Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag ontbreken is een goede ventilatie.
De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen apparaat en vloer. De luchtafvoer
vindt plaats via het bovenste ventilatierooster. Let u erop, dat deze openingen niet door sokkelpanelen en
dergelijke worden afgedekt.
37
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaatsen, aan weerszijden minimaal de
volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolerende plaat tussen kachel en koel-
apparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan
weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Als de koelkast onder een doorlopend werkblad inge-
bouwd wordt, moeten aan de achterzijde van het werk-
blad een ventilatie-opening van minstens 200 cm
2
en
een bij het werkblad passend ventilatierooster (A/B) wor-
den aangebracht.
De snijvlakken van het werkbald (C) lakken, om inwer-
king van vocht te vermijden.
De afstand tussen toestel en wand moet minstens 30
mm bedraagen: vóór inzetten van het ventilatierooster
kontroleren.
Extra leverbare accessoires:
A ventilatierooster, bruin
B ventilatierooster, wit
Bovenblad verwijderen
Na afnemen van het bovenblad kan de koelkast onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd.
Daarbij gaat u als volgt te werk:
Kruiskopschroeven (F) rechts en
links uitdraaien.
Bovenblad iets optillen, ca. 20 mm naar achteren schui-
ven en naar boven losnemen (G).
Klembusjes (H) losschroeven en bewaren.
☞
☞