HOOFDSTUK 1 OVER DEZE PRINTER
1-11
O
O
m
m
g
g
e
e
v
v
i
i
n
n
g
g
Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en
maximumwaarden.
Omgevingstemperatuur: 10° C tot 32,5° C
Vochtigheid van omgeving: 20% tot 80% (zonder condensvorming)
Plaats de printer zo, dat de ventilatieopeningen bovenaan de printer niet
worden geblokkeerd. Leg nooit voorwerpen bovenop de printer, vooral niet
op de ventilatieopeningen.
De printer moet in een goed geventileerde ruimte staan.
De printer mag niet worden blootgesteld aan direct zonlicht. Moet de printer
noodgedwongen toch in een zonnige ruimte worden opgesteld, gebruik dan
gordijnen of lamellen om het apparaat te beschermen.
Plaats de printer niet in de buurt van toestellen die magneten bevatten of
een sterk magnetisch veld opwekken.
Installeer de printer niet in een ruimte waar zware schokken of trillingen
worden voortgebracht. Houd er rekening mee dat open vuur en zilte of
bijtende stoffen de printer kunnen beschadigen.
Zet de printer op een vlak en horizontaal oppervlak.
Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte.
Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner.
Zet de printer niet op een plaats waar de ventilatieopening kan worden
geblokkeerd. Er dient een ruimte van ongeveer 100 mm vrij te zijn tussen de
ventilatieopening en de muur.