder
Lawaai Afdrukken : 55 dB A of minder
Stand-by: 48 dB A of minder
Temperatuur In bedrijf: 10 tot 32.5°C
Niet in bedrijf: 5 tot 35°C
Opslag: 0 tot 35°C
Vochtigheid In bedrijf: 20 tot 80% (zonder condensvorming)
Opslag: 10 tot 90% (zonder condensvorming)
Afmetingen (B x D x H) 500 x 520 x 410 mm
500 x 520 x 555 mm met los verkrijgbare onderste
bak geïnstalleerd
500 x 605 x 605 mm met los verkrijgbare onderste
bak en duplexbak geïnstalleerd
Gewicht Ca. 39 kg
Ca. 58,5 kg met los verkrijgbare onderste bak,
duplexbak en tonercartridges geïnstalleerd.
APPENDIX
A-4
P
P
A
A
P
P
I
I
E
E
R
R
S
S
P
P
E
E
C
C
I
I
F
F
I
I
C
C
A
A
T
T
I
I
E
E
S
S
Papierinvoer Papierladen:
Standaard bovenste lade (Lade 1)
Los verkrijgbare onderste bak (Lade 2; LT-26CL)
Los verkrijgbare Legal-cassette (Lade 1)
Papierformaat
LADE 1: Standaard bovenste lade:
Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive,
COM10, DL, 104,8 – 215,9 mm breed, 220
– 297 mm lang
Los verkrijgbare Legal-cassette:
Legal, 220 – 355,6mm lang
LADE 2: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive,
Duplexbak:
Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive, Legal
Max. hoogte van papier in cassette = 26 mm
Max. capaciteit papiercassette;
Lade 1: ca. 250 vel van 75g/m
2
Lade 2: ca. 500 vel van 75g/m
2
Papieruitvoer Met bedrukte zijde naar beneden
Papiersoort Standaard bovenste lade (Lade 1):
Normaal papier: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive
104,8 x 220 mm tot 215,9 x 297 mm
[64 tot 163 g/m
2
]
Enveloppen: COM10 DL
Transparanten
Etiketten
Los verkrijgbare onderste bak (Lade 2; LT-26CL):
Normaal papier: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive
[64 tot 105 g/m
2
]
APPENDIX
A-5
Los verkrijgbare Legal-cassette (Lade 1; LC-26LG):
Normaal papier: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive,
Legal
104,8 x 220 mm tot 215,9 x 355,6 mm
[64 tot 163 g/m
2
]
Enveloppen: COM10 DL
Transparanten
Etiketten
Los verkrijgbare Duplexbak (DX-2600):
Normaal papier: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive,
Legal
104,8 x 220 mm tot 215,9 x 355,6 mm
[64 tot 105 g/m
2
]
Het is raadzaam om eerst een proefafdruk te maken, zeker als u enveloppen
gaat bedrukken. Het gebruik van de volgende enveloppen wordt afgeraden:
Enveloppen met dikke en/of scheve randen
Enveloppen die zijn beschadigd, gekruld, of gekreukeld, of
met een onregelmatige vorm
Enveloppen met een heel glad of glimmend oppervlak
Enveloppen met een klemsluiting
'Zakachtige' enveloppen
Enveloppen die niet scherp zijn gevouwen
Enveloppen met reliëf
Met een laser voorgedrukte enveloppen
Enveloppen die niet goed kunnen worden stapelen
Opmerking
Het gebied binnen 15 mm vanaf de randen van de envelop kan niet
worden bedrukt.
Vermijd het gebruik van etiketten als delen van het vel waarop ze
geplakt zijn blootliggen, daar dit de printer beschadigt.
Voor optimale resultaten is het raadzaam om transparanten die geschikt
zijn voor laserprinters te gebruiken. Raadpleeg uw plaatselijke Brother-
vertegenwoordiger voor informatie over de specificatie en voor adressen
waar deze transparanten verkrijgbaar zijn.
APPENDIX
A-6
PAPIERSPECIFICATIES
Deze printer is zodanig ontworpen dat hij met de meeste soorten xerografisch
papier en briefpapier kan werken. Bij sommige papiersoorten kan de
printkwaliteit echter wat minder zijn, of kan de printer minder betrouwbaar
werken. Om u te verzekeren van een optimale afdruk is het raadzaam om
altijd eerst een testafdruk te maken op het papier dat u wilt gebruiken.
