Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Onderdelen:
Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afdeling klantenservice verkrijgen. Er is
geen bijzondere handigheid vereist om onderdelen zelf te vervangen, bijv.:
– laden,
– deurgreep
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen
kunt oplossen.
Voordat u contact opneemt met de afdeling klantenservice, dient u te controleren, of de controlelampjes
branden, of het koelaggregaat werkt en of de binnentemperatuur nog laag genoeg is.
Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij repara-
tie altijd onze service-afdeling.
Indien het koelaggregaat niet meer werkt, kan de koudereserve in de koude-accu (indien aanwezig) en in de
diepvriesproducten bij volle belading een periode van ca. 27 uur overbruggen, zonder koude-accu een peri-
ode van ca. 18 uur.
40
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen.
Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen
nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Controleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo
voor koeling van de koelkast gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het apparaat, scho-
on.
Storing
Apparaat werkt niet, geen- enkel contro-
lelampje brandt.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het stopcontact of zit
los.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door uw elek-
trovakman laten verhelpen.
Oplossing
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering controleren, eventueel vernieu-
wen.
Groene lampje brandt niet, gele lampje
brandt bij ingeschakelde snelinvriezen-
functie.
Groene lampje defect.
Contact opnemen met onze service-afde-
ling.
Zekering is los of kapot.
Gele lampje brandt niet bij ingeschakelde
snelinvriezen-functie, apparaat werkt.
Gele lampje defect.
Contact opnemen met onze service-afde-
ling.