- 28 -
5. Montage - Oculair monteren:
Bij de telescoop zijn twee oogglazen (afb. 1+2, 18) en een
Zenitspiegel (afb. 1+2, 19) -bijgevoegd.
Met de oogglazen wordt de vergroting van de telescoop
-geregeld.
Voordat de oogglazen en de Zenitspiegel erin gezet worden,
-verwijder eerst de stofbeschermkap van de oogglass-
teunen (afb. 1, 6) en de prisma.
Maak de klemschroef (Afb. 8, X) los van de oogglassteunen
en steek eerst de Zenitspiegel in de oogglassteunen. Draai
de -klemschroef (Afb. 8, X) van de oogglassteun weer aan.
Aansluitend bevestigt u het oculair 20 mm op dezelfde
manier, door het openen en sluiten van de klemschroeven
(afb. 9, X) in de zenitspiegel.
Let op dat het oogglas naar boven is gericht. In andere
gevallen de klemschroef (afb. 8, X) verwijderen van de oog-
glassteunen en draai de Zenitspiegel is deze positie.
GEVAAR voor verwondingen!
Kijk met dit toestel nooit direct naar de zon
of naar de omgeving van de zon. Er bestaat
VERBLINDINGSGEVAAR!
6. Montage - Monteren en afstellen van de richtteles-
coop:
De richttelescoop en de houder ervan zitten al gemonteerd
in de verpakking.
Schuif deze met de voet van de houder volledig in de basis
van de telescoopbuis (afb. 10). De houder klikt vast. Let
erop dat het objectief van de richttelescoop in de richting
van de opening van de telescoopbuis wijst.
Op de houder zitten twee klemschroeven (zwart) en een
stelschroef (zilver) met veer (afb. 1, 3). De klemschroeven
(zwart) kunnen nu gelijkmatig worden aangedraaid totdat u
een weerstand voelt. De richttelescoop is nu vastgemaakt.
Voordat u een waarneming kunt doen is het noodzakelijk
om de richttelescoop af te stellen - zodanig dat de richtteles-
coop en de hoofdtelescoop beide op exact de zelfde positie
zijn gericht. Ga als volgt te werk om de richttelescoop af te
stellen:
TIP!
Neem het 20mm-oculair, monteer deze op
de zenitspiegel en richt de hoofdtelescoop
op een eenvoudig te vinden en goed herk-
enbaar object op de horizon (afb. 11, kerk-
toren, gevel van een huis) Het object moet
minstens 200-300m ver weg zijn. Houd het
object exact in het midden van het oculair.
i
De beeldweergave is weliswaar rechtop maar in spiegel-
beeld. In de richttelescoop is de beeldweergave daarente-
gen rechtop en niet gespiegeld.
Draai aan ( re/ li. ) aan een van beide stelschroeven van de
richttelescoop en kijk daarbij constant door de zoeker. Ga
door met bijstellen totdat het richtkruis van de richttelescoop
exact op de positie staat die overeenkomt met het beeld
door de hoofdtelescoop.
Scherpstellen van de richttelescoop:
Draai de ring van de voorste lens (afb. 10, X) een tot twee
slagen naar links. U kunt nu de counterring apart instellen.
Kijk door de richttelescoop en focus deze op het object.
Draai de voorste lens linksom of rechtsom totdat het object
scherp is. Schroef nu de ring van de lens terug op de
houder.
7. Montage - Berschermkappen:
Om de binnenkant van de telescoop tegen stof e.d. te
beschermen is de tube opening door een stofbeschermkap
beschermd. Neem de kap ter observatie van de opening.
8. Montage - Buigzame assen:
Om de exacte instelling van de declinatie- en rechte-klim-
mings-as te vergemakkelijken, kunnen de buigzame assen
aan de daarvoor bedoelde houders van de beide assen
worden bevestigd. (afb. 13, X)
De lange buigzame as (afb. 1, 14) wordt parallel aan de
telescoopbuis gemonteerd. Hij wordt bevestigd met een
klemschroef bij de hiervoor bedoelde inkeping op de as.
De korte buigzame as (afb. 1, 15) wordt zijdelings gem-
onteerd. Hij wordt bevestigd met een klemschroef bij de
hiervoor bedoelde inkeping op de as.
Uw telescoop is nu klaar voor gebruik.
DEEL II - De bediening
1. Bediening – De montering
Uw telescoop is uitgerust met een nieuw type montering die
twee soorten waarneming mogelijk maakt.
A: Azimutaal = ideaal voor horizonwaarneming
B: Parallactisch = ideaal voor hemelwaarneming
Ad A:
Bij azimutale opstelling wordt de telescoop in horizontale en
verticale richting gedraaid.
1.Maak de poolhoogteklemschroef (afb. 14a, X ) los en
draai de grondplaat totdat deze horizontaal staat (tot de
aanslag). Draai de poolhoogteklemschroef weer aan.
2. Maak de verticale klem los (afb. 15, A), breng de buis in
horizontale stand en bevestig de klem weer.
De telescoop kan nu horizontaal en verticaal bewogen
worden door te draaien aan de buigzame assen (afb. 1,
14+15).
Ad B.
2. Bediening - Plaatsing (bij nacht):
Een donkere plaats is zeer belangrijk voor veel waarne-
mingen, omdat storend licht (van lampen en lantaarns) de
scherpte van het telescoopbeeld erg kunnen beïnvloeden.
Wanneer u vanuit een verlichte ruimte ‘s nachts naar buiten
gaat, moeten uw ogen eerst aan het donker wennen. Na
ong. 20 minuten kunt u dan beginnen met sterrenkijken.
Doe nooit waarnemingen vanuit een gesloten ruimte en zet
uw telescoop met alle accessoires ong. 30 min. voor het
begin van de waarneming klaar zodat de temperatuur in de
buis zich kan aanpassen.
Daarnaast dient u erop te letten dat de telescoop op vlakke,
stabiele grond staat.
3. Montage - Richten - Nulpositie:
Maak de poolhoogteklemschroef (afb. 14a, X) los en stel de
bodemplaat (afb. 15, B) grofweg in op uw breedtegraad aan
de hand van de schaal op de stang. Draai de driepoot met de
markering (N) naar het noorden. De bovenkant van de bodem-
plaat wijst naar het noorden (afb. 14b). De staaf voor het instel-
len van de breedtegraad (afb. 14a, Y) wijst naar het zuiden.
4. Instellen van de geografische breedtegraad
U kunt de breedtegraad van uw locatie vinden in een
stratenboek, een atlas of op Internet. Nederland ligt tussen
53,5° (Schiermonnikoog) en 50,9° (Maastricht) - België tus-
sen 51,3° (Turnhout) en 49,5° (Aubange)
Maak nu de poolhoogteklem los (afb. 14, X) en kantel de
plaat totdat het getal op de instelstaaf voor de breedtegraad
(afb. 14, Y) overeenkomt met de breedtegraad van uw loca-
tie. (bv. 51°)
5. Eindinstelling
Draai de declinatieas (afb. 15, C) incl. telescoophouder 90° om.
Zet de buis in de goede richting (zie afbeelding / markering)