Hieronder staan een aantal punten die u helpen de juiste papiersoort te
kiezen:
1.
Vertel uw leverancier dat het papier of de enveloppen in een laserprinter
gebruikt zullen worden.
2.
De inkt op voorgedrukt papier moet bestendig zijn tegen de temperatuur
van het fixeerproces in de printer (200° C).
3.
Het gebruik van papier waarin katoen is verwerkt, papier met een ruw
oppervlak zoals geribbeld of gevergeerd papier, of papier dat gerimpeld
of verkreukt is, komt de werking van de printer niet ten goede, en de
afdrukkwaliteit laat bij dergelijk papier te wensen over.
Opmerking
De fabrikant waarborgt het gebruik van enige papiersoorten niet. De
gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het
papier dat in de printer gebruikt wordt.
Papiersoorten die niet gebruikt moeten worden
Sommige soorten papier zijn minder geschikt voor deze printer, of kunnen de
printer beschadigen.
Onderstaande papiersoorten moeten worden vermeden:
1.
Ruw of grof papier.
2.
Glad of glanzend papier.
3.
Gecoat papier of papier dat met chemicaliën is afgewerkt.
4.
Beschadigd, gekreukt of voorgevouwen papier.
5.
Papier dat zwaarder is dan het in de handleiding maximaal aanbevolen
gewicht.
6.
Papier met lipjes of nietjes.
7.
Briefhoofden waar gebruik is gemaakt van lage-temperatuur verf of
thermografie.
8.
Meerdelig papier of papier zonder koolstof.
APPENDIX
A-7
SCHADE OF ANDERE DEFECTEN ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN
BOVENSTAAND PAPIER WORDEN NIET DOOR GARANTIE OF
ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.
ENVELOPPEN
Uw printer kan met de meeste enveloppen werken. De manier waarop
sommige enveloppen zijn gevouwen kan bij de doorvoer of bij het printen
echter problemen opleveren. Geschikte enveloppen zijn recht en scherp
gevouwen en hebben niet meer dan twee lagen papier. De enveloppe moet
plat en vlak liggen, mag niet slordig zijn gevouwen en het papier moet van
goede kwaliteit zijn. Het is raadzaam om alleen enveloppen van hoge kwaliteit
te kopen; vertel uw leverancier dat de enveloppen in een laserprinter gebruikt
zullen worden. Om u te verzekeren van een acceptabele afdruk moet u eerst
een testafdruk maken.
Onderstaande enveloppen moeten worden vermeden
1.
Enveloppen met papier dat zwaarder is dan het in de handleiding
aangegeven gewicht.
2.
Enveloppen van inferieure kwaliteit, met onregelmatige randen.
3.
Enveloppen die slordig zijn gevouwen of met onscherpe vouwen.
4.
Enveloppen met een doorzichtig venster, met gaten, uitsnijdingen of
perforaties.
5.
Enveloppen van glad of glanzend papier.
6.
Enveloppen met een ruw of grof oppervlak, of gegraufeerde enveloppen.
7.
Enveloppen die niet plat en vlak liggen, enveloppen met omgekrulde
hoeken, gekreukelde enveloppen, of onregelmatige enveloppen.
8.
Enveloppen met een open flap met lijm erop.
HET GEBRUIK VAN BOVENSTAANDE ENVELOPPEN KAN UW PRINTER
BESCHADIGEN. DERGELIJKE SCHADE WORDT NIET DOOR GARANTIE
OF ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.
Opmerking
De fabrikant geeft geen aanbevelingen m.b.t. te gebruiken enveloppen en
waarborgt evenmin het gebruik van bepaalde enveloppen, aangezien de
kwaliteit van enveloppen van merk tot merk verschilt. De gebruiker van de
printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de enveloppen die in de
printer gebruikt worden.
APPENDIX
A-8
ETIKETTEN EN TRANSPARANTEN
De printer kan afdrukken op etiketten en transparanten die zijn ontworpen voor
gebruik in een laserprinter. De lijm van etiketten moet gebaseerd zijn op acryl,
daar dergelijke lijm bij de hoge temperaturen in de fixeerinrichting stabieler is.
