V - 5 VERKLARENDE WOORDENLIJST
Reserveafdruk De machine drukt een afschrift af van alle faxen die
in het geheugen werden ontvangen.
Dit is voor alle zekerheid, zodat u geen berichten verliest als de
stroom zou uitvallen.
Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Zie
ook: Standaard, Fijn, Superfijn en Foto.
Resterende taken U kunt controleren welke opdrachten nog in het
geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk
annuleren.
Scannen (uitsluitend MFC-3220C) Dit betekent dat een
elektronisch beeld van een papieren document in uw computer
wordt ingelezen.
Snelkieslijst Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen
in het geheugen voor tiptoets- en snelkiesnummers. De nummers
staan in numerieke volgorde in de lijst.
Snelkiezen Een voorgeprogrammeerd nummer dat u snel kunt
kiezen. U moet op
Zoeken/Snelkiezen
en op
#
drukken en de
tweecijferige code indrukken om het kiezen te starten.
Standaardresolutie 203 x 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst van
normaal formaat en biedt de snelste transmissie.
Stationsnummer De opgeslagen informatie die bovenaan gefaxte
pagina’s verschijnt. Deze inforegel bevat de naam van de
verzender en het faxnummer.
Superfijne resolutie 392 x 203 dpi. Ideaal voor zeer kleine druk en
lijntekeningen.
Taak annuleren Annuleert een geprogrammeerde taak, zoals
Uitgestelde Fax of Polling.
Tijdelijke instellingen Voor elke faxtransmissie en kopie kunnen
bepaalde instellingen worden gemaakt die alleen voor die
transmissie gelden en die geen invloed hebben op de
standaardinstellingen.
Tiptoets Toetsen op de machine waarin u telefoonnummers kunt
opslaan voor het snel kiezen. U kunt een tweede nummer op
iedere toets programmeren door de toets
Shift
samen met de
tiptoets ingedrukt te houden.