7. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Neem er de tijd voor om deze aanwijzingen zorgvuldig te le
bewaar ze in het daarvoor bedoelde opbergvak. 13 op het kinderzitje
zodat u ze altijd kunt terugvinden. De handleiding moet bij overdr
derden met het kinderzitje worden meegegeven.
GEVAAR! T
•
kan het kinderzitje onder bepaalde omstandigheden beschadigen zonder dat
de schade direct zichtbaar is. In dat geval moet het autokinderzitje worden
vervangen. Voer het zitje volgens de geldende voorschriften af.
•
het op de grond is gevallen).
•
name of alle mechanische onderdelen perfect werken.
• Breng nooit olie aan op onderdelen van het kinderzitje.
•
Laat uw kind nooit zonder toezicht in het kinderzitje in de auto acht
•
•
kan in rechtstreeks zonlicht zeer heet wor
kan daardoor gewond raken.
•
Hoe beter de gordel op het lichaam van uw kind aansluit, hoe grot
T
•
wandelen en te spelen.
•
de voeten van uw kind de rugleuning van de voorstoel niet r
verwondingsgevaar te voorkomen).
GEVAAR! Hou u t
Bij een noodstop of een ongeval kunnen niet-vastgezette voorwerpen of
personen andere passagiers verwonden. Zorg er daar
•
rugleuning van de achterbank vastklikken);
•
vastgezet;
• alle personen in de auto de gordel om hebben;
•
WAARSCHUWING! T
• Het kinderzitje nooit los gebruiken, ook niet voor proefzitten.
• 13 wordt opgeklapt, mag zich in de buurt van de
scharnieras niets tussen rugleuning 13 en zitkussen 07 bevinden. Uw
vingers of die van uw kind kunnen klem komen te zitten en gewond r
•
Om beschadigingen te voorkomen, moet u er op letten dat het kinderzitje niet
tussen harde voorwerpen (autodeur
•
Bewaar het kinderzitje op een veilige plek als het niet gebruikt wordt. Leg geen
zware voorwerpen op het zitje en bewaar het niet naast warmtebronnen of in
direct zonlicht.
VOORZICHTIG! T
•
Bepaalde van gevoelig materiaal gemaakte autost
leer
optimale bescherming van de autobekleding raden we het gebruik aan van het
BRIT
P
Een goed afgestelde hoofdsteun 12 waarborgt de optimale positie van het
schoudergedeelte van de gordel 18 , en biedt uw kind optimale beveiliging.
De hoofdsteun12 moet zo zijn afgesteld dat er tussen de schouders van uw
kind en de hoofdsteun12 nog twee vingers ruimte is.
Zo kunt u de hoogte van de hoofdsteun als volgt op
de lichaamsgrootte van uw kind afstellen:
1. Maak de greep 11 op de achterkant van de
hoofdsteun 12 los.
Nu is de hoofdsteun ontgrendeld.
2. U kunt nu de ontgrendelde hoofdsteun12 op de
gewenste hoogte instellen. Z
11 loslaat, klikt de hoofdsteun 12 vast.
3. Plaats het kinderzitje op de autostoel.
4. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen en
controleer de hoogte. Herhaal dez
de hoofdsteun 12 de juiste hoogte heeft.
8. HOOFDSTEUN AFS
9. INST
Met ISOFIT + driepuntsgordel
A
10. UW KIND V
12
11
12
Met driepuntsgordel
B
7. Schuif de ISOFIT
04
in de invoerhulp
02
totdat de ISOFIT
04
met een
"klik"-geluid vastklikt.
GEVAAR! Controleer door trekken aan de ISOFIT
bevestigingsarm 04 , of deze corr
vastgeklikt.
9. Druk de r
05
in
om te waarborgen, dat de haak van de ISOFIT
bevestigingsarm
04
is geopend en klaar is voor
gebruik.
10. Schuif de ISOFIT
04
in de invoerhulp
02
totdat de ISOFIT
04
met een
"klik"-geluid vastklikt.