De lijm mag niet in aanraking komen met delen van de printer, aangezien de
etiketten anders aan de drum of de rollen blijven plakken, wat
papierdoorvoerstoringen en problemen met de printkwaliteit veroorzaakt. Er
mag geen lijm zichtbaar zijn tussen de etiketten. Etiketten moeten zodanig
worden geplaatst dat zij de gehele pagina beslaan en op het vel mogen alleen
in de lengte open plaatsen zichtbaar zijn. Gebruikt u vellen met open plaatsen
tussen de etiketten, dan kunnen deze losraken en ernstige doorvoerstoringen
of printproblemen veroorzaken.
Alle etiketten en transparanten die in de printer gebruikt worden, moeten
gedurende 0,1 seconde bestendig zijn tegen een temperatuur van 200°C.
Etiketten en transparanten mogen niet zwaarder zijn dan de in de
gebruikershandleiding aangegeven gewichten. Zwaardere etiketten of
transparanten worden mogelijk niet goed doorgevoerd of niet goed bedrukt en
kunnen uw printer beschadigen.
Etiketten kunnen worden ingevoerd vanuit Lade 1 en Lade 2, en kunnen
tevens met de los verkrijgbare duplexbak worden afgedrukt. Transparanten
kunnen alleen vanuit Lade 1 worden ingevoerd en kunnen niet met de
duplexbak worden afgedrukt.
De gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de
etiketten en transparanten die in de printer gebruikt worden.
SCHADE OF ANDERE DEFECTEN ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN
ONGESCHIKTE ETIKETTEN OF TRANSPARANTEN WORDEN NIET DOOR
GARANTIE OF ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.
APPENDIX
A-9
S
S
Y
Y
M
M
B
B
O
O
L
L
E
E
N
N
/
/
T
T
E
E
K
K
E
E
N
N
S
S
E
E
T
T
S
S
U kunt symbolen- en tekensets met behulp van het bedieningspaneel via het
printmenu selecteren in de emulaties HP LaserJet, EPSON FX-850, IBM
Proprinter XL en and HP-GL. Raadpleeg “Print menu” in hoofdstuk 4.
O
O
O
C
C
C
R
R
R
-
-
-
S
S
S
Y
Y
Y
M
M
M
B
B
B
O
O
O
L
L
L
E
E
E
N
N
N
S
S
S
E
E
E
T
T
T
S
S
S
OCR-A
OCR-B
APPENDIX
A-10
H
H
H
P
P
P
P
P
P
C
C
C
L
L
L
-
-
-
E
E
E
M
M
M
U
U
U
L
L
L
A
A
A
T
T
T
I
I
I
E
E
E
Roman 8 (8U)
ISO Latin1 (0N)
ISO Latin2 (2N)
ISO Latin5 (5N)
PC-8 (10U)
PC-8 D/N (11U)
PC-850 (12U)
PC-852 (17U)
PC-8 Turkish (9T)
Windows Latin1 (19U)
Windows Latin2 (9E)
Windows Latin5 (5T)
Legal (1U)
Ventura Math (6M)
Ventura Intl (13J)
Ventura US (14J)
PS Math (5M)
PS Text (10J)
Math-8 (8M)
Pi Font (15U)
MS Publishing (6J)
Windows 3.0 (9U)
Desktop (7J)
MC Text (12J)
Symbol (19M)
Wingdings (579L)
APPENDIX
A-11
ISO 2 IRV
ISO 4 UK
ISO 6 ASCII
ISO10 SWE/FIN
ISO11 Swedish
ISO14 JISASCII
ISO15 Italian
ISO16 POR
ISO17 Spanish
ISO21 German
ISO25 French
ISO57 Chinese
ISO60 NOR v1
ISO61 NOR v2
ISO69 French
ISO84 POR
ISO85 Spanish
HP German
HP Spanish
APPENDIX
A-12
E
E
E
P
P
P
S
S
S
O
O
O
N
N
N
-
-
-
E
E
E
M
M
M
U
U
U
L
L
L
A
A
A
T
T
T
I
I
I
E
E
E
US ASCII
German
UK ASCII I
French I
Danish I
Italy
Spanish
Swedish
Japanese
Norwegian
Danish II
UK ASCII II
French II
Dutch
South African
PC-8
PC-8 D/N
PC-850
PC-852
PC-860
PC-863
PC-865
PC-8 Turkish
APPENDIX
A-13
I
I
I
B
B
B
M
M
M
-
-
-
E
E
E
M
M
M
U
U
U
L
L
L
A
A
A
T
T
T
I
I
I
E
E
E
PC-8
PC-8 D/N
PC-850
PC-852
PC-860
PC-863
PC-865
PC-8 Turkish
APPENDIX
A-14
H
H
H
P
P
P
-
-
-
G
G
G
L
L
L
-
-
-
E
E
E
M
M
M
U
U
U
L
L
L
A
A
A
T
T
T
I
I
I
E
E
E
ANSI ASCII
9825 CHR. SET
FRENCH/GERMAN
SCANDINAVIAN
SPANISH/LATIN
JIS ASCII
ROMAN8 EXT.
ISO IRV
ISO SWEDISH
ISO SWEDISH:N
ISO NORWAY 1
ISO GERMAN
ISO FRENCH
ISO U.K.
ISO ITALIAN
ISO SPANISH
ISO PORTUGUESE
ISO NORWAY 2
APPENDIX
A-15
S
S
S
Y
Y
Y
M
M
M
B
B
B
O
O
O
L
L
L
E
E
E
N
N
N
S
S
S
E
E
E
T
T
T
S
S
S
D
D
D
I
I
I
E
E
E
W
W
W
O
O
O
R
R
R
D
D
D
E
E
E
N
N
N
O
O
O
N
N
N
D
D
D
E
E
E
R
R
R
S
S
S
T
T
T
E
E
E
U
U
U
N
N
N
D
D
D
D
D
D
O
O
O
O
O
O
R
R
R
D
D
D
E
E
E
I
I
I
N
N
N
T
T
T
E
E
E
L
L
L
L
L
L
I
I
I
F
F
F
O
O
O
N
N
N
T
T
T
-
-
-
C
C
C
O
O
O
M
M
M
P
P
P
A
A
A
T
T
T
I
I
I
B
B
B
E
E
E
L
L
L
E
E
E
L
L
L
E
E
E
T
T
T
T
T
T
E
E
E
R
R
R
T
T
T
Y
Y
Y
P
P
P
E
E
E
N
N
N
V
V
V
A
A
A
N
N
N
D
D
D
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
E
E
E
R
R
R
PCL-symbolenset Lettertype
Alaska Antique Brougham Cleveland Connect-Guatemala Letter
Set-ID Symbolenset Oakland Cond. icut Antique Gothic
8U Roman-8 ••
0N ISO 8859-1 Latin1 ••
2N ISO 8859-2 Latin2 ••
5N ISO 8859-9 Latin5 ••
6N ISO 8859-10 Latin6 ••
10U PC-8 ••
11U PC-8 D/N ••
12U PC-850 ••
17U PC-852 ••
26U PC-775 ••
9T PC-Turk ••
19U Windows 3.1 Latin1 ••
9E Windows 3.1 Latin2 ••
5T Windows 3.1 Latin5 ••
7J DeskTop ••
9J PC-1004 (OS/2) ••
10J PS Text ••
13J Ventura International ••
14J Ventura US ••
6J Microsoft Publishing ••
8M Math-8 ••
5M PS Math ••
6M Ventura Math ••
15U PI Font ••
1U Legal ••
1E ISO 4: United Kingdom* ••
0U ISO 6: ASCII* ••
2U ISO 2: IRV* ••
0S ISO 11: Swedish: names* ••
0I ISO 15: Italian* ••
1S HP Spanish* ••
2S ISO 17: Spanish* ••
3S ISO 10: Swedish* ••
4S ISO 16: Portuguese* ••
5S ISO 84: Portuguese* ••
6S ISO 85: Spanish* ••
0G HP German* ••
1G ISO 21: German* ••
0D ISO 60: Norwegian 1* ••
1D ISO 61: Norwegian 2* ••
0F ISO 25: French* ••
1F ISO 69: French* ••
0K ISO 14: JIS ASCII* ••
2K ISO 57: Chinese* ••
9U Windows 3.0 Latin1 ••
12J MC Text ••
19M Symbol
19L Windows Baltic ••
579L Wingdings
*Deze symbolensets zijn varianten van de symbolenset Roman-8.