GEVAAR! Controleer door trekken aan de ISOFIT
bevestigingsarm 04 , of deze corr
vastgeklikt .
12. T
de te waarborgen, dat dez
controleer opnieuw de ISOFIT
04 , om te waarborgen, dat beide volledig zijn
vastgeklikt.
13. V"UW KIND
VAS.
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elke rit of...
Źhet kinderzitje aan beide kanten met de ISOFIT 04 in de
ISOFIT 01 is ingeklikt,
Źhet kinderzitje goed vast zit;
Źhet heupgedeelte 17 van de gordel aan beide zijden door de twee lichtrode
gordelgeleiders 03 van het zitkussen loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gordel 18 aan de kant van het slot van de
autogordel 19 ook door de lichtrode gordelgeleider 03 van het zitkussen
loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gordel 18 door de donkerrode gordelhouder
06 van de hoofdsteun loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gordel 18 schuin naar achteren loopt;
Źde gordels goed strak en niet ver
Źhet gordelslot
19
niet in de lichtrode gordelgeleider
03
van het zitkussen ligt.
GEVAAR! Als uw kind probeert om de
rode ISOFIT
05
of het autogordelslot
19
te openen, moet u direct stoppen zodr
dat mogelijk is. Controleer of het kinderstoeltje goed vast zit en
controleer of uw kind goed vast zit. Leg uw kind uit wat de gevaren
van zijn of haar gedrag zijn .
01
02
1. Als uw auto standaard niet is voorzien van ISOFIX-kliksystemen, klemt u
de twee kliksystemen 02 , die met het stoeltje zijn meegeleverd*, met de
uitsnede omhoog op de twee ISOFIX-bevestigingspunten 01 van uw auto.
TIP! De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich tussen de zitting en de
rugleuning van de autostoel.
* De kliksystemen maken de inbouw van het kinderzitje met behulp van de
ISOFIX-bevestigingspunten gemakkelijker en voorkomen beschadiging van de
autobekleding. Als ze niet gebruikt worden, verwijder z
een veilige locatie. Verwijder het kliksyst
platgelegd kan worden voordat u dez
meestal het gevolg van vuil of vreemde materialen op het klemsysteem en op de
haken. V
2. Schuif de hoofdsteun van de autostoel in de hoogst
3. Volg de stappen in hoofdstuk 8 "HOOFDS.
4. Plaats het kinderzitje in de rijrichting op een voor het gebruik toegelaten
autostoel.
De
DISCOVERY SL
wordt met behulp van de KIDFIX-bevestigingsarmen vast in
de auto ingebouwd.
Uw kind wordt vervolgens met de driepuntsgordel van de auto in het kinderzitje
vastgegespt.
5. Houd de ISOFITinstelknop 08 ingedrukt en trek de
van de voertuigdeur het verst af liggende ISOFIT
bevestigingsarm 04 volledig naar buiten.
6. Druk de r
05
in
om te waarborgen, dat de haak van de ISOFIT
bevestigingsarm
04
is geopend en klaar is voor
gebruik.
08
04
0504
8. Houd de ISOFITinstelknop 08 ingedrukt en trek
de dichtst bij de voertuigdeur liggende ISOFIT
bevestigingsarm 04 volledig naar buiten.
DE RIEM VAN UW KIND L
Om de riem van uw kind los te maken of om het zitje te demont
de stappen in hoofdstuk 6 "DEMONT [P
04
04
08
0504
04
1. Volg de stappen in hoofdstuk 8 "HOOFDS
INSTELLEN".
2. Plaats het kinderzitje op de autostoel. Z
dat de rugleuning 13 vlak tegen de rugleuning van
de autostoel aankomt.
Tip! Als de hoofdsteun van de autostoel daarbij in de
weg zit, draait u dez
3. Volg de stappen in hoofdstuk 10 "UW KIND
VAS.
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor elke rit of...