APPENDIX
A-16
PCL-symbolenset Lettertype(vervolg)
LetterGothic Mary- Oklahoma PC PC Utah Utah
Set-ID Symbolenset 16.66** land Brussels Tennessee Cond.
8U Roman-8 •• ••
0N ISO 8859-1 Latin1 •• ••
2N ISO 8859-2 Latin2 •• ••
5N ISO 8859-9 Latin5 •• ••
6N ISO 8859-10 Latin6 ••
10U PC-8 •• ••
11U PC-8 D/N •• ••
12U PC-850 •• ••
17U PC-852 ••••
26U PC-775 ••
9T PC-Turk ••••
19U Windows 3.1 Latin1 ••••
9E Windows 3.1 Latin2 ••••
5T Windows 3.1 Latin5 ••••
7J DeskTop ••••
9J PC-1004(OS/2) ••
10J PS Text ••••
13J Ventura International ••••
14J Ventura US ••••
6J Microsoft Publishing ••••
8M Math-8 ••
5M PS Math ••
6M Ventura Math ••
15U PI Font ••
1U Legal •• ••
1E ISO 4: United Kingdom* •• ••
0U ISO 6: ASCII* •• ••
2U ISO 2: IRV* •• ••
0S ISO 11: Swedish: names* •• ••
0I ISO 15: Italian* •• ••
1S HP Spanish* •• ••
2S ISO 17: Spanish* •• ••
3S ISO 10: Swedish* •• ••
4S ISO 16: Portuguese* •• ••
5S ISO 84: Portuguese* •• ••
6S ISO 85: Spanish* •• ••
0G HP German* •• ••
1G ISO 21: German* •• ••
0D ISO 60: Norwegian 1* •• ••
1D ISO 61: Norwegian 2* •• ••
0F ISO 25: French* •• ••
1F ISO 69: French* •• ••
0K ISO 14: JIS ASCII* •• ••
2K ISO 57: Chinese* •• ••
9U Windows 3.0 Latin1 ••••
12J MC Text ••••
19M Symbol
19L Windows Baltic ••
579L Wingdings
*Deze symbolensets zijn varianten van de symbolenset
Roman-8.
**LetterGothic 16.66 is een bitmapped font.
APPENDIX
A-17
S
S
S
Y
Y
Y
M
M
M
B
B
B
O
O
O
L
L
L
E
E
E
N
N
N
S
S
S
E
E
E
T
T
T
S
S
S
D
D
D
I
I
I
E
E
E
W
W
W
O
O
O
R
R
R
D
D
D
E
E
E
N
N
N
O
O
O
N
N
N
D
D
D
E
E
E
R
R
R
S
S
S
T
T
T
E
E
E
U
U
U
N
N
N
D
D
D
D
D
D
O
O
O
O
O
O
R
R
R
D
D
D
E
E
E
M
M
M
E
E
E
T
T
T
T
T
T
R
R
R
U
U
U
E
E
E
T
T
T
Y
Y
Y
P
P
P
E
E
E
E
E
E
N
N
N
T
T
T
Y
Y
Y
P
P
P
E
E
E
1
1
1
F
F
F
O
O
O
N
N
N
T
T
T
C
C
C
O
O
O
M
M
M
P
P
P
A
A
A
T
T
T
I
I
I
B
B
B
E
E
E
L
L
L
E
E
E
L
L
L
E
E
E
T
T
T
T
T
T
E
E
E
R
R
R
T
T
T
Y
Y
Y
P
P
P
E
E
E
N
N
N
V
V
V
A
A
A
N
N
N
D
D
D
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
E
E
E
R
R
R
,
,
,
E
E
E
N
N
N
O
O
O
R
R
R
I
I
I
G
G
G
I
I
I
N
N
N
E
E
E
L
L
L
E
E
E
L
L
L
E
E
E
T
T
T
T
T
T
E
E
E
R
R
R
T
T
T
Y
Y
Y
P
P
P
E
E
E
N
N
N
PCL-symbolenset Lettertype
Atlanta BR Copen- Calgary Helsinki PortugalTennes- W
Set-ID Symbolenset Symbol hagen see Dingbats