Źhet kinderzitje goed vast zit;
Źhet heupgedeelte
17
van de gordel aan beide zijden door de twee lichtrode
gordelgeleiders
03
van het zitkussen loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gordel 18 aan de kant van het slot van de
autogordel 19 ook door de lichtrode gordelgeleider 03 van het zitkussen
loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gordel 18 door de donkerrode gordelhouder
06 van de hoofdsteun loopt;
Źhet schoudergedeelte van de gordel 18 schuin naar achteren loopt;
Źde gordels goed strak en niet ver
Źhet gordelslot
19
niet in de lichtrode gordelgeleider
03
van het zitkussen ligt.
GEVAAR! Als uw kind probeert om het autogordelslot 19 te openen,
moet u direct stoppen zodr
kinderstoeltje goed vast zit en controleer of uw kind goed vast
zit. Leg uw kind uit wat de gevaren van zijn of haar gedr
DE RIEM VAN UW KIND L
Om de riem van uw kind los te maken of om het zitje te demont
de stappen in hoofdstuk 6 "DEMONT [P
13
De
DISCOVERY SL
wordt niet vast in de auto gemonteer
simpelweg samen met uw kind met de driepuntsgordel van de auto vastgez
1. Laat uw kind in het kinderzitje plaatsnemen.
2. T
langs naar het slot van de autogordel 19 .
GEVAAR!
omdat u anders geen gebruik maakt van
de volledige beschermende werking van
het vasthoudsysteem.
3. Klik de gesp in het slot vast in de autogordel 19 .
4. Leid het schoudergedeelte 18 en het heupgedeelte
17 van de gordel aan de kant van het gordelslot van
de auto 19 door de lichtrode gordelgeleider 03 van
het zitkussen.
GEVAAR! 19 mag niet
tussen de lichtrode gordelgeleider06 en
de armleuning liggen.
5. Leid het heupgedeelte 17 van de gordel aan de
andere zijde van het zitkussen ook door de lichtrode
gordelgeleider 03 .
GEVAAR! 17 moet
aan beide zijden zo laag mogelijk over de
liezen van uw kind lopen.
6. Leid het schoudergedeelte van de gor 18 in de
donkerrode gordelhouder06 van de hoofdsteun
14 totdat deze volledig en niet verdraaid in de
gordelhouder 09 ligt.
Tip! Als de rugleuning
16
de gordelhouder
06
bedekt,
kunt u de hoofdsteun
14
naar boven verstellen.
Nu kan het schoudergedeelte van de gordel
18
gemakkelijk worden aangebracht. Z
12
vervolgens weer terug op de juiste hoogte.
7. Controleer of het schoudergedeelte van de gordel
18 over het sleutelbeen van uw kind verloopt en niet
vast tegen de hals ligt.
Tip! U kunt de hoogte van de hoofdsteun 12 ook nog
in de auto afstellen.
GEVAAR! 18
moet schuin naar achteren lopen. U kunt
de weg van de gordel met de instelbare
gordelomleider van uw auto regelen.
GEVAAR! 18 mag nooit naar
voren lopen naar de gordelomleider van de
auto. Gebruik in dat geval het kinderzitje
alleen op de achterzitting.
8. T
schoudergedeelte van de gordel 18 te trekken.
9. Volg de verder
van de betreende installatie.
19
18
17 03
19
17
03
18
18
18
06
12
19
Als u nog vragen hebt over het gebruik, neem dan contact met ons op:
18 12
11 T09 en schuif tegelijkertijd
het kinderzitje naar achter 13 vlak
tegen de rugleuning van de voertuigstoel aanligt.
09
13
Britax Childcare
Britax Römer
Kindersicherheit GmbH
Blaubeurer Straße 71
D-89077 Ulm
Duitsland
T
F
E.: service.de@britax.com
www.britax.com
Britax Childcare
Britax Exelsior Limited
1 Churchill Way W
Andover
Hampshire SP10 3UW
United Kingdom
T
F
E.:
service.uk@britax.com
www.britax.com
150611_DISCOVERY_SL_NL.indd 2 11.06.2015 12:44:28