8U Roman-8 ••
0N ISO 8859-1 Latin1 ••
2N ISO 8859-2 Latin2 ••
5N ISO 8859-9 Latin5 ••
6N ISO 8859-10 Latin6 ••
10U PC-8 ••
11U PC-8 D/N ••
12U PC-850 ••
17U PC-852 ••
26U PC-775 ••
9T PC-Turk ••
19U Windows 3.1 Latin1 ••
9E Windows 3.1 Latin2 ••
5T Windows 3.1 Latin5 ••
7J DeskTop ••
9J PC-1004 (OS/2) ••
10J PS Text ••
13J Ventura International ••
14J Ventura US ••
6J Microsoft Publishing ••
8M Math-8 ••
5M PS Math ••
6M Ventura Math ••
15U PI Font ••
1U Legal ••
1E ISO 4: United Kingdom* ••
0U ISO 6: ASCII* ••
2U ISO 2: IRV* ••
0S ISO 11: Swedish: names* ••
0I ISO 15: Italian* ••
1S HP Spanish* ••
2S ISO 17: Spanish* ••
3S ISO 10: Swedish* ••
4S ISO 16: Portuguese* ••
5S ISO 84: Portuguese* ••
6S ISO 85: Spanish* ••
0G HP German* ••
1G ISO 21: German* ••
0D ISO 60: Norwegian 1* ••
1D ISO 61: Norwegian 2* ••
0F ISO 25: French* ••
1F ISO 69: French* ••
0K ISO 14: JIS ASCII* ••
2K ISO 57: Chinese* ••
9U Windows 3.0 Latin1 ••
12J MC Text ••
19M Symbol
19L Windows Baltic ••
579L Wingdings
*Deze symbolensets zijn varianten van de symbolenset Roman-8.
APPENDIX
A-18
PCL-symbolenset Lettertype
Bermuda Script Germany San Diego US Roman
Set-ID Symbolenset
8U Roman-8 ••
0N ISO 8859-1 Latin1 ••
2N ISO 8859-2 Latin2
5N ISO 8859-9 Latin5
6N ISO 8859-10 Latin6
10U PC-8 ••
11U PC-8 D/N ••
12U PC-850 ••
17U PC-852
26U PC-775
9T PC-Turk
19U Windows 3.1 Latin1 ••
9E Windows 3.1 Latin2
5T Windows 3.1 Latin5
7J DeskTop ••
9J PC-1004 (OS/2)
10J PS Text ••
13J Ventura International ••
14J Ventura US ••
6J Microsoft Publishing ••
8M Math-8
5M PS Math
6M Ventura Math
15U PI Font
1U Legal ••
1E ISO 4: United Kingdom* ••
0U ISO 6: ASCII* ••
2U ISO 2: IRV* ••
0S ISO 11: Swedish: names* ••
0I ISO 15: Italian* ••
1S HP Spanish* ••
2S ISO 17: Spanish* ••
3S ISO 10: Swedish* ••
4S ISO 16: Portuguese* ••
5S ISO 84: Portuguese* ••
6S ISO 85: Spanish* ••
0G HP German* ••
1G ISO 21: German* ••
0D ISO 60: Norwegian 1* ••
1D ISO 61: Norwegian 2* ••
0F ISO 25: French* ••
1F ISO 69: French* ••
0K ISO 14: JIS ASCII* ••
2K ISO 57: Chinese* ••
9U Windows 3.0 Latin1 ••
12J MC Text ••
19M Symbol
19L Windows Baltic
579L Wingdings
*Deze symbolensets zijn varianten van de symbolenset Roman-8.
INDEX
1-1
INDEX
1
120K Kit 5-27
A
Advanced Photoscale Technology 1-6
afdrukkwaliteit 2-4
Analysis Tool 2-15
apparaat 2-6
Apple LaserWriter 2-18
automatische emulatieselectie 3-1
Automatische emulatieselectie 1-8
automatische interfaceselectie 1-7
Automatische interfaceselectie 3-3
B
bedrukbaar gedeelte 3-9
Beschermende vel 5-20
BRAdmin professional 2-15
BR-SCRIPT 4-30
BR-Script 3-emulatie 4-36
C
Cassette met OPC-riem 5-18
communicatieparameters 3-3
conceptgegevens 4-8
D
datum en tijd instellen 4-34
De fuser 5-23
de toets 4-13
de toets + 4-13
de toets Back 4-14
De toets Set 4-13
DIMM 5-63
Doos voor afgewerkte toner 5-16
duplex 2-5
duplexbak 5-50
E
emulatie 4-36
Emulatiestand 1-8
Enveloppen 3-10
EPSON FX-850-emulatie 4-37
Extra RAM 1-13
F
fabrieksinstellingen 2-21, 4-38
Foutmeldingen 6-1
Fuserreiniger 5-13
G
gegevens wissen 4-25
Gegevenscompressie 1-8
H
Handinvoer 3-13
High Resolution Control 1-6
hoekpaneeltje aan de achterkant 5-22
Houder voor doos met afgewerkte toner 5-17
HP LaserJet-emulatie 4-36
HP-GL-emulatie 4-37
I
IBM Proprinter XL-emulatie 4-37
instellingen via bedieningspaneelmenu 4-21
interface 4-42
Invoer via de papiercassette 3-12
IP-adres 4-35
K
kap van drumreiniger 5-28
kwaliteit 4-39
L
lampjes 4-15
LCD 4-1, 4-16
Legal-cassette 1-12
los verkrijgbare duplexbak 3-6
los verkrijgbare Legal-Cassette 3-5
Los verkrijgbare Legal-cassette 3-7
M
Macintosh 2-18
INDEX
1-2
Melding op LCD-scherm 4-17
MIO-interface 3-3
modus Informatie 4-22
modus Interface 4-32
modus Kwaliteit 4-23
modus Papier 4-23
modus Print menu 4-26
modus Reset menu 4-33
modus Setup 4-24
N
netwerk 4-41
Netwerk 2-15
netwerkmodus 4-31
niet-gegarandeerd bedrukbaar gedeelte 3-9
O
Oliefles 5-9
Onderhoudsmeldingen 6-4
Onderste papierbak 1-12, 5-45
onderste papiercassette 5-45
openbare gegevens 4-9
opnieuw afdrukken 2-7, 2-14
Opties 2-6
optionele fonts 5-56
Ozonfilter 5-22
P
papier 4-39
Papierafmetingen 3-4
Papierdoorvoerstoring 6-8
Papierontlader 5-30
parallelle interface 3-3
PCL5C-stand 3-1
PCL6 2-1
PPD 2-18, 2-19
print menu 4-40
printer driver 2-1, 2-2, 2-10
printerstatusmeldingen 4-18
R
RAM 5-63
reset fabr.inst. 4-33
reset printer 4-33
S
seriële interface 3-3
Servicemeldingen 6-5
setup 4-39
sluithendel 5-19
sluithendel transferrol 5-32
Sluithendel van de oliefles 5-11, 5-14
Spanningspen 5-20
spanningvoerende draad 5-30
Standaard papiercassette 3-7
Standaard papierCassette 3-5
STANDAARD PAPIERCASSETTE 3-4
Storage Manager 2-15
Stroombespaarstand 1-10
T
TCP/IP 4-31
toebehoren 2-8
Toebehoren 1-12
toets + en 4-2
toets Back 4-2
toets Go 4-2
toets Job Cancel 4-2
toets Reprint 4-2
toets Set 4-2
Tonerbespaarstand 1-10
Tonercartridges 5-5
Transferrol 5-32
V
veilige gegevens 4-10
Verbruiksartikelen 5-1
W
Waarschuwingsmelding 5-1, 5-2, 5-3
watermerk 2-5
Windows 6-19
9


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Brother HL-2600CN at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Brother HL-2600CN in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,91 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Brother HL-2600CN

Brother HL-2600CN User Manual - English - 225 pages

Brother HL-2600CN User Manual - German - 222 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